Vragen en antwoorden versie 03102014

Vragen van cliënten, familie en medewerkers en de antwoorden die zijn
gegeven tijdens de Wmo-bijeenkomsten in september en oktober 2014
1. Ik heb een ZZP 7. Moet ik iets doen?
De zorg die u nu krijgt vanuit de AWBZ gaat over naar de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Het
CIZ gaat indiceren op basis van de zorgprofielen licht, midden en zwaar, in plaats van dat
het zzp’s toekent. U hoeft hier zelf niets aan te doen, dit gaat automatisch.
2. Wat bepaalt of ik in de Wlz, licht, midden of zwaar terecht kom? En wat is het
verschil?
Voor nieuwe klanten is de verdeling als volgt:
•
•
•
•
Wie een ZZP 1 of 2 heeft, wordt niet meer geïndiceerd door het CIZ. U heeft geen
toegang tot de Wlz en kunt voor zorg terecht bij de gemeente.
In de Wlz is de indeling licht vergelijkbaar met een ZZP 3 en 4.
De indicatie midden is vergelijkbaar met ZZP 5 en 6 en zwaar met ZZP 7 en 8. De
exacte beschrijvingen zijn nog niet gemaakt door het CIZ.
Maar: mensen die een indicatie ZZP 1 en 2 hebben die is van voor 1 januari 2013,
behouden recht op zorg betaald vanuit de Wlz.
3. Ik heb een extramurale indicatie dagbesteding. Wat verandert er voor mij?
In 2015 krijgt u te maken met het overgangsrecht. U heeft dan recht op dagbesteding bij
dezelfde zorgaanbieder, tegen een lager tarief. De gemeente maakt met u en de huidige
zorgaanbieder afspraken over de zorg, die worden vastgelegd in het ondersteuningsplan. Er
is wel minder budget beschikbaar voor de zorg. Het overgangsrecht loopt tot uiterlijk 1
januari 2016, of tot wanneer de indicatie afloopt.
4. Een cliënt die ik begeleid heeft een indicatie ZZP 3 en is echte zorgmijder.
Behoudt hij zijn rechten?
Voor mensen met een indicatie ZZP 3 wordt vanaf 1 januari 2013 de ondersteuning betaald
vanuit de Wlz.
5. Ik heb een ZZP 4. Wat gebeurt er met mijn begeleiding?
Met een ZZP 4 valt u onder de Wlz. U heeft niets met de gemeente te maken. De invulling
van de begeleiding is afhankelijk van de persoonlijke situatie en afspraken over de
begeleiding worden vastgelegd in het ondersteuningsplan.
6. Hoe gaat het met het vervoer als je straks naar de gemeente moet?
Dat verschilt per gemeente. De gemeenten gaan vanaf 2016 het vervoer regelen voor
cliënten. Zij zijn bezig met het maken van voorstellen om vervoer te regelen. Over het
algemeen is de verwachting dat ze niet veel zullen veranderen, temeer omdat er de
afgelopen tijd al zo veel is veranderd en bezuinigd.
7. Hoe gaat het in zijn werk als ik naar de gemeente moet?
Elke gemeente voert de Wmo op een eigen manier uit en maakt een plan. Zo kan de
gemeente maatwerk leveren. Uw gemeente neemt eind 2014 of in de loop van 2015 contact
met u op. En bekijkt dan samen met u of u hulp van de gemeente nodig heeft. En als dat zo
is, hoe die hulp er na 2015 uit gaat zien. Of eerder, wanneer uw indicatie eerder afloopt. Wilt
u weten hoe uw gemeente de Wmo uitvoert? Neem dan contact op met uw gemeente.
De begeleider van Reinaerde neemt in november 2014 contact met u op over deze
overgang.
8. Wat moet ik doen als ik het niet eens ben met de beslissing van mijn
gemeente?
U kunt een bezwaarschrift indienen. Dat betekent dat u een brief stuurt naar het college van
burgemeesters en wethouders van uw gemeente. Deze brief heet een bezwaarschrift.
9. Ik moet straks naar de gemeente voor hulp. Waar moet ik zijn en met wie heb ik
dan te maken?
Dat kan het Wmo-loket zijn, een expertteam of een buurtteam. Onze indruk is dat hier
welwillende mensen werken die het beste met u voor hebben. Ze horen graag verhalen van
cliënten om hun kennis te ontwikkelen. Hiervoor hebben ze bijvoorbeeld de kennis
ingeschakeld van zorgorganisaties zoals Reinaerde. De gemeenten kunnen ook veel leren
van uw verhalen. Ons advies is daarom: neem nu alvast contact op met de gemeente en ga
in gesprek over uw ervaringen en wensen. Naar u zullen ze zeker goed luisteren.
10. Door de nieuwe wetten moet Reinaerde bezuinigen op personeel. Ik maak me
zorgen over de kwaliteit op de groepen. Ik zie steeds minder begeleiders en
meer invallers.
We hebben er voor gekozen om de kosten te verlagen omdat we wisten dat we moesten
gaan bezuinigen. We kunnen daarom minder nieuwe personeelsleden aannemen en
tijdelijke contracten niet omzetten in vaste contracten. Om de teams goed te ondersteunen
en te versterken om goede zorg te blijven bieden focussen we op het borgen van goede
kwaliteit van de zorg.
11. Gaan veranderingen bij Reinaerde ten koste van de zorg voor cliënten?
Mensen over wie het gaat, betrekken we bij de veranderingen door ze zoveel mogelijk te
informeren. We zorgen ervoor dar ze weten waar ze aan toe zijn en bereiden ze hierop voor.
In november zullen begeleiders C de cliënten die naar de Wmo gaan of te maken krijgen met
andere veranderingen, uitnodigen voor een persoonlijk gesprek. Deze vinden plaats voor 1
januari 2015.
12. Ik heb dagbesteding bij Reinaerde, maar woon bij een andere zorgorganisatie
(ZZP 7). Verandert er iets voor mij?
U kunt blijven wonen bij de zorgorganisatie en dagbesteding houden bij Reinaerde. Hoewel
de indicatie loopt via de andere zorgaanbieder, blijft deze de dagbesteding inkopen bij
Reinaerde. We zeggen dan dat Reinaerde onderaannemer is. Dat blijft zo in 2015.
13. Als ik naar de gemeente moet, gaat er dan iemand van Reinaerde met me mee?
In het overgangsjaar 2015 zal er iemand van Reinaerde met u meegaan als u dat wilt. Maar
u kunt natuurlijk ook iemand anders meenemen die u vertrouwt. Zoals een buurvrouw of
familielid.
14. Ik heb een ZZP 2 en woon bij Stellingmolen waar ik 24 uurs zorg krijg. Kan ik
hier blijven wonen?
Is uw indicatie van vóór 1 januari 2013, dan blijft u recht houden op zorg vanuit de Wlz. Dit
kan bij Reinaerde, maar ook bijvoorbeeld bij u thuis. Uw persoonlijke woonwensen kunt u
bespreken met de begeleider en manager van Stellingmolen.
15. Reinaerde betaalt nu nog de huur van mijn appartement. Maar straks moet ik
dat zelf betalen.
U bent een cliënt die een stap verder kan zetten naar zelfstandigheid en zelf uw woonruimte
gaat huren bij de woningbouwvereniging waar wij afspraken mee hebben. Wij blijven u de
benodigde begeleiding geven. Doel van deze overheidsmaatregel is om de kosten in de
AWBZ te verlagen. Het wordt ook wel scheiden van wonen en zorg, genoemd. In het kort
houdt dit in dat Reinaerde geen geld meer krijgt voor de huur en andere woonlasten. Daar
staat tegenover dat u wel huurtoeslag kunt aanvragen. Scheiden van wonen en zorg heeft
ook consequenties voor de hoogte van uw eigen bijdragen.
16. Blijft Reinaerde ambulante begeleiding leveren?
Reinaerde blijft ambulante zorg leveren. Belangrijk is om te kijken hoe uw gemeente deze
vorm van begeleiding gaat organiseren. Als u deze begeleiding aanvraagt, onderzoekt de
gemeente eerst de gebruikelijke hulp. De gemeente kijkt wat u, uw partner en bekenden
kunnen doen. De professionele begeleiding is bedoeld als aanvulling daarop. U krijgt alleen
hulp als uit het onderzoek blijkt dat u de hulp echt nodig heeft. Om thuis te kunnen blijven
wonen (zelfredzaamheid) of om mee te doen aan de samenleving (participatie).
17. Kost een lege kamer Reinaerde geld en gaat dat ten koste van de zorg?
Nee: de personele kosten zijn gescheiden van de overige kosten. We zorgen ervoor dat alle
zorg die we volgens afspraak moeten leveren altijd leveren.
18. Kan Reinaerde een beroep doen op de thuiszorg als er te weinig personeel is?
Ja het is een mogelijkheid om de thuiszorg in te huren. Dat gebeurt bijvoorbeeld al in
Veenendaal waar thuiszorgmedewerkers helpen in de dagbesteding. Inzetten van thuiszorg
betekent niet dat er extra budget beschikbaar komt.
19. Wat houdt de overgangsregeling nou eigenlijk in?
De overgangsregeling is er om continuïteit van zorg te bieden. Voor de Wmo geldt: recht op
zorg tot eind 2015, tenzij de indicatie eerder afloopt. De zorgaanbieder en inhoud van de
zorg kunnen anders zijn dan u nu heeft. In de Jeugdwet is er recht op dezelfde zorg bij
dezelfde aanbieder voor 2015, tenzij de indicatie eerder afloopt.
20. Mijn zoon heeft een indicatie dagbesteding en woont thuis. Hij heeft geen ZZP
indicatie, maar klasse 7. Wat gaat er met hem gebeuren?
Wij gaan graag met u en uw zoon in gesprek om te kijken of we een Wlz-indicatie kunnen
aanvragen bij het CIZ. Daarbij is het van belang dat u weet dat het CIZ weinig nieuwe Wlz
indicaties meer afgeeft. Dit heeft te maken met de opdracht vanuit de overheid ervoor te
zorgen dat er minder mensen naar de Wlz gaan. Mocht het niet lukken met de indicatie
kunnen we eventueel ook nog schriftelijk bezwaar maken tegen de beslissing.
21. Wat gebeurt er met PGB?
Het geld wordt niet meer uitgekeerd aan de PGB-houders. Het geld wordt gestort bij de
Sociaal Verzekeringsbank (SVB). Dit is om te zorgen dat het geld ook daadwerkelijk wordt
besteed aan zorg.
22. Mijn zoon werkt bij Studio 10 in Nieuwegein en woont bij Philadelphia. Kan dat
zo blijven?
Dat uw zoon woont bij Philadelphia is niet bepalend voor de plek van de dagbesteding. De
indicatie bepaalt of u te maken krijgt met de Wmo of de Wlz. Op basis van de persoonlijke
wensen en mogelijkheden wordt samen gekeken naar de beste plek.
23. Kan de gemeente een eigen bijdrage vragen?
Ja dat kan. Voor de eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen zijn er landelijke regels. Een
maatwerkvoorziening is hulp die is afgestemd op de persoonlijke situatie van de cliënt.
Binnen de landelijke regels kan de gemeente zelf bepalen of een eigen bijdrage betaald
moet worden en hoe hoog deze is. De eigen bijdrage is afhankelijk van het inkomen en het
eigen vermogen van de cliënt en zijn partner. De gemeente neemt de regels rondom de
eigen bijdrage op in de Wmo-verordening.
24. Wat gebeurt er met CAK?
Het CAK, Centraal administratie kantoor, blijft bestaan en bepaalt hoe hoog de eigen
bijdrage is.
25. Wat gebeurt er met mijn WIA-uitkering?
Naast de Wajong is er de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De WIA zorgt
ervoor dat iemand die langer dan twee jaar ziek is en/of niet meer kan werken, toch een
uitkering ontvangt. Bij de WIA ligt de nadruk op werk. Wanneer iemand gedeeltelijk met een
handicap of ziekte blijft werken, ontvangt hij via de WIA een uitkering. Iemand die volledig
arbeidsongeschikt is, komt niet in aanmerking voor een WIA uitkering, maar heeft recht op
een IVA-uitkering. (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten). De mate van
arbeidsongeschiktheid wordt voor een WIA uitkering bepaald door een arts of
arbeidsdeskundige van het UWV. Met de invoering van de Participatiewet blijft de IVA
uitkering bestaan.
Vanuit de Participatiewet wil de regering jonggehandicapten of langdurige zieken, stimuleren
om te participeren in de arbeidsmarkt. Voor iedereen die wel kan werken maar hierbij
ondersteuning nodig heeft, gaat de Participatiewet gelden. De Participatiewet gaat in per 1
januari 2015. Voor mensen met een Wajong uitkering betekent dit, dat hun situatie opnieuw
zal worden beoordeeld. Als blijkt dat iemand nooit meer kan werken, dan blijft de Wajong
uitkering gehandhaafd. Blijkt volgens de Participatiewet dat iemand wel de mogelijkheid heeft
om te werken, dan vervalt zijn recht op Wajong na zes maanden.
26. Wat gebeurt er als ik verhuis naar een andere gemeente?
Wanneer uw ondersteuning wordt betaald vanuit de Wlz dan wijzigt er niets. Ontvangt u
ondersteuning vanuit de Wmo of Jeugdwet, dan krijgt u te maken met de regels van de
nieuwe gemeente.
27. Wat is de rol van de huisarts?
De huisarts is voor veel mensen het eerste aanspreekpunt en de huisarts verwijst door. In de
Jeugdwet is het de bedoeling dat de huisarts ook kan doorverwijzen naar gespecialiseerde
hulp. De rollen van de wijkverpleegkundige en de huisarts worden nog verder uitgewerkt. .