Christen worden met Paulus Hoger Diocesaan Godsdienstinstituut Gent Academiejaar 2013-2014 1 “Leven is Christus” 2 “Leven is Christus” 3 “Leven is Christus” 4 5 “Leven is Christus” 6 “Leven is Christus” 7 “Leven is Christus” 8 “Leven is Christus” 9 Artemisium, Efeze 11 Inleiding (Fil 1,1-11) – Verzenders, geadresseerden en zegenwens (Fil 1,1-2) – Dankzegging en verzekering van gebed (Fil 1,3-11) Situatie van Paulus en van de gemeenschap in Filippi (Fil 1,12-2,18) – Paulus tussen dood en leven, ten prooi aan intriges (Fil 1,12-26) – Het geestelijke gevecht van de christenen in Filippi, geroepen om de ‘gezindheid’ van Christus over te nemen (Fil 1,27-2,18) Tussenstuk (Fil 2,19-30) – De zending van Timotheüs (Fil 2,19-24) – De zending van Epafroditus (Fil 2,25-30) De levensstijl van Paulus, een model voor de christenen in Filippi (Fil 3,1-4,1) – Paulus, gegrepen door Christus, over de verwaandheid van zijn tegenstanders (Fil 3,1-16) – De christenen van Filippi, navolgers van Paulus, geroepen om zich gelijkvormig te laten maken aan de heerlijkheid van Christus (Fil 3,17-4,1) Tot slot nog enkele aansporingen (Fil 4,2-9) Naschrift (Fil 4,10-23) – Bedanking voor de verkregen hulp (Fil 4,10-20) – Groet en slotzegen (Fil 4,21-23) Opschrift [1] Van Paulus en Timotheüs, dienstknechten van Christus Jezus, aan alle heiligen in Christus Jezus te Filippi, met hun leiders en diakens. 13 Ebed Adonaï (bij Jesaja) Ziehier mijn dienstknecht, die Ik ondersteun; mijn uitverkorene, die Ik met genoegen gadesla. Ik heb mijn geest op hem gelegd, en hij maakt het recht bekend aan de volken. Hij roept niet en schreeuwt niet, hij laat zijn stem niet horen op straat. Het geknakte riet zal hij niet breken en de kwijnende vlaspit blaast hij niet uit. Werkelijk, hij zal recht brengen. (…) Ik neem u bij de hand, Ik vorm u, en bestem u tot een verbond met het volk, tot een licht voor de naties; om blinde ogen te ontsluiten, om gevangenen uit de kerker te bevrijden, degenen die in de duisternis van de gevangenis wonen. (Js 42,1-3,6-7) Opschrift [1] Van Paulus en Timotheüs, dienstknechten van Christus Jezus, aan alle heiligen in Christus Jezus te Filippi, met hun leiders en diakens. 15 Opschrift [1] Van Paulus en Timotheüs, dienstknechten van Christus Jezus, aan alle heiligen in Christus Jezus te Filippi, met hun leiders en diakens. 17 Het ambt in dienst van het Godsvolk van naar Zegenwens [2] Genade voor u en vrede vanwege God onze Vader en de Heer Jezus Christus! 19 Dankzegging (1) [3] Ik dank mijn God telkens als ik aan u denk, [4] altijd, bij al mijn gebeden voor u allen. Met blijdschap zeg ik mijn gebed, [5] vanwege uw aandeel in de prediking van het evangelie vanaf de eerste dag tot nu toe. • ‘De gelovige erkent dat alles genade is, dat de liefde van God zijn leven voorafgaat, begeleidt en volgt.’ (E. Bianchi) • Vgl. prefatie bij het eucharistisch gebed: • • ‘Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden, zullen wij U danken, altijd en overal, door Jezus Christus onze Heer. Want…’ Een woord van Jezus (Abba) door Paulus ontsloten voor alle christenen: ‘Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, [5] om hen die onder de wet stonden vrij te kopen, opdat wij de rang van zonen zouden krijgen. [6] En dit is het bewijs dat u zonen bent: God heeft de geest van zijn Zoon in ons hart gezonden, die roept: Abba, Vader! [7] U bent dus geen slaaf meer, maar zoon; en als u zoon bent, dan ook erfgenaam, door toedoen van God’ (Gal 4,4-7). Dankzegging (1) [3] Ik dank mijn God telkens als ik aan u denk, [4] altijd, bij al mijn gebeden voor u allen. Met blijdschap zeg ik mijn gebed, [5] vanwege uw aandeel in de prediking van het evangelie vanaf de eerste dag tot nu toe. Dankzegging (2) [6] Ik ben er zeker van dat Hij die een goed werk in u begonnen is, het zal voltooien tegen de dag van Christus Jezus. 24 Advent in de liturgie 1ste zondag: hoopvol uitzien naar de toekomst: Christus’ wederkomst (‘2de komst’: het voorwerp van onze hoop) – gids: vooral Jesaja 2de en 3de zondag: de tussentijd nu leven vanuit het perspectief dat God alles zal voltooien, een nieuw leven - gids: Johannes de doper 4de zondag: voorbereiding op de viering van Jezus’ menswording (‘1ste komst’: de grond van onze hoop) – gids: Maria, Jozef, Elisabeth Lezingen bij de eerste zondag van de Advent – A-jaar Jesaja 2,1-5 Romeinen 13,11-14 doorgingen met eten en drinken, met huwen en ten huwelijk geven, Visioen van Jesaja, de zoon van Amos, Broeders en zusters, op de dag waarop Noach de ark over Juda en Jeruzalem. Gij weet dat het uur om uit de slaap te tot binnenging, Op het einde der dagen ontwaken en zij niets vermoedden zal de berg waarop de tempel van de reeds is aangebroken. totdat de zondvloed kwam en allen HEER staat, Thans is ons heil dichterbij oprijzen boven alle bergen dan toen wij tot het geloof kwamen. wegrukte: zo zal het gaan bij de komst van de en uitsteken boven alle heuvels. De nacht loopt ten einde, de dag Mensenzoon. Alle volkeren zullen erheen stromen breekt aan. Dan zullen er twee op de akker zijn: en talloze naties erheen trekken. Laten wij ons dus ontdoen van de de een wordt meegenomen, de ander Zij zullen zeggen: werken der duisternis achtergelaten: "Kom, laat ons optrekken naar de berg en ons wapenen met het licht. twee vrouwen zullen met de molen van de HEER, Laten wij ons behoorlijk gedragen aan het malen zijn: naar de tempel van Jakobs God. als op klaarlichte dag, een wordt meegenomen, de "Hij zal ons zijn wegen wijzen en ons onthouden van braspartijen en de andere achtergelaten. en wij zullen zijn paden bewandelen. drinkgelagen, Weest dus waakzaam, "Want uit Sion komt de Wet, van ontucht en losbandigheid, van want gij weet niet op welke dag uw het Woord van de HEER uit Jeruzalem. twist en nijd. komt. "Oordelen zal Hij de volkeren, Bekleedt u met de Heer Jezus Christus Heer rechtspreken over de talloze naties. en koestert geen zondige begeerten Begrijpt dit wel: als de eigenaar van het huis wist "Zij zullen hun zwaarden omsmeden meer. op welk uur van de nacht de dief zou tot ploegijzers, komen, hun speren tot sikkels. zou hij blijven waken en in zijn huis "Geen volk zal nog het zwaard trekken Matteüs 24,37-44 niet laten inbreken. tegen een ander, en niemand zal nog leren oorlog In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Weest ook gij dus bereid, voeren. "Zoals het ging in de dagen van Noach,omdat de Mensenzoon komt op het uur waarop gij het niet verwacht." "Huis van Jakob, kom, zo zal het gaan bij de komst van de Iaat ons wandelen in het licht van de Mensenzoon. HEER." Zoals de mensen in de dagen voor de Psalm 122 zondvloed Mysterie van het geloof Verkondigen wij het mysterie van het geloof. Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt. ofwel: Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren, totdat Hij komt. Onze Vader … maar verlos ons van het kwade. (‘embolisme’) Verlos ons Heer, van alle kwaad. Geef vrede in onze dagen. Dat wij, gesteund door Uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonden en beveiligd tegen alle onrust: hoopvol wachtend op de Komst van Jezus, Messias, Uw Zoon. Want van U is het Koninkrijk,… ‘Hoopvol wachten op de komst van Jezus Messias, uw Zoon. Christus pantocrator Apsis, Byzantijns, 11de eeuw (Sicilië) Dankzegging (2) [6] Ik ben er zeker van dat Hij die een goed werk in u begonnen is, het zal voltooien tegen de dag van Christus Jezus. 30 Dankzegging (3) [7] Het spreekt trouwens vanzelf dat ik zo over u allen denk, want ik draag u in mijn hart, u allen die, tijdens mijn gevangenschap en bij de verdediging en bekrachtiging van het evangelie, in de genade deelt die mij gegeven wordt. [8] God kan voor mij getuigen hoe vurig ik naar u allen verlang, met de innigheid van Christus Jezus 31 Dankzegging (4) [9] En dit is mijn bede: dat uw liefde steeds rijker wordt aan ware kennis en fijngevoeligheid in alles, [10] om te kunnen onderscheiden waar het op aankomt. Dan zult u zuiver en onberispelijk zijn op de dag van Christus, [11] vol van de vrucht van de gerechtigheid, die komt van Jezus Christus, tot lof en eer van God. 32 Bianchi over de voorbede van de gekruisigde ‘Een hoogtepunt van de voorbede bestaat niet zozeer in het spreken van woorden voor God, maar in een leven voor Hem zoals de Gekruisigde heeft gedaan: trouw aan God en solidair met de mensen tot het bittere einde. De voorspraak bij uitstek, waaraan ook de christen zijn eigen voorbede kan laten deelnemen, is inderdaad deze van Christus die zijn armen wijd uitstrekt op het kruis en om vergeving vraagt voor hen die Hem kruisigen. Op die manier opent Hij zijn armen voor een omhelzing van de hele mensheid en maakt Hij zo van de extreme zwakte van zijn eigen dood een daad van liefde, waardoor in Hem de kracht van Gods barmhartigheid zichtbaar wordt. In die daad erkent en belijdt de gelovige de voorspraak die volkomen doeltreffend is, onbegrensd en heilbrengend voor iedereen’. Dankzegging (4) [9] En dit is mijn bede: dat uw liefde steeds rijker wordt aan ware kennis en fijngevoeligheid in alles, [10] om te kunnen onderscheiden waar het op aankomt. Dan zult u zuiver en onberispelijk zijn op de dag van Christus, [11] vol van de vrucht van de gerechtigheid, die komt van Jezus Christus, tot lof en eer van God. 35 Paulus over zijn situatie (1) [12] Ik wil dat u weet, broeders en zusters, dat wat mij overkomen is juist veel heeft bijgedragen tot de voortgang van het evangelie. [13] Zo is het in heel het pretorium en voor alle anderen duidelijk geworden, dat ik mijn boeien draag ter wille van Christus [14] en dat de meesten van mijn broeders uit mijn gevangenschap kracht hebben geput om, in vertrouwen op de Heer en met meer durf dan eerst, onbevreesd het woord te verkondigen. 36 Paulus over zijn situatie (2) [15] Weliswaar doen sommigen het uit nijd en strijd, maar anderen prediken Christus met goede bedoelingen. [16] Die doen het uit liefde, in de overtuiging dat ik sta voor de verdediging van het evangelie. [17] De anderen verkondigen Christus met zelfzuchtige en onzuivere bedoelingen, in de waan mijn boeien daardoor te verzwaren. [18] Wat dan nog? In elk geval wordt Christus verkondigd, met of zonder bijbedoeling. En daarover verheug ik mij. En ik zal mij ook blijven verheugen, 37 Paulus over zijn situatie (3) [19] want ik weet dat dit zal uitlopen op mijn redding, dankzij uw gebed en de bijstand van de Geest van Jezus Christus. [20] Het is mijn stellige verwachting en mijn hoop dat ik in niets beschaamd zal staan, maar dat in de volle openbaarheid, zoals altijd, ook nu Christus zal worden verheerlijkt in mijn lichaam, of ik nu levend ben of dood. 38 D. Bonhoeffer (1906-1945) “Dit is het einde, voor mij het begin van het leven…” 39 Anastasis (opstanding) – Fresco, ca.1315, Chora-kerk in Istanbul 40 Icoon van de menswording ‘Als jullie vetrekken, ontnemen jullie ons jullie hoop en beroven jullie ons van onze hoop’. Des hommes et des dieux (Xavier Beauvois, 2010) Paulus over zijn situatie (3) [19] want ik weet dat dit zal uitlopen op mijn redding, dankzij uw gebed en de bijstand van de Geest van Jezus Christus. [20] Het is mijn stellige verwachting en mijn hoop dat ik in niets beschaamd zal staan, maar dat in de volle openbaarheid, zoals altijd, ook nu Christus zal worden verheerlijkt in mijn lichaam, of ik nu levend ben of dood. 43 Paulus over zijn situatie (4) [21] Want voor mij is leven Christus en sterven winst. [22] Maar als blijven leven betekent dat ik vruchtbaar kan werken, dan zou ik niet weten wat ik moet kiezen. [23] Ik word naar twee kanten getrokken: ik heb het verlangen heen te gaan en met Christus te zijn, want dat is verreweg het beste. [24] 44 Paulus over zijn situatie (5) Maar voor u is het nuttiger dat ik nog blijf leven. [25] En omdat ik hiervan overtuigd ben, weet ik dat ik zal blijven leven en bij u allen zal blijven voor uw vooruitgang en geloofsvreugde. [26] Dan zult u nog meer reden hebben om trots te zijn op mij in Christus Jezus, wanneer ik weer bij u ben. 45 De roeping van de gemeenschap in Filippi (1) [27] Maar u moet wel een leven leiden dat het evangelie van Christus waardig is. Dan zal ik, als ik u kom bezoeken, met eigen ogen zien of, als ik ver van u af ben, over u horen, dat u vast staat in één geest en eensgezind strijdt voor het geloof in het evangelie, [28] zonder dat u zich ook maar in het minst door de tegenstanders laat afschrikken. Voor hen is dit een teken van ondergang en voor u een teken van redding, en wel van Godswege. 46 Inleiding (Fil 1,1-11) – Verzenders, geadresseerden en zegenwens (Fil 1,1-2) – Dankzegging en verzekering van gebed (Fil 1,3-11) Situatie van Paulus en van de gemeenschap in Filippi (Fil 1,12-2,18) – Paulus tussen dood en leven, ten prooi aan intriges (Fil 1,12-26) – Het geestelijke gevecht van de christenen in Filippi, geroepen om de ‘gezindheid’ van Christus over te nemen (Fil 1,27-2,18) Tussenstuk (Fil 2,19-30) – De zending van Timotheüs (Fil 2,19-24) – De zending van Epafroditus (Fil 2,25-30) De levensstijl van Paulus, een model voor de christenen in Filippi (Fil 3,1-4,1) – Paulus, gegrepen door Christus, over de verwaandheid van zijn tegenstanders (Fil 3,1-16) – De christenen van Filippi, navolgers van Paulus, geroepen om zich gelijkvormig te laten maken aan de heerlijkheid van Christus (Fil 3,17-4,1) Tot slot nog enkele aansporingen (Fil 4,2-9) Naschrift (Fil 4,10-23) – Bedanking voor de verkregen hulp (Fil 4,10-20) – Groet en slotzegen (Fil 4,21-23) De roeping van de gemeenschap in Filippi (2) [29] Want u is de genade omwille van Christus verleend, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden. [30] U hebt dezelfde strijd te leveren die ik voor uw ogen geleverd heb en die ik, zoals u weet, nog steeds lever. 48 ‘U hebt dezelfde strijd te leveren’ ‘Van de 2 miljard christenen worden er 200 miljoen vervolgd, dus 10 procent, en dat aantal is groter dan dat van gelijk welke andere geloofsgroep. Als ik zeg vervolgd, gaat het om verwoeste gebedshuizen, doodslag, verwonding, gevangenis, stelselmatige onderdrukking, verbanning…’ Rupert Shortt in Tertio. Christelijk opinieweekblad 698 (2013), in een interview n.a.v. zijn boek Christianophobia. A Faith Under Attack, Rider-London, 2012. ‘U hebt dezelfde strijd te leveren 1 Tes 5,8 ‘Laten wij, die behoren aan de dag, nuchter zijn, de borst gepantserd met geloof en liefde, de helm van de hoop op redding op het hoofd’. Ef 6,13-17 ‘Grijp daarom naar de wapenrusting van God om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaad en staande te blijven, strijdend tot het einde. [14] Stel u op, de waarheid als een gordel om uw middel, de gerechtigheid als een pantser om uw borst, [15] de ijver voor het evangelie van de vrede als schoeisel aan uw voeten. [16] Draag steeds het schild van het geloof, waarmee u alle brandende pijlen van het kwaad kunt doven. [17] Draag ook de helm van de redding en het zwaard van de Geest, dat wil zeggen, het woord van God’. 1 Tim 6,12: ‘Vecht voor de goede zaak van het geloof, grijp het eeuwig leven, waartoe u geroepen bent en waarover u de goede belijdenis hebt afgelegd, ten overstaan van vele getuigen’. De roeping van de gemeenschap in Filippi (2) [29] Want u is de genade omwille van Christus verleend, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden. [30] U hebt dezelfde strijd te leveren die ik voor uw ogen geleverd heb en die ik, zoals u weet, nog steeds lever. 51 De roeping van de gemeenschap in Filippi (3) Hoofdstuk 2 (WB 95) [1] Als dus vermaning in Christus en liefdevolle bemoediging, gemeenschap van Geest, hartelijkheid en mededogen u iets zeggen, [2] maak mijn vreugde dan volledig door uw eenheid van denken, uw eenheid in de liefde, uw saamhorigheid en eensgezindheid. (NBV) ‘*1+ Nu u door Christus zozeer bemoedigd wordt en liefdevol getroost, nu er onder u zo’n grote verbondenheid met de Geest is, zo veel ontferming en medelijden, [2] maak mij dan volmaakt gelukkig door eensgezind te zijn, één in liefde, één in streven, één van geest’. 52 Eensgezindheid ‘In de gave van de eensgezindheid, niet in haar bedrijvigheid, ligt het theologische geheim van de kerk, liggen de kracht en de fascinatie die van haar uitgaan. Eensgezind leven is de eerste en belangrijkste zending van de kerk. Pas dan kan men erin slagen de verstrooiden uit alle volkeren bijeen te brengen’. (LOHFINK, G., Heeft God de kerk nodig, 306) Gemeenschap als plaats van vermaning ‘Wij vermanen u, broeders en zusters: wijs de leeglopers terecht, bemoedig de kleinmoedigen, ondersteun de zwakken, heb geduld met allen’ (1 Tes 5,14-15) ‘Broeders en zusters, ik ben ervan overtuigd dat u best zelf in staat bent om elkaar terecht te wijzen, want u bent vol goede bedoelingen en u hebt een rijke kennis van zaken’ (Rom 15,14). De roeping van de gemeenschap in Filippi (4) [3] Geef niet toe aan partijzucht en ijdelheid, maar beschouw in alle nederigheid de ander als hoger dan uzelf. [4] Laat niemand alleen zijn eigen belangen behartigen, maar ook die van de anderen. Die gezindheid moet onder u heersen die ook in Christus Jezus was: 55 Vernedering-verheffing / afdaling-terugkeer in de Schrift Ps 49,15-16 ‘als schapen op weg naar het dodenrijk, zo worden ze door de dood geweid. Regelrecht dalen ze af naar die hoeder, naar de staat van ontbinding in het rijk waar hij heerst. Maar God koopt mijn leven vrij, Hij haalt mij terug uit de greep van het dodenrijk’ Mt 23,11-12 ‘De grootste van u zal uw dienaar zijn. Wie zich verheft, zal vernederd worden, en wie zich vernedert, zal verheven worden’. Js 55,10-11 ‘Want zoals de regen en de sneeuw uit de hemel neerdalen en pas daarheen terugkeren wanneer zij de aarde hebben gedrenkt, haar hebben bevrucht en met planten bedekt, wanneer zij zaad hebben gegeven aan de zaaier, en brood aan de eter, zo zal het ook gaan met mijn woord. Het komt voort uit mijn mond; het keert niet vruchteloos naar Mij terug, maar pas wanneer het heeft gedaan wat Mij behaagt, en alles heeft volvoerd, waartoe Ik het heb gezonden’. [6] Hij die bestond in de gestalte van God heeft er zich niet aan willen vastklampen gelijk aan God te zijn. [7] Hij heeft zichzelf ontledigd en de gestalte van een slaaf aangenomen. Hij is aan de mensen gelijk geworden. En als mens verschenen [8] heeft Hij zich vernederd; Hij werd gehoorzaam tot de dood, de dood aan een kruis. [9] Daarom ook heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam verleend die boven alle namen staat, [10] opdat in de naam van Jezus iedere knie zich zou buigen, in de hemel, op aarde en onder de aarde, [11] en iedere tong zou belijden 57 tot eer van God, de Vader: de Heer, dat is Jezus Christus. M.I. Rupnik ,s.J. (Rome) 61 De roeping van de gemeenschap in Filippi (5) [12] Daarom, geliefden, omdat u altijd naar mij geluisterd hebt, niet alleen in mijn aanwezigheid maar nog veel meer nu ik afwezig ben: bewerk uw redding met eerbied en ontzag. [13] God immers brengt in u zowel het willen als het doen tot stand, om zijn welgevallen te verwezenlijken. [14] Doe alles zonder morren of tegenspreken, [15] zodat u onberispelijk en onschuldig bent, onbesproken kinderen van God, te midden van een slinks en ontaard geslacht, waarin u schittert als sterren in het heelal. 62 De roeping van de gemeenschap in Filippi (6) [16] Houd vast aan het woord dat leven geeft. Dan kan ik, als de dag van Christus komt, trots zijn omdat ik niet tevergeefs heb gelopen en niet voor niets heb gezwoegd. [17] Maar ook al wordt mijn bloed geplengd bij de offerdienst van uw geloof, dan nog ben ik verheugd en wens ik u allen geluk. [18] En u moet evengoed verheugd zijn en delen in mijn vreugde. 63 Tussenstuk met mededelingen (Fil 2,19-30) – deel 1 [19] In vertrouwen op de Heer Jezus hoop ik Timotheüs spoedig naar u toe te sturen; het zal mij goed doen te horen hoe het met u gaat. [20] Ik heb niemand die u zo welgezind is en zo trouw uw belangen zal behartigen. [21] Want allen zoeken hun eigen belang, niet dat van Jezus Christus. [22] Maar hij heeft, zoals u weet, zijn trouw bewezen, want samen met mij heeft hij, als een kind naast zijn vader, de zaak van het evangelie gediend. [23] Hem hoop ik dus te sturen, zodra ik kan overzien hoe mijn zaken ervoor staan. [24] Maar ik vertrouw op de Heer, dat ik spoedig ook zelf zal komen. Tussenstuk met mededelingen (Fil 2,19-30) – deel 2 [25] Ik vind het wel nodig onze broeder Epafroditus, mijn medewerker en strijdmakker, uw afgezant en uw helper in mijn nood, naar u toe te sturen. [26] Hij heeft namelijk heimwee naar u allen, en hij lijdt eronder dat u van zijn ziekte gehoord hebt. [27] Hij is inderdaad doodziek geweest. Maar God heeft medelijden met hem gehad, en niet alleen met hem maar ook met mij, opdat ik niet het ene verdriet na het andere zou hebben. [28] Daarom stuur ik hem haastig terug, opdat u verheugd zult zijn hem weer terug te zien en ik van zorgen bevrijd ben. [29] Verwelkom hem dus hartelijk in de Heer. Mannen als hij moet u in ere houden, [30] omdat hij voor het werk van Christus de dood nabij is geweest. Hij heeft zijn leven op het spel gezet om mij te helpen, waar u in gebreke moest blijven. Paulus’ levensstijl als model (1) Hoofdstuk 3 [1] Ten slotte, broeders en zusters, verheug u in de Heer … U nogmaals hetzelfde schrijven is voor mij een kleine moeite, en u geeft het zekerheid. [2] Pas op voor de honden, pas op voor de saboteurs, pas op voor de versnedenen! [3] Want wij zijn de besnijdenis, wij die God aanbidden in de Geest, onze roem zoeken in Christus Jezus en niet op onszelf vertrouwen, Paulus’ levensstijl als model (2) [4] hoewel ik met recht en reden op mezelf zou kunnen vertrouwen. Als anderen menen op zichzelf te kunnen vertrouwen, dan ik zeker: [5] ik ben besneden op de achtste dag, ik behoor tot Israëls geslacht, tot de stam Benjamin, ik ben een geboren en getogen Hebreeër; naar de wet ben ik een farizeeër, [6] wat mijn ijver aangaat een vervolger van de kerk, en wat betreft gerechtigheid op grond van de wet ben ik volmaakt. Paulus’ levensstijl als model (3) [7] Maar wat winst voor mij was, ben ik omwille van Christus gaan beschouwen als verlies. [8] Sterker nog, ik beschouw alles als verlies, want het kennen van mijn Heer Christus Jezus gaat alles te boven. Om Hem heb ik alles prijsgegeven, en ik beschouw alles als vuilnis Paulus’ levensstijl als model (4) [8] Ik beschouw alles als vuilnis als het erom gaat Christus te winnen [9] en één te zijn met Hem; mijn gerechtigheid steunt niet op de wet maar op het geloof in Christus: zij komt van God en steunt op het geloof. [10] Ik wil Christus kennen, de kracht van zijn opstanding en de gemeenschap met zijn lijden; ik wil steeds meer op Hem lijken in zijn dood [11] om eens te mogen komen tot de opstanding uit de doden. *12+ Niet dat ik dat alles al “gegrepen” heb of al volmaakt ben! Maar ik streef er vurig naar het te grijpen, gegrepen als ik ben door Christus Jezus. Paulus’ levensstijl als model (5) [13] Nee, broeders en zusters, ik beeld mij niet in dat ik het al in mijn bezit heb. Alleen dit: vergetend wat achter me ligt en me richtend op wat voor me ligt, [14] streef ik naar het doel: de prijs van de hemelse roeping, die God in Christus Jezus tot mij richt. *15+ Laten wij, ‘volmaakten’, er zo over denken; en als u op een of ander punt anders denkt, zal God u ook dat openbaren. [16] Laten wij in ieder geval op de ingeslagen weg voortgaan. [17] Broeders en zusters, volg mijn voorbeeld en kijk naar hen die zich gedragen naar het voorbeeld dat wij u gegeven hebben. Paulus’ levensstijl als model (6) [18] Want velen leiden een leven – ik heb u al vaak over hen gesproken maar nu herhaal ik het onder tranen – als vijanden van het kruis van Christus. [19] Hun einde is de ondergang, hun god is hun buik, ze stellen hun eer in schande, zij hebben hun zinnen gezet op het aardse. [20] Maar óns vaderland is in de hemel, vanwaar wij ook onze redder verwachten, de Heer Jezus Christus. [21] Hij zal ons armzalig lichaam veranderen en het gelijkvormig maken aan zijn verheerlijkt lichaam, met dezelfde kracht die Hem ook in staat stelt alles aan zich te onderwerpen. Nog enkele aansporingen (1) Hoofdstuk 4 Daarom, mijn geliefde broeders en zusters, naar wie ik zo verlang, mijn vreugde en mijn kroon, houd aldus stand in de Heer, mijn geliefden. [2] Euodia en Syntyche verzoek ik beiden: wees eensgezind in de Heer. [3] Ja ook u, mijn trouwe kameraad, vraag ik: wees deze vrouwen behulpzaam, die mij hebben bijgestaan in de strijd. Want zij hebben samen met mij gestreden voor het evangelie, samen met Clemens en mijn overige medewerkers, van wie de namen in het boek des levens staan. Nog enkele aansporingen (2) [4] Verheug u altijd in de Heer. Nog eens: verheug u! [5] Uw vriendelijkheid moet bij alle mensen bekend zijn. De Heer is nabij. [6] Wees niet bezorgd, maar laat al uw wensen bij God bekend worden door te bidden en te smeken en door een dankgebed te zeggen. [7] En de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw hart en uw gedachten bewaren in Christus Jezus. [8] Tenslotte, broeders en zusters, blijf aandacht besteden aan al wat waar en edel is, rechtvaardig en rein, beminnelijk en aantrekkelijk, aan al wat deugd heet en lof verdient. [9] En breng in praktijk wat u geleerd en overgeleverd is, en wat u van mij hebt gehoord en gezien. Dan zal de God van vrede met u zijn. Naschrift: bedanking voor verkregen hulp (1) [10] Ik was er in de Heer bijzonder verheugd over dat uw belangstelling voor mij nu eindelijk tot bloei is gekomen; het ontbrak u niet aan interesse, maar u had de kans niet. [11] Ik zeg dit niet omdat ik tekort kom, want ik heb geleerd in alle omstandigheden mijzelf genoeg te zijn. [12] Ik weet wat het is om armoede te lijden, ik weet ook wat het is om in overvloed te leven. Ik ben volledig ingewijd. Ik kan volop eten en ik kan honger lijden, ik kan in overvloed leven en ik kan armoede lijden. [13] Ik kan alles aan, dankzij Hem die mij kracht geeft. Naschrift: bedanking voor verkregen hulp (2) [14] Toch hebt u er goed aan gedaan mij te helpen in mijn moeilijkheden. [15] U weet het zelf ook wel, Filippenzen: in het begin van mijn evangelieprediking, bij mijn vertrek uit Macedonië, heeft geen enkele gemeente met mij een lopende rekening geopend, behalve de uwe. [16] Al in Tessalonica hebt u mij tot tweemaal toe gestuurd wat ik nodig had. [17] Niet dat het mij om uw giften te doen is; het is mij erom te doen dat het tegoed op uw rekening toeneemt. Naschrift: bedanking voor verkregen hulp (3) [18] Al wat mij toekwam heb ik al ontvangen, en meer dan dat. Ik heb meer dan genoeg, dankzij Epafroditus, die mij uw gaven heeft overgebracht. Die zijn een welriekende geur, een aangenaam en welgevallig offer voor God. [19] En mijn God zal vanuit zijn rijkdom in al uw noden voorzien door u de heerlijkheid te schenken in Christus Jezus. [20] Aan onze God en Vader zij de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid! Amen. Groet en slotzegen [21] Groet iedere heilige in Christus Jezus. U groeten de broeders die bij mij zijn, [22] en alle heiligen hier groeten u, vooral die van het huis van de keizer. [23] De genade van de Heer Jezus Christus zij met uw geest.
© Copyright 2024 ExpyDoc