Taken GMR - Meerbrug

De taken van de (G)MR.
(Volgens de site van het ministerie van OCW)
Om ervoor te zorgen dat een school goed functioneert, worden dagelijks plannen gemaakt,
beslissingen genomen en veranderingen doorgevoerd. De verantwoordelijkheid voor het beleid
op school ligt bij het schoolbestuur. Maar omdat het beleid leraren, leerlingen en hun ouders
direct of indirect aangaat, moet het schoolbestuur overleggen met de medezeggenschapsraad. Belangrijke beslissingen kunnen niet zonder instemming of advies van de medezeggenschapsraad genomen worden.
De medezeggenschapsraad (MR) overlegt met de directeur van de school voor zover dit beleid op schoolniveau betreft en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) doet
dit voor bovenschools of algemeen beleid in overleg met bovenschools manager of bestuur.
Ouders, leerlingen en (onderwijzend en niet-onderwijzend) personeel kunnen via de medezeggenschapsraad veel invloed uitoefenen op het beleid van de school.
Wanneer is er sprake van adviesrecht?
De medezeggenschapsraad geeft advies over maar liefst achttien soorten besluiten van het
schoolbestuur. Het gaat hierbij onder andere om een fusie, de vakantieregeling en een verandering van de grondslag van de school (bijvoorbeeld van katholiek naar openbaar onderwijs).
Het schoolbestuur moet serieus reageren op elk advies dat de medezeggenschapsraad geeft.
Het bestuur hoeft het advies echter niet over te nemen.
Hoe zit het eigenlijk met instemmingsrecht?
Dat ligt anders voor de negen soorten beslissingen waarover de medezeggenschapsraad instemmingsrecht heeft. Het gaat hierbij onder andere om de vaststelling of wijziging van het
schoolreglement en het leerplan. Ook met een verandering van de onderwijsmethode (bijvoorbeeld van 'traditioneel' naar Dalton-onderwijs) moet de raad instemmen. Het schoolbestuur
kan zonder instemming van de medezeggenschapsraad zo'n ingrijpend besluit niet nemen.
Nieuwe medezeggenschapswet primair en voortgezet onderwijs
De WMS is het antwoord op een jarenlange discussie over de vraag of de Wet op de ondernemingsraden (WOR) wel of niet moet gelden voor het funderend onderwijs. De WOR geldt
alleen voor werknemers. Als de WOR in het primair en voortgezet onderwijs zou gelden, dan
zou voor de medezeggenschap van leerlingen en ouders een aparte regeling moeten worden
getroffen. Het kabinet en de Tweede Kamer vinden dat niet gewenst. De WMS blijft gebaseerd op de grondgedachte dat ouders en personeel (en in het voortgezet onderwijs ook de
leerlingen) samen inhoud en invulling geven aan de medezeggenschap. De betrokkenheid van
leerlingen en ouders is belangrijk in het funderend onderwijs.
Nieuw in deze wet is dat voor een beperkt aantal onderwerpen een van deze partijen 'exclusieve' medezeggenschapsbevoegdheden krijgt. Ouders hebben bijvoorbeeld straks een medezeggenschapsbevoegdheid over de hoogte van de schoolkosten, leerlingen over het leerlingenstatuut en personeel over de arbeidsvoorwaarden.
Andere belangrijke veranderingen betreffen:
•
•
•
•
•
•
•
het informatierecht van medezeggenschapsraden wordt versterkt: het bestuur moet
gevraagd en ongevraagd alle relevante beleidsinformatie en financiële informatie (bijvoorbeeld ook over beloningsverhoudingen) beschikbaar stellen en zich daarover verantwoorden.
de bevoegdheden van de medezeggenschapsraden ten aanzien van door het bestuur
voorgenomen fusies en veranderingen van de grondslag van scholen worden verzwaard.
bij een bestuur met meer dan één school wordt de positie van de gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad (GMR) verder verstevigd, alle zaken van gemeenschappelijk belang komen daar aan de orde.
de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden krijgen meer ruimte om in overleg
met het bestuur de medezeggenschap naar eigen inzicht te organiseren; de wijze
waarop dit gedaan wordt moet worden vastgelegd in een medezeggenschapsstatuut,
zodat dit voor iedereen duidelijk is.
het bestuur krijgt een plicht om te zorgen voor voldoende faciliteiten opdat de raden
goed kunnen functioneren; dit moet worden vastgesteld in een regeling waarmee de
(G)MR moet instemmen.
voor de beslechting van geschillen tussen een (G)MR en een schoolbestuur komt er één
centrale voorziening: de landelijke geschillencommissie. Deze komt in de plaats van de
huidige geschillencommissies, die vaak per denominatie worden georganiseerd en in
stand gehouden. Ook voor het aantekenen van hoger beroep bij de rechter komt er
voor alle partijen één centrale voorziening: de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam.
de bestaande mogelijkheid om op godsdienstige gronden ontheffing te krijgen van de
verplichting om een (G)MR in te stellen komt te vervallen; iedere school moet een MR
hebben en ieder meerschools bestuur een GMR. Binnen dit gegeven is in de wet wel een
voorziening getroffen om aan dergelijke bezwaren tegemoet te komen.
Met de minister constateerde een ruime meerderheid van de Tweede Kamer dat de nieuwe
wet past bij de veranderende bestuurlijke verhoudingen in het funderend onderwijs. Leerlingen, ouders en personeel krijgen met de WMS goede instrumenten in handen die passen bij de
toenemende beleidsvrijheid van besturen. Medezeggenschapsraden komen hierdoor nog beter
in positie om hun inbreng te leveren in belangrijke beleidsbeslissingen op schoolniveau en bovenschools niveau. Dit komt het onderwijs alleen maar ten goede.