Bepaal uw fiscale koers Belastingplan 2015

Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Overig
Bepaal uw fiscale koers
Belastingplan 2015
16 september 2014
www.pwc.nl/prinsjesdag
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Overig
Voorwoord
De troonrede en de
Miljoenennota bevatten –
zij het voorzichtig gesteld
– goede berichten. Het
herstel van de economie
is weliswaar kwetsbaar,
maar zet zich door.
De overheidsfinanciën
lopen weer in de pas
met de Europese
begrotingsnormen en er
is weer enige ruimte voor
lastenverlaging.
Als we kijken naar het Belastingplan 2015
zien we niet veel verrassingen. Veel van
de maatregelen waren al aangekondigd of
uitgelekt.
Wij pleiten voor een onderzoek naar onder
andere het nut van de vennootschapsbelasting
in de totale belastingmix en een (meer) neutrale
behandeling van eigen en vreemd vermogen.
De minimale lastenverlichting op arbeid valt
ronduit tegen. Voor de werknemer wordt het
wat rooskleuriger, maar voor de werkgever
verandert er weinig. Uit de kamerbrief
‘Keuzes voor een beter belastingstelsel’
van staatssecretaris Wiebes van Financiën
spreekt wel ambitie, maar hij schrijft er ook
meteen bij dat voor die ambities nog geen
financiële ruimte is gevonden. Daarbij is er
ook geen tijdpad opgenomen voor de fiscale
hervormingen.
U merkt dat we nogal wat wijzigingen
zouden willen zien. In onze gesprekken met
belangenorganisaties, politiek, bestuurders en
media zullen we deze uit blijven dragen.
Prinsjesdag blijft echter een belangrijke dag
in het proces om uw fiscale koers te bepalen.
Vandaar dat wij de belangrijkste (fiscale)
maatregelen uit het Belastingplan 2015 voor u
op een rij zetten. Daarbij ligt de nadruk op wat
deze voorstellen voor u betekenen en welke
actie u kunt ondernemen. Per maatregel kunt
u aan de hand van iconen in één oogopslag
zien wat de impact is.
Een deel van de ambities van Wiebes, zoals
lagere lasten op arbeid en ondernemen en
het verbeteren van het vestigingsklimaat in
Nederland, staat ook op onze verlanglijst. Net
zoals het verschuiven van belastingdruk van
arbeid en ondernemen naar consumptie en
het vereenvoudigen van complexe regelingen.
Wij zien graag dat de belasting op consumptie
geleidelijk wordt verhoogd door de
gefaseerde invoering van één btw-tarief, in
ruil voor verlaging van de belastingdruk op
arbeid en ondernemen. Een eenvoudiger
belastingregime vraagt dus om een herziening
van de belastingheffing van ondernemingen
in de inkomsten- en vennootschapsbelasting.
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
In de komende maanden, tijdens de
parlementaire behandeling, kunt u via de site
‘blijf op de hoogte’ alle wijzigingsvoorstellen
terugvinden.
Amsterdam, 16 september 2014
Per maatregel kunt u aan de hand van
iconen in één oogopslag zien wat de
impact is.
Herstructureringswijziging
Een herstructureringswijziging heeft
veel impact voor u of uw onder­
neming. U kunt hierbij denken aan
het opzetten van nieuwe processen
die (mogelijk veel) implementatietijd
vergen.
Financiële wijziging
Een maatregel met financiële impact,
bijvoorbeeld een wijziging in de aftrek­
baarheid van de hypotheekrente of
bedrijfskosten.
Administratieve wijziging
Wijziging die moet worden door­
gevoerd in de administratie zoals
payroll- en financiële administratie.
Beleidswijziging
Beleidswijziging van de overheid
waarbij de spelregels wijzigen. Dit is
een minder verregaande variant dan
de herstructureringswijziging.
Sytso Boonstra
Voorzitter van PricewaterhouseCoopers
Belastingadviseurs N.V.
2
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Overig
Context
Bedrijfsleven profiteert van
economisch herstel
In het bedrijfsleven ontwikkelen de
investeringen en industriële productie
zich al enige tijd positief. Dit is vooral
te danken aan de sterke export. Ook het
producentenvertrouwen vertoont een
stijgende lijn en stond in juli 2014 op het
hoogste niveau in drie jaar. Het CPB gaat
voor 2015 uit van een verdere stijging van de
bedrijfsinvesteringen, productie en export.
Het planbureau doet de aanname dat het
conflict in Oekraïne niet verder escaleert.
In de brief ‘Werken aan groei’ kondigt het
kabinet verschillende maatregelen aan om
de concurrentiepositie en wendbaarheid
van onze economie te verbeteren, waarbij
stimulering en facilitering van innovatie in het
bedrijfsleven een belangrijke rol spelen.
Financieringsinitiatieven
voor het mkb
Het afgelopen jaar heeft de Nederlandse
overheid verschillende initiatieven in het
leven geroepen om ervoor te zorgen dat het
mkb kan beschikken over het benodigde
krediet. Begin juli presenteerde het kabinet
het ‘Aanvullend Actieplan Mkb-Financiering’.
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
Hierin neemt het maatregelen om het
aanbod van risicodragend kapitaal aan het
mkb te vergroten, het financieringsaanbod
te verbreden en de marktwerking rond
mkb-financiering en de bestaande
overheidsinstrumenten te verbeteren.
Voorbeelden van initiatieven, waarvan een
aantal binnen het actieplan valt, zijn:
• oprichting van een Achtergestelde
Leningenfonds door middel van een
garantstelling van 500 miljoen euro;
• extra impuls van 100 miljoen euro aan
investeringen via ‘business angels’ en
participatiemaatschappijen (Dutch Venture
Initiative);
• beschikbaarstelling door de overheid van
400 miljoen euro aan garanties voor de
start van nieuwe aanbieders van mkbfinanciering;
• verbreding van het financieringsaanbod
van microfinanciering organisatie Qredits
door de maximale lening die kan worden
verstrekt te verhogen tot 250.000 euro en
door het verstrekken van rekening-courant
mogelijk te maken;
• vergroting van de investering van de
Europese Investeringsbank (EIB) en
het Europees Investeringsfonds (EIF) in
Nederland; en
• oprichting van de Nederlandse
Investeringsinstelling (NII).
Het kabinet heeft in de Miljoenennota helaas
weinig aandacht voor fiscale maatregelen
om ondernemerschap te stimuleren en om
de administratieve lasten van ondernemers
te verlagen. Ondernemers zijn de aanjagers
van de economie. Ze onderscheiden zich door
risico’s te nemen, te investeren en werknemers
in dienst te nemen. De fiscale faciliteiten
dienen daarom meer te worden toegesneden
op de behoeften van ondernemers.
Daling werkloosheid en koopkracht­
verbetering voor huishoudens
De Nederlandse huishoudens hebben al
zes jaar te maken met onzekerheden op het
gebied van werk, wonen en pensioen. Door
de verschillende tekenen van economisch
herstel hebben huishoudens in de eerste helft
van 2014 meer vertrouwen in de algemene
economische situatie gekregen. Ook lijkt de
periode van vrijwel onafgebroken krimp van
de consumptie achter ons te liggen.
Volgens het CPB gaan de meeste groepen er
in 2015 qua koopkracht gemiddeld licht op
vooruit. Aannames hierbij zijn dat de inflatie
volgend jaar laag blijft, dat de cao-lonen
met gemiddeld 1,5 procent stijgen en dat
de pensioenpremies dalen. Voor de meeste
gepensioneerden blijft koopkrachtwinst
echter uit, doordat de indexatie van veel
pensioenen in 2015 achterblijft bij de inflatie.
3
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Overig
De arbeidsmarkt reageert vertraagd op de
herstellende economie. Naar verwachting
stijgt de werkloosheid in 2014 eerst nog licht
om in 2015 te dalen. De stijging in 2014 is
vooral te wijten aan het verminderde aantal
banen in de zorg. Daarnaast richten bedrijven
zich in 2014 eerst op een betere benutting van
de aanwezige productiecapaciteit voordat ze
nieuwe medewerkers aannemen.
In het Sociaal Akkoord van 11 april 2013
heeft het kabinet voor 2014 en 2015 een
bedrag van 600 miljoen euro beschikbaar
gesteld voor cofinanciering van sectorplannen
om de werkloosheid terug te dringen. In mei
2014 maakte minister Asscher bekend dat
er in de eerste tranche voor een bedrag van
ruim 230 miljoen euro aan sectorplannen
is goedgekeurd. De betreffende sectoren
leggen zelf minimaal hetzelfde bedrag bij.
De aanvraagtermijn van de tweede tranche
eindigde op 31 mei 2014. Een derde tranche
van de sectorplannen richt zich specifiek op
het bevorderen van ‘van-werk-naar-werk’ en
‘van-werkloosheid-naar-werk’.
Daarnaast introduceert het kabinet binnen
de sectorplannen in 2015 de brug-WW om
‘van-werk-naar-werk’ te stimuleren. Dit
moet baanwisselingen waarbij sprake is van
substantiële omscholing in de richting van
groeiberoepen en – sectoren vergroten. Het
is echter de vraag of met deze plannen op
korte termijn veel vaste contracten kunnen
worden gerealiseerd zolang er geen extra
werk ontstaat. Voor meer werkgelegenheid
zijn vooral economische groei en lagere
arbeidslasten nodig.
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
Licht herstel woningmarkt
Verschillende geluiden duiden op
het doorzetten van het herstel van de
woningmarkt. De huizenprijzen zijn de
afgelopen maanden licht gestegen en
het aantal woningverkopen neemt sinds
medio vorig jaar weer toe, onder meer
geholpen door de lage rente en de tijdelijke
schenkingsvrijstelling voor de eigen woning.
Het kabinet heeft in de Miljoenennota
2015 geen verlenging aangekondigd van de
succesvolle schenkingsvrijstelling.
Volgens De Nederlandsche Bank staat bijna
één op de drie hypotheken nog ‘onder water’.
Met name de jonge woningbezitters, waar het
‘onder water’-probleem het grootst is, zullen
de komende jaren nog kwetsbaar blijven. In
de Miljoenennota 2014 gaf het kabinet aan
dat het de mogelijkheden om een Nationale
Hypotheekinstelling (NHI) ter stimulering
van de woningmarkt op te richten zou
bezien. Deze NHI moet het voor institutionele
beleggers aantrekkelijker maken om kredieten
te financieren. In december 2013 maakte het
kabinet bekend dat de NHI zich alleen richt
op nieuwe hypotheken en hypotheken die
aan het einde van hun rentevaste periode
zijn. De NHI lost het restschuldprobleem
niet op. Hopelijk kunnen starters wel op
redelijke termijn profiteren van de beoogde
gevolgen van de NHI plannen. Op het moment
van schrijven is het volledige Inrichting- en
Realisatieplan (IRP) van de NHI nog niet
aangeboden aan de Tweede Kamer.
4
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Overig
Werkgever/werknemer
Wijzigingen werkkostenregeling
Actie: Inventariseren en voorbereiden overstap
naar gewijzigde werkkostenregeling
Vanaf 1 januari 2015 bent u als werkgever
verplicht om de werkkostenregeling toe te
passen. Het Belastingplan voorziet niet in een
voorstel om de overgangstermijn te verlengen,
maar bevat wel een aantal voorgestelde
wijzigingen. Deze liggen overigens volledig
in lijn met de brief van het Ministerie van
Financiën van 3 juli 2014. Het is daarom
verstandig te inventariseren of u klaar bent
voor het invoeren van de werkkostenregeling
en daarbij rekening te houden met de
voorgestelde aanpassingen in de maatregelen.
Herstructureringswijziging
Financiële wijziging
Administratieve wijziging
De volgende wijzigingen worden voorgesteld
voor de werkkostenregeling.
• Het percentage van de vrije ruimte
wordt verlaagd naar 1,2 procent
(2014: 1,5 procent).
• Het noodzakelijkheidscriterium gaat gelden
voor gereedschappen, computers, mobiele
communicatiemiddelen en dergelijke
apparatuur. Indien u als werkgever in
redelijkheid van mening bent dat een
dergelijke voorziening noodzakelijk is
voor uw bedrijfsvoering, is onder nadere
voorwaarden géén sprake van (belastbaar)
loon.
• Een overschrijding van de vrije ruimte mag
jaarlijks na afloop van het kalenderjaar in
één keer worden vastgesteld en afgedragen
tegelijk met de aangifte over het eerste
tijdvak van het volgende kalenderjaar.
• Er komt een gerichte vrijstelling voor
kortingen op branche-eigen producten,
vergelijkbaar met de oude regeling voor
producten eigen bedrijf.
• Er komt een concernregeling voor de
werkkostenregeling op grond waarvan
voor de vennootschappen binnen het
concern één collectieve vrije ruimte
wordt gecreëerd. U mag als werkgever
zelf kiezen of u de concernregeling wel of
niet toe past. De regeling geldt voor alle
concernonderdelen die gedurende het
volledige kalenderjaar voldoen aan de
(direct of indirect) eigendomseis van ten
minste 95 procent.
• Er komt een gerichte vrijstelling voor
een aantal werkplek gerelateerde
voorzieningen waarvoor momenteel al een
nihil-waardering geldt. Op deze manier
wordt het fiscale onderscheid tussen
het vergoeden en verstrekken van deze
voorzieningen weggenomen.
1 januari 2015 – geen einddatum
Beleidswijziging
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
5
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Aanpassingen
gebruikelijkloonregeling
Fiscaal voordeel personeelsleningen
vervalt mogelijk
Actie: Opnieuw vaststellen omvang
gebruikelijk loon
Actie: Bestaande personeelsleningen voor
eigen woningen inventariseren
Indien u werkzaamheden verricht voor een
vennootschap waarin u (of uw partner) een
aanmerkelijk belang heeft, heeft u te maken
met de zogenaamde gebruikelijkloonregeling.
Per 1 januari 2015 wordt een aantal
wijzigingen doorgevoerd.
Een van de belangrijkste wijzigingen is dat
het loon van de DGA voortaan getoetst moet
worden aan het loon van de werknemer met
de meest vergelijkbare dienstbetrekking in
plaats van een soortgelijke dienstbetrekking
(huidige criterium). De doelmatigheidsmarge
wordt daarnaast verlaagd naar 25 procent
(momenteel 30 procent).
Bij de vaststelling van de hoogte van het
gebruikelijkloon is nu ook het hoogste loon
van de overige (‘gewone’) werknemers van
belang. De groep werknemers waarvan het
loon in dat kader in aanmerking genomen
moet worden, wordt uitgebreid. Deze
uitbreiding is met name van belang voor
‘partners’ binnen samenwerkingsverbanden
(belastingadviseurs, advocaten, medici,
architecten). Voor het jaar 2015 geldt een
overgangsregeling in dit kader.
Heeft u als werkgever renteloos een lening
aan uw werknemers verstrekt voor de
aankoop of verbetering van een eigen
woning van uw werknemers, dan mag het
rentevoordeel nu onder voorwaarden op nihil
worden gewaardeerd.
In april van dit jaar heeft de Minister van
Financiën aangegeven dat hij deze regeling
wil afschaffen. In het Belastingplan is
aangegeven dat deze wijzigingen later dit
jaar worden uitgewerkt in het wetsvoorstel
Fiscale verzamelwet 2015. Naar verwachting
zal hierdoor per 1 januari 2015 een fiscaal
gunstigere regeling voor u en uw werknemers
komen te vervallen.
Nieuw per 1 januari 2015 is de introductie
van de zogenoemde brug-WW. Met deze
maatregel worden werkgevers ondersteund
om het traject ‘van-werk-naar-werk’ te
bevorderen. De betrokken werknemer
behoudt zijn WW-uitkering gedurende
zijn (om)scholing. Voor de gewerkte uren
ontvangt de werknemer daarnaast een
salaris. Dit leidt tot een verlaging van de
transitiekosten voor de nieuwe werkgever.
Daarnaast wordt in 2015 en 2016 het recht
op kinderopvangtoeslag tijdens werkloosheid
verlengd van drie naar zes maanden. Hierdoor
kunnen ouders langer gebruik maken van
gesubsidieerde kinderopvang tijdens het
zoeken naar een baan.
Onbekend – geen einddatum
1 januari 2015 – geen einddatum
Overig
Introductie brug-WW
Wijzigingen WW
Actie: Beoordelen of dit toegepast kan worden
bij de werving van nieuwe werknemers
Actie: Impact bepalen voor werknemers
In het al aangenomen wetsvoorstel ‘Wet
werk en zekerheid’ is een aantal wijzigingen
rondom de WW opgenomen.
De volgende wijzigingen worden versneld
ingevoerd per 1 juli 2015, in plaats van
1 januari 2016. Er wordt overgegaan
van een urenverrekening naar een
inkomensverrekening, zodat werken vanuit
de WW altijd loont. Bovendien geldt vanaf die
datum dat alle maatschappelijk geaccepteerde
arbeid na zes maanden WW-uitkering als
passende arbeid gaat gelden.
De eveneens in het wetsvoorstel ‘Wet werk
en zekerheid’ opgenomen maatregel voor
de geleidelijke inkorting van de maximale
WW-duur van 38 tot 24 maanden (1 april
2019), gaat wel op 1 januari 2016 in.
Werkgevers houden de ruimte om binnen de
CAO afspraken te maken over een eventuele
aanvulling tot 38 maanden voor eigen
rekening van de werkgever.
1 juli 2015 – 1 april 2019
1 januari 2015 – geen einddatum
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
6
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Overig
Onderneming
Ook de overheid gaat
vennootschapsbelasting betalen
Stichtingen en verenigingen
met meerdere ondernemingen
Belastingrente en
dividendbelasting
Actie: Breng in kaart welke activiteiten
als onderneming gelden
Actie: Geen actie nodig
Actie: Betaal uw dividendbelasting tijdig
Als uw stichting of vereniging meerdere
ondernemingen drijft, dan worden deze
geacht één onderneming te vormen. Een
van de gevolgen is dat de resultaten uit die
verschillende ondernemingsactiviteiten
worden gesaldeerd. Dit bestaande beleid
wordt nu voor de jaren vanaf 2016 vastgelegd
in de wet.
Te late betalingen van dividendbelasting zijn
niet langer vrijgesteld van belastingrente.
Andersom geldt ook: de fiscus betaalt per
1 januari 2015 ook rente aan u bij teruggaven
van dividendbelasting. Deze nieuwe regels
gelden met ingang van 1 januari 2015, maar
hebben een terugwerkende kracht naar
eerdere jaren.
1 januari 2016 – geen einddatum
1 januari 2015 – geen einddatum
Laag btw-tarief op verbouwing
en renovatie woningen verlengd
tot 1 juli 2015
Btw-vrijstelling voor intramurale
zorg ook als de zorginstelling
winst beoogt
Actie: Let goed op de afrondingsdatum van
uw verbouwingswerkzaamheden om te
kunnen profiteren van dit verlaagde btwtarief
Actie: Medische dienstverleners moeten hun
factuur­systemen, boekhoudsystemen en
in sommige gevallen hun prijsstelling tijdig
aanpassen
Als u werkzaamheden verricht aan bestaande
woningen (ouder dan twee jaar), dan blijft
nog een half jaar langer het lage btw-tarief
(6 procent) gelden over de arbeidscomponent.
Op de werkzaamheden die u na 1 juli 2015
afrondt, betaalt u weer het standaardtarief
van 21 procent.
Voor de btw-vrijstelling van het verplegen en
verzorgen van in een inrichting (ziekenhuis
e.d.) opgenomen personen (‘intramurale
zorg’) geldt nu de voorwaarde dat de
instellingen geen winst mogen beogen.
Dit geldt ook voor de met deze verzorging
nauw samenhangende prestaties zoals
het verstrekken van voedsel en drank,
Nederlandse publiekrechtelijke
rechtspersonen worden vanaf 2016
belastingplichtig voor de vennootschaps­
belasting voor zover zij een onderneming
drijven volgens het uitgangspunt ‘belasttenzij’. Ook de afzonderlijke ondernemingen
van de rijksoverheid worden belastingplichtig.
Als er meerdere ondernemingen zijn, dan
worden deze geacht één onderneming
te vormen. Onder voorwaarden gelden
vrijstellingen, bijvoorbeeld voor academische
ziekenhuizen, onderwijsinstellingen
en zeehavens. Daarnaast gelden voor
publiekrechtelijke rechtspersonen
vrijstellingen voor interne activiteiten,
overheidstaken en samenwerkingsverbanden.
Voor privaatrechtelijke overheidslichamen
kan een vrijstelling voor quasi-inbesteding van
toepassing zijn. Door de nieuwe systematiek
worden circa 5.000 entiteiten voor het eerst
belastingplichtig.
1 januari 2016 – geen einddatum
Herstructureringswijziging
Financiële wijziging
Administratieve wijziging
Beleidswijziging
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
1 maart 2013 – 30 juni 2015
7
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
geneesmiddelen en verbandmiddelen.
Per ingangsdatum van deze wijziging vervalt
de voorwaarde van niet-winst beogen voor
de toepassing van deze vrijstelling op de
genoemde intramurale zorg en daarmee nauw
samenhangende prestaties. Daarmee mogen
winst beogende instellingen die dergelijke
diensten verrichten, geen btw meer berekenen
en mogen zij de btw op de kosten van deze
diensten niet langer in aftrek brengen. Dit zou
invloed kunnen hebben op de prijsstelling van
bepaalde diensten. De wijziging is gekoppeld
aan de inwerkingtreding Wet vergroten
investeringsmogelijkheden in medischspecialistische zorg (beoogd 1 januari 2015).
1 januari 2015 – geen einddatum
Buitenlandse geldboetes
niet langer aftrekbaar
Actie: Geen actie nodig
Een geldboete die door een buitenlandse
overheid of overheidsinstelling aan uw
onderneming wordt opgelegd, is vanaf 2015
niet meer aftrekbaar van de winst. Hiermee
vervalt het verschil in behandeling tussen
binnenlandse en buitenlandse geldboetes.
De aftrekbeperking geldt voor alle boetes,
waaronder strafrechtelijke, tuchtrechtelijke,
bestuursrechterlijke en verkeersboetes.
Ook schikkingen die u met buitenlandse
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
Overig
overheden treft, kunt u niet meer in aftrek
brengen. Indien u aan werknemers opgelegde
buitenlandse boetes vergoedt, vormt deze
vergoeding belastbaar loon dat niet in
aanmerking komt voor eindheffing.
1 januari 2015 – geen einddatum
Aftrekbare vergoeding tier 1kapitaal voor verzekeraars
Actie: Controleer of aan de voorwaarden is
voldaan
Als verzekeraar kunt u onder voorwaarden
de betaalde vergoedingen over specifieke
aanvullende tier 1-kapitaalinstrumenten
vanaf 2015 in mindering brengen op de winst.
Eerder dit jaar is al voorgesteld om aanvullend
tier 1-kapitaal bij banken te behandelen
als vreemd vermogen. Dat betekent dat de
vergoeding over die instrumenten bij de bank
onder voorwaarden fiscaal aftrekbaar is en bij
de ontvanger wordt belast. Een soortgelijke
bepaling gaat nu ook voor verzekeraars
gelden.
1 januari 2015 - geen einddatum
8
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Overig
Particulier
Verhoging eerste tariefschijf
loon- en inkomstenbelasting
Actie: Geen actie nodig
Het tarief van de eerste schijf in de loon- en
inkomstenbelasting gaat in 2015 omhoog van
36,25 naar 36,50 procent. Deze verhoging
is kleiner dan wat in het Belastingplan 2014
stond (36,76 procent). De tarieven in de
overige belastingschijven veranderen niet.
1 januari 2015 – 31 december 2015
Snellere afbouw algemene
heffingskorting
Actie: Geen actie nodig
Herstructureringswijziging
Financiële wijziging
Administratieve wijziging
Beleidswijziging
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
De door u verschuldigde inkomstenbelasting
en premie volksverzekeringen worden
verminderd met onder meer de algemene
heffingskorting. De hoogte van deze
belastingkorting neemt af naarmate uw
inkomen hoger is.
Het voorgestelde afbouwpercentage voor de
algemene heffingskorting neemt voor 2015
toe naar 2,32 procent en voor belastingjaar
2016 en later naar 3,32 procent. De algemene
heffingskorting komt daarmee voor 2015 uit
op een bedrag van maximaal 2.203 euro en
minimaal 1.342 euro.
1 januari 2015 – 31 december 2017
Arbeidskorting hoger
Actie: Geen actie nodig
Als u arbeidsinkomen ontvangt, heeft
u veelal recht op een vermindering van
de verschuldigde belasting en premies
volksverzekeringen in de vorm van de
arbeidskorting. Uw werkgever houdt hiermee
rekening bij de inhoudingen op uw salaris.
Vanaf een bepaald inkomensniveau neemt
de hoogte van de arbeidskorting evenredig
af naarmate uw inkomen stijgt. Deze
afbouwgrens wordt voor 2015 verhoogd tot
9
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Overig
circa 49.900 euro. Voor 2016 en 2017 volgen
verdere verhogingen. Voor 2015 komt de
arbeidskorting hierdoor uit op een bedrag van
maximaal 2.200 euro en minimaal 184 euro.
Aantal kindregelingen
teruggebracht
Ouderenkorting vrijwel
hetzelfde gebleven
Wijziging afbouw
kindgebonden budget
1 januari 2015 – 31 december 2017
Actie: Beoordeel met welke wijzigingen
u te maken krijgt
Actie: Geen actie nodig
Actie: Beoordeel met welke wijzigingen
u te maken krijgt
Heffingskorting bij
immigratie en emigratie
Actie: Geen actie nodig
Als u een gedeelte van het jaar in Nederland
woont, ontvangt u in 2015 toch het volledige
belastingdeel van de heffingskorting.
Momenteel is hiervoor in principe
vereist dat u het gehele jaar in Nederland
woonachtig bent. Vanaf belastingjaar 2016
zal het belastingdeel van de heffingskorting
tijdsevenredig worden toegekend voor de
periode dat u in Nederland heeft gewoond.
Zogenoemde kwalificerende buitenlandse
belastingplichtigen worden voor
bovenstaande regels gelijkgesteld met
inwoners van Nederland.
De heffingskorting voor de premie
volksverzekeringen wordt overigens al sinds
1 januari 2013 tijdsevenredig vastgesteld.
Dit op basis van het gedeelte van het jaar dat
iemand in Nederland sociaal verzekerd is.
Maakt u nu gebruik van een van de bestaande
(fiscale) kindregelingen, dan krijgt u per
1 januari 2015 te maken met een aantal
wijzigingen. Per 1 januari 2015 wordt het
aantal kindregelingen teruggebracht van elf
naar vier: de kinderbijslag, het kindgebonden
budget, de combinatiekorting en de
kinderopvangtoeslag.
De overige regelingen; de aanvulling voor
alleenstaande ouders met een uitkering, de
(aanvullende) alleenstaande ouderkortingen,
WTOS17-, LOK, de ouderschapsverlofkorting
en de TOG verdwijnen of gaan op in de vier
resterende (aangepaste) regelingen. Het doel
van deze versobering is om de financiële
tegemoetkoming voor alle alleenstaande
ouders met een laag inkomen – werkend of
met een uitkering – te harmoniseren.
1 januari 2015 – 31 december 2015
Indien u de pensioengerechtigde leeftijd
heeft bereikt, komt u in aanmerking voor de
ouderenkorting. Deze korting bedraagt
1.042 euro (2014: 1032) indien uw inkomen
in 2015 niet hoger is dan 35.770 euro.
Bij een hoger inkomen bedraagt deze korting
152 euro. De ouderenkorting neemt vanaf
2016 af met 83 euro op jaarbasis.
1 januari 2015 – 31 december 2016
Geen ouderentoeslag
in box 3 vanaf 2016
Actie: Controleer uw box 3-positie
Bent u een pensioengerechtigde oudere met
in 2014 een box 1-inkomen van maximaal
19.895 euro en heeft u in 2014 een box 3vermogen van maximaal 279.708 euro? In de
huidige situatie blijft dan een groter deel van
uw box 3-vermogen onbelast dan bij andere
belastingplichtigen. Deze tegemoetkoming
voor ouderen wordt vanaf 2016 afgeschaft.
Indien u gebruik maakt van het kindgebonden
budget kunt u per 1 januari 2015 met
een aantal wijzigen te maken krijgen. De
uit te keren bedragen worden hoger en
alleenstaande ouders krijgen (maximaal)
3.050 euro extra door de introductie van de
alleenstaande ‘ouderkop’.
Daarnaast wordt uw toetsingsinkomen
gerelateerd aan het minimumloon. Dit
betekent dat de toeslag vanaf een inkomen
van 19.767 euro in stappen omlaag gaat.
Nu begint de afbouw pas bij 26.146 euro.
Er wordt dus eerder overgegaan tot afbouw
van het kindgebonden budget, maar de
afbouw zal tegen een lager percentage gaan.
Dit percentage daalt van 7,6 procent naar
6,75 procent. De uitsluiting van ouders met
een eigen vermogen (box 3-vermogen) van
meer dan 81.360 euro (na toepassing van het
heffingsvrije vermogen) blijft in stand.
1 januari 2015 – 31 december 2015
1 januari 2016 – geen einddatum
1 januari 2015 - geen einddatum
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
10
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Overig
Pensioen
Afkoopmogelijkheid lijfrenten voor
langdurig arbeidsongeschikten
Invoering nettopensioen
en nettolijfrente
Fiscaal vriendelijk afkopen volledige
levenslooptegoed kan opnieuw
Actie: Als u arbeidsongeschikt bent, kunt u
onderzoeken of u u aan de voorwaarden
voldoet om nu al over uw lijfrentekapitaal
te beschikken
Actie: Ga na of u als werkgever voor uw
werknemers een netto spaarfaciliteit
wilt introduceren
Actie: Bekijk of dit voor u een aantrekkelijke
mogelijkheid is
Per 1 januari 2015 wordt het voor langdurig
arbeidsongeschikten mogelijk de lijfrente(n)
geheel of gedeeltelijk af te kopen zonder
dat hierover revisierente verschuldigd
is. Het lijfrentekapitaal is daarmee niet
langer alleen een inkomensvoorziening
voor de oude dag, maar kan ook worden
ingezet als inkomensvoorziening
bij arbeidsongeschiktheid. Aan de
afkoopmogelijkheid zijn wel voorwaarden
gesteld. Zo geldt onder meer een maximaal
toegestaan afkoopbedrag per kalenderjaar.
Over de afkoopsom wordt op de reguliere
wijze loonheffingen ingehouden. De
afkoopmogelijkheid gaat overigens ook
gelden voor de nettolijfrente die per 1 januari
2015 wordt geïntroduceerd.
1 januari 2015 – geen einddatum
Per 1 januari 2015 worden de fiscale
mogelijkheden voor pensioenopbouw voor
uw werknemers ingeperkt. De maximale
opbouwpercentages worden lager. Ook kan
een werknemer, voor zover zijn inkomen
hoger is dan 100.000 euro, niet langer met
fiscale ondersteuning pensioen opbouwen.
Een alternatief voor uw werknemers met een
inkomen boven een bedrag van 100.000 euro
is een nieuwe vrijwillige netto-spaarfaciliteit.
Dit kan in de vorm van nettopensioen of
een nettolijfrente. De inleg is niet fiscaal
aftrekbaar en de uitkeringen blijven onbelast.
Als aan alle voorwaarden wordt voldaan,
geldt voor beide varianten een box 3vrijstelling voor uw werknemer. De maximale
netto-premie-inleg is leeftijdsafhankelijk.
Nettopensioen kan worden uitgevoerd
door pensioenfondsen en verzekeraars. De
lijfrentevariant door verzekeraars en banken.
In 2012 is de levensloopregeling afgeschaft.
In 2013 bestond de mogelijkheid het volledige
tegoed op te nemen (tot de aanspraken op
31 december 2011). Slechts 80 procent was
dan belast. In 2015 wordt deze mogelijkheid
opnieuw geboden voor het op 31 december
2013 aanwezige tegoed.
1 januari 2015 – 31 december 2015
1 januari 2015 – geen einddatum
Herstructureringswijziging
Financiële wijziging
Administratieve wijziging
Beleidswijziging
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
11
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Overig
Vastgoed
Uitbreiding aftrekbaarheid
restschulden
in de memorie van toelichting bij het
Belastingplan 2015, maar (nog) niet is
uitgewerkt in het huidige wetsvoorstel.
1 januari 2015 - geen einddatum
Actie: Geen actie nodig
Indien uw eigen woning wordt verkocht, is
het mogelijk dat er een restschuld overblijft.
Per 1 januari 2015 wordt de maximale
fiscaal aftrekbare periode voor dergelijke
restschulden verlengd van 10 naar 15 jaar.
Hypotheekrenteaftrek meerdere
woningen naar drie jaar
Actie: Geen actie nodig
Volledigheidshalve merken wij op dat
bovenstaande maatregel wel is opgenomen
Indien u uw voormalige woning te koop heeft
staan maar deze nog niet heeft verkocht,
kunt u gedurende een bepaalde periode voor
meerdere woningen hypotheekrenteaftrek
genieten. Dit geldt zowel voor een oude
woning die nog te koop staat als een nieuwe
woning die leegstaat in afwachting van
bewoning. De maximale aftrektermijn
wordt voor beide situaties per 1 januari
2015 structureel op drie jaar gesteld. Ook
blijft definitief de mogelijkheid bestaan om
opnieuw hypotheekrenteaftrek te krijgen
voor een te koop staande woning die eerder
tijdelijk werd verhuurd.
1 januari 2015 - geen einddatum
Herstructureringswijziging
Financiële wijziging
Administratieve wijziging
Beleidswijziging
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
12
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Overig
Innovatie en investeringen
Afdrachtvermindering S&O
alleen voor ondernemingen
door publieke kennisinstellingen wordt uit de
S&O-afdrachtvermindering gehaald.
1 januari 2015 – geen einddatum
Actie: Beoordeel of u nog in aanmerking
komt voor de regeling
Herstructureringswijziging
Financiële wijziging
Administratieve wijziging
Beleidswijziging
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
Maakt u voor uw werknemer gebruik van de
afdrachtvermindering in de loonbelasting
voor S&O dan krijgt u per 1 januari 2015
te maken met wijzigingen. Voortaan
kunt u alleen nog een beroep doen op
de afdrachtvermindering S&O als u een
onderneming drijft. Het contractonderzoek
Research en Development
Aftrek blijft 60%
Actie: Geen actie nodig
Als uw onderneming - behalve loon - kosten
maakt die direct toerekenbaar zijn aan door
uw eigen personeel verricht onderzoek op
het gebied van innovatie, heeft u recht op een
extra aftrekpost. De Research en Development
Aftrek (RDA) bedraagt een percentage van die
kosten. Voor 2015 is dit voorlopig vastgesteld
op 60 procent, hetzelfde percentage als
vorig jaar. Overigens wil het kabinet naar
aanleiding van signalen uit het bedrijfsleven
onderzoeken of de RDA met ingang van
2016 met de Speur- en Ontwikkelingswerk
(S&O)-afdrachtvermindering kan worden
samengevoegd tot één geïntegreerde regeling.
1 januari 2015 – 31 december 2015
13
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Overig
Overig
Handhaving heffingsplafond
belasting op leidingwater
Actie: Geen actie nodig
Voor de belasting op leidingwater blijft, zoals
al eerder aangekondigd, het heffingsplafond
van 300 m3 en de bestaande tariefstructuur
gehandhaafd. Er komt dus geen degressieve
tariefstructuur. Dit bestaande beleid wordt nu
voor de jaren vanaf 2015 vastgelegd in de wet.
1 januari 2015 – geen einddatum
1 januari 2015 – geen einddatum
Actie: Geen actie nodig
Afvalstoffenbelasting nu ook
voor verbranden afval, maar
tarieven omlaag
Actie: Geen actie nodig
Herstructureringswijziging
Financiële wijziging
Administratieve wijziging
Beleidswijziging
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
Verder geldt vanaf 1 januari 2015 een
uitzondering voor afvalstoffen die vanuit het
buitenland naar Nederland zijn overgebracht.
Hierover wordt geen afvalstoffenbelasting
geheven.
Per 1 januari 2015 zijn zowel het storten
als het verbranden van afval belast met
afvalstoffenbelasting tegen een tarief van
13 euro per ton. Tot nu toe bleef verbranding
onbelast, terwijl het tarief voor storten nu nog
17 euro per ton is. Afval dat wordt gerecycled,
zal niet worden belast. Overigens wordt afval
dat ter verbranding wordt aangeboden voor
het opwekken van energie ook gewoon in de
heffing betrokken.
Energiebelasting omhoog
De tarieven voor de energiebelasting
gaan omhoog, zowel voor aardgas als
voor elektriciteit. Het tarief voor de eerste
170.000 m³ aardgas en de eerste 10.000 kWh
elektriciteit per twaalf maanden blijft gelijk.
Bij hoger verbruik gaan de tarieven voor de
volgende twee schijven voor zowel aardgas
als elektriciteit omhoog. Het tarief voor de
hoogste schijven (meer dan 10.000.000 m³
aardgas en meer dan 10.000.000 kWh
elektriciteit) blijft gelijk. Deze verhogingen
worden in 2017 overigens weer wat gematigd.
Het bedrag aan vermindering van de belasting
voor de levering van energie aan woningen
en andere gebouwen met een verblijfsfunctie
gaat zowel in 2015 als in 2016 en 2017
omlaag. Dit betekent dat de verschuldigde
energiebelasting voor de levering aan deze
gebouwen nog verder omhoog gaat. Het
gaat hierbij overigens om verhogingen van
(afgerond) 6 euro, 1 euro en 2 euro per jaar.
Daarnaast komt de vermindering voor de
levering van energie aan andere onroerende
zaken zonder verblijfsfunctie te vervallen.
Verder is de toepassing van het verlaagde
tarief voor duurzaam zelf-opgewekte
stroom per 1 januari 2015 uitgebreid met de
categorie ‘ondernemers’ en geldt dit tarief
vanaf die datum niet meer alleen voor energie
voor woningen, maar voor alle onroerende
zaken.
1 januari 2015, 1 januari 2016 en 1 januari 2017
– geen einddatum
Rentevergoeding over
teruggaven op basis van EU-recht
Actie: Vraag om een rentevergoeding
bij een belastingteruggave
Als u op grond van het EU-recht een
belastingteruggave krijgt, heeft u recht op
een rentevergoeding. U moet wel binnen zes
weken na de teruggave een verzoek doen.
Voor oude gevallen geldt dat u tot zes weken
na 1 januari 2015 een verzoek kunt indienen.
Ook nu kunt u al om een rentevergoeding
vragen. Op dit moment is het recht op een
rentevergoeding gebaseerd op uitspraken
van de rechter.
1 januari 2015 – geen einddatum
14
Voorwoord
Context
Werkgever/
werknemer
Onderneming
Particulier
Pensioen
Vastgoed
Innovatie en
investeringen
Overig
Contactgegevens
Mocht u vragen hebben naar aanleiding van deze publicatie, neem dan
contact op met uw PwC-belastingadviseur of het Knowledge Centre Tax & HRS.
Knowledge Centre Tax & HRS
Telefoon: +31 (0) 88 792 43 51
Mail: [email protected]
www.pwc.nl/prinsjesdag
Bij PwC in Nederland werken ruim 4.700 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen. PwC Nederland helpt organisaties en personen de waarde te creëren waarnaar
zij op zoek zijn. Wij zijn lid van het PwC-netwerk van firma’s in 158 landen met meer dan 180.000 mensen. Wij zien het als onze taak om kwaliteit te leveren op het gebied
van assurance-, belasting- en adviesdiensten. Vertel ons wat voor u belangrijk is. Meer informatie over ons vindt u op www.pwc.nl.
‘PwC’ is het merk waaronder member firms van PricewaterhouseCoopers International Limited (PwCIL) handelen en diensten verlenen. Samen vormen deze firms het
wereldwijde PwC-netwerk. In dit document wordt met ‘PwC’ gedoeld op het wereldwijde PwC-netwerk of, als dit uit de context voorvloeit, op individuele member firms
van het PwC-netwerk. Elke aangesloten firma is een afzonderlijke juridische entiteit. Kijk op www.pwc.com/structure voor meer informatie.
De inhoud van deze publicatie is uitsluitend voor informatieve doeleinden opgesteld en bevat geen professioneel advies en mag dan ook niet als een substituut daarvoor
worden beschouwd. PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. aanvaardt derhalve geen aansprakelijkheid voor gevolgen die kunnen optreden indien op basis van
de inhoud van deze publicatie al of niet wordt gehandeld dan wel anderszins besluiten worden genomen”.
©2014 PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289). Alle rechten voorbehouden. PwC verwijst naar de Nederlandse firma en kan soms naar het PwC-netwerk verwijzen.
Elke aangesloten firma is een afzonderlijke juridische entiteit. Kijk op www.pwc.com/structure voor meer informatie. Icons from www.freepik.com and www.flaticon.com.
Bepaal uw fiscale koers - Belastingplan 2015
15