PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES Bepaalde verba (en substantieven en adjectieven) gebruiken we vaak in combinatie met een vaste prepositie. Je moet deze preposities beetje bij beetje uit het hoofd leren! Een alfabetische lijst: E = zwart S = grijs 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. De aandacht vestigen OP iets / iemand Een aandeel hebben IN iets Aandringen OP iets In aanmerking komen VOOR iets Aanmoedigen / aansporen TOT iets Zich aanpassen AAN iets / iemand Vlaams Belang vindt dat buitenlanders zich meer moeten aanpassen aan de Belgische cultuur Aanspraak maken OP iets Aansprakelijk zijn VOOR iets Aanvangen MET iets Aanzetten TOT iets Zich abonneren OP iets Afgaan OP iets Afhangen VAN iets / iemand Omdat hij niet werkt, hangt hij financieel nog steeds af van zijn ouders. Een afkeer hebben VAN iets / iemand Afleiden UIT iets Afrekenen MET iemand Afstand doen VAN iets Akkoord gaan MET iets / iemand ANTWOORDEN OP iets Ik heb al geantwoord op je vraag en ik ga niet akkoord met je voorstel. Bang zijn VAN / VOOR iets / iemand Een conclusie baseren OP iets Beantwoorden AAN iets Zich bedienen VAN iets Begaan zijn MET iemand / iets Beginnen AAN / MET iets Behoefte hebben AAN iets / iemand Ik heb dat niet nodig; ik heb er geen behoefte aan. Behoren TOT iets Bekend zijn MET iets Zich bekommeren OM iets / iemand Belang hechten AAN iets Nederlandse Academie 31. Beleefd zijn TEGEN iemand 32. Belonen MET iets 33. Zich bemoeien MET iets Bemoei je met je eigen zaken; ik besteed mijn geld aan wat ik wil! 34. Benieuwd zijn NAAR iets / iemand 35. Bereid zijn TOT iets 36. Een beroep doen OP iets / iemand 37. Berusten IN iets 38. Beschermen TEGEN iets / iemand 39. Beschuldigen VAN iets 40. Besluiten TOT iets 41. Bestaan UIT iets 42. Bestand zijn TEGEN iets / iemand Het huis was niet bestand tegen de storm. Het stortte in. 43. Besteden AAN iets / iemand 44. Bestemd zijn VOOR iemand 45. Betrappen OP iets 46. Betrokken zijn BIJ iets 47. Bevallen VAN iemand 48. Bevriend zijn MET iemand 49. Bevrijden UIT iets 50. Zich bewust zijn VAN iets 51. Bezeten zijn VAN iets / iemand Hij was helemaal bezeten van computerspelletjes. Hij speelde altijd. 52. Zich bezighouden MET iets / iemand Bezig zijn MET iets / iemand 53. Bijdragen TOT iets 54. Bezorgd zijn OVER iets / iemand 55. Besparen OP iets 56. Bidden TOT iets / iemand 57. Blijken UIT iets 58. Blij zijn MET iets 59. Boos worden / zijn OVER iets 60. Boos worden / zijn OP iemand 61. Breken MET iets / iemand 02/218 47 07 B1 PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. Hij brak een paar jaar geleden volledig met zijn ouders. Ze spreken niet meer met elkaar. Commentaar / kritiek hebben OP iets / iemand Je mag geen kritiek hebben op de doden. Zich concentreren OP iets Concluderen UIT iets Condoleren MET iets Je zou beter de zoon condoleren met het verlies van zijn vader. (Be)danken VOOR iets Deelnemen AAN iets Ondanks m’n slechte resultaten ga ik door met studeren en wil ik deelnemen aan de SELOR-taaltest. Delen IN iets Denken AAN iets / iemand Dienen TOT iets Dol zijn OP iets / iemand Doorgaan MET iets Dromen VAN iets / iemand Dwingen TOT iets De ouders dwongen de schooldirecteur tot ontslag. Hij had hun dochter geslagen Dwepen MET iets / iemand Het eens zijn MET iemand / iets Eindigen OP iets Zich ergeren AAN iemand / iets Ervaring hebben MET iets / iemand Iemand feliciteren MET iets Fier zijn OP iets / iemand GAAN NAAR een plaats Gebrek / een tekort hebben AAN iets Ja, maar volgens mij heb je een te laag libido of een gebrek aan hormonen. Gebruik / misbruik maken VAN iets / iemand Geïnteresseerd zijn IN iets / iemand Gek zijn OP iets / iemand Ik ben wel geïnteresseerd in die knappe collega, maar ik ben niet gek op hem en ik wil geen misbruik maken van de situatie. Ik geniet zo ook van z’n aanwezigheid, zonder iets te zeggen. Geloven IN iets / iemand Nederlandse Academie Het personeel geloofde in de nieuwe chef. 88. Gelukkig zijn MET iets / iemand 89. Genieten VAN iets 90. Geschikt zijn VOOR iets Hij is echt geschikt voor jou! 91. Het gemunt hebben OP iets / iemand De dief had het blijkbaar gemunt op de oude schilderijen. 92. Gewoon / gewend zijn AAN iets 93. Grenzen AAN iets 94. Gokken OP iets 95. Handig zijn IN iets 96. Zich hechten AAN iets / iemand 97. Heersen OVER iets 98. Een hekel hebben AAN iets / iemand Het personeel had een hekel aan de slechte oploskoffie en ze hoopten op een nieuwe automaat. Ze hunkerden ernaar. 99. Herinneren AAN iets / iemand Ben je op de hoogte van de nieuwe regels? Nee, herinner me er straks aan. Ik heb nu geen tijd. 100. Op de hoogte zijn VAN iets 101. Hopen OP iets 102. Houden VAN iets / iemand 103. Huilen OM iets / iemand 104. Hunkeren NAAR iets / iemand 105. Informeren NAAR iets / iemand 106. Ingaan OP iets 107. Interesse hebben VOOR / IN iets / iemand 108. Invloed hebben OP iets / iemand 109. Jaloers zijn OP iets / iemand Ik ben niet jaloers op jou, maar toch denk ik dat die nieuwe minnaar een slechte invloed heeft op je humeur. 110. Kans hebben OP iets 111. Kennismaken MET iets / iemand 112. KIJKEN NAAR iets / iemand Telkens je naar mij kijkt, klaag je over mijn dikke kont. Nu is het genoeg of ik word echt kwaad op jou! 113. Klagen OVER iets / iemand 114. Kwaad zijn / worden OP iemand 115. Kwaad zijn / worden OVER iets 02/218 47 07 B1 PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES 116. Lachen OM iets / iemand 117. Letten OP iets / iemand 118. Lijden AAN een ziekte 119. Lijken OP iets / iemand Ach, let niet op die idioot. Hij lacht om je achterwerk, maar hij lijkt zelf op een vet varken. 120. LUISTEREN NAAR iets / iemand 121. Te maken hebben MET iets / iemand 122. Meedoen AAN iets 123. Medelijden hebben MET iemand 124. Medeplichtig zijn AAN iets 125. Mikken OP iets 126. Moeite hebben MET iets 127. Nadenken OVER iets / iemand Denk je wel eens na over meedoen aan de nieuwe SELOR-taaltest? Ja, ik ben er nieuwsgierig naar en ik leg me niet neer bij één mislukking 128. Neerkomen OP iets 129. Zich neerleggen BIJ iets 130. Nieuwsgierig zijn NAAR iets / iemand 131. Omgaan MET iets / iemand 132. Onderdoen VOOR iets / iemand 133. Onderwerpen AAN iets Hij moest zich aan een uitgebreid medisch onderzoek onderwerpen. 134. Zich onderwerpen AAN iemand 135. Ongerust zijn OVER iets / iemand 136. Zich ontfermen OVER iets / iemand Jan ontfermde zich over het zieke hondje. 137. Ontkomen AAN iets / iemand 138. Ontsnappen AAN iets 139. Ontstaan UIT iets 140. Onverschillig zijn VOOR iets / iemand 141. Opdringen AAN iemand 142. Openstaan VOOR iets / iemand 143. Opgewassen zijn TEGEN iets / iemand 144. Ophouden MET iets Kan je nu eindelijk ophouden met dat lawaai? Dat is saxofoonmuziek, jij staat ook nergens voor open. 145. Opkomen VOOR iets / iemand 146. Opmaken UIT iets 147. Opwegen TEGEN iets 148. Opzien TEGEN iets 149. Overgaan TOT iets Nederlandse Academie 150. Overtuigen VAN iets 151. Een overwinning behalen OP iemand 152. Passen OP / BIJ iets / iemand 153. Plezier hebben IN / VAN iets Oom Jan heeft veel plezier in biljarten. Die sport past echt bij hem. 154. Praten OVER iets / iemand MET / TEGEN iemand De school had veel plezier van de nieuwe fietsenrekken. Ze praten er nog over. 155. Profiteren VAN iets 156. Raden NAAR iets 157. Reageren OP iets / iemand 158. Recht hebben OP iets 159. Redden UIT / VAN iets 160. Refereren AAN iets 161. Rekenen OP iets / iemand 162. Rekening houden MET iets / iemand 163. Respect hebben VOOR iets / iemand 164. Rijk zijn AAN iets 165. Ruiken NAAR iets / iemand 166. Zich schamen OVER iets / iemand Ik ben geschrokken van die ruzie. Ik wist niet dat hij tot zo’n agressie in staat was. Schaamt hij zich er niet over? 167. Scheiden VAN iemand / iets 168. Schelden OP iets / iemand 169. Schelen IN / MET iets 170. Schieten OP iets / iemand 171. Schrikken VAN iets / iemand 172. Slagen IN iets 173. Slagen VOOR een examen 174. Slecht / goed zijn IN iets 175. Smachten / snakken NAAR iets 176. Smeken OM iets 177. Solliciteren NAAR een job Ik solliciteerde naar die job van verkoper, maar ik had de e-mail naar de verkeerde persoon gestuurd. Daar heb ik nu spijt van! 178. Zich specialiseren IN iets 179. Spijt hebben VAN iets 180. Spreken OVER iets / iemand 181. Spotten MET iets / iemand 182. In staat zijn TOT iets 183. Stemmen OP een partij 02/218 47 07 B1 PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES 184. Steunen OP iemand 185. Stoppen MET iets 186. Zich storten OP iets / iemand 187. Streven NAAR iets 188. Strijden TEGEN iets / iemand 189. STUREN NAAR iemand 190. Teleurgesteld zijn IN iets /iemand Ik ben teleurgesteld in mijn sollicitatiegesprek, maar ik treur er niet om. Ik ben trots op mijn positieve kanten en ik zal me vanaf nu meer toeleggen op de voorbereiding. 191. Tevreden zijn OVER / MET iets / iemand 192. Toelaten TOT iets 193. Zich toeleggen OP iets 194. Toestemmen MET iets 195. Toevoegen AAN iets 196. Treuren OM iets / iemand 197. Trots zijn OP iets / iemand 198. Trouwen MET iemand 199. Trouw zijn AAN iets / iemand 200. Trakteren OP iets 201. Twijfelen AAN iets / iemand Ik twijfel niet aan jou. Kom, we gaan iets drinken; ik trakteer op cava! Mmm, lekker! 202. Uitgaan VAN iets 203. Zich uitgeven VOOR iemand 204. Uitkijken NAAR iets / iemand Ons dochtertje keek enorm uit naar de dag van haar verjaardag. 205. Uitnodigen TOT iets 206. Vatbaar zijn VOOR iets 207. Vechten TEGEN iets / iemand 208. Verantwoordelijk zijn VOOR iets / iemand 209. Zich verbazen OVER iets / iemand 210. Verbinden MET iets 211. Verdacht worden / zijn VAN iets De directeur werd verdacht van corruptie, maar daar verbaasde niemand zich over. 212. Iemand verdenken VAN iets 213. Zich verdiepen IN iets 214. Verdrietig zijn OVER / OM iets 215. Verenigen MET iets Nederlandse Academie 216. Vergelijken MET iets / iemand 217. Zich vergissen MET / IN iets / iemand 218. Zich verheugen OP iets 219. Verlangen NAAR iets / iemand 220. Verleiden TOT iets 221. Verliefd zijn OP iemand 222. Verliezen VAN iemand 223. Verlossen VAN / UIT iets 224. Veroordelen TOT iets 225. Verschillen VAN iets / iemand 226. Verslaafd zijn AAN iets Zij vervreemdde sterk van haar vrienden, omdat ze verslaafd was aan alcohol. 227. Verstand hebben VAN iets 228. Vertrouwen hebben IN iets / iemand De werkgever vergiste zich in de keuze van zijn naaste medewerkers. Ze waren tegen niemand vriendelijk en het personeel had geen vertrouwen in hen 229. Vervreemd zijn VAN iets / iemand 230. Verwijzen NAAR iets 231. Zich verzetten TEGEN iemand / iets De jongen volhardde in zijn weigering zijn naam te noemen. Waarom verzette hij zich tegen iedereen? Was hij verdrietig over iets? / ergens verdrietig over? 232. Vluchten VOOR iets / iemand 233. Voldoen AAN een wens 234. Volharden IN iets 235. Zich voorbereiden OP iets 236. De voorkeur geven AAN iets / iemand 237. Voortkomen UIT iets 238. Voorzien IN iets 239. Vragen NAAR / OM iets / iemand 240. Vrezen VOOR iets / iemand 241. Vriendelijk zijn TEGEN iemand 242. Waarschuwen VOOR iets / iemand 243. WACHTEN OP iets / iemand 244. Waken OVER iets / iemand 245. Walgen VAN iets / iemand 246. Zich wenden TOT iemand 247. Wennen AAN iets / iemand 248. Zich wijden AAN iets / iemand 249. Wijken VOOR iets / iemand 250. Te wijten zijn AAN iets / iemand 251. Wijzen NAAR iets / iemand 02/218 47 07 B1 PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES 252. Winnen VAN iemand 253. Worstelen MET iets / iemand 258. Zoeken NAAR iets / iemand 259. Zorgen VOOR iets / iemand 260. Zich zorgen maken OVER iets / iemand 261. Zuiveren VAN iets De schuur werd gezuiverd van ongedierte. 262. Zwichten VOOR iets / iemand De voorzitter zwichtte voor de argumenten van de personeelsleden. Hij was niet heel zeker van zijn zaak. 254. Zeker zijn VAN iets 255. (Ver)zenden NAAR iemand 256. Zeuren OVER iets / iemand 257. Zin hebben IN iets Ik heb zin in chocola! Geen probleem, ik zorg er wel voor. Ik moet toch nog boodschappen doen,want we hebben geen water meer. Moeilijkere voorbeelden per prepositie: AAN Hij maakte zich schuldig aan diefstal. Ze moeten dringen een einde maken aan deze zaak. Je zou beter wat raad geven aan die arme man! (Indirect object aan) Dat land bezit een enorme rijkdom/reserve/overvloed aan olie. Deze vis is heel rijk/arm aan vetten. BIJ Deze filosofie en dit citaat kan je terugvinden bij Sartre. Ik volg les bij een goede leraar; ik ben echt bij de perfecte persoon. De handelaar moest alles aangeven bij de douane. Vanavond, bij mijn aankomst, zal ik bij een vriend logeren. Bij afwezigheid moet je zijn collega contacteren. Ik heb alles al gestudeerd, bij wijze van voorbereiding. Je moet niet bij de eerste de beste winkel stoppen. Wees gerust wat kieskeuriger. Hij heeft het leven gelaten bij een ongeval. Water kookt bij een temperatuur van 100°. NAAR (richting!) De trein rijdt naar Brugge, en er is meteen een aansluiting naar Oostende. We gaan naar een onbekende bestemming, naar Cuba! Je bent ziek dus in plaats van naar school te gaan, ga je beter naar de dokter. MET Kristin komt altijd met de tram / de auto / de fiets naar school. Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1 PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES Joris studeerde met tegenzin. De partij zal winnen met een grote meerderheid van de stemmen. De rechter spreekt met kennis van zaken. Het oudje stapt met behulp van een stok. Ze verliezen met twee tegen drie. Hij betaalt met een cheque, niet contant. SUBST. + OM … TE + inf. (zie ook eerder 1.15 ‘Om … te + inf.’) in de stemming zijn om te dansen alle redenen hebben om te klagen moeite/zin/tijd hebben om te schrijven iets om te schrijven de toestemming om te landen Het is hoog tijd om te vertrekken. ADJ. + OM … TE + inf. Dat is leuk om te lezen. Ik ben het gewoon om te rijden. Hier is het niet mogelijk om te zwemmen. Dit object is heel handig om te gebruiken. We zijn klaar om te vertrekken. Dat is een boeiend onderwerp om te onderzoeken. VERBUM + OM … TE + inf. Deze machine dient om te zagen. iemand aanmoedigen om te studeren iemand verplichten/verbieden om te praten besluiten om te zwijgen OP Het is gemakkelijk om kritiek uit te oefenen op een ander. Ik ben zo verliefd/trots/boos/jaloers op jou! Jouw naam eindigt op een -a : let beter op de details! De kinderen spelen op de trap, op de speelplaats en zelfs op de straat. Op dit punt draag jij de verantwoordelijkheid. Wat een rommel! Zou je je spullen niet wat beter op orde leggen? Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1 PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES Op dit domein/vlak/gebied kan ik je helemaal niet meer volgen. Volgende week ga ik met mijn ouders op reis. Op een dag ben ik heel erg ziek geworden van oesters. Op dit ogenblik/moment kan ik je niet helpen. We zijn op weg naar Frankrijk. Bepaalde details moet je meer op de voorgrond plaatsen. Ik neem alle verantwoordelijkheid op mij. Alle hoop van die vader is nu gevestigd op zijn dochter. Hij is heel erg begaafd op het gebied van de wiskunde. TE Het huis staat te koop/te huur. Ik ben de vrouw te hulp gesneld toen ze werd aangereden. Die vrouw heeft een gehandicapte zoon te haren laste. Plots kwam er een konijn uit de hoed te voorschijn. Het onderzoek zal te zijner tijd worden uitgevoerd, dus wanneer alle studies klaar zijn. Bij vele koppels schiet een man vaak te kort in het huishouden. TEN Ik woon ten noorden/westen van deze stad. In deze zaal vroeg mijn man mij ten dans/huwelijk. Roken gaat ten koste van je gezondheid. De kosten van de werken zijn ten laste van de eigenaar. Deze hele operatie is ten gunste van/ten bate van/ten voordele van de kankerpatiëntjes. Deze kuur is ten behoeve van mensen met griep, opdat ze niet sterven ten gevolge van hun ziekte. Ik ben zeer verdraagzaam ten opzichte van oude mensen. Mijn huis mag ten hoogste 100.000 euro kosten. Helaas, de vakantie loopt ten einde. Hij stelt heel goede resultaten ten doel, die hij daarna ten uitvoer wil brengen. TER Deze stad, die de grootste ter wereld is, is overal ter wereld bekend. Ik heb een geschenk ter attentie van de gast. Een ceremonie ter ere van/ter nagedachtenis van de slachtoffers. Ik koop een fiets ter vervanging van mijn auto, want dat is gezonder. Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1 PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES De directeur zal de dossiers ter goedkeuring voorleggen en dan ter discussie stellen aan de jury. Ter zake nu, we hebben genoeg rond de pot gedraaid. Je mag een prijs kiezen ter waarde van een volledig jaarloon! De onderzoeker komt meteen ter plaatse om de zaak van naderbij te bekijken. TOT Hij deed een poging tot verzoening. De werknemers nemen het initiatief tot een staking. Tot gevolg/resultaat/kameraad/doel/vriend/taak hebben. VAN … TOT Het gaat van kwaad tot erger! Het boek gaat van hand tot hand. De seizoenen veranderen van jaar tot jaar. Hij rust van tijd tot tijd even uit. Hij ruimt zijn kamer van boven tot onder op. Dankzij de les verbetert zijn Nederlands van dag tot dag. Het bedrijf wordt van generatie tot/op generatie overgeleverd. Equivalent van ‘ENTRE’ Wie van jullie groep zal deze ronde spelen, nadat we de taken verdeeld hebben onder de deelnemers? Die meisjes spelen/praten al de hele dag met elkaar. Die twee kleuren kan je goed combineren met elkaar, maar je mag ze niet met elkaar vergelijken. Het is een geheim dus alles wat ik je nu onder vier ogen vertel, moet onder ons blijven. Equivalent van ‘PAR’ De meeste politici spreken steeds in raadsels. Je kan je auto natuurlijk ook in maandelijkse termijnen betalen. De wielerwedstrijd wordt in etappen gereden. In het vervolg zou je beter wat opletten in het verkeer. Wil je deze cursus sorteren in chronologische volgorde? Het is mijn gewoonte om eens in het jaar naar Parijs te gaan. Maar: Ik ga slechts een keer per jaar naar Parijs. In het hoogseizoen komen de vissen bij honderden aan in de haven. Als bij toverslag was het glazen schoentje verdwenen. In plaats van rond te pot te draaien, zou je beter de dingen bij naam noemen. Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1 PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES Omdat ik moe ben, moet je niet verbaasd zijn dat ik bij momenten in slaap val. Het moet niet te gedetailleerd zijn: maak de berekening bij benadering. Je moet de koe bij de horens vatten, wil je iets bereiken in het leven. Wanneer je een nieuwe job hebt, verbind je je bij contract. Alle regels van het verkeer zijn bij wet bepaald. uit berekening par calcul Op volgnummer leggen classer par numéro Per dag betalen payer par jour Naar analogie van par analogie Huren per uur louer à l’heure Raken op een gevoelige plek toucher par son point faible Antwoorden per post répondre par courrier Vier op een rij spelen quatre par rangée Per ongeluk – per vergissing par accident – par erreur Per toeval >< met opzet par hasard >< par expres Afronden met een citaat conclure par une citation Vermenigvuldigen met 3 multiplier par 3 Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1 PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES PREPOSITIES van TIJD en PLAATS Plaats Mijn man werkt op / bij / in een bank. Hij werkt bij De Post. Ze wonen op / in een boerderij. Momenteel verblijven we aan zee. Iedere dag ga ik werken op kantoor. Ik ben leraar op een middelbare school, aan de andere kant van deze straat. Mijn zoon gaat werken bij / in het leger. OPGELET! IN = vaste plaats >< NAAR = beweging, richting ! bv. Gisteren was ik in Brussel, maar toen reed ik naar Antwerpen om te lunchen. OPGELET! IN = ingesloten ruimte + land >< OP = een open ruimte + eiland bv. Ik woon in de Diepstraat en hij woont op de Grote Markt. bv. We zijn op reis in Spanje. We brengen onze reis door op Kreta. Tijd OP + datum – OP / MET + (feest)dag - OM + uur bv. We vertrekken op 25 december, dus op / met Kerstmis, op een maandag, om 14u. We zullen dus afwezig zijn tijdens / gedurende de vakantie. bv. Sinds vorige week ga ik elke dag naar de fitness. (verleden!) Vanaf volgende week ga ik ook elke dag zwemmen. (nu + toekomst!) bv. Je moet binnen (‘binnen de termijn van’) twee dagen terugkomen. Je moet over (‘na’) twee dagen terugkomen. IN + maand / seizoen / jaar bv. In juli ga ik nooit op reis, want ik reis liever in de lente. In 1981 werd ik geboren. Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1 PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES VASTE PREPOSITIE-UITDRUKKINGEN / EXPRESSIES Prepositie-uitdrukkingen ‘Door middel van’ = d.m.v. bv. Door middel van fraude werd hij heel rijk. ‘In tegenstelling tot’ bv. In tegenstelling tot mijn broer, werk ik niet in een fabriek. ‘Met betrekking tot’ = m.b.t. bv. Hij heeft niets meer gezegd met betrekking tot dat computerprobleem. ‘In verband met’ = i.v.m. bv. Hij heeft niets meer gezegd in verband met dat computerprobleem. ‘Onder leiding van’ = o.l.v. bv. Het orkest staat onder leiding van Robert Groslot. ‘Ten opzichte van’ = t.o.v. bv. Ten opzichte van vorig jaar, is het deze zomer warmer. ‘Naar aanleiding van’ = n.a.v. bv. Naar aanleiding van de dood van de artiest, werd er een concert gegeven. ‘Ter gelegenheid van’ = t.g.v. bv. Ter gelegenheid van de wereldbeker voetbal, schreef Shakira een liedje. ‘In plaats van’ = i.p.v. bv. Ik werk nu in Brussel in plaats van in Namen. Panoramisch uitzicht vanaf de basiliek van het Heilig Hart in Koekelberg Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1 PREPOSITIES : VASTE COMBINATIES Vaste uitdrukkingen met betrekking tot het lichaam Iemand met open armen ontvangen Een met de hand gemaakte trui Je moet het stuur met twee handen vasthouden. De politie zei dat ik met de handen op de rug moest gaan staan. Dat is er werkelijk met de haren bijgesleept. Ik studeer heel hard met het oog op goede eindresultaten. Als je goed kijkt, kan je die planeet met het blote oog zien. Echt waar, ik heb het met mijn eigen ogen gezien! De leerlingen waren heel afwezig, ze luisterden maar met een half oor. Wat eet je met lange tanden! Vind je het niet lekker? Het is heel onbeleefd om iemand met de vinger te wijzen. Ik heb nog heel veel projecten op het oog. Zeg niet zomaar alles wat in je hoofd opkomt, maar denk tweemaal na alvorens te spreken. Die kudde schapen staat onder de hoede van een herder. De advocaat neemt de zaak ter hand. Ik heb altijd mijn telefoon bij de hand, mocht er iets gebeuren. De woordvoerder spreekt bij monde van de vele vluchtelingen, naar wie niemand wil luisteren. Als je je ogen sluit voor de problemen, raken ze nooit opgelost. Nederlandse Academie 02/218 47 07 B1
© Copyright 2024 ExpyDoc