Extract H2 - Academia Press

H2 Bouwstenen en soorten sociaalwetenschappelijk onderzoek
H2
Bouwstenen en soorten
sociaalwetenschappelijk onderzoek
Methodologie van de sociale wetenschappen © Academia Press 2014
Methodologie.indb 31
31
16-10-14 11:55
D1 Algemeen: basisbegrippen
H2
Vlamingen lijken
tegenwoordig in de
ban van hun voeding.
Televisiekijkers worden om de oren geslagen met allerhande
kookprogramma’s. En
de top tien van meest
verkochte boeken
bevat steevast enkele
kook- en dieetboeken. Voeding laat ook de
wetenschappelijke wereld niet onberoerd.
In 2012 publiceerde Kris Verburgh zijn
ondertussen veelbesproken boek De voedselzandloper. Over afvallen en langer
gezond blijven. Hierin bepleit de auteur
een aantal wijzigingen in het voedingspatroon die bevorderlijk zouden zijn voor de
gezondheid – handzaam samengevat in
een zandlopermodel. Het boek is razend
populair: ondertussen is het al meer dan
100.000 maal over de toonbank gegaan…
Maar lang niet iedereen is er even enthou-
siast over: verschillende wetenschappers
en voedingsexperten uiten scherpe kritiek.
Zo bijvoorbeeld het Vlaams Instituut voor
Gezondheidspromotie en Ziektepreventie
(VIGeZ) de auteur bijvoorbeeld onwaarheden te verkopen en noemt het sommige
adviezen zelfs ronduit gevaarlijk. En de
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van de Universiteit Antwerpen (UA), waar Kris Verburgh toentertijd als assistent werkzaam was, zag zich
genoodzaakt om publiekelijk afstand te
nemen van De Voedselzandloper. Het verhitte debat rond De Voedselzandloper gaat
in essentie over één belangrijke vraag: is
het boek van Verburgh een gedegen
wetenschappelijke studie of niet? Wat zijn
dan precies de kenmerken van wetenschappelijk onderzoek? En hoe kunnen we
de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek beoordelen? Hoofdstuk 2 geeft een
antwoord op deze vragen.
2.1. Inleiding
In Hoofdstuk 1 passeerden bij wijze van smaakmaker een hele reeks voorbeelden van onderzoek de revue. Tussen de regels door kon je toen al een deel
van het antwoord lezen op de vraag wat er nu zo specifiek is aan sociaalwetenschappelijk onderzoek. In dit hoofdstuk wordt het antwoord op de vraag
‘wat is wetenschap?’ op een systematische wijze uitgewerkt. Wat maakt sociaalwetenschappelijk onderzoek tot wat het is? Uit welke bouwstenen bestaat
sociaalwetenschappelijk onderzoek? Welke soorten onderzoek bestaan er
zoal? En hoe kan je een onderscheid maken tussen goed en slecht
onderzoek?
32
Methodologie.indb 32
Methodologie van de sociale wetenschappen © Academia Press 2014
16-10-14 11:55
H2 Bouwstenen en soorten sociaalwetenschappelijk onderzoek
Het doel van sociaalwetenschappelijk onderzoek is theoretische kennis op te
bouwen over de samenleving. Zo tonen de illustraties uit Hoofdstuk 1 bijvoorbeeld hoe socioloog Loïc Wacquant (2004) in de huid van een bokser kruipt
om het leven in de zwarte getto’s van de Verenigde Staten te begrijpen. Gentile en collega’s (2004) wensen dan weer agressief gedrag bij leerlingen te
verklaren en gaan na of dit gedrag veroorzaakt wordt door het spelen van
gewelddadige games. In beide gevallen willen de onderzoekers meer te
weten komen over een bepaald aspect van de sociale realiteit, en met dat
doel voor ogen voeren ze onderzoek uit. ‘Productie van kennis’ volstaat uiteraard niet als definitie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Naast wetenschap bestaan er immers heel wat concurrerende kennissystemen. Kennis
over hoe de wereld in elkaar zit kan ook voortkomen uit mediaberichtgeving
of persoonlijke ervaring. Zo heb je misschien een tijdje geleden een krantenartikel gelezen waarin een journalist schrijft dat gewelddadige games een
bedreiging vormen voor het mentale welzijn van onze jeugd vormen. Of
mogelijk voel je jezelf altijd rusteloos na het spelen van een Shoot ’Em Up
game en meen je daaruit te mogen besluiten dat gamen agressie veroorzaakt.
Toch kunnen deze voorbeelden, in tegenstelling tot het onderzoek van Gentile en collega’s (2004), niet als wetenschappelijke kennis beschouwd worden.
Wat bepaalt dan wel de eigenheid van wetenschappelijke kennis? Welnu, kenmerkend voor wetenschappelijk onderzoek is dat er een voortdurende wisselwerking bestaat tussen theorie en empirie. Wetenschappelijke kennis is gebaseerd op systematische observatie van de realiteit, waarbij bepaalde
methodologische spelregels nauwgezet gevolgd worden. Sociaalwetenschappelijk onderzoek kan je dan ook definiëren als de productie van geldige en
betrouwbare kennis over de sociale realiteit door het combineren van theorie
en empirie, waarbij methodologische principes rigoureus worden toegepast.
De rest van dit hoofdstuk gaat dieper in op de verschillende elementen van
deze definitie.
Hierbij dient echter opgemerkt te worden dat er onder sociale wetenschappers geen algemeen aanvaarde definitie bestaat van wat sociaalwetenschappelijk onderzoek nu precies inhoudt. Over wat goed onderzoek is,
bestaat er nog minder unanimiteit. Met een boutade zou je kunnen zeggen
dat er evenveel visies bestaan op onderzoek als er onderzoekers zijn. Dit
hoofdstuk heeft als doel een algemene introductie te bieden op enkele cruciale begrippen uit het wetenschappelijk onderzoek en gaat noodzakelijkerwijs
voor een stuk voorbij aan de geweldige diversiteit van opvattingen hierover.
De verscheidenheid in filosofische uitgangspunten en empirische strategieën
komt in de rest van dit boek meer uitgebreid aan bod. Zonder deze diversiteit
te willen miskennen, zijn wij er echter van overtuigd dat het meeste – zo niet
alle – sociaalwetenschappelijk onderzoek een minimum aan basisaannames
en uitgangspunten deelt die het onderwerp vormen van dit hoofdstuk. Het is
niettemin goed voor ogen te houden dat niet alle onderzoekers het met elke
definitie eens zullen zijn of aan elk van de punten evenveel belang gaan
hechten.
Methodologie van de sociale wetenschappen © Academia Press 2014
Methodologie.indb 33
Sociaalwetenschappelijk onderzoek: de
productie van geldige
en betrouwbare ken­
nis over de sociale
realiteit door het com­
bineren van theorie
en empirie, waarbij
methodologische
principes rigoureus
worden toegepast.
33
16-10-14 11:55
D1 Algemeen: basisbegrippen
Voorbeelden van wetenschappelijke theorieën: de Big Bang-theorie, Darwins evolutietheorie en Wilson en Kellings
‘Broken Windows Theory’.
2.2. Bouwstenen van sociaal­
wetenschappelijk onderzoek
2.2.1. Theorie en empirie
Theorie: het geheel
van samenhangende
uitspraken of proposi­
ties die bepaalde feno­
menen beschrijven of
verklaren.
34
Methodologie.indb 34
Sociaalwetenschappelijk onderzoek is een mix van twee onontbeerlijke ingrediënten, namelijk theorie en empirie. Theorie is een term die door sociale
wetenschappers op heel erg verschillende wijzen gehanteerd wordt (zie bijvoorbeeld Abend, 2008). Heel algemeen gesteld verwijst dit begrip naar een
geheel van samenhangende uitspraken of proposities die bepaalde fenomenen beschrijven of verklaren. Theorieën leggen terugkerende patronen of
regelmatigheden in de wereld rondom ons uit (Blaikie, 2000: 143). Ze beantwoorden niet alleen wat-, hoe- en waaromvragen, maar laten idealiter ook toe
om voorspellingen te doen. Al dient het gezegd dat het zeker in de sociale
wetenschappen verre van eenvoudig is om uitspraken te doen over de toekomst. Voorspellingen blijken achteraf immers regelmatig niet te kloppen.
Je kan theorieën bekijken als verhalen over hoe de realiteit functioneert.
Ongetwijfeld ken je zelf een groot aantal voorbeelden van theorieën. Zo
beschrijft de Big Bang-theorie de fysische en chemische processen die ertoe
geleid hebben dat ons heelal in ruim 13 miljard jaar geëvolueerd is van een
enorm dichte massa ter grootte van een tennisbal tot hoe het er vandaag uitziet (Singh, 2005). Darwins evolutietheorie legt uit hoe het komt dat de aarde
bevolkt wordt door een enorme variëteit aan planten- en diersoorten. Bij de
voortplanting vinden regelmatig kleine mutaties plaats in het bestaande genetisch materiaal. Via natuurlijke selectie worden mutaties die nuttig zijn voor het
overleven van een soort verder verspreid in de populatie, terwijl schadelijke
mutaties worden geëlimineerd. Op die manier evolueren planten en dieren
voortdurend in de richting van een betere aanpassing aan hun omgeving en
kunnen zich bovendien nieuwe soorten afsplitsen (Dawkins, 2009). Sociaalwetenschappelijke theorieën verklaren dan weer hoe de samenleving in elkaar
Methodologie van de sociale wetenschappen © Academia Press 2014
16-10-14 11:55
H2 Bouwstenen en soorten sociaalwetenschappelijk onderzoek
Theorie over werkstress
Volgens de Vlaamse
Werkbaarheidsmonitor
(Werkbaarheidsmonitor,
2010) kampt bijna één
derde van de werknemers met problematische stress op de werkvloer. Werkstress tast
het fysiek en psychisch
welbevinden van werknemers aan en vormt
daardoor ook een economische bedreiging
voor de organisatie of
het bedrijf waar de
werknemer werkzaam
is. Hiermee vormt het
reduceren van
werkstress één van de
grote uitdagingen binnen de hedendaagse
arbeidsmarkt. Het verbaast dan ook niet dat
sociale wetenschappers
zich over dit probleem
gebogen hebben in een
poging te achterhalen
wat de oorzaken van
werkstress zijn. Een theorie die heel wat bijval
gekregen heeft, is het
job demand/job control
model (JDC-model) van
Karasek (1979).
Deze theorie zoekt de
wortels van stress in
twee psychosociale jobkenmerken, namelijk
autonomie en werkdruk.
Autonomie – job control
in het Engels – is de
mate waarin werknemers zelf controle hebben over hun taken en
hoe deze worden uitgevoerd (volgorde, ritme,
werkuren). Werkdruk
verwijst naar de fysieke
of psychologische
inspanning die nodig is
om de job uit te voeren.
Volgens Karasek resul-
Autonomie
Actieve
job
Passieve
job
Slopende
job
Werkdruk
Zinloze
job
Stressrisico
Figuur 2.1.
Het ‘job demandl/job control’ model van Karasek (1979).
Voorbeelden van de vier types jobs uit Karaseks model:
de Homer Simpson-job, een professor aan een universiteit, een sandwichman, lopend bandwerk.
teert stress voornamelijk uit een combinatie
van hoge werkdruk en
lage autonomie (de
zogenaamde slopende
jobs). Bandwerk in een
fabriekshal is hét typevoorbeeld van een slopende job: de werknemer moet aan hoog
tempo repetitieve handelingen stellen, waarbij
hij/zij zo goed als geen
beslissingsmogelijkheden heeft. De band
draait op een constant
tempo en legt zo het
werkritme vast. Zelfs
om even naar het toilet
te gaan moet de werknemer toestemming
vragen. Het Karasek-
Methodologie van de sociale wetenschappen © Academia Press 2014
Methodologie.indb 35
model leert dat hoge
werkdruk op zich niet
noodzakelijk tot stress
leidt, zolang die druk
maar gepaard gaat met
voldoende beslissingsruimte – dit zijn de
actieve jobs. Evenmin
veroorzaakt een lage
graad van autonomie
automatisch stress, als
dit maar gepaard gaat
met lage werkdruk. Dit
is het geval bij de zogenaamde passieve jobs.
Later is het JDC-model
verder verfijnd om ook
rekening te houden met
factoren zoals sociale
steun van collega’s en
oversten (Karasek &
Theorell, 1990).
35
16-10-14 11:55
D1 Algemeen: basisbegrippen
Concept: een algemeen
en abstract idee dat
als een label dient om
concreet waarneem­
bare zaken of fenome­
nen te categoriseren.
Verifieerbaarheid: de
mogelijkheid om door
observatie te toetsen
of theoretische aanna­
mes overeenstemmen
met de realiteit.
Falsifieerbaarheid: de
mogelijkheid om door
observatie de eventu­
ele onjuistheid van
kennis aan te tonen,
weerlegbaarheid.
Repliceren: het herha­
len van onderzoek om
te kijken of je tot
dezelfde conclusies
komt.
36
Methodologie.indb 36
zit. De Broken Windows Theory (Wilson & Kelling, 1982) bijvoorbeeld stelt dat
de fysieke verloedering van een buurt potentiële criminelen aantrekt en biedt
op die manier een verklaring voor hoe criminaliteit zich in bepaalde buurten
nestelt. Het job demand/job control model van Karasek (1979) legt uit welke
jobkenmerken ertoe leiden dat werknemers gestresseerd zijn.
Goede sociaalwetenschappelijke theorieën bezitten enkele belangrijke
kenmerken. Ten eerste is een goede theorie een logisch samenhangend
geheel van uitspraken over relaties tussen concepten (Strauss & Corbin, 1994:
278). Concepten of begrippen zijn de centrale bouwblokken, en je kan ze best
begrijpen als algemene en abstracte ideeën die als label dienen om concreet
waarneembare zaken en fenomenen te categoriseren. Een concept dat centraal staat in de Broken Windows Theory, bijvoorbeeld, is criminaliteit. Het
begrip ‘criminaliteit’ is een abstracte categorie die een hele waaier van concreet gedrag omvat – gaande van graffiti spuiten tot overvallen en moorden
plegen. Theorieën beschrijven hoe verschillende concepten met elkaar in verband staan. Verder redenerend met de Broken Windows Theory: die stelt dat
er een causale relatie bestaat tussen fysieke verloedering – een tweede centraal concept in de theorie – en criminaliteit.
Een tweede belangrijk kenmerk van sociaalwetenschappelijke theorieën is
dat ze te allen tijde empirisch toetsbaar moeten zijn. Het moet mogelijk zijn
om door observatie te toetsen of de theoretische aannames wel degelijk overeenstemmen met de realiteit. Empirische toetsbaarheid houdt zowel verifieerbaarheid als weerlegbaarheid in (Swanborn 2005: 30 en verder). Verifieerbaarheid betekent dat wetenschappelijke uitspraken fenomenen betreffen die
waarneembaar zijn of op zijn minst observeerbare gevolgen hebben. Beweringen over zaken die principieel niet waargenomen kunnen worden en daardoor niet na te trekken zijn, horen per definitie niet in de wetenschap thuis.
Met falsifieerbaarheid wordt daarenboven bedoeld dat wetenschappelijke
theorieën zo geformuleerd moeten zijn dat het mogelijk is observaties te doen
die de theorie ontkrachten of falsifiëren. Falsifieerbaarheid van kennis betekent niet dat deze onjuist zou zijn, maar ‘dat het mogelijk is om de eventuele
onjuistheid van die kennis aan te tonen’ (Swanborn 2005: 30). Het streven
naar toetsbare kennis vereist een grote openheid en transparantie in het
wetenschapsbedrijf. Wetenschappelijke kennis heeft per definitie een
gemeenschappelijk karakter. Wetenschappelijke theorieën die niet met anderen gedeeld worden, kunnen niet weerlegd worden en voldoen daarom niet
aan het criterium van empirische toetsbaarheid. Dit alles impliceert dat je als
onderzoeker altijd eenduidig en in grote openheid dient te rapporteren over
hoe bepaalde theorieën tot stand zijn gekomen. Op die manier hebben anderen de mogelijkheid om jouw onderzoek te herhalen – of repliceren zoals dat
heet – en te controleren of ze tot dezelfde conclusies komen. Falsifieerbaarheid vereist ook dat wetenschappers bereid zijn hun theorieën bij te stellen of
zelfs volledig te verwerpen indien er observaties gedaan worden die hun
inzichten tegenspreken.
Methodologie van de sociale wetenschappen © Academia Press 2014
16-10-14 11:55