NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 29 SEPTEMBER 2014 Aanwezig: Marc Doutreluingne, burgemeester; Wim Monteyne, Marc Claeys, Johan Rollez, Eddy Defoor, Marc Desloovere, Luc Vanassche, schepenen; Katrien Defoirdt, OCMW-voorzitter; Gerard Amelynck, Davy Nys, Erik Maes, Sofie Vermeulen, Anthony De Jonckheere, Freddy Van Herpe, Dirk Vanluchene, Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Sabine Poleyn, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Yves Goemaere, Christine Desmet, Bart Dewaele, Raf Deprez, Brigitte Desmet, Sem Vanhessche, Christiana Deprez, raadsleden; Jan Vanlangenhove, gemeentesecretaris Verontschuldigd: Bart Colson, raadslid Afwezig: Jan Vanlangenhove, gemeentesecretaris afwezig voor agendapunt 12 (conform artikel 88 §3 van het gemeentedecreet), en agendapunt 13 (conform artikel 88 §3 van het gemeentedecreet) De burgemeester opent de vergadering om 19.05 uur. DE RAAD vergadert in OPENBARE ZITTING: 1. Principiële beslissing met het oog op de verkoop van een deel van een onroerend goed, zijnde grond, gelegen Blokkestraat te Zwevegem. Bevoegdheid Gemeentedecreet van 15 juli 2005 – artikels 42, 43 en 57 en Titel VIII – bestuurlijk toezicht en externe audit – hoofdstuk I – bestuurlijk toezicht – artikel 248 tot en met 264. Juridische grond - Omzendbrief BB 2010/02 van 12 februari 2010 houdende de vervreemding van onroerende goederen door de provincies, gemeenten, OCMW’s en besturen van de erkende erediensten – procedure. Verwijzingsdocumenten - Schattingsverslag opgemaakt door de heer Pierre de Schaepmeester – Licentiaat in het Notariaat – Vastgoedexpert – Zaakvoerder bvba ‘OFFICIUM’, op 17 april 2012. - Geactualiseerd schattingsverslag opgemaakt door de heer Pierre de Schaepmeester – Licentiaat in het Notariaat – Vastgoedexpert – Zaakvoerder bvba ‘OFFICIUM’, op 13 mei 2014. - Voorontwerp opmetingsplan opgemaakt door de heer Bart Degezelle – Landmeter-expert, op 10 september 2014. Motivering De gemeente Zwevegem heeft op 18 juli 2014 een bod gekregen van 702.000 euro op de grond gelegen in de Blokkestraat, thans kadastraal bekend onder Zwevegem – 1ste afdeling – sectie A deel van perceelnummer 531 H3, voorheen perceelnummer 531 B3, met een totale oppervlakte van 54a 00ca. Op basis van het bod is de gemeente bereid om het stuk grond te koop aan te bieden onder de voorwaarde dat een bod minimum beantwoordt aan het geactualiseerd schattingsverslag van 13 mei 2014, opgemaakt door de heer Pierre de Schaepmeester – Licentiaat in het notariaat – Vastgoedexpert – Zaakvoerder bvba ‘OFFICIUM’ De gemeente wil ook enkel de grond verkopen onder een aantal specifieke voorwaarden met betrekking tot het te realiseren project, zijnde: Aan het bod moet ten minste een uitvoerige beschrijving van het project worden toegevoegd. Het te realiseren project moet zoveel mogelijk aansluiten bij de omliggende functies : bedrijventerreinen, vrijetijdsbeleving en administratieve diensten. Het voetbalterrein en het voormalig bedrijfsrestaurant (Bekaert) blijven te ontsluiten via de site. Het project is te realiseren binnen 3 jaar na verkoop. Omwille van de afwijking op de normale procedure beschreven in de omzendbrief BB 2010/02 van 12 februari 2010 zal het uitgebrachte bod via diverse kanalen anoniem gepubliceerd worden met een oproep om een hoger bod uit te brengen. Nadien kan een definitieve toewijzing worden gedaan. Financiële gevolgen De publiciteitskosten, alsook de kosten van het bodemattest en de kosten van het stedenbouwkundig uittreksel zullen gedragen worden door de gemeente. Overzicht Budgetjaar Investeringsenveloppe Beleidsitem Algemene rekening Actie Raming incl. btw 2014 / 011000 615360 / 400,00 EUR BESLUIT EENPARIG Artikel 1 De gemeenteraad is principieel akkoord om het stuk grond thans kadastraal bekend onder Zwevegem – 1ste afdeling – sectie A deel van perceelnummer 531 H3, voorheen perceelnummer 531 B3 en met een totale oppervlakte van 54a 00ca te koop aan te bieden. Artikel 2 Het uitgebrachte bod zal anoniem gepubliceerd worden via diverse kanalen met een oproep om een hoger bod uit te brengen. Een bod kan enkel aanvaard worden indien het beantwoordt aan het geactualiseerd schattingsverslag van 13 mei 2014, opgemaakt door de heer Pierre de Schaepmeester – Licentiaat in het notariaat – Vastgoedexpert – Zaakvoerder bvba ‘OFFICIUM’ én indien de toegevoegde projectbeschrijving beantwoordt aan volgende voorwaarden: Aan het bod moet ten minste een uitvoerige beschrijving van het project worden toegevoegd. Het te realiseren project moet zoveel mogelijk aansluiten bij de omliggende functies : bedrijventerreinen, vrijetijdsbeleving en administratieve diensten. Het voetbalterrein en het voormalig bedrijfsrestaurant (Bekaert) blijven te ontsluiten via de site. Het project is te realiseren binnen 3 jaar na verkoop. Artikel 3 De gemeenteraad beslist om, voor de verkoop van hoger vermeld onroerend goed, samen te werken met notaris Dirk Declercq, Kortrijkstraat 80 te 8550 Zwevegem waar geïnteresseerde kandidaat-kopers tijdens een welbepaalde periode de kans krijgen om onder gesloten omslag een hoger bod in te dienen. Artikel 4 De nodige publiciteit en openbaarheid zal verleend worden aan de verkoopprocedure door de notaris, zijnde via het internet – immoweb, en publicatie in het notarisblad, via aanplakking bij de notaris en door het plaatsen van een aankondigingsbord op bedoeld onroerend goed, alsook door de gemeente Zwevegem op de website van de gemeente. Artikel 5 Aan Notaris Dirk Declercq wordt opdracht gegeven om te zorgen voor de verdere afhandeling van het dossier, zijnde het opmaken van een ontwerp van akte inzake verkoop van het onroerend goed, die dan ter goedkeuring aan de gemeenteraad kan voorgelegd worden, alsook het vereiste bodemattest aan te vragen bij OVAM, en dus bij een gebeurlijke verkoop zal optreden als notaris van de gemeente Zwevegem. Artikel 6 De publiciteitskosten, alsook de kosten van het bodemattest en de kosten van het stedenbouwkundig uittreksel worden gedragen door de gemeente Zwevegem, waarbij de daartoe nodige uitgaven zullen benomen worden van het Beleidsitem 011000 - Algemene Rekening 615360 van het budgetjaar 2014. Artikel 7 Een voor eensluidend verklaard afschrift van onderhavige gemeenteraadsbeslissing wordt voor verder gevolg overgemaakt aan Notaris Dirk Declercq, Kortrijkstraat 80 te 8550 Zwevegem. AMENDEMENT Raadslid Eliane Spincemaille vraagt namens de CD&V-fractie om het beslissend gedeelte in artikel 1 aan te vullen met een engagement ivm kinderopvang/jeugdwerking. Artikel 1 De gemeenteraad is principieel akkoord om het stuk grond thans kadastraal bekend onder Zwevegem – 1ste afdeling – sectie A deel van perceelnummer 531 H3, voorheen perceelnummer 531 B3 en met een totale oppervlakte van 54a 00ca te koop aan te bieden. De gemeenteraad is principieel akkoord om de opbrengst van deze verkoop binnen deze legislatuur nog aan te wenden om een oplossing te zoeken en te financieren voor de problematiek van de buitenschoolse kinderopvang en de speelpleinwerking. Motivering In de oorspronkelijke opdracht PPS Speelpunt was het de bedoeling om op deze locatie, samen met de private partner, een synergie te vinden tussen het aanbod van de private component en de behoeften van de gemeente Zwevegem inzake buitenschoolse opvang en jeugdwerking. Daarbij zou de gemeente de grond inbrengen als financiering. Door de verkoop van deze grond kan op deze plaats geen volwaardige oplossing meer uitgewerkt worden voor het acute probleem van de buitenschoolse kinderopvang en de speelpleinwerking. Er dient hoe dan ook een oplossing gevonden te worden en hiervoor zullen financiële middelen nodig zijn. Het lijkt dan ook evident om de opbrengst van de verkoop van deze grond hiervoor te reserveren. Schepen Johan Rollez licht het voorstel van beslissing toe. Er werd eerst gestemd over het amendement met volgend resultaat : 12 stemmen VOOR en 14 stemmen TEGEN. Het amendement is derhalve VERWORPEN. D a a r n a over het agendapunt zelf met volgend resultaat : EENPARIG. De CD&V-fractie stelt dat ze kunnen akkoord gaan met de verkoop omdat ze het private initiatief niet willen in de weg staan maar zij hadden liever een engagement gehad wat betreft de besteding van de middelen. 2. Principiële beslissing tot verkoop van twee delen van een onroerend goed, zijnde gronden palend aan de Sportstraat 21 en 23 te Moen, aan geïnteresseerde aanpalende eigenaars. Bevoegdheid Gemeentedecreet van 15 juli 2005 – artikel 42, 43 en 57 en Titel VIII – bestuurlijk toezicht en externe audit – hoofdstuk I – bestuurlijk toezicht – artikel 248 tot en met 264. Juridische grond - Besluit van de gemeenteraad van 25 februari 2013 betreffende verrichtingen zakelijke rechten – machtiging college van burgemeester en schepenen om het comité tot aankoop te belasten met opdrachten. - Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 november 2013 betreffende machtiging aan het comité tot aankoop van onroerende goederen te Kortrijk om het vereiste schattingsverslag op te maken van gronden, gelegen nabij de Sportstraat te Moen, dit met het oog op de verkoop door de gemeente Zwevegem. - Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 16 juli 2014 betreffende aanstellen landmeter voor het opmaken van een opmetingsplan van twee delen van een onroerend goed, zijnde gronden palend aan de Sportstraat 21 en 23 te Moen, dit met het oog op de verkoop door de gemeente Zwevegem. Verwijzingsdocumenten - Schattingsverslag opgemaakt door de heer Frank Callewaert, landmeter-expert bij het aankoopcomité te Kortrijk op 21 mei 2014 met als Dossiernummer 34042-396-CG. - Plannetje met aanduiding te verkopen gronden. - Plannetje gewestplan. - Luchtfoto. - Schrijven van de gemeente Zwevegem d.d. 13 juni 2014 aan de heer en mevrouw José Vromant-Windels wonende Sportstraat 21 te 8552 Moen en aan de heer en mevrouw Paul Verbeke-Arnout wonende Sportstraat 23 te 8552 Moen. - Schrijven van de heer en mevrouw José Vromant-Windels en van de heer en mevrouw Paul VerbekeArnout d.d. 3 juli 2014 houdende akkoordverklaring met voorstel tot aankoop van de stukken grond met de geschatte grondprijs, alsook met de aanstelling van de heer Johan Deneve voor het opmaken van het vereiste opmetingsplan. - Opmetingsplan opgemaakt door de heer Johan Deneve, Landmeter-expert, te Zwevegem op 28 augustus 2014 met als PRECAD-referentienummer 34028/10075. Verzoek Verzoek van de heer en mevrouw José Vromant-Windels wonende Sportstraat 21 te 8552 Moen en van de heer en mevrouw Paul Verbeke-Arnout wonende Sportstraat 23 te 8552 Moen om te onderzoeken of de mogelijkheid bestaat het stuk grond dat de aanpalende eigenaars nu huren, zou kunnen aangekocht worden aan de gemeente. Motivering Door de heer en mevrouw José Vromant-Windels wonende in de verkaveling Sportstraat 21 te 8552 Moen wordt sedert vele jaren een stuk grond gehuurd aan de gemeente met een oppervlakte van ± 550 m², palend aan hun eigendom. Hiervoor wordt een bedrag van 24,79 euro per jaar betaald aan de gemeente als huur voor de grond. Eveneens wordt er door de heer en mevrouw Paul Verbeke-Arnout wonende in de verkaveling Sportstraat 23 te 8552 Moen sedert vele jaren een stuk grond gehuurd aan de gemeente met een oppervlakte van ± 380 m², palend aan hun eigendom. Hiervoor wordt een bedrag van 18,59 euro per jaar betaald aan de gemeente als huur voor de grond. De gehuurde gronden zijn in rode stippellijn aangeduid op het hierbij gevoegd plannetje en luchtfoto. De gehuurde gronden zijn kadastraal bekend onder Zwevegem – 5de afdeling Moen – sectie B deel van perceelnummer 622 W3. Dit totale perceel heeft een kadastrale oppervlakte van 5255 m² en is voorzien als uitbreidingszone voor het kerkhof. Volgens het gewestplan Kortrijk goedgekeurd bij K.B. 4 november 1977, is het grootste deel van hoger vermeld perceel gelegen in de zone voor gemeenschapsvoorzieningen, en zijn de gedeelten grond die sedert jaren gehuurd worden aan de gemeente door de twee aanpalende eigenaars, gelegen in woongebied (zie plannetje in bijlage). De vraag werd gesteld om te onderzoeken of de mogelijkheid bestaat het stuk grond dat de aanpalende eigenaars nu huren, zou kunnen aangekocht worden aan de gemeente. Na overleg verklaarde het college van burgemeester en schepenen zich akkoord om bedoelde gronden te verkopen en om hiertoe de vereiste administratieve procedure op te starten tot verkoop van de delen grond, gelegen nabij de Sportstraat te Moen, aan de aanpalende eigenaars. Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 27 november 2013 een beslissing genomen houdende machtiging aan het comité tot aankoop van onroerende goederen te Kortrijk om het vereiste schattingsverslag op te maken, dit met het oog op de verkoop door de gemeente Zwevegem van gronden, gelegen nabij de Sportstraat te Moen, kadastraal bekend onder Zwevegem – 5de afdeling Moen – sectie B deel van perceelnummer 622 W3 met een oppervlakte van respectievelijk ± 550 m² palend aan de eigendom van de heer en mevrouw José Vromant-Windels wonende Sportstraat 21 te 8552 Moen, en met een oppervlakte van respectievelijk ± 380 m² palend aan de eigendom van de heer en mevrouw Paul Verbeke-Arnout wonende Sportstraat 23 te 8552 Moen, zoals weergegeven op plannetjes in bijlage. Op 26 mei 2014 ontvingen wij het schattingsverslag opgemaakt door de heer Frank Callewaert, landmeterexpert bij het aankoopcomité te Kortrijk, op 21 mei 2014, met als Dossiernummer : 34042-396-CG, en bekrachtigd door de heer Lieven Vanheuverzwijn, Commissaris en de heer Peter Gallein, Voorzitter a.i. Rekening houdende met de aard en ligging van het te ramen goed, de bestemming, het stedenbouwkundig statuut, de weerhouden vergelijkingspunten, alle andere factoren die de waarde van het onroerend goed kunnen beïnvloeden, en onder voorbehoud van een gunstig bodemattest, wordt de eenheidsprijs/m² voor bouwgrond geraamd op 125,00 euro/m². De normale waarde voor tuingrond afgeleid uit de waarde van bouwgrond bedraagt ongeveer 1/3 van deze waarde. Evenwel omdat we hier dienen rekening te houden met de onduidelijke grens tussen het woongebied en het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen, maar ook met de nabijheid van het kerkhof, wordt de waarde van deze tuingrond slechts op 1/5 van de normale waarde van bouwgrond geraamd of 25,00 euro/m². De eenheidsprijs bij verkoop wordt geraamd op vijfentwintig euro/m². De raming werd gemaakt onder voorbehoud van afwezigheid van bodemverontreiniging of de beslissing dat er geen saneringswerken dienen uitgevoerd te worden. Hiervoor werden de besprekingen gevoerd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 11 juni 2014, waarbij het college zich na overleg akkoord verklaarde met de verkoopwaarde van de gedeelten grond, zijnde 25,00 euro/m². Hiervan werden de kandidaat-kopers bij brief d.d. 13 juni 2014 in kennis gesteld, en werd gevraagd om een schrijven te richten aan het college van burgemeester en schepenen, met de mededeling of zij geïnteresseerd zijn tot aankoop van de grond en zich akkoord kunnen verklaren met de geschatte grondprijs, alsook ons mee te delen wie als beëdigd landmeter-expert mag aangesteld worden door de gemeente, voor het opmaken van het vereiste opmetingsplan. Op 7 juli 2014 ontvingen wij een schrijven van de heer en mevrouw José Vromant-Windels wonende Sportstraat 21 te 8552 Moen en van de heer en mevrouw Paul Verbeke-Arnout wonende Sportstraat 23 te 8552 Moen houdende akkoordverklaring met voorstel tot aankoop van de stukken grond met de geschatte grondprijs, alsook met de aanstelling van de heer Johan Deneve, Landmeter-Expert, voor het opmaken van het vereiste opmetingsplan. Het is noodzakelijk om een opmetingsplan te laten opmaken door een beëdigd landmeter-expert door het feit dat het delen van een kadastraal perceel betreft die zullen verkocht worden. Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 16 juli 2014 een beslissing genomen houdende aanstellen van de heer Johan Deneve, Landmeter-expert, Leopoldstraat 36 te 8550 Zwevegem, voor het opmaken van een opmetingsplan met aanduiding van de exacte oppervlakte van de te verkopen delen van het onroerend goed door de gemeente Zwevegem aan de geïnteresseerde aanpalende eigenaars, zijnde de heer en mevrouw José Vromant-Windels wonende Sportstraat 21 te 8552 Moen en aan de heer en mevrouw Paul Verbeke-Arnout wonende Sportstraat 23 te 8552 Moen, meerbepaald twee delen van een onroerend goed, zijnde gronden eigendom van de gemeente Zwevegem, kadastraal bekend onder Zwevegem – 5de afdeling Moen – sectie B deel van perceelnummer 622 W3, zoals weergegeven op plannetjes in bijlage. Uit het opmetingsplan opgemaakt door de heer Johan Deneve, Landmeter-expert, op 28 augustus 2014, met als PRECAD-referentienummer 34028/10075, blijkt dat het stuk grond dat verkocht zal worden aan de heer en mevrouw José Vromant-Windels wonende Sportstraat 21 te Moen een oppervlakte heeft van 05 a 59 ca (Lot 1), en het stuk grond dat verkocht zal worden aan de heer en mevrouw Paul Verbeke-Arnout wonende Sportstraat 23 te Moen een oppervlakte heeft van 03 a 87 ca (Lot 2). De opmetingskosten zijn ten laste van de kopers. Het Comité tot aankoop van onroerende goederen te Kortrijk mag overgaan tot het opmaken van de noodzakelijke ontwerpakten inzake verkoop van twee delen van het onroerend goed door de gemeente, alsook het vereiste bodemattest aan te vragen bij OVAM, teneinde de ontwerpakten dan ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen. Alle kosten van verkoop zijn ten laste van de kopers. BESLUIT 14 STEMMEN VOOR (Marc Doutreluingne, Wim Monteyne, Marc Claeys, Johan Rollez, Eddy Defoor, Marc Desloovere, Luc Vanassche, Gerard Amelynck, Davy Nys, Erik Maes, Sofie Vermeulen, Anthony De Jonckheere, Freddy Van Herpe, Christiana Deprez) 12 ONTHOUDINGEN (Dirk Vanluchene, Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Sabine Poleyn, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Yves Goemaere, Christine Desmet, Bart Dewaele, Raf Deprez, Brigitte Desmet, Sem Vanhessche) Motivering stemgedrag CD&V-fractie : na lezing van het verslag van het Comité tot Aankoop stellen we vast dat op het gewestplan het niet zo duidelijk is tot waar de zone van de gemeenschapsvoorziening is voorzien en waar het woongebied begint ; wij stellen voor om de huidige toestand aan te houden tot er meer duidelijkheid is over de plannen van het kerkhof (eventuele uitbreiding). Artikel 1 De gemeenteraad gaat principieel akkoord om de procedure te starten op basis van het opgemaakt schattingsverslag, teneinde twee delen van het onroerend goed, zijnde gronden palend aan de Sportstraat 21 en 23 te 8552 Moen, kadastraal bekend onder Zwevegem – 5de afdeling Moen – sectie B deel van perceelnummer 622 W3, met een respectievelijke oppervlakte van 05 a 59 ca en 03 a 87 ca te verkopen aan de prijs van 25,00 euro/m² aan de geïnteresseerde aanpalende eigenaars, zijnde enerzijds aan de heer en mevrouw José Vromant-Windels wonende Sportstraat 21 te 8552 Moen voor de prijs van 13.975,00 euro (05 a 59 ca x 25,00 euro/m²), en anderzijds aan de heer en mevrouw Paul Verbeke-Arnout wonende Sportstraat 23 te 8552 Moen voor de prijs van 9.675,00 euro (03 a 87 ca x 25,00 euro/m²), zoals weergegeven op het opmetingsplan opgemaakt door de heer Johan Deneve, Landmeter-expert, op 28 augustus 2014, met als PRECAD-referentienummer 34028/10075. De opmetingskosten zijn ten laste van de kopers. Artikel 2 Over te gaan tot het organiseren van het vereiste openbaar onderzoek “de commodo et incommodo”. Artikel 3 Opdracht te geven aan het Comité tot aankoop van onroerende goederen te Kortrijk om de noodzakelijke ontwerpakten inzake verkoop van twee delen van het onroerend goed op te maken, alsook het vereiste bodemattest aan te vragen bij OVAM. Artikel 4 Na ontvangst van de ontwerpakten tot verkoop van twee delen van bedoeld onroerend goed, alsook van het vereiste bodemattest, deze ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad. Artikel 5 Een voor eensluidend verklaard afschrift van onderhavige gemeenteraadsbeslissing wordt voor verder gevolg overgemaakt aan het Comité tot aankoop van onroerende goederen, Hoveniersstraat 31 te 8500 Kortrijk, alsook ter kennisgeving aan de heer en mevrouw José Vromant-Windels wonende Sportstraat 21 te 8552 Moen en aan de heer en mevrouw Paul Verbeke-Arnout wonende Sportstraat 23 te 8552 Moen. 3. Aktename rapportering Intern Controle Systeem. Bevoegdheid - Artikel 87§1 van het gemeentedecreet waarin gesteld wordt dat de gemeentesecretaris instaat voor de interne controle op de werking van de gemeentelijke diensten. - Artikel 99 van het gemeentedecreet waarin gesteld wordt dat de steden en gemeenten instaan voor de interne controle van hun activiteiten. - Artikel 100§1 van het gemeentedecreet waarin gesteld wordt dat het interne controlesysteem vastgesteld wordt door de gemeentesecretaris, na overleg met het managementteam, en het vervolgens onderworpen is aan de goedkeuring door de gemeenteraad. - Artikel 100§2 van het gemeentedecreet waarin gesteld wordt dat het interne controlesysteem minstens beantwoordt aan het principe van functiescheiding waar mogelijk en verenigbaar is met de continuïteit van de werking van de gemeentelijke diensten. - Artikel 101 van het gemeentedecreet waarin gesteld wordt dat, onverminderd de opdrachten inzake interne controle die krachtens het decreet of door de gemeenteraad aan andere organen of personeelsleden worden opgedragen, de gemeentesecretaris instaat voor de organisatie en de werking van het interne controlesysteem en hij bovendien jaarlijks rapporteert aan het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad. Juridische grond - Besluit van de gemeenteraad van d.d. 26 mei 2008 betreffende kennisname van de introductienota van het gemeentelijk interne controle systeem. Verwijzingsdocumenten - Rapportering Interne Controle Systeem. Motivering Het rapport van het interne controle systeem dient jaarlijks te worden voorgelegd aan de gemeenteraad. BESLUIT Enig artikel De Gemeenteraad neemt akte van de rapportering van het Interne Controle Systeem. Intern Controle Systeem Rapportering Gemeenteraad 1. INTRODUCTIE In gemeenteraad van mei 2008 werd de introductienota van het gemeentelijk Interne Controle Systeem voorgelegd. Zoals in die nota meegedeeld wordt de uitbouw van het Interne Controle Systeem gebaseerd op onderstaand raamwerk: Fase 1 Opstarten IC proces Fase 2 Identificeren van de risico’s Fase 3 Analyseren en beoordelen van de risico’s Fase 4 Vaststellen en optimaliseren intern controle systeem Fase 5 Monitoren en rapporteren Update van de risico-identificatie Bovengenoemde introductienota, samen met de eerste afspraken rond het opzetten van het systeem kunnen beschouwd worden als ‘Fase 1: Opstarten IC proces’. Verder werden in 2008 onderstaande stappen gezet: 1. Identificatie van de risico’s (Fase 2) 2. Analyse en beoordeling van de risico’s (Fase 3) 3. Uitwerking van optimalisatieprojecten voor diverse risico’s (Fase 4 en 5) Als gevolg van deze oefening werden een 14 risico’s weerhouden (zie rapportering GR maart 2009) waaraan gewerkt zou worden. Deze 14 zijn, gebundeld volgens thema: 1. Rationeel Energie Verbruik 2. Document Management – Archivering -management Documenten zijn moeilijk te identificeren en terug te vinden. Archivering. 3. Dienstverlening naar de burger de behoeften van de burgers 4. Interne Communicatie communicatie tussen de medewerkers en/of tussen diensten (horizontaal - verticaal) verloopt niet doeltreffend. Informatie wordt niet tijdig geïdentificeerd en ter beschikking gesteld van de relevante personen. 5. Personeel beidsmarkt Door evoluties op de arbeidsmarkt vindt men niet snel genoeg nieuwe kandidaat-medewerkers met de vereiste competenties. aanwervings-, bevorderings- en verloningsstructuur. operationele taken uit te voeren. In bepaalde diensten zijn er onvoldoende gekwalificeerde medewerkers beschikbaar om de activiteiten van de dienst op kwalitatieve wijze uit te voeren. -tevredenheid interne klanten De noden van interne klanten worden onvoldoende opgevolgd geformuleerde beleid, de manier van besturen en de verantwoordelijkheden en bevoegdheden. 6. Financieel ing Er is geen systematische opvolging van de beschikbare kredieten. Beschikbare kredieten worden overschreden. oces van middelentoewijzing in de dienst is niet doeltreffend. begrotingsmiddelen beschikbaar voor de uitwerking van het beleid. In 2013 werden, naast het verder uitwerken van de projecten die eerder gestart werden, tal van nieuwe optimalisatieprojecten opgezet. 3 2. OVERZICHT OPTIMALISATIEPROJECTEN In de loop van 2013 werden onderstaande optimalisatieprojecten verder opgevolgd en of opgestart. Deze hebben allemaal tot doel de weerhouden risico’s onder controle te krijgen door de nodige beheersmaatregelen uit te werken zodat we de waarschijnlijkheid en de impact van het voorkomen kunnen terugdringen tot een voor ons aanvaardbaar niveau. De opgestarte projecten beperken zich niet noodzakelijk tot de hierboven vermeldde risico’s. Een niet volledige opsomming volgt hieronder. 1) Rationeel Energie Verbruik -cel van de gemeente is een volledige inventarisatie beschikbaar van het energieverbruik in de diverse gemeentelijke gebouwen. welzijnsconsortium. entepunt werd in gebruik genomen als energiearm gebouw en een aantal oudere panden werden verkocht of staan leeg. 2) Document Management – Archivering - en meldingsregistratie. opgenomen. Naargelang de weerhouden prioriteiten zal de functie ingevuld worden (in 2014 ingevuld). gemeenteraadsbeslissingen sneller teruggevonden kunnen worden. Ook de gemeenteraadscommissies werden opgenomen in Cobra en Cobra@home. Binnen het OCMW werd de uitbouw van het gebruik van Cobra opgestart. en Kortrijk, voor de implementatie van een Beeldbank binnen het bestuur. Deze werd in gebruik genomen eind 2012. 3) Dienstverlening naar de burger burger. Binnen het gemeentepunt wordt werk gemaakt van een Kanaalstrategie om in contact te treden met de burger. De openingsuren werden verruimd en voor alle loketdiensten gelijkgeschakeld. Een centraal onthaal werd uitgebouwd. erd gestart met het Delphi project. Dit helpt de bibliotheek om te schakelen van een traditionele bibliotheek, waar de klemtoon ligt op het ontlenen, naar een vraaggerichte bibliotheek, waar de vraag van de bezoeker centraal staat. erd verder uitgebouwd, dit zowel voor intern als extern gebruik. Bus waarop de dienstverlening dichter bij de burger gebracht wordt en waardoor de aanwezigheid in de deelgemeentes toeneemt. De bedrijvengids werd in gebruik genomen en bijkomende toepassingen werden uitgewerkt. ontsloten worden naar de bevolking voor online inschrijvingen of reservaties. ues werden ingevoerd. -loket werden verder uitgebreid. t informatie magazine van de Zwevegemnaar. 4) Interne Communicatie managementteam, … ) toegevoegd om de interne doorstroming van informatie te optimaliseren. 4 interne communicatie alle medewerkers. n periodiek teamoverleg wordt in alle diensten doorgevoerd. opgevolgd. – zie ook samenwerking OCMW-gemeente. 5) Personeel opvolging. OCMW. d hard gewerkt aan een nieuw organigram en formatie. De implementatie gebeurt stap per stap. 6) Financieel financiële kas-processen werden in kaart gebracht. . verkocht. 3. CONCLUSIES Uit de reeds ondernomen acties kan afgeleid worden dat het interne controlesysteem een hele brede waaier van acties omvat om de meest diverse risico’s waar de gemeente aan blootgesteld wordt, te ondervangen. Binnen de gemeente zijn tal van beheersmaatregelen genomen of opgestart. In de loop van 2014 wordt het systeem van Interne Controle herbekeken. Vanaf 2014 spreken we liever over ‘organisatiebeheersing’. Deze term werd ingevoerd door de externe audit. Doelstelling is om een systeem van organisatiebeheersing uit te bouwen in samenwerking met het OCMW. In de loop van 2014 zal dan ook een nieuwe oefening plaats vinden waarbij de risico’s geïdentificeerd worden voor de komende periode. Deze risico’s zullen dan in prioritair behandeld worden. 4. Goedkeuring nota 'organisatiebeheersing'. Bevoegdheid - Gemeentedecreet van 15 juli 2005 - OCMW-decreet van 19 december 2008 Juridische grond - Artikel 99 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 - Artikel 98 van het OCMW-decreet van 19 december 2008 Verwijzingsdocumenten Nota ‘organisatiebeheersing’ met uitgangspunten en plan van aanpak van het traject organisatiebeheersing Situering Het gemeente- en OCMW-decreet bepalen voor gemeente en OCMW op analoge wijze de plicht om een interne controlesysteem op te zetten. Interne controle krijgt volgende definitie (conform artikel 99 gemeentedecreet en artikel 98 OCMW-decreet): - het bereiken van de doelstellingen; - het naleven van wetgeving in procedures; - de beschikbaarheid van betrouwbare financiële en beheersinformatie; - het efficiënte en economische gebruik van middelen; - de bescherming van activa; - het voorkomen van fraude. Motivering Om onze doelstellingen als organisatie te bereiken, hanteren we verschillende activiteiten en processen. Elk van deze activiteiten en processen heeft echter zijn kans op mislukken, door allerhande risico’s die zich kunnen voordoen. Het doel van organisatiebeheersing is dan ook het opzetten van beheersmaatregelen (= een intern controlesysteem/ICS) die deze risico’s zo goed mogelijk elimineren of reduceren. Het opzetten van een intern controlesysteem biedt met andere woorden een redelijke zekerheid dat deze risico’s zich niet zullen voordoen. In de nota wordt: - het traject volledig gesitueerd; - het wettelijk kader weergegeven; - het voorgestelde plan van aanpak weergegeven; - de voorgestelde prioritair te behandelen thema’s weergegeven. BESLUIT EENPARIG Enig artikel De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de nota ‘organisatiebeheersing’ in het kader van de oprichting van een interne controlesysteem. ORGANISATIEBEHEERSING situering Om onze doelstellingen als organisatie te bereiken, hanteren we verschillende activiteiten en processen. Elk van deze activiteiten en processen heeft echter zijn kans op mislukken, door allerhande risico’s die zich kunnen voordoen. Het doel van organisatiebeheersing is dan ook het opzetten van beheersmaatregelen (= een intern controlesysteem/ICS) die deze risico’s zo goed mogelijk elimineren of reduceren. Het opzetten van een intern controlesysteem biedt met andere woorden een redelijke zekerheid dat deze risico’s zich niet zullen voordoen. Merk op dat de term redelijke zekerheid (ook decretaal) gehanteerd wordt: absolute zekerheid blijft een utopie. Bovendien moeten we vermijden dat de balans doorslaat naar bureaucratie: we moeten risico’s zo goed mogelijk afdekken, maar tegelijk een efficiënte, effectieve, integere en kwaliteitsvolle werking garanderen. Tot slot geven we mee dat, hoewel de term “interne controle” een gangbare term is die ook in de regelgeving gebruikt wordt, wij de voorkeur geven aan de term organisatiebeheersing. “Interne controle” is namelijk afgeleid van het Engelse “to control” = beheersen, wat een heel andere nuance heeft dan “controleren”. Dit laatste gaat nog al eens gepaard met een negatieve connotatie. Wettelijk kader organisatiebeheersing Het OCMW-decreet en het gemeentedecreet bepalen voor OCMW en gemeente op analoge wijze de plicht om een interne controlesysteem op te zetten. Interne controle krijgt volgende definitie Het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen over: 1° het bereiken van de doelstellingen; 2° het naleven van wetgeving en procedures; 3° de beschikbaarheid van betrouwbare financiële en beheersinformatie; 4° het efficiënte en economische gebruik van middelen; 5° de bescherming van activa; 6° het voorkomen van fraude. In de resp. decreten werden bijkomend volgende bepalingen opgelegd De secretaris stelt het interne controlesysteem vast in samenspraak met het MAT; De OCMW-raad/de gemeenteraad keurt daarna het algemeen kader goed (de raden kunnen deze bevoegdheid niet delegeren); De secretaris staat in voor de organisatie en werking van het intern controlesysteem De secretaris rapporteert jaarlijks aan resp. het CBS en gemeenteraad/OCMW-raad; De secretaris brengt het personeel op de hoogte; Het interne controlesysteem beantwoordt aan het principe van de functiescheiding Het interne controlesysteem is verenigbaar met de continuïteit van de diensten externe audit Om de openbare besturen te versterken en te motiveren bij het opzetten van een intern controlesysteem, richtte de Vlaamse regering Audit Vlaanderen op Audit Vlaanderen zal instaan voor de externe audit van lokale besturen en zal daarbij het systeem van interne controle evalueren. Als kader voor de externe audit hanteert Audit Vlaanderen de leidraad organisatiebeheersing. Die leidraad focust op de basisvoorwaarden die in elk bestuur moeten vervuld zijn om van een goede organisatiebeheersing te kunnen spreken. Deze leidraad kan ook gebruikt worden als zelf-evaluatie instrument. De leidraad bestrijkt 10 thema’s: 1. Doelstellingen, proces- en risicomanagement 2. Belanghebbendenmanagement 3. Monitoring 4. Organisatiestructuur 5. HRM 6. Organisatiecultuur 7. Informatie en communicatie 8. Financieel management 9. Facilitaire middelen 10. ICT Audit Vlaanderen neemt hierbij geen sanctionerende houding aan, maar wil vooral een ondersteunende rol spelen en de besturen de nodige feedback geven. Men is er zich ook van bewust dat het onmogelijk is om even sterk in te zetten op alle thema’s tegelijk. Elk bestuur zal prioriteiten moeten stellen, en zal de keuze voor deze specifieke prioriteiten ook moeten motiveren. Wie Timing Bepalen van uitgangspunten en Stuurgroep interne controle 13.3.2014 Evaluatieteam Uiterlijk 16.5.2014 Bepalen van prioritaire thema’s Evaluatieteam 16.5.2014 Autorisatie aanpak MAT OCMW: aanpak Zelfevaluatie: voeren van een risicoanalyse voor de beide organisaties Autorisatie kader GR/OCMW-raad Staf en MAT OCMW: 01.07.2014 Gemeente: MAT Gemeente: 18.06.2014 OCMW-raad 9.09.2014 Gemeenteraad 29.09.2014 Taakstelling trekkers Communicatie aan personeel Traject Stappen Wat Oktober 2014 Sturing De stuurgroep organisatiebeheersing stuurt het proces aan, en bestaat uit de secretarissen, financieel beheerder en de trekkers van het project organisatiebeheersing (Marijke Dierick, Evi D’haene en Luc Velghe). De organisatiebeheersing zal ook een weerkerend punt worden op de MAT’s van beide besturen en op het MAT+. uitgangspunt en aanpak Ons opzet was steeds een win-win-win verhaal: We willen voldoen aan de decretale plicht om een ICS op te zetten; We willen de externe audit kunnen doorstaan; Maar bovenal willen we focussen op het verder uitbouwen van een efficiënte, effectieve, integere en kwaliteitsvolle organisatie. Hoewel er nog heel wat andere instrumenten op de markt zijn, kozen we er voor om te vertrekken vanuit de leidraad organisatiebeheersing om onze werking tegen het licht te houden. We kozen er bovendien bewust voor om het traject, waar mogelijk, in onderlinge samenwerking tussen OCMW en gemeente af te leggen. In dat licht stapten we samen in het begeleidingstraject aangeboden door WIVO, waarbij besturen uit de regio begeleid worden bij het uitzetten van een intern controlesysteem, specifiek aan de hand van de leidraad organisatiebeheersing. Zelfevaluatie Audit Vlaanderen deelde de 10 thema’s uit de leidraad op in 55 doelstellingen. Op hun beurt werden deze doelstellingen nog eens opgedeeld in 362 beheersmaatregelen Wanneer je als bestuur aan deze doelstellingen voldoet, betekent dit dat je de nodige beheersmaatregelen hebt gesteld. Om na te gaan waar we vandaag staan, en wat onze prioritaire werkpunten zijn, stelde de stuurgroep organisatiebeheersing een zelfevaluatieteam samen. Elk lid van het team had als taak om elke beheersmaatregel een dubbele score te geven (telkens max. 4 punten): Hoe belangrijk vind je deze maatregel? Hoe goed scoren we vandaag voor deze maatregel? Op basis van de toegekende scores, kregen we een accuraat beeld van onze huidige werking, en bepaalden we de prioritair aan te pakken doelstellingen. Concreet kwamen we tot de volgende conclusies: Algemeen: we stellen vast dat we al heel veel beheersmaatregelen hebben, en aandacht schenken aan het vermijden van heel wat risico’s. We komen tot 8 thema’s, waarvan we gezamenlijk vinden dat deze, hoewel belangrijk, vandaag te weinig aandacht krijgen. We bepaalden voor elk van deze thema’s een start-timing, een concrete insteek, en een trekker. De trekker maakt steeds deel uit van het zelfevaluatieteam. Prioritaire thema’s Hieronder overlopen we de 8 thema’s, waarvan we de aanpak binnen de huidige MJBP prioritair vinden. We kennen de pijnpunten, en bedachten af en toe een aanzet tot oplossing. We laten het echter aan de trekkers over om, in samenspraak met de personen op het werkveld, de beste oplossing uit te werken en de nodige beheersmaatregelen te nemen. Hieronder vind je een overzicht van de prioritaire thema’s, met daarbij telkens een omschrijving van de probleemstelling. Tot slot geven we ook telkens mee aan welke doelstelling van leidraad Vlaanderen deze thema’s kunnen gelinkt worden. Informatiebeheer Trekker: Elke De Ridder Timing: start in 2014 Wat: Het gebrek aan een informatiebeheerder/archivaris, was tot voor kort een oud zeer dat we al jaren mee sleepten. De aanstelling van een informatiebeheerder als archivaris begin 2014, is hier een eerste ommekeer. Leidraad: 7.1. De organisatie weet hoe ze haar interne communicatie, externe communicatie en informatiebeheer wil inzetten om de beleidsdoelstellingen te realiseren en haar dienstverlening te optimaliseren. 7.4. De organisatie beschikt over een efficiënt en betrouwbaar informatiebeheer. 7.5. De organisatie evalueert regelmatig haar interne communicatie, externe communicatie en informatiebeheer en stuurt bij waar nodig. Interne dienstverlening Trekker: Tine Catteeuw / Annelies Steen Timing: start in 2015 Wat: Hier bundelen we verschillende pijnpunten: het is niet altijd even duidelijk voor welk euvel je bij wie terecht kan. Anderzijds geven verschillende ondersteunende diensten te kennen dat zij aan de limiet van hun kunnen komen. Daarbij komt de toenemende vraag naar permanentie van sommige diensten ’s avonds, op zaterdag… Leidraad: 4.1. Het organogram is opgemaakt met het oog op de realisatie van de beleidsdoelstellingen en de optimalisatie van de dienstverlening. 4.3. De organisatiestructuur wordt wanneer nodig en minstens op regelmatige basis geëvalueerd en zo nodig geoptimaliseerd. Personeel Trekker: Tine Catteeuw / Annelies Steen Timing: start in 2014 Wat: We zetten op vandaag al in op een goed personeelsbeleid en kennen de gevoeligheden goed. We merken dat het soms moeilijk is de motivatie er in te houden bij sommige medewerkers. We investeren in het personeel, maar dat lijkt niet altijd vruchten af te werpen zoals verwacht. Anderzijds brachten sommige initiatieven wel al verbetering en willen we het personeel blijven motiveren. In dit kader merken we onder andere dat er nood is aan een capaciteitsplanning, nml. het in kaart brengen van werklast van het personeel en de ideale verdeling daarvan onder het personeel. We merken ook dat we bij het uitstippelen van (beleids)doelstellingen nog te weinig rekening houden met de implicaties op personeelsbezetting. We willen de medewerkers ook sterker betrekken in de meerjarenbeleidsplanning. Ook leidinggevenden willen we ondersteunen in hun taak. Tot slot willen we deontologische code opnieuw afstoffen, verfijnen waar nodig, en voldoende onder de aandacht brengen. Leidraad: 5.1. De organisatie heeft eigen beleidskeuzes gemaakt voor haar personeelsbeleid zodat de beleidsdoelstellingen gerealiseerd worden en de dienstverlening geoptimaliseerd wordt. 5.2. De organisatie zet haar medewerkers in voor de realisatie van de beleidsdoelstellingen en de optimalisatie van de dienstverlening. 5.3. Medewerkers presteren volgens de vooropgestelde verwachtingen en krijgen voldoende kansen om zich verder te ontwikkelen. 5.4. Het leidinggeven gebeurt op alle niveau’s op een kwaliteitsvolle manier. 5.7. Personeelsuitgaven blijven binnen het budget en rapporten over het personeel worden grondig opgevolgd. 6.1. De organisatie heeft haar belangrijkste waarden bepaald en past ze toe in de dagelijkse werking. 6.2. De organisatie biedt ondersteuning deontologisch gevoelige situaties. Facilitair beheer Trekker: Sander De Bo Timing: start in 2014 aan medewerkers die terechtkomen in Wat: Meerjarenplanning: we stellen vast dat we qua facilitaire middelen nog al te vaak een ad hoc-beleid voeren. We maken niet consequent de reflectie welke middelen we nodig hebben bij een specifieke doelstelling, en wat ons dat zal kosten. Bijvoorbeeld qua gebouwenbeheer en voertuigenbeheer kunnen we de teugels wat strakker houden; we hebben geen overkoepelend zicht op het onderhoud dat ons patrimonium en wagenpark vraagt. We hebben evenmin een centraal zicht op welke arbeidsmiddelen elk personeelslid precies (nodig) heeft. Leidraad: 9.1. De organisatie weet hoe ze haar facilitaire middelen wil inzetten om de beleidsdoelstellingen te realiseren en de dienstverlening te optimaliseren. 9.2. De facilitaire middelen worden goed beheerd. 9.6. Uitgaven door facilitaire middelen blijven binnen het budget. 9.7. Er wordt regelmatig geëvalueerd hoe er met de facilitaire middelen wordt omgegaan en er wordt indien nodig bijgestuurd. Interne communicatie Trekker: Luc Velghe Timing: Start in 2014 Wat: De scores voor interne communicatie springen in het oog: we vinden dit heel belangrijk, en vinden dat er nog werk aan de winkel is. Het oprichten van een stuurgroep interne communicatie, naar analogie van de stuurgroep externe communicatie, zou een goed begin vormen. Ook het verspreiden van een communicatieplan zou een stap vooruit betekenen. Tot slot willen we het opzet uit IIP verder zetten, en de verschillende overlegorganen in kaart brengen, en teamvergaderingen activeren waar nodig. Leidraad: 7.1. De organisatie weet hoe ze haar interne communicatie, externe communicatie en informatiebeheer wil inzetten om de beleidsdoelstellingen te realiseren en haar dienstverlening te optimaliseren. 7.2. De interne communicatie focust op de realisatie van de beleidsdoelstellingen en de optimalisatie van de dienstverlening. 7.5. De organisatie evalueert regelmatig haar interne communicatie, externe communicatie en informatiebeheer, en stuurt bij waar nodig. Contractbeheer Trekker: Elke De Ridder en Evi D’haene Timing: Start in 2015 Wat: We hebben geen centraal overzicht op de contracten die lopen binnen de organisaties. Soms is het zelfs zoeken naar de vindplaats van contracten. Met een centraal zicht op de contracten, kan de opvolging ervan aangestuurd worden en kunnen we vooruit plannen. Leidraad: 9.4. De organisatie gaat degelijk om met contracten en volgt opdrachten uitgevoerd door partners grondig op. Monitoring – rapporten Trekker: Jan Vanlangenhove en Benedikt Planckaert Timing: start in 2014 Wat: We tellen en meten vandaag heel veel. We hebben echter nooit centraal bepaald welke cijfers we echt nodig hebben en wat we er mee willen bereiken. We willen dit efficiënter en nuttiger: we willen bepalen welke kerncijfers en kerndata we nodig hebben om te sturen en om aan efficiënte kostenbeheersing te kunnen doen. We focussen hier op personeel, en op rapportering in functie van het MJBP. Leidraad: 3.1. De organisatie weet over welke rapporten ze wil beschikken om haar beleidsdoelstellingen te realiseren en haar dienstverlening te optimaliseren. 3.2. De meetsystemen voor het opstellen van rapporten zijn op een correcte en kwaliteitsvolle wijze opgesteld. 3.3. De organisatie volgt de realisatie van de beleidsdoelstellingen degelijk op en beschikt over accurate rapporten om de dienstverlening op te volgen. 3.4. De organisatie stuurt haar werking op basis van de rapporten 3.5. De organisatie evalueert regelmatig de kwaliteit van en betrouwbaarheid van de meetinstrumenten en rapportagesystemen en stuurt bij waar nodig. Risicobeheersing Preventie/arbeidsveiligheid Trekker: Jan Vanlangenhove Timing: start in 2014 Wat: We willen meer aandacht aan schenken aan preventie en arbeidsveiligheid. We willen o.a. inzetten op instructiekaarten voor elk werkingsmiddel. Niet louter om juridisch ingedekt te zijn, maar eerst en vooral om aan het personeel de beste werkomstandigheden te kunnen bieden en de mogelijke risico’s zo klein mogelijk te houden. Leidraad: 1.6. De organisatie kent de belangrijkste risico's waarmee ze kan worden geconfronteerd. 5.5. De organisatie investeert in goede werkomstandigheden en in het welzijn van de medewerkers. fraude Trekker: Sander De Bo Timing: start in 2016 Wat: Er werd al heel wat werk verzet om financiële processen in kaart te brengen en risico’s te elimineren. Er blijven echter nog enkele financiële risico’s die we moeten in kaart brengen en afdekken. Tot slot zetten we ook actiever in op het voorkomen van diefstal. Leidraad: 1.6. De organisatie kent de belangrijkste risico's waarmee ze kan worden geconfronteerd. 8.6. De organisatie evalueert regelmatig de financiële processen en stuurt waar nodig bij. 5. Goedkeuring leeszaalreglement Gemeentepunt. Bevoegdheid Gemeentedecreet artikel 42 Juridische grond Archiefdecreet van 7 juli 2010 Omzendbrief van 27 januari 2014 betreffende het verstrekken van informatie uit de bevolkingsregisters voor genealogische, historische of wetenschappelijke doeleinden Beslissing College van Burgemeester en Schepenen van 25 juni 2014 Verwijzingsdocumenten Ontwerp van leeszaalreglement Motivering Naar aanleiding van de omzendbrief van 27 januari 2014 in verband met het verstrekken van informatie uit de bevolkingsregisters voor genealogische, historische of wetenschappelijke doeleinden zijn deze nu openbaar en moeten dus geconsulteerd kunnen worden. Om deze consultaties op een efficiënte manier mogelijk te maken wordt er best een leeszaalwerking opgestart in het Gemeentepunt. Hierdoor krijgt de burger een vast raamwerk om gegevens uit de bevolkingsregisters op te vragen. Aan de leeszaalwerking wordt een leeszaalreglement gekoppeld zodat duidelijke afspraken worden vastgelegd met de bezoekers van de leeszaal. Dit reglement is reeds goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen om van start te kunnen gaan met een leeszaalwerking, maar wordt nu ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. BESLUIT EENPARIG Artikel 1 In het Gemeentepunt wordt een leeszaalwerking uitgebouwd voor de consultatie van bevolkingsregisters voor genealogische, historische of wetenschappelijke doeleinden. Artikel 2 Het leeszaalreglement, in bijlage bij deze beslissing gevoegd, wordt goedgekeurd. LEESZAALREGLEMENT Art. 1. De leeszaal van het gemeentearchief is vrij toegankelijk voor het publiek op de dagen en uren vastgelegd door het College van Burgemeester en Schepenen. Art. 2. De lezers dienen zich jaarlijks in te schrijven. De lezers nemen kennis van het leeszaalreglement en gaan hier automatisch mee akkoord door zich in te schrijven. Art. 3. Elke bezoeker legitimeert zich door zijn naam, adres en het doel van zijn onderzoek en de medegedeelde stukken in het register in te schrijven en deze gegevens door zijn handtekening te bekrachtigen Art. 4. De toegang tot het magazijn is verboden. De documenten worden aangevraagd op de daartoe bestemde formulieren. De informatiebeheerder en zijn medewerkers kunnen het aantal in lezing gegeven bescheiden beperken. De documenten moeten ter plaatse in de geraadpleegd worden. Art. 5. De bescheiden moeten met zorg behandeld worden. Het is niet toegestaan bescheiden uit archiefmappen te halen, de ordening van de bescheiden te wijzigen of er aantekeningen op aan te brengen. De archivaris en zijn medewerkers mogen hieromtrent de nodige richtlijnen geven aan de lezers. Art. 6. In de leeszaal mag niet gerookt, gegeten of gedronken worden. Art. 7. De bescheiden mogen in de leeszaal gefotografeerd of gefilmd worden, mits toestemming van de informatiebeheerder. Men kan ook aan de medewerkers vragen naar een fotokopie met uitzondering van documenten waarvan de informatiebeheerder oordeelt dat de bij het fotokopiëren vereiste handelingen er schade aan berokkenen. De tarieven voor fotokopieën worden in het retributiereglement van de gemeenteraad vastgelegd. Bij commerciële aanwending van foto’s, film, fotokopieën, reader-prints en planafdruk zijn de lezers verplicht één exemplaar gratis aan het gemeentearchief over te maken. Art. 8. De lezers die een publicatie laten verschijnen waarvoor gebruik is gemaakt van informatie die berust in het gemeentearchief, zijn gehouden het gemeentearchief als vindplaats van de bronnen te vermelden. Zij worden verzocht één exemplaar van deze publicatie aan de archiefdienst te schenken. Art. 9. Het archiefpersoneel oriënteert de lezers. Zij doen zelf geen opzoekingen voor de lezers. De openbaarheid van de archieven Art. 10. Het oud archief (tot 1795) en het hedendaags archief (vanaf 1795) ouder dan 30 jaar, zijn openbaar en mogen zonder beperking worden geraadpleegd. Art. 11. Als uitzondering op art. 10 wordt de niet-openbaarheid verlengd tot de termijn van 100 jaar voor dossiers betreffende persoonlijke aangelegenheden. De informatiebeheerder is bevoegd tot het aanwijzen van deze dossiers. Daartoe behoren onder meer de bevolkingsregisters. Art. 12. Voor bescheiden jonger dan de in art. 10 gestelde termijnen, kan het College van Burgemeester en Schepenen uitzonderingen toestaan, mits de raadpleger een belang doet blijken in de zin van de Wet betreffende openbaarheid van bestuur of verklaart de Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke leefsfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens te respecteren. Art. 13. Als uitzondering op art. 10 mogen de bouwvergunningdossiers jonger dan 30 jaar wel geraadpleegd worden voor vorsers met wetenschappelijke, historische, kunsthistorische, stedenbouwkundige doeleinden, mits voorlegging van een schriftelijk toelating van de eigenaar. Aan deze vorsers worden fotokopieën uit deze dossiers slechts verstrekt op voorwaarde dat bij elk verder gebruik of reproductie de auteursrechten van de architect in acht worden genomen. Art. 14. De informatiebeheerder en zijn medewerkers kunnen de raadpleging van bepaalde archieven, die wegens hun ouderdom openbaar zouden moeten zijn, weigeren wegens hun onvoldoende staat van klassering, omwille van de slechte materiële toestand van de bescheiden of bij gebrek aan inzicht in de inhoud van een archief, in het bijzonder wanneer de persoonlijke levenssfeer van derden in het gedrang kan komen. Art. 15. Voor particuliere bescheiden gelden dezelfde termijnen, behoudens wettelijke toegelaten afwijkingen opgenomen in een bewaargevings- of schenkingsakte Art. 16. De lezers verbinden zich ertoe de Wet van 30 Juni 1994 betreffende het auteursrecht na te leven en de auteursrechten van anderen en van het gemeentearchief te eerbiedigen. Het gemeentearchief behoudt tevens steeds de eigen en bekomen openbaarmakings- en verveelvoudigingsrechten. Raadplegen van documenten Art. 17. De documenten worden aangevraagd via de daarvoor bestemde formulieren. De aanvraag moet gericht worden aan de informatiebeheerder aangesteld door de gemeente. Bruikleen van archieven Art. 18. Aan particulieren worden in geen geval archieven in bruikleen gegeven. Art. 19. Alle bruikleen aan tentoonstellingen of andere instanties moet door het College van Burgemeester en Schepenen toegestaan worden. Art. 20. De informatiebeheerder en zijn medewerkers kunnen de toegang tot de leeszaal ontzeggen aan wie dit reglement overtreedt. Raadslid Eliane Spincemaille heeft geen problem met de inhoud van het reglement maar heeft fundamenteel een probleem met de manier hoe dit op de tafel van de gemeenteraad geraakt is; een reglement goedkeuren is de bevoegdheid van de gemeenteraad. Op 25 juni werd dit reglement goedgekeurd door het College en was ook al van toepassing. We hadden gemeenteraad op 23 juni en ook op 14 juli. Dit had toen goedgekeurd moeten worden. Dit is een aanfluiting van de bevoegdheid van de gemeenteraad. 6. Goedkeuring opdracht met vaststellen wijze van gunnen voor het leveren en plaatsen van meubilair ten behoeve van de herinirchting bibliotheek te Zwevegem. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 43 §2 11° Juridische grond - De wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 en latere wijzigingen. - De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen. - Het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 – plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren en latere wijzigingen. - Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen. - Ministerieel besluit van 25 juni 2013 houdende overdracht van bevoegdheid door de Minister van Landsverdediging inzake het plaatsen en uitvoeren van werken, leveringen en diensten, inzake vervreemding en diverse uitgaven. - De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. - Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Verwijzingsdocumenten Opdrachtdocumenten. Motivering In functie van de uitvoering van de herinrichting van de bibliotheek en overschakeling op zelfuitleen is het noodzakelijk over te gaan tot het aankopen van passend meubilair. Dit omvat oa. zijwanden boekenrekken, boekentrogs, tijdschriftentorens, balie, presentatiemeubels, baliestoel, lees- en werkzetels, zitzakken en zitbanken, attributen voor opstelling- en presentatie kaarten. Financiële gevolgen Overzicht Budgetjaar Beleidsitem Algemene rekening Actie Raming 2014 070301 24100 AC 6.3.2.01 28.925,62 euro BTW exclusief of 35.000 euro BTW inclusief Bemerking : De ontbrekende kredieten zullen voorzien worden in de eerstvolgende begrotingswijziging, die ter goedkeuring dient te worden voorgelegd aan de gemeenteraad, bij wijze van herschikking van de beschikbare kredieten. Gunningsprocedure Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij aanvang van de procedure. BESLUIT 14 STEMMEN VOOR (Marc Doutreluingne, Wim Monteyne, Marc Claeys, Johan Rollez, Eddy Defoor, Marc Desloovere, Luc Vanassche, Gerard Amelynck, Davy Nys, Erik Maes, Sofie Vermeulen, Anthony De Jonckheere, Freddy Van Herpe, Christiana Deprez) 12 ONTHOUDINGEN (Dirk Vanluchene, Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Sabine Poleyn, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Yves Goemaere, Christine Desmet, Bart Dewaele, Raf Deprez, Brigitte Desmet, Sem Vanhessche) De Cd&V-fractie ONTHOUDT zich. Motivering stemgedrag : “dit is een vervolgdossier en wij stemmen conform de vroegere dossiers over de bibliotheek. Wij hebben aangehaald met de goedkeuring van de meerjarenplanning dat alle investeringen voor de bibliotheek samen 200.000 euro kost. Volgens ons zijn er andere noden” Artikel 1 Goedkeuring wordt verleend aan de opdracht tot het leveren en plaatsen meubilair ten behoeve van de herinrichting van de bibliotheek te Zwevegem met een totale raming van 28.925,62 euro BTW exclusief of 35.000 euro BTW inclusief. Artikel 2 De opdracht zal gegund worden door middel van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij aanvang van de procedure. Artikel 3 De nodige kredieten worden aangewezen onder budgetsleutel 070301/24100/AC 6.3.2.01 van het budget 2014. De ontbrekende kredieten zullen voorzien worden in de eerstvolgende begrotingswijziging, die ter goedkeuring dient voorgelegd te worden aan de gemeenteraad, bij wijze van herschikking van de beschikbare kredieten. 7. Goedkeuring opdracht met bepaling wijze van gunnen voor het uitvoeren van dakherstellingswerken aan de Klockemolen te Zwevegem inclusief goedkeuring subsidieaanvraag. Bevoegdheid Gemeentedecreet artikel 43 §2 11°. Juridische grond - De wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 en latere wijzigingen. - De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen. - Het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 – plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren en latere wijzigingen. - Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen. - Ministerieel besluit van 25 juni 2013 houdende overdracht van bevoegdheid door de Minister van Landsverdediging inzake het plaatsen en uitvoeren van werken, leveringen en diensten, inzake vervreemding en diverse uitgaven. - De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. - Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Verwijzingsdocumenten - Bestek atd-gam-14-11, opgemaakt door publieke ruimte dienst gebouwen. - Raming. Motivering Voor het uitvoeren van dakherstellingswerken aan de Klockemolen te Zwevegem werd door de dienst gebouwen, bestek nummer atd-gam-14-11 opgemaakt met een totale raming van 25.937,00 euro excl. btw of 31.383,77 euro incl. btw medecontractant en waarbij voorgesteld wordt deze opdracht te gunnen bij middel van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Voor deze werken wordt een onderhoudspremie van 80 % aangevraagd bij Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen. Bijgevolg zullen de richtlijnen van het subsidieagentschap moeten gevolgd worden in kader van de subsidieaanvraag. Financiële gevolgen Overzicht Budgetjaar Investeringsenveloppe Beleidsitem Algemene rekening Actie Raming incl. btw 2014 IE-OB 072002 228007 AC 6.6.1.05 31.383,77 euro Gunningsprocedure Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. BESLUIT EENPARIG Artikel 1 Goedkeuring wordt verleend aan de opdracht voor het uitvoeren van dakherstellingswerken aan de Klockemolen te Zwevegem, conform bestek atd-gam-14-11, opgemaakt door publieke ruimte dienst gebouwen met een totale raming van 25.937,00 euro excl. btw of 31.383,77 euro incl. btw medecontractant. Artikel 2 Deze opdracht wordt gegund bij middel van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 3 De nodige kredieten worden aangewezen onder budgetsleutel IE-OB – BI 072002 – AR 228007 – AC 6.6.1.05 van het budget 2014. Artikel 4 Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen in kader van de subsidieaanvraag. 8. Goedkeuring eindafrekening voor het vernieuwen van de terreinverlichting op sportterrein Zwevegem-Knokke. Dit punt wordt met EENPARIGHEID van stemmen VERDAAGD. 9. Goedkeuring verslag vorige zitting gemeenteraad. Het verslag van de gemeenteraadszitting van 14 juli 2014 wordt met EENPARIGHEID van stemmen goedgekeurd. De zitting wordt gesloten om 21.26 uur. Namens de gemeenteraad: De gemeentesecretaris De burgemeester Jan Vanlangenhove Marc Doutreluingne
© Copyright 2024 ExpyDoc