Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Overig Bepaal uw fiscale koers Belastingplan 2015 16 september 2014 www.pwc.nl/prinsjesdag Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Overig Voorwoord De troonrede en de Miljoenennota bevatten – zij het voorzichtig gesteld – goede berichten. Het herstel van de economie is weliswaar kwetsbaar, maar zet zich door. De overheidsfinanciën lopen weer in de pas met de Europese begrotingsnormen en er is weer enige ruimte voor lastenverlaging. Als we kijken naar het Belastingplan 2015 zien we niet veel verrassingen. Veel van de maatregelen waren al aangekondigd of uitgelekt. Wij pleiten voor een onderzoek naar onder andere het nut van de vennootschapsbelasting in de totale belastingmix en een (meer) neutrale behandeling van eigen en vreemd vermogen. De minimale lastenverlichting op arbeid valt ronduit tegen. Voor de werknemer wordt het wat rooskleuriger, maar voor de werkgever verandert er weinig. Uit de kamerbrief ‘Keuzes voor een beter belastingstelsel’ van staatssecretaris Wiebes van Financiën spreekt wel ambitie, maar hij schrijft er ook meteen bij dat voor die ambities nog geen financiële ruimte is gevonden. Daarbij is er ook geen tijdpad opgenomen voor de fiscale hervormingen. U merkt dat we nogal wat wijzigingen zouden willen zien. In onze gesprekken met belangenorganisaties, politiek, bestuurders en media zullen we deze uit blijven dragen. Prinsjesdag blijft echter een belangrijke dag in het proces om uw fiscale koers te bepalen. Vandaar dat wij de belangrijkste (fiscale) maatregelen uit het Belastingplan 2015 voor u op een rij zetten. Daarbij ligt de nadruk op wat deze voorstellen voor u betekenen en welke actie u kunt ondernemen. Per maatregel kunt u aan de hand van iconen in één oogopslag zien wat de impact is. Een deel van de ambities van Wiebes, zoals lagere lasten op arbeid en ondernemen en het verbeteren van het vestigingsklimaat in Nederland, staat ook op onze verlanglijst. Net zoals het verschuiven van belastingdruk van arbeid en ondernemen naar consumptie en het vereenvoudigen van complexe regelingen. Wij zien graag dat de belasting op consumptie geleidelijk wordt verhoogd door de gefaseerde invoering van één btw-tarief, in ruil voor verlaging van de belastingdruk op arbeid en ondernemen. Een eenvoudiger belastingregime vraagt dus om een herziening van de belastingheffing van ondernemingen in de inkomsten- en vennootschapsbelasting. Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 In de komende maanden, tijdens de parlementaire behandeling, kunt u via de site ‘blijf op de hoogte’ alle wijzigingsvoorstellen terugvinden. Amsterdam, 16 september 2014 Per maatregel kunt u aan de hand van iconen in één oogopslag zien wat de impact is. Herstructureringswijziging Een herstructureringswijziging heeft veel impact voor u of uw onder neming. U kunt hierbij denken aan het opzetten van nieuwe processen die (mogelijk veel) implementatietijd vergen. Financiële wijziging Een maatregel met financiële impact, bijvoorbeeld een wijziging in de aftrek baarheid van de hypotheekrente of bedrijfskosten. Administratieve wijziging Wijziging die moet worden door gevoerd in de administratie zoals payroll- en financiële administratie. Beleidswijziging Beleidswijziging van de overheid waarbij de spelregels wijzigen. Dit is een minder verregaande variant dan de herstructureringswijziging. Sytso Boonstra Voorzitter van PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. 2 Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Overig Context Bedrijfsleven profiteert van economisch herstel In het bedrijfsleven ontwikkelen de investeringen en industriële productie zich al enige tijd positief. Dit is vooral te danken aan de sterke export. Ook het producentenvertrouwen vertoont een stijgende lijn en stond in juli 2014 op het hoogste niveau in drie jaar. Het CPB gaat voor 2015 uit van een verdere stijging van de bedrijfsinvesteringen, productie en export. Het planbureau doet de aanname dat het conflict in Oekraïne niet verder escaleert. In de brief ‘Werken aan groei’ kondigt het kabinet verschillende maatregelen aan om de concurrentiepositie en wendbaarheid van onze economie te verbeteren, waarbij stimulering en facilitering van innovatie in het bedrijfsleven een belangrijke rol spelen. Financieringsinitiatieven voor het mkb Het afgelopen jaar heeft de Nederlandse overheid verschillende initiatieven in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat het mkb kan beschikken over het benodigde krediet. Begin juli presenteerde het kabinet het ‘Aanvullend Actieplan Mkb-Financiering’. Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 Hierin neemt het maatregelen om het aanbod van risicodragend kapitaal aan het mkb te vergroten, het financieringsaanbod te verbreden en de marktwerking rond mkb-financiering en de bestaande overheidsinstrumenten te verbeteren. Voorbeelden van initiatieven, waarvan een aantal binnen het actieplan valt, zijn: • oprichting van een Achtergestelde Leningenfonds door middel van een garantstelling van 500 miljoen euro; • extra impuls van 100 miljoen euro aan investeringen via ‘business angels’ en participatiemaatschappijen (Dutch Venture Initiative); • beschikbaarstelling door de overheid van 400 miljoen euro aan garanties voor de start van nieuwe aanbieders van mkbfinanciering; • verbreding van het financieringsaanbod van microfinanciering organisatie Qredits door de maximale lening die kan worden verstrekt te verhogen tot 250.000 euro en door het verstrekken van rekening-courant mogelijk te maken; • vergroting van de investering van de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF) in Nederland; en • oprichting van de Nederlandse Investeringsinstelling (NII). Het kabinet heeft in de Miljoenennota helaas weinig aandacht voor fiscale maatregelen om ondernemerschap te stimuleren en om de administratieve lasten van ondernemers te verlagen. Ondernemers zijn de aanjagers van de economie. Ze onderscheiden zich door risico’s te nemen, te investeren en werknemers in dienst te nemen. De fiscale faciliteiten dienen daarom meer te worden toegesneden op de behoeften van ondernemers. Daling werkloosheid en koopkracht verbetering voor huishoudens De Nederlandse huishoudens hebben al zes jaar te maken met onzekerheden op het gebied van werk, wonen en pensioen. Door de verschillende tekenen van economisch herstel hebben huishoudens in de eerste helft van 2014 meer vertrouwen in de algemene economische situatie gekregen. Ook lijkt de periode van vrijwel onafgebroken krimp van de consumptie achter ons te liggen. Volgens het CPB gaan de meeste groepen er in 2015 qua koopkracht gemiddeld licht op vooruit. Aannames hierbij zijn dat de inflatie volgend jaar laag blijft, dat de cao-lonen met gemiddeld 1,5 procent stijgen en dat de pensioenpremies dalen. Voor de meeste gepensioneerden blijft koopkrachtwinst echter uit, doordat de indexatie van veel pensioenen in 2015 achterblijft bij de inflatie. 3 Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Overig De arbeidsmarkt reageert vertraagd op de herstellende economie. Naar verwachting stijgt de werkloosheid in 2014 eerst nog licht om in 2015 te dalen. De stijging in 2014 is vooral te wijten aan het verminderde aantal banen in de zorg. Daarnaast richten bedrijven zich in 2014 eerst op een betere benutting van de aanwezige productiecapaciteit voordat ze nieuwe medewerkers aannemen. In het Sociaal Akkoord van 11 april 2013 heeft het kabinet voor 2014 en 2015 een bedrag van 600 miljoen euro beschikbaar gesteld voor cofinanciering van sectorplannen om de werkloosheid terug te dringen. In mei 2014 maakte minister Asscher bekend dat er in de eerste tranche voor een bedrag van ruim 230 miljoen euro aan sectorplannen is goedgekeurd. De betreffende sectoren leggen zelf minimaal hetzelfde bedrag bij. De aanvraagtermijn van de tweede tranche eindigde op 31 mei 2014. Een derde tranche van de sectorplannen richt zich specifiek op het bevorderen van ‘van-werk-naar-werk’ en ‘van-werkloosheid-naar-werk’. Daarnaast introduceert het kabinet binnen de sectorplannen in 2015 de brug-WW om ‘van-werk-naar-werk’ te stimuleren. Dit moet baanwisselingen waarbij sprake is van substantiële omscholing in de richting van groeiberoepen en – sectoren vergroten. Het is echter de vraag of met deze plannen op korte termijn veel vaste contracten kunnen worden gerealiseerd zolang er geen extra werk ontstaat. Voor meer werkgelegenheid zijn vooral economische groei en lagere arbeidslasten nodig. Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 Licht herstel woningmarkt Verschillende geluiden duiden op het doorzetten van het herstel van de woningmarkt. De huizenprijzen zijn de afgelopen maanden licht gestegen en het aantal woningverkopen neemt sinds medio vorig jaar weer toe, onder meer geholpen door de lage rente en de tijdelijke schenkingsvrijstelling voor de eigen woning. Het kabinet heeft in de Miljoenennota 2015 geen verlenging aangekondigd van de succesvolle schenkingsvrijstelling. Volgens De Nederlandsche Bank staat bijna één op de drie hypotheken nog ‘onder water’. Met name de jonge woningbezitters, waar het ‘onder water’-probleem het grootst is, zullen de komende jaren nog kwetsbaar blijven. In de Miljoenennota 2014 gaf het kabinet aan dat het de mogelijkheden om een Nationale Hypotheekinstelling (NHI) ter stimulering van de woningmarkt op te richten zou bezien. Deze NHI moet het voor institutionele beleggers aantrekkelijker maken om kredieten te financieren. In december 2013 maakte het kabinet bekend dat de NHI zich alleen richt op nieuwe hypotheken en hypotheken die aan het einde van hun rentevaste periode zijn. De NHI lost het restschuldprobleem niet op. Hopelijk kunnen starters wel op redelijke termijn profiteren van de beoogde gevolgen van de NHI plannen. Op het moment van schrijven is het volledige Inrichting- en Realisatieplan (IRP) van de NHI nog niet aangeboden aan de Tweede Kamer. 4 Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Overig Werkgever/werknemer Wijzigingen werkkostenregeling Actie: Inventariseren en voorbereiden overstap naar gewijzigde werkkostenregeling Vanaf 1 januari 2015 bent u als werkgever verplicht om de werkkostenregeling toe te passen. Het Belastingplan voorziet niet in een voorstel om de overgangstermijn te verlengen, maar bevat wel een aantal voorgestelde wijzigingen. Deze liggen overigens volledig in lijn met de brief van het Ministerie van Financiën van 3 juli 2014. Het is daarom verstandig te inventariseren of u klaar bent voor het invoeren van de werkkostenregeling en daarbij rekening te houden met de voorgestelde aanpassingen in de maatregelen. Herstructureringswijziging Financiële wijziging Administratieve wijziging De volgende wijzigingen worden voorgesteld voor de werkkostenregeling. • Het percentage van de vrije ruimte wordt verlaagd naar 1,2 procent (2014: 1,5 procent). • Het noodzakelijkheidscriterium gaat gelden voor gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur. Indien u als werkgever in redelijkheid van mening bent dat een dergelijke voorziening noodzakelijk is voor uw bedrijfsvoering, is onder nadere voorwaarden géén sprake van (belastbaar) loon. • Een overschrijding van de vrije ruimte mag jaarlijks na afloop van het kalenderjaar in één keer worden vastgesteld en afgedragen tegelijk met de aangifte over het eerste tijdvak van het volgende kalenderjaar. • Er komt een gerichte vrijstelling voor kortingen op branche-eigen producten, vergelijkbaar met de oude regeling voor producten eigen bedrijf. • Er komt een concernregeling voor de werkkostenregeling op grond waarvan voor de vennootschappen binnen het concern één collectieve vrije ruimte wordt gecreëerd. U mag als werkgever zelf kiezen of u de concernregeling wel of niet toe past. De regeling geldt voor alle concernonderdelen die gedurende het volledige kalenderjaar voldoen aan de (direct of indirect) eigendomseis van ten minste 95 procent. • Er komt een gerichte vrijstelling voor een aantal werkplek gerelateerde voorzieningen waarvoor momenteel al een nihil-waardering geldt. Op deze manier wordt het fiscale onderscheid tussen het vergoeden en verstrekken van deze voorzieningen weggenomen. 1 januari 2015 – geen einddatum Beleidswijziging Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 5 Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Aanpassingen gebruikelijkloonregeling Fiscaal voordeel personeelsleningen vervalt mogelijk Actie: Opnieuw vaststellen omvang gebruikelijk loon Actie: Bestaande personeelsleningen voor eigen woningen inventariseren Indien u werkzaamheden verricht voor een vennootschap waarin u (of uw partner) een aanmerkelijk belang heeft, heeft u te maken met de zogenaamde gebruikelijkloonregeling. Per 1 januari 2015 wordt een aantal wijzigingen doorgevoerd. Een van de belangrijkste wijzigingen is dat het loon van de DGA voortaan getoetst moet worden aan het loon van de werknemer met de meest vergelijkbare dienstbetrekking in plaats van een soortgelijke dienstbetrekking (huidige criterium). De doelmatigheidsmarge wordt daarnaast verlaagd naar 25 procent (momenteel 30 procent). Bij de vaststelling van de hoogte van het gebruikelijkloon is nu ook het hoogste loon van de overige (‘gewone’) werknemers van belang. De groep werknemers waarvan het loon in dat kader in aanmerking genomen moet worden, wordt uitgebreid. Deze uitbreiding is met name van belang voor ‘partners’ binnen samenwerkingsverbanden (belastingadviseurs, advocaten, medici, architecten). Voor het jaar 2015 geldt een overgangsregeling in dit kader. Heeft u als werkgever renteloos een lening aan uw werknemers verstrekt voor de aankoop of verbetering van een eigen woning van uw werknemers, dan mag het rentevoordeel nu onder voorwaarden op nihil worden gewaardeerd. In april van dit jaar heeft de Minister van Financiën aangegeven dat hij deze regeling wil afschaffen. In het Belastingplan is aangegeven dat deze wijzigingen later dit jaar worden uitgewerkt in het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2015. Naar verwachting zal hierdoor per 1 januari 2015 een fiscaal gunstigere regeling voor u en uw werknemers komen te vervallen. Nieuw per 1 januari 2015 is de introductie van de zogenoemde brug-WW. Met deze maatregel worden werkgevers ondersteund om het traject ‘van-werk-naar-werk’ te bevorderen. De betrokken werknemer behoudt zijn WW-uitkering gedurende zijn (om)scholing. Voor de gewerkte uren ontvangt de werknemer daarnaast een salaris. Dit leidt tot een verlaging van de transitiekosten voor de nieuwe werkgever. Daarnaast wordt in 2015 en 2016 het recht op kinderopvangtoeslag tijdens werkloosheid verlengd van drie naar zes maanden. Hierdoor kunnen ouders langer gebruik maken van gesubsidieerde kinderopvang tijdens het zoeken naar een baan. Onbekend – geen einddatum 1 januari 2015 – geen einddatum Overig Introductie brug-WW Wijzigingen WW Actie: Beoordelen of dit toegepast kan worden bij de werving van nieuwe werknemers Actie: Impact bepalen voor werknemers In het al aangenomen wetsvoorstel ‘Wet werk en zekerheid’ is een aantal wijzigingen rondom de WW opgenomen. De volgende wijzigingen worden versneld ingevoerd per 1 juli 2015, in plaats van 1 januari 2016. Er wordt overgegaan van een urenverrekening naar een inkomensverrekening, zodat werken vanuit de WW altijd loont. Bovendien geldt vanaf die datum dat alle maatschappelijk geaccepteerde arbeid na zes maanden WW-uitkering als passende arbeid gaat gelden. De eveneens in het wetsvoorstel ‘Wet werk en zekerheid’ opgenomen maatregel voor de geleidelijke inkorting van de maximale WW-duur van 38 tot 24 maanden (1 april 2019), gaat wel op 1 januari 2016 in. Werkgevers houden de ruimte om binnen de CAO afspraken te maken over een eventuele aanvulling tot 38 maanden voor eigen rekening van de werkgever. 1 juli 2015 – 1 april 2019 1 januari 2015 – geen einddatum Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 6 Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Overig Onderneming Ook de overheid gaat vennootschapsbelasting betalen Stichtingen en verenigingen met meerdere ondernemingen Belastingrente en dividendbelasting Actie: Breng in kaart welke activiteiten als onderneming gelden Actie: Geen actie nodig Actie: Betaal uw dividendbelasting tijdig Als uw stichting of vereniging meerdere ondernemingen drijft, dan worden deze geacht één onderneming te vormen. Een van de gevolgen is dat de resultaten uit die verschillende ondernemingsactiviteiten worden gesaldeerd. Dit bestaande beleid wordt nu voor de jaren vanaf 2016 vastgelegd in de wet. Te late betalingen van dividendbelasting zijn niet langer vrijgesteld van belastingrente. Andersom geldt ook: de fiscus betaalt per 1 januari 2015 ook rente aan u bij teruggaven van dividendbelasting. Deze nieuwe regels gelden met ingang van 1 januari 2015, maar hebben een terugwerkende kracht naar eerdere jaren. 1 januari 2016 – geen einddatum 1 januari 2015 – geen einddatum Laag btw-tarief op verbouwing en renovatie woningen verlengd tot 1 juli 2015 Btw-vrijstelling voor intramurale zorg ook als de zorginstelling winst beoogt Actie: Let goed op de afrondingsdatum van uw verbouwingswerkzaamheden om te kunnen profiteren van dit verlaagde btwtarief Actie: Medische dienstverleners moeten hun factuursystemen, boekhoudsystemen en in sommige gevallen hun prijsstelling tijdig aanpassen Als u werkzaamheden verricht aan bestaande woningen (ouder dan twee jaar), dan blijft nog een half jaar langer het lage btw-tarief (6 procent) gelden over de arbeidscomponent. Op de werkzaamheden die u na 1 juli 2015 afrondt, betaalt u weer het standaardtarief van 21 procent. Voor de btw-vrijstelling van het verplegen en verzorgen van in een inrichting (ziekenhuis e.d.) opgenomen personen (‘intramurale zorg’) geldt nu de voorwaarde dat de instellingen geen winst mogen beogen. Dit geldt ook voor de met deze verzorging nauw samenhangende prestaties zoals het verstrekken van voedsel en drank, Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen worden vanaf 2016 belastingplichtig voor de vennootschaps belasting voor zover zij een onderneming drijven volgens het uitgangspunt ‘belasttenzij’. Ook de afzonderlijke ondernemingen van de rijksoverheid worden belastingplichtig. Als er meerdere ondernemingen zijn, dan worden deze geacht één onderneming te vormen. Onder voorwaarden gelden vrijstellingen, bijvoorbeeld voor academische ziekenhuizen, onderwijsinstellingen en zeehavens. Daarnaast gelden voor publiekrechtelijke rechtspersonen vrijstellingen voor interne activiteiten, overheidstaken en samenwerkingsverbanden. Voor privaatrechtelijke overheidslichamen kan een vrijstelling voor quasi-inbesteding van toepassing zijn. Door de nieuwe systematiek worden circa 5.000 entiteiten voor het eerst belastingplichtig. 1 januari 2016 – geen einddatum Herstructureringswijziging Financiële wijziging Administratieve wijziging Beleidswijziging Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 1 maart 2013 – 30 juni 2015 7 Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen geneesmiddelen en verbandmiddelen. Per ingangsdatum van deze wijziging vervalt de voorwaarde van niet-winst beogen voor de toepassing van deze vrijstelling op de genoemde intramurale zorg en daarmee nauw samenhangende prestaties. Daarmee mogen winst beogende instellingen die dergelijke diensten verrichten, geen btw meer berekenen en mogen zij de btw op de kosten van deze diensten niet langer in aftrek brengen. Dit zou invloed kunnen hebben op de prijsstelling van bepaalde diensten. De wijziging is gekoppeld aan de inwerkingtreding Wet vergroten investeringsmogelijkheden in medischspecialistische zorg (beoogd 1 januari 2015). 1 januari 2015 – geen einddatum Buitenlandse geldboetes niet langer aftrekbaar Actie: Geen actie nodig Een geldboete die door een buitenlandse overheid of overheidsinstelling aan uw onderneming wordt opgelegd, is vanaf 2015 niet meer aftrekbaar van de winst. Hiermee vervalt het verschil in behandeling tussen binnenlandse en buitenlandse geldboetes. De aftrekbeperking geldt voor alle boetes, waaronder strafrechtelijke, tuchtrechtelijke, bestuursrechterlijke en verkeersboetes. Ook schikkingen die u met buitenlandse Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 Overig overheden treft, kunt u niet meer in aftrek brengen. Indien u aan werknemers opgelegde buitenlandse boetes vergoedt, vormt deze vergoeding belastbaar loon dat niet in aanmerking komt voor eindheffing. 1 januari 2015 – geen einddatum Aftrekbare vergoeding tier 1kapitaal voor verzekeraars Actie: Controleer of aan de voorwaarden is voldaan Als verzekeraar kunt u onder voorwaarden de betaalde vergoedingen over specifieke aanvullende tier 1-kapitaalinstrumenten vanaf 2015 in mindering brengen op de winst. Eerder dit jaar is al voorgesteld om aanvullend tier 1-kapitaal bij banken te behandelen als vreemd vermogen. Dat betekent dat de vergoeding over die instrumenten bij de bank onder voorwaarden fiscaal aftrekbaar is en bij de ontvanger wordt belast. Een soortgelijke bepaling gaat nu ook voor verzekeraars gelden. 1 januari 2015 - geen einddatum 8 Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Overig Particulier Verhoging eerste tariefschijf loon- en inkomstenbelasting Actie: Geen actie nodig Het tarief van de eerste schijf in de loon- en inkomstenbelasting gaat in 2015 omhoog van 36,25 naar 36,50 procent. Deze verhoging is kleiner dan wat in het Belastingplan 2014 stond (36,76 procent). De tarieven in de overige belastingschijven veranderen niet. 1 januari 2015 – 31 december 2015 Snellere afbouw algemene heffingskorting Actie: Geen actie nodig Herstructureringswijziging Financiële wijziging Administratieve wijziging Beleidswijziging Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 De door u verschuldigde inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen worden verminderd met onder meer de algemene heffingskorting. De hoogte van deze belastingkorting neemt af naarmate uw inkomen hoger is. Het voorgestelde afbouwpercentage voor de algemene heffingskorting neemt voor 2015 toe naar 2,32 procent en voor belastingjaar 2016 en later naar 3,32 procent. De algemene heffingskorting komt daarmee voor 2015 uit op een bedrag van maximaal 2.203 euro en minimaal 1.342 euro. 1 januari 2015 – 31 december 2017 Arbeidskorting hoger Actie: Geen actie nodig Als u arbeidsinkomen ontvangt, heeft u veelal recht op een vermindering van de verschuldigde belasting en premies volksverzekeringen in de vorm van de arbeidskorting. Uw werkgever houdt hiermee rekening bij de inhoudingen op uw salaris. Vanaf een bepaald inkomensniveau neemt de hoogte van de arbeidskorting evenredig af naarmate uw inkomen stijgt. Deze afbouwgrens wordt voor 2015 verhoogd tot 9 Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Overig circa 49.900 euro. Voor 2016 en 2017 volgen verdere verhogingen. Voor 2015 komt de arbeidskorting hierdoor uit op een bedrag van maximaal 2.200 euro en minimaal 184 euro. Aantal kindregelingen teruggebracht Ouderenkorting vrijwel hetzelfde gebleven Wijziging afbouw kindgebonden budget 1 januari 2015 – 31 december 2017 Actie: Beoordeel met welke wijzigingen u te maken krijgt Actie: Geen actie nodig Actie: Beoordeel met welke wijzigingen u te maken krijgt Heffingskorting bij immigratie en emigratie Actie: Geen actie nodig Als u een gedeelte van het jaar in Nederland woont, ontvangt u in 2015 toch het volledige belastingdeel van de heffingskorting. Momenteel is hiervoor in principe vereist dat u het gehele jaar in Nederland woonachtig bent. Vanaf belastingjaar 2016 zal het belastingdeel van de heffingskorting tijdsevenredig worden toegekend voor de periode dat u in Nederland heeft gewoond. Zogenoemde kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen worden voor bovenstaande regels gelijkgesteld met inwoners van Nederland. De heffingskorting voor de premie volksverzekeringen wordt overigens al sinds 1 januari 2013 tijdsevenredig vastgesteld. Dit op basis van het gedeelte van het jaar dat iemand in Nederland sociaal verzekerd is. Maakt u nu gebruik van een van de bestaande (fiscale) kindregelingen, dan krijgt u per 1 januari 2015 te maken met een aantal wijzigingen. Per 1 januari 2015 wordt het aantal kindregelingen teruggebracht van elf naar vier: de kinderbijslag, het kindgebonden budget, de combinatiekorting en de kinderopvangtoeslag. De overige regelingen; de aanvulling voor alleenstaande ouders met een uitkering, de (aanvullende) alleenstaande ouderkortingen, WTOS17-, LOK, de ouderschapsverlofkorting en de TOG verdwijnen of gaan op in de vier resterende (aangepaste) regelingen. Het doel van deze versobering is om de financiële tegemoetkoming voor alle alleenstaande ouders met een laag inkomen – werkend of met een uitkering – te harmoniseren. 1 januari 2015 – 31 december 2015 Indien u de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, komt u in aanmerking voor de ouderenkorting. Deze korting bedraagt 1.042 euro (2014: 1032) indien uw inkomen in 2015 niet hoger is dan 35.770 euro. Bij een hoger inkomen bedraagt deze korting 152 euro. De ouderenkorting neemt vanaf 2016 af met 83 euro op jaarbasis. 1 januari 2015 – 31 december 2016 Geen ouderentoeslag in box 3 vanaf 2016 Actie: Controleer uw box 3-positie Bent u een pensioengerechtigde oudere met in 2014 een box 1-inkomen van maximaal 19.895 euro en heeft u in 2014 een box 3vermogen van maximaal 279.708 euro? In de huidige situatie blijft dan een groter deel van uw box 3-vermogen onbelast dan bij andere belastingplichtigen. Deze tegemoetkoming voor ouderen wordt vanaf 2016 afgeschaft. Indien u gebruik maakt van het kindgebonden budget kunt u per 1 januari 2015 met een aantal wijzigen te maken krijgen. De uit te keren bedragen worden hoger en alleenstaande ouders krijgen (maximaal) 3.050 euro extra door de introductie van de alleenstaande ‘ouderkop’. Daarnaast wordt uw toetsingsinkomen gerelateerd aan het minimumloon. Dit betekent dat de toeslag vanaf een inkomen van 19.767 euro in stappen omlaag gaat. Nu begint de afbouw pas bij 26.146 euro. Er wordt dus eerder overgegaan tot afbouw van het kindgebonden budget, maar de afbouw zal tegen een lager percentage gaan. Dit percentage daalt van 7,6 procent naar 6,75 procent. De uitsluiting van ouders met een eigen vermogen (box 3-vermogen) van meer dan 81.360 euro (na toepassing van het heffingsvrije vermogen) blijft in stand. 1 januari 2015 – 31 december 2015 1 januari 2016 – geen einddatum 1 januari 2015 - geen einddatum Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 10 Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Overig Pensioen Afkoopmogelijkheid lijfrenten voor langdurig arbeidsongeschikten Invoering nettopensioen en nettolijfrente Fiscaal vriendelijk afkopen volledige levenslooptegoed kan opnieuw Actie: Als u arbeidsongeschikt bent, kunt u onderzoeken of u u aan de voorwaarden voldoet om nu al over uw lijfrentekapitaal te beschikken Actie: Ga na of u als werkgever voor uw werknemers een netto spaarfaciliteit wilt introduceren Actie: Bekijk of dit voor u een aantrekkelijke mogelijkheid is Per 1 januari 2015 wordt het voor langdurig arbeidsongeschikten mogelijk de lijfrente(n) geheel of gedeeltelijk af te kopen zonder dat hierover revisierente verschuldigd is. Het lijfrentekapitaal is daarmee niet langer alleen een inkomensvoorziening voor de oude dag, maar kan ook worden ingezet als inkomensvoorziening bij arbeidsongeschiktheid. Aan de afkoopmogelijkheid zijn wel voorwaarden gesteld. Zo geldt onder meer een maximaal toegestaan afkoopbedrag per kalenderjaar. Over de afkoopsom wordt op de reguliere wijze loonheffingen ingehouden. De afkoopmogelijkheid gaat overigens ook gelden voor de nettolijfrente die per 1 januari 2015 wordt geïntroduceerd. 1 januari 2015 – geen einddatum Per 1 januari 2015 worden de fiscale mogelijkheden voor pensioenopbouw voor uw werknemers ingeperkt. De maximale opbouwpercentages worden lager. Ook kan een werknemer, voor zover zijn inkomen hoger is dan 100.000 euro, niet langer met fiscale ondersteuning pensioen opbouwen. Een alternatief voor uw werknemers met een inkomen boven een bedrag van 100.000 euro is een nieuwe vrijwillige netto-spaarfaciliteit. Dit kan in de vorm van nettopensioen of een nettolijfrente. De inleg is niet fiscaal aftrekbaar en de uitkeringen blijven onbelast. Als aan alle voorwaarden wordt voldaan, geldt voor beide varianten een box 3vrijstelling voor uw werknemer. De maximale netto-premie-inleg is leeftijdsafhankelijk. Nettopensioen kan worden uitgevoerd door pensioenfondsen en verzekeraars. De lijfrentevariant door verzekeraars en banken. In 2012 is de levensloopregeling afgeschaft. In 2013 bestond de mogelijkheid het volledige tegoed op te nemen (tot de aanspraken op 31 december 2011). Slechts 80 procent was dan belast. In 2015 wordt deze mogelijkheid opnieuw geboden voor het op 31 december 2013 aanwezige tegoed. 1 januari 2015 – 31 december 2015 1 januari 2015 – geen einddatum Herstructureringswijziging Financiële wijziging Administratieve wijziging Beleidswijziging Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 11 Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Overig Vastgoed Uitbreiding aftrekbaarheid restschulden in de memorie van toelichting bij het Belastingplan 2015, maar (nog) niet is uitgewerkt in het huidige wetsvoorstel. 1 januari 2015 - geen einddatum Actie: Geen actie nodig Indien uw eigen woning wordt verkocht, is het mogelijk dat er een restschuld overblijft. Per 1 januari 2015 wordt de maximale fiscaal aftrekbare periode voor dergelijke restschulden verlengd van 10 naar 15 jaar. Hypotheekrenteaftrek meerdere woningen naar drie jaar Actie: Geen actie nodig Volledigheidshalve merken wij op dat bovenstaande maatregel wel is opgenomen Indien u uw voormalige woning te koop heeft staan maar deze nog niet heeft verkocht, kunt u gedurende een bepaalde periode voor meerdere woningen hypotheekrenteaftrek genieten. Dit geldt zowel voor een oude woning die nog te koop staat als een nieuwe woning die leegstaat in afwachting van bewoning. De maximale aftrektermijn wordt voor beide situaties per 1 januari 2015 structureel op drie jaar gesteld. Ook blijft definitief de mogelijkheid bestaan om opnieuw hypotheekrenteaftrek te krijgen voor een te koop staande woning die eerder tijdelijk werd verhuurd. 1 januari 2015 - geen einddatum Herstructureringswijziging Financiële wijziging Administratieve wijziging Beleidswijziging Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 12 Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Overig Innovatie en investeringen Afdrachtvermindering S&O alleen voor ondernemingen door publieke kennisinstellingen wordt uit de S&O-afdrachtvermindering gehaald. 1 januari 2015 – geen einddatum Actie: Beoordeel of u nog in aanmerking komt voor de regeling Herstructureringswijziging Financiële wijziging Administratieve wijziging Beleidswijziging Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 Maakt u voor uw werknemer gebruik van de afdrachtvermindering in de loonbelasting voor S&O dan krijgt u per 1 januari 2015 te maken met wijzigingen. Voortaan kunt u alleen nog een beroep doen op de afdrachtvermindering S&O als u een onderneming drijft. Het contractonderzoek Research en Development Aftrek blijft 60% Actie: Geen actie nodig Als uw onderneming - behalve loon - kosten maakt die direct toerekenbaar zijn aan door uw eigen personeel verricht onderzoek op het gebied van innovatie, heeft u recht op een extra aftrekpost. De Research en Development Aftrek (RDA) bedraagt een percentage van die kosten. Voor 2015 is dit voorlopig vastgesteld op 60 procent, hetzelfde percentage als vorig jaar. Overigens wil het kabinet naar aanleiding van signalen uit het bedrijfsleven onderzoeken of de RDA met ingang van 2016 met de Speur- en Ontwikkelingswerk (S&O)-afdrachtvermindering kan worden samengevoegd tot één geïntegreerde regeling. 1 januari 2015 – 31 december 2015 13 Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Overig Overig Handhaving heffingsplafond belasting op leidingwater Actie: Geen actie nodig Voor de belasting op leidingwater blijft, zoals al eerder aangekondigd, het heffingsplafond van 300 m3 en de bestaande tariefstructuur gehandhaafd. Er komt dus geen degressieve tariefstructuur. Dit bestaande beleid wordt nu voor de jaren vanaf 2015 vastgelegd in de wet. 1 januari 2015 – geen einddatum 1 januari 2015 – geen einddatum Actie: Geen actie nodig Afvalstoffenbelasting nu ook voor verbranden afval, maar tarieven omlaag Actie: Geen actie nodig Herstructureringswijziging Financiële wijziging Administratieve wijziging Beleidswijziging Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 Verder geldt vanaf 1 januari 2015 een uitzondering voor afvalstoffen die vanuit het buitenland naar Nederland zijn overgebracht. Hierover wordt geen afvalstoffenbelasting geheven. Per 1 januari 2015 zijn zowel het storten als het verbranden van afval belast met afvalstoffenbelasting tegen een tarief van 13 euro per ton. Tot nu toe bleef verbranding onbelast, terwijl het tarief voor storten nu nog 17 euro per ton is. Afval dat wordt gerecycled, zal niet worden belast. Overigens wordt afval dat ter verbranding wordt aangeboden voor het opwekken van energie ook gewoon in de heffing betrokken. Energiebelasting omhoog De tarieven voor de energiebelasting gaan omhoog, zowel voor aardgas als voor elektriciteit. Het tarief voor de eerste 170.000 m³ aardgas en de eerste 10.000 kWh elektriciteit per twaalf maanden blijft gelijk. Bij hoger verbruik gaan de tarieven voor de volgende twee schijven voor zowel aardgas als elektriciteit omhoog. Het tarief voor de hoogste schijven (meer dan 10.000.000 m³ aardgas en meer dan 10.000.000 kWh elektriciteit) blijft gelijk. Deze verhogingen worden in 2017 overigens weer wat gematigd. Het bedrag aan vermindering van de belasting voor de levering van energie aan woningen en andere gebouwen met een verblijfsfunctie gaat zowel in 2015 als in 2016 en 2017 omlaag. Dit betekent dat de verschuldigde energiebelasting voor de levering aan deze gebouwen nog verder omhoog gaat. Het gaat hierbij overigens om verhogingen van (afgerond) 6 euro, 1 euro en 2 euro per jaar. Daarnaast komt de vermindering voor de levering van energie aan andere onroerende zaken zonder verblijfsfunctie te vervallen. Verder is de toepassing van het verlaagde tarief voor duurzaam zelf-opgewekte stroom per 1 januari 2015 uitgebreid met de categorie ‘ondernemers’ en geldt dit tarief vanaf die datum niet meer alleen voor energie voor woningen, maar voor alle onroerende zaken. 1 januari 2015, 1 januari 2016 en 1 januari 2017 – geen einddatum Rentevergoeding over teruggaven op basis van EU-recht Actie: Vraag om een rentevergoeding bij een belastingteruggave Als u op grond van het EU-recht een belastingteruggave krijgt, heeft u recht op een rentevergoeding. U moet wel binnen zes weken na de teruggave een verzoek doen. Voor oude gevallen geldt dat u tot zes weken na 1 januari 2015 een verzoek kunt indienen. Ook nu kunt u al om een rentevergoeding vragen. Op dit moment is het recht op een rentevergoeding gebaseerd op uitspraken van de rechter. 1 januari 2015 – geen einddatum 14 Voorwoord Context Werkgever/ werknemer Onderneming Particulier Pensioen Vastgoed Innovatie en investeringen Overig Contactgegevens Mocht u vragen hebben naar aanleiding van deze publicatie, neem dan contact op met uw PwC-belastingadviseur of het Knowledge Centre Tax & HRS. Knowledge Centre Tax & HRS Telefoon: +31 (0) 88 792 43 51 Mail: [email protected] www.pwc.nl/prinsjesdag Bij PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt organisaties en personen de waarde te creëren waarnaar zij op zoek zijn. Wij zijn lid van het PwC-netwerk van firma’s in 158 landen met meer dan 180.000 mensen. Wij zien het als onze taak om kwaliteit te leveren op het gebied van assurance-, belasting- en adviesdiensten. Vertel ons wat voor u belangrijk is. Meer informatie over ons vindt u op www.pwc.nl. ‘PwC’ is het merk waaronder member firms van PricewaterhouseCoopers International Limited (PwCIL) handelen en diensten verlenen. Samen vormen deze firms het wereldwijde PwC-netwerk. In dit document wordt met ‘PwC’ gedoeld op het wereldwijde PwC-netwerk of, als dit uit de context voorvloeit, op individuele member firms van het PwC-netwerk. Elke aangesloten firma is een afzonderlijke juridische entiteit. Kijk op www.pwc.com/structure voor meer informatie. De inhoud van deze publicatie is uitsluitend voor informatieve doeleinden opgesteld en bevat geen professioneel advies en mag dan ook niet als een substituut daarvoor worden beschouwd. PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. aanvaardt derhalve geen aansprakelijkheid voor gevolgen die kunnen optreden indien op basis van de inhoud van deze publicatie al of niet wordt gehandeld dan wel anderszins besluiten worden genomen”. ©2014 PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289). Alle rechten voorbehouden. PwC verwijst naar de Nederlandse firma en kan soms naar het PwC-netwerk verwijzen. Elke aangesloten firma is een afzonderlijke juridische entiteit. Kijk op www.pwc.com/structure voor meer informatie. Icons from www.freepik.com and www.flaticon.com. Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015 15
© Copyright 2024 ExpyDoc