Krax 3.1 - Volledige editie (pdf, 5.89 MB)

België - Belgique
PB Gent X
3/8812
thema's van kinderen en jongeren in perspectief
4
9
15
23
KRAX_21+.indd 1
bYfmYjaœ^]ZjmYja*(),
+\]bYYj_Yf_'Fmee]j)
N]jk[`abfl\ja]eYYdh]jbYYj
9^_a^l]cYflggj?]flP
Cultuur voor allen, allen naar cultuur
Crisiscommunicatie redt jouw jeugdorganisatie
Speelweefsel in Vlaanderen
Welzijn (z)onder druk
1/8/14 1:29:12 PM
Krax+, expertiseblad over thema’s die
essentieel zijn voor kinderen, jongeren
en hun organisaties. Krax+ is een
initiatief van De Ambrassade.
De kernredactie bestaat uit experten
binnen en buiten het jeugdwerk.
—
EVELYNE BLANCKE
hoofdredactie
JAN DE RYCK
eindredactie
+
THEMA’S MET EEN IMPACT!
Kwaliteit zit niet in de veelheid. Je moet net inhoudelijke keuzes
durven maken en daarin naar diepgang streven. Krax+ stelt
scherp op enkele domeinen met een grote impact op het leven
van kinderen, jongeren en hun organisaties. In deze editie
brengen we expertise over Cultuur, Ruimte en Welzijn. Niet
toevallig enkele van de thema's waar De Ambrassade de
schouders onder zet.
BART VANHOENACKER (KATHO
VIVES), VERA HOOGSTEYN (Jong &
Van Zin), LEEN VAN BOCKSTAL
(JINT), JOHAN MEIRE (Kind &
Samenleving), KATRIEN CRISPEYN
(De Ambrassade), DOMINIQUE
VERSCHUREN (demens.nu),
TINEKE VAN DE WALLE (JOP),
KRISTOF D’HANENS (Mediaraven),
LEEN BARTHOLOMEUS (VVJ),
ROBERT CRIVIT (Uit De Marge),
NANCY DE BACKER (De Ambrassade),
MIEKE HULIN (Jong en Van Zin),
kernredactie
DAAN BAUWENS, HELEEN VAN
AKEN, VIRA BENNEKENS, KATRIJN
GIJSEL, WOUTER VERHEECKE,
REIN HAUDENHUYSE, JANNE
VERMEESCH, MIET NEYENS, NEEL
EERDEKENS, KURT JACOBS
medewerkers
VIRA BENNEKENS, ZAM EBALE
MARTINO, JEUGDDIENST BRUGGE,
IRIS VERHOEYEN, WWW.FLICKR.COM
fotografie
—
Maar De Ambrassade behartigt nog méér jonge zaken! In het
cahier Beleid draaien we goed warm voor de verkiezingen in
mei. En in ons cahier Organisatieontwikkeling confronteren we
je met crisissituaties zoals die kunnen voorkomen in elke
jeugdwerking. Voorbereid zijn om goed te communiceren, dàt
kan het verschil maken!
Redactieadres
De Ambrassade – Krax+
Leopoldstraat 25, 1000 Brussel
T 02 551 13 50
F 02 551 13 85
www.ambrassade.be
Zoek dus wat rust op en duik in deze editie vol onderzoek,
duiding en boeiende cases. Hou even stil bij de eerlijke opinies
en gewaagde standpunten. En laat vooral jouw eigen denken en
doen inspireren. Want zo krijg ook jij een impact!
EMMA THYSSEN
vormgeving
EVA VEREECKE
verantwoordelijke uitgever
—
DRUK IN DE WEER, GENT
druk
Evelyne Blancke
hoofdredacteur
Wil je een reactie of suggestie kwijt, oudere artikels opzoeken
of je persoonsgegevens corrigeren?
Surf dan naar www.kraxplus.be
KRAX_21+.indd 2
1/8/14 1:29:13 PM
4
IN DIT NUMMER...
12
15
4
7
Cultuur voor allen, allen naar cultuur
9
12
Crisiscommunicatie in het jeugdwerk
15
18
Speelweefsel in Vlaanderen
20
Welzijn (z)onder druk
25
"We brengen de diversiteit aan opinies van jongeren in beeld"
Jong, kansarm en kunstminnend
Naar een verdienmodel in het jeugdwerk?
Speelweefsel in jouw gemeente
25
KRAX_21+.indd 3
1/8/14 1:29:14 PM
+ cul
+ cultuur +
tu
ur +
CULTUUR VOOR ALLEN,
ALLEN NAAR CULTUUR
Dominique Verschuren
Als we de kranten mogen geloven, zijn er steeds
minder mensen die deelnemen aan het culturele
leven. Hoe komt dat toch? Kunnen we daar een
oplossing voor vinden? Een goed beleid rond
cultuureducatie wil nog wel eens helpen. KRAX+
ging langs bij twee experten ter zake voor een
kritische blik. An Van den Bergh is stafmedewerker
sociaal-artistiek werk bij Dēmos vzw. Dēmos is als
kenniscentrum actief in het Vlaams Participatiedecreet en zet in op het vernieuwen en verdiepen
van de participatie van kansengroepen aan cultuur,
jeugdwerk en sport. Iris Verhoeyen is stafmedewerker bij De Ambrassade. Voordien was ze educatief medewerker bij Mooss en Kamo, twee cultuureducatieve organisaties. Bij de Ambrassade richt
zij zich meer op het beleid rond cultuureducatie.
K R AX + I 4
Het brede plaatje van cultuureducatie
An Van den Bergh • Er zijn verschillende perspectieven om
naar cultuureducatie te kijken: het jeugdwerk, de kunsten,
het onderwijs... Binnen welzijn wordt cultuureducatie dan
weer gebruikt als een middel om met kinderen en jongeren
te werken rond hun zelfvertrouwen en ze betekenis te laten
geven aan de wereld rondom hen. Cultuureducatie is dus
heel breed, maar je kunt er wel een kern in ontdekken.
Krax+ • Wat is die kern?
An • Voor mij is die kern via kunst en cultuur betekenis geven
aan de wereld om je heen. Dan bedoel ik: de problemen en
KRAX_21+.indd 4
ontwikkelingen die zich voordoen in je omgeving, de relaties
die je aangaat met andere mensen, en dat kunnen verbeelden en er iets over zeggen via kunst in de breedste zin van
het woord.
Iris Verhoeyen • Wat er concreet gebeurt, moet ter plaatse
in het veld ontstaan, daar moeten de keuzes gemaakt
worden. Dat kan heel breed gaan, zoals werken rond hoe
het plein in je wijk is vormgegeven. Want ook dat is een
vorm van cultuureducatie. Dieren maken immers geen
pleinen, mensen wel. Je definieert dan op basis van de
fundamentele tegenstelling: cultuur versus natuur. Voor
sommige mensen is dat een zinvolle manier om cultuureducatie af te bakenen: hoe gaan wij om met de omgeving
zoals wij die kennen en waarin we leven? Anderen gaan
heel specifiek met één kunstdiscipline aan de slag,
bijvoorbeeld danseducatie. Voor organisaties die aan
cultuureducatie doen is het belangrijk om hier een keuze in
te maken. Maar als beleidsmaker is het niet wenselijk om
te zeggen dat een bepaalde vorm van cultuur niet past in
het brede plaatje van cultuureducatie. Want hierdoor sluit je
een heleboel mensen uit.
An • Ik vind ook dat je het begrip niet moet afbakenen en
verengen. Een beleid met een open visie is essentieel.
Wat is kunst? De valkuil van het nieuwe
kunstendecreet
An • In het nieuwe Kunstendecreet zal ‘kunsteducatie’ geen
aparte categorie meer zijn, zoals nu. Dat biedt heel veel
mogelijkheden, maar houdt natuurlijk ook risico’s in. Door
iets te benoemen, garandeer je dat het blijft bestaan. Als je
dat niet doet, heb je er geen vat meer op.
1/8/14 1:29:14 PM
KRAX_21+.indd 5
An • De discussie over norm- en
kwaliteitsvervaging is heel kenmerkend
voor kunst- en cultuureducatie: is het
kwalitatief voldoende wat daar gebeurt
en is het relevant? Laat die inhoudelijke
norm maar bepaald worden door de
kinderen en jongeren zelf. We zullen
zien wat er komt bovendrijven. Waar de
overheid voor moet zorgen, is dat de
context zo kwaliteitsvol mogelijk
omkaderd is. Wat ben je precies aan het
doen? En hoe pak je dat aan? Dan
hebben we het dus over de omkadering,
en niet over de inhoud.
Iris • De commissie Groeien in cultuur
ontwikkelt momenteel een kwaliteitskader voor cultuureducatie. Dit
kwaliteitskader wil organisaties een
manier aanreiken om de kwaliteit van
hun cultuureducatieve werking te verbeteren. Een organisatie kan op deze
manier haar sterke punten in kaart
brengen, en een aantal groeipaden
formuleren. Zulke kwaliteitskaders en
Krax+ • Waaruit zou goede cultuureducatie moeten vertrekken?
An • Vanuit het leven van kinderen en
jongeren zelf. En dan gaat het over
zowel iemand uit de middenklasse als
iemand die hier net is aangekomen óf
iemand met een beperking. Het gaat
met andere woorden over het recht op
cultuur. En dat recht kan je bekijken in
een continuüm van praktijken. Om te
beginnen zou elk kind geprikkeld
moeten worden en in contact moeten
komen met cultuur zonder dat het
daar zelf voor heeft gekozen. Dan denk
je automatisch aan het onderwijs.
Veranker dat dus in het curriculum. De
volgende stap is dat elk kind in zijn of
haar vrije tijd de keuze moet hebben
om voor het plezier met cultuur bezig
te kunnen zijn. Nóg een stapje verder
is dat kinderen hun talenten kunnen
ontwikkelen en misschien professioneel doorgroeien. Het is dus belangrijk
dat er op elk niveau in dat continuüm
een divers aanbod aan organisaties
bestaat die zich daarmee bezig
houden. Het is de taak van de overheid
om dat landschap in kaart te brengen
en bij te sturen waar nodig. >
© Iris Verhoeyen
An Van den Bergh
De leefwereld van kinderen
en jongeren, uitgangspunt
voor kwaliteit
-instrumenten zetten organisaties op
weg naar nog kwalitatievere activiteiten. Naast de globale werking vestig ik
ook graag de aandacht op de rol van de
cultuureducator zelf. De begeleiders
van het educatieve proces spelen een
sleutelrol in de kwaliteit van het
aanbod, dat blijkt ook uit onderzoek.1
De overheid ontwikkelde om die reden
een competentieprofiel van de
cultuureducator.2 Dat profiel zet
organisaties op weg om een keuze te
maken rond welke competenties zij
belangrijk vinden in hun begeleiders.
5 I K R AX +
“Laat de
inhoudelijke norm
van wat kwalitatief
is maar bepaald
worden door
kinderen en
jongeren zelf.”
Krax+ • Hoe kun je dat relativisme
voorkomen?
An • Het is heel belangrijk dat er een
duidelijke visietekst van de minister
komt, waarin een aantal prioriteiten
worden genoemd. Op basis daarvan
kunnen individuele projecten en
organisaties beoordeeld worden.
Hebben die praktijken een realistisch en
coherent verhaal, en heeft dit verhaal
raakvlakken met de prioriteiten die de
minister legt? Als er adequate antwoorden zijn, dan moet die organisatie
erkend worden.
+ cultuur +
Krax+ • Dan glippen er initiatieven
door de mazen van het net?
An • Inderdaad, door het niet te
benoemen kan het risico ontstaan op
te weinig visie. Dat kan leiden tot een
ontwikkeling van het recht van de
sterkste, waarbij enkel organisaties die
zich het best kunnen profileren zich
staande houden. Je hoeft kunsteducatie op zich niet af te bakenen, maar je
moet wel bewaken dat je kunstenveld
geen elitaire blanke middenklasseveld
wordt. Daar mag je op landschapsniveau best in corrigeren, vind ik. Ik
ben bijvoorbeeld voorstander om
vanuit het beleid te zeggen: minstens
tien procent van het totale budget moet
gaan naar praktijken die werken voor
of creëren met kinderen en jongeren
uit meer kwetsbare milieus. Het gaat
erom een open kader te schetsen, zo
open mogelijk, maar tegelijkertijd de
armslag behouden om bij te sturen als
dat nodig is.
Iris • Het is kwestie van de kwaliteit
van wat er gebeurt op het terrein te
bewaken. Hiervoor zijn er specifieke
beoordelingscommissies, samengesteld met mensen uit het werkveld of
mensen die daar affiniteiten mee
hebben. En die commissies hebben
ook bepaalde beleidsaccenten.
An • Voor de kunsten heb je nu een
speciale commissie Kunsteducatie. Die
gaat verdwijnen. Door het open kader
kan iedere organisatie zelf bepalen
waarop zij het accent legt. Waarschijnlijk komt er een brede poule van beoordelaars die een bepaalde groep
dossiers rond hetzelfde thema
bekijken. Dat breekt alle kaders open,
maar aan de andere kant heb je ook
geen discours meer. Wat is goed
theater bijvoorbeeld? Alles wordt dan
relatief.
1/8/14 1:29:14 PM
© Iris Verhoeyen
+ cultuur +
Cultuureducatie slaat
de brug
K R AX + I 6
Iris • Onderzoeken wijzen uit dat in
Vlaanderen jongeren maar ook
volwassenen in kwetsbare situaties
veel minder participeren aan cultuur
dan de blanke middenklasse .3 Als we
kijken naar het recht op cultuur, dan
moeten we er zeker voor zorgen dat
die groepen ook kansen krijgen.
An • Het gaat om een structurele
ongelijkheid in onze duale samenleving, op alle levensdomeinen, die
steeds toeneemt. Iedere organisatie
wordt daarmee geconfronteerd.
Daartoe moet ook cultuureducatie zich
verhouden. Cultuur heeft natuurlijk het
stigma van elitair te zijn, van veel te ver
van de samenleving af te staan. En te
vaak wordt het probleem bij die
zogenaamde kansengroepen zelf
gelegd. Men vraagt zich nog steeds af
hoe het komt het dat die kansengroepen niet bij ons geraken. Vaak is
het een kwestie van vooroordelen: ze
zullen wel te weinig geld hebben, ze
zullen niet de kaders hebben die wij
wel hebben want ze zijn lager opgeleid.
Maar je kan het ook anders bekijken en
de vraag omkeren. Spreekt wat wij
aanbieden deze groepen aan? Als je
zelf als sector of organisatie zegt dat je
voor iedereen open staat, maar blijkt
dat een groot deel van de bevolking die
drempel niet over komt, dan kun je niet
beweren dat je een aanbod hebt dat
iedereen aanspreekt. Nog al te vaak is
het kader opgesteld door het – steeds
kleiner wordende – deel van de
samenleving dat hoogopgeleid en
blank is.
Krax+ • Is er nood aan een radicale
herziening van hoe je naar cultuureducatie kijkt?
An • Voor sommige cultuureducatieve
organisaties betekent dat zeker een
KRAX_21+.indd 6
“Een brug slaan
met je buurt doe je
niet aan tafel, maar
doe je door in
dialoog te gaan met
de mensen.”
An Van den Bergh
ingrijpende koerswijziging. Zet je stop
waar je nu mee bezig bent? Dat lijkt
mij niet altijd zinvol. Maar het is wel
zinvol om na te denken over hoever je
wil gaan in het betrekken van nieuwe
doelgroepen. Bijvoorbeeld: een
organisatie, gelegen in een multiculturele wijk, bereikt geen Marokkaanse
vrouwen. De organisatie geeft
theaterlessen. Blijkt dat die vrouwen
enkel willen komen naar een aparte
vrouwencursus, wat niet strookt met
de visie van die organisatie. Dan kun je
twee dingen doen: je houdt vast aan je
eigen waardenkader, óf je start toch
die aparte vrouwengroep. Misschien
groeit er na een paar jaar wel iets uit
wat toch dichter bij de aanvankelijke
doelstellingen van die organisatie
staat, maar misschien ook niet. We
moeten met andere woorden fundamenteel anders denken over hoe we
bezig zijn.
Iris • Veel organisaties zeggen: je moet
hen ervan overtuigen dat je voor hen
een meerwaarde biedt. Dan maak ik
me de bedenking: moet je ze daar per
se van overtuigen? De meerwaarde zal
blijken als de aansluiting met die
kansarme doelgroepen er is.
Krax+ • Hoe probeer je als organisatie
dan best de brug te slaan?
An • Er bestaat niet zoiets als een
zaligmakend stappenplan. De hamvraag is: wat hebben wij te bieden?
Organisaties denken nog te vaak dat ze
die vraag zelf kunnen beantwoorden.
Er worden her en der wel eens
zogenaamde stakeholders bevraagd,
maar de meeste organisaties blijven
vanuit hun eigen geschiedenis en
kader denken, en daardoor wordt die
vraag niet fundamenteel opengegooid.
Die stap is niet altijd gemakkelijk.
Museum Wiels in Vorst is een mooi
voorbeeld van een succesvol project.
Ze stelden zich de vraag wat het
museum kon betekenen voor de buurt.
Twee hele belangrijke noden die niets
met cultuur te maken hebben, kwamen
bovendrijven. Ten eerste: nood aan
groene ruimte. Ten tweede: werkgelegenheid. Vanuit hun eigenheid als
museum zochten ze naar creatieve
oplossingen voor de noden van de
buurt. Een deel van de parking heeft
nu plaatsgemaakt voor tuintjes. En de
suppoosten in het museum zijn nu
mensen uit de buurt. Dat zijn weliswaar beperkte antwoorden, je lost
hiermee niet een heel maatschappelijk
probleem plotsklaps op. Maar het is
wel een brug die je niet aan tafel
bedenkt. Uiteindelijk, op termijn,
hebben ze met buurtbewoners ook
culturele projecten opgezet. Dus
eigenlijk is het devies: kijk verder dan
je corebusiness. Durf weg te gaan van
je eigen autonomie en het idee dat je
alles zelf kan oplossen. Deze weg is
volstrekt logisch, want uiteindelijk zijn
het anderen, niet jijzelf, die bepalen
wat de betekenis van jouw organisatie
is, hoe belangrijk jij bent in het leven
van andere mensen. Dat is een
voortdurende dialoog. Dat kan op het
eerste gezicht leiden tot een identiteitscrisis van een organisatie, maar
op lange termijn tot een nieuwe
] adem. ×
‘Kwaliteit en consistentie’, A. Bamford,
2007: http://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/kwaliteit-en-consistentiekunst-en-cultuureducatie-in-vlaanderen
‘Veldtekening cultuureducatie’, L. Vermeersch en Anneloes Vandenbroucke, 2011
1
‘Beroepencluster cultuureducator en het
competentieprofiel begeleider van kunstbeoefenaars’, M. Albertijn en K. Hoefnagels, 2012
2
3
‘Participatie in Vlaanderen’, Participatiesurvey 2009, J. Lievens en H.Waege,
www.participatiesurvey.be
1/8/14 1:29:15 PM
+ cul
+ cultuur +
tu
ur +
JONG, KANSARM EN
KUNSTMINNEND
Daan Bauwens
Het is een onuitgesproken, algemeen
aanvaarde assumptie dat kinderen en
jongeren uit moeilijke wijken en uit
maatschappelijk kwetsbare milieus
niet geïnteresseerd zijn in kunst en
cultuur. Het heeft dan ook weinig zin
om hen ermee in contact te brengen.
Deze hardnekkige visie is echter
hopeloos verouderd! Kunsteducatieve
projecten op maat van deze jongeren
tonen ondertussen wat wél mogelijk is.
Voorlezen in gezinnen
KRAX_21+.indd 7
Hiphop en rap
Sprooksprekers richt zich vooral op de
allerkleinsten. Maar daar houdt het
niet op. Deze zomer was het Leuvense
OPEK de standplaats van het hiphopen slam-bootcamp Don’t Kill My Vibe
(DKMV). Gedurende een week schreef
een achttal jongeren van 12 tot 18
eigen teksten, die daarna vakkundig op
beats werden gezet. De leden van
DKMV hebben tot nu toe twee keer
mogen optreden, waaronder eenmaal
voor het nieuwe vorstenpaar tijdens de
blijde intrede in Leuven. Dit alles onder
begeleiding van Artforum en de jonge
Leuvense vzw Urban Woorden.
“Die jongeren zijn zelf via Urban
Woorden naar ons toegestapt met het
voorstel voor dit project”, vertelt Jef.
“Het zijn jongeren met veelal Afrikaanse roots die in hun vrije tijd veel bezig
zijn met hiphop en rappen. We zijn blij
dat ze dit hebben kunnen doen en dat
we er allebei uit konden leren. Op deze
manier betrekken we nu jongeren in
onze werking die we anders nooit over
de vloer zouden krijgen.”
De leerkracht als
tussenschakel
In het multiculturele lappendeken van
de Brusselse gemeente Sint-Gillis
probeert culturenhuis Pianofabriek
maatschappelijk kwetsbare kinderen
en jongeren in contact te brengen met
kunst en cultuur. Ann Lefever ontfermt
zich over de projecten voor kinderen
van zes tot twaalf: “Er is een circusatelier, een tekenatelier en een atelier
beeldende kunst. Er komen wekelijks
kunstenaars over de vloer om actief
met de kinderen te werken, bijvoorbeeld rond foto of film.” Deze activiteiten zijn niet exclusief voor maatschappelijk kwetsbare kinderen, “maar
tijdens de promotie gaat wel de meeste
aandacht uit naar hen. We trekken zelf
naar scholen omdat het weinig zin
heeft promotie te maken via het
internet. Veel van de ouders hebben
namelijk nog geen e-mail. We doen
ook beroep op leerkrachten. Die
nemen een brugfunctie op, want zij
kennen de kinderen het best, ze weten
in welke ateliers de kinderen met hun >
7 I K R AX +
Artforum is een kunstenorganisatie
voor kinderen, jongeren en jonge
kunstenaars in Leuven. Auteur Jef
Aerts is er al twee jaar coördinator en
bezieler van projecten voor kinderen
en jongeren uit achtergestelde wijken.
Men begint er vanaf heel jonge leeftijd,
en in de eerste plaats met taal. “Voor
de kinderen van drie tot twaalf hebben
we het voorleesproject Sprooksprekers
in elkaar gestoken”, vertelt Aerts. “Een
team van twintig jonge vrijwilligers,
tussen de 15 en 25 jaar, gaat van huis
tot huis om bij gezinnen voor te lezen.
Hoe vinden we deze families? We
werken hiervoor samen met een
netwerk van integratie- en armoedeorganisaties, en ook de bijzondere
jeugdzorg werkt met ons mee. De
jongeren gaan vijf maal voorlezen op
dezelfde plek, en nadien krijgt het
gezin nog eens een boekenpakket.”
Kinderen en jongeren komen volgens
Jef op deze manier niet alleen in
contact met kunst en cultuur: “Het
zorgt ook voor een frisse blik op wat
wij zelf goed en mooi vinden. Kinderen
uit andere milieus en culturen hebben
andere smaken, andere voorkeuren, er
komen andere boeken naar boven die
ons voorheen nooit aangesproken
zouden hebben. Het zorgt voor een
nieuwe rijkheid.”
1/8/14 1:29:16 PM
© Zam Ebale Martino
+ cultuur +
De constante aanwezigheid van kunstenaars in de
Pianofabriek zorgt voor een kruisbestuiving tussen de
jongerenwerking en de kunstenwerkplaats.
Maatschappelijk kwetsbare jongeren komen op een
ongedwongen manier in contact met kunstenaars, die
dan als inspiratiebron of voorbeeld gaan dienen.
K R AX + I 8
Ann Lefever en Joachim Ben Yakoub van Pianofabriek.
talent terecht zullen kunnen.”
Wat doet kunst met deze kinderen? “We
nemen we ze mee naar voorstellingen,
op plekken waar ze anders nooit zouden
komen”, vertelt Ann. “Ze komen helemaal verwonderd terug en hebben een
nieuw beeld van een kunstvorm. En
tijdens onze ateliers zien we kinderen
veranderen in echte zangeressen,
popsterren en circusartiesten. Ze kunnen
zich uitleven, ze bouwen aan hun
identiteit, het is een ontsnapping uit de
soms benarde omstandigheden thuis, het
geeft hen een toekomstperspectief.”
Het levert de kinderen bovendien een
hele hoop nieuwe, positieve contacten op.
Ann: “Maatschappelijk kwetsbare
jongeren in Brussel leven in een kleine
perimeter. Hun wereld bestaat uit de
ruimte tussen de lagere school, de
familieleden, de bakker en de supermarkt. Hier komen ze in contact met
kinderen uit andere scholen in Sint-Gillis.
Zo bouwen ze een groter en breder
netwerk op.”
KRAX_21+.indd 8
Talent optimaal
ontplooien
Weg met wat artistiek
correct is
De Pianofabriek is naast culturencentrum ook nog eens een
gemeenschapscentrum, kunstenwerkplaats en opleidingscentrum.
Joachim Ben Yakoub is er
medewerker diversiteit en
beeldvorming. Vanuit die functie
werkt hij tegenwoordig met lokale
jongeren. Hij geeft, op basis van
zijn jarenlange ervaring met
maatschappelijk kwetsbare
jongeren, een radicaal nieuwe
invulling aan de begrippen kunsten cultuureducatie.
“Ik ben vertrokken vanuit de
probleemstelling rond hoe
maatschappelijk kwetsbare
jongeren door de media in beeld
worden gebracht”, begint hij. “Als
ik hier met jongeren over actuele
thema’s sprak, hoorde ik ineens
een andere versie van de realiteit
dan wanneer ik de krant las. Toen
is mijn alarmbel afgegaan: we
moeten met die jongeren rond
autonome beeldvorming werken.”
Joachim zette enkele filmprojecten
op, zonder veel succes, maar
kwam hierdoor wel een stuk
dichter bij de lokale jongeren te
staan. “Tot mijn verbazing merkte
ik dat ze zelf al heel veel met film
bezig waren. Zonder ooit filmschool gevolgd te hebben,
maakten ze al fantastische films.
Ik kwam tot het inzicht dat het niet
nodig is om hun artistiek talent te
activeren: ze moeten gewoon de
kans krijgen om hun talent
optimaal te ontplooien. De aanloop
die de jongeren zelf genomen
hebben moet het vertrekpunt zijn.
Wat ze maken, maken ze met
weinig middelen. Maar het
resultaat is sterk, ze spreken
zowel over heel persoonlijke als
universele thema’s.”
Vanuit die gedachte zette Joachim
de volgende stap. Hij organiseerde
geen gewoon filmatelier, maar
Système D, een filmfestival voor
Brusselse jongeren. “Vorig jaar
was de eerste editie, en we hadden
25 films in competitie”, vertelt Joachim. “Drie daarvan hebben het
festival gewonnen. De makers
krijgen nu verder ondersteuning.”
Of deze films dan wel of niet de regels
van de kunst volgen, doet er niet toe,
aldus Joachim. “Dat is het klassiek
idee van empowerment: vertrek vanuit
de krachten van de jongeren en niet
vanuit een algemeen geldend educatief
perspectief op wat kunst is. Ik merk
een enorme blindheid bij de reguliere
kunsten. Je ziet dat er vanuit de
kunstensector vaak vertrokken wordt
van een eigen beeld van wat artistiek
correct is. Natuurlijk voldoen jongeren
daar niet aan, zeker niet maatschappelijk kwetsbare jongeren. We hoeven
niet te vertrekken vanuit een educatief
aanbod. Nee, we moeten vertrekken
vanuit hun artistiek elan.”
Van YouTube naar Bozar
H2B is een mooie illustratie van wat
Joachim zonet heeft uitgelegd. Drie
jaar geleden werd het artiestencollectief opgericht door de Brusselse
jongeren Oussama Escobar (25) en
Sihame Haddioui (24). In eerste
instantie hadden ze niet bijster veel
aspiraties. Humoristische, satirische
amateurfilmpjes over immigratie en
islam op YouTube volstonden. Het
project groeide echter snel, en een jaar
later verwelkomden Bozar en het
Nationaal Circus de twee als standupcomedians. Tijdens de laatste twee
maanden van 2013 organiseerde H2B
elke donderdagavond een Café
Théâtre: avonden vol chanson, variété,
slam en stand-up in Alcantara, het café
van de Pianofabriek.
“Onze jongeren kruipen het podium op
en dienen als voorbeeld en inspiratie”,
zegt Sihame. “Andere jongeren stellen
zich daardoor plots de vraag: waarom
zou ik niet op het podium kruipen, als
hij het kan? Ons publiek is bovendien
heel divers.”
“Ik wil daar nog iets aan toevoegen”,
zegt Samira Hmouda (25) van H2B.
“Wat we doen dient ook om mensen
binnen de elitaire ‘kunstwereld’ te
laten zien dat er nog andere vormen
van kunst zijn. Kunst is niet noodzakelijk wat men denkt dat het is. Er is de
kunst van de jongeren, de kunst van de
straat. Kunst behoort ook ons toe, het
behoort tot het universum van de
Brusselse jeugd. En iedereen is
uitgenodigd.” ×
1/8/14 1:29:19 PM
isatieo
an
+ orgaisatieontwikkeling +
g+
wikkelin
nt
+ or
g
CRISISCOMMUNICATIE
HOU REKENING MET HET
ONDENKBARE
Heleen Van Aken (Vlaamse Scholierenkoepel vzw)
KRAX_21+.indd 9
9 I K RA X +
Geen enkele organisatie blijft gespaard van crisissen. En een crisis in het jeugdwerk ligt vaak extra gevoelig, zeker
als er kinderen bij betrokken zijn. Volgens experts zou elke organisatie op z’n minst een plan klaar moeten hebben
met daarin de stappen om te ondernemen als er een crisis plaatsvindt. Maar in de praktijk is dat vaak nog niet het
geval.
1/8/14 1:29:20 PM
+ orgaisatieontwikkeling +
Scoutsgroep Zeedustra in
‘survival mode’
“Of het nu
gaat om
een ongeval
tijdens een
activiteit of
een voedselvergiftiging
op kamp,
een crisis
komt altijd
onverwacht.”
Scoutsgroep Zeedustra uit Koksijde ging
in september 2013 even in survival
mode toen een gesjorde constructie het
tijdens de inschrijvingsdag begaf. Op dat
moment stond er een dertigtal leden,
ouders en leiders op de twee meter
hoge constructie die dienst deed als bar.
“Alles gebeurde heel snel”, vertelt
hoofdleider Jonas Vandicke (21).
“Iedereen die het zag gebeuren, kreeg
plots een adrenalinerush. Er was lichte
paniek, want je weet op dat eerste
moment niet of er doden of gewonden
zijn. Maar als bij wonder verliep het
allemaal heel vlot. De ambulance werd
gebeld en iedereen ontfermde zich
meteen over de gewonden.” Achteraf
bleek dat er acht mensen gewond
raakten, waarvan één oud-leidster
zwaargewond toen een ijskast die op de
constructie stond op haar hoofd viel. De
scoutsgroep trof geen schuld, de fout
lag bij een slechte balk die middendoor
brak, en dat had niemand kunnen
voorzien.
“Je spreekt van een crisis als een
onverwacht incident een impact heeft op
de werknemers, de leden, de klanten,
de werking, de reputatie of de financiën
van de organisatie, of met protest uit de
lokale, nationale of internationale
gemeenschap te maken krijgt”, vertelt
Michel Peremans, journalist en trainer
in crisismanagement. “Dat is hier zeker
het geval. Niemand had kunnen
voorspellen dat die constructie naar
beneden zou komen. Maar als je na zo’n
gebeurtenis fout reageert, kan dat nog
verdere gevolgen hebben voor jouw
organisatie, en dan spreken we van een
crisis”, aldus Peremans.
“Of het nu gaat om een ongeval tijdens
een activiteit of een voedselvergiftiging
op kamp, een crisis komt altijd onverwacht. Crisissen verlopen altijd
chaotisch en snel en je hebt vaak liever
niet dat de informatie naar buiten gaat.
Daarom is voorbereid zijn op het
onverwachte een noodzaak.”
K R AX + I 10
Crisiscommunicatieplan als
handleiding voor
moeilijke momenten
KRAX_21+.indd 10
De voorbereiding op een eventuele crisis
giet je als organisatie in een crisiscommunicatieplan. “Dat een crisis voorvalt
kan je misschien niet vermijden. Maar
of ze verder escaleert en hoe je er als
organisatie zelf uitkomt, heb je vaak
wel in de hand. Je crisiscommunicatieplan is je handleiding voor die
moeilijke momenten. Het is een
document met richtlijnen, dat je
constant aanpast terwijl de crisis
bezig is. Als een voorval je overvalt,
heb je vaak geen tijd om een plan uit
te dokteren, en daarom is het
comfortabel om te kunnen terugvallen op een basisdocument dat je
gewoon uit de kast kan halen”, zegt
Peremans.
Volgens Peremans kan een lijst van
plausibele situaties de rode draad
vormen doorheen het document.
“Overloop je werking en maak daarbij
een lijst van scenario’s die zouden
kunnen voorvallen. Zowel kleine
incidenten als extreme situaties.
Diefstal, alle soorten ongevallen,
verkrachting, verdrinking, pedofilie
binnen de organisatie, voedselvergiftiging, extreme weersituaties op kamp,
iemand die verdwijnt tijdens een
activiteit... Het zijn dingen die binnen
jouw organisatie waarschijnlijk en
hopelijk nooit zullen voorkomen. Maar
als het dan toch gebeurt, ben je maar
beter voorbereid. De crisis zal nooit
helemaal dezelfde zijn als in het
crisiscommunicatieplan, maar er zijn
zeker overeenkomsten met een van
de scenario’s die je uitschreef.”
Een crisisteam is volgens Peremans
onmisbaar bij elke crisis. “Bepaal op
voorhand wie tijdens een crisis welke
rol op zich zal nemen. Idealiter is er
een team dat zich volledig kan wijden
aan de crisis. Naast dat team moet er
ook iemand de pers te woord staan en
is er iemand de contactpersoon voor
familieleden. Wie intern of naar de
buitenwereld communiceert, moet
stevig in zijn schoenen staan en
vertrouwen uitstralen. Maar het is
vooral heel belangrijk dat iedereen
binnen het crisisteam weet wat hij al
dan niet mag en kan zeggen. Zo
vermijd je lekken en de verspreiding
van foutieve informatie.”
In het plan hou je rekening met de
verschillende doelgroepen die je zal
moeten contacteren. De pers zal
daarbij een grote brok van je aandacht
in beslag nemen, maar het is even
belangrijk om de families van
betrokken personen in te lichten. Ook
1/8/14 1:29:20 PM
Journalisten doen gewoon
hun job
KRAX_21+.indd 11
“Alles is
beter dan
‘geen
commentaar’.”
Risico op imagoschade
Het grootste gevaar en de grootste
vrees bij crisissen is dat de organisatie
in een slecht daglicht komt te staan,
zelfs al trof haar geen schuld. Het
imago van de organisatie kan eronder
lijden, of leden en geldschieters
kunnen afhaken. Eerlijk en transparant
zijn naar de buitenwereld is daarom
van groot belang.
Voor de scouts van Koksijde viel de
imagoschade goed mee. “Uit alle
verslagen van de politie en de brandweer bleek al snel dat het niet onze
fout was dat de gesjorde constructie
het begaf, en dat is ook door alle
instanties bevestigd in de pers. Een
week later hebben we de journalisten
opnieuw uitgenodigd, om ons hele
verhaal nog eens uit de doeken te doen
en hen te laten kennismaken met onze
gewone werking. Er zijn toen nog
enkele leuke artikels in de kranten
verschenen”, aldus Jonas Vandicke.
De zwaargewonde oud-leidster is nog
steeds aan het revalideren, maar houdt
er waarschijnlijk geen permanente
schade aan over. “Ze heeft nooit de
schuld op ons gestoken, en dat is fijn.
Het verhaal zou er helemaal anders
uitgezien hebben mocht iemand ons
publiekelijk verwijten hebben gemaakt.
We hebben dit jaar trouwens meer
leden dan vorig jaar, dus qua imagoschade valt het uiteindelijk goed mee.” ×
Checklist crisiscommunicatie
• Maak een crisiscommunicatieplan met mogelijke scenario’s,
verantwoordelijken en te
contacteren personen.
• Stel een crisisteam samen dat
zich volledig kan wijden aan de
crisis. Daarnaast duid je
iemand aan als woordvoerder
voor de pers en iemand als
contactpersoon voor de
familieleden.
• Spreek met de pers, ook al heb
je enkel slecht nieuws te
vertellen. Probeer altijd vat te
hebben op wat er wordt
verteld.
• Bewaar de controle over welke
informatie er naar buiten gaat.
• Wees eerlijk en transparant in
je communicatie.
• Maak afspraken tussen
koepelorganisatie en regionale
afdelingen over crisiscommunicatieplannen.
11 I K R AX +
Scouts en Gidsen Vlaanderen gaf de
afdeling van Koksijde ook tips om met
de pers om te gaan. “We waren echt
geschrokken van de persaandacht:
vrij snel na het ongeval stonden er
journalisten van het VTM Nieuws en
van verschillende kranten op onze
terreinen. We wilden toen eigenlijk
liever niet communiceren uit angst
om te emotioneel te reageren. De
politie en de schepen van Jeugd
hebben het toen van ons overgenomen. De dag nadien, toen alles wat
minder chaotisch was, hebben we wel
gepraat. Vooral over de toestand van
de gewonden”, zegt Vandicke.
“Bij de meeste crisissen duurt het
inderdaad niet lang vooraleer de pers
aanwezig is. Dat is dan ook hun job”,
legt Peremans uit. “Ik raad altijd aan
om wel te communiceren als het niet
anders kan. Je loopt niet graag te
koop met je problemen, maar als de
pers op de hoogte is van de crisis, is
het beter om zelf te communiceren.
Anders doet er misschien foutieve
informatie de ronde. Je moet sowieso
op een of andere manier laten weten
dat je je verantwoordelijkheid neemt.
En als je te emotioneel of aangeslagen
bent om te reageren, zeg dat dan ook
zo aan de pers. Alles is beter dan ‘geen
commentaar’. Als de scoutsgroep
zondag zelf een reactie had gegeven,
was het misschien maar één in plaats
van twee dagen breed in de media
geweest.”
Ook bij het communiceren met de pers
blijft controle cruciaal. “Het is
belangrijk dat je organisatie zelf de
toon van de berichtgeving probeert te
bepalen, en dat doe je door vat te
hebben op wat er wordt verteld. Soms
is het daarom ook beter dat de
persverantwoordelijke niet van alles op
de hoogte is, want wie niet alles weet,
moet er ook niet over liegen.”
+ orgaisatieontwikkeling +
iedereen binnen jouw organisatie wil
weten wat er gaande is. Een lijst met
telefoonnummers van familieleden,
hulpdiensten en journalisten die
geïnteresseerd zijn in jouw thema
moet daarom zeker een plaats krijgen
in het crisiscommunicatieplan.
De scouts van Koksijde hadden geen
plan klaarliggen, dus zij moesten die
zondag vooral improviseren. Wel
kregen ze hulp van het nationaal
secretariaat van Scouts en Gidsen
Vlaanderen, dat ervaring heeft met
crisissen. “We hebben hen de dag zelf
nog gecontacteerd, en zij boden ons
van op afstand ondersteuning bij hoe
we het verder konden aanpakken.
Maar op voorhand hadden we er nog
nooit bij stilgestaan dat ons zoiets zou
kunnen overkomen”, vertelt Vandicke.
“Je mag ook niet paranoïde worden en
overal gevaar zien”, legt Peremans
uit. “Maar voorbereid zijn geeft je
comfort en extra tijd die je kan gebruiken voor andere onverwachte zaken.
Het was goed dat ze overlegd hebben
met Scouts en Gidsen Vlaanderen. Als
je onder een koepelorganisatie valt, is
het nodig om af te spreken wie wat
doet en wie wat zegt op zulke
momenten, want beide partijen
kunnen worden gecontacteerd.”
1/8/14 1:29:20 PM
+ orgaisatieontwikkeling +
isatieo
an
g+
wikkelin
nt
+ or
g
K R AX + I 12
NAAR EEN VERDIENMODEL
IN HET JEUGDWERK?
Vira Bennekens
KRAX_21+.indd 12
1/8/14 1:29:21 PM
Langetermijnvisie
Dany Neudt: “Maatschappelijk
verantwoord ondernemen heeft te
maken met een evenwicht vinden
tussen de bekende Triple P. De people
zijn je mensen die je in de best
mogelijke omstandigheden laat
werken en op een transparante manier
ondersteunt. De planet is alles wat met
ecologie te maken heeft, zoals
CO2-uitstoot verminderen of werken
met zo duurzaam mogelijke bronnen.
En de profit staat voor financiële
levensvatbaarheid. Als we het economisch duurzaam bekijken, dan is het
vooral die dimensie: ervoor zorgen dat
je onderneming of organisatie
financieel levensvatbaar is en dus ook
winsten genereert om te kunnen
investeren, ontwikkelen en groeien.
Hierbij stellen we telkens voorop dat
het nageslacht belangrijk is, dat we
alles doen in functie van het langetermijnperspectief en zowel economisch
als ecologisch en sociaal met alles in
orde zijn.”
vormen van eigen inkomsten, maar
vaak komt het overgrote deel van de
overheidssubsidie. En dat is toch
minder evident dan vroeger, gezien de
overheid, die in een besparingsmodus
zit, een onzekere factor is geworden.
Als je je werking op lange termijn
verder wil zetten, dan moet je eigen
inkomsten verwerven, en dan komt
ondernemerschap om de hoek kijken.”
Binnen de jeugdsector is duurzaam
bezig zijn bijgevolg evolueren naar het
ondernemerschap. Daar ligt volgens
de expert het goede evenwicht. Dany:
“Het sociale en ecologische leeft al
zeer sterk in de sector, maar het is
vooral dat ondernemende waarmee
vele organisaties wat worstelen. En
hoe je dat doet, daar bestaat geen
magische formule voor. Dat is zoeken,
proberen, aftasten, zoals met het
gewone ondernemerschap. Organisaties moeten echter wel nadenken over
bepaalde vraagstukken: willen wij
commercieel werken? Hebben wij een
product of een dienst die wij te koop
willen stellen? Is het doelpubliek
bereid om daarvoor te betalen? Het is
ook niet helemaal nieuw in de sector.
Er bestaat eigenlijk al een zeer lange
traditie in. Alleen is de overheid de
voorbije decennia veel nadrukkelijker
op de voorgrond getreden. Dat zal
wellicht in de komende jaren wat
verminderen of stabiliseren.”
Eigen sterktes
“Om een product of een dienst te
vermarkten, moet je een traject
ontwikkelen”, verduidelijkt Dany. “Je
moet daar stap voor stap naar
toewerken. En de allerbeste manier
om daarmee te starten is vanuit je
eigen sterktes vertrekken. Er zijn in
het jeugdwerk wel heel wat initiatieven
op dat vlak. Je hebt bijvoorbeeld
Mediaraven, een fusie tussen Jeugdnetwerk en JAVI.tv. Jeugdnetwerk werd
opgestart met de opkomst van het
internet. Ze zijn zelf websites beginnen
ontwikkelen en tegen betaling gaan
aanbieden aan jeugdorganisaties.
Doordat ze allemaal uit het jeugdwerk
afkomstig waren, konden zij zeer goed
inspelen op wat er binnen de sector
leefde.”
Daarnaast haalt hij Trendwolves als
voorbeeld aan. Ook dit bedrijfje heeft
op basis van zijn kennis uit de sector
een product ontwikkeld. “Ze onderzoeken wat er bij jongeren leeft en bieden
dat aan bedrijven aan die de jongeren
als potentiële klanten zien. En dat is
vrij succesvol. Of Idee Kids, een
organisatie die bezig is met de opvang
van kinderen en jongeren tijdens de
vakantie. Dat gaat over kampen
bouwen, avonturen beleven, dingen die
bij de scouts worden gedaan. Het zijn
allemaal mensen die gepokt en
gemazeld zijn in het jeugdwerk en met
die kennis gecommercialiseerde
activiteiten opzetten.”
+ orgaisatieontwikkeling +
People, Planet en Profit, deze drie P’s
vormen de basis voor Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen (MVO). Dat
is een vorm van ondernemen die
gericht is op duurzaamheid. En ook
voor jeugdorganisaties kan de formule
werken. Op sociaal en ecologisch vlak
scoort de jeugdsector doorgaans al
goed, maar het economische aspect
wordt vaak niet genoeg ontplooid.
Nochtans, zo meent Dany Neudt,
directeur van De Punt, het groeiplatform voor ondernemen, zijn eigen
inkomsten in tijden van verminderende
overheidssubsidies meer dan ooit een
noodzaak.
Draagvlak creëren
Goesting blijkt overigens zeer belangrijk bij dat ondernemen. “Organisaties
moeten er goesting in hebben.
Ondernemerschap heeft vooral
daarmee te maken. In de jeugdsector
heeft ook niet iedereen daar eigenlijk
zoveel zin in. Velen vinden handel
drijven of commerciële activiteiten niet
leuk. Of niet verenigbaar met hun >
KRAX_21+.indd 13
“Je moet ervoor
zorgen dat je autonoom kan blijven én
dat je commercieel
niet te veel gebonden
bent.”
Dany Neudt
13 I K R AX +
“Als we spreken over het jeugdwerk,
dan hebben we het eerder over de
non-profit”, gaat Dany verder. “MVO
betekent hier iets anders. Bij gewone
ondernemingen zijn de eerste twee
woorden belangrijk: maatschappelijk
verantwoord. Bij de non-profit is het
laatste woord belangrijk: het ondernemen. Dat is iets nieuws. Veel jeugdorganisaties hebben misschien wel al
© Vira Bennekens
Overheid in besparingsmodus
1/8/14 1:29:22 PM
Voordelen van MVO
deFilharmonie, een professioneel
symfonieorkest en een van de grote
cultuurhuizen in Vlaanderen, bracht
het MVO-verhaal twee jaar geleden in
praktijk. De drie P’s werden op maat
gesneden, wat uitmondde in de vier
M’s: Mens, Milieu, Maatschappij en
Muziek.
Inne Helsen implementeerde MVO binnen
de non-profitorganisatie deFilharmonie.
Krax+ • Waarom is deFilharmonie maatschappelijk verantwoord gaan ondernemen?
Inne Helsen (directie-assistente) • “Vanuit de overtuiging dat we als organisatie die
zeer afhankelijk is van overheidsmiddelen en dus belastinggeld op een verantwoorde manier met die middelen moeten omgaan. En dat ook te allen tijde moeten
kunnen uitleggen aan de maatschappij. We hebben een aantal dingen opgelijst die
we al deden. Daarna zijn we er heel bewust voor gaan kiezen om duurzame
accenten te leggen, zoals met de keuze voor het omschakelen naar gerecycleerd
papier.”
Krax+ • Jullie hebben zelf Profit vertaald naar Maatschappij en Muziek.
Inne • “Ja, om dat maatschappelijke luik echt een belang te geven binnen onze corebusiness. Wat kunnen wij doen met het product dat wij verkopen? Hoe kunnen wij
daarmee binnen de maatschappij een meerwaarde betekenen? De maatschappelijke return die je geeft, past in het hele verhaal.”
Krax+ • En wie was de drijvende kracht?
Inne • “We hebben een directeur die heel gevoelig is voor het thema en daar heel
erg voor openstaat. Het is een stuk zijn vertaling. Hij heeft de kat de bel aangebonden. En ik heb dat dan naar mij toe getrokken omdat het thema mij interesseert.
Maar het is vooral belangrijk om binnen je organisatie een draagvlak te vinden, want
zoiets doe je niet alleen.”
Krax+ • Hoe moet je je medewerkers overtuigen?
Inne • “Je moet een verhaal vertellen dat klopt, anders is het niet geloofwaardig.
Dat is juist het moeilijke aan het traject. Je moet heel consequent zijn in de
beslissingen die je neemt en ervoor zorgen dat alles in dezelfde lijn blijft. Elke
beslissing moet je ook goed kunnen uitleggen. Het moet kaderen in een groter
geheel. Als huis hebben wij bijvoorbeeld voor Fairtrade-producten gekozen. We
hopen dan ook dat we daarmee mensen stimuleren om hun koopgedrag aan te
passen. Dan pas kan je de transitie naar een duurzamere maatschappij in gang
zetten. Niet alleen door het zelf te doen als organisatie, maar je mensen stimuleren
om hetzelfde te doen.”
Krax+ • Heb je concrete tips voor jeugdorganisaties?
Inne • “Het belangrijkste is om er gewoon bewust mee bezig te zijn en het ook uit te
dragen naar je publiek. Jonge mensen ervan overtuigen dat duurzaamheid echt iets
is waarmee we moeten bezig zijn als we de impact van onze aanwezigheid op deze
planeet een klein beetje onder controle willen krijgen. Er zijn uiteraard ook andere
aspecten. Het people-verhaal kan je vertalen in een taal die begrijpelijk is voor
kinderen en jongeren. Ze leren met elkaar praten, naar elkaar luisteren en in alle
richtingen goed functioneren. Dat dragen ze op lange termijn mee!”
K R AX + I 14
En wat zijn tot slot de voordelen? “Als het goed gaat, dan kan
je een verdienmodel hebben. Je
kan enerzijds meer en anderzijds meer gediversifieerde
inkomsten hebben. Je bent niet
meer afhankelijk van één pijler.
Er zijn meerdere fundamenten
waar je op kan terugvallen.
Voor mij is dat het grote
voordeel. Het kan ook zeer
stimulerend werken om je
huidige aanbod eens grondig en
kritisch te bekijken. Het is iets
helemaal anders als je voor je
werking betaald wordt door de
overheid, dan wanneer een
particulier of bedrijf daarvoor
moet betalen. Die laatsten zijn
veeleisender omdat je direct
contact met hen hebt. Ze willen
een goede service. Het effect is
dat je intern kritisch gaat
nadenken: zijn wij efficiënt
bezig? Is onze kwaliteit in orde?
Dat is een van de neveneffecten
die de werking mijns inziens
ten goede kan komen.” ×
Inspirerend MVO
© Vira Bennekens
+ orgaisatieontwikkeling +
sociale doelstellingen. Dan
denk ik dat je het niet moet
doen. Het moet allemaal
starten bij de medewerkers. Als
er interne weerstand of te
weinig draagvlak is, dan moet
je er wellicht niet aan beginnen.
Ook het bestuur binnen de
organisatie moet akkoord gaan.
Maar het onderwerp ligt vrij
gevoelig omdat het gevoel leeft
dat je voor een stuk je ziel
verkoopt aan de commercie.
Dat is een kwestie van het
evenwicht bewaren. Je moet
ervoor zorgen dat je autonoom
kan blijven én dat je commercieel niet te veel gebonden bent.
Dat is het grootste streven.
Soms kan het zijn dat de slinger
doorslaat. Intern moeten er dan
ook voldoende kritische
mensen zijn die kunnen
bijsturen.”
KRAX_21+.indd 14
1/8/14 1:29:23 PM
+ rui
te +
+ ruimte +
m
SPEELWEEFSEL IN
VLAANDEREN
Katrijn Gijsel
KRAX_21+.indd 15
15 I K R AX +
Kinderen en jongeren hebben nood aan kwaliteitsvolle speel- en hangplekken buitenshuis. Het is bovendien van
minstens even groot belang dat ze zich zelfstandig en veilig tussen die plekken kunnen bewegen. Speelweefsel is het
antwoord! In Vlaanderen heeft men het er al enkele jaren over, en de eerste mooie praktijkvoorbeelden zijn intussen
een feit. Maar continue inspanningen blijven noodzakelijk.
1/8/14 1:29:24 PM
+ ruimte +
Wat is speelweefsel?
Kleine actieradius
Speelweefsel in Gent
Een speelweefsel is een samenhangend geheel van plekken en
verbindingen die belangrijk zijn voor
kinderen en jongeren. In de term
‘speelweefsel’ ligt de klemtoon op
‘weefsel’. ‘Spelen’ vraagt zo om een
ruimere interpretatie, namelijk
activiteiten die typisch zijn voor
kinderen én jongeren. Dus niet louter
spelen, maar ook bewegen, ontmoeten, babbelen, stappen, fietsen,
rondhangen, allerhande ervaringen
opdoen… Een betere naam is dan ook
‘speel- en tienerweefsel’.
De voorbije decennia is de buitenspeelruimte stelselmatig verminderd. De
oorzaken daarvan liggen bij meer wegen
en gevaarlijker verkeer, barrières zoals
spoorwegen en snelwegen, dichte
bebouwing, minder onbestemde landjes
en restgronden waarop kinderen hun
gang kunnen gaan… Dat is niet alleen zo
in Vlaanderen.
In Engeland bracht een steekproef bij
een familie waarvan de vier generaties
in dezelfde buurt zijn blijven wonen een
opvallende evolutie aan het licht. Het
achtjarige kind heeft tegenwoordig een
actieradius van 300 yards (ongeveer 270
meter). Dat betekent dat het zich vrij
mag bewegen tot ongeveer het einde van
de eigen straat. Alarmerend is dat dit
minder is dan 10% van de actieradius die
zijn overgrootouders als achtjarigen
hadden. Vier generaties geleden
mochten kinderen er zelfstandig op uit
trekken tot 10 mijl (ongeveer 16 km!) ver
in de stad. Dit heeft de aard van het
kind-zijn sterk veranderd.
• 1997: Introductie van een nieuwe
functie: de speelruimteambtenaar.
• 1998: Oprichting Plangroep Speelruimtebeleid: een samenwerkingsverband tussen verschillende diensten
en sectoren die een rol spelen bij de
uitwerking van een breder speelruimtebeleid: groendienst, stedenbouw en
ruimtelijke planning, mobiliteit,
gebiedsgerichte werking, onderwijs,
sport en natuurlijk de jeugddienst.
• Het idee van een ‘speelruimteweb’ om
over de stad te weven krijgt vorm.
Daarbij zijn belangrijke plekken voor
kinderen en jongeren voortaan met
elkaar verbonden. De term ‘speelweefsel’ duikt ook op in een Nederlandse publicatie. Gent maakt er een
bruikbaar en vertaalbaar concept van
voor de verschillende betrokken
diensten en sectoren.
• 2007: Onderzoekscentrum Kind &
Samenleving en Jan Pillen maken in
opdracht van Stad Gent de publicatie
‘Speelweefsel in Gent, richtlijnen en
inspiratiebeelden voor realisatie van
kindgerichte kwaliteitsvolle publieke
ruimte’. Deze handleiding is nog altijd
in gebruik.
• Ondertussen is Stad Gent ook proactief
bezig op bovenlokaal vlak, waar onder
andere met het Vlaams Netwerk
Kindvriendelijke Steden, gelinkt aan het
Europees Netwerk Child Friendly Cities,
het speelweefsel verder wordt bekendgemaakt en verspreid.
• 2008: Een vervolgstudie verschijnt:
‘Avontuurlijk spelen, speels bouwen’.
Die legt de nadruk op groene en
avontuurlijke plekken in de stad, met
als bedoeling kinderen weer dichter bij
de natuur te brengen.
• 2011: Om ook de verbindingen tussen al
deze plekken niet te vergeten, verschijnt ‘Verbindingsweefsel in Gent.
Visie-, voorbeelden- en inspiratieboek
voor een kwalitatieve inrichting van
veilige en speelse verbindingen binnen
het speelweefsel’. De Stad Gent zet
hierbij als eerste stad in Vlaanderen
stappen om straten veiliger, speelser
en aantrekkelijker te maken voor
kinderen.
• 2014: Nog steeds is de jeugddienst van
Stad Gent, samen met vele partners,
dag na dag aan het werk om van Gent
een kind- en jeugdvriendelijke stad te
maken. Het speelweefsel vormt hierbij
een belangrijke kapstok.
K R AX + I 16
Een goed
doordacht
speelweefsel
maakt de
hele wijk,
buurt,
gemeente
of stad aangenamer,
en lang niet
alleen voor
kinderen en
jongeren.
KRAX_21+.indd 16
Speelweefsel als oplossing
Spelen is inherent aan het kind-zijn en
broodnodig om te leren en te ontwikkelen. Voor een brede ontwikkeling hebben
kinderen dan ook meer nodig dan
speelruimte binnen de muren van de
speelkamer, school of binnenspeeltuin
onder het toeziend oog van volwassenen.
Ze moeten bewegingsvrijheid krijgen om
buiten te gaan spelen. Een nieuw
speelterrein is dus zeker leuk, maar
kinderen kunnen of mogen er misschien
niet op eigen initiatief naartoe. Het is
daarom veel belangrijker om te werken
aan kindvriendelijke steden en woonomgevingen.
De beginjaren
In Vlaanderen maakte het concept
speelweefsel pas echt naam in mei
2008. De term dook op tijdens de
Praktijkdag Speelweefsel (20 mei 2008)
van het samenwerkingsverband Kind en
Samenleving, Stad Gent, Steunpunt
Jeugd, Trage Wegen, Vlaamse
Jeugdraad, Vivès, VRP, VVJ en VVSG.
Door de inspanningen van al die
partners raakte de term steeds meer
ingeburgerd. Stad Gent wierp zich op als
echte pionier in de concrete uitvoering.
1/8/14 1:29:24 PM
+ ruimte +
De waarde van
speelweefsel
Werken aan speelweefsel betekent
veel meer dan het inplanten van enkele
leuke speelplekken. Het speelweefselconcept verplicht tot nadenken over de
inplanting van speelplekken in het
weefsel van de stad, het dorp, de wijk.
Welke routes nemen kinderen en
jongeren? Hoe is het woonweefsel
gestructureerd? De mobiliteit? En
waar liggen er kansen op het vlak van
natuur?
Een goed doordacht speelweefsel heeft
tal van voordelen. Het maakt de hele
wijk, buurt, gemeente of stad aangenamer, en lang niet alleen voor kinderen
en jongeren. Kleine rust- of speelplekjes onderweg, groene ruimte, veilige
fiets- en wandelverbindingen en
speelbossen maken de woonomgeving
aantrekkelijker voor jonge gezinnen én
voor ouderen.
En het brengt zeker op om het
jaarbudget, dat anders gebruikt zou
worden om een aantal nieuwe
speeltuigen aan te kopen of een paar
andere te vervangen, te spenderen aan
de uitbouw van een goede visie op het
speelweefsel in de gemeente. Zeker
als bij het uitwerken daarvan meteen
de nodige partners worden betrokken,
denk maar aan de gemeentelijke
diensten of de lokale boswachter. Als
het streefbeeld waar samen naartoe
gewerkt moet worden duidelijk op
papier – en vooral op kaart – staat,
geeft dat alle garanties op een
effectieve realisatie. Over wissels van
politieke besturen en verkiezingen
heen.
Gewapend met een duidelijke visie,
met reële kaarten en met het engagement van diverse diensten vermijd je
ook dat ideeën en kansen voor
speelruimte en -verbindingen
sneuvelen binnen nieuwe mobiliteitsplannen, verkavelingsplannen en
ruimtelijke uitvoeringsplannen. En je
vermijdt dat de jeugddienst te laat
betrokken wordt bij het planproces.
Partners in crime
KRAX_21+.indd 17
creëert dat een ‘goed gevoel’. Volgens
de studie ‘Wonen in Mechelen’ van
Ladda vzw zou dat voor tieners een
basis zijn om zich later al dan niet in
een stad of gemeente te vestigen. Dat
kan ervoor zorgen dat de stroom van
vernieuwing niet onderbroken wordt.
Op lange termijn leidt dat naar
innovatie op economisch vlak voor een
stad of gemeente.
Links en referenties
•
•
•
•
•
www.groenspeelweefsel.be
www.playengland.org.uk
www.rethinkingchildhood.com
www.jantjebeton.nl
www.gent.be/eCache/THE/1/69/954.
html
• www.ladda.be/wp/?p=5599 ×
Speelweefsel als binding
voor jongeren en jonge
gezinnen
Als stad of gemeente inzetten op een
kind- en jongerenvriendelijk beleid
– speelweefsel is daar een goed
voorbeeld van – betekent in de eerste
plaats dat je kinderen en jongeren
erkent als belangrijke doelgroep en
bereid bent daar vol op in te zetten.
Daarin verschillen kinderen en
jongeren zeker niet van andere
doelgroepen die je wenst te binden aan
je stad of gemeente.
Tieners gebruiken, meer dan volwassenen, de openbare ruimte. Ze
‘nestelen’ zich als het ware in de
openbare ruimte. Als deze doelgroep
het gevoel krijgt welkom te zijn in de
openbare ruimte (fysiek en psychisch),
17 I K R AX +
Samenwerken opent heel wat
perspectieven, en de uitdaging bestaat
erin om naast de jeugdsector ook
andere actoren daarvan te overtuigen:
stads- of gemeentelijke diensten mobiliteit, groen, natuur, openbare werken,
onderwijs, duurzaamheid…
Het project ‘Spelen en ravotten in
groen Limburg, optimalisatie van het
groen speelweefsel’ toont aan dat een
meer concrete focus op ‘groen
speelweefsel’ die poorten wel degelijk
kan openen. Het enthousiasme om te
participeren groeide snel bij actoren
rond ruimtelijke ordening en trage
wegen. Zelfs actoren uit de gezondheids- en welzijnssector sprongen mee
op de kar.
In tijden van besparingen, onder meer
bij openbare diensten, is het zaak om
de voordelen van een gezamenlijke en
doordachte aanpak van speelweefsel
goed te onderbouwen en heel diverse
actoren en diensten daarvan te
doordringen.
1/8/14 1:29:24 PM
+ ruimte +
te +
+ rui
m
AAN DE SLAG MET
SPEELWEEFSEL IN JOUW GEMEENTE
Wouter Verheecke
Dromen over een (groen) speelweefsel is één ding, maar
zoiets concreet gaan implementeren in je gemeente is
andere koek. Nochtans beschikken lokale beleidsmakers
voortaan over een resem aan hulpmiddelen om werk te
maken van kindvriendelijke ruimte. Daar zorgde het project
‘Spelen en ravotten in groen Limburg’ voor.
met een specifiek label aangeduid. Het geheel biedt inzicht in
de verschillende ‘lagen’ van bestaande speelplekken en de
verbindingen ertussen. Voor beleidsmakers vormt zo’n kaart
een stevig uitgangspunt, maar ook voor ouders, kinderen,
jeugdwerkers… is het een handige manier om op te zoeken
waar ze kunnen spelen en hoe ze zich vlot kunnen verplaatsen tussen die plekken.
Tools voor beleidsmakers
Speelkansen scannen
In november 2010 zetten de Provincie Limburg, Steunpunt
Jeugd, het Agentschap voor Natuur en Bos, BOS+ en Kind &
Samenleving hun schouders onder dit ambitieuze project dat
twee jaar zou duren. Hun gemeenschappelijke missie: meer
en betere groene speelruimte voor kinderen en jongeren in
heel Vlaanderen. Om dit te kunnen realiseren, ontwikkelden
de projectpartners een aantal online instrumenten voor
beleidmakers. Vier Limburgse pilootgemeenten testten deze
uitgebreid tijdens het eerste jaar. In het tweede projectjaar
sloten ook andere gemeenten zich aan.
Andere instrumenten zijn de Quickscan voor speelruimte in
de gemeente en de Dieptescan. Ze helpen om een objectieve
afweging te maken van de speelkansen en natuurwaarden op
terreinen die om (her)inrichting of heroriëntatie vragen. Met
de resultaten ervan ben je stevig gewapend om gemeentelijke instanties te gaan overtuigen van enerzijds de nood aan
en anderzijds het nut van groen speelweefsel. Tot slot bieden
geïllustreerde, inspirerende types en varianten (typologieën)
een zicht op de vele mogelijkheden voor deze speelplekken.
K R AX + I 1 8
Interactieve Speelweefsel Kaart
In de eerste plaats is er een GIS-applicatie (Geografisch
Informatie Systeem). Hiermee is het mogelijk om bestaande
groene speelplekken in een bepaalde gemeente zichtbaar te
maken op een digitale kaart. De kaart is interactief en
uiteraard is het de bedoeling dat (steeds meer) gemeenten er
zelf hun acties op gaan visualiseren. De input van deze
gemeenten leidde tot de Interactieve Speelweefsel Kaart
(ISK) van Vlaanderen. Op de ISK staan diverse soorten
speelplekken (speelbos, speelweide, speelnatuur…) telkens
KRAX_21+.indd 18
Inspirerend Limburg
Al deze instrumenten werden in eerste instantie grondig
uitgetest in de Limburgse proefgemeenten Riemst, Bilzen,
Genk en Hechtel-Eksel. Gemeenten met elk hun specifieke
ruimtelijke eigenheid. Sedert de zomer van 2012 resulteerde
dit in voorbeeldstellende groene speel- en jeugdplekken en
kindvriendelijke verbindingen. ×
Plannen, realisaties en foto’s vind je op
www.groenspeelweefsel.be. Je kan er ook de ISK
raadplegen en de handleiding downloaden.
1/8/14 1:29:25 PM
+ ruimte +
Ook op andere plaatsen in Vlaanderen wordt werk gemaakt van
kindvriendelijke plekken en groen speelweefsel, zoals in Sint-Kruis,
een deelgemeente van Brugge.
Herinrichting van speelplein
© Stad Brugge
De speelheuvel vormt een
natuurlijke scheiding tussen
diverse leeftijdzones.
Locatie: Sportpark De Gulden Kamer, Sint-Kruis.
Terrein: 7.200 m², gelegen op de grens van landelijk gebied en een woonzone met veel kinderen en dichte
bebouwing. Er was nood aan bijkomende speelruimte. Het speelterrein ligt naast twee fietsroutes die
onder andere het centrum van Sint-Kruis verbinden met het Zuidervaartje en het dichtbevolkte Dampoortkwartier, waar er een zone 30 is. Ten noorden van het sportpark en tegenaan het Zuidervaartje ligt een
klein speelbos.
Visie: De stad Brugge heeft sinds 2006 een speelruimtebeleidsplan. Dit omvat bijna alles rond speelruimte
in de stad, en dus ook de uitbouw van een speelweefsel. Voor de herinrichting van De Gulden Kamer werd
de nadruk gelegd op een avontuurlijk en natuurlijk karakter met extra aandacht voor skaters en families.
Aanpak: De Groendienst en de Jeugddienst gingen samen aan de slag volgens een transparant
stappenplan: inspraak –> opmaak voorontwerp –> terugkoppeling van het plan –> opmaak ontwerp –>
goedkeuring CBS of GR –> aanleg –> oplevering –> opening.
Inspraak: De Jeugddienst stond in voor de inspraak en de terugkoppeling. Zowel kinderen als volwassenen
werden gehoord, en dat tijdens een inspraakmoment en via een enquête. Ze konden zich uitspreken over
de keuze van de speeltoestellen en de skatevoorzieningen.
Timing: Goedkeuring Gemeenteraad: 24 april 2009 (skate) + 15 mei 2009 (ontwerp).
Prijs: Eindbedrag van de werken (incl. btw): 193.100 €
Resultaat: Een avontuurlijke en natuurlijke speelruimte met veel bomen en planten. Centraal is een grote
speelheuvel met zitkuil ingeplant. Deze heuvel is ook functioneel: hij deelt de ruimte op in drie zones, voor
drie leeftijdscategorieën (0-5 jaar, 6-11 jaar en 12-21 jaar). De reeds aanwezige gracht werd verder
afgegraven om het natuurlijke karakter te vergroten en de bestaande heuvel met bomen achter de
jeugdlokalen bleef behouden. Het bosje tegen het Zuidervaartje werd ingericht als speelbosje, samen met
de aanleg van het fietspad. Daardoor werd het speelweefsel versterkt.
© Stad Brugge
Skateramp en
‘hanghut’ liggen naast
het fietspad.
KRAX_21+.indd 19
1 9 I K R AX +
Info: www.jeugddienstbrugge.be/content/het-speelruimtebeleidsplan
1/8/14 1:29:31 PM
+ wel
+ welzijn +
zij
n +
WELZIJN (Z)
ONDER DRUK
K R AX + I 2 0
Janne Vermeesch, Rein Haudenhuyse en Miet Neyens
KRAX_21+.indd 20
1/8/14 1:29:32 PM
Hoe is de jeugd eraan toe?
Om een antwoord op deze vraag te
krijgen, sprak de Vlaamse Jeugdraad
in samenwerking met De Ambrassade
onder andere met Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen,
psychiater Dirk De Wachter, (klinisch)
psychologen Paul Verhaeghe, Stijn
Vanheule, Gwendolyn Portzky en Filip
Raes, sociologe Bea Cantillon,
criminologe Nicole Vettenburg en
wetenschappelijk onderzoeksters Anne
Hublet. KRAX+ laat in dit artikel deze
vooraanstaande experts aan het woord.
KRAX_21+.indd 21
om aan te nemen dat het niet zo goed
gaat. Alleen al de cijfers rond stijgend
medicatiegebruik spreken boekdelen.
Krax+ • Ervaren kinderen en jongeren
nu meer druk dan vroeger?
Nicole Vettenburg • Ik weet het niet.
Onderzoek geeft aan dat het met de
meeste jongeren in Vlaanderen goed
gaat. Maar we hebben geen cijfers die
een vergelijking met vroeger mogelijk
maken.
Bea Cantillon • Ik denk van wel. Als ik
nu kijk naar de eerstejaarsstudenten,
dan moeten zij veel meer doen dan wij
vroeger. Er wordt vaak gezegd dat ze
minder goed voorbereid zijn, dat ze in
Frans en wiskunde minder goed zijn.
Maar de verwachtingen en de output
liggen veel hoger.
De keerzijde van economische groei
Indien er sprake zou zijn van een
toenemende druk, dan wordt deze
gekoppeld aan bredere maatschappelijke processen. Een doorgedreven
economische groei is al lange tijd de
nieuwe religie en tegelijk het wondermiddel voor alle maatschappelijke
problemen. Maar deze economische
groei loopt volgens verouderde
modellen en dogma’s die niet meer
aangepast zijn aan de uitdagingen van
de samenleving anno 2014. In het
veelbesproken boek ‘The Spirit Level’
van Wilkinson & Pickett1 tonen de
auteurs aan dat er een bepaald punt is
waar, eens er voorbij, verdere economische groei niet meer bijdraagt tot
het algemeen welzijn van een samenleving. Integendeel. Ongelijkheid en
armoede groeien, ontwrichten het
maatschappelijk weefsel en hebben
een negatief effect op de levenskwaliteit van iedereen.
Ondanks het feit dat we op elk
beleidsniveau – van het lokale tot het
Europese – kinderarmoede vaak
tegenkomen als beleidsprioriteit,
ondanks de berg aan onderzoeken,
blijft de kinderarmoede stijgen. Het
moge duidelijk zijn dat leven in
armoede een enorm beslag legt op het
welzijn van kinderen en jongeren.
Bea • Kinderarmoede is problematisch. Deze kinderen krijgen niet de
juiste ontwikkelingskansen. En ze
nemen dit mee in een later leven. >
1
http://thespiritleveldocumentary.com/)
“Je moet
jongeren aanleren om met
problemen en
tegenslagen
om te gaan.
Zodat ze weten
wat ze moeten
doen als ze
het moeilijk
hebben.”
Gwendolyn Portzky
2 1 I K R AX +
Krax+ • Moeten we ons zorgen maken
over het psychisch welzijn van onze
jongeren?
Dirk De Wachter • Ik vind het te
ongenuanceerd om te zeggen dat het
niet goed gaat met de jongeren. Het
gaat met meer en meer jongeren
minder goed. Waar de grens tussen
heel gezond en een slechte gezondheid
ligt, dat verschilt van maatschappij tot
maatschappij. Ik ben er nogal voor om
die grens zo te leggen dat meer
mensen binnen de normaliteit kunnen
opgenomen worden en in de maatschappij kunnen functioneren. Ik heb
wel de indruk dat onze maatschappij
eerder opschuift naar de andere kant.
Paul Verhaeghe • In het algemeen
denk ik dat er voldoende redenen zijn
+ welzijn +
Kranten staan bol van de alarmerende berichtgeving over het
psychisch welzijn van kinderen en
jongeren. We lezen vaak over
leerstoornissen, ADHD, zelfmoordgedachten, voorschriften voor
gedragscorrigerende medicatie en
antidepressiva. Ook in de hulpverlening zien we lange wachtlijsten
voor jongeren die hulp zoeken. Uit
cijfers van het Jeugdonderzoeksplatform (JOP) en ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
blijkt nochtans dat het met de
overgrote meerderheid van de
jeugd in Vlaanderen eigenlijk best
goed gaat. Gaat het nu slecht met
kinderen en jongeren in Vlaanderen, of is er iets anders aan de
hand?
1/8/14 1:29:32 PM
+ welzijn +
Het wijst op een fundamenteel,
structureel onevenwicht in onze
welvaartsmaatschappij waar die
kinderen als eerste de dupe van zijn.
“Er is nogal
wat onderzoek
dat aantoont
dat jongeren
ook in ons
land echt
stress ervaren
bij het schoollopen.”
K R AX + I 2 2
Bruno Vanobbergen
KRAX_21+.indd 22
Maar ook ons onderwijs surft mee op
de golf naar meer groei. Zo lezen we in
het Jongerenpact 2020 van de Vlaamse
regering dat onderwijs jongeren moet
‘klaarstomen’ voor de arbeidsmarkt.
Prestatie-druk(t) op school
De rol van het onderwijs lijkt wel de
rode draad in het verhaal over het
welzijn van jongeren. Met prestatiedruk als terugkerende constante.
Zowel uit onderzoek als uit de
gesprekken bleek dat jongeren uit het
algemeen secundair onderwijs (aso)
opvallend beter scoren op diverse
indicatoren van welzijn in vergelijking
met jongeren uit technische en
beroepsgeoriënteerde richtingen.
Bea • Dit verschil heeft op zich niets
met het onderwijs te maken, maar wel
met de groep van jongeren die daar bij
elkaar zitten. Deze groep heeft al
minder kansen. Die jongeren zijn
misschien al afgezakt of een paar keer
blijven zitten. Zo krijg je een groep bij
elkaar van jongeren die in die ratrace
wat achterstand hebben opgelopen, en
die verschillende momenten van
frustratie hopen zich op.
Het ontbreekt ons aan onderzoek
vanuit de beleving van kinderen en
jongeren om hierover uitspraken te
doen. De experts leggen de vinger
voornamelijk op de wijze waarop we in
Vlaanderen ons onderwijs organiseren,
en de vaak nefaste effecten op het
welzijn van kinderen en jongeren die
het onderwijs met zich meebrengt.
Bruno Vanobbergen • Er is nogal wat
onderzoek dat aantoont dat jongeren
ook in ons land echt stress ervaren bij
het schoollopen. In de jeugdpsychiatrie, bijvoorbeeld, zitten heel wat
jongeren die echt totaal afgehaakt zijn.
Ze proberen elk jaar opnieuw te
starten en vallen telkens opnieuw uit.
Ik denk ook dat het samenhangt met
het feit dat we in een samenleving
leven waarin het individu zeer sterk
verantwoordelijk wordt gesteld voor
zijn of haar lukken of niet-lukken.
Iedereen heeft gelijke kansen, zeggen
we. Als het dan toch mislukt, is het
omdat je de kansen niet gegrepen
hebt. Terwijl we veel te weinig
aandacht besteden aan de structuren
er rond. Want als vandaag twintig
procent van de jongens het secundair
onderwijs verlaat zonder een diploma
te halen, dan is dit niet omdat die
jongens hun best niet deden. Het gaat
hier om een structurele fout in ons
onderwijssysteem.
Iedereen een label, iedereen een pil.
Naast de prestatiedruk en de ongelijkheid in kansen zien de experts op de
schoolbanken ook een toegenomen
problematisering en psychiatrisering
van ‘normaal gedrag’ van kinderen en
jongeren. Kinderen en jongeren krijgen
hier vaak allerlei etiketten naar hun
hoofd geslingerd.
Dirk • Meer en meer mensen vallen uit
de boot. De dag van vandaag kan je je
niet ongestraft wat raar gedragen. Je
wordt via het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) en allerlei
goedbedoelde structuren tot bij een
dokter gebracht die daar een etiket op
plakt. Er zijn meer jongeren dan
twintig jaar geleden die niet in de
arbeidsmarkt, in de hele maatschappelijke mechanismen van normaliteit
meedraaien.
Bruno • We geven die jongeren geen
plaats meer in het onderwijs omdat we
niet goed weten hoe we met hen
moeten omgaan. We hebben allerlei
1/8/14 1:29:40 PM
Ook de evolutie naar een doorgedreven
medicalisering bekijken de experts
met argusogen. Een grote groep
kinderen en jongeren krijgt medicijnen
zodat ze kunnen meedraaien op
school. Zodat ze beter om kunnen met
‘hun’ problemen. Maar zonder werk te
maken van een oplossing voor de
oorzaken van zogezegd ‘klinisch
ongepast, abnormaal of asociaal
gedrag’. En deze groep wordt alsmaar
jonger: het begint zelfs al in de
kleuterklas.
Een uurtje mentale opvoeding op school?
Hoewel experts het onderwijs naar
voren schuiven als dé plek waar veel
prestatiedruk speelt, geven ze aan dat
nét daar ook kansen liggen. Net omdat
we zoveel kinderen en jongeren op de
schoolbanken kunnen ontmoeten,
schept dit potentieel om op grote
schaal factoren zoals vooroordelen
over geestelijke gezondheidszorg aan
te pakken.
Nicole • Scholen en leerkrachten
hebben een grote impact op het
welbevinden en het gedrag van
leerlingen. Het is dan ook belangrijk
dat we volop inzetten op het onderwijs.
Temeer omdat dit een maatschappelijke instelling is die zich nog onvoldoende realiseert hoe belangrijk ze
wel is.
KRAX_21+.indd 23
Krax+ • Maar als we jongeren ‘leren
omgaan met’, pakken we wel de
oorzaken van druk nog niet aan.
Bea • Wie aan de verkeerde kant staat,
zal altijd meer onder druk worden
gezet. Wanneer we bijvoorbeeld veel
investeren in onderwijs, proberen we
om dit beter te maken. Maar we
merken dat dit niet werkt. Wat logisch
is, want het is de hele structuur. Het is
daarom belangrijk om een tekening te
maken van het hele plaatje en deze
spiegel aan de samenleving voor te
houden. En hierbij te zeggen: ‘Opgelet,
het verhaal waar jullie allemaal in
spelen is complexer dan wat je denkt
te zien vanuit je eigen positie in de
samenleving.’
“We moeten
inzetten op het
onderwijs.
Omdat dit een
maatschappelijke instelling
is die zich nog
onvoldoende
realiseert hoe
belangrijk ze
wel is.”
Nicole Vettenburg
Wie hulp zoekt, die vindt?
Waar kunnen kinderen en jongeren
dan naartoe als ze het moeilijk
hebben? Hoe zit het met het welzijnsaanbod, de hulpverlening? Vinden ze
daarin makkelijk hun weg? Worden ze
geholpen? Enkele experts geven aan
dat, zelfs wanneer jongeren weten
waar ze terechtkunnen, de stap naar
hulp een moeilijke opgave blijft. Er
leven bijvoorbeeld nog steeds wat
vooroordelen over therapie en
psychische stoornissen.
Gwendolyn • Mensen denken bij
psychische stoornissen soms ongelooflijke dingen. ‘Dat zijn zotten.’ Nee,
dat zijn mensen zoals jij en ik. Bekijk
de cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie: zij stelt dat 48% van de
bevolking ooit in zijn leven een >
2 3 I K R AX +
Krax+ • En kan je op school werken
rond een thema als geestelijke
gezondheid?
Dirk • Iets waar ik heel veel voor pleit
in het onderwijs is filosoferen met
kinderen, al vanaf jonge leeftijd. Ze
leren kritisch nadenken over de wereld
en over zichzelf. Woorden meegeven in
plaats van goedkope en populistische
ideeën. Dat begint al heel jong.
Gwendolyn Portzky • Je moet jongeren
aanleren om met problemen en
tegenslagen om te gaan. Zodat ze
weten wat ze moeten doen als ze het
moeilijk hebben. Misschien kan dit wel
een plek krijgen op school. Er zijn wel
scholen die daarvoor openstaan. Maar
het lespakket zit al zo vol. Het zou goed
zijn mocht er op school tijd en ruimte
gemaakt kunnen worden om frequent
te werken rond dit thema. Dit schept
mogelijkheden voor een gesprek over
hoe een jongere zich voelt, wat hij of zij
heeft meegemaakt. En hoe de leerling
in kwestie hiermee omging.
Filip Raes • Ik zou wel eens willen
weten hoe jongeren hier zelf over
denken. Vinden zij het goed om hier
een aantal lessen aan te spenderen?
Net zoals er tijd is voor lichamelijke
opvoeding zou er lestijd kunnen gaan
naar wat er op het vlak van geestelijke
gezondheid speelt bij jongeren, en hoe
we daarmee kunnen omgaan.
+ welzijn +
classificaties waarover we maximale
kennis ontwikkelen. Dit pakketje geven
we door de leerkrachten in de hoop dat
ze dan weten hoe ze met zulke
situaties moeten omgaan. Maar ik
geloof niet dat hulpverleners, opvoeders en leerkrachten volstouwen met
kennis een oplossing is. Er zijn geen
gestandaardiseerde antwoorden.
1/8/14 1:29:40 PM
+ welzijn +
psychische stoornis zal hebben. Dat
is de helft van de bevolking. Dat zijn
dus geen uitzonderingen die dat
hebben. Het komt meer en meer
voor.
“Meer en
meer mensen
vallen uit de
boot. De dag
van vandaag
kan je je niet
ongestraft
wat raar
gedragen.”
K R AX + I 2 4
Dirk De Wachter
KRAX_21+.indd 24
Maar ook bij jongeren blijken er nog
heel wat misverstanden te bestaan.
Uit onderzoek aan de Universiteit
Gent blijkt dat de meerderheid van
de jongeren (62% van jongeren
tussen 17-18) denkt dat mensen die
in een depressie zitten er zelf uit
kunnen geraken als ze het echt
willen.
Anne Hublet • Dat zijn misverstanden die leven onder jongeren. Dit is
niet alleen bij jongeren zo. Maar dat
maakt wel dat jongeren die echt met
een depressie zitten, of met negatieve gevoelens, minder snel hulp
gaan zoeken.
Goed gesprek
Jongeren komen te vaak terecht bij
de hulpverlening wanneer hun
problemen al vergevorderd zijn.
Terwijl een goed gesprek soms ook
veel kan doen. Wanneer jongeren die
stap toch zetten, worden ze vaak
geconfronteerd met lange wachtlijsten, slopende procedures en een
gefragmenteerd aanbod. Zo horen
we van de experts over de nood om
meer toegankelijke en omkaderde
voorzieningen te ontwikkelen. Op
enkele plaatsen worden al succesvol
initiatieven opgezet. Bijvoorbeeld het
project Therapeuten voor Jongeren,
of kortweg TEJO2. Binnen deze
praktijken wordt tijd gemaakt om te
luisteren naar de noden en behoeftes
van jongeren, aldus blijkt uit het
gesprek met de Kinderrechtencommissaris.
Bruno • De grote frustratie van
jongeren die zich niet goed voelen, is
dat er veel te weinig tijd wordt
gemaakt om te zoeken naar een
oplossing op maat. Het is niet de
nood van de jongere die centraal
staat. Heb je probleem 37, dan zit de
oplossing in schuif 37. Wil je liever de
oplossing van schuif 38, dan moet je
het probleem anders definiëren.
Kennis is belangrijk, maar in de
hulpverlening moet de manier
waarop we omgaan met jongeren
anders, en moet er ruimte zijn om
hen zelf hun verhaal te laten doen.
2
Een unieke rol voor
jeugdwerk
Naast de school kan ook het jeugdwerk
rond het thema psychisch welzijn een
belangrijke, en misschien zelfs unieke
rol spelen. Jeugdwerk en organisaties
die in de vrije tijd aan de slag gaan met
jongeren creëren voor deze jongeren
niet alleen een uitlaatklep, maar ook
een plek om naartoe te kunnen gaan.
Een plek om met leeftijdsgenoten te
praten en vooral ongestoord jong te
kunnen zijn.
Stijn Vanheule • Jeugdbewegingen zijn
als het ware microkernen in de maatschappij die toch anders functioneren.
Waar kansen zijn om toch anders met
elkaar om te gaan. De leden komen
vrijdagavond samen, zitten in hun lokaal.
Zaterdag gaan ze weg met de groep. En
op zondag staan ze in leiding. Daar is
toch ergens een mogelijkheid om anders
met elkaar om te gaan, die toch in de
cultuur van de jeugd zit. Dit kan een
alternatief zijn voor dat puur overgeleverd zijn aan de commerciële logica van
het presteren. Hier is er ruimte voor de
waarde van samenwerken en onderling
contact. Ik beschouw dat zo’n beetje als
een vrijplaats: een lege ruimte waar
bepaalde maatschappelijke verplichtingen van altijd maar meer en meer niet
noodzakelijk hoeven gehaald worden.
Waar gewoon gespeeld kan worden.
We moeten wat meer aan de
samenleving werken
De gesprekken met de experts leerden
ons dat we als samenleving een directe
impact hebben op het welzijn van
kinderen en jongeren. En hoe belangrijk
de rol van het onderwijs is in dit verhaal.
De hervormingen van het secundair
onderwijs liggen momenteel op tafel.
Maar in dit debat hoor je niet op welke
wijze we ons onderwijs zodanig kunnen
organiseren in functie van het welzijn
van onze kinderen en jongeren. Ook het
jeugdwerk als maatschappelijke
voorziening moet blijven reflecteren over
de positieve betekenis die het kan
hebben in het leven van kinderen en
jongeren. En dit ook buiten het vrijetijdsaanbod. Het is hoog tijd om, zoals een
van de experts het mooi verwoordde,
“wat minder aan jongeren te werken, en
wat meer aan de samenleving”. ×
http://www.tejo.be/
1/8/14 1:29:40 PM
© Emma Thyssen
PROJECT VERKIEZINGEN 2014
“WE BRENGEN DE DIVERSITEIT AAN OPINIES VAN
JONGEREN IN BEELD”
Neel Eerdekens
De verkiezingen in mei 2014 zijn van enorm belang. Niet alleen moeten
we stemmen op Vlaams, federaal en Europees niveau, er staan ook nog
eens cruciale kwesties op het spel: de sociaaleconomische crisis, ons
klimaat, het voortbestaan van België… Al die uitdagingen hebben vooral
op jongeren een bijzonder grote impact.
Participatief proces
KRAX_21+.indd 25
2 5 I K R AX +
De verkiezingscampagnes draaien op volle toeren. De strijd wordt gretig gevoerd in televisiestudio’s en via
politieke krantencolumns, en helaas ook al te vaak boven de hoofden van jonge mensen. De Ambrassade biedt
jongeren nu de kans om mee te wegen op het maatschappelijke debat en wil de aandacht vestigen op wat zij
denken en waar ze mee bezig zijn. En dat krijgt allemaal vorm in een groots participatief project. >
1/8/14 1:29:41 PM
Persoonlijk campagnebeeld
“We willen dat
jongeren beter
geïnformeerd dan
ooit naar de stembus
kunnen trekken.”
Kris Snick
Reële zorgen van
jongeren
K R AX + I 2 6
Om volwaardig te
kunnen
participeren
moet je
goed geïnformeerd
zijn. En dat
geldt zeker
voor jongeren.
KRAX_21+.indd 26
Kris Snick (De Ambrassade) •
Binnen diverse participatieve
trajecten van de Vlaamse
Jeugdraad gaven al heel wat
jongeren aan dat politiek hen niet
interesseert en dat ze de materie
vaak te moeilijk vinden. De
meeste jongeren zijn inderdaad
niet bezig met het pensioendebat
zelf, maar berichten over de hoge
jeugdwerkloosheid roepen bij
hen wel vragen op, bijvoorbeeld
of zij wel makkelijk een job gaan
vinden. De crisis en zeker ook de
impact van sociale media zorgen
ervoor dat jongeren misschien
wel meer dan ooit politiek bewust
en actief zijn.
Nancy De Backer (De Ambrassade) •
Met ons verkiezingsproject zullen
we honderd jongeren tussen 16
en 26 jaar uit Vlaanderen en
Brussel aanspreken vanuit
datgene wat hen dagelijks bezig
houdt: een op niveau betaalde en
stabiele baan, veilige fietspaden,
ruimte om te fuiven, een
duurzame planeet… Vervolgens
zullen we hen uitdagen, inspireren en coachen om samen met
andere jongeren frisse alternatieven te bedenken voor de
maatschappelijke problemen die
zij ondervinden of voelen
aankomen. Dit hele proces zal
resulteren in honderd concrete
ideeën. Die gieten we vervolgens
in een pakkend campagnebeeld,
en daar kunnen jongeren creatief
mee in het maatschappelijk
debat stappen.
Het project heeft bijzondere
aandacht voor de diversiteit van
meningen van jongeren die we in de
maatschappij terug vinden.
Kris • De ideeën en meningen van
deze honderd individuen worden
opzettelijk niet gebundeld! We gaan
elke jongere coachen om zijn of haar
eigen idee in een campagnebeeld
met slogan te gieten. Op die manier
zullen we niet ‘dé mening’ van een
generatie in onze samenleving
verspreiden, maar net de diversiteit
aan opinies van jongeren in beeld
brengen.
Sedert januari is De Ambrassade
gestart met de promotie van het
project en de rekrutering van al die
jongeren. Nancy • Onze open oproep
zetten we kracht bij met filmpjes,
een website, geluiden in de pers.
Maar ook jeugdwerkorganisaties
worden aangemoedigd om actief
jongeren aan te spreken. We willen
hen motiveren om één jongere of
enkele jongeren uit hun netwerk te
coachen tijdens het drie maanden
durende traject. Jeugdwerkers die
erg nauw betrokken zijn bij de
directe leefwereld van jongeren
kunnen beter dan wie ook een
jongere uit een specifieke context
ondersteunen om zich een mening te
vormen rond een thema dat hem/
haar aanbelangt.
In dialoog over hun
strijdpunt
De honderd jongeren zullen tussen
half februari en eind april een traject
doorlopen waarbij ze vorming,
inspiratie en tools krijgen om tot hun
campagneslogan en -beeld te
komen. Er zijn ook twee grote
bijeenkomsten voor hen gepland.
Tijdens een gezamenlijk startweekend (14 en 15 februari) worden de
jongeren uitgedaagd om een stelling
in te nemen rond een thema dat hen
specifiek bezighoudt. In de maand
maart kunnen ze hierover in
discussie gaan met andere jongeren
in hun omgeving.
De methodische begeleiding en
aanpak op maat van deze diverse
1/8/14 1:29:42 PM
groep jongeren is in handen van
jeugddienst Globelink. Tussen de
twee bijeenkomsten door worden
de jongeren begeleid door diverse
coaches. Kris • Globelink zal de
jongeren methodieken en tools
meegeven om zelf een actie, debat
of ontmoeting met andere jongeren
op poten te zetten. Verspreid over
heel Vlaanderen en Brussel zullen
we dus honderd verschillende
acties en initiatieven krijgen: van
een debat in een jeugdhuis over
een ludieke straatactie tot een
grootschalige jongerenbevraging
via sociale media. De bedoeling
hiervan is dat de jongeren met
anderen in dialoog gaan over hun
strijdpunt. “Op deze manier kunnen
ze de draagwijdte van hun voorstel
aftoetsen, maar kunnen ze ook
heel wat inspiratie opdoen om tot
een bevattelijke slogan en een
aantrekkelijk campagnebeeld te
komen”, aldus Nancy.
Groots jongerenevent
KRAX_21+.indd 27
Nancy De Backer
Goede informatie
Om volwaardig te kunnen participeren
moet je goed geïnformeerd zijn. En dat
geldt zeker voor jongeren. Ook daar
speelt het verkiezingsproject van De
Ambrassade op in. Kris • Op jongerengids.be, onze informatiewegwijzer voor
kinderen en jongeren, ontwikkelden we
een apart luik over politiek. Dat deden
we samen met de diensten van de Senaat
en Kracht van je Stem, de educatieve
dienst van het Vlaams Parlement. We
geven er uitleg bij politieke terminologie
en verduidelijken de werking van een
democratisch systeem. Met catchy
communicatie hopen we jongeren
maximaal te bereiken, zodat ze beter
geïnformeerd dan ooit naar de stembus
kunnen trekken.
Maatschappelijk
engagement
Nancy • De Ambrassade wil met dit
project meerdere doelen bereiken. Goede
informatie bieden aan jongeren is er één
van. Maar uiteraard is ons traject ook
een uitgelezen kans voor jongeren om
mee te wegen op de politieke inzet en op
het maatschappelijke debat in de
aanloop naar de verkiezingen. Tot slot
hopen we dat de honderd jongeren de
smaak te maken krijgen en hun maatschappelijk engagement verder uitbouwen. Misschien steken ze daarmee ook
nog vele andere jongeren aan!
Meer info?
Wil jij met je organisatie een of meerdere
jongeren coachen? Of wil je op een
andere manier bijdragen?
• www.deschoonmoeder.be
• facebook.com/deschoonmoeder
• twitter: @deschoonmoeder ×
Schoonmoeder aller
Verkiezingen
Het verkiezingsproject kreeg
een ietwat aparte naam, maar
daar is goed over nagedacht.
Nancy • Een schoonmoeder is
een figuur met veel karaktereigenschappen, een complexe
vrouw. Ze is tegelijk moeder,
kind, vrouw, vriendin, echtgenote en burger. Ook binnen
ons project geven we haar
meerdere rollen. Naar politici
toe is ze luis in de pels. Ze stelt
de juiste vraag aan de foute
politicus of de foute vraag aan
de juiste politicus. Binnen de
samenleving vertegenwoordigt
ze de vrouw in de straat, die het
eigenlijk ook niet altijd zo goed
weet. Ze klaagt de vaagtaal aan
en laat goed merken dat er
nood is aan duidelijkheid. Ze is
echter wel betrokken. Naar
jongeren toe is ze eerder een
fiere moeder die gelooft in de
krachten van haar kind. In het
begin houdt ze hen nog
bemoederend bij het handje,
maar naar het einde van het
project toe laat ze los en ziet ze
tevreden dat de jongeren het
goed doen.
2 7 I K R AX +
De honderd persoonlijke campagnebeelden worden publiek gemaakt
op 30 april in het Vlaams Parlement. Tijdens dit grootse jongerenevent zal de Vlaamse Jeugdraad
enkele straffe stellingen en
uitdagende ideeën selecteren.
Kris • Vanuit deze stellingen willen
we op een originele en laagdrempelige manier hoogstaande
politieke debatten uitlokken tussen
jongeren en politici.
Nancy • We willen die dag zo veel
mogelijk jongeren naar het Vlaams
Parlement lokken. De voorzitters
van de politieke jongerenorganisaties tekenden alvast present. En we
hopen natuurlijk op massale
mediabelangstelling.
In de laatste vier weken voor de
stembusgang staat er nog veel op
het spel. Kris • Parallel met de
politieke kandidaten zullen de
jongeren campagne voeren voor
hun standpunt. Zij kunnen het vuur
aan de schenen leggen van politici,
of hen aanzetten tot beloften.
Nancy • En net als de verkiezingskandidaten zullen onze honderd
‘ambassadeurs’ op zoek moeten
gaan naar kansen om zichzelf in the
picture te werken.
“Honderd jongeren
gaan met anderen
in dialoog over
hun persoonlijk
strijdpunt.”
1/8/14 1:29:45 PM
V.U.: Eva Vereecke | Leopoldstraat 25 | 1000 Brussel
t
ABONNEMENTEN
Krax+ verschijnt drie maal per
jaar. Een abonnement op Krax+
is gratis. Wil je het magazine
ontvangen, je abonnement
stopzetten of je persoonsgegevens wijzigen?
Surf naar www.kraxplus.be
voor meer informatie.
Het overnemen van artikels uit
Krax+ is toegelaten mits de
bron volledig wordt vermeld.
Krax+ is solventvrij gedrukt
op 100% gerecycleerd papier,
met inkten op vegetale basis.
KRAX_21+.indd 28
1/8/14 1:29:46 PM