Jazzette 3-2014

OUD VINYL
MUZIEKLECTUUR
De verboden saxofoon (Rudi Kagie)
ISBN 9068016539
Tussen de honderden tips die ik krijg over elpees, muziekuitvoeringen en recent ontdekte muziekensembles die de moeite waard zijn
om te beluisteren zit er af en toe ook wel eens een tip over een
boek of essay dat in een of andere vorm te maken heeft met
muziek. Zo ook het in 2000 uitgebrachte boek van Rudi Kagie “De
Verboden saxofoon” dat Nol Steegen me in de handen duwde.
Julian “Cannonball Adderly”
Something Else, Blue Note
Cannonball Adderly:
Miles Davis:
Hank Jones:
Sam Jones:
Art Blakey:
Alto sax
Trompet
Piano
Bas
Drums
In al de jaren dat ik naar de Music Machine ga in Sittard, heb ik
telkens ik de bakken met jazz doorbladerde deze elpee van
Cannonball Adderly in mijn handen gehad en nooit gekocht. Ik
denk dat het exemplaar dat in de rekken van Jan en Rino ligt nu
kan verkocht worden als tweedehands want het is niet te tellen hoe
vaak ik dit ding bepoteld heb; mijn rechter fuckyou vinger heeft
zeker al onuitwisbare schade aangebracht aan de hoes. Waarom
heb ik ze nu gekocht en niet al tien jaar geleden, wetende dat dit
een ongelooflijk goede plaat is? Eenvoudige doch daarom niet
minder onverklaarbare uitleg. Ik heb in het verleden toen ik de
bands nog boekte voor Sjruur Live, ooit een CD toegestuurd
gekregen, met als titel Something Els, van een zekere Els (! Jawel)
uit Antwerpen. Ik weet bij god niet meer hoe ze nog heette, alleen
dat ze dwarsfluit speelde, mijn minst favoriete instrument, niet
alleen in de jazz. Daarom misschien dat ik zo een hekel had aan die
CD. Els zelf kon hier weinig aan veranderen. Ik ben het kleinood
inmiddels ook kwijt, al zou ik nu misschien wel open zou staan voor
de muziek. Maar ik heb me bedacht en de knoop doorgehakt:
Julian staat nu trots naast ‘Pastel Blues” van Nina Simone in mijn
platenrek.
Wat deze plaat zo bijzonder maakt? Kijk alleen al maar eens naar de
line-up. Dit krijg je zelden bij elkaar. En ik moet eerlijk toegeven dat
hoe meer ik luister, hoe meer ik fan word van Cannonball, ondanks
het feit dat ik altijd heb beweerd Paul Desmond en Gerry Mulligan
tot mijn favoriete saxofonisten te rekenen. Als je Adderly hoort
soleren in het eerste nummer’ Autumn Leaves’, daar word je
gewoon blij van. Dit nodigt uit om de hele plaat meteen drie keer
achter elkaar te beluisteren. Is dit jazz waar je jazz-leken, of mensen
die zeggen dat ze zenuwachtig worden van jazz mee over de streep
zou kunnen trekken? Zeker weten. Something Else (niet Els uit
Atnwerpen) is de meest toegankelijke jazz die ik tot nog toe
gehoord heb. Deze hoort thuis in de categorie van meefluiters en
–zingers. Ik weet niet of dit exemplaar op CD te vinden is, of te
downlaoden valt, voor mij hoeft dit absoluut niet, alleen al de hoes
roept nostalgie op: dit is fifties op en top.
Kopen die hap!
rm.
Dit boekje behandelt de censuur in de muziek in al zijn vormen. De
titel van het boek slaat op de in de jaren vijftig razend populaire
saxofonist Big Jay McNeely. Big Jay bespeelde de tenorsax op zo
een uitdagende wijze dat het establishment er bang van werd en
hem verbood nog verder op te treden. Hij verkleedde zich als
Romeinse keizer, kwam op rolschaatsen de scene op, en speelde al
liggend op zijn rug de vurigste rock ’n roll die er op dat moment in
de jaren vijftig te beluisteren viel. Zijn muziek werd verboden en
Big Jay herschoolde zich tot postbode tot de jaren tachtig, Vanaf
dan gooide hij zich terug in het muziekgebeuren omdat er toen
geen rem meer stond op zijn wijze van performen.
We kennen allemaal het verhaal van de nazi’s die in de jaren dertig
en veertig de jazz verboden omdat dit zoals zij het noemden
“entartete Musik” was. Dat was eigenlijk de fout van een
Amerikaans muziekrecensent die jazz ‘de muziek van de slaven
noemde, verbeterd en op punt gesteld door de New Yorkse Joden.’
Dit was natuurlijk ‘gefundenes Fressen’ voor de gemiddelde Duitse
Ubermensch. De Amerikaanse recensent had het echter zo niet
bedoeld. Hij vzerwees naar het feit dat het slaven in het zuiden van
de Verenigde Staten verboden werd op hun trommels te slaan
omdat dit de indruk gaf dat ze ten oorlog wilden. Mooi voortvloeisel hieruit was wel het “Jubba Patting”, een voorloper van wat men
vandaag de dag “bodypercussion” noemt. In plaats van hun
trommels te bespelen gingen de slaven hun lichaam gebruiken om
muziek te maken, omdat het natuurlijk minder luid en angstaanjagend was dan de jungledrums.
In 1954 speelde Lionel Hampton in het Amsterdamse concertgebouw en zette de zaal dermate in vuur en vlam dat het concert
moest stilgelegd worden toen de drummer door het podium zakte
als gevolg van het geweld dat hij uitoefende. De mensen moesten
door de GGD worden afgevoerd, de hysterie nabij. Hampton mocht
jaren niet meer optreden in Nederland.
JOHAN &
MARTINE
v A NCLEEF
3680 MAASEIK
12/3211
Mgr. Koningsstraat 4, 3680 Maaseik
Breeërsteenweg 333, 3640 Kinrooi
AGENDA
18-19-20 september: 20 jaar Sjruur Live vzw
Dond. 18 sept. 2014
Jef Neve Trio
Café Sjruur Live Maaseik 21.00 u.
Vrijd. 19 sept. 2014
the Rhythm Junks
Roland Van Campenhout solo
Zat. 18 okt. 2014
Bart Lust Quintet
Zat. 15 nov. 2014
JAZZETTE
Café Sjruur Live Maaseik 21.00 u.
Zat. 20 sept. 2014
Café Sjruur Live Maaseik 21.00 u.
Café Sjruur Live Maaseik 20.00 u.
Skordatura PunkJazz Ensemble
Café Sjruur Live Maaseik 20.00 u.
15 maart 2015
Arthur Tuznier Trio
(Laureaat Jazz Hoeilaart).
Café Sjruur Live Maaseik 20.00 u.
the Rhythm Junks
De Jazzette is een
uitgave van
Sjruur Live v.z.w.
colofon
De Jazzette verschijnt 6 keer per jaar.
Redactieadres: Torenstraat 3, 3680 Maaseik
www.sjruur.be
e-mail:[email protected]
Bijdragen: Willy Borkelmans
René Meuris
Corrector: Arno Latour
Vormgeving: Paul Brouwers
Jaargang 16/nr. 3 - 2014
Torenstraat 3 B- 3680 MAASEIK
PB
R O U W C E N T R A
Ik ga niet het hele boekje voor jullie samenvatten, koop het
gewoon, hier krijgen jullie geen spijt van. Het geeft toch wel weer
een andere kijk op de muziekgeschiedenis door de eeuwen heen.
Het mooie is natuurlijk dat de muziek ten lange laatste gewonnen
heeft. Of toch niet? Wordt er nu niet verdoken hetzelfde gedaan? Er
wordt geen muziek meer verboden, maar zenders krijgen wel de
verplichting om meer “Vlaamse muziek” te draaien op de radio! Of
zie ik dit te zwart-wit?
rm.
BETTINA
BELGIË
BELGIQUE
afgiftekantoor
3680 MAASEIK
De Jazzette is een
uitgave van
Sjruur Live v.z.w.
P004554
Torenstraat 3,
B-3680 Maaseik.
Jaargang 16
nr. 3 - 2014
VU: Willy Borkelmans
Javanastraat 39
3680 Maaseik
VOORWOORD
U schrikt zich waarschijnlijk een hoedje (in dit geval van een
mondstuk van een saxofoon), dat er al weer een Jazzette voor u ligt.
De vorige uitgave dateert eerst van enkele weken geleden. Ja, maar
dat komt omdat wij graag zouden willen dat u deze Jazzette, naast de
immer interessante teksten en hoogwaardige gedichten, als de
laatste uitnodiging ziet voor ons driedaags muziekevenement, naar
aanleiding van ons 20 jarig bestaan. Het programma, dat puur
Belgisch is en waarop we zeer trots zijn, vindt u als vanouds op de
achterflap. Jammer genoeg is het concert van het Jef Neve Trio, op
donderdag 18/09/2014, reeds uitverkocht, maar voor vrijdag
19/09/2014 en zaterdag 20/09/2014 zijn er nog tickets beschikbaar.
Let wel op, want ook deze tickets zijn aan het opraken!
Wilt u dus een afspraak met onze rijke 20 jarige geschiedenis en de al
even zo boeiende toekomst van Sjruur Live, kom dan eens langs. Wij
zijn daar en met ons nog vele andere Sjruuristen. U kunt sinds kort de
historieken van 20 jaar Live optredens in de kroeg bekijken op onze
website www.sjruur.be, evenals de programma’s van de afgelopen
festivals, en dit onder de rubriek Sjruur Live.
De afgelopen twee decennia hebben we geprobeerd u te verwennen
met muzikanten van alle genres en leeftijden en natuurlijk heeft ieder
optreden zo zijn verhaal, zijn anekdote.
Deze anekdotes zijn vaak grappig, altijd amusant, soms aandoenlijk.
Om u een voorsmaakje te geven het volgende verhaal.
Het was op een festival dat we een Frans zigeunertrio hadden
uitgenodigd, u weet wel het Django Reinhardt repertoire, maar dan
op een bijzondere en zeer eigen manier. Het trio, dat uit alle windstreken van Frankrijk kwam, die mannen reizen nogal eens, waren ze
Maaseik binnengekomen via “the red light district”, oftewel in het
Maaseikers, de staasie. Toen we hen vroegen om het concert te mogen
opnemen op videoband, sputterde de manager, een vrouwtje van
1,50 meter groot, tegen. Na een beetje onderhandelen, mochten wij
3 nummertjes filmen als de mannen van het trio een T-shirt van het
festival mochten hebben. U kent onze T- shirts, zij ontspringen al quasi
20 jaren aan het brein van Gie Latour. Ze zijn gewoon fantastisch
(maar vertel het hem maar niet). Niettemin konden wij niet akkoord
gaan met het compromis, voorgesteld door de manager van het
zigeunertrio en bleven wij verder onderhandelen. Na enig heen en
weer dan kon de manager akkoord gaan met het filmen van het ganse
concert, indien we de 3 mannen een “ritje” betaalden in “the red light
district”. Nu was de maat vol! We haalden onze sterkste argumenten
(in casu Sepke Creemers en Carl Deckers) boven om dit niet te doen
en hebben het ganse concert mogen filmen voor de prijs van een T
–shirt voor de 3 mannen en ééntje voor de manager (we hebben
daarvoor één van onze kinderen, die steevast rondliepen op zo’n
festival, een T – shirt hardhandig afhandig gemaakt teneinde de
kleine manager geen xxxl trouwkleed cadeau te doen).
Dit soort verhalen vertellen wij u graag op 18, 19 & 20 september
2014.
Oh ja, by the way, ben ik de enige die vindt dat minister Annemie
Turtelboom meer en meer op Robert Smith van The Cure begint te
lijken, ook als ze niet zwaar geschminkt is ?
A Reflection.
Willy Borkelmans
NUMMER 1016
Tussen “20 Years Joe
Cocker” (1988) en “Eagles
Live” (1980) staat “10 Jaar
Levi’s Spijker Goed” (1977)
in mijn elpeerekje,
nummer 1016.
Dit is een verzamelplaat
van Hollandse popmuziek
uit de jaren zeventig met
onder meer Alquin, Golden
Earring, Supersister en
Earth and Fire. Voor velen
onder ons nostalgie, en van
welke jongeman in die tijd
was Jerney Kaagman van
Earth and Fire niet de natte droom? Naast het muzikale aspect, hangt
er echter ook een mooi verhaal met muzikale ondertoon aan vast.
Ik vraag me af wie in Maaseik deze plaat nog in zijn bezit heeft, want
je kon ze niet kopen in de platenshop, nee, je kreeg ze bij aankoop
van een jeansbroek of sweater. Ik weet nog verdomde goed dat ik
met oudjaar 1977 door mijn moeder in het nieuw werd gezet om in
de “Lieewerrek” Nieuwjaar te gaan vieren bij de Mast. Iedereen ging
naar de Mast, ook als je geen fan was van de studentenclub van
Maaseik. Mijn jongste zus ging (moest) met me mee omdat ik
blijkbaar niet te vertrouwen was wat de aankoop van nieuwe kleding
betreft. We gingen naar de jeansshop op de hoek van de Markt en de
Grote Kerkstraat, voor de echte oude Maaseikenaren beter bekend als
“Bij de Zjwis”., waar nu Petra Vlecken met de iets betere kleding zit.
Donkerbruine sweater met witte print en beige jeans werd het, ik zie
het lelijke ding nog voor me. Maar goed, ik mocht in dit kloffie naar
Aldeneik.
Ik denk ook dat op die avond het eerste zaadje van Sjruur Live gelegd
is, want de helft van het huidige bestuur was aanwezig in de enige
echte feestzaal van Aldeneik, Wil (onze president), Nonk (onze manus
van alles) ikzelf en ik veronderstel Lei Haeldermans (verantwoordelijk
voor dit blad)ook, al zou hij op basis van zijn leeftijd hier nog niet
mogen zijn. Maar goed, het waren uiteindelijk de seventies. Nonk
was zelfs de DJ van dienst die avond met zijn Dignity, niet te
vergelijken met Movin’Channel, dat in die tijd ook razend populair
was, maar echt niet aan de enkels van Nonk en zijn kompanen kwam.
En daar ging het natuurlijk fout. Nonk machtige goeie DJ als hij was
had natuurlijk de “heetste”plaat van die tijd bij zich: Egyptian
Reggea” van Jonathan Richman. Machtige toffe plaat, vind ik nu nog,
alleen….
Ik denk, en dat is echt in mijn eigen fantasie, dat het al middernacht
voorbij was, werd Jonathan aangevraagd door onze huidige
voorzitter, en hier had Nonk nooit ofte nooit op mogen ingaan.
Wil had niet beter gevonden dan de dompelaar uit de spoelbak van
de Lieewerrek te pikken daar een kaars in te steken en hiermee de
dansvloer op te gaan. De dansvloer bevond zich toen door het hele
gebouw tot bijna aan de Sjeive Dorrepel, ook al bestond die noch
niet, en dansen was eigenlijk niet meer dan stilstaan met pint en
sigaret in de hand ondertussen lallen met de dichtstbijzijnde.
Iedereen die het liedje kent weet dat op tijd vier een machtige
gongslag of cymbaalslag komt. Wil voelde zich geroepen om de
dansvloer op te gaan met zijn zelfgemaakt instrument van dompelaar
en kaars, die hij denk ik gepikt had van op het nachtkastje van Mia
van de Lieewerrek. Op iedere gongslag ging Wil met een schijnbeweging richting feestvierders en het resultaat was dat drie minuten
en dertig seconden later de helft van de zaal gezegend was met
kaarsvet. Iedereen vond het fantastisch en de plaat is die nacht
toch nog enkele keren gedraaid. Waar Wil de kaarsen uit bleef
halen weet niemand, vooral hij zelf niet, maar het was een
smeerboel van jewelste.
Wat heeft dit met nieuwe kleren te maken? Alles!!! En dit kunnen
jullie letterlijk nemen. Toen ik de dag erna naar beneden kwam,
inclusief een meters grote kater, werd mijn nieuwe sweater
ostentatief getoond. Wat was er gebeurd? De witte print was op
een nacht plots drie keer zo groot geworden: hoe kan dat? Jawel,
de eerste muzikale uitspattingen van Wil voor hij in de jaren
tachtig aan een machtige gitaarcarrière begon, hadden hun
sporen blijkbaar nagelaten. Wist ik hier nog iets van ? Neen,
iemand had zeker per ongeluk een kaars omvergeworpen tijdens
het eten. Wat was ik blij dat ik dat lelijke ding niet meer moest
dragen, daarom is er achteraf nooit een rechtzetting gekomen,
wel eeuwige dank aan Wil.
rm.
ZAKI
Love songs 2 (Zaki, 2013)
In een vorige uitgave van de Jazzette heb ik het al gehad over het
boek “Love songs, voor wie zijn ze geschreven?” van Zaki.
Ik citeer hem nu aangaande zijn hoofdstuk met betrekking tot
love songs in de jazz.
Omdat jazz meestal instrumentaal is, is er niet veel bekend over
de muzen die in de jazzwereld gefloreerd hebben. Jazzmusici zijn
doorgaans ook erg gereserveerd over hun avontuurtjes, en
vermengen hun privéleven niet graag met hun professionele
leven. Dat stamt uit de tijd dat jazz zich aan de rand van de
maatschappij bevond, zwarte muzikanten niet door de voordeur
naar binnen mochten en algemeen als een goddeloze en amorele
bende beschouwd werden. Het gulle gebruik van drugs en
alcohol versterkte dat imago nog. Jazzmensen hadden geen zin
om dat nog wat te spekken met amoureuze verhalen.
Deels waar. Bijna alle jazznummers, bekend door de
zogenaamde instrumentalisten komen voort uit een songtekst.
De musicals die in de jaren twintig en dertig op Braodway
werden opgevoerd waren de voedingsbodem voor alle
“standards” die wij nu kennen: Autumn Leaves, Love For Sale,
Dancing In The Dark (nee, niet deze van Bruce) om er maar
enkele te noemen. Maar met een beetje moeite of interesse in
jazzmuziek had mijnheer Dewaele toch moeten weten dat er net
zoals in de popmuziek (Chin & Chapman, Stock Aitkins
&Waterman) ook in jazzmuziek schrijvers en schrijversassociaties
bestonden die wel degelijk love songs hebben geschreven. Een
leek weet toch dat George Gershwin, Irving Berlin, Jerome Kern,
Vernon Duke, Rodgers & Hammerstein, massa’s teksten hebben
geschreven die door Frank Sinatra, Billie Holliday, Dinahn
Wahington en noem maar op gezongen zijn. Het zou me
verwonderen dat “The Nearness Of You” van Haogy Carmichael,
“My Romance” van Richard Rodgers of “Love For Sale” van Cole
Porter over een steen in de rivier gingen. Ik zal de teksten op een
later tijdstip onder handen nemen.
Welke liefdeslied in de jazz is meer bekend dan Nina Simone’s
“My Baby Just Cares For Me”? Zijn dit allemaal producten van
een generatie muzikanten die enkel maar stoned door het leven
gingen.?
En dan denk ik spontaan aan een van de oudste jazznummers die
er zijn, “Strange Fruit”. In 1930 werden Thomas Shipp en Abram
Smith opgehangen aan een populier gevonden. Wie waren deze
twee? Niemand kende ze, ze hadden alleen de pech zwart te zijn en
in het zuiden van de Verenigde Staten te wonen. Gelyncht zoals
zoveel anderen later in dit decennium. Abel Meerpool alias Lewis
Allen schreef in 1938 hierover een liefdeslied. En dit mag je in de
breedste zin van het woord nemen. Het is niet perse een liefdeslied
voor een iemand maar voor een hele bevolkingsgroep. Nu zijn we
bijna tachtig jaar later en nu ik tijdens het schrijven naar de
uitslagen van de verkiezingen kijk ben ik er zeker van dat we niks
hebben geleerd uit het verleden. Back to the future!!!
Dit bluesnummer is in 1939 op plaat gezet door Billie Holliday, en
later in 1965 door onder andere Nina Simone op de LP “Pastel
Blues”. Duizenden anderen hebben dit later nog op de markt
gebracht, wat iets zegt over de impact van dit lied.
Southern trees bear strange fruit
Blood on the leaves and blood at the root
Black bodies swinging in the southern breeze
Strange fruit hanging from the poplar trees
Pastoral scene of the gallant south
The bulging eyes and the twisted mouth
Scent of magnolias, sweet and fresh
Then the sudden smell of burning flesh
Here is fruit for the crows to pluck
For the rain to gather, for the wind to suck
For the sun to rot, for the trees to drop
Here is a strange and bitter crop.
Lewis Allen zegt:
“I wrote Strange Fruit because I hate lynching, and I hate injustice
and I hate people who perpuate it.”
Liefde en haat, zelden dichter bij elkaar.
rm.