Discipelschap is niet los verkrijgbaar Is de

Discipelschap is niet los verkrijgbaar
Is de aandacht voor ‘discipelschap’ een zoveelste hype op het kerkelijk erf? Ook de IZB heeft
het hoog op de agenda staan. De jaarlijkse tweedaagse conferentie voor alle medewerkers
ging ook over het thema. Volgens Sjaak van den Berg, missionair predikant van de
wijkgemeente Martinikerk in Groningen, is de herontdekking van de navolging van Christus
de opdracht voor de kerk van vandaag. Maar er zijn ook valkuilen.
We ervaren ons leven tegenwoordig in hoge mate als een verzameling compartimenten die
onderling geen verband hebben met elkaar. Gezin, werk, studie, vrienden, sport, kerk - alles
wordt naast elkaar beleefd. Ieder onderdeel stelt eigen eisen en heeft eigen verwachtingen
van ons. Eigen goden ook, die niet zomaar als goden worden herkend, zoals geld,
carrièredrive, groepsdruk, prestatiecultuur. Ze oefenen macht over ons uit, of we gebruiken
ze om ons gelukkig te voelen. Er is geen alles-overkoepelend verband dat richting geeft aan
die verschillende onderdelen.
Dat geldt ook voor veel kerkgangers. Geloven in Jezus Christus is voor velen van hen
niet meer dan een onderdeel van het leven. Ze weten wel dat dat niet is wat het hoort te
zijn, namelijk de grond onder alles, of het zuurdesem dat alles doortrekt. Maar veel
kerkgangers vinden het lastig om een verbinding te leggen tussen wat er buiten de kerk
gebeurt en wat er in de kerk gezegd wordt.
Rondom het bestaan van God hangt bovendien veel mist in onze samenleving. Die
hindert kerkgangers om in de wereld te staan vanuit de gelovige veronderstelling dat Hij
leeft; dat Hij regeert, is al helemaal buiten beeld. Ons beeld van de werkelijkheid is in hoge
mate seculier. Onder deze omstandigheden moet je wel heel goede redenen hebben om een
kerkdienst te bezoeken…
Onze geseculariseerde cultuur beïnvloedt het leven binnen de gemeente van Jezus Christus.
In hoeverre bepaalt het feit dat Jezus Heer is de manier waarop de gemeente wordt
georganiseerd en bestuurd? Problemen worden vaak in eerste instantie horizontaal
geanalyseerd en aangepakt. In de omgang met elkaar nemen we eerder gebruiken van de
wereld de kerk in, dan andersom.
Naast dit verschijnsel van een ontgoddelijkt en gefragmentariseerd wereldbeeld, doet zich
nog een ander fenomeen voor, namelijk een sterke voorkeur voor authenticiteit. Er is in
onze cultuur een grote argwaan ten opzichte van grote verhalen. In plaats daarvan shoppen
we onze waarheid in onderdelen bij elkaar. Soms kan het per context verschillen wat we
voor waar houden. Het gevoel speelt daarbij een grotere rol dan rationele argumenten. Als
we ergens ‘een goed gevoel bij hebben’ en als iemand ‘echt ‘ op ons overkomt, vinden we
dat belangrijker dan dat hij goede argumenten heeft.
Wanneer je iets wilt delen met anderen, moet je van goeden huize komen. Alleen mensen
die spreken vanuit een eigen ervaring en authentiek overkomen hebben gezag.
Opdracht
Deze kenmerken van ons leven maken dat leerling-zijn van Jezus Christus de opdracht is voor
de kerk van nu. De roeping om in alle aspecten van ons leven Jezus na te volgen is een
krachtig medicijn tegen gefragmentariseerd leven. Dicht bij Christus blijven, de werkelijkheid
zien vanuit het feit dat Hij leeft, is belangrijk om als gelovige staande te blijven in het
krachtenveld waarin we leven, zowel binnen als buiten de kerk. Ook voor het delen van het
evangelie is dat enige manier waarop het kan.
Overigens brengt deze situatie ons bij een lijn die diep in de Schrift verankerd ligt. Leerlingzijn van Jezus Christus draait om toewijding aan God. Dit is wat Hij doorlopend vraagt in de
Schrift. Het gaat om keuze voor de ene God, die Heer is over het hele leven, en tegen de vele
goden die verschillende terreinen van het leven beheersen. Het is ritueel uitgebeeld in het
brandoffer en werd archetypisch voorgeleefd door hen die genoemd worden in de galerij
der gelovigen in Hebreeën 11.
Valkuilen
Aandacht vragen voor discipelschap roept allergische reacties op. Bijvoorbeeld van mensen
die vinden dat de nadruk op de navolging er gemakkelijk toe kan leiden dat binnen de
gemeente een keurkorps van superchristenen ontstaat. Leg je de lat niet te hoog? Is er nog
ruimte voor hen die het ideaalbeeld niet ‘halen’? Bevorder je niet een elitaire houding ten
opzichte van de mensen die niet zo trouw en goed zijn? En is het uiteindelijk ook niet een
bron van schijn-heiligheid?
Een ander verwijt is dat de leerling wel erg centraal komt te staan in de bediening van het
evangelie. Leidt alle aandacht voor wat wij als gelovigen moeten doen, niet af van onze blik
op Jezus Christus?
Dat zijn reële valkuilen. Iedere accentuering heeft het risico van een vertekening, zo ook
hier. Toch is dat geen reden om het onderwerp te laten voor wat het is. Het zijn
waarschuwingsborden die de grens markeren, waar we niet overheen moeten gaan. De
grens vermijden we door heel dicht bij Jezus Christus te blijven, die ons voorgaat.
Een paar gedachten die ons ervoor kunnen behoeden om in de valkuilen te trappen:
 Discipelschap is niet los verkrijgbaar. Daarom moeten we ook zoveel mogelijk
vermijden dat het als losse term gebruiken. Dan roept het de associatie op met een
begrip als ondernemerschap en dat verhoogt het risico dat we denken dat het gaat
om een project dat wij op poten moeten zetten. Het eigenlijke doel van het spreken
over dit onderwerp raakt dan letterlijk buiten beeld: Jezus kennen en volgen. We zijn
discipel of leerling van Jezus Christus.
 Leerlingen zijn geroepen door Jezus, die hen kiest, zonder dat ze zichzelf daarvoor
waardig hebben gemaakt. Veeleer stelt Jezus’ roep hen in staat om te volgen. Hij
verleent hen een nieuwe identiteit, doordat ze Hem volgen. Dat je geroepen bent tot
discipel is dus een genadige gave van God. Discipel blijven eveneens.
 Het volgen van Jezus heeft veel te maken met kruisdragen. In het evangelie worden
die twee aspecten altijd met elkaar verbonden. Kruisdragen maakt leerlingen
vruchtbaar. Het gaat om het inoefenen of toe-eigenen van Christus’ weg. Inhoudelijk
is dat hetzelfde als wat Paulus beschrijft in Romeinen 6: ‘Wij zijn dan met Hem
begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt
tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen.
Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood,
dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding’ (vers 4 en 5).
 De enige keer dat Jezus expliciet in het evangelie ‘Leert van Mij’ zegt, is in Mattheus
11: Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem


Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult
rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.’ Leren van Jezus is
geen prestatie. Het is eerder het bevrijd worden van prestatiedwang. Jezus geeft
rust.
De enige keer dat de leerlingen zeggen: ‘Here leer ons’, is wanneer ze vragen om te
leren bidden (Lukas 11:1). Afhankelijkheid is het kenmerk van leerlingen.
Leerling-zijn van Jezus wordt dus gekenmerkt door het gedragen zijn door de genade
van Jezus Christus.
Oefenen
Tegelijkertijd is wel duidelijk dat die genade alleen werkt, wanneer we aan haar roepstem
gehoorzamen. De leerlingen werden immers gevormd door Jezus doordat ze Hem volgden
en gehoorzaamden toen Hij riep.
Die gehoorzaamheid moet ik als gelovige oefenen. Daarvoor is nodig dat ik de stem van
Jezus vaak hoor en tijd en ruimte maak voor het lezen van de Schrift en gebed. De eigen
omgang met God of Christus is de basis. Het vraagt van mij dat ik de keuze maak om me te
oefenen in een ritme van verborgen omgang. Dat is een keuze tegen de maalstroom van
werk en afleiding. Ik moet daarvoor stilte zoeken, mijn computer en mobieltje uitdoen, of
niet eerder aanzetten dan nadat ik bij Hem geweest ben.
Het is ook belangrijk dat ik leer om de opdrachten van Jezus even serieus te nemen als zijn
beloften. Ik denk dat we hier wel eens te eenzijdig in zijn geweest. Ik kan niet selectief
‘winkelen’ in de evangelieteksten. Bijvoorbeeld, door de belofte van vergeving heel ernstig
te nemen en de opdracht om mijn naaste te vergeven niet. Dat kan bij Jezus niet. Maar ik
heb die ruimte wel gecreëerd. Datzelfde geldt voor al die andere opdrachten.
Daarbij hoort dat ik steeds meer ontdek waar ik in mijn leven buiten de kerk, het grootste
deel dus van mijn leven, Jezus kan gehoorzamen. Dat zie ik niet zomaar. Maar het wordt beter
nu ik elke morgen mijn agenda doorneem met Jezus. Ik vraag Hem om leiding bij alle dingen,
door bewust de taken en de opdrachten die er die dag zijn, met Hem te bespreken. Eerst
ging dat vooral over de dingen die te maken hebben met mijn werk. Nu ook dat ik als vader
mijn zoon naar de sporttraining breng en daar mensen ontmoet. Gaandeweg kom ik er
achter dat ik Jezus nog veel meer nodig heb om überhaupt vader of echtgenoot te zijn. Nu ik
dit doe, ga ik anders kijken. Meer met de verwachting: wat zal Christus nu van me vragen, of
waar wil Hij me voor gebruiken? Hij blijkt op veel meer plaatsen te zijn, dan ik eerst zag.
Soms is dat vertroostend, vaak ook confronterend.
Alleen door te luisteren naar wat Jezus van ons vraagt, zul je Hem leren kennen. Alleen door
je leven te zien als het volgen van Jezus, zul je Hem herkennen op de plaatsen en momenten
waar je Hem eerder niet zag. Alleen wanneer je ‘jezelf laat kruisigen’, komt er ruimte voor de
opstandingskracht van Christus. De mate waarin je Hem kent, bepaalt goeddeels wat je van
Hem kunt uitdelen.
Ontvangen
De roeping draagt overigens in hoge mate een geheim met zich mee dat niet organiseerbaar
is. Het meeste leren we namelijk van wat Jezus Christus zelf bewerkt, zonder dat we het in
de hand hebben. Een filmpje over een auberginekweker, maakt dat duidelijk. De kweker
vertelt dat hij om aubergines te kweken in zijn kas, de planten moet plagen. Hij vermindert
de voedseltoevoer van de plant om hen te prikkelen om over te gaan van vegetatieve groei
(de bladeren en de stengels) naar generatieve groei (de vruchten). Wanneer we ons richten
op het volgen van Jezus in ons leven, zal Hij de omstandigheden zo gebruiken dat we
vruchten gaan dragen. Hij laat alles meewerken ten goede.
Sjaak van den Berg
Met dank aan Arjan Markus, Sake Stoppels, Christiaan Cevaal en CorBert de Rooij. Naar
aanleiding van de IZB-tweedaagse in Elspeet, 23 en 24 januari 2014.