OUD VINYL MUZIEKLECTUUR De verboden saxofoon (Rudi Kagie) ISBN 9068016539 Tussen de honderden tips die ik krijg over elpees, muziekuitvoeringen en recent ontdekte muziekensembles die de moeite waard zijn om te beluisteren zit er af en toe ook wel eens een tip over een boek of essay dat in een of andere vorm te maken heeft met muziek. Zo ook het in 2000 uitgebrachte boek van Rudi Kagie “De Verboden saxofoon” dat Nol Steegen me in de handen duwde. Julian “Cannonball Adderly” Something Else, Blue Note Cannonball Adderly: Miles Davis: Hank Jones: Sam Jones: Art Blakey: Alto sax Trompet Piano Bas Drums In al de jaren dat ik naar de Music Machine ga in Sittard, heb ik telkens ik de bakken met jazz doorbladerde deze elpee van Cannonball Adderly in mijn handen gehad en nooit gekocht. Ik denk dat het exemplaar dat in de rekken van Jan en Rino ligt nu kan verkocht worden als tweedehands want het is niet te tellen hoe vaak ik dit ding bepoteld heb; mijn rechter fuckyou vinger heeft zeker al onuitwisbare schade aangebracht aan de hoes. Waarom heb ik ze nu gekocht en niet al tien jaar geleden, wetende dat dit een ongelooflijk goede plaat is? Eenvoudige doch daarom niet minder onverklaarbare uitleg. Ik heb in het verleden toen ik de bands nog boekte voor Sjruur Live, ooit een CD toegestuurd gekregen, met als titel Something Els, van een zekere Els (! Jawel) uit Antwerpen. Ik weet bij god niet meer hoe ze nog heette, alleen dat ze dwarsfluit speelde, mijn minst favoriete instrument, niet alleen in de jazz. Daarom misschien dat ik zo een hekel had aan die CD. Els zelf kon hier weinig aan veranderen. Ik ben het kleinood inmiddels ook kwijt, al zou ik nu misschien wel open zou staan voor de muziek. Maar ik heb me bedacht en de knoop doorgehakt: Julian staat nu trots naast ‘Pastel Blues” van Nina Simone in mijn platenrek. Wat deze plaat zo bijzonder maakt? Kijk alleen al maar eens naar de line-up. Dit krijg je zelden bij elkaar. En ik moet eerlijk toegeven dat hoe meer ik luister, hoe meer ik fan word van Cannonball, ondanks het feit dat ik altijd heb beweerd Paul Desmond en Gerry Mulligan tot mijn favoriete saxofonisten te rekenen. Als je Adderly hoort soleren in het eerste nummer’ Autumn Leaves’, daar word je gewoon blij van. Dit nodigt uit om de hele plaat meteen drie keer achter elkaar te beluisteren. Is dit jazz waar je jazz-leken, of mensen die zeggen dat ze zenuwachtig worden van jazz mee over de streep zou kunnen trekken? Zeker weten. Something Else (niet Els uit Atnwerpen) is de meest toegankelijke jazz die ik tot nog toe gehoord heb. Deze hoort thuis in de categorie van meefluiters en –zingers. Ik weet niet of dit exemplaar op CD te vinden is, of te downlaoden valt, voor mij hoeft dit absoluut niet, alleen al de hoes roept nostalgie op: dit is fifties op en top. Kopen die hap! rm. Dit boekje behandelt de censuur in de muziek in al zijn vormen. De titel van het boek slaat op de in de jaren vijftig razend populaire saxofonist Big Jay McNeely. Big Jay bespeelde de tenorsax op zo een uitdagende wijze dat het establishment er bang van werd en hem verbood nog verder op te treden. Hij verkleedde zich als Romeinse keizer, kwam op rolschaatsen de scene op, en speelde al liggend op zijn rug de vurigste rock ’n roll die er op dat moment in de jaren vijftig te beluisteren viel. Zijn muziek werd verboden en Big Jay herschoolde zich tot postbode tot de jaren tachtig, Vanaf dan gooide hij zich terug in het muziekgebeuren omdat er toen geen rem meer stond op zijn wijze van performen. We kennen allemaal het verhaal van de nazi’s die in de jaren dertig en veertig de jazz verboden omdat dit zoals zij het noemden “entartete Musik” was. Dat was eigenlijk de fout van een Amerikaans muziekrecensent die jazz ‘de muziek van de slaven noemde, verbeterd en op punt gesteld door de New Yorkse Joden.’ Dit was natuurlijk ‘gefundenes Fressen’ voor de gemiddelde Duitse Ubermensch. De Amerikaanse recensent had het echter zo niet bedoeld. Hij vzerwees naar het feit dat het slaven in het zuiden van de Verenigde Staten verboden werd op hun trommels te slaan omdat dit de indruk gaf dat ze ten oorlog wilden. Mooi voortvloeisel hieruit was wel het “Jubba Patting”, een voorloper van wat men vandaag de dag “bodypercussion” noemt. In plaats van hun trommels te bespelen gingen de slaven hun lichaam gebruiken om muziek te maken, omdat het natuurlijk minder luid en angstaanjagend was dan de jungledrums. In 1954 speelde Lionel Hampton in het Amsterdamse concertgebouw en zette de zaal dermate in vuur en vlam dat het concert moest stilgelegd worden toen de drummer door het podium zakte als gevolg van het geweld dat hij uitoefende. De mensen moesten door de GGD worden afgevoerd, de hysterie nabij. Hampton mocht jaren niet meer optreden in Nederland. JOHAN & MARTINE v A NCLEEF 3680 MAASEIK 12/3211 Mgr. Koningsstraat 4, 3680 Maaseik Breeërsteenweg 333, 3640 Kinrooi AGENDA 18-19-20 september: 20 jaar Sjruur Live vzw Dond. 18 sept. 2014 Jef Neve Trio Café Sjruur Live Maaseik 21.00 u. Vrijd. 19 sept. 2014 the Rhythm Junks Roland Van Campenhout solo Zat. 18 okt. 2014 Bart Lust Quintet Zat. 15 nov. 2014 JAZZETTE Café Sjruur Live Maaseik 21.00 u. Zat. 20 sept. 2014 Café Sjruur Live Maaseik 21.00 u. Café Sjruur Live Maaseik 20.00 u. Skordatura PunkJazz Ensemble Café Sjruur Live Maaseik 20.00 u. 15 maart 2015 Arthur Tuznier Trio (Laureaat Jazz Hoeilaart). Café Sjruur Live Maaseik 20.00 u. the Rhythm Junks De Jazzette is een uitgave van Sjruur Live v.z.w. colofon De Jazzette verschijnt 6 keer per jaar. Redactieadres: Torenstraat 3, 3680 Maaseik www.sjruur.be e-mail:[email protected] Bijdragen: Willy Borkelmans René Meuris Corrector: Arno Latour Vormgeving: Paul Brouwers Jaargang 16/nr. 3 - 2014 Torenstraat 3 B- 3680 MAASEIK PB R O U W C E N T R A Ik ga niet het hele boekje voor jullie samenvatten, koop het gewoon, hier krijgen jullie geen spijt van. Het geeft toch wel weer een andere kijk op de muziekgeschiedenis door de eeuwen heen. Het mooie is natuurlijk dat de muziek ten lange laatste gewonnen heeft. Of toch niet? Wordt er nu niet verdoken hetzelfde gedaan? Er wordt geen muziek meer verboden, maar zenders krijgen wel de verplichting om meer “Vlaamse muziek” te draaien op de radio! Of zie ik dit te zwart-wit? rm. BETTINA BELGIË BELGIQUE afgiftekantoor 3680 MAASEIK De Jazzette is een uitgave van Sjruur Live v.z.w. P004554 Torenstraat 3, B-3680 Maaseik. Jaargang 16 nr. 3 - 2014 VU: Willy Borkelmans Javanastraat 39 3680 Maaseik VOORWOORD U schrikt zich waarschijnlijk een hoedje (in dit geval van een mondstuk van een saxofoon), dat er al weer een Jazzette voor u ligt. De vorige uitgave dateert eerst van enkele weken geleden. Ja, maar dat komt omdat wij graag zouden willen dat u deze Jazzette, naast de immer interessante teksten en hoogwaardige gedichten, als de laatste uitnodiging ziet voor ons driedaags muziekevenement, naar aanleiding van ons 20 jarig bestaan. Het programma, dat puur Belgisch is en waarop we zeer trots zijn, vindt u als vanouds op de achterflap. Jammer genoeg is het concert van het Jef Neve Trio, op donderdag 18/09/2014, reeds uitverkocht, maar voor vrijdag 19/09/2014 en zaterdag 20/09/2014 zijn er nog tickets beschikbaar. Let wel op, want ook deze tickets zijn aan het opraken! Wilt u dus een afspraak met onze rijke 20 jarige geschiedenis en de al even zo boeiende toekomst van Sjruur Live, kom dan eens langs. Wij zijn daar en met ons nog vele andere Sjruuristen. U kunt sinds kort de historieken van 20 jaar Live optredens in de kroeg bekijken op onze website www.sjruur.be, evenals de programma’s van de afgelopen festivals, en dit onder de rubriek Sjruur Live. De afgelopen twee decennia hebben we geprobeerd u te verwennen met muzikanten van alle genres en leeftijden en natuurlijk heeft ieder optreden zo zijn verhaal, zijn anekdote. Deze anekdotes zijn vaak grappig, altijd amusant, soms aandoenlijk. Om u een voorsmaakje te geven het volgende verhaal. Het was op een festival dat we een Frans zigeunertrio hadden uitgenodigd, u weet wel het Django Reinhardt repertoire, maar dan op een bijzondere en zeer eigen manier. Het trio, dat uit alle windstreken van Frankrijk kwam, die mannen reizen nogal eens, waren ze Maaseik binnengekomen via “the red light district”, oftewel in het Maaseikers, de staasie. Toen we hen vroegen om het concert te mogen opnemen op videoband, sputterde de manager, een vrouwtje van 1,50 meter groot, tegen. Na een beetje onderhandelen, mochten wij 3 nummertjes filmen als de mannen van het trio een T-shirt van het festival mochten hebben. U kent onze T- shirts, zij ontspringen al quasi 20 jaren aan het brein van Gie Latour. Ze zijn gewoon fantastisch (maar vertel het hem maar niet). Niettemin konden wij niet akkoord gaan met het compromis, voorgesteld door de manager van het zigeunertrio en bleven wij verder onderhandelen. Na enig heen en weer dan kon de manager akkoord gaan met het filmen van het ganse concert, indien we de 3 mannen een “ritje” betaalden in “the red light district”. Nu was de maat vol! We haalden onze sterkste argumenten (in casu Sepke Creemers en Carl Deckers) boven om dit niet te doen en hebben het ganse concert mogen filmen voor de prijs van een T –shirt voor de 3 mannen en ééntje voor de manager (we hebben daarvoor één van onze kinderen, die steevast rondliepen op zo’n festival, een T – shirt hardhandig afhandig gemaakt teneinde de kleine manager geen xxxl trouwkleed cadeau te doen). Dit soort verhalen vertellen wij u graag op 18, 19 & 20 september 2014. Oh ja, by the way, ben ik de enige die vindt dat minister Annemie Turtelboom meer en meer op Robert Smith van The Cure begint te lijken, ook als ze niet zwaar geschminkt is ? A Reflection. Willy Borkelmans NUMMER 1016 Tussen “20 Years Joe Cocker” (1988) en “Eagles Live” (1980) staat “10 Jaar Levi’s Spijker Goed” (1977) in mijn elpeerekje, nummer 1016. Dit is een verzamelplaat van Hollandse popmuziek uit de jaren zeventig met onder meer Alquin, Golden Earring, Supersister en Earth and Fire. Voor velen onder ons nostalgie, en van welke jongeman in die tijd was Jerney Kaagman van Earth and Fire niet de natte droom? Naast het muzikale aspect, hangt er echter ook een mooi verhaal met muzikale ondertoon aan vast. Ik vraag me af wie in Maaseik deze plaat nog in zijn bezit heeft, want je kon ze niet kopen in de platenshop, nee, je kreeg ze bij aankoop van een jeansbroek of sweater. Ik weet nog verdomde goed dat ik met oudjaar 1977 door mijn moeder in het nieuw werd gezet om in de “Lieewerrek” Nieuwjaar te gaan vieren bij de Mast. Iedereen ging naar de Mast, ook als je geen fan was van de studentenclub van Maaseik. Mijn jongste zus ging (moest) met me mee omdat ik blijkbaar niet te vertrouwen was wat de aankoop van nieuwe kleding betreft. We gingen naar de jeansshop op de hoek van de Markt en de Grote Kerkstraat, voor de echte oude Maaseikenaren beter bekend als “Bij de Zjwis”., waar nu Petra Vlecken met de iets betere kleding zit. Donkerbruine sweater met witte print en beige jeans werd het, ik zie het lelijke ding nog voor me. Maar goed, ik mocht in dit kloffie naar Aldeneik. Ik denk ook dat op die avond het eerste zaadje van Sjruur Live gelegd is, want de helft van het huidige bestuur was aanwezig in de enige echte feestzaal van Aldeneik, Wil (onze president), Nonk (onze manus van alles) ikzelf en ik veronderstel Lei Haeldermans (verantwoordelijk voor dit blad)ook, al zou hij op basis van zijn leeftijd hier nog niet mogen zijn. Maar goed, het waren uiteindelijk de seventies. Nonk was zelfs de DJ van dienst die avond met zijn Dignity, niet te vergelijken met Movin’Channel, dat in die tijd ook razend populair was, maar echt niet aan de enkels van Nonk en zijn kompanen kwam. En daar ging het natuurlijk fout. Nonk machtige goeie DJ als hij was had natuurlijk de “heetste”plaat van die tijd bij zich: Egyptian Reggea” van Jonathan Richman. Machtige toffe plaat, vind ik nu nog, alleen…. Ik denk, en dat is echt in mijn eigen fantasie, dat het al middernacht voorbij was, werd Jonathan aangevraagd door onze huidige voorzitter, en hier had Nonk nooit ofte nooit op mogen ingaan. Wil had niet beter gevonden dan de dompelaar uit de spoelbak van de Lieewerrek te pikken daar een kaars in te steken en hiermee de dansvloer op te gaan. De dansvloer bevond zich toen door het hele gebouw tot bijna aan de Sjeive Dorrepel, ook al bestond die noch niet, en dansen was eigenlijk niet meer dan stilstaan met pint en sigaret in de hand ondertussen lallen met de dichtstbijzijnde. Iedereen die het liedje kent weet dat op tijd vier een machtige gongslag of cymbaalslag komt. Wil voelde zich geroepen om de dansvloer op te gaan met zijn zelfgemaakt instrument van dompelaar en kaars, die hij denk ik gepikt had van op het nachtkastje van Mia van de Lieewerrek. Op iedere gongslag ging Wil met een schijnbeweging richting feestvierders en het resultaat was dat drie minuten en dertig seconden later de helft van de zaal gezegend was met kaarsvet. Iedereen vond het fantastisch en de plaat is die nacht toch nog enkele keren gedraaid. Waar Wil de kaarsen uit bleef halen weet niemand, vooral hij zelf niet, maar het was een smeerboel van jewelste. Wat heeft dit met nieuwe kleren te maken? Alles!!! En dit kunnen jullie letterlijk nemen. Toen ik de dag erna naar beneden kwam, inclusief een meters grote kater, werd mijn nieuwe sweater ostentatief getoond. Wat was er gebeurd? De witte print was op een nacht plots drie keer zo groot geworden: hoe kan dat? Jawel, de eerste muzikale uitspattingen van Wil voor hij in de jaren tachtig aan een machtige gitaarcarrière begon, hadden hun sporen blijkbaar nagelaten. Wist ik hier nog iets van ? Neen, iemand had zeker per ongeluk een kaars omvergeworpen tijdens het eten. Wat was ik blij dat ik dat lelijke ding niet meer moest dragen, daarom is er achteraf nooit een rechtzetting gekomen, wel eeuwige dank aan Wil. rm. ZAKI Love songs 2 (Zaki, 2013) In een vorige uitgave van de Jazzette heb ik het al gehad over het boek “Love songs, voor wie zijn ze geschreven?” van Zaki. Ik citeer hem nu aangaande zijn hoofdstuk met betrekking tot love songs in de jazz. Omdat jazz meestal instrumentaal is, is er niet veel bekend over de muzen die in de jazzwereld gefloreerd hebben. Jazzmusici zijn doorgaans ook erg gereserveerd over hun avontuurtjes, en vermengen hun privéleven niet graag met hun professionele leven. Dat stamt uit de tijd dat jazz zich aan de rand van de maatschappij bevond, zwarte muzikanten niet door de voordeur naar binnen mochten en algemeen als een goddeloze en amorele bende beschouwd werden. Het gulle gebruik van drugs en alcohol versterkte dat imago nog. Jazzmensen hadden geen zin om dat nog wat te spekken met amoureuze verhalen. Deels waar. Bijna alle jazznummers, bekend door de zogenaamde instrumentalisten komen voort uit een songtekst. De musicals die in de jaren twintig en dertig op Braodway werden opgevoerd waren de voedingsbodem voor alle “standards” die wij nu kennen: Autumn Leaves, Love For Sale, Dancing In The Dark (nee, niet deze van Bruce) om er maar enkele te noemen. Maar met een beetje moeite of interesse in jazzmuziek had mijnheer Dewaele toch moeten weten dat er net zoals in de popmuziek (Chin & Chapman, Stock Aitkins &Waterman) ook in jazzmuziek schrijvers en schrijversassociaties bestonden die wel degelijk love songs hebben geschreven. Een leek weet toch dat George Gershwin, Irving Berlin, Jerome Kern, Vernon Duke, Rodgers & Hammerstein, massa’s teksten hebben geschreven die door Frank Sinatra, Billie Holliday, Dinahn Wahington en noem maar op gezongen zijn. Het zou me verwonderen dat “The Nearness Of You” van Haogy Carmichael, “My Romance” van Richard Rodgers of “Love For Sale” van Cole Porter over een steen in de rivier gingen. Ik zal de teksten op een later tijdstip onder handen nemen. Welke liefdeslied in de jazz is meer bekend dan Nina Simone’s “My Baby Just Cares For Me”? Zijn dit allemaal producten van een generatie muzikanten die enkel maar stoned door het leven gingen.? En dan denk ik spontaan aan een van de oudste jazznummers die er zijn, “Strange Fruit”. In 1930 werden Thomas Shipp en Abram Smith opgehangen aan een populier gevonden. Wie waren deze twee? Niemand kende ze, ze hadden alleen de pech zwart te zijn en in het zuiden van de Verenigde Staten te wonen. Gelyncht zoals zoveel anderen later in dit decennium. Abel Meerpool alias Lewis Allen schreef in 1938 hierover een liefdeslied. En dit mag je in de breedste zin van het woord nemen. Het is niet perse een liefdeslied voor een iemand maar voor een hele bevolkingsgroep. Nu zijn we bijna tachtig jaar later en nu ik tijdens het schrijven naar de uitslagen van de verkiezingen kijk ben ik er zeker van dat we niks hebben geleerd uit het verleden. Back to the future!!! Dit bluesnummer is in 1939 op plaat gezet door Billie Holliday, en later in 1965 door onder andere Nina Simone op de LP “Pastel Blues”. Duizenden anderen hebben dit later nog op de markt gebracht, wat iets zegt over de impact van dit lied. Southern trees bear strange fruit Blood on the leaves and blood at the root Black bodies swinging in the southern breeze Strange fruit hanging from the poplar trees Pastoral scene of the gallant south The bulging eyes and the twisted mouth Scent of magnolias, sweet and fresh Then the sudden smell of burning flesh Here is fruit for the crows to pluck For the rain to gather, for the wind to suck For the sun to rot, for the trees to drop Here is a strange and bitter crop. Lewis Allen zegt: “I wrote Strange Fruit because I hate lynching, and I hate injustice and I hate people who perpuate it.” Liefde en haat, zelden dichter bij elkaar. rm.
© Copyright 2025 ExpyDoc