themadossier Verkeersmodellen

Dossier
Verkeersmodellen
Erik de Romph, Hoogleraar Regionale
Vervoersplanningmodellen:
Nieuwe dynamiek in verkeersmodellen
Dossier Verkeersmodellen
NEEM NÚ EEN JAARABONNEMENT
OP VERKEERSRECHT VOOR 2014
en ontvang de eerste 2 nummers van 2014
en een verzamelband gratis
INCL.
ONLINE
TOEGANG
Uw voordeel: € 47,50
Verkeersrecht biedt naast
jurisprudentie vele artikelen
over actuele ontwikkelingen
op het gebied van wegverkeer,
aansprakelijkheid, verzekering
en verkeersstrafrecht, met veel
aandacht voor letselschade.
356
D
e wereld is aan het veranderen en op een aantal
vlakken sneller dan we jaren geleden hadden verwacht. Nederland vergrijst en in verschillende regio’s
wordt een krimp van de bevolking voorspeld. Er komen
steeds meer kleinere huishoudens en het aantal ZZP’ers
neemt toe. Mensen werken op onregelmatige tijden en
op variërende locaties. Door de snelle opkomst van
mobiel internet, zijn mobilisten beter dan ooit geïnformeerd en verandert het mobiliteitsgedrag.
De aandacht van de overheid verschuift van plannen
en bouwen naar benutten en sturen. Hiervoor worden
veel meetsystemen aangelegd en ontsloten via het NDW.
Ook van het openbaar vervoer zijn veel data beschikbaar.
Vrijwel alle bussen zijn tegenwoordig uitgerust met GPS
om reizigers te informeren over vertrektijden. Door de
OV-chipcard weten we waar mensen in- en uitstappen
en onze auto’s raken steeds meer ‘connected’, zowel
onderling als met de infrastructuur. We worden overspoeld met data.
Afgelopen jaar verschenen
artikelen over o.a. de strafrechtelijke aansprakelijkheid
van de wegbeheerder, een
onduidelijk verkeersbord
en smartengeld voor een
comapatiënt.
den, uit een
uitrit de weg
een inrit inri
oprijden,
van een weg
jden, kere
n, moeten
verkeer voo
het overige
r laten gaa
n.
We kunnen verkeersmodellen
ontwikkelen tot sterk exportproduct
We staan op het punt van grote veranderingen in de
verkeersmodellen. Modellen worden verder ontwikkeld
en zullen een belangrijke kwaliteitsslag doormaken door
de beschikbaarheid van deze nieuwe databronnen.
Modellen worden toegankelijker door de inzet van cloud
computing. Door al deze ontwikkelingen zal de dynamiek waarin modellen worden ge-updated versnellen
en hoeven we niet meer te rekenen met scenario’s en
DISSERTAT
IES IN RET
Het ontbr
ek
wetensch en van
appelijk
debat
In zijn besp
reking van
mijn proe
Jan Leijten
fsch
dat ik met
mijn aanval rift meende
norm van
artikel 5 WV
tegen de ope
W een hatt
De recensen
n
rick scoorde.
t kwam tot
omdat “Ott
zijn lovende
e zo scherp
oordeel
en in goe
belangrijkhe
de volgorde
id ziet wat
van
gangen kon
tegen zijn
gedachtenworden aan
de verschil
gevoerd en
lende bezw
waarbij Otte
aren wee
aanval op
rlegt”. Ook
het juridisc
mijn
he vlotheid
Leijten gesl
sbeginsel
aagd. Ik cite
vond
er het slot
bespreking:
van zijn
“Slotsom:
een niet alle
in de zin van
en zeer goe
degelijk, maa
d,
proefschrift,
r ook hee
l bijzonder
getuigend
betrokkenh
van grote
originaliteit
eid en stud
,
iezin. Een
intrigeert
proefschrift
en (maar)
dat ongetw
dat
als controv
ijfeld bij vele
ersieel zal
n
overkomen.
zeker voo
rlopig wei
Ook zullen
nigen zich
overtuigen
er door late
. Niet omd
n
at het ove
mist, dat
rtuigingskra
allerminst
maar omd
cht
geleerd, hee
at, naa
l veel men
sen zich niet r ik heb
overtuigen
”. Met zo’n
willen late
boekbespre
n
thuiskomen
king kun
. De visitati
je
pelijk ond
ecommis
sie wetensc
erzoek dee
d er in dat
hapschepje bov
tijdvak nog
enop doo
een
r het proe
lijk te noe
fschrift afzo
men als bijz
nderonder gesl
Enkele jare
aagd.
n later kwa
m de toen
raar Michiel
malige hoo
Herweijer
glemet
van vijf volg
ens hem voo een beschouwing
ten, waartoe
rbeeldige
proefschrifhij het mijn
e rekende
.
Toentertijd
voelde ik
me hierdoo
voldaan als
r niet zoze
wel gerustge
er
schrift er
steld dat
kennelijk
het proeftoe deed,
wetenschap
een plek
pelijk foru
m had verw je in het
gevoel was
orven. Dat
niet van lang
overkomen,
e duur. Het
maar ik vind
zal velen
eigen wer
het
altijd last
k te herlezen
ig om
. Ik schrik
pigheid, krom
van de wijd
me zinnen,
loniet meer
maar bov
zo overtui
enal ben
gd van het
ik
ik toen met
eigen geli
verve aan
jk dat
mijn zijde
peerd. De
had gedraboekbespre
Mijn pleidoo
king
euvel waa
en lijden
i mondde
raan ook
aan hetzelfd
uit in een
reglement
ik
mij
sies
e
in
uitg
van
mijn eige
dat voor de
boeken en
n recenverkeersdee ebreid
rijke bron
rapporten
het gerecens
van informa
lnemer een
schuldig maa
eerde boe
tie over het
lijke verk
k,
k wordt gep
tiseerd als
eersgedrag
meest wen
het verwants
rezen of gek
zou generer
seuitgekristal
rideviaties
en. Pas bij
liseerd rege
met het eige chap respectievelijk
een
lbestand
weggebruik
n standpu
Leijten zag
kunnen tuss
ers legitiem
nt vertoon
het goed,
en
staan. Teg
e verwach
t.
er vindt nau
schappelijk
en deze ach
tingen ontwelijks wet
debat plaa
tergrond
vanwege
ents waarbij
van de ond
meende ik
het informa
de inzichte
erzoeker wor
dat
tietekort
misstonden
n
redeneringe
den gefileer
vage norm
. Een ontw
n,
en
d op cirkelikkelde sam
wordt best
Meestal prob inconsistenties en
reken doo
enleving
zo
verd
eert
r
steeds dich
er.
de commen
standen die
visie op het
tere
tator zijn
eigen zijn
onderzoekso
eige
aan de fijnm regelbelevingsverb
n
dan niet med
bjec
anden. De
azige sam
e aan de han t te ontvouwen, al
enrechtsontwik
bovendien
onder het
d van het
eerder geb
keling is
verg
boek dat
aat
mogelijk
van een norm rootglas ligt. Dat is
regelbestand bij een zo gedetai
de treurnis
lleerd
atief discours
dan bij vag
Rechtszekerh
heid nu een
dat de rech
e normen.
eid verdraag
maal teke
tsgeleerdcatie van
t zich bete
nt, het verm
sche debat
zorgplichten
r met codi
eende juri
leve
rt
fiin het verk
vaak nau
zere regels
diop van het
welijks een
eer in prec
dan de ong
betrokken
ieweging
eschreven
eerder rech
proefschrift.
plichten die
tsonzekerhei
d in het leve
n roepen.
Eigen ter
ROSPECTI
Verkeersmodellen worden
beter en toegankelijker
door nieuwe beschikbare
databronnen en
cloud computing
protocollen. De oplossing zal liggen in
opensource-achtige constructies. Daarmee
kunnen verkeersmodellen en alle technologie daar omheen zich ontwikkelen tot
een sterk exportproduct voor Nederland.
Zowel de overheid, de kennisinstituten
als het bedrijfsleven profiteren daarvan.
Erik de Romph
Hoogleraar Regionale
Vervoersplanningsmodellen
EF
ugblik
Mijn beto
formaat als
og was een
Remmelink
uitgerekt
fijnmazig
dat het vlot
en
pleidooi voo
en uitgebre
heidsbeginse Vellinga te betogen
r een
id arsenaa
verkeersvoo
maar mijn
l een non
l aan prec
rschriften.
-issue was
betoog dat
ieze
Op
regels kom
,
vlotheid is
zolang de
ik zo dadelijk de betekenis van die
toegestaan
veiligheid
maar ik sta
nog uitvoeri
het toelaat,
huis. Ik heb
kort stil bij
g
staat als een
teru
nim
g,
mer een von
het oogmer
dooi: de ond
waarin de
nis of arre
k
ervangin
vlotheid prev
st gezien
g van de alge van dit pleigevaarsbep
heid. Maa
aleerde bov
mene
alin
r herlezin
en de veil
van een com g van art. 5 WVW.
g
van
igbren
mijn
Het stipuler
gt me than
pleet verk
s wel de verz uiteenzetting
en
eers
mente van
Het bestaan
uchting:
de open norm reglement ten detr
srecht van
iheeft bij nad
en van art.
het vlotheid who cares?
alleen voo
er inzien
r de paar
sbeginsel
iets verkram 5 WVW
omdat ik
verkeersstra
is
demici inte
het werken
pts. Niet
frechtelijke
ressant, in
met open
vind, maa
acade praktijk
ter die zich
normen fraa
r omdat ik
is er geen
hierom bek
i
thans bete
van wetgev
rechommert.
r de beh
er, beleidsm
En terecht.
rie en rech
aker, openba oefte
Ik begin ove
ter onderke
ar ministe
r het vlotheid
n immer
willen heb
dens de verd
een vangne
sbeginsel
ben voor
omdat tijediging van
t te
ongeregelde
Bij nader
enkele jare
mijn proe
gedraginge
inzien had
n geleden
fschrift de
ik wel
n.
ten bestede
overleden
Nieboer opp
n aan de Wet meer aandacht moe
hoogleraar
oneerde met
alle verkeers
Mulder. Om
Wim
niet goed
een vraag
overtreding
dat vrijw
kon beantw
die ik toen
el
telijk wor
oorden en
jaar het antw
den afgehan en administratiefre
waarop ik
oord nog
chdeld, krijg
(met uitzond
na 20
stee
ven
t
ds schuldig
.
de strafrec
ering van
hter
moet blijde
mer bij het
Hij vroeg
gerechtshof zogeheten Mulderk
zich af, en
aalleen nog
Arnhem-Lee
ik parafras
trouwen
zicht op de
uwarden
eer,
in
“of
het
het ververkeer wel
)
verkeersrege
king van
worden op
de artikele
gebaseerd
ls via de wer
een zelfstan
n 5 en 6 WV
mocht
deren van
dig beginse
veiligheidsb
W. Het verm
de bagatel
l naast het
eginsel. Als
ullen, zoals
verkeersove
waarom zwi
dat niet zo
de wetgev
rtredingen
zou zijn,
er de
jgt
gaande gev
aanduidde,
wensbeginse de wet dan over het
olgen geh
heeft ververtroul?
ad voor de
aanrijdinge
doel hebben Het vertrouwensb
discussie
n in het verk
eginsel zou
over
de vergroti
door art. 6
eer, zoals
als
maar daa
ng van de
bestreken
WVW. Een
rom zou het
veiligheid,
ander gev
WVW nog
vertrouw
schikt zijn
olg was dat
meer in een
en toch ond
aan de veil
art. 5
lacune voo
gevaarzette
ergeigheid, en
ook het fun
rzag
nde situatie
is daarme
dam
1990 reed
s in het verk bij
e niet
trouwensbeg ent voor een zelf
s het geval
eer dan vóó
standig verDe open no
insel verd
was. Vrij
diging van
r
wen
waa
snel
rmen
en?
rom
mijn proe
na de verd
Anders geze
zou ook het
fschrift trad
erechterlijke
gd,
vertrouw
den zijn tot
ik toe tot
macht en
en niet te
als vangn
het veilighe
de
werkte ik
herleiSindsdien
vertrouw
etbepamet art. 5
ben ik wel
en heeft alle idsbeginsel? Immers,
WVW.
scherp blijv
immer vag
s te maken
gen omtrent
en toetsen
e delictso
met inschatt
lin
de veilighe
g
mschrijving
of de
zijn
met de som
niet op
indoor de verk
id en de onv
werd verv
s gebrekk
eersdeelnem
eiligheid
uld
ig uitgesch
sen-verbaal
toch over
er. Dan heb
reven proc
van de poli
de subject
hun retou
ben we het
estie, maar
overwogen
ieve individu
het veilighe
r, maar
ik heb nim
om de bep
ele kans van
idsbeginsel?
mer
aling onv
verklaren,
lijk cognitiev
Maar voo
erbi
zoals ooit
leiden een
r dat pers
e
een kantonr ndend te
WVW schi
oonheid is geen emotionele aspect
bloeiend
echter bij
jnt te heb
van
afzo
art.
ben
de
nderlijk
veilig25
Ik merk nog
gedaan.
heid bew
op dat de
erkt vertrouw beginsel nodig. Veil
bes
taa
wetgever
waarde is
n.
igen en onv
trouwen.
sinds 1993
gaan toek
eiligheid
Een gewone
meer
ennen aan
omschrijvin
wanpsychische
tie”.
de open deli
gen, ook in
causale rela
ctsIk wijs op
andere rech
Mogelijk
art. 5.3 Wet
tsgebieden.
heeft Nieb
Luchtvaa
tieke bep
oer gelijk,
sprake kun
rt waar
aling
maar zou
nen
er
het luchtver als art. 5 WVW is inge een idensche schimm zijn van dogmatisch
keer. De ope
voerd voo
semantiigheid? Het
r
bepaling
verboden
stelsel van
zijn dus niet n normen als van
rust op de
geboden
gnetop hun reto
den een bloe
centrale ged
en
abstracte
ur, maar leiiend best
achte van
tot zeer con
aan.
crete rech
gen. Het doo
tsgoedk
rschouwen
Verder teru
wet verloop
van het syst renkingblikkend
t langs inzi
eem van
op mijn proe
niet langer
de
chtelijker
meer beg
fschrift zie
de meerwa
inse
lijne
len
n als er
ik
arde van
en deelbeg
ceerde ond
ginselen wor
het ietwat
erscheid tuss
den ondersc inselen en subbegeforginsel en
casuïstische
heiden die
de vertrouw en het vertrouwensb
problemen
de sterk
eensr
de overkoe
kunnen help
in de rech
pelende bete egel. Ik worstelde
tspraktijk
en oplossen
met
sel eigen
kenis die
nen bij een
. Als de twe
is, maar in
aan een beg
verkeersong
e betrokk
elke regel
inverscholen,
epen op de
eval zich
zit een beg
afzonderlijk
beiden bero
werking van
insel
sel- en rege
e
edie hen elk
het veilighe
lniveau voe duiding tussen beg
voor zich
ingt niet veel
zou rechtvaa idsbeginsel
rijgedrag
toe.
, blijft het
rdigen in
Ik ben nog
vertrouw
het
komst bied
steeds ove
ensbegin
en bij het
sel uitrtuigd dat
keersstrafre
con
rech
flicteren van
de in het
ten. Maar
cht geverse
verplichten of
erde schrijve
onrechte
tegenwerpin zoals gezegd, Nieb
een vlotheid
rs ten
oer had een
g die ik tot
sbeginsel
in de rech
baar vind
op heden
verd
tspraktijk
.
lastig wee
geen fundam edigen dat
ook dogmat
rlegent bezit
isch onverde
en
overmoedig
digbaar is.
Het was wat
om ten ove
rstaan van
auteurs van
112
Ga naar verkeersrecht.nl/registreren en vermeld in het opmerkingenveld de speciale actiecode:
Verkeersrech
t
data van meer dan 5 jaar oud, maar zijn we in staat bijna
dagelijks nieuwe prognoses te maken. Om al deze veranderingen volledig te benutten, moet er synergie ontstaan
tussen de overheid en de markt. Er moet een andere structuur voor het beheer en de ontwikkeling van modellen
ontstaan. Er is behoefte aan architectuur, standaards en
| 10 - 2013
INHOUD DOSSIER 
In samenwerking met de gasthoofdredacteur heeft de redactie het volgende dossier samengesteld:
B ove n
Onder
24 Peter van der Mede (DAT.Mobility)
Precies weten waar de files staan
26 Martijn Heynickx (Provincie Noord-Brabant)
Eindelijk aansluiting tussen Brabantse regionale modellen
24 Jan van der Waard (KiM)
25 Hans van Lint (TU Delft)
27 Liesbeth Schippers (Pels Rijcken &
Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen)
28 Mark Roest (VorTech)
Samen bouwen aan verkeersmodellen
30 Tom van Vuren (Mott MacDonald)
28 Gerard de Jong (Significance)
30 Hans Lodder (gemeente Den Haag)
Staar je niet blind op één model
31 Luuk Brederode (DAT.mobility) / Katia Organe (Verkeerscentrum)
26 Frank Hofman (Rijkswaterstaat)
31 Ingrid de Bondt (provincie Zuid-Holland)
Volwaardige vervanger voor statische modellen
VK2014
verkeerskunde 01-14
357
23
24 Verkeersmodellen 
verkeerskunde.nl/dossiers
Reizigersstromen in Abidjan
(Ivoorkust) op basis van GSM-data
Peter van de Mede, DAT.Mobility: ‘Big data maken verkeersmodellen goedkoper en dynamischer’
Precies weten waar de files staan
Het gaat razendsnel met big data. Volgens Peter van der Mede van DAT.Mobility duurt het nog maar
enkele jaren voordat de steekproef voor verkeersgegevens verleden tijd is. Dan zijn verkeersmodellen
niet alleen goedkoper maar kunnen ze ook exact aangeven waar de files komen te staan. Dan moeten
data uit navigatiesystemen en mobiele telefoons wel op grote schaal beschikbaar worden gesteld.
Een mooie taak voor de Nationale Databank Wegverkeersgegevens, vindt Van der Mede.
T
s
Mede, busines
Peter van der
T.Mobility
DA
bij
r
pe
lo
deve
wee tot drie jaar. Zo lang duurt het volgens Peter
verkeersdata is ook bij kleinere hoeveelheden al
ben een verkeersmodel gemaakt door het netwerk
hieruit de verkeersstromen afleiden, maar ook
die tussen het niveau van de individuele voertui-
te kunnen is het wel nodig dat je beschikt over
lity - een nieuw IT-bedrijf binnen de Goudappel
data niet meer afkomstig zijn van steekproeven.
HB-matrix te maken met de telefoondata. Je kunt
verkeer. We zien dit als een proof of concept, want
ondanks verwacht ik dat we op termijn ook gro-
te analyseren, verkeerskundige domeinkennis om
van der Mede, business developer bij DAT.Mobi-
Groep - voor we verkeersstromen in verkeersmodellen alleen nog maar baseren op big data. Met als
grootste winstpunt dat we niet alleen de globale
capaciteitstekorten op een netwerk weten, maar
ook precies kunnen aangeven waar de files komen
te staan. Van der Mede: ‘Met big data als input kun
je een dynamische herkomstbestemmingsmatrix
(HB-matrix) maken waarmee je voor elke dag en
voor elk moment de verkeersstroom kunt bepalen.
sprake van big data, waar het om draait is dat de
‘De gegevens die wij gebruiken voor verkeersmo-
tailleerd in kaart brengen. En omdat het zo ontzettend veel gegevens zijn hoeven we niet meer na
We staan volgens Van der Mede op een breekpunt
dat nog wel nodig.’
en dat houdt verband met een toename aan
Van der Mede aan de hand van een studieproject
provider Orange stelde enkele weken aan data van
telefoons in dit land beschikbaar waarmee diverse
alle gegevens mee te nemen. ‘Als je een dynamisch
verkeersmodel van een hele stad wilt maken, dan
kun je niet alle auto’s individueel modelleren.
Maar dat is ook niet nodig, als je er maar uit kunt
halen waar de files precies staan. Daarvoor zijn
minder rekenintensieve oplossingen ontwikkeld
Volgens Van der Mede zouden overheden een
minder afwachtende rol moeten hebben ten aanzien van big data in verkeer en vervoer. ‘Eigenlijk
wachten ze af tot er een kant en klaar product is,
maar het proces gaat veel sneller als ze meewerken in de ontwikkeling met pilotprojecten. Ik merk
de data te kunnen interpreteren en toe te passen
in verkeersmodellen, en IT-kennis voor het opslaan
en ontsluiten van de data. De ontwikkelingen
gaan heel snel, dus deze drie componenten zouden nu al in verkeerskundige opleidingen moeten
terugkomen.’
dat ze vaak denken dat big data ook meteen open
Het gaat dus snel met big data en Nederland moet
combedrijven geld om hun data te ontsluiten,
‘Verkeersmodellering kan zo veel goedkoper met
data zijn. Dat is een misverstand, het kost teledaarvoor zijn deze organisaties namelijk in eerste
instantie niet opgezet. Ik zou graag zien dat de
Nationale Databank Wegverkeersgegevens deze
daar ook snel op inspelen, vindt Van der Mede.
big data. Het zou mooi zijn als Nederland daar
een leading rol in gaat vervullen.’ (LW) 
data aankoopt en voor iedereen beschikbaar stelt.
Dan pas kun je spreken van big open data.’
‘Om met big data in verkeer en vervoer overweg
4) Uitlegbaarheid: het verkeer- en vervoer-
Sluit de kenniscirkel: OpenTraffic
len erg beperkt is. Mijn missie is om een
onderzoek worden nieuwe concepten
‘Een beleidsmaker wil betrouwbare inzich-
ren genereren, die één op één passend zijn
gen zijn dat daardoor ook. De beleidsma-
‘Het bruist in ons vakgebied van nieuwe
keerssimulatieraamwerk te bouwen,
numerieke oplossingen.
naar zijn beleidspraktijk. Die vertaling
getoetst met data en experimenten. Die
zijn naar (de input van) modellen. Het gaat
hierbij zeker niet meer alleen om investe-
ringen in infrastructuur. Met de verbreding
van het beleidsinstrumentarium bestaat er
behoefte aan inzicht in effecten van maatregelen, van ruimtelijke ingrepen tot verkeers- en mobiliteitsmanagement.
verkeerskunde 01-14
capaciteit op dit moment nog niet voldoende om
tere netwerken aankunnen.’
statistische kennis om grote hoeveelheden data
2) Om echte beslisinformatie te kunnen
1) Beleidsmaatregelen moeten vertaalbaar
Mobiliteitsbeleid (KiM)
rekencapaciteit van computers. Evengoed is die
gen en de globale verkeersstroom inzitten. Des-
Wat wil de beleidsmaker?
modellen levert dat vier ‘deelwensen’:
Kennisinstituut voor ‘We staan op een breekpunt
in de tijd’
dragen aan de ontwikkeling van het land. Wij heb-
haar beleidsmaatregelen. Vertaald naar
Programma manager, Peter van der Mede,
DAT.Mobility:
partijen oplossingen mochten uitwerken die bij-
ten in te verwachten effecten van zijn of
Jan van der Waard, in de tijd. Big data zijn steeds meer in opkomst
te gaan hoe goed ze zijn. Met steekproeven was
met GSM-data uit Ivoorkust. ‘De Franse telecom-
als het over petabytes aan informatie gaat. Bij
onder de indruk van de mogelijkheden.’
kunnen we reizigersstromen en reistijden gede-
rekeningen mee kunt maken, maar die geen actueel
In het algemeen wordt pas van big data gesproken
we hebben het model nog niet kunnen valideren
waar we dit hebben gepresenteerd, waren ze wel
Van der Mede. ‘Met deze locatieafhankelijke input
Wat er allemaal mogelijk is met deze data schetst
beeld geven van de toestand op de weg.’
regelmatige verkeerspatronen zoals woon-werk
aan de werkelijkheid. Maar op het congres bij MIT,
dellen zijn floating car data en GSM data’, vertelt
Nu werken de meeste verkeersmodellen nog met
een statische HB-matrix, waar je prima scenariobe-
van Ivoorkust van internet te downloaden en een
leveren, moet het model effectindicatoop geldende beleidsdoelstellingen en
toetsingsgrootheden (bijvoorbeeld reistijdverhoudingen).
3) Een bestuurder kan zich niet permitteren om bij de besluitvorming rond ver-
schillende beleidsmaatregelen, verschil-
lende uitgangspunten te hanteren. Deze
consistentiewens vertaalt zich in de praktijk naar hoge eisen aan uniformiteit van
aannames en afstemming tussen modeltoepassingen.
systeem is complex en modelberekenin-
ker wil een vertaling van die complexiteit
omvat bijvoorbeeld een nadere duiding
van hoe een effect tot stand komt.
Zo goed mogelijk aan deze wensenlijst
voldoen vraagt om een constante intensieve dialoog tussen modelontwikkelaars, -toepassers en beleidsmensen.
Misschien moet dat wel de meest belangrijke wens van beleidsmakers en modelleurs zijn.’
ideeën die schreeuwen om te worden
nieuwe ideeën zijn nodig. Er is op dit
moment een enorme waaier aan weten-
schappelijke theorieën voor reis- en rijgedrag op alle denkbare abstractieniveaus,
van individueel rijgedrag tot de gemid-
delde doorstroming in een heel verkeersnetwerk. Recente data laten zien dat de
voorspellingskracht van veel theorieën
en de daarop gebaseerde verkeersmodel-
innovatief multiscale open source verOpenTraffic, waarin dat structureel
mogelijk wordt. Het valideren en toetsen
van de geldigheid van theorieën en
modellen gaat niet zomaar. Eerst moet
ze worden vertaald in wiskundige vergelijkingen. Die vergelijkingen moeten
numeriek worden opgelost en vertaald in
simulatiecode (software). Dat is een iteratieve (onder)zoek(s)tocht waarin
wetenschappelijk onderzoek een cruciale
rol speelt. Juist in wetenschappelijk
bedacht, en nieuwe wiskundige en
Aan de TU Delft bouwen we nu aan een
open source suite van modellen, netwerken en de onderliggende data - een pro-
ject waarin wetenschappers van verschil-
lende faculteiten samenwerken. Die suite,
OpenTraffic, wordt een belangrijk onder-
deel van een verkeerslaboratorium waarin
wetenschappers en studenten samen
kunnen bouwen aan een nieuwe genera-
tie oplossingen voor verkeer- en vervoers-
Prof. Dr. ir. Hans van Lint,
Antoni van Leeuwenhoek
hoogleraar Traffic Simulation
& Computing op de afdeling
Transport en Planning,
TU Delft
problemen voor alle modaliteiten.’
verkeerskunde 01-14
25
26 Verkeersmodellen 
verkeerskunde.nl/dossiers
Oude situatie versus de nieuwe BrabantBrede ModelBasis (BBMB) aanpak
Martijn Heynickx, provincie Noord-Brabant: ‘BrabantBrede Model Aanpak biedt database en modelbasis’
Eindelijk aansluiting tussen
Brabantse regionale modellen
Verouderde regionale verkeersmodellen die weinig op elkaar aansluiten, dat staat goede beslissingen voor nieuwe
infrastudies in de weg, vonden ze in Brabant. Tijd dus voor een grondige aanpak, op basis van goed afgestemde
uitgangspunten, vastgelegd in een gezamenlijke database en modelbasis voor de regionale modellen: de BrabantBrede Model Aanpak (BBMA). Het was flink doorzetten, zegt Martijn Heynickx van de provincie Noord-Brabant, met
als resultaat geactualiseerde en kwalitatief betere modellen die goed op elkaar aansluiten.
V
an 2006 tot 2008 bouwden de zes zoge-
noemde GebiedsGerichte Aanpak regio’s in
Noord-Brabant ieder een eigen verkeersmodel,
gebaseerd op eigen inputgegevens. Deze zelfstan-
van een gezamenlijke database aan inputgege-
is het model voor de Stadsregio Eindhoven al eer-
Naast de onderlinge afstemming is ook een kwa-
dus bijna voortdurend bezig om de modellen zo
verkeersmodellen. Maar er bestaat nog geen
modellen.’
afgestemd met de BBMA.’
dellen. Heynickx: ‘Er was voorheen vaak discussie
behoeften van de gebruikers blijven voldoen.’
manier zoals die nu binnen Brabant plaatsvindt.
vens en een gezamenlijke basis voor de regionale
dig opgestelde modellen leidden geregeld tot
Heynickx was samen met zijn collega Michael van
regio’s. Als bijvoorbeeld het model van de regio X
de ontwikkeling van de BBMA, in samenwerking
inconsistentie in de grensgebieden tussen de
een uitkomst had van 10.000 voertuigen voor een
bepaalde weg, dan kon het model van de regio Y
voor diezelfde weg een uitkomst van 15.000 voer-
tuigen geven. ‘Aangezien elke studie gebaseerd
wordt op verkeersmodellen is het erg belangrijk
dat deze zo goed mogelijk de werkelijkheid benaderen’, zegt Martijn Heynickx, verkeerskundig
adviseur en modelspecialist bij de provincie
Noord-Brabant. ‘De bestaande modellen zijn echter verouderd en ertussen vond maar weinig
afstemming plaats. Daarom hebben de regio’s
samen met de provincie besloten tot de BrabantBrede Model Aanpak (BBMA), waarin we uitgaan
‘We zijn in 2011 begonnen met het schrijven van
handboeken waarin is vastgelegd hoe we in Brabant de regionale verkeersmodellen inrichten.
Vervolgens hebben we een database opgesteld
met geactualiseerde sociaal-economische gegevens, netwerken en verkeerstellingen in heel Bra-
bant. Die hebben we als input gebruikt voor de
BrabantBrede Modelbasis, een model dat het
verplaatsingsgedrag in heel Brabant beschrijft en
waarmee we de regionale modellen op elkaar
Water, Verkeer en Leefomgeving
Martijn Heynickx,
Provincie Noord-Brabant:
‘We gebruiken gegevens uit het
Nederlands Regionaal Model
(NRM), maar ook uit Vlaamse en
Duitse verkeersmodellen’
Samenwerking bij ontwikkeling en
beheer van modellen is cruciaal
samenwerkingsverbanden voor de verschil- prototype. Het concept van gated commu-
‘Rijkswaterstaat streeft naar een duurzaam
Op basis hiervan zal Rijkswaterstaat verbre- kennis, data en applicaties op een open
stellingen en marktpartijen bij de ontwik-
denken aan het instellen van een structu-
lende stadia van modelontwikkeling.
ding zoeken van deze samenwerking. We
rele samenspraak met de partners om
manier worden gedeeld en gebruikt.
beelden en ontwikkelplannen. Voor de eer-
manier waarop deze ter beschikking wor-
uitvoering van beleid. In het kader van het
ste stadia van modelontwikkeling wordt
aantal thema’s al geëxperimenteerd met
maar ook beleidsmatig verantwoorde
Dat stelt wel eisen aan de software en de
nen op het gebied van architectuur, streef-
Vervoer Modellen (KSVV) wordt op een
vraagt wel om goede afspraken over hoe
samenwerkingsmogelijkheden te verken-
waterstaat zelf en door andere partijen
Kwaliteitskader Strategische Verkeers – en
nities kan hier goed op aansluiten, maar
onder meer gedacht aan platforms waar
relevante partijen hun unieke kennis delen
en toepasbaar maken tot op het niveau van
gebruikersinterface van de modellen en de
den gesteld voor gebruik door derden. Het
op een professionele manier beheren van
de software is hierbij van groot belang.’
actueel mogelijk te houden, zodat deze aan de
waren die erg optimistisch. Nu hebben we prog-
Maar waarom eigenlijk nog werken met regionale
sen die een stuk dichter bij de realiteit liggen en
in een database staan? Volgens Heynickx heeft
Ook geven de modellen nu betere uitkomsten voor
andere modaliteiten, zoals bus, trein en fiets. De
ov-modellen waren voorheen minder goed
getoetst, nu hebben we daar meer en betere gegevens voor.’
Als de regionale modellen straks gereed zijn, dan
worden deze daarna steeds opnieuw geactualiseerd. Iedere vier jaar krijgt het basisjaar een
modellen als de gegevens voor de hele provincie
dat onder andere te maken met een technische
beperking. ‘We werken met herkomst- en bestemmingsdata op bijna postcode 6 niveau. Dat is zo
grootschalige interregionale afstemming op de
‘Er is wel informeel overleg tussen de provincies,
maar in principe doet iedereen het op zijn eigen
manier. Ik zie wel mogelijkheden om dit te veran-
deren, we zouden vooral veel meer kennis en
informatie met elkaar kunnen delen. Het Rijk kan
hier via het NRM een belangrijke rol in spelen.’
fijnmazig dat het ICT-technisch onmogelijk is om
Heynickx is vooral trots op de manier waarop de
is het toepassingsbereik ondanks die fijnmazig-
ces geweest waarin het realiteitsgevoel bij de 67
het model voor heel Brabant te bouwen. Overigens
heid beperkt tot op het niveau van ontsluitingswegen, maar dat zijn dan ook de wegen waarin
we het meest geïnteresseerd zijn.’
update en elke twee jaar worden de prognoses
Om goed aan te sluiten op de omgeving gebruikt
alisaties is ongeveer 1 jaar,’ zegt Heynickx. ‘We zijn
naal Model (NRM), maar ook uit Vlaamse en Duitse
opnieuw bijgesteld. ‘De doorlooptijd van die actu-
onale modellen medio 2014 klaar zijn. Overigens
worden gebruikt bij de voorbereiding en
over de sociaal-economische gegevens, vroeger
dus een goede basis vormen voor de planvorming.
kunnen afstemmen. Uiteindelijk moeten de regi-
keers- en vervoermodellen die door Rijks-
liteitsslag gemaakt in de Brabantse verkeersmo-
noses voor het aantal inwoners en arbeidsplaat-
met de Brabantse gemeenten en Rijkswaterstaat.
keling, toepassing en het beheer van veradviseur, Rijkswaterstaat
der geactualiseerd, maar is deze zoveel mogelijk
Egeraat de afgelopen jaren nauw betrokken bij
partnerschap met universiteiten, kennisin-
Frank Hofman, senior
ig
x, verkeerskund
Martijn Heynick
delspecialist mo
en
r
eu
vis
ad
t
Noord-Braban
bij de provincie
de provincie gegevens uit het Nederlands Regio-
BBMA tot stand is gekomen. ‘Het is een uniek probetrokken gemeentes en andere partijen is aangewakkerd. Er was veel wilskracht om de zaken te
verbeteren, en dat was ook nodig want het was
flink doorzetten om het tot een goed einde te
brengen. Gelukkig was iedereen doordrongen van
het belang van actuele en kloppende verkeersmodellen die goed op elkaar aansluiten.’ (LW) 
Vermeld cijfers in afzonderlijk
verkeersrapport
van het project. Het gebruik van een
port worden vermeld. Dat rapport moet
‘Verkeerscijfers. Bij vrijwel alle bouw- en
verkeerscijfers kan in een beroepsprocedure bij de bestuursrechter fataal zijn.
actuele modellen en invoergegevens is
infraprojecten zijn ze de basis van alles.
Geluidhinder, luchtkwaliteit, externe
veiligheid, stikstofdepositie: alle onder-
verkeerd verkeersmodel of van onjuiste
Om de validiteit van het verkeersonderzoek aan te kunnen tonen, is het van
groot belang dat het onderzoek trans-
zoeken zijn afhankelijk van de in- en
parant wordt uitgevoerd en dat de
die onderzoeken de onderbouwing vor-
creet betekent dit dat het niet zo kan
output van verkeersmodellen. Omdat
men van de voor het project benodigde
besluitvorming, zijn verkeersmodellen
en hun in- en output van essentieel
belang voor de juridische haalbaarheid
resultaten reproduceerbaar zijn. Conzijn dat uit het akoestisch of luchtkwaliteitsonderzoek moet blijken welke verkeerscijfers zijn gebruikt. Deze cijfers
ook meteen duidelijk maken dat met
gewerkt en welke uitgangspunten aan
het verkeersonderzoek ten grondslag
liggen. Ook is van belang dat het ver-
keersrapport helder en leesbaar is. Niet
alleen voor de rechter, maar ook voor
een leek. Als vanaf nu in elk project een
afzonderlijk verkeersrapport wordt
gebruikt, dan zouden er aanzienlijk minder problemen bij de rechter ontstaan.’
Liesbeth Schippers, advocaat en partner,
Pels Rijcken & Droogleever
Fortuijn advocaten en
notarissen
moeten in een afzonderlijk verkeersrap-
foto: mechteld jansen
verkeerskunde 01-14
verkeerskunde 01-14
27
28 Verkeersmodellen 
V isi e
verkeerskunde.nl/dossiers
Mark Roest: Experimenteer met open oplossingen
Samen bouwen aan
verkeersmodellen
matuur open source te maken. De broncode van
de modellen wordt dan min of meer vrij toegankelijk voor iedereen. Ik denk dat je daar voorzichtig
mee moet zijn.
In de afgelopen maanden is een levendige discussie op gang gekomen over de
organisatie rondom de landelijke en regionale verkeersmodellen. Daarbij wordt
onder meer met een schuin oog gekeken naar de manier waarop Rijkswaterstaat
de zaken voor de watermodellen heeft geregeld. Voor die modellen is de ontwikkeling en het beheer belegd bij het kennisinstituut Deltares. Is iets vergelijkbaars
mogelijk voor de verkeersmodellen?
D
e landelijke en regionale verkeersmodellen
zijn, net als de landelijke watermodellen,
grote en complexe stukken programmatuur en
gegevens. Om dergelijke software goed te ontwik-
kelen en beheren zijn in hoofdzaak twee dingen
nodig: vakinhoudelijke kennis en het vermogen
om een groot softwarepakket professioneel te
beheren.
Het kennisaspect zal niemand verbazen. Om
goede modelprogrammatuur te bouwen moet je
alles weten over datgene wat gemodelleerd
wordt. Feitelijk is dit vooral nodig bij de ontwik-
keling van de modellen. Als de programmatuur
er eenmaal is, wordt het kennisaspect minder
belangrijk. Dan komt het veel meer aan op het
vermogen om software te managen.
Dat beheeraspect wordt makkelijk onderschat.
for Transport Studies, Universiteit van Leeds
Foto: ANWB AVD
wege ruimte biedt aan allerlei vormen van oneigenlijk gebruik, al dan niet opzettelijk. Merk in dat
verband op dat ook de landelijke watermodellen
nog niet als open source beschikbaar zijn gemaakt.
heeft een grote, professionele softwareafdeling.
tuur. Veel daarvan hebben een commerciële drive
Organisatie modellen heroverwegen
Beide aspecten, kennis en softwaremanagement,
waren voor de watermodellen te vinden bij een
lijke kennis en professioneel softwaremanagement
is hét kennisinstituut voor de watersector en het
Hoe zit dat nu bij de verkeersmodellen? Tot nu toe
ontwikkelde en beheerde Rijkswaterstaat de lan-
delijke en regionale verkeersmodellen zelf. Maar
het is de vraag of dat nog wel past nu Rijkswaterstaat intensiever met marktpartijen en kennisin-
stituten wil gaan samenwerken. Daarom wordt de
organisatie rondom de modellen heroverwogen.
Het voorbeeld van Deltares laat zich helaas niet
makkelijk kopiëren naar de verkeersmodellen. De
verkeerskundewereld in Nederland kent geen vergelijkbaar semipubliek instituut dat vakinhoudecombineert. De wereld rondom verkeersmodellen
in Nederland bestaat juist uit een lappendeken van
maal waardevolle kennis en vaak ook programma-
om verder te innoveren. Wijs je één van die partijen
aan als verantwoordelijke voor de modellen, terwijl
die partij ook een eigen belang heeft bij de soft-
ware, dan roept dat onvermijdelijk weerstand op
bij de rest. En daarmee wordt de innovatiekracht
van het geheel aangetast.
Richting open source
Hoe het dan wel moet? Ik zou zeggen dat we de
diversiteit van de verkeerskundige markt in
Nederland vooral goed moeten benutten. Organiseer het zo dat alle partijen die een zinvolle bijdrage
kunnen leveren, dat ook daadwerkelijk op een
gelijkwaardige manier kunnen doen.
Een mogelijke opzet daarvoor is om de program-
Ten tweede is het voor de betrokken bedrijven niet
altijd makkelijk om een goed business model te
definiëren op basis van open source. Die partijen
zullen terughoudend zijn om hun eigen ontwikkelingen met de hele wereld te delen. Op die manier
kan open source de kennisuitwisseling juist hin-
deren. En zo zijn er nog wel meer haken en ogen
aan open source.
Mark Roest,
managing director
VorTech:
‘We moeten de diversiteit
van de verkeerskundige
markt benutten’
Gedesaggregeerde modellen voor
steden
len van gedesaggregeerde modellen
termijn kunnen wijzigen) en beleidsvari-
op het niveau van een reiziger goed
zoek Verplaatsingen in Nederland
te verwerven. Zo kunnen gedesaggre-
Al sinds de jaren 70 worden gedesaggre-
niveau van zones (geaggregeerde
modellen) waren vanaf het begin duide-
Dat doet de vraag rijzen waarom anno
wijden, juist omdat iedereen zelf ook
studiegebied zo klein is dat dit onvol-
keld en toegepast voor steden.’
van de eerste grootschalige toepassin-
gen als verkeersprognosemodel. Gedesaggregeerde stedelijke modellen
bestaan in bijvoorbeeld Parijs, Londen,
Birmingham, Napels, Brussel, Stockholm,
Oslo, Kopenhagen, Tel Aviv, Sydney en
diverse Amerikaanse steden. De voorde-
verkeerskunde 01-14
len van de broncode zonder regie van overheids-
bedrijven en kennisinstellingen. Die hebben alle-
Landelijk Model Systeem (LMS) was een
Professor aan het Institute
besluitvorming. Het is denkbaar dat het openstel-
nationaal kennisinstituut, namelijk Deltares. Dit
van verkeer en vervoer. Het Nederlandse
Significance/Research programmatuur werkt als basis voor politieke
Kans op chaos
Software die niet goed wordt beheerd en onderhouden gaat op termijn ten onder aan chaos. Er
komen steeds meer stukken programmatuur in
terecht die niet goed doordacht zijn, een afwijkende
manier van programmeren hebben, niet gedocumenteerd zijn en waarvoor geen geschikte testen
bestaan. Uiteindelijk ontstaat dan een modelsysteem waarvan niemand meer echt weet hoe het
werkt. Daarom durft ook niemand nog iets te veranderen uit angst dat het hele systeem in elkaar
stort. Onnodig om te zeggen dat je zo’n systeem
niet als basis voor je beleid wilt gebruiken. Softwaremanagement is dus van essentieel belang.
geerde modellen gebruikt in de wereld
Gerard de Jong, directeur
Ten eerste is het nog maar de vraag hoe open source
Gulden middenweg
Ik wil dan ook pleiten voor een vorm die het midden houdt tussen de huidige situatie en een
open source oplossing: open source in een gated
community. Hierbij deel je de programmatuur
binnen een goed gedefinieerde groep betrokkenen die met elkaar afspraken hebben gemaakt
over wat wel en niet mag met de programmatuur.
Als die afspraken heel licht zijn, dan is het vrijwel
hetzelfde als open source. Zijn ze heel beperkend
dan is het feitelijk een gesloten systeem. Op die
manier behoud je wel de controle maar kun je
toch gaan experimenteren met meer open oplossingen.
Ga je complexe software met meerdere partijen
delen, dan moet het beheer wel goed zijn geregeld.
Bij de watermodellen is in de jaren 90 een grote
inspanning geleverd om ze softwaretechnisch te
standaardiseren. Daardoor kon het beheer via
aanbestedingen in de markt worden gezet, voordat de inhoudelijke regie uiteindelijk bij Deltares
werd belegd. Wellicht is het in deze tijd financieel
een brug te ver om de verkeersmodellen in één
keer helemaal te standaardiseren, maar ik denk
dat tenminste het maken van goede afspraken
over toekomstige ontwikkelingen een noodzakelijke stap is. En ook daarvoor biedt een georganiseerde groep betrokkenen een prima platform.
Het stelt de Nederlandse verkeerskundigen en
belanghebbenden in staat om samen te bouwen
aan de verkeersmodellen van morgen. 
boven modellen die werken op het
lijk. Bijvoorbeeld uit Domencich, T. and
D.L. McFadden (1975), ‘Urban Travel
Demand: A Behavioral Analysis’, NorthHolland Publishing Co.,1975. Reprinted
1996: gedesaggregeerde modellen kunnen worden gebaseerd op een theorie
over individuele besluitvorming (in
plaats van een analogie met zwaarte-
kracht of entropie) en ze kunnen allerlei
kenmerken van de bevolking (die op
abelen op een juiste wijze meenemen.
2014 nog steeds geaggregeerde ver-
keersmodellen worden toegepast. Naar
mijn idee is dit enerzijds omdat rond
gedesaggregeerde modellen het beeld
hangt van ‘ingewikkeld’ en anderzijds
omdat er data nodig zijn op het niveau
van individuele reizigers en verplaatsingen voor schatting en toepassing.
Over deze bezwaren wil ik niet al te makkelijk heen stappen. Maar er kan wel
worden gesteld dat modellen die werken
kunnen worden uitgelegd aan niet-ingewel eens reiziger is. De doorbraak van
activity-based gedesaggregeerde modellen in vele grootstedelijke regio’s in de
Verenigde Staten is hier mede aan te
danken. En wat gedesaggregeerde data
betreft: soms zijn lokale verplaat-
singsenquêtes beschikbaar, zoals in het
geval van Amsterdam. Ook bestaat de
mogelijkheid om gebruik te maken van
landelijke enquêtes, bijvoorbeeld door
een uitsnede te nemen uit het Onder-
(OViN). Het kan natuurlijk zijn dat het
doende waarnemingen oplevert. Een
geerde modellen ook worden ontwik-
mogelijkheid (gebruikt voor Nederlandse Regionale Modellen en voor
VENOM in de Stadsregio Amsterdam) is
dan om uit te gaan van modelparameters geschat op landelijk niveau. Een
andere mogelijkheid is om de bestaande
OViN data aan te vullen met gerichte
enquêtes, die ook stated preference
experimenten bevatten om efficiënt
data voor een gedesaggregeerd model
verkeerskunde 01-14
29
30 Verkeersmodellen 
verkeerskunde.nl/dossiers
Resultaten STAQ toedeling op model Leuven. Dikte
= intensiteit; kleuren = snelheid als percentage van
maximumsnelheid
Engelse verkeersmodellen worden bepaald door richtlijnen, nu WebTAG
Staar je niet blind op één model
Al sinds de dag in januari 1986 dat ik voet zette op Engelse bodem, is mijn werk in
de ontwikkeling en toepassing van verkeermodellen sterk bepaald door richtlijnen.
Toentertijd TAM (Traffic Appraisal Manual), later DMRB (Design Manual for Roads
and Bridges) en nu WebTAG (Web-based Transport Analysis Guidance). Nederlanders
verbazen zich vaak over de controle die de Britse overheid probeert uit te oefenen
op modelkwaliteit, wat vaak (en soms terecht) wordt ervaren als beperkend.
D
e achtergrond is logisch: in het Verenigd
niet genoeg onderzocht: ‘doe niet moeilijk, volg
voor lokale of regionale planning, maar meer om
Gelukkig geeft het Engelse Department for Trans-
Koninkrijk worden modellen minder gebruikt
via kosten-baten analyses de financiering van ver-
keersinfrastructuurprojecten te ondersteunen.
Vandaar dat regels, minimale kwaliteitseisen en
consistente aannames over verplaatsingsgedrag
en de toekomst belangrijk zijn; dan kun je projec-
de regels!’.
port tegenwoordig veel duidelijker aan dat Web-
met betere technieken lopen en fietsen weer te
voor is onder andere een mesomodel E314/E40
jecten op de weg naar kleinschaliger en gezondere
Brabant gebruikt. Belangrijkste conclusies:
lel en ik verwacht dat er ook voor de Nederlandse
verkeerskundige genoeg lezenswaardig materiaal
te vinden blijft! 
Donald Group / gasthoogleraar bij Institute for
structuurprojecten afwegen tegen andere mogelijke investeringen. De WebTAG principes worden
in veel Engelssprekende landen toegepast.
Er zitten ook fundamentele nadelen aan de
beschikbaarheid van zulke richtlijnen: veel
niet betekent dat andere modelvormen, data-
vorming. Dat houdt het ontwikkelen van betere
modellen tegen. Ten slotte wordt de impact van
het wel of niet voldoen aan de WebTAG-eisen
In Engeland wordt geprobeerd om met betere technieken loop- en fietsstromen weer te geven
op de modelresultaten en beleidsbeslissingen
Stedelijke verkeersmodellen
de ontwikkeling die de markt realiseert.
Verkeersmodellen worden in het alge-
‘De kwaliteit van verkeersmodellen die
lingen die naar verwachting invloed
Voor de verkeersmodellen van progno-
gemeente Den Haag
Bij de bouw van de verkeersmodellen
voor toekomstige jaren doen zich twee
complicaties voor. Steeds vaker hebben
gemeenten weinig concrete plannen op
de plank liggen, de overheid faciliteert
verkeerskunde 01-14
Daarnaast speelt een aantal ontwikkeheeft op het mobiliteitsgedrag: het
imago van de fiets stijgt, dat van de
auto daalt, jongeren halen later hun
rijbewijs en het gebruik van deelauto en
king back en leveren zo realistische routereistijden
toepasbaar is op bestaande statische verkeers-
e-bike neemt toe. Ook bij ov zijn er ontwikkelingen die moeilijk zijn te model-
leren, zoals de kwaliteitsverbetering van
de Randstadrail. Deze ontwikkelingen
leveren geen eenduidig beeld op bij het
definiëren van de uitgangspunten voor
een verkeersmodel.
modellen.
delingsmodel dat de schaalbaarheid en snelheid
Voor het ontwikkelingstraject Vlaamse strategi-
met realistische filebeelden, reistijden en route-
met waarnemingen, de huidige statische toedeling
keuze uit dynamische toedelingsmodellen. Boven-
sche personenmodellen versie 4 is STAQ vergeleken
en een dynamische (StreamLine) toedeling. Hier-
Zorg voor eenduidige
verkeerscijfers
bevat, zijn nieuwe verkeerscijfers niet
sejaren is het bepalen van de uitgangs-
‘Ruimte bieden aan innovatie van ver-
Met de huidige wet- en regelgeving
noses tot grotere onzekerheid over de
uit mijn perspectief is het nog belang-
fases, bijvoorbeeld tijdens het schrijven
‘juistheid’ van intensiteiten op wegvakken. Dit is met name van belang wanneer deze verkeerscijfers worden
gebruikt voor milieuberekeningen. In
het algemeen ligt de kracht van de verkeersmodellen in studies waarbij ver-
schillende varianten of scenario’s worden vergeleken.’
matrix op basis van een statische kalibratietech-
het kruispuntmodellering, waardoor het direct
meen beter, nauwkeuriger en sneller.
punten steeds lastiger. Dit leidt bij prog-
Line. De oorzaak ligt bij het gebruik van een
dien gebruikt STAQ geen extra invoer en bevat
van statische toedelingsmodellen combineert
keersmodellen is belangrijk, maar vanrijker te zorgen voor de consistentie
van verkeerscijfers. Zeker bij grote
infraprojecten met een lange doorlooptijd moeten resultaten worden vastgepind. Wat mij betreft ligt dat moment
bij vaststelling van de tracékeuze. Als
die voldoende gedetailleerd is en voldoende mitigerende maatregelen
nodig.
ben ik er wel aan gehouden in latere
van het provinciaal inpassingsplan,
opnieuw berekeningen uit te voeren.
Soms worden in één infraproject wel
drie of vier verkeersruns uitgevoerd. Er
wordt dan ook nog eens gewerkt met
geüpdatete modellen die alleen om die
reden al andere resultaten tonen.
Bovendien kan het zijn dat verschil-
Reistijden op het onderliggend wegennet zijn
goed overeenkomen voor zowel STAQ als Stream-
ynamische toedelingsmodellen houden
slecht is en de rekentijden hoog. STAQ is een toe-
niet een betere basis kunnen zijn voor besluit-
net komen goed overeen met waarnemingen.
over de gehele linie te laag, terwijl intensiteiten
De Vlaamse overheid probeert de kwaliteit en betrouwbaarheid van de strategische
verkeersmodellen continu te verbeteren. Vanuit die optiek is de laatste jaren onderzoek gedaan naar de toepassingsmogelijkheden van macroscopisch dynamische
toedelingstechnieken ter vervanging van de statische toedelingstechniek. In 2013
is het quasidynamisch toedelingsmodel STAQ uitvoerig getest, waarbij vooral aandacht besteed is aan een betrouwbare en realistische berekening van reistijden.
en routekeuze. Nadeel is dat de schaalbaarheid
soorten, technieken, toekomstvoorspellingen
dewerker Verkeersmodel,
Volwaardige vervanger voor
statische modellen
expliciet rekening met file-opbouw en bloc-
tie een richtlijn is, geen voorschrift, en dat het
aan.
Eerste grootschalige toepassing van toedelingsmodel STAQ
D
practici vergeten dat WebTAG in eerste instan-
Hans Lodder, beleidsme-
• Reistijden en intensiteiten op het hoofdwegen-
met onzekerheid. WebTAG ontwikkelt zich paral-
ten onderling beter vergelijken en verkeersinfra-
beter beschikbare data zijn daar debet
vergelijking met StreamLine.
de economie. En we proberen beter om te gaan
Transport Studies, University of Leeds
lere computers, betere software en
korter, maar kennen ze een hogere dichtheid in
verkeersinfrastructuur op werkgelegenheid en
innovatie mogelijk is. We proberen bijvoorbeeld
laatste jaren duidelijk verbeterd. Snel-
judgement en StreamLine. Wel zijn files iets
op de bredere en langere termijneffecten van
Tom van Vuren, Divisional Director bij Mott Mac-
de huidige situatie beschrijven is de
• Filelocaties komen goed overeen met expert-
alternatieven. Analyses richten zich steeds meer
TAG een richtlijn is, gericht op principes en een
minimale kwaliteitsstandaard, wat inhoudt dat
Leuven en het provinciaal verkeersmodel Vlaams
geven, nu de focus is verschoven van megapro-
niek in combinatie met intensiteitswaarnemingen in congestie.
• STAQ convergeert beduidend sneller naar een
gebruikersevenwicht dan StreamLine. Bovendien convergeren verschillende startoplossingen
telkens naar hetzelfde evenwicht.
•S
TAQ is succesvol toegepast op netwerken tussen 430 en 6102 zones met rekentijden per ite-
ratie tussen 10 seconden en 13 minuten op een
quadcore i7 laptop. Daarmee is STAQ 3 tot 8 keer
langzamer dan de statische toedeling, maar 500
tot 1200 keer sneller dan de StreamLine toedeling
en een volwaardige vervanger voor een statisch
toedelingsmodel waarin file-opbouw en blocking back grote invloed hebben. 
Katia Organe, Verkeerscentrum – Vlaamse
overheid
lende modellen naast elkaar moeten
worden gebruikt. Als je daar bij optelt
dat de modellen onzekerheidsmarges
bevatten is duidelijk dat presentatie
van telkens andere cijfers niet bijdraagt
aan de consistentie en daarmee ook
niet aan het maatschappelijk en poli-
tiek draagvlak voor een project. Ik pleit
dus voor een wetswijziging zodat we
niet meer vele malen nieuwe verkeerscijfers hoeven te berekenen. Tot dat
Ingrid de Bondt, Gedeputeerde Verkeer en Vervoer, Provincie Zuid-Holland
moment moeten we roeien met de
riemen die we hebben.’
verkeerskunde 01-14
31