Staalafname urine voor bacteriologisch onderzoek

Dit document Staalafname urine voor bacteriologisch onderzoek is geldig tot 24u na 05-03-2014 - 13:50
Titel: Staalafname urine voor bacteriologisch onderzoek
Versie: 1
Deze procedure is geldig tot 05-08-2016
Doelstelling
De cultuur op een volgens protocol verkregen urinestaal is de gouden standaard om de diagnose van
een acute urineweginfectie met zekerheid te kunnen stellen. De hieronder beschreven richtlijnen van
microbiologische staalafname van urine heeft tot doel de adequaatheid van selectie, afname, transport
en bewaring te bevorderen zodat accurate, significante en klinisch relevante cultuurresultaten
bekomen worden.
De belangrijkste bezorgdheden hierbij zijn:
1. het afnemen van het juiste type staal representatief voor het ziekteproces
2. het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van bijbesmetting met commensale flora
3. het garanderen van de overleving van de pathogenen
Het einddoel is dat de patiënt een correcte diagnose en antimicrobiële therapie krijgt
Patiënteninformatie
NVT
Indicaties
1. Steeds op voorschrift of standing order van de arts
2. Bij koorts of sepsis ( >38°C of < 36°C, tachycardie, tachypnee, hypotensie) zonder duidelijke
oorzaak
3. Bij vermoeden van een urineweginfectie
4. Indien op basis van de hierboven beschreven indicaties een urinestaal werd afgenomen, doch
het laboratorium rapport vermeldt bijbesmetting met vraag naar een nieuw staal
5. Bij pollakisurie ( meer urinelozingen zonder verhoogd debiet per etmaal)
6. Bij poliurie ( meerdere urinelozingen)
7. Bij dysurie ( pijnlijke en moeilijke urinelozing)
8. Bij aanvraag PCR (Chlamydia trachomatis of Neisseria gonorrhoeae)
9. Bij neonaat i.g.v.:
A. Koorts - subfebriel
B. Infectie - sepsis
C. Observatie
D. Vóór start antibiotica
10. In kader van surveillance of incidentiemeting CAUTI (2 X per jaar in juni en december)
1
Dit document Staalafname urine voor bacteriologisch onderzoek is geldig tot 24u na 05-03-2014 - 13:50
Contra-indicaties
Géén indicaties voor de routinematige afname van een urinestaal voor cultuur:
·
slechtruikende of troebele urine bij een asymptomatische patiënt
dit zijn onbetrouwbare tekens van een urineweginfectie, in het bijzonder bij de patiënt met een
verblijfskatheter
·
controle van urine tijdens de antibioticakuur bij een patiënt met een goede klinische respons of
na het einde van een antibioticakuur bij patiënt die geen symptomen meer heeft
de klinische respons en niet bacteriurie definieert therapiefalen, in het bijzonder bij patiënten
met een verblijfskatheter
·
aanwezigheid van een verblijfskatheter bij een asymptomatische patiënt (uitgezonderd tijdens
incidentiemeting CAUTI)
patiënten met een verblijfskatheter ontwikkelen bacteriurie i.f.v. de duur van katherisatie; het
behandelen van bacteriurie leidt niet tot een daling van de incidentie van urineweginfecties,
doch wel tot een toename van resistentie aan antibiotica bij bacteriën
·
katheterwissel of definitief verwijderen van een verblijfskatheter (uitgezonderd tijdens
incidentiemeting CAUTI)
de meeste patiënten klaren een met de katheterisatie-geassocieerde bacteriurie spontaan na
het verwijderen van de verblijfskatheter
Verwikkelingen
Bijbesmetting van urinestaal kan optreden ten gevolge van:
· Contaminatie van de urinestraal door bacteriën onder de voorhuid (bij mannen)
· Contaminatie van de urinestraal of het steriel recipiënt door bacteriën van vaginaal secreet, de
vulva of de monding van de urethra (bij vrouwen)
· Contaminatie van het steriel recipiënt door bacteriën afkomstig van de handen of huid
· Contaminatie door haar of ander materiaal afkomstig van het perineum dat in het steriel
recipiënt terecht komt
Werkwijze
1. Verzamel en orden gegevens
·
·
·
Patiënt: informatie over de fysische en psychische toestand
Materiaal: afhankelijk welke werkwijze wordt toegepast (cfr. Werkwijze)
Aanvraagformulier: controle indien correct ingevuld
2. Werkwijze
Via midstream
· Voorbereiding:
o Identificatie van patiënt: ABC-procedure
o Patiënt: geruststellen: duidelijke informatie geven
o Verpleegkundige: pas handhygiëne toe en draag niet-steriele handschoenen ( zie
procedure 'handhygiëne' )
o Materiaal:
§ steriel recipiënt (potje met groen deksel: SAPnr 20738)
§ steriel water (aqua destillata) en steriele compressen
§ indien midstream in bed gebeurt: bedpan (vrouw), urinaal (man) en
bedbeschutting
· Uitvoering:
o Zorg voor de privacy van de patiënt
o Intiem toilet met water en zeep, goed afdrogen
o Reinig de uitwendige genitalia van voor naar achter met steriel water
2
Dit document Staalafname urine voor bacteriologisch onderzoek is geldig tot 24u na 05-03-2014 - 13:50
o
o
·
Nadat de eerste straal urine is afgelopen wordt de midstream urine opgevangen, in
een steriel recipiënt. De laatste urine komt in het toilet, de bedpan of urinaal terecht.
Bij de vrouw blijven de labia gespreid tijdens het urineren, bij de mannen blijft de
voorhuid achteruitgetrokken
Het opvangrecipiënt wordt onmiddellijk afgesloten
o
Nazorg:
o Patiënt: een goede houding geven
o Verpleegkundige: handhygiëne!
o Urinestaal: identificeren (Zie procedure ‘Correcte identificatie van staalafname') en
in plastiek zakje naar het laboratorium brengen
o Administratie: noteer in het verpleegdossier
Via éénmalige blaaskatheterisatie
· Voorbereiding:
o Identificatie van patiënt: ABC-procedure
o Patiënt: geruststellen: duidelijke informatie geven
o Verpleegkundige: pas handhygiëne toe en draag niet-steriele handschoenen ( zie
procedure 'handhygiëne' )
o Materiaal:
§ steriel recipiënt (potje met groen deksel: SAPnr 20738)
§ steriel water (aqua destillata)
§ Steriele set voor éénmalige blaaskatheterisatie (SAPnr 48560)
§ Speedicath sonde ( gelubrifieerde PU katheter) ( Vrouw: Ch 14 SAPnr 52356
Man: Ch 14, nelaton SAPnr 48082 )
§ Bedpan of urinaal om de resterende urine op te vangen
· Uitvoering:
o Zorg voor de privacy van de patiënt
o Plaats de patiënte zonodig op de bedpan
o Intiem toilet met water en zeep
o Reinig de uitwendige genitalia met steriel water
o Plaats de katheter en laat de eerste urine aflopen (kleine hoeveelheid)
o Vang de urine op in het steriel recipiënt
o Laat de resterende urine aflopen in de bedpan of het urinaal tot maximum 500 ml
o Het opvangrecipiënt wordt onmiddellijk afgesloten
· Nazorg:
o Patiënt een goede houding geven
o Verpleegkundige: handhygiëne!
o Urinestaal: identificeren (Zie procedure ‘Correcte identificatie van staalafname') en
in plastiek zakje naar het laboratorium brengen
o Administratie: noteer in het verpleegdossier
Via verblijfskatheter
· voorbereiding:
o Identificatie van patiënt: ABC-procedure
o Patiënt: geruststellen: duidelijke informatie geven
o Verpleegkundige: pas handhygiëne toe en draag niet-steriele handschoenen ( zie
procedure 'handhygiëne' )
o Materiaal:
§ Ontsmettingsstof: Hibitane alcohol 70°
§ Steriele spuit 20 ml en steriel afsluitdopje
§ Kocher
§ Steriele compressen
· Uitvoering:
o 15 minuten op voorhand de verblijfskatheter afklemmen, zo dicht mogelijk bij de
connectie
o Na 15 min. het voorziene aftappunt op de leiding ontsmetten met Hibitane alcohol 70°
(respecteer de contacttijd van 15 sec.)
o Zuig met de spuit urine aan via het naaldloze aftappunt op de afvoerleiding
3
Dit document Staalafname urine voor bacteriologisch onderzoek is geldig tot 24u na 05-03-2014 - 13:50
o
·
Sluit de spuit af met het steriel afsluitdopje (staal mag zo naar het labo)
o Kocher wegnemen
Nazorg:
o Verpleegkundige: handhygiëne!
o Urinestaal: identificeren (Zie procedure ‘Correcte identificatie van staalafname') en
in plastiek zakje naar het laboratorium brengen
o Administratie: noteer in het verpleegdossier
3. Aandachtspunten
· Neem bij voorkeur een urinecultuur van verse ochtendurine
· Verzamel minimum 15 ml midstreamurine
· Transporteer het urinestaal zo snel mogelijk en zeker binnen 1 uur naar het labo. Indien dit
niet mogelijk is: bewaar het staal in een afgesloten plastic zakje in de koelkast op 4°c.
· Neem geen urinestaal rechtstreeks uit de urinecollector
· Cultuur van een verblijfskathetertip is zinloos
· Bij aanvraag onderzoek op mycobacteriën: neem 3 opeenvolgende dagen midstreamurine af,
min. 50 ml per staal.
Documenten, formulieren, verwante procedures,
materiaal en hulpmiddelen
Procedure: Preventie van katheter geassocieerde urineweginfecties
Opvolging/Kwaliteitsbewaking
Opvolging bijbesmetting urinestalen vanuit het labo.
Implementatie
Procedure goedgekeurd door comité voor ziekenhuishygiëne
Communicatie via :
· Bijeenkomst voor referentieverpleegkundigen ziekenhuishygiëne
Verwijzingen / bibliografie
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen. Aanbevelingen ter voorkoming van
urineweginfecties. Aanbevelingen UWI versie februari 2007
E.S. Wong, M.D. , T.M. Hooton, M.D. Guideline for Prevention of Catheter-associated Urinary Tract
Infections. Centers for Disease Control and Prevention Febr 1981:1-9
Werkgroep Infectiepreventie. Preventie van infecties als gevolg van blaaskatheterisatie via de urethra
2006: 3-21
4