Minorhandleiding OWK 2014-2015

Minorhandleiding OWK
Onderwijskunde
Collegejaar 2014-2015
Kenmerk: GW-OSC941.JNe (april 2014)
Minorhandleiding OWK
Inhoudsopgave
1. Inleiding ......................................................................................................................................... 4
2. Studieprogramma B3 (2014-2015) .............................................................................................. 5
2.1
Overzicht van de B3 .............................................................................................................. 5
2.2
Verplichte vakken in de B3 (Semester 2) ........................................................................... 5
2.3
Minorruimte in de B3 (Semester 1) ..................................................................................... 5
2.4
Te behalen studieresultaten voorafgaand aan de B3 ....................................................... 6
3. Mogelijkheden voor de invulling van de minorruimte .......................................................... 8
3.1
Bestaand minorvakkenpakket aan de UT.......................................................................... 8
3.2
Bestaand minorvakkenpakket aan een andere universiteit ............................................ 9
3.3
Vrije minor (een zelf samen te stellen vakkenpakket / individuele minor) ................ 10
3.4
Vrije minor in de vorm van een stage .............................................................................. 11
3.5
Vrije minor in de vorm van een combinatie van vakken en stage ............................... 12
3.6
Voorgeselecteerde keuzevakken ....................................................................................... 13
3.7
Stroomschema keuzeproces............................................................................................... 14
4. Studeren in het buitenland ........................................................................................................ 16
4.1
Inleiding ............................................................................................................................... 16
4.2
Eisen aan het studieprogramma ....................................................................................... 16
4.3
Waar moet je beginnen en waar kun je naartoe? ............................................................ 17
4.4
Praktische ondersteuning vanuit de Universiteit Twente............................................. 18
4.5
Tot slot .................................................................................................................................. 18
5. Stage ............................................................................................................................................. 19
5.1
Inleiding ............................................................................................................................... 19
5.2
Eisen aan de stageopdracht ............................................................................................... 19
5.3
Eisen aan de stageplaats ..................................................................................................... 20
5.4
Waar moet je beginnen en waar kun je naar toe? ........................................................... 20
5.5
De stageverslaglegging en -beoordeling van een stage in Nederland ........................ 22
5.6
Praktische ondersteuning vanuit de UT bij een verblijf in het buitenland ................. 23
6. Het aanvragen van een minorstudieprogramma bij de examencommissie....................... 25
6.1
Aanvraagprocedure ............................................................................................................ 25
6.2
Beoordelingscriteria gehanteerd door de examencommissie ....................................... 26
7. Contactgegevens ......................................................................................................................... 28
7.1
Belangrijke personen / instellingen .................................................................................. 28
7.2
Handige links / verwijzingen ............................................................................................ 29
Bijlage A: Bestaand minorpakket UT............................................................................................... 30
Bijlage B: Bestaand minorpakket elders .......................................................................................... 31
Bijlage C: Vrije Minor - Vakken ........................................................................................................ 33
Bijlage D: Vrije Minor Stage .............................................................................................................. 35
Bijlage E: Stagecontract ...................................................................................................................... 38
Bijlage F: Beoordelingsformulier Stage (= Stage- plus Opdrachtverslag) (door interne – GW –
begeleider) ........................................................................................................................................... 41
Bijlage G: Beoordelingsformulier Stage (= Opdrachtverslag) (door externe begeleider) ........ 44
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 2
Minorhandleiding OWK
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 3
Minorhandleiding OWK
1.
Inleiding
Binnen de bachelor-masterstructuur, is het de gewoonte om te spreken over een major en een
minor. De bedoeling van een minor is het aan de student aanbieden van een platform voor
de (verdere) ontwikkeling van een breed scala aan academische kennis en vaardigheden. De
minorruimte binnen de bacheloropleiding Onderwijskunde omvat 30 EC en is gepland in het
eerste semester van het derde jaar.
De minorruimte bij Onderwijskunde staat geheel in het teken van vrije keuze. Hier krijg je de
gelegenheid om een eigen profiel te creëren waarmee je je aantrekkelijkheid voor de
arbeidsmarkt kunt vergroten of jezelf kunt oriënteren of voorbereiden op een vervolgstudie.
Er valt genoeg te kiezen: wil je je verdiepen in een vakgebied buiten de Onderwijskunde of
wil je juist verder studeren op een vakgebied aanpalend aan de Onderwijskunde? Wil je aan
de UT blijven studeren of wil je liever naar een andere universiteit? En blijf je dan in
Nederland, of ga je liever naar het buitenland? Kies je voor een geïnstitutionaliseerde minor,
in de vorm van een bestaand vakkenpakket, of wil je zelf een vakkenpakket samenstellen?
Of zou je liever tijdelijk de universiteit willen verlaten om in de beroepspraktijk alvast wat
werkervaring op te doen?
Elke keuze geeft jou als onderwijskundige een uniek profiel. Het is dus belangrijk om hier
goed over na te denken en deze keuze bewust te maken. Ook het verantwoord kunnen
maken en onderbouwen van een dergelijke keuze is een competentie van een
onderwijskundige!
Begin tijdig met je oriëntatie, want soms vergt een bepaalde keuze een gedegen
voorbereiding, die tijd en doorlooptijd vereist.
In deze handleiding staan de mogelijke keuzes en de te volgen procedures op een rij. De
informatie in deze handleiding is leidend ten opzichte van de UT major-minorwebsite.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 4
Minorhandleiding OWK
2.
Studieprogramma B3 (2014-2015)
2.1
Overzicht van de B3
In Tabel 1 staat het studieprogramma van de B3 weergegeven. Dit studieprogramma is als
volgt opgebouwd:
kwartiel 1
kwartiel 2
Minorruimte (30 EC vrije keuze)
kwartiel 3
kwartiel 4
Filosofie & Reflectie
(201000161)
4 EC
Atelier 5: Ontwerpopdracht
(201000167)
8 EC
Bacheloropdracht
(201000166)
18 EC
15 EC
15 EC
15 EC
30 EC
15 EC
30 EC
Tabel 1: Studieprogramma B3 collegejaar 2014 / 2015.
2.2
Verplichte vakken in de B3 (Semester 2)



2.3
Atelier 5: Ontwerpopdracht (8 EC)
Filosofie en reflectie (4 EC)
Bacheloropdracht (18 EC)
Minorruimte in de B3 (Semester 1)
Er zijn verschillende manieren om de minorruimte te vullen.
Op de UT website (http://www.utwente.nl/majorminor) word je vooral gestimuleerd om een
minor te kiezen die ‚ver van je eigen discipline af ligt‛. Daardoor onderga je een
‘paradigmashift’, die de functie van de minor ondersteunt.‛1 Deze mogelijkheid is bedoeld
ter verbreding van de eigen academische kennis en vaardigheden.
Het is echter ook denkbaar dat je juist jouw onderwijskundige kennis en competenties wilt
verdiepen, door bv. een kijkje te nemen in een aanpalend sociaalwetenschappelijk vakgebied
of zelfs door onderwijskundige vakken te kiezen die in het reguliere OWK-curriculum niet
worden aangeboden.
Beide opties, verbreding en verdieping, kunnen worden gerealiseerd in bestaande, reeds
aangeboden minoren (geïnstitutionaliseerde minoren) of in de vorm van een door jou zelf
geselecteerde set vakken (vrije minoren).
Het zou ook kunnen dat je meer behoefte voelt om je verder te ontwikkelen buiten de
universiteit, op de arbeidsmarkt, in de vorm van een stage.
1
http://www.utwente.nl/majorminor/algemeen/
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 5
Minorhandleiding OWK
Tot slot zou je nog kunnen denken aan een combinatie van vakken en een (kortere) stage,
waarbij je de theorie uit de vakken in de praktijk kunt toepassen. Bovendien moet je nog
nadenken over de vraag waar je de minor wil doen. Aan de UT? Aan een andere universiteit
in Nederland, of liever in het buitenland?
In Tabel 2 worden de keuzemogelijkheden voor de minorruimte zichtbaar gemaakt. De
cijfers in de laatste kolom verwijzen naar de bijbehorende paragraaf in hoofdstuk 3 waarin
deze keuzes verder worden beschreven.
Vorm
Vakken
Stage
Combinatie
Keuzemogelijkheden
Bestaand pakket, UT-minor
Bestaand pakket, andere universiteit
Vrije minor (zelf samengestelde selectie van vakken)
Vrije minor (stage)
Vrije minor (vakken en stage)
§
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
Tabel 2: Keuzemogelijkheden voor de minorruimte in de B3.
2.4
Te behalen studieresultaten voorafgaand aan de B3
Om te kunnen starten met je minorprogramma, wordt er van je verwacht dat je al behoorlijk
gevorderd bent met je studie. In Tabel 3 zie je welke studieresultaten je moet hebben behaald
om te kunnen deelnemen aan de diverse minor-onderdelen.
Minor onderdelen
Eisen
UT-minor/vakken
Minor/vakken aan andere
Universiteit in NL.



Minor/vakken in buitenland


Stage in Nederland:


Stage in buitenland:


In totaal minimaal 80 EC behaald2
In totaal minimaal 108 EC behaald
De herkansingen van de nog openstaande UT-vakken vallen
buiten de minorperiode of kunnen tijdens de minorperiode
gedaan worden.
In totaal minimaal 108 EC behaald
De herkansingen van de nog openstaande UT-vakken vallen
buiten de minorperiode.
In totaal minimaal 108 EC behaald
De herkansingen van de nog openstaande UT-vakken vallen
buiten de minorperiode of kunnen tijdens de minorperiode
gedaan worden.
In totaal minimaal 108 EC behaald
De herkansingen van de nog openstaande UT-vakken vallen
buiten de minor periode.
Tabel 3: Te behalen studieresultaten voorafgaand aan de start van het beoogde
minorprogramma.
De opleiding OWK hanteert voor minoren buiten de UT een hogere ingangseis (108 EC).
Enerzijds is dit vanwege het belang van je eigen studievoortgang en anderzijds wil de
2
Dit is UT-beleid, op de major minorwebsite staat: Het is de bedoeling dat alle deelnemers aan een minor al een
zeker minimaal academisch niveau hebben. Je mag daarom pas een minor doen als je 80 European Credits (uit alle
studiefasen bij elkaar) behaald hebt.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 6
Minorhandleiding OWK
opleiding dat je over voldoende bagage beschikt wanneer je je buiten de UT gaat begeven. Je
bent dan tenslotte het visitekaartje van de opleiding.
Tip:
Op het moment dat je kiest voor een externe minor weet je veelal nog niet of je bij de start
van de minor over 108 EC beschikt. Om deze reden is het verstandig dat je je ook oriënteert
op een UT minor (80 EC norm), zodat je deze minor als tweede keus achter de hand hebt.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 7
Minorhandleiding OWK
3.
Mogelijkheden voor de invulling van de minorruimte
Welke keuze je ook maakt, de invulling van de minorruimte valt binnen de kaders van de
eigen opleiding. Daarom is er een aantal spelregels aan verbonden. In dit hoofdstuk worden
de verschillende mogelijkheden verder besproken en worden deze spelregels geformuleerd.
In Figuur 1, paragraaf 3.7, wordt het keuzeproces in een stroomschema gevisualiseerd.
3.1
Bestaand minorvakkenpakket aan de UT
Omschrijving
Een minor is een gestructureerd, samenhangend en afgerond onderwijspakket van minimaal
20 EC
De UT biedt zowel opleidingsminoren als themaminoren aan. In een opleidingsminor krijg je
een verkorte kennismaking met één van de UT-bacheloropleidingen; in de themaminoren ga
je dieper in op een bepaald wetenschappelijk onderwerp. Dit kan een breder onderwerp zijn
dan één van de disciplines van de UT-opleidingen (multidisciplinaire themaminor) of juist
smaller (inzoomend op een specialisatie binnen een discipline). Ook zijn er themaminoren
over onderwerpen die niet aan de UT worden onderwezen of onderzocht.
Het aanbod van opleidings- en themaminoren kan per studiejaar wisselen. Op de majorminor website van de UT (http://www.utwente.nl/majorminor/) vind je alle informatie over
de UT-minoren. Kijk daar ook goed naar de Organisatorische regels. Daar vind je o.a.
antwoord op de vraag: ‘Mag ik elke minor doen?’) via de zogenoemde minortoelatingsmatrix.
Let op: de nieuwe minor-toelatingsmatrix 2014-2015 is uiterlijk op de jaarlijkse minormarkt
beschikbaar. Daarin kun je zien aan welke minoren je als OWK-student mag deelnemen en
onder welke voorwaarden. Jaarlijks wordt in de maand april een centrale minormarkt
georganiseerd. Dit studiejaar is deze markt op 24 april 2014. Daar presenteren de diverse
minoren zich en kun je informatie verzamelen en/of vragen stellen aan de coördinatoren van
de minoren.
Veel (maar niet alle!) minoren in de toelatingsmatrix zijn toegankelijk voor OWK-studenten.
Binnen de minoren zijn soms keuzevakken die niet voor alle studenten geschikt zijn. Zo kan
het voorkomen dat studenten met bijvoorbeeld weinig voorkennis over een bepaald
onderwerp vak A wordt geadviseerd en studenten met meer kennis over het onderwerp vak
B wordt geadviseerd. Neem in dergelijke gevallen altijd contact op met de betreffende
minorcoördinator. Hij/zij kan jou het beste adviseren.
Aan een aantal minoren zijn beperkingen verbonden, omdat ze inhoudelijk teveel overlap
vertonen met vakken uit het bachelorcurriculum van OWK. Deze minoren zijn opgenomen
in Tabel 4. Wil je een dergelijke minor volgen, vraag dan altijd na bij de minorcoördinator
van die betreffende minor, in samenspraak met de studieadviseur van OWK, hoe jouw
traject eruit komt te zien.
Bepaal voor jezelf wat je zou willen leren in de minor; welke leervragen heb je, en welke
doelstellingen zou je willen bereiken?
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 8
Minorhandleiding OWK



Kies een UT-minor waarmee je jouw leervragen zou kunnen beantwoorden en je
doelstellingen zou kunnen bereiken en controleer in de minor-toelatingsmatrix of je
deze minor mag volgen.
Schrijf je in via Osiris voor de minor via:
https://osiris.utwente.nl/student/Inschrijven.do
Vul bijlage A in Bestaand minorpakket UT en lever dit formulier in bij BOZ.
Let op:
In het studiejaar 2014-2015 hebben veel UT-minoren nog steeds een omvang van 20 EC. Dit
betekent dat OWK-studenten voor 10 EC aan extra invulling nodig hebben. Je aanvraag valt
dan automatisch in de categorie van de vrije minor (zie 3.3 of 3.5), tenzij je de 20 EC aanvult
met de voorgeselecteerde keuzevakken (zie 3.6).
3.2
Bestaand minorvakkenpakket aan een andere universiteit
Omschrijving
Als UT-student heb je de mogelijkheid om minoren of vakken van andere WO-instellingen in
Nederland te volgen. In principe gelden hiervoor dezelfde eisen als bij het volgen van
vakken van andere UT-opleidingen (behalve dat de norm van EC’s die vooraf behaald
moeten zijn hoger ligt: 108 i.p.v. 80EC), en ook het vinden van de vakken of het
studieprogramma is vergelijkbaar. Laat je in ieder geval goed informeren bij andere
instellingen over de mogelijkheden om deel te nemen aan deze vakken, de verroostering van
de vakken en de wijze van aanmelding daarvoor.
Als je voor een minorpakket van een andere universiteit kiest, moet je hiervoor altijd een
beargumenteerd verzoek indienen bij de examencommissie van Onderwijskunde.
De minorruimte in je bacheloropleiding is ook een geschikt moment voor een verblijf in het
buitenland. De Universiteit Twente stimuleert de mobiliteit van haar studenten richting
(partner)universiteiten in het buitenland.
Alle informatie over studeren in het buitenland vind je in hoofdstuk 4.
Procedure
 Bepaal voor jezelf wat je zou willen leren in de minor; welke leervragen heb je, en
welke doelstellingen zou je willen bereiken?
 Oriënteer je op een minor (aan een andere universiteit) waarmee je jouw leervragen
zou kunnen beantwoorden en je doelstellingen zou kunnen bereiken. Voor vragen
kun je je wenden tot de studieadviseur OWK.
o Ga na of er verplichte voorkenniseisen zijn voor de betreffende vakken en of
je daar wel/niet aan voldoet.
o Informeer, wanneer je interessante vakken hebt gevonden, tevens bij de
aanbiedende opleiding naar de mogelijkheid om deel te kunnen nemen aan
die vakken (mogelijke obstakel: gebrek aan voorkenniseisen).
o Wat betreft het niveau van de vakken stelt de examencommissie dat die
minimaal op het niveau van tweedejaars of derdejaars bachelorvak moeten
zijn. Eén (1) inleidend eerstejaars bachelorvak behoort daarbij wel tot de
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 9
Minorhandleiding OWK



mogelijkheden, als je die keuze kunt motiveren (b.v. als er sprake is van
vereiste of dringend gewenste voorkennis).
o Raadpleeg ten slotte ook altijd de verroostering van de vakken om eventuele
conflicten met nog te volgen OWK-vakken te voorkomen.
Vul bijlage B in Bestaand minorpakket elders en schrijf een motivatiebrief voor de
examencommissie van Onderwijskunde. Voorzie de examencommissie daarnaast van
alle mogelijke informatie die ze nodig heeft om een goede beslissing te kunnen
nemen (bv. vakbeschrijvingen). (Zie hiervoor hoofdstuk 6 met de
aanvraagprocedure.)
Je krijgt van de examencommissie bericht of je verzoek is goedgekeurd.
Pas dan kun je je definitief inschrijven voor de minor bij een andere universiteit.
Let op:
Wanneer een bestaande minor bij een andere universiteit een omvang van minder dan 30 EC
heeft, dan zul je daar zelf nog aanvullende vakken bij moeten zoeken (bv. bij diezelfde
universiteit, of bij een andere universiteit, of op de UT). Je aanvraag valt dan automatisch in
de categorie van de vrije minor (zie 3.3 of 3.5), tenzij je de 20 EC aanvult met de
voorgeselecteerde keuzevakken (zie 3.6).
3.3
Vrije minor (een zelf samen te stellen vakkenpakket / individuele minor)
Omschrijving
Het is mogelijk om zelf een minor samen te stellen. Op de UT-major-minorwebsite wordt dit
een individuele minor genoemd. Mogelijk ben je geïnteresseerd in een specifieke
studierichting, waarvoor geen standaard minor beschikbaar is. Dan kun je een voorstel bij de
examencommissie doen voor een ‘vrije minor’ met daarin vakken vanuit die specifieke
studierichting. Dat kunnen vakken zijn van een andere UT-opleiding, maar ook vakken van
een WO-instelling elders in Nederland, of daarbuiten.
Er is ook sprake van een ‘vrije minor’ wanneer je een bestaande minor van 20 EC kiest en
daarbij nog 10 EC aan andere keuzevakken, om je volledige minorruimte van 30 EC in te
vullen. Je kunt die aanvulling halen uit het aanbod van de betreffende minor of opleiding die
de minor aanbiedt, of elders.
Ook hier geldt: wat betreft het niveau van de vakken stelt de examencommissie dat die
minimaal op het niveau van tweedejaars of derdejaars bachelorvak moeten zijn. Eén (1)
inleidend eerstejaars bachelorvak behoort daarbij wel tot de mogelijkheden, als je die keuze
kunt motiveren (b.v. als er sprake is van vereiste of dringend gewenste voorkennis).
Daarnaast wordt gekeken of de gekozen vakken voldoende afwijken van de vakken die je
binnen de bacheloropleiding OWK hebt gehad. Vakken uit een bestaande/goedgekeurde UTminor mag je ook kiezen als keuzevak (behoudens enkele vakken in andere minoren die een
overlap hebben met OWK-vakken). Immers, deze vakken zijn al goedgekeurd door de
examencommissie Onderwijskunde. Heb je twijfels, neem dan contact op met de
studieadviseur van OWK.
Procedure
 Bepaal voor jezelf wat je zou willen leren in de minor; welke leervragen heb je, en
welke doelstellingen zou je willen bereiken?
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 10
Minorhandleiding OWK


Oriënteer je op de vakken die je mogelijk zou kunnen volgen (bv. via de websites van
de opleidingen), d.w.z. oriënteer je op de vakken waarmee je jouw leervragen zou
kunnen beantwoorden en je doelstellingen zou willen bereiken;
o ga na of er verplichte voorkenniseisen zijn voor de betreffende vakken en of je
daar wel/niet aan voldoet.
o informeer, wanneer je interessante vakken hebt gevonden, tevens bij de
aanbiedende opleiding naar de mogelijkheid om deel te kunnen nemen aan
die vakken.
o raadpleeg ten slotte ook altijd de verroostering van de vakken om eventuele
conflicten met nog te volgen OWK-vakken te voorkomen.
Stel een vakkenpakket samen. Voor vragen kun je je wenden tot de studieadviseur
OWK.
Tip: In dit verband is het aan te raden om buiten de beoogde 30 EC aan vakken, 1
of meer reservevakken te kiezen die binnen dezelfde thematiek passen. Dit
ingeval de examencommissie 1 of meerdere vakken niet accordeert.

Kies – eventueel in overleg met de studieadviseur - een naam voor je minor in het
Nederlands en in het Engels. Dat is nodig voor het diplomasupplement bij je
bachelordiploma. Vul bijlage C Vrije minor vakken in en schrijf een motivatiebrief voor
de examencommissie. Voorzie de examencommissie daarnaast van alle mogelijke
informatie, die ze nodig heeft om een goede beslissing te kunnen nemen (bv.
vakbeschrijvingen). (Zie hiervoor Hoofdstuk 6 met de aanvraagprocedure).
Let op:
Jouw aanvraag valt alleen in de categorie vrije minor als je geen bestaand vakkenpakket
van de UT/elders kiest en als je je EC tekort niet opvult met de voorgeselecteerde
keuzevakken (zie 3.6). Kies je een bestaande UT minor van 20 EC en zelf gekozen vakken dan
vul je voor de zelfgekozen vakken bijlage C in en stuur je een motivatiebrief aan de
examencommissie.
3.4
Vrije minor in de vorm van een stage
Omschrijving
Als je graag meer praktijkervaring op wilt doen, dan is het bij OWK mogelijk om een stage
uit te voeren. Dit kan een praktijkstage maar ook een onderzoeksstage zijn, van minimaal
10 en maximaal 30 EC (in concreto: of 10 of 15 of 20 of 25 of 30 EC). Stage lopen kan zowel in
het binnen- als buitenland. De eisen voor een stage in Nederland of in het buitenland zijn
hetzelfde.
De redenen voor het doen van een stage kunnen van uiteenlopende aard zijn, zoals bv. het
willen opdoen van ervaring in het uitvoeren van werkzaamheden van een onderwijskundige
in het werkveld, of ervaring opdoen in het toepassen van verworven (vak)kennis en
inzichten.
Bij de keuze voor een stage is het belangrijk om na te gaan of een stage ook past in jouw
studieprogramma. Immers, je bent dan gedurende een bepaalde tijd niet op de UT aanwezig
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 11
Minorhandleiding OWK
en dan kun je ook niet deelnemen aan andere vakken. Wanneer je studieplanning een stage
mogelijk maakt, kun je je hierop oriënteren.
Let op:
Houd er rekening mee dat je door een stage mogelijk studievertraging op kunt lopen. Dit is je
eigen verantwoordelijkheid.
Aan de vorm en inhoud van een stage worden strikte eisen gesteld. Alle informatie m.b.t. het
voorbereiden en uitvoeren van de stage en de eisen staan beschreven in hoofdstuk 5.
Procedure
 Bepaal voor jezelf wat je zou willen leren tijdens de stage; welke leervragen heb je, en
welke doelstellingen zou je willen bereiken?
 Oriënteer je op stagemogelijkheden, waarmee je jouw leervragen zou kunnen
beantwoorden en je doelstellingen zou kunnen bereiken. Ga zelf op zoek naar een
goede stageplek en bereidt deze grondig voor. Zie hiervoor de eisen zoals verwoord
in hoofdstuk 5.
 Zoek binnen de opleiding een docent die zich bereid verklaart jou te begeleiden bij
deze stage (stagebegeleider).
 Kies – eventueel in overleg met je stagebegeleider- een naam voor je stage in het
Nederlands en in het Engels. Dat is nodig voor het diplomasupplement bij je
bachelordiploma Vul bijlage D Vrije minor stage zo volledig mogelijk in en schrijf een
motivatiebrief voor de examencommissie. Voorzie de examencommissie daarnaast
van alle mogelijke informatie, die ze nodig heeft om een goede beslissing te kunnen
nemen. (Zie hiervoor hoofdstuk 6 met de aanvraagprocedure.) Bestaat je stage uit
minder dan 30 EC en vul je het EC tekort niet op met voorgeselecteerde keuzevakken
dan valt je aanvraag onder de vrije minor in de vorm van vakken en stage.
 Na goedkeuring van de examencommissie vul je bijlage E Stagecontract in en lever dit
in bij BOZ.
3.5
Vrije minor in de vorm van een combinatie van vakken en stage
Omschrijving
Het is goed denkbaar dat je in je vrije keuzeruimte op zoek bent naar zowel theoretische
kennis als praktische ervaring. Zo kan het bijvoorbeeld tot een goede leerervaring leiden
wanneer je theorie uit een aantal vakken kunt toepassen binnen een stage, bijvoorbeeld door
de stageorganisatie aan de hand van de theorie te analyseren, of producten aan de hand van
de theorie te evalueren of ontwerpen. Houd er rekening mee dat de omvang van de stage
tenminste 10 EC moet zijn.
Procedure
 Bepaal voor jezelf wat je zou willen leren in deze combinatie van stage en vakken;
welke leervragen heb je, en welke doelstellingen zou je willen bereiken?
 Oriënteer je op de vakken die je mogelijk zou willen volgen (bv. via de websites van
de opleidingen). D.w.z. oriënteer je op de vakken waarmee je jouw leervragen zou
kunnen beantwoorden en je doelstellingen zou kunnen bereiken:
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 12
Minorhandleiding OWK
o





3.6
ga na of er verplichte voorkenniseisen zijn voor de betreffende vakken en of je
daar wel/niet aan voldoet.
o informeer, wanneer je interessante vakken hebt gevonden, tevens bij de
aanbiedende opleiding naar de mogelijkheid om deel te kunnen nemen aan
die vakken.
o raadpleeg ten slotte ook altijd de verroostering van de vakken om eventuele
conflicten met nog te volgen OWK-vakken te voorkomen.
Stel een vakkenpakket samen. Voor vragen kun je je wenden tot de studieadviseur.
Oriënteer je op stagemogelijkheden, die het mogelijk maken om de theorie uit de
vakken toe te passen. Ga zelf op zoek naar een goede stageplek en bereid deze
grondig voor. Zie hiervoor de eisen zoals verwoord in hoofdstuk 5.
Zoek binnen de opleiding een docent die zich bereid verklaart jou te begeleiden bij
deze stage (stagebegeleider).
Kies – eventueel in overleg met je stagebegeleider- een naam voor je minor (vakken +
stage) in het Nederlands en in het Engels. Dat is nodig voor het diplomasupplement
bij je bachelordiploma . Vul bijlage C Vrije minor vakken en bijlage D Vrije minor stage
in en schrijf een motivatiebrief voor de examencommissie; voorzie de
examencommissie daarnaast van alle mogelijke informatie, die ze nodig heeft om een
goede beslissing te kunnen nemen (bijvoorbeeld vakbeschrijvingen). (Zie hiervoor
hoofdstuk 6 met de aanvraagprocedure.)
Na goedkeuring van de examencommissie vul je voor het stageonderdeel bijlage E
Stagecontract in en lever dit in bij BOZ.
Voorgeselecteerde keuzevakken
Aangezien de minoren in het studiejaar 2014-2015 nog niet alle uit 30 EC bestaan heeft de
opleiding OWK ervoor gekozen om een tweetal keuzevakken te selecteren op het
aanpalende gedragswetenschappelijke domein die sowieso (d.w.z.: vooraf goedgekeurd
door de examencommissie) gevolgd kunnen worden (zie: Tabel 5: Voorgeselecteerde
keuzevakken). Deze vakken* kun je zowel volgen naast je geïnstitutionaliseerde UT minor,
naast je geïnstitutionaliseerde minor elders of naast je stage.
Kan je geen keuze maken uit deze vakkenlijst, dan kan je ook zelf een aantal vakken
selecteren (bv. losse vakken uit UT minoren) en dan valt je minoraanvraag automatisch in de
categorie vrije minor vakken (zie paragraaf 3.3).
Vakcode
n.n.b.
201000070
Vaknaam
Motivatie: Theorie en Praktijk
Assessment and Health Psychology
(Engelstalig)
Fac.
GW
GW
Hoort bij
Minor PSY
Minor PSY
Blok
1A
1B
EC
5
5
Tabel 5. Voorgeselecteerde keuzevakken
*
Bedenk s.v.p. dat we deze Minorhandleiding al in het vroege voorjaar met de
grootste zorg samenstellen en het dus uiteindelijk kan voorkomen dat een of
beide Voorgeselecteerde keuzevakken niet of in een ander blok of semester worden
aangeboden. Met andere woorden: beschouw dit overzicht met enig voorbehoud
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 13
Minorhandleiding OWK
en besef dat je er geen rechten aan kunt ontlenen.
3.7
Stroomschema keuzeproces
In Figuur 1 op de volgende pagina is het keuzeproces in een stroomschema gevisualiseerd.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 14
Figuur 1. Stroomschema keuzeproces
4.
4.1
Studeren in het buitenland
Inleiding
Tijdens je bacheloropleiding is de minorruimte een geschikt moment voor een verblijf in het
buitenland. Dit kan bijvoorbeeld door keuzevakken te volgen aan een buitenlandse
universiteit. De Universiteit Twente stimuleert de mobiliteit van haar studenten richting
(partner)universiteiten in het buitenland. Het is ook een mooie kans om je talenkennis uit te
breiden en interculturele vaardigheden te ontwikkelen.
De opleiding OWK gaat er daarbij wel vanuit dat het initiatief bij de student ligt. De student
stelt in overleg met de betreffende universiteit en facultaire Coördinator Mobiliteit (zie
hoofdstuk 7) een studieprogramma samen. Ook hier moet de examencommissie
Onderwijskunde goedkeuring geven aan het uiteindelijke studieprogramma. Met een aantal
universiteiten hebben we een (m.n. Erasmus) uitwisselingscontract, hetgeen studeren in het
buitenland eenvoudiger te realiseren maakt. Voor een overzicht van onze
partneruniversiteiten (en de partneruniversiteiten van andere UT-opleidingen) kan je terecht
op de website van het International Office (http://www.utwente.nl/internationaloffice/).
Bedenk dat je, wanner je wilt gaan studeren in het buitenland, rekening moet houden met
een ruime voorbereidingstijd. Naast het kiezen van vakken, moet je namelijk ook nadenken
over huisvesting, financiering en andere praktische zaken. Dit vergt tijd en daarom raden we
aan rekening te houden met een voorbereidingstijd van 6 tot 12 maanden.
Twijfel je of je tijdig kunt voldoen aan de toelatingseisen om naar het buitenland te kunnen
gaan in het kader van je opleiding, neem dan contact op met de studieadviseur OWK. Wil je
meer weten over de mogelijkheden voor een buitenlandervaring, neem dan contact op met
de Coördinator Mobiliteit van de faculteit Gedragswetenschappen.
4.2
Eisen aan het studieprogramma
Wanneer je bij een buitenlandse universiteit wilt studeren moet het studieprogramma dat je
daar wilt volgen goedgekeurd zijn door de examencommissie Onderwijskunde. De
examencommissie beoordeelt de kwaliteit van het voorgestelde studieprogramma analoog
aan de eisen die gesteld worden aan het volgen van vakken bij andere Nederlandse
universiteiten, en let daarbij derhalve op de volgende aspecten.
 EC-omvang van het studieprogramma
Bij het verzoek aan de examencommissie zul je moeten aangeven wat de EC-omvang is van
het studieprogramma dat je wilt gaan volgen. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar in andere
landen kennen ze soms een ander systeem wat betreft studiepunten. Op de website van het
Nuffic kun je daarover veelal meer informatie vinden (zie: http://www.nuffic.nl/).
 Niveau en inhoud van de vakken
Net zoals bij vakken aan een Nederlandse universiteit, stelt de examencommissie doorgaans
dat het niveau van de vakken minimaal op het niveau van tweedejaars of derdejaars
bachelor moeten zijn. Eén (1) inleidend eerstejaars bachelorvak behoort daarbij wel tot de
mogelijkheden, als je die keuze kunt motiveren (b.v. als er sprake is van vereiste of dringend
Minorhandleiding OWK
gewenste voorkennis). Daarnaast wordt gekeken of de gekozen vakken voldoende afwijken
van de vakken die je binnen de bacheloropleiding OWK hebt gehad. Om dit goed te kunnen
vaststellen, moet de examencommissie de beschikking krijgen over zo gedetailleerd
mogelijke informatie van de vakken die je wilt gaan volgen.
 Taal of cultuurgerelateerde vakken in het programma
Bij de beoordeling van het studieprogramma kijkt de examencommissie naar de argumenten
zoals hierboven weergegeven. In sommige gevallen kan het zijn dat buitenlandse
universiteiten je verplichten om ook taalcursussen of cultuurgerelateerde vakken in jouw
programma op te nemen. De kans is daarbij wel groot dat dit bovenop de 30 EC komt.
 Goedkeuring aanbiedende opleiding
Wanneer je vakken wilt volgen aan een buitenlandse universiteit heb je ook de goedkeuring
nodig van de aanbiedende instelling. Vaak wordt daarbij eerst gekeken naar algemene
admission criteria die je kunt vinden op de website van de aanbiedende universiteit.
Daarnaast kan het zijn dat bepaalde vakken specifieke voorkennis vereisen. Vaak kun je dat
(via e-mail) navragen bij een admission office van de aanbiedende universiteit. Het verdient
aanbeveling om in dit proces de facultaire Coördinator Mobiliteit GW om advies te vragen.
Zij kan daarbij een bemiddelende rol spelen.
Tip: In dit verband is het aan te raden om buiten de beoogde 30 EC aan vakken, 1 of
meer reservevakken te kiezen die binnen dezelfde thematiek passen. Dit ingeval de
examencommissie of de buitenlandse universiteit 1 of meerdere vakken niet
accordeert.
4.3
Waar moet je beginnen en waar kun je naartoe?
Evenals bij de stages en andere vrije invullingen van de minorruimte is, ook voor het
studeren aan een buitenlandse universiteit, een gezonde motivatie een belangrijk startpunt.
Zorg bijvoorbeeld dat je voor jezelf duidelijk krijgt in welke richting je een studieprogramma
zoekt en ook in welke regio je geïnteresseerd bent. In deze oriëntatiefase kan de facultaire
Coördinator Mobiliteit (zie: paragraaf 7) je behulpzaam zijn en daarnaast kun je gebruik
maken van een aantal instanties en informatiebronnen:
 Het International Office van de Universiteit Twente (http://intoffice.utwente.nl/.
De website van het International Office is een uitstekend startpunt. Daar vind je
algemene en praktische informatie over studeren in het buitenland, maar ook een
overzicht van de contacten en uitwisselingscontracten die de Universiteit Twente
heeft met buitenlandse universiteiten. Daarbij kun je in de database zoeken op
contacten per opleiding of contacten per land of regio.
 Contacten en (uitwisselings-)contracten. Het is belangrijk dat je nagaat of de
Universiteit Twente, en de opleiding OWK in het bijzonder, contacten en eventueel
uitwisselingscontracten heeft met buitenlandse universiteiten. Met een
uitwisselingscontract hoef je namelijk geen collegegeld te betalen bij de betreffende
buitenlandse universiteit. Op de website van het International Office worden de
partneruniversiteiten van de Universiteit Twente genoemd. Zo staan er ook bij de
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 17
Minorhandleiding OWK
opleiding OWK een aantal partneruniversiteiten3. Wanneer je specifieke informatie
wilt over het contact/contract met een partneruniversiteit, neem dan contact op met
de Coördinator Mobiliteit bij GW. Bedenk dat, naast de contacten die OWK heeft, ook
de UT in zijn algemeenheid universitaire partners heeft waar je vakken kan volgen.
4.4
Praktische ondersteuning vanuit de Universiteit Twente
Evenals bij de buitenlandse stages, biedt de Universiteit Twente ook voor een studieverblijf
in het buitenland financiële en praktische ondersteuning. Zo kun je als je gaat studeren aan
een buitenlandse universiteit mogelijk aanspraak maken op een vergoeding uit het Twente
Mobility Fund (TMF), waarbinnen ook de Erasmusbeurzen zijn ondergebracht. Wellicht zijn
er andere beurzen waaruit je een financiële tegemoetkoming kunt krijgen. Net zoals bij
stages in het buitenland, moet je ook bij studeren in het buitenland een verplichte (gratis)
UT-reisverzekering afsluiten. Actuele informatie hierover vind je op de website van
International Office (http://intoffice.utwente.nl/).
4.5
Tot slot
De hele organisatie rondom een studieverblijf in het buitenland vergt veel voorbereiding en
kan gepaard gaan met vallen en opstaan. Het is zeker niet de eenvoudigste manier om de B3minorruimte in te vullen. Het vergt een stuk doorzettingsvermogen. Maar vanuit ervaringen
van OWK-studenten die aan een buitenlandse universiteit gestudeerd hebben, kunnen we
stellen dat de aanhouder wint. Studeren in het buitenland is een ervaring waar vaak met veel
plezier op teruggekeken wordt.
Wanneer je serieuze plannen hebt voor een studieverblijf in het buitenland dan is het altijd
raadzaam om informatie in te winnen bij studenten die jou zijn voorgegaan. Op de website
van het International Office vind je (per land) ervaringen van andere UT studenten
http://intoffice.utwente.nl/algemeneinfo/ervaringen/. Daarnaast kun je altijd navraag doen bij de
Coördinator Mobiliteit van de Faculteit GW naar OWK-studenten die een deel van hun
studie aan een buitenlandse universiteit hebben gedaan
O.a. Bashkent University (Ankara, Turkije), Katholieke Universiteit (Leuven, België), Eötvös Lorand
University (Budapest, Hongarije), Anadolu University (Eskisehir, Turkije), Albert Ludwigs
Universität (Freiburg, Duitsland), Universiteit Gent (Gent, België), Bogazici University (Istanbul,
Turkije), Ludwig-Maximilians Universität (München, Duitsland), University of Eastern Finland
(voorheen: Joensuu Yliopisto) (Joensuu, Finland), Teesside University (Middlesborough, UK),
Universidad de Barcelona (Barcelona, Spanje), Middle East Technical University (Ankara, Turkije),
Ankara University (Ankara, Turkije), University of Southampton (Southampton, UK).
3
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 18
Minorhandleiding OWK
5.
5.1
Stage
Inleiding
In hoofdstuk 3 werd al duidelijk dat je je minorruimte ook kunt invullen met een stage van
of 10, of 15, of 20, of 25 of 30 EC. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de eisen die de
opleiding stelt aan de stageopdracht en aan de stageplek. Ook wordt stilgestaan bij de vraag
hoe de beoordeling plaatsvindt. Verder vind je tips voor het zoeken naar een mogelijke
stageopdracht.
Let op:
Houd er rekening mee dat je door een stage mogelijk studievertraging op kunt lopen. Dit is je
eigen verantwoordelijkheid.
Let op:
Het is NIET toegestaan om en een stage en een bacheloropdracht gelijktijdig binnen dezelfde
organisatie uit te voeren!
5.2
Eisen aan de stageopdracht
De stageopdracht bestaat uit een hoofdtaak (minimaal 75% van de tijd) en neventaken of
werkzaamheden.
Daarbij geldt het volgende:
 De student kan voorafgaand aan de stage aantonen dat en hoe de werkzaamheden
tijdens de stage leiden tot versterking van zijn/haar onderwijskundige competenties,
in relatie tot de eindkwalificaties van de opleiding (zie studiegids: Eindtermen
bacheloropleiding Onderwijskunde).
 Er is sprake van een duidelijke hoofdtaak (minimaal 75% van de tijd), waarbij verdieping
door middel van toepassing van wetenschappelijke literatuur mogelijk is (hierna
verwijst het woord ‚stageopdracht‛ naar deze hoofdtaak- of opdracht).
 De stageopdracht moet voor aanvang van de stage helder en concreet zijn.
 De hoofdtaak dient qua niveau in overeenstemming te zijn met de te verwachten
kennis en vaardigheden waarover de student in de betreffende fase van de opleiding
beschikt. De werkzaamheden die je uitvoert moeten dus op WO-niveau zijn.
 Bij de hoofdtaak gaat het om een passende taak voor een onderwijskundestudent. Bij
aanvullende werkzaamheden kan het gaan om allerhande ‘klussen’ voor de
organisatie, waarbij ervoor gewaakt wordt dat er voldoende tijd overblijft voor het
vervullen van de hoofdtaak en het schrijven van het stageverslag.
 De stagewerkzaamheden die worden verricht dienen functioneel te zijn voor de
organisatie.
 Je moet zelfstandig je eigen taken kunnen uitvoeren;
 Je moet zorgvuldig een logboek bijhouden, waarin je elke dag bijhoudt wat je hebt
gedaan.
 Je zoekt zelf – voorafgaand aan de stage - een UT-begeleider die zich bereid verklaart
jou te begeleiden tijdens de stage. Zorg dat je de begeleider voorziet van een
beargumenteerd voorstel, zodat duidelijk wordt wat je plannen zijn.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 19
Minorhandleiding OWK
5.3
Eisen aan de stageplaats
Er is een aantal criteria waaraan minimaal voldaan moet zijn, wil er van een geschikte
stageplaats sprake zijn.
Deze criteria zijn:
 De stage heeft betrekking op de uitvoering van een of meer van de onderwijskundige
rollen (onderzoeker, ontwerper of adviseur). Er wordt bijvoorbeeld geen stage
gelopen in een huisartsenpraktijk of receptiewerkzaamheden uitgevoerd bij een
opleidingsbureau. Anders gezegd: de stage kent een duidelijke onderwijskundige
ontwerp-, onderzoeks- en/of adviescomponent.
 Er moet sprake zijn van een periode van in ieder geval 7 weken op dezelfde werkplek
(afhankelijk van de omvang van de stage), welke kan variëren van 10 tot 30 EC);
 De student moet - in geval van een stage in Nederland – door de stageorganisatie de
mogelijkheid geboden worden om gedurende de stage terug te keren naar de UT, voor
bijvoorbeeld overleg met de UT stagebegeleider.
 De student moet in de gelegenheid worden gesteld door de stageorganisatie om de
opdracht(en) binnen de stageperiode uit te voeren en het stageverslag binnen de
stageperiode te schrijven;
 Er dienen duidelijke schriftelijke afspraken te worden gemaakt tussen organisatie en
student over wederzijdse rechten en plichten [Bijlage D: Vrije Minor Stage
(Stageovereenkomst) en Bijlage E: Stagecontract].
 Er dienen afspraken gemaakt te worden tussen de organisatie en de student over
aspecten als: tijdelijke werkplek, werktijden, verzekering, faciliteiten en
voorzieningen die de organisatie biedt, regels en procedures waaraan de student zich
dient te houden, overlegmomenten en –vormen (Bijlage D en Bijlage E);
 De organisatie moet bereid zijn tijd te steken in de begeleiding van de student en er
moet binnen de organisatie een begeleider voorhanden zijn die tevens als
aanspreekpunt voor de UT-stagebegeleider fungeert;
 De stageplaats moet de student desgewenst in de gelegenheid stellen om zich ook
buiten de directe werkeenheid een beeld te vormen van de organisatie, in het kader van
oriëntatie op het latere beroepenveld.
 De eisen ten aanzien van de duur van een stage zijn gekoppeld aan het aantal te
behalen EC’s en de studiebelasting. Een stage van 10 EC heeft een omvang van 280
uur (1 EC = 28 uur) ofwel +/- 35 dagen. Bij een voltijdse stage is dat dus een periode
van 7 weken. Het is mogelijk om de stage te spreiden over een langere periode. Dat
kan handig zijn wanneer je naast een stage ook nog een aantal vakken wilt of moet
volgen (zie ook paragraaf 3.5).
 Het moet vooraf aannemelijk zijn dat de stageopdracht binnen de gestelde tijd
uitgevoerd kan worden om studievertraging te voorkomen. De student accepteert het
risico dat uitloop mogelijk is, en neemt dit voor zijn/haar eigen rekening.
5.4
Waar moet je beginnen en waar kun je naar toe?
Wanneer je kiest voor een stage ben je zelf verantwoordelijk voor het vinden van een
stageplek die voldoet aan de eerder beschreven eisen vanuit de opleiding OWK. Welke
strategie je kiest om de stage te plannen, hangt van de situatie af. Een belangrijk startpunt is
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 20
Minorhandleiding OWK
altijd dat je voor jezelf helder hebt wat je in je stage wilt leren. Vervolgens is het handig om je
te oriënteren welke bedrijven een dergelijke leervraag mogelijk zouden maken. In deze
oriëntatiefase is het raadzaam de studieadviseur op de hoogte te houden van je ideeën en
vorderingen opdat er (indien nodig) tijdig bijsturing kan plaatsvinden.
5.4.1
Stageplekken in Nederland
Er zijn veel manieren om aan een leuke stageplek te komen, maar een advies is om te
beginnen bij je eigen motivatie voor een stage en eventueel ook al een aantal leerdoelen te
formuleren. Daarmee krijg je mogelijk al wat meer zicht op de richting waarin je een stage
zou willen doen en de organisaties die daarvoor mogelijk in aanmerking komen.
Er zijn op internet diverse websites beschikbaar die bemiddelen in stageplekken in
Nederland, waaronder Integrand.nl of Stages.nl.
Neem gerust contact op met organisaties die stages aanbieden of solliciteer op stageplekken.
Alleen dat is al een nuttige leerervaring! Bespreek de mogelijkheden en de inhoud van een
eventuele stage, maar geef daarbij aan dat je altijd nog de goedkeuring van de
examencommissie van de opleiding moet krijgen.
Daarnaast kan je gebruikmaken van het alumninetwerk van OWK (zie: http://www.kommaut.nl).
Ook ligt er op het pleintje bij BOZ (Cubicus C-101) een map met daarin (stage-)opdrachten,
die recentelijk bij de opleiding OWK zijn binnengekomen. Je kunt deze map ook doorzoeken
om contactpersonen bij organisaties te vinden, bij wie jezelf een vraag of voorstel voor een
stage kunt indienen.
Let op:
De opdrachten in de map zijn geen kant en klare stageopdrachten, maar je kunt ze wel als
uitgangspunt hanteren voor het formuleren van je eigen opdracht.
5.4.2
Stageplekken in het buitenland
Omdat gebleken is dat het nagenoeg onmogelijk is om op geheel eigen houtje een stageplek
in het buitenland te vinden die voldoet aan de academische eisen die we stellen (en daarbij
gevoegd de moeilijkheid zo’n stage verantwoord te begeleiden), kan je, indien je toch een
stage wilt lopen in het buitenland, je licht opsteken bij de twee UT-minoren die een
buitenlandstage impliceren:


International Management & Exploration, of
Sustainable Development in Developing Countries.
Bij de eerstgenoemde minor kan je een z.g. managementstage doen; bij de tweede een z.g.
ontwikkelingsstage.
Kijk voor meer informatie op de websites van deze beide minoren via de major-minorwebsite: http://www.utwente.nl/majorminor/.
NB:
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 21
Minorhandleiding OWK
Binnen het kader van deze minoren zou je je zelf ook kunnen oriënteren via de database van
AIESEC en eventuele opties aan de minor-coördinatoren kunnen presenteren. AIESEC is een
wereldwijde studentenorganisatie met als doel het bevorderen van culturele ervaringen bij
studenten. AIESEC heeft vestigingen in veel landen en binnen die landen een netwerk van
organisaties die stageplaatsen aanbieden. AIESEC heeft ook een vestiging op de Universiteit
Twente en bemiddelt voor studenten van de UT in stageplaatsen in het buitenland. AIESEC
vraagt daarvoor wel een vergoeding voor deze bemiddeling, maar daarvoor krijg je dan ook
ondersteuning bij het vinden van een stage en de voorbereiding op een eventueel
buitenlandverblijf. Voor meer informatie over AIESEC zie: http://www.aiesec.nl/.
Tip: Tegemoetkoming in de bemiddelingskosten van AIESEC!
Wanneer je je studiepunten hebt behaald op basis van een stage via AIESEC, dan kun
je bij de opleiding OWK (via de Coördinator Mobiliteit van GW – zie hoofdstuk 7) een
tegemoetkoming in de bovengenoemde bemiddelingskosten ter hoogte van € 100,aanvragen.
5.5
De stageverslaglegging en -beoordeling van een stage in Nederland
Bij een stage in Nederland (zie: paragraaf 5.4.1) vindt de uiteindelijke beoordeling door de
opleiding (= de interne - GW - stagebegeleider) plaats op basis van de verslaglegging (zie:
Bijlage F) van zowel het opdrachtverslag als het stageverslag, en mede op basis van een
(externe) beoordeling (van het opdrachtverslag) vanuit de stage biedende organisatie (zie:
Bijlage G).
[NB: De beoordeling van een stage in het buitenland (in het kader van een van de twee internationale UTminoren (zie :paragraaf 5.4.2.) vindt plaats door de begeleider die wordt aangewezen door de minorcoördinator.]
De verslaglegging bestaat dus altijd uit twee afzonderlijke onderdelen (het Stageverslag en
het Opdrachtverslag), waarbij de omvang van de verslaglegging deels afhankelijk is van de
duur van de stage. Hierover maak je afspraken met je afstudeerbegeleider.
 Stageverslag
In het stageverslag beschrijf je het verloop van de stage, reflecteer je op je eigen ontwikkeling
in relatie tot de vooraf geformuleerde leerdoelen, en kijk je vooruit naar de keuzes voor de
toekomst en de invloed die de stage-ervaring mogelijk daarop heeft. Het beschrijven van het
verloop van de stage doe je aan de hand van de hoofd- en neventaken en met behulp van de
STAR-methode. Vanuit deze methode beschrijf je de stagewerkzaamheden als volgt:
 de Situatie met betrekking tot de werkzaamheden,
 de Taken daarbinnen,
 de Activiteiten die je daarvoor hebt uitgevoerd en
 de Resultaten die daaruit zijn voortgekomen.
De reflectie op je eigen ontwikkeling in relatie tot de leerdoelen geeft een persoonlijke inkijk
in de mate waarin je geslaagd bent in het behalen van die doelen en natuurlijk de wijze
waarop. Verder reflecteer je, op basis van de stage, op de opleiding OWK en kijk je vooruit
naar de keuzes die je gaat maken, bijvoorbeeld ten aanzien van de invulling van de
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 22
Minorhandleiding OWK
masteropleiding EST. Bij het opstellen van het stageverslag kun je gebruikmaken van het
logboek dat je hebt bijgehouden, en dat je als bijlage bij het verslag voegt.
 Opdrachtverslag
De verslaglegging ten aanzien van de opdracht die je uitgevoerd hebt, is gericht aan de
opdrachtgever ofwel de stagebiedende organisatie. Als OWK-student laat je daarin zien dat
je in staat bent om een volwaardige rapportage te schrijven over een OWK-gerelateerde
opdracht voor een opdrachtgever. Je geeft daarin blijk van jouw academische competenties
door kennis (bv. literatuur) vanuit de opleiding OWK te verwerken.
De uiteindelijke beoordeling vindt altijd plaats tijdens een eindgesprek met de
stagebegeleider vanuit de opleiding. Samen met de beoordeling vanuit de stagebiedende
organisatie, een algemene indruk op basis van het logboek en op basis van de
verslaglegging, wordt een eindcijfer voor de stage gegeven.
Let op:
Bij reguliere vakken heb je twee kansen per jaar om een studieonderdeel met een voldoende
af te sluiten. Bij een stage komt dit erop neer dat je twee kansen hebt om je stageverslag met
een voldoende te laten beoordelen. Wanneer de facultaire stagebegeleider echter tot de
conclusie komt dat een of meerdere elementen van de stage zelf niet voldoende waren, dan
dien je in je in het volgende studiejaar een nieuwe stage aan te vragen en uit te voeren of het
minorprogramma op een andere manier te vullen.
5.6
Praktische ondersteuning vanuit de UT bij een verblijf in het buitenland
De Universiteit Twente en ook de opleiding OWK stimuleren buitenlandervaringen van
studenten. Niet alleen de inhoud van het vakkenpakket of de stage in het buitenland, maar
ook de hele organisatie daaromheen is een enorme leerervaring en kan daarmee een
waardevolle aanvulling op je CV zijn. Zowel het International Office op de UT als de
facultaire Coördinator Mobiliteit GW ondersteunen en adviseren studenten als het gaat om
buitenlandervaringen. Veel praktische en procedurele informatie daarover is te vinden op de
website van het International Office: http://intoffice.utwente.nl/.
Twee belangrijke aspecten met betrekking tot de ondersteuning vanuit de UT staan
hieronder genoemd.
 Financiële ondersteuning (TMF of Erasmusbeurs)
Wanneer je naar het buitenland gaat voor volgen van vakken of stage kom je mogelijk in
aanmerking voor een Erasmusbeurs of een tegemoetkoming vanuit het Twente Mobility
Fund (TMF). Alle informatie daarover en de aanvraagprocedure kun je nalezen op de
website van het International Office ((http://intoffice.utwente.nl/).
 UT-Reisverzekering (gratis en verplicht!)
De UT biedt aan alle medewerkers en studenten een gratis reisverzekering aan. Als student
OWK ben je verplicht om die verzekering af te sluiten! Daarmee sta je namelijk centraal
geregistreerd als zijnde in het buitenland. Mocht er ergens op de wereld iets gebeuren en jij
bent toevallig in die regio, dan is dat bekend bij de UT en kan er actie ondernomen worden.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 23
Minorhandleiding OWK
De reisverzekering van de UT is een basisverzekering en het verdient altijd de voorkeur om
naast de UT-reisverzekering ook een persoonlijke reisverzekering af te sluiten. Ervaring leert
overigens dat de meeste studenten al een doorlopende reisverzekering met werelddekking
hebben. Houd die dus gewoon aan, maar je bent daarnaast dus verplicht om de (gratis) UTreisverzekering af te sluiten.
Let op:
Studenten met een buitenlandse nationaliteit komen niet in aanmerking voor een financiële
bijdrage wanneer zij in het land van herkomst vakken gaan volgen of een stage gaan doen!
Dat kan bijvoorbeeld gelden voor OWK-studenten met de Duitse nationaliteit, die een stage
gaan doen of vakken willen gaan volgen in Duitsland.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 24
Minorhandleiding OWK
6.
6.1
Het aanvragen van een minorstudieprogramma bij de
examencommissie
Aanvraagprocedure
Voor een aantal soorten minoren, zal de examencommissie toestemming moeten verlenen4.
Voor de commissie moet duidelijk zijn dat de te maken keuze een zinvolle bijdrage levert
aan jouw professionele profiel en dat je voldoet aan de voorkenniseisen.
Indien je keuze een oordeel van de examencommissie vereist dan dien je je keuze uiterlijk
een week voor de examencommissievergadering van mei (uiterlijk 13 mei 2014) kenbaar te
maken bij de griffier van de examencommissie (zie: paragraaf 7). Vereist jouw minor geen
oordeel van de examencommissie dan kun je bijlage A invullen en dit formulier uiterlijk op
14 juni bij BOZ inleveren
Inschrijven op een geïnstitutionaliseerde UT-minor is mogelijk vanaf de dag van de
minorvoorlichtingsmarkt (donderdag 24 april 2014) tot en met vrijdag 20 juni 2014.
Let op:
Een aantal minoren kent een maximum aantal studenten. Voor deze minoren dien je je voor
15 mei 2014 in te schrijven). Welke minoren het in dit verband betreft, vind je op:
http://www.utwente.nl/majorminor/inschrijven/
De aanvraagprocedure bij de examencommissie is als volgt:
 Schrijf, indien jouw keuze dat vereist, een motivatiebrief (en lever die via e-mail
in bij de griffier van de examencommissie) waarin je je keuze voor invulling van
de minorruimte motiveert, met het oog op je eigen professionele ontwikkeling en
tegen het licht van de eindkwalificaties van de opleiding. In de brief:
o voeg je de juiste ingevulde bijlage bij;
o wordt duidelijk dat de inhoud van de minor (in verbredende of
verdiepende zin) een aanvulling is op je bestaande kennis en geen
herhaling van wat je al weet of kan;
o laat je zien hoe deze keuze bijdraagt aan jouw professionele ontwikkeling,
zoals geformuleerd in je leervragen en je doelstellingen;
o toon je aan dat het minorprogramma voldoet aan de betreffende eisen:
 bij vakken: omvang studieprogramma, niveau en inhoud, taal,
goedkeuring van de betreffende instantie, roostertechnische zaken.
 bij stages in Nederland: zie de criteria zoals verwoord in de
paragrafen 5.2 en 5.3 t.a.v. stageplek en stageopdracht.
o wordt duidelijk dat je voldoende studieresultaten in de B1 en B2 hebt
behaald om te kunnen starten met de door jou beoogde minor. Zie
hiervoor Tabel 3 in paragraaf 2.4
4
Bij een bestaand minorpakket aan de UT wordt deze toestemming geregeld via de minor-toelatingsmatrix (te
vinden op de major-minorsite van de UT: http://www.utwente.nl/majorminor/). Alleen bij die minoren hoef je
geen apart verzoek bij de examencommissie in te dienen; tenzij anders vermeld in de matrix. Bij alle andere
minor invullingen moet dit wel.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 25
Minorhandleiding OWK



Zorg ervoor dat de examencommissie over alle ondersteunende informatie
beschikt om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen (zie ook hoofdstuk 5 en
6). Denk daarbij aan gedetailleerde beschrijvingen van vakken en/of stageplek en
–opdracht, toestemming van de betreffende opleiding om te studeren, etc.
Je krijgt 2 keer de mogelijkheid om jouw voorstel geaccordeerd te krijgen door de
examencommissie. De eerste mogelijkheid krijg je in de eerste vergadering van
mei (vergaderdatum: 20 mei 2014). Dit betekent dat je je motivatiebrief en
bijlagen uiterlijk 7 dagen van te voren moet hebben ingeleverd bij de griffier van
de examencommissie (13 mei 2014). Iedere student krijgt een gemotiveerd besluit
van de examencommissie, binnen 10 werkdagen na de vergaderdatum.
Mocht je verzoek zijn afgewezen, dan kun je een bijgesteld, tweede verzoek
indienen voor de (extra ingelaste) examencommissievergadering in juni
(vergaderdatum: 24 juni 2014). De stukken moeten uiterlijk 7 dagen van te voren
bij de griffier van de examencommissie zijn ingeleverd (17 juni 2014). Hou
daarnaast rekening met het feit dat je verzoek ook de tweede keer kan worden
afgewezen. In tegenstelling tot de eerder gestelde 10 werkdagen, zul je na een
tweede beoordeling uiterlijk 27 juni te weten komen of je verzoek is goedgekeurd
door de examencommissie.
Let op:
Wees je, na een eerste afwijzing, ervan bewust dat een tweede verzoek ook
afgewezen kan worden. Aangezien de uitslag van de tweede examencommissieuitslag (27 juni) valt NA de deadline voor het inschrijven van een UT minor (20
juni), moet je je, na de eventuele eerste afwijzing, ook voor alle zekerheid
inschrijven op een UT geïnstitutionaliseerde minor en, indien deze minder dan 30
EC is, ook op extra keuzevakken.

6.2
Dus: mocht ook je tweede verzoek zijn afgewezen, dan kun je, als je je tijdig hebt
ingeschreven (!) een minor volgen uit de toelatingsmatrix. Indien deze minder
dan 30 EC is vul je de vakken aan met de vakken uit de lijst met
voorgeselecteerde keuzevakken (Tabel 5). Uiterlijk op 28 juni geef je dit aan in
Osiris en via het inleveren van Bijlage A bij BOZ.
Beoordelingscriteria gehanteerd door de examencommissie
De student motiveert zijn of haar keuze voor de minor. De examencommissie hanteert bij het
beoordelen van de aanvragen de volgende algemene criteria:
 De inhoud van de minor is geen herhaling maar een verbredende of verdiepende
aanvulling op de kennis en/of vaardigheid van de student;
 De student maakt afdoende duidelijk hoe de minor bijdraagt aan de eigen
professionele ontwikkeling, in relatie tot de eindkwalificaties (zie studiegids) van
de opleiding;
 Het minorprogramma voldoet aan de betreffende eisen:
o Bij vakken: omvang studieprogramma, niveau en inhoud, taal,
goedkeuring van de betreffende instantie.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 26
Minorhandleiding OWK
o

Bij stages: zie de criteria zoals verwoord in paragrafen 5.2 en 5.3 t.a.v.
stageplek en stageopdracht.
De student heeft voldoende studieresultaten in de B1 en B2 behaald om te
kunnen starten met het door hem/haar beoogde programma. Zie hiervoor Tabel 3
in paragraaf 2.4
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 27
Minorhandleiding OWK
7.
7.1
Contactgegevens
Belangrijke personen / instellingen

Studieadviseur Bacheloropleiding OWK en Masteropleiding EST
Mw. Yvonne Luyten-de Thouars (aanwezig op dinsdag, donderdag en vrijdag)
E-mail: [email protected]
Telefoon: 053-489 1117
Kamer: Cubicus C 110

Onderwijscoördinator OWK/EST
Dhr. Jan Nelissen
E-mail: [email protected]
Telefoon: 053-489 3588
Kamer: Cubicus C 104

Examencommissie OWK/EST (griffier)
Mw. Marijke Peijster-Terpelle
E-mail: [email protected]
Telefoon: 053-489 4796
Kamer: Cubicus C 102

Facultaire Coördinator Mobiliteit GW
Mw. Yvonne Luyten-de Thouars (aanwezig op dinsdag, donderdag en vrijdag)
E-mail: [email protected]
Telefoon: 053-489 1117
Kamer: Cubicus C 110

Bureau Onderwijs Zaken (BOZ)
Mw. Mirjam Friskus
E-mail: [email protected]
Telefoon: 053-489 3836
Kamer: Cubicus C 101

International Office Universiteit Twente
E-mail: [email protected]
Telefoon: 053-489 5424
Kamer: (via Student Service Desk) 1e verdieping Vrijhof
Website: http://intoffice.utwente.nl/

AIESEC (stagebemiddeling, vestiging Universiteit Twente)
E-mail: [email protected]
Telefoon: 053-489 3959
Kamer: Bastille 319
Website: www.aiesec.nl/twente
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 28
Minorhandleiding OWK

7.2
Integrand (stagebemiddeling, m.n. voor stages die bijdragen aan het bevorderen van
bedrijfsvaardigheden)
E-mail: [email protected]
Telefoon: 053 489 3909
Kamer: Bastille 314
Website: http://www.integrand.nl/
Handige links / verwijzingen
Major/minor website UT:
http://www.utwente.nl/majorminor/
Website opleiding OWK/EST:
http://www.owk.utwente.nl/
International Office UT:
http://intoffice.utwente.nl/
Nuffic (internationaal onderwijs):
http://www.nuffic.nl/
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 29
Minorhandleiding OWK
Bijlage A: Bestaand minorpakket UT
Faculty of Behavioural Sciences
OWK/EST-OSC.11.111
Inleveren bij BOZ uiterlijk: 20 juni 2014 =
deadline UT inschrijven
Naam student
…………………………………………………………………….……
Studentnummer
………………………………………..…
Huidig aantal EC
………
Minornaam
……………………………………………..
……………………………………………..
………………………………………………
Verwacht aantal EC bij start minor
………
EC omvang
………
Indien jouw minorruimte een omvang heeft van 30 EC en de gekozen minor minder dan 30 EC
bedraagt dan vul je de resterende EC’s op met:
(Aanvinken wat van toepassing is)
Zelfgekozen vakken van de UT of een andere onderwijsinstelling in het binnenland dan
wel buitenland.
Vul tevens Bijlage C in en schrijf een verzoek aan de examencommissie.
Stage in het binnenland dan wel in het buitenland.
Vul tevens Bijlage D in en schrijf een verzoek aan de examencommissie.
Onderstaande keuzevakken:
Vaknaam
…
EC
…
…
…
…
…
…
…
Datum
Handtekening student
Stempel BOZ
Zorg dat je hebt uitgezocht of je toelaatbaar en geschikt bent voor de minor bij de
betreffende minorcoördinator en of je toegang hebt tot de keuzevakken bij de betreffende
docenten. Vergeet niet om je in te schrijven via Osiris voor de minor en eventuele
keuzevakken.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 30
Minorhandleiding OWK
Bijlage B: Bestaand minorpakket elders
Faculty of Behavioural Sciences
OWK/EST-OSC.11.112
Meesturen met het verzoek aan de
examencommissie
Naam student
…………………………………………………………………….……
Studentnummer
………………………………………..…
Huidig aantal EC
………
Minornaam
……………………………………………..
……………………………………………..
Onderwijsinstelling
……………………………………………………………………………
Verwacht aantal EC bij start minor
EC omvang
………
………
…………………………………………………………………………….
Mijn minor bestaat uit de volgende vakken:
Vaknaam
Vakcode
Niveau
EC
(B1, B2, B3, minor)
Indien je minorruimte een omvang heeft van 30 EC en de gekozen minor minder dan 30 EC
bedraagt dan vul je de resterende EC’s op met:
(Aanvinken wat van toepassing is)
Zelfgekozen vakken van de UT of een andere onderwijsinstelling in het binnenland dan
wel buitenland.
Vul tevens Bijlage C in en verwerk in je verzoek aan de examencommissie
Stage in het binnenland dan wel in het buitenland.
Vul tevens Bijlage D in en verwerk in je verzoek aan de examencommissie
Keuzevakken:
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 31
Minorhandleiding OWK
Vaknaam
…
EC
…
…
…
…
…
…
…
Stuur een motivatiebrief naar de examencommissie waarin je jouw keuze voor deze minor
motiveert en je laat zien dat je aan de gestelde eisen voldoet, zoals beschreven in deze
handleiding
Datum
Handtekening student
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 32
Minorhandleiding OWK
Bijlage C: Vrije Minor - Vakken
Faculty of Behavioural Sciences
OWK/EST-OSC.11.113
Meesturen met het verzoek aan de
examencommissie
Naam student
…………………………………………………………………….……
Studentnummer
………………………………………..…
Huidig aantal EC
………
Minornaam
……………………………………………..
……………………………………………..
Onderwijsinstelling
……………………………………………………………………………
Verwacht aantal EC bij start minor
EC omvang
………
………
…………………………………………………………………………….
Mijn minor bestaat uit de volgende vakken:
Vaknaam
Vakcode
Niveau
EC
(B1, B2, B3, minor)
Indien jouw minorruimte een omvang heeft van 30 EC en de gekozen minor minder dan 30 EC
bedraagt dan vul je de resterende EC’s op met:
(Aanvinken wat van toepassing is)
Bestaand minorpakket UT.
Vul tevens Bijlage A in en lever in bij BOZ uiterlijk 21 juni.
Bestaand minorpakket andere universiteit.
Vul tevens Bijlage B in en verwerk in je verzoek aan de examencommissie
Stage in het binnenland dan wel in het buitenland.
Vul tevens Bijlage D in en verwerk in je verzoek aan de examencommissie
Keuzevakken:
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 33
Minorhandleiding OWK
Vaknaam
…
EC
…
…
…
…
…
…
…
Stuur een motivatiebrief naar de examencommissie waarin je jouw keuze voor deze minor
motiveert en je laat zien dat je aan de gestelde eisen voldoet, zoals beschreven in deze
handleiding.
Datum
Handtekening student
……
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 34
Minorhandleiding OWK
Bijlage D: Vrije Minor Stage
Faculty of Behavioural Sciences
OWK/EST-OSC.11.114
Meesturen met het verzoek aan de
examencommissie
Naam student
…………………………………………………………………….……
Studentnummer
………………………………………..…
Huidig aantal EC
………
Stagenaam
……………………………………………
EC omvang ………
……………………………………………
…………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………..
………………………………….
Functie
…………………………
………………………………….
…………………………
…………………………
…………………………………………………
Tel. …………………
………………………………………………
………………..
…………………………………………………
………………………………………………
Organisatienaam
Externe begeleider
Stageadres
Verwacht aantal EC bij start minor
………
Omschrijving
organisatie
Interne (UT)
begeleider
Stageperiode
…………………………………………………………………………….…
Uren per week
……………………………………………………………………………….
………
…………………………………………………………………………….…
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 35
Minorhandleiding OWK
Indien jouw minorruimte een omvang heeft van 30 EC en de gekozen minor minder dan 30 EC
bedraagt dan vul je de resterende EC’s op met:
(Aanvinken wat van toepassing is)
Bestaand minorpakket UT.
Vul tevens Bijlage A in en lever in bij BOZ uiterlijk 21 juni.
Bestaand minorpakket andere universiteit.
Vul tevens Bijlage B in en verwerk in je verzoek aan de examencommissie
Losse vakken van de UT of een andere onderwijsinstelling in het binnenland dan wel
buitenland.
Vul tevens Bijlage C in en verwerk in je verzoek aan de examencommissie
Keuzevakken:
Vaknaam
…
EC
…
…
…
…
…
…
…
Stagetaken
Omschrijving hoofdtaak
Omschrijving product/resultaat
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 36
Minorhandleiding OWK
Omschrijving overige werkzaamheden
Gemaakte afspraken
Begeleiding
Werkplek
Stagevergoeding
Per maand, bruto/netto
Regeling bij ziekte
Faciliteiten
Geheimhouding
Overig
Stuur een motivatiebrief naar de examencommissie waarin je jouw keuze voor deze stage
motiveert en je laat zien dat je aan de gestelde eisen voldoet, zoals beschreven in de B3
keuzeruimte handleiding.
Datum
Handtekening student
Handtekening externe
begeleider
Handtekening interne
(UT) begeleider
Vul na goedkeuring door de examencommissie het stagecontract in (Bijlage E) en lever in bij BOZ.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 37
Minorhandleiding OWK
Bijlage E: Stagecontract
Faculty of Behavioural Sciences
OWK/EST-OSC.11.115
Inleveren bij BOZ voor aanvraag stage
Tussen stageaanbieder …………………………………………………………. van organisatie
………………………………..…… en stagiair ……………………………………………………,
student(e) Onderwijskunde van de Universiteit Twente is de volgende overeenkomst
aangegaan:
Artikel 1:
De stagebieder stelt de stagiair in de gelegenheid in het kader van zijn/haar opleiding een
stage te lopen:
Gedurende de periode:
van ………………. tot …….………….
Voor wekelijks
……. uur.
Werkdagen:
…………………………………………..
Werktijden:
…………………………………………..
Bij (naam afdeling/sector)
……………………..………………………
……………………………………………………………………………..
Artikel 2
De stagebieder verstrekt de stagiair de instructies, faciliteiten, werkruimtes en andere
voorzieningen die nodig zijn voor een goed verloop van de stage, gedurende de tijd die voor
de stage is overeengekomen. Met de stagiair is overeengekomen:
 Werkplek:
…………………………………………………………………………………………………
 (evt.) Stagevergoeding …………………………………… p/mnd ( )bruto/ ( ) netto
 (evt.) Recht op vakantiegeld: Ja / Nee
 Regeling bij ziekteverzuim:
………………………………………………………………………………….
 (evt.) Reiskostenvergoeding ……………... euro per ………………….
 Faciliteiten:
……………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
 Overig:
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
Artikel 3
De stagebieder wijst een stagementor aan die belast is met de zorg voor, begeleiding van,
toezicht op de stagiair alsmede het onderhouden van de contacten met de interne begeleider
van Onderwijskunde.
Artikel 4
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 38
Minorhandleiding OWK
De stageaanbieder houdt rekening met eventuele door of voor de opleiding geplande
terugkomdagen en andere in het kader van de studie verplichte activiteiten voor de stagiair
en stelt de stagiair in de gelegenheid hieraan deel te nemen.
Artikel 5
De stageaanbieder zal de stagiair werkzaamheden opdragen die passen:
 Binnen het opleidingsprofiel van OWK
 Bij het (kennis- en vaardigheids-)niveau van de stagiair
 Binnen de beschikbare tijd
Artikel 6.
De stagiair bespreekt zijn/haar stageverslag met de stagementor. Wanneer de stageaanbieder
zich niet kan verenigen met de inhoud van het verslag, voor zover dit betrekking heeft op de
stageaanbiedende organisatie, treedt de stageaanbieder in contact met de stagedocent en zal
in onderling overleg een passende regeling worden getroffen.
Artikel 7.
De stageaanbieder stelt de stagiair in staat een duidelijk omschreven hoofdtaak te vervullen
(voor minimaal 75% van de beschikbare tijd), waarbij gerichte inzet van de (ontwerp- en/of
onderzoeks)vaardigheden en kennis van de stagiair mogelijk is.
Artikel 8.
De stagiair houdt zich aan de door de stageaanbieder of vertegenwoordigers daarvan
aangegeven
richtlijnen
en
regels
m.b.t.
tijdstippen
van
aanwezigheid,
veiligheidsvoorschriften, kledingvoorschriften, ziekte, verzuim en verlof en andere
richtlijnen die gelden binnen de organisatie.
Artikel 9.
De stageaanbieder is gerechtigd, na overleg met de stagedocent of een andere
vertegenwoordiger van de opleiding Onderwijskunde, de stage(overeenkomst) te beëindigen
indien de stagiair zich niet houdt aan de algemeen geldende en/of specifiek voor de stagiair
geldende regels en richtlijnen.
Artikel 10.
De stagiair behandelt informatie die door hem/haar gedurende of in het kader van de stage
ter kennis is gekomen en waarvan hij/zij redelijkerwijs kan weten dat deze informatie
vertrouwelijk is, als vertrouwelijk.
De stagiair neemt bij de verslaglegging de afspraken die over vertrouwelijkheid en
geheimhouding van informatie vooraf zijn overeengekomen in acht.
Artikel 11.
De stage wordt vervuld onder supervisie van de Universiteit Twente, opleiding
Onderwijskunde, op basis van de tussen stageaanbieder en de opleiding gemaakte
afspraken. De uiteindelijke beoordeling geschiedt door de opleiding, waarbij de mening van
de stagementor zal worden gekend.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 39
Minorhandleiding OWK
Artikel 12.
Verzuim door ziekte of andere redenen, dient de stagiair zo spoedig mogelijk door te geven
aan de stagementor of diegene die binnen de stageaanbiedende organisatie met de
ziektemelding binnen de organisatie is belast. Bij langdurig verzuim (langer dan een week)
dient ook de stagedocent op de hoogte te worden gesteld.
Artikel 13.
De stagiair kan worden verplicht tot geheel of gedeeltelijke vergoeding van door de
stageaanbieder geleden schade of letsel indien deze schade of dit letsel te wijten is aan grove
schuld of nalatigheid van de stagiair.
De stagiair is verplicht om voor de tijdsduur van de stageperiode een verzekering af te
sluiten (tenzij al afgesloten) voor ziektekosten en wettelijke aansprakelijkheid voor
particulieren.
De Universiteit Twente aanvaardt geen aansprakelijkheid anders dan die welke uit hoofde
van de door haar gesloten WA-verzekering wordt aanvaard en tot een maximum dat door
de betreffende verzekeringsmaatschappij wordt uitgekeerd.
Artikel 14.
Deze overeenkomst kan worden gewijzigd na overleg tussen de stagebiedende organisatie
de opleiding Onderwijskunde en de stagiair en na overeenstemming is bereikt over de
wijzigingen.
Artikel 15.
Bijzondere bepalingen:
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………
Aldus in drievoud opgemaakt en getekend,
Datum
Stempel BOZ
Handtekening student
Handtekening externe
begeleider
Handtekening interne
(UT) begeleider
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 40
Minorhandleiding OWK
Bijlage F: Beoordelingsformulier Stage (= Stage- plus Opdrachtverslag)
(door interne – GW – begeleider)
Faculty of Behavioural Sciences
OWK/EST-OSC.10.229a
Naam student:
……………………………………………………………………………………………………………………….
Studentnummer:
……………………………………………………………………………….. Omvang stage …… EC
Naam interne begeleider:
…………………………………………………………………………………………………...…
Stageorganisatie:
……………………………………………………………………………………………….………
……………………………………………………………………………………………………….
Titel verslag:
…………………………………………………………………………………………………......
……………………………………………………………………………………………………….
1. Uitgevoerde opdracht
1a. Probleemstelling
matig
voldoende
goed
zeer goed
n.v.t.

























1f. Keuze en uitvoering van de analysemethoden





1g. Onderzoekstechnische aspecten
(betrouwbaarheid, validiteit, steekproef, nonrespons)





1h. Conclusies, discussie en reflectie





1b. Definiëring en consequente toepassing van
concepten en kernbegrippen
1c. Gebruik van beschikbare relevante literatuur
en theorie
1d. Keuze, constructie en verantwoording van de
onderzoeksmethoden en -instrumenten
1e. Kwaliteit van design/ontwikkeling/evaluatie
van een product of tool of een prototype
daarvan
2. Verslaglegging opdrachtverslag
2a. Logische en consistente structuur van het
verslag
matig
voldoende
goed
zeer goed
n.v.t.





2b. Taalgebruik/leesbaarheid





2c. APA gebruik





2d. Passend verslag bij de organisatie





3. Verslaglegging stageverslag
matig
voldoende
goed
zeer goed
n.v.t.
3a. Toepassing STAR methode





3b. Reflectie





4. Functioneren van de student
matig
voldoende
goed
zeer goed
n.v.t.
4a. Zelfstandigheid





4b. Management van het werk





4c. Creativiteit





GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 41
Minorhandleiding OWK
4d. Sociale vaardigheden en samenwerking
5. Persoonlijke competenties
(vooraf in te vullen door de student)

matig

voldoende

goed

zeer goed

n.v.t.
5a.





5b.





5c.





5d.





Commentaar:
(gebruik s.v.p. aanvullend papier, indien noodzakelijk)
Handtekening beoordelaar:
……………………………………………………………………………….
Datum:
……………………………………………………………………………….
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 42
Minorhandleiding OWK
1.
Uitgevoerde opdracht
Probleemstelling
Aanleiding, domeinspecifiek karakter, praktische en wetenschappelijke relevantie, innovatief, systematische
werkwijze, beperkingen, kern van het probleem en context.
Definiëring en consequente toepassing van concepten en kernbegrippen
Beheersing concepten en begrippen, relatie concepten en begrippen onderling, relevant theoretisch kader,
onderscheid hoofd- en bijzaken en gehanteerde theorieën.
Gebruik van beschikbare relevante literatuur en theorie
Overzicht relevante literatuur, relevantie gebruikte bronnen en toepassing van bronnen.
Keuze, constructie en verantwoording van de onderzoeksinstrumenten
Ontwerp-/Onderzoeksdesign, keuze methode, keuze respondenten, keuze steekproef, operationalisering
begrippen, onderzoeksmateriaal.
Kwaliteit van design/ontwikkeling/evaluatie van een een product of tool of een prototype daarvan
Inzicht in domeinspecifiek ontwerpen; adequaat toepassen; onderscheiden van onderzoeken en evalueren.
Keuze en uitvoering van de analysemethoden
Analyses logisch gerelateerd aan de probleemstelling. Bij uitgevoerd onderzoek correctheid analyses en
verantwoording analyses in het licht van de onderzoeksvragen.
Onderzoekstechnische
aspecten
(betrouwbaarheid,
validiteit,
generaliseerbaarheid)
Presentatie en analyse relevante data, betrouwbaarheid en validiteit.
steekproef,
non-respons,
Conclusies, discussie en reflectie
Beantwoording van de probleemstelling, praktische betekenis resultaten, bredere/maatschappelijke context,
discussie uitkomsten van het project en betekenis resultaten, geslaagdheid opzet van ontwerp en onderzoek,
gebruikte methoden, gebruikte instrumenten, sterktes en zwaktes, vervolgonderzoek, kritische reflectie.
2.
Verslaglegging opdrachtverslag
Logische en consistente structuur van het verslag
Wetenschappelijke stijl en geschikt voor wetenschappelijke doelgroep, structuur ahv argumentatie, interne
logica, argumentatie en onderscheid empirische en subjectieve informatie.
Taalgebruik/leesbaarheid
Aansluiten bij doelgroep en secundaire doelgroep, helderheid, correctheid, beknoptheid, inleiding,
samenvatting, hoofdstukken/onderdelen, probleemstelling (deel-)conclusies en adviezen; grammatica, spelling,
interpunctie; gebruik kopjes.
APA normen
Correcte toepassing APA normen
Verslaglegging sluit aan bij de organisatie
Verslag sluit aan bij de organisatie waar de opdracht is uitgevoerd, passend bij de doelgroep en bij de formats
die intern gehanteerd worden
3.
Verslaglegging stageverslag
Toepassing STAR methode
Student heeft stage beschreven aan de hand hoofd- en neventaken en met behulp van de STAR methode
(Situatie, taken, activiteiten en resultaten)
Reflectie
Student geeft inzicht in de mater waarin hij/zij is geslaagd voor het behalen van de doelen en kijkt vooruit ten
aanzien van de invulling van de masteropleiding EST.
4.
Functioneren van de student
Zelfstandigheid
Initiatieven durven nemen
Management van het werk
Planningscapaciteiten en inspanning w.b. behalen tijdslimiet.
Creativiteit
Creativiteit, originaliteit en toegevoegde waarde voor vakgebied.
Sociale vaardigheden en samenwerking
Hulp zoeken en verwerking adviezen en commentaren, werken in teamverband, kan omgaan met kritiek
5.
Persoonlijke competenties
Competenties zijn zelf in te vullen op basis van het verzoek aan de examencommissie. In hoeverre heeft
student aan deze competenties gewerkt.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 43
Minorhandleiding OWK
Bijlage G: Beoordelingsformulier Stage (= Opdrachtverslag)
(door externe begeleider)
Faculty of Behavioural Sciences
OWK/EST-OSC.10.230a
Naam student:
……………………………………………………………………………………………………………………….
Studentnummer:
……………………………………………………………………………….. Omvang stage …… EC
Naam externe begeleider:
…………………………………………………………………………………………………...…
Stageorganisatie:
……………………………………………………………………………………………….………
……………………………………………………………………………………………………….
Opdracht:
…………………………………………………………………………………………………......
……………………………………………………………………………………………………….
1. Uitgevoerde opdracht
1i. Kennis en inzichten over
onderwijskunde(processen)
matig
voldoende
goed
zeer goed
n.v.t.





1j. Ontwerp/ontwikkelvaardigheden





1k. Onderzoeksvaardigheden





2. Verslaglegging (Opdrachtverslag)
2e. Logische en consistente structuur van het
verslag
matig
voldoende
goed
zeer goed
n.v.t.





2f. Taalgebruik/leesbaarheid





2g. Vormgeving





2h. Verslaglegging sluit aan bij organisatie





3. Functioneren van de student
matig
voldoende
goed
zeer goed
n.v.t.
3a. Zelfstandigheid





3b. Management van het werk





3c. Creativiteit





3d. Sociale vaardigheden en samenwerking





4. Persoonlijke competenties
(vooraf in te vullen door de student)
matig
voldoende
goed
zeer goed
n.v.t.
4a.





4b.





4c.





4d.





GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 44
Minorhandleiding OWK
Aanvullend commentaar (tussentijdse problemen/oplossingen, tevredenheid OWK stagiair) :
(gebruik s.v.p. aanvullend papier, indien noodzakelijk)
Handtekening externe begeleider:
……………………………………………………………………………….
Datum:
……………………………………………………………………………….
1.
Uitgevoerde opdracht
Kennis en inzichten over onderwijskunde
Student toont aan over onderwijskundige kennis en inzichten te beschikken
Ontwerp/ontwikkelervaring
Student is in staat om een product te ontwerpen/ontwikkelen
Onderzoeksvaardigheden
Student is in staat om een gedegen onderzoek uit te voeren (onderzoeksontwerp, uitvoering, analyse,
rapportage).
2.
Verslaglegging
Logische en consistente structuur van het verslag
Structuur, interne logica en argumentatie.
Taalgebruik/leesbaarheid
Aansluiten bij doelgroep en secundaire doelgroep, helderheid, correctheid, beknoptheid, inleiding,
samenvatting, hoofdstukken/onderdelen, probleemstelling (deel-)conclusies en adviezen; grammatica, spelling,
interpunctie; gebruik kopjes.
Vormgeving
Aantrekkelijk verslag
Verslaglegging sluit aan bij de organisatie
Verslag sluit aan bij de organisatie waar de opdracht is uitgevoerd, passend bij de doelgroep en bij de formats
die intern gehanteerd worden
3.
Functioneren van de student
Zelfstandigheid
Initiatieven durven nemen
Management van het werk
Planningscapaciteiten en inspanning w.b. behalen tijdslimiet.
Creativiteit
Creativiteit, originaliteit en toegevoegde waarde voor vakgebied.
Sociale vaardigheden en samenwerking
Hulp zoeken en verwerking adviezen en commentaren, werken in teamverband, kan omgaan met kritiek
4.
Persoonlijke competenties
De student heeft vooraf aangegeven aan welke competenties hij/zij wil werken. In hoeverre heeft student aan
deze competenties gewerkt.
GW-OSC941GW-OSC941 Minorhandleiding OWK 2014-2015
Pagina 45