Hulp bij gebruik

Helpdocument bij de opzegwijzer
1.
Inleiding. .............................................................................................................................. 2
2.
Wat berekent de module en wat niet ? ................................................................................ 3
3.
Uitleg van de velden en de berekening op de website. ...................................................... 4
3.1.
Uitleg bij de velden. ................................................................................................... 4
3.1.1. Voor de arbeiders. .......................................................................................... 4
3.1.1.1. Statuut. ............................................................................................... 4
3.1.1.2. Paritair comité. ................................................................................... 4
3.1.1.3. Brugpensioen (SWT) ......................................................................... 5
3.1.1.4. Begindatum in dienst en begindatum opzeg...................................... 5
3.1.2. Voor de bedienden. ........................................................................................ 6
3.1.2.1. Statuut. ............................................................................................... 6
3.1.2.2. De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur ............................................. 6
3.1.2.3. Het brutojaarloon. .............................................................................. 6
3.1.2.4. Begindatum in dienst en begindatum opzeg...................................... 7
3.2.
Uitleg bij het resultaat. .............................................................................................. 8
3.2.1. De opzegperiode. ........................................................................................... 8
3.2.2. De ontslaguitkering - geldt alleen voor arbeiders. .......................................... 9
3.2.3. De ontslagcompensatievergoeding - geldt alleen voor arbeiders .................. 9
4.
Algemene informatie. ........................................................................................................ 10
4.1.
Ontslag. ................................................................................................................... 10
4.1.1. De nieuwe opzegtermijnen ........................................................................... 10
4.1.2. Berekening van de opzegtermijn voor contracten ingegaan vóór 1/1/2014 . 11
4.1.3. Uitzonderingen op de opzegtermijnen .......................................................... 11
4.1.3.1. Tijdelijke uitzonderingen voor bepaalde sectoren ........................... 11
4.1.3.2. Uitzondering van onbepaalde duur .................................................. 13
4.1.3.3. Opzeg bij herstructurering, pensioen of stelsel van
werkloosheid met bedrijfstoeslag ..................................................... 14
© www.abvv.be/opzeg
1
februari 2014
1.
Inleiding
Deze berekeningsmodule werd door het ABVV ontwikkeld om je toe te laten in de meest voorkomende
situaties de theoretische periode gedekt door een opzeg, gegeven door de werkgever behorend
tot de privésector en publieke sector (voor contractuelen), te berekenen met inbegrip van SWT
(brugpensioen).
Voor meer informatie kun je steeds terecht bij je vakcentrale of op de dienst werkloosheid van het
ABVV (voor de ontslaguitkering of de ontslagcompensatievergoeding).
Lid worden van het ABVV kan via het formulier op onze website :
http://www.abvv.be/lid-worden
© www.abvv.be/opzeg
2
februari 2014
2.
Wat berekent de module en wat niet ?
Deze module:




berekent het aantal dagen/maanden/weken opzeg en
de theoretische periode van datum tot datum van ofwel de te presteren opzeg ofwel de
periode gedekt door de opzegvergoeding en
het aantal weken gedekt door een ontslagcompensatievergoeding OF
geeft aan of je recht hebt op een ontslaguitkering (de vroegere crisispremie)
Dit voor ontslagen uitgaande van de werkgever in de meest voorkomende situaties, ook bij SWT
(brugpensioen).
Voor de publieke sector geldt deze module alleen voor de contractuelen.
De module werkt uitsluitend voor ontslagen vanaf 01/01/2014 en voorlopig (deze versie) ten
laatste op 31/12/2014!
De module berekent alleen de theoretische periode of de duur van de opzeg en dus niet het loon of
de vergoeding die verschuldigd is tijdens die periode.
De module werkt niet:
1) voor een opzeg die gegeven wordt door de werknemer (of ook niet in geval van een
tegenopzeg door een werknemer);
2) voor individueel overeengekomen opzegtermijnen in de arbeidsovereenkomst (bijv. verkorte
opzeg voor arbeiders eerste zes maanden, opzegtermijnen in de arbeidsovereenkomst voor
bedienden met jaarloon boven 64.508 euro) noch voor opzegtermijnen overeengekomen in
arbeidsreglementen;
3) voor een verkorte opzeg ingeval van bedrijf in herstructurering bij SWT (vroeger
brugpensioen), noch voor specifieke termijnen in het kader van herstructureringen;
4) voor een opzeg ingeval van een oppensioenstelling;
5) voor de berekening van vergoedingen (opzegvergoeding, beschermingsvergoedingen,
uitwinningsvergoeding voor handelsvertegenwoordigers, enz.);
6) voor vastbenoemden (ambtenaren) uit de publieke sector;
7) voor sectoren waarvoor specifieke statuten gelden zoals de havenarbeiders en zeevissers; de
module werkt wel voor havenarbeiders of werknemers uit de zeevisserij in vast dienstverband;
8) voor bepaalde situaties van collectief ontslag die dateren van voor 01/01/2014 (cao
neergelegd ten laatste op 31/12/2013) en waarvoor nog de oude reglementering van
toepassing is;
9) op de lopende proefbedingen op 31/12/2013.
De module onderzoekt ook of je mogelijk (mits je voldoet aan alle voorwaarden) recht hebt op een
ontslaguitkering of een ontslagcompensatievergoeding.
© www.abvv.be/opzeg
3
februari 2014
3.
Uitleg van de velden en de berekening op de website
3.1. Uitleg bij de velden
3.1.1. Voor de arbeiders
3.1.1.1. Statuut
In eerste instantie moet je invullen of je op 31/12/2013 het statuut had van arbeider of van bediende.
Je kiest daar het statuut arbeider of het statuut bediende. Het betreft de situatie die van toepassing
was op 31/12/2013.
3.1.1.2. Paritair comité
Uit de lijst kies je het paritair comité waaronder je valt. Het PC vind je vaak terug op je loonfiches.
Dit is enkel van toepassing voor arbeiders.
Opgelet :een arbeider uit de publieke sector moet hier kiezen voor de code ‘0’, een arbeider uit de
publieke gezondheidssector (openbare ziekenhuizen) vult code ‘1’ in.
Je kiest een PC uit de lijst.
© www.abvv.be/opzeg
4
februari 2014
3.1.1.3. Brugpensioen (SWT)
Als je in het kader van een dossier SWT (brugpensioen) ontslagen wordt, gelden er in bepaalde
paritaire comités afwijkende opzegtermijnen (die korter zijn). Vandaar dat je dit veld moet aanvinken
als je in het kader van een procedure SWT ontslagen wordt.
Iemand die in dat kader ontslagen wordt heeft bovendien nooit recht op een ontslaguitkering, wel
eventueel op een ontslagcompensatievergoeding.
3.1.1.4. Begindatum in dienst en begindatum opzeg.
BEGINDATUM IN DIENST
Het gaat hier om je startdatum, de dag dat je in dienst getreden bent. Dit is de begindatum voor de
berekening van je anciënniteit.
Om de anciënniteit te berekenen neemt men de periodes waarin de werknemer ononderbroken in
dienst was bij dezelfde werkgever. De periodes van schorsing van de uitvoering van de
arbeidsovereenkomst zoals ziekte, vakantie, tijdelijke werkloosheid, worden ook meegeteld.
Verschillende opeenvolgende arbeidsovereenkomsten bij dezelfde werkgever komen eveneens in
aanmerking.
Opgelet als je eerst interim-werk deed in dezelfde functie bij dezelfde werkgever.
In dit geval wordt rekening gehouden met je interimaire tewerkstelling die voorafgaat aan de
tewerkstelling met het contract van onbepaalde duur in kwestie. Deze wordt voor max.12 maanden in
aanmerking genomen en voor zover er tussen de contracten geen onderbreking is van meer dan 7
kalenderdagen. De overgang van een interimcontract naar een contract van onbepaalde duur moet
bij dezelfde gebruiker (werkgever) en voor dezelfde functie zijn. Is dit allemaal het geval dan moet
de begindatum van het eerste interimcontract ingevuld worden voor zover de datum niet meer
dan 12 maanden vόόr de datum van het contract van onbepaalde duur gelegen is. Is dit laatste
wel het geval, dan moet de datum van 12 maanden vόόr het contract onbepaalde duur ingevuld
worden.
BEGINDATUM OPZEG
Dit is de einddatum om je anciënniteit te berekenen.
Het betreft hier de dag dat de opzeg ingaat. Dit is belangrijk omdat dit de wettelijk voorgeschreven
datum is waarop de anciënniteit wordt bepaald.
Dit is in principe de maandag volgend op de betekening.
BELANGRIJK: de datum van de betekening moet na 31/12/2013 liggen (voordien was er immers
een andere reglementering van toepassing).
De begindatum van de opzeg situeert zich dus ten vroegste op 06/01/2014.
1) de opzeg wordt gepresteerd:
Een opzeg die te presteren is, wordt ofwel betekend via een aangetekend schrijven ofwel bij
deurwaardersexploot.
Wordt de te presteren opzeg betekend via aangetekende brief dan is die betekend op de derde
werkdag (dus uitgezonderd zondag en feestdagen) volgend op de datum van verzending (= de
poststempel op de brief). De begindatum opzeg is dan de maandag die volgt op die datum. Het is dan
dat de opzeg ingaat.
© www.abvv.be/opzeg
5
februari 2014
Voorbeeld:
De postdatum van de aangetekende brief is donderdag 2 januari 2014.De brief is dan betekend op de
derde werkdag na 2 januari, zijnde maandag 6 januari en de opzeg gaat dan ten vroegste in op
maandag volgend op 6 januari, zijnde 13 januari 2014.
Wordt de opzeg betekend via deurwaardersexploot, gaat hij in de maandag volgend op de betekening
(= afgifte) ervan.
2) de opzeg wordt niet gepresteerd:
De ingangsdatum is dan de dag volgend op de dag dat de arbeidsovereenkomst verbroken werd.
3.1.2. Voor de bedienden.
3.1.2.1. Statuut.
Als je op 31/12/2013 het statuut had van bediende had, klik je op het bolletje links naast ‘Bediende’.
Het gaat om je situatie op 31/12/2013.
3.1.2.2. De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur
Als je bediende bent hebben wij de informatie nodig van het jaarloon om na te gaan of je een jaarloon
hebt boven of onder het bedrag van 32.254 euro. De opzegtermijnen voor de anciënniteit opgebouwd
tot 31/12/2013 zijn immers verschillend naargelang je jaarloon boven of onder dit plafond ligt.
Het is het jaarloon van een voltijdse tewerkstelling die bepaalt of je al of niet onder die grens zit.
Voor wie deeltijds werkt wordt het jaarloon door de module omgezet naar een voltijds bruto jaarloon.
Daarom hebben wij de normale gemiddelde wekelijkse arbeidsduur nodig.
Voorbeeld:
Een bediende die deeltijds werkt in een arbeidsregeling van 30 uren per week, verdient een jaarloon
van € 20.000. Een voltijdse baan bestaat in de onderneming uit 38 uren per week. Indien hij voltijds
werkte, zou het loon van de bediende dus € 25.333 (€ 20.000 x 38/30) bedragen.
Als je op deeltijds tijdskrediet bent, moet je ook de arbeidsduur vermelden die je presteert.
3.1.2.3. Het brutojaarloon.
Bij de berekening van de opzeg voor bedienden die in dienst waren vόόr 01/01/2014 is het loon
belangrijk bij de bepaling van de opzeg.
Daarom dien je in dit vak het totaal bruto jaarloon te vermelden dat je kreeg in 2013.
Als je deeltijds werkt, vul je het bruto jaarloon in voor de deeltijdse prestaties. Het programma zal dit
voor jou omrekenen naar voltijdse prestaties.
Het grensbedrag dat van toepassing is bedraagt 32.254 euro (op jaarbasis).
© www.abvv.be/opzeg
6
februari 2014
Hoe ga je tewerk?
Fase I: neem je bruto maandloon en vermenigvuldig het met 12,92 als je geen eindejaarspremie hebt
gekregen, of met 13,92 als je wel een eindejaarspremie hebt gehad.
Als de eindejaarspremie die je kreeg niet gelijk is aan een volledig maandloon, vermenigvuldig je je
maandloon met 12,92 en voeg je het bruto bedrag van de eindejaarspremie toe.
Is het aldus bekomen bedrag hoger dan 32.254 euro, dan vul je dat bedrag in.
Is het aldus bekomen kleiner dan 32.254 euro dan ga je over naar fase II.
Fase II: kijk na of je het volgende ontving:
 Privégebruik bedrijfsauto  maandelijkse waarde voor privégebruik (naargelang wagentype) x 12
Privégebruik firmawagen: het privégebruik van de firmawagen is een voordeel in natura. Het
bedrag van het voordeel moet worden vastgelegd op de werkelijke waarde ervan, en dus door de
werkelijke winst van de werknemer te ramen. De rechtspraak waardeert dit voordeel doorgaans
tussen 200 en 500 euro per maand, afhankelijk van het type wagen. Eventuele persoonlijke
bijdragen moeten afgetrokken worden.
 Veranderlijk loon: de veranderlijke bezoldigingen verdiend in 2013 of eventueel tijdens het deel
van 2013 waarin je in dienst was.
de
 Diverse premies zoals commissielonen, 14 maand,….(indien maandelijks bedrag x 12, zoniet
werkelijk brutobedrag)
 Werkgeversbijdrage voor maaltijdcheques: je hebt recht op één maaltijdcheque per daadwerkelijk
gepresteerde dag. Een voltijdse bediende werkt in principe 231 dagen daadwerkelijk (365
kalenderdagen - 104 weekenddagen - 20 vakantiedagen - 10 feestdagen).
Bedrag werkgeversbijdrage/cheque x 231
Indien de onderneming meer verlofdagen geeft (extra-wettelijke vakantie, dagen van
arbeidstijdverkorting,...), dan moet dit aantal van 231 nog verminderd worden.
 Bijdragen van de werkgever in een groepsverzekering (pensioen of hospitalisatie): dit is de
patronale bijdrage in de groepsverzekering zonder rekening te houden met de belasting van 4,4%
en de RSZ-bijdrage die werkgever op de premie betaalt (maandelijkse werkgeversbijdrage x 12).
 Andere voordelen: dit zijn toegekende voordelen waarmee geen rekening mag worden gehouden
bij de berekening van het dubbel vakantiegeld.
Maak dan de som van voormelde voordelen.
Fase III: maak de som van Fase I en Fase II en vul dit bedrag in.
3.1.2.4. Begindatum in dienst en begindatum opzeg.
SWT?
Voor bedienden zijn de opzegtermijnen als je met SWT gaat, identiek als deze bij het gewone ontslag
door de werkgever.
Als je op 31/12/2013 het statuut van bediende had en op SWT (brugpensioen) wil gaan hoef je dus
niets extra in te vullen.
BEGINDATUM IN DIENST :
Het gaat hier om je startdatum, de dag dat je in dienst getreden bent. Dit is de begindatum voor de
berekening van je anciënniteit.
Om de anciënniteit te berekenen neemt men de periodes waarin de werknemer ononderbroken in
dienst was bij dezelfde werkgever. De periodes van schorsing van de uitvoering van de
arbeidsovereenkomst, zoals ziekte, vakantie, tijdelijke werkloosheid, worden ook meegeteld.
Verschillende opeenvolgende arbeidsovereenkomsten bij dezelfde werkgever komen eveneens in
aanmerking.
© www.abvv.be/opzeg
7
februari 2014
Opgelet als je eerst interim werk deed in dezelfde functie bij dezelfde werkgever. Dan wordt
rekening gehouden met je interimaire tewerkstelling die voorafgaat aan de tewerkstelling met een
contract van onbepaalde duur in kwestie. Deze wordt voor max.12 maanden in aanmerking genomen
en voor zover er tussen de contracten geen onderbreking is van meer dan zeven kalenderdagen.
De overgang van een interimcontract naar een contract onbepaalde duur moet bij dezelfde gebruiker
en voor dezelfde functie zijn. Is dit allemaal het geval dan moet de begindatum van het eerste
interimcontract ingevuld worden voor zover de datum niet meer dan 12 maanden vόόr de
datum van het contract onbepaalde duur gelegen is. Is dit laatste wel het geval, dan moet de
datum van 12 maanden vόόr het contract onbepaalde duur ingevuld worden.
BEGINDATUM OPZEG:
Dit is de einddatum om je anciënniteit te berekenen.
Het betreft hier de dag dat de opzeg ingaat. Dit is belangrijk omdat dit de wettelijk voorgeschreven
datum is waarop de anciënniteit wordt bepaald.
Dit is in principe de maandag volgend op de betekening.
BELANGRIJK: de datum van de betekening moet na 31/12/2013 liggen (voordien was er immers
een andere reglementering van toepassing.)
De begindatum van de opzeg situeert zich dus ten vroegste op 06/01/2014.
1) de opzeg wordt gepresteerd:
Een opzeg die te presteren is wordt ofwel betekend via een aangetekend schrijven ofwel bij
deurwaardersexploot.
Wordt de te presteren opzeg betekend via aangetekende brief dan is die betekend op de derde
werkdag (dus uitgezonderd zondag en feestdagen) volgend op de datum van verzending (= de
poststempel op de brief). De begindatum opzeg is dan de maandag die volgt op die datum. Het is dan
dat de opzeg ingaat
Voorbeeld:
Postdatum aangetekende brief is donderdag 2 januari 2014.De brief is dan betekend op de derde
werkdag na 2 januari, zijnde maandag 6 januari en de opzeg gaat dan ten vroegste in op maandag
volgend op 6 januari, zijnde 13 januari 2014.
Wordt de opzeg betekend via deurwaardersexploot, gaat hij in de maandag volgend op de betekening
(= afgifte) ervan.
2) de opzeg wordt niet gepresteerd: de ingangsdatum is dan de dag volgend op de dag dat de
arbeidsovereenkomst verbroken werd.
3.2. Uitleg bij het resultaat.
3.2.1. De opzegperiode.
Het is mogelijk dat je opzeg in één keer berekend wordt of dat je opzeg in twee onderdelen berekend
wordt. Dit hangt af van een aantal factoren. In punt 4.1 vind je meer informatie hierover.
In het voorbeeld hierboven wordt de opzeg berekend in twee stukken.
In eerste instantie gebeurt een berekening op basis van je anciënniteit tot 31/12/2013 en gebeurt er
een tweede berekening op basis van je anciënniteit vanaf 01/01/2014.
Dit is noodzakelijk omdat de regels verschillend zijn.
Vervolgens wordt de totale periode van de opzeg weergegeven (die dus loopt van … tot en met ….).
© www.abvv.be/opzeg
8
februari 2014
In het voorbeeld hierboven is er slechts één lijn omdat het hier één globale berekening betreft.
BELANGRIJK: de einddatum van de opzegperiode (als die gepresteerd wordt) kan nog beïnvloed
worden door bepaalde gebeurtenissen zoals ziekte, vakantie….Voor meer info hierover contacteer je
best je ABVV-vakcentrale, zie www.abvv.be/vakcentrales.
3.2.2. De ontslaguitkering - geldt alleen voor arbeiders
Als je recht kunt hebben op een ontslaguitkering wordt hetvolgende vermeld : “Als je aan alle
voorwaarden voldoet heb je recht op een ontslaguitkering. Je dient hiervoor een aanvraag te doen via
de dienst werkloosheid van het ABVV.”
Opgelet: er zijn nog een aantal voorwaarden waaraan je moet voldoen. Deze kunnen echter niet via
deze berekeningsmodule beheerd worden.
Het dichtstbijzijnde ABVV-werkloosheidskantoor vind je terug door op www.abvv.be/gewestelijken op
de kaart te klikken.
3.2.3. De ontslagcompensatievergoeding - geldt alleen voor arbeiders
Als je recht hebt op deze vergoeding zal het volgende vermeld worden: “Als je aan alle voorwaarden
voldoet heb je recht op een ontslagcompensatievergoeding voor X weken nettoloon. Je dient hiervoor
een aanvraag te doen via de dienst werkloosheid van het ABVV.”
Desgevallend wordt er naast het aantal weken ook het aantal dagen toegevoegd (als het totaal niet
overeenstemt met een afgerond aantal weken).
Opgelet: in een aantal gevallen gelden er nog specifieke voorwaarden en modaliteiten die een invloed
hebben op dit recht.
Het dichtstbijzijnde ABVV-werkloosheidskantoor vind je terug door op www.abvv.be/gewestelijken op
de kaart te klikken.
© www.abvv.be/opzeg
9
februari 2014
4.
Algemene informatie
4.1. Ontslag
De wet van 26/12/2013 «betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en
bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen»
verscheen in het Staatsblad van 31/12/2013. De wet is in werking getreden op 01/01/2014.
Hij wijzigt in belangrijke mate de regels die van toepassing zijn bij ontslag.
4.1.1. De nieuwe opzegtermijnen
Vanaf 1 januari 2014 zal er bij ontslag nog slechts één enkele opzegtermijnregeling gelden voor alle
arbeiders en alle bedienden. De opzeg wordt niet meer berekend in dagen of maanden, maar in
weken per begonnen periode (trimester of jaar).
Voortaan gaat de opzegtermijn in vanaf de eerstvolgende maandag na de betekening van het ontslag
aan de werknemer (terwijl dat voorheen voor de bedienden vanaf de eerste dag van de volgende
maand was).
De eerste 2 jaar: anciënniteit berekend in trimesters
Anciënniteit
1 trimester of van 0 - 3 maanden
2 trimesters of van 3 - 6 maanden
3 trimesters of van 6 - 9 maanden
4 trimesters of van 9 - 12 maanden
5 trimesters of van 12 - 15 maanden
6 trimesters of van 15 - 18 maanden
7 trimesters of van 18 - 21 maanden
8 trimesters of van 21 - 24 maanden (2 jaar)
Duur opzeg
2 weken
4 weken
6 weken
7 weken
8 weken
9 weken
10 weken
11 weken
Van het 3e tot aan het einde van het 4e jaar: de anciënniteit wordt berekend in jaren.
Anciënniteit
2 jaar
3 jaar
4 jaar
Duur opzeg
12 weken
13 weken
15 weken
Van 5 jaar anciënniteit tot 20 jaar: + 3 weken per begonnen jaar anciënniteit met een maximum van
62 weken voor 20 jaar.
Anciënniteit
5 jaar
6 jaar
7 jaar
…
20 jaar
Duur opzeg
18 weken
21 weken
24 weken
…
62 weken
Meer dan 20 jaar: + 1 week per begonnen jaar anciënniteit zonder maximumgrens.
Anciënniteit
21 jaar
22 jaar
23 jaar
…
© www.abvv.be/opzeg
Duur opzeg
63 weken
64 weken
65 weken
10
februari 2014
4.1.2. Berekening van de opzegtermijn voor contracten ingegaan vóór 1/1/2014
Per 1/1/2014, wanneer een contract dat vóór die datum is ingegaan, beëindigd wordt, dan is de totale
opzegtermijn de som van de volgende twee resultaten (Deel I + Deel II).

Deel I: het eerste deel van de opzegtermijn wordt berekend i.f.v. de anciënniteit verworven op
31/12/2013. Voor de berekening van dat eerste deel gelden dus nog de opzegtermijnen zoals die
van toepassing waren tot 31/12/2013.
Het gaat om een foto van de op die datum verworven rechten.
Voor de werknemer die op 31/12/2013 het statuut had van arbeider worden ofwel de
wettelijke opzegtermijn ofwel de sectorale termijn (cao of KB) ofwel de cao nr. 75 in
aanmerking genomen.
Voor de werknemer die op 31/12/2013 het statuut van bediende had en van wie het jaarloon
32.254 euro niet overschreed, bedraagt de opzegtermijn 3 maanden per begonnen schijf
van 5 jaar.
Voor de werknemer die op 31/12/2013 het statuut van bediende had en van wie het jaarloon
32.254 euro overschrijdt, bedraagt de opzegtermijn 1 maand per begonnen jaar anciënniteit
met een minimum van drie maand.

Deel II: het tweede deel van de opzegtermijn wordt berekend i.f.v. de anciënniteit verworven
vanaf 1/1/2014. De opzegtermijn moet berekend worden alsof de werknemer op 1/1/2014 in dienst
zou zijn getreden. Voor de berekening van de anciënniteit wordt de teller dus op die datum op nul
gezet. Het tweede deel van de opzeg wordt berekend volgens de nieuwe regels (cf. tabel
hiervoor).
De totale opzegtermijn is dus een optelsom van het eerste en het tweede deel.
4.1.3. Uitzonderingen op de opzegtermijnen
4.1.3.1. Tijdelijke uitzonderingen voor bepaalde sectoren
Er gelden specifieke regels voor werkgevers en werknemers die een arbeidsovereenkomst beëindigen
tussen 1 januari 2014 en 31 december 2017 en die onder een sector vallen waar een specifiek regime
met betrekking tot de duur van de opzeggingstermijn, vastgesteld door een Koninklijk Besluit, van
toepassing was op 31 december 2013.
Het gaat om de volgende sectoren:
PC nr. 109 (Kleding- en confectiebedrijf)
PC nr. 124 (Bouwbedrijf)
PC nr. 126 (Stoffering en houtbewerking)
PC nr. 128.01 (Leerlooierij en handel in ruwe huiden en vellen)
PC nr. 128.02 (Schoeiselindustrie, laarzenmakers en maatwerkers)
PC nr. 301.01 (Haven van Antwerpen)
PC nr. 324 (Diamantnijverheid en -handel)
PC nr. 330 (Tandprothese)
Deze lijst is terug te vinden op de site van de FOD WASO op het adres
http://meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=40424
© www.abvv.be/opzeg
11
februari 2014
In geval van ontslag moeten die werkgevers de volgende opzegtermijnen naleven:
Per begonnen periode
Minder dan 3 maanden
3 maanden < 6 maanden
6 maanden < 5 jaar
5 jaar < 10 jaar
10 jaar < 15 jaar
15 jaar < 20 jaar
> 20 jaar
Ontslag door WG
2 weken
4 weken
5 weken
6 weken
8 weken
12 weken
16 weken
Belangrijk: De tijdelijke afwijkende opzeggingstermijnen zijn slechts van toepassing op de
werknemers voor wie er op 31/12/2013 een Koninklijk Besluit bestond dat, bij opzegging door de
werkgever, een opzeggingstermijn bepaalde die lager was dan de afwijkende opzeggingstermijn.
Deze vergelijking dient telkens per individuele werknemer te worden gemaakt zodat niet noodzakelijk
alle werknemers van de hieronder vermelde paritaire comités onderworpen zijn aan de tijdelijke
afwijkende opzeggingstermijnen
Wanneer daarentegen de sectorale opzeggingstermijnen, berekend op 31 december 2013 op basis
van de anciënniteit van de werknemer verworven op het moment van ingaan van de opzeg (en niet
op 31/12/2013!) gelijk of hoger zijn dan de boven aangehaalde opzeggingstermijnen, wordt de duur
van de opzeggingstermijn vastgesteld volgens de algemene regels zoals hierboven in punt 3.
Voorbeeld PC 126:
Voor contracten voor 01/01/2012 zijn de opzegtermijnen via sector KB geldig op 31/12/2013:
< 20j
28 dagen
≥ 20 jaren
112 dagen
De vergelijking met art 70 §2 (cao75) geeft
KB
0
<3m
28
Art. 70§2
in dagen
14
hoger=28
Neen
3m
<6m
28
28
gelijk=28
Neen
6m
<5j
28
35
lager=5w
Ja
5j
<10j
28
42
lager=6w
ja
10j
<15j
28
56
lager=8w
Ja
15j
<20j
28
84
lager=12w
Ja
≥20j
…
112
112
gelijk=112
Neen
Resultaat
Afwijking
Toepassing:
o Arbeider aangeworven op 01/10/2013 en ontslagen met opzeg ingaand op 01/03/2014 heeft
5 maanden verworven op 01/03/2014  valt niet onder uitzondering volgens tabel
hierboven  krijgt 28d + 2weken (nieuwe anciënniteit)
o
Arbeider aangeworven op 01/01/2000 en ontslagen met opzeg ingaand op 01/03/2014
heeft 14 jaren verworven op 01/03/2014  valt onder de uitzondering  art. 70 van
toepassing, er wordt geen “foto” van de verworven rechten op 31/12/2013 gemaakt. De
opzeggingstermijn bestaat dan gewoon in de afwijkende termijn van artikel 70 in functie van
de anciënniteit op het ogenblik van ingaan opzegtermijn  krijgt 8 weken.
Deze arbeider heeft wel recht op een ontslaguitkering.
© www.abvv.be/opzeg
12
februari 2014
4.1.3.2. Uitzondering van onbepaalde duur
Voor de werknemers van de volgende twee PC’s gelden steeds de bovenstaande regels:
o
o
PC nr. 124 (bouwbedrijf),
PC nr. 126 (stoffering en houtbewerking).
Op voorwaarde dat de volgende regels cumulatief gerespecteerd worden:
1°) de opzeggingstermijn werd op 31/12/2013 vastgesteld door de Koning op basis van de
artikelen 61 of 65/3, §2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en
was lager dan de volgende termijnen:
Anciënniteit
Van 0 tot minder dan 3 maanden
Van 3 maanden tot minder dan 6 maanden
Van 6 maanden tot minder dan 5 jaar
Van 5 jaar tot minder dan 10 jaar
Van 10 jaar tot minder dan 15 jaar
Van 15 jaar tot minder dan 20 jaar
Minstens 20 jaar
Ontslag door de werkgever (in weken)
2
4
5
6
8
12
16
2°) de werknemer heeft geen vaste plaats van tewerkstelling;
3°) de werknemer voert gewoonlijk op tijdelijke en mobiele werkplaatsen één of meer van volgende
activiteiten uit:
a)
b)
c)
d)
e)
f)
g)
h)
i)
graafwerken;
grondwerken;
funderings- en verstevigingswerken;
waterbouwkundige werken;
wegenwerken;
landbouwwerken;
plaatsing van nutsleidingen;
bouwwerken;
montage en demontage van, inzonderheid geprefabriceerde elementen, liggers en
kolommen;
j) inrichtings- of uitrustingswerken;
k) verbouwingswerken;
l) vernieuwbouw;
m) herstellingswerken;
n) ontmantelingswerken;
o) sloopwerken;
p) instandhoudingswerken;
q) onderhouds-, schilder- en reinigingswerken;
r) saneringswerken;
s) afwerkingswerkzaamheden behorende bij één of meer werken bedoeld in de punten a) tot r).
© www.abvv.be/opzeg
13
februari 2014
4.1.3.3. Opzeg bij herstructurering, pensioen of stelsel van werkloosheid met
bedrijfstoeslag
Wanneer sectorale KB's bijzondere opzegtermijnen in geval van herstructurering, pensioen of
stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (vroeger brugpensioen) bepaald hebben, wordt de
algemene regel zoals uitgelegd onder punt 3 toegepast: men berekent de foto op 31/12/2013 op
basis van de tot 31/12/2013 geldende regels en men telt de nieuwe termijnen geldig vanaf
01/01/2014 erbij. Deze werknemers kunnen eveneens de ontslagcompensatievergoeding
genieten als ze aan de voorwaarden voldoen (vb. 20 jaar anciënniteit in 2014).
Voorbeeld:
Arbeider met 38 jaar anciënniteit vallend onder PC 106.2 (betonnijverheid – afwijkende termijnen
SWT = wettelijke termijnen) wordt ontslagen op 01/06/2014.
Opzegtermijn wordt als volgt berekend
 anciënniteit vóór 31/12/2013 =
56 dagen (sectorale termijnen)
 anciënniteit vanaf 01/01/2014 =
4 weken
In totaal bedraagt de opzegtermijn van deze arbeider 56 dagen en 4 weken.
© www.abvv.be/opzeg
14
februari 2014