Preventie- en Handhavingsplan ‘Alcohol’ Integrale aanpak voor de uitvoering van de Drank- en Horecawet Periode 2014-2017 Colofon Tamer Sayilgan, juridisch adviseur Toezicht en Handhaving Yvonne Schouten, beleidsadviseur sociale ontwikkeling Waalre, april 2014 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Bestaand beleid 2. Probleemanalyse 3. Beleidsfocus 3.1 Uitgangspunten en onderbouwing van beleid 3.2 Beleidsdoelgroep en —setting 3.3 Doelstellingen van beleid 3.4 Verleden: Alcoholproject Laat je niet flessen 4. Risicoanalyse uitvoeren 4.1 Gegevens verzamelen uit onderzoek 4.2 Gegevens verzamelen bij informanten 4.3 Van risicoanalyse naar interventiestrategie 5. Educatieve/communicatieve activiteiten 5.1 Onderwijs 5.2 Ouders en de thuissituatie 5.3 Alcoholverstrekkers 5.4 Publiekscommunicatie 6.Handhavingsactiviteiten 6.1 Interventiestrategie bepalen 6.2 Uitvoeren van interventiestrategie 6.3 Evaluatie van de uitvoeringsactiviteiten 7. Uitvoering 7.1 Samenwerking met externe partners 8. Samenvatting Literatuurlijst 4 5 7 8 8 8 9 10 11 11 11 12 13 13 14 15 16 17 17 18 18 19 19 20 21 3 1. Inleiding Op 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet (hierna DHW) gewijzigd. Met de wijzigingen wil de wetgever: - alcoholgebruik onder jongeren terugdringen - alcoholgerelateerde storingen van de openbare orde aanpakken - bijdragen aan het verminderen van de administratieve lasten. De DHW geeft gemeenten nieuwe bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden. Het onderwerp raakt diverse beleidsterreinen, zoals gezondheidsbeleid, jeugdbeleid, alcohol(matigings)beleid, handhavingsbeleid en openbare orde en veiligheid. Door een passende invulling en uitvoering van deze wet heeft de gemeente de mogelijkheid te sturen op het terugdringen van de negatieve effecten van alcoholgebruik. Dit kunnen we niet alleen, we hebben hier de betrokkenheid van marktpartijen bij nodig. Op 1 januari 2014 is een tweede wetswijziging van de Drank- en Horecawet ingevoerd. Hiermee is de leeftijdsgrens voor verstrekking en voor het in bezit hebben van alcohol op voor het publiek toegankelijke plaatsen verhoogd naar 18 jaar. Dit betekent dat jongeren geen alcohol mogen kopen als zij nog geen 18 jaar zijn. In het wijzigingsbesluit is eveneens opgenomen dat gemeenteraden periodiek een preventieen handhavingsplan alcohol vaststellen. Uiterlijk 1 juli 2014 moet de gemeenteraad het eerste preventie- en handhavingsplan (hierna PenH-plan) hebben vastgesteld. Dit plan moet naast de hoofdzaken uit het beleid met betrekking tot preventie van alcoholgebruik, vooral onder jongeren, ook beschrijven op welke manier er invulling wordt gegeven aan de handhavingstaken op grond van de Drank- en Horecawet. Het is de eerste keer voor gemeenten dat een dergelijke plan moet worden opgesteld. Bovendien heeft de wetgever de mogelijkheid geboden om het plan tussentijds te wijzigen. Het nieuwe artikel 43a van de DHW geeft aan wat er in dit preventie- en handhavingsplan moet worden opgenomen: a) wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol; b) welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen; c) de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen; d) welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden. Het PenH-plan focust zich op het gemeentelijke terrein waar preventie en handhaving samenkomen en elkaar kunnen versterken. Op dit moment zijn er verschillende beleidsnota’s op het gebied van preventie en handhaving met betrekking tot het onderwerp alcoholgebruik. Dit eerste PenH-plan is dan ook een uitgelezen mogelijkheid om preventie en handhaving met elkaar te verbinden. 4 1.1 Bestaand beleid Preventie Zo is er op het gebied van preventie recent de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid Waalre 2014-2017 “Op weg naar een gezonder Waalre” (Nota LGB) vastgesteld. Het doel van lokaal gezondheidsbeleid is het handhaven en/of het bevorderen van (gelijke kansen op) een goede gezondheid van de inwoners van de gemeente Waalre. In de nota LGB zijn elf kernboodschappen beschreven gebundeld naar thema. Binnen thema 2, vergroten van weerbaarheid bij kinderen, is aandacht voor alcoholgebruik benoemd. Voor meerdere preventie-onderdelen van dit plan wordt verwezen naar de vastgestelde Nota LGB. Het PenH-plan dient in het vervolg gelijktijdig met deze nota te worden vastgesteld waarbij de huidige nota een looptijd van 2014 t/m 2017 heeft. Handhaving Op het gebied van handhaving is er in het recent vastgestelde Handhaving Uitvoeringsprogramma 2014 (HUP) voor het eerst de uitvoering van de toezichts- en handhavingstaken van de DHW opgenomen. Het HUP schetst het takenpakket en maakt duidelijk welke keuzes er jaarlijks worden gemaakt op het gebied van toezicht en handhaving. In het huidige HUP is gekozen voor een programmatische aanpak van de alcoholverkooppunten. De diverse soorten controles met bijbehorende frequentie zijn in het HUP opgenomen en dit HUP wordt jaarlijks opgesteld en geëvalueerd. Regelgeving Naast preventie en handhaving geeft de DHW de gemeenten verschillende verordenende bevoegdheden. Regelgeving is geen verplichtend onderdeel van het gemeentelijke PenH-plan. Toch is het een onmisbare factor van een integraal alcoholbeleid. Om die reden heeft de gemeente Waalre reeds haar gemeentelijke regelgeving aangepast op de nieuwe DHW. In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zijn maatregelen opgenomen in het licht van de twee hoofdthema’s van dit plan (leeftijdsgrens en dronkenschap). Daarbij is bekeken welke maatregelen een expliciete meerwaarde hebben in het terugdringen van de alcoholproblematiek. Daarbij is gekozen voor de volgende maatregelen: • Happy Hours beperken (artikel 2:34d APV) Onderzoek laat zien (Meier e.a., 2008) dat de prijs van alcohol een belangrijke voorspeller is voor gebruik. En dat met prijsinterventies gebruik beïnvloed kan worden. Het verhogen van alcoholprijzen heeft zelfs het meeste impact op drinkers die heel veel drinken. Daarmee is deze maatregel een effectieve in het tegengaan van dronkenschap. Omdat dronkenschap en uitgaan sterk aan elkaar gerelateerd is deze artikel opgenomen in de APV (artikel 2:34d). De DHW maakt het niet mogelijk happy hours geheel te verbieden, maar de meest excessieve acties (meer dan 40% korting) kunnen wel worden afgetopt middels de opgenomen bepaling in de APV. • Beperken schenktijden paracommercie (artikel 2:34b APV) Het vastleggen van de schenktijden in de paracommercie is een wettelijke verplichting voor gemeenten. Het beperken van schenktijden niet. Toch is het verstandig de schenktijden in sportverenigingen en jongerencentra, zeker daar waar veel jongeren komen, niet te ruim te maken. Achterliggende gedachte is de wetenschap dat ruime schenktijden leiden tot meer consumptie. Ook is het de vraag of het vanuit normatief oogpunt wenselijk is dat tieners tijdens sport en spel van ’s ochtend vroeg tot ‘s avonds laat geconfronteerd worden met het alcoholgebruik van anderen. In onze APV hebben we daarover de bepaling 5 opgenomen dat alcoholhoudende drank enkel wordt verstrekt vanaf 1 uur voor de aanvang en tot uiterlijk 2 uur na afloop van een activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon. • Voorwaarden stellen aan evenementen Het naleven van de leeftijdsgrens voor alcohol is moeilijk voor veel alcoholverstrekkers weten we uit onderzoek (Roodbeen e.a., 2014). Dit geldt ook voor het naleven van de bepalingen rondom dronkenschap en doortappen. Op evenementen is de naleving nog een fractie lastiger. Door de schaalgrootte, tijdelijke personeelskrachten en het gebrek aan een structurele controlesystematiek is de naleving vaak slecht. De DHW biedt gemeenten de mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan het verlenen van een ontheffing van de DHW, zoals dat bij evenementen het geval is (artikel 35, lid 2). Van die mogelijkheid zal gebruik worden gemaakt om een ‘alcoholmodule’ in de aanvraag van de ontheffing mee te nemen. Met de alcoholmodulen worden aanvragers verplicht om te omschrijven hoe ze op leeftijd (en zaken als dronkenschap) gaan controleren. • Drank- en Horecabeleid 2014 In het recent vastgestelde Drank- en Horecabeleid wordt uiteengezet op welke wijze de gemeente haar bevoegdheden inzet, die wij hebben op grond van wet- en regelgeving welke te maken hebben met drank en horeca. De regels die betrekking hebben op het ter beschikking stellen van drank liggen voornamelijk vast in de Drank- en Horecawet (hierna ook: DHW). Tevens is in dit beleid de sactiestrategie opgenomen, die zo veel mogelijk aansluit bij de regionale sanctiestrategieën zoals de “ Brabantse handhavingstrategie” en het “Brabantse Alcohol- en sanctiebeleid”. 6 2. Probleemanalyse Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren gingen in de loop van de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd drinken. In 2003 waren Nederlandse jongeren zelfs koplopers in Europa, als het ging om binge drinken, oftewel het op een avond meer dan vijf drankjes drinken (Hibell e.a., 2012). Afgelopen decennium werd sterk ingezet op het voorkomen van drinken door jongeren onder de 16. Gevolg was dat drankgebruik onder jonge pubers sterk afnam, vooral onder de jongste groep: in 2003 had 36% van de 12-jarige jongens de afgelopen maand gedronken, in 2011 was dat geslonken tot 9,4%. Bij 12-jarige meisjes daalde het aandeel actuele drinkers van 25,4 naar 5,8% (Verdurmen e.a., 2012). In geen ander Europees land nam drankgebruik onder jonge drinkers zo spectaculair af. Onder jongeren van 16 jaar en ouder veranderde er echter weinig. Zij verminderden hun alcoholgebruik niet. Bijna de helft van de jongeren van 16 jaar was de afgelopen maand een keer dronken of aangeschoten, zo blijkt uit de cijfers van 2011 (Verdurmen e.a., 2012). Als jongeren aan drank willen komen is dat relatief makkelijk in Nederland. Meer dan de helft van de verkooppunten (53%) leefde de oude leeftijdgrens van 16 jaar niet na in 2013 (Roodbeen, e.a., 2014). Als jongeren in hun puberjaren veel drinken, neemt de kans toe dat ze later problemen met hun drankgebruik krijgen. Een op de drie mannen in de leeftijdsgroep van 16 tot 24 jaar valt onder de noemer ‘probleemdrinker’. Iemand wordt zo genoemd als ‘hij of zij problemen heeft door regelmatig of stevig drinken’. Regelmatig drinken is daarbij minstens 21 dagen per maand vier of meer glazen drank. Stevig drinken is minstens vier keer per maand zes of meer glazen drank. De problemen lopen uiteen van black-outs door drankgebruik tot alcoholongevallen, regelmatige dronkenschap/katers en problemen met vrienden en familie (Van Dijkck e.a. 2005). Alcoholgebruik kan ongunstig zijn voor de ontwikkeling van de hersenstructuren. Juist als hersendelen in ontwikkeling zijn, zijn ze erg kwetsbaar voor deze giftige stof. Pubers met alcoholproblemen scoren lager dan andere jongeren op taalvaardigheid, intelligentie, aandacht en ruimtelijk inzicht. Overmatig alcoholgebruik kan dus gevolgen hebben voor het brein, maar vergroot ook de kans op verkeersongevallen, letselschade, geweld (waaronder ook seksueel geweld) en onveilig vrijen. Vooral jongeren die veel drinken zijn vaker bij deze vormen van riskant gedrag betrokken. 7 3 Beleidsfocus 3.1 Uitgangspunten en onderbouwing van beleid Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie- én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten - en dus ook meerdere type maatregelen — worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek. Als uitgangspunt voor integraal alcoholbeleid hanteren we het preventiemodel van Reynolds (2003) dat ook de basis vormt voor de Handreiking Gezonde Gemeenten van het RIVM. Het preventiemodel kent 3 beleidspijlers, te weten: regelgeving, educatie en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook (figuur 1). Juist in de overlap zien we het integrale preventiebeleid terug. Het preventiemodel van Reynolds is gebaseerd op de systeemtheorie van Holder (1998) die duidelijk maakt dat alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie van factoren. De persoon, zijn sociale omgeving, het aanbod van drank en het overheidsbeleid vormen samen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt. Holder laat daarmee zien dat alcoholpreventie nooit alleen op het individu gericht kan zijn. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de drinker beïnvloeden. In dit PenH-plan staat daarom de omgeving centraal. Regelgeving Handhaving Preventie Educatie Figuur 1: Preventiemodel Reynolds 3.2 Beleidsdoelgroep en -setting Het is bekend dat de gezondheidsschade van alcoholgebruik het grootst is onder de 18 jaar. Jongeren onder de 18 jaar zijn fysiek nog niet geheel volwassen en met name de hersenen zijn nog volop in ontwikkeling tot 23 jaar. Alcohol kan deze ontwikkeling schaden. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft de centrale overheid de leeftijdsgrens voor verkoop én bezit van alcohol verhoogd naar 18 jaar. Het toezicht op de naleving van deze leeftijdsgrens wordt als een belangrijke prioriteit beschouwd binnen het gemeentelijk preventie- en handhavingsbeleid. Voor 18-24 jarigen gaat het vooral om het voorkomen van overmatig alcoholgebruik. De uitgaansavonden zijn hierbij een belangrijk risico moment. Uitgaan is een breed begrip: het gaat ook om het bezoeken van evenementen en feestjes thuis. Omdat veel jongeren uit Waalre uitgaan in nabijgelegen gemeenten (Eindhoven, Valkenswaard) is het belangrijk om van deze gemeenten inzicht te krijgen in het preventie- en handhavingsplan. Alleen in combinatie met het beleid in de regio kan het beleid van Waalre vruchten afwerpen voor de doelgroepen van Waalre. 8 Naast gezondheidsproblematiek is veiligheidsproblematiek een belangrijke motivatie om aandacht te besteden aan deze leeftijdsgroep. 3.3 Doelstellingen van beleid Artikel 43a van de DHW schrijft voor dat de doelstellingen van het beleid duidelijk moeten zijn. Op basis van de Drank- en Horecawet kunnen twee algemene hoofddoelstellingen worden onderscheiden: • Afname alcoholgebruik onder de 18 jaar. • Afname dronkenschap (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein). Alvorens de doelstellingen voor de gemeente Waalre worden vastgesteld is het van belang om inzichtelijk te hebben hoe het is gesteld met het alcoholgebruik in Waalre. De GGD houdt verschillende onderzoeken met betrekking tot alcoholgebruik. Op dit moment zijn de meest recente cijfers voor de doelgroep 12 t/m 18 jarigen afkomstig van de Jeugdmonitor 2011.1 Eind 2015 wordt opnieuw de Jeugdmonitor gehouden en begin 2016 zullen hiervan de resultaten bekend zijn. Voor de doelgroep 19 t/m 64 jarigen zijn cijfers afkomstig van de Volwassenenmonitor 20122 gebruikt. De Volwassenenmonitor zal in 2016 opnieuw worden gehouden en de resultaten hiervan zullen in 2017 bekend zijn. Indicator Bron Leeftijd Niveau 1 Alcoholgebruik afgelopen maand 12 t/m 17 jarigen Jeugdmonitor 2011-2012 12 t/m 15 16-17 2 3 Overmatig alcoholgebruik 19 t/m 24 jaar3 Binge drinken 19 t/m 24 jaar Ouders die het goedkeuren dat hun kinderen alcohol drinken 12 t/m 17 jaar Volwassenenmonitor 2012-2013 Volwassenenmonitor 2012-2013 Jeugdmonitor 12 t/m 15 2011-2012 16-17 2011 Waalre 10 % Regio 14 % Waalre Regio Regio 86 % 78 % 15 % Regio 24 % Waalre 21 % Regio 25 % Waalre 57 % Regio 67 % * Tot 1 januari 2014 was het vanaf 16 jaar toegestaan om alcohol te kopen en drinken. Voor de gemeente Waalre zijn de onderstaande doelstellingen met de bijbehorende prestatie-indicatoren geformuleerd. 1) Afname van alcoholgebruik door jongeren van 12 t/m 17 jaar. a) In 2017 is het percentage jongeren van 12 t/m 15 jaar dat de afgelopen maand alcohol heeft gedronken in Waalre verder afgenomen ten opzichte van 2011. Streefpercentage hierbij is 9 %. b) In 2017 is het percentage jongeren van 16-17 jaar in Waalre dat de afgelopen maand alcohol heeft gedronken verder afgenomen ten opzichte van 2011. Streefpercentage hierbij is 50%. 1 Kernpunten Jeugdmonitor 12 t/m 18 Waalre 2011-2012 (GGD Brabant-Zuidoost,) Tabellenboek Waalre Volwassenenmonitor 19 t/m 64 jaar 2012-2013 (GGD Brabant-Zuidoost) 3 18 jarigen zijn nu buiten beschouwing gelaten omdat deze leeftijd alcohol mag drinken en daardoor de percentages bij de jongeren beïnvloedt. De GGD gaat de leeftijdsindeling in de volgende monitoren aanpassen. 2 9 2) Alcoholgebruik door jong volwassenen tussen de 18 en 24 jaar. a) In 2017 is het percentage jongeren van 18 t/m 24 jaar dat overmatig drinkt4 minimaal gelijk gebleven. b) In 2017 is het percentage jongeren van 18 t/m 24 jaar dat de afgelopen maand aan binge drinken5 heeft gedaan minimaal gelijk gebleven. 3) Bij (groot)ouders de bewustwording vergroten van de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik bij jongeren. a) In 2017 is het percentage ouders dat alcoholgebruik bij hun kinderen van 12 t/m 15-jarigen goedkeurt afgenomen. Streefpercentage hierbij is 15 %. b) In 2017 is het percentage ouders dat alcoholgebruik bij hun kinderen van 1617 jaar goedkeurt afgenomen. Streefpercentage hierbij is 50 %. Het alcoholgebruik onder volwassenen is in de gemeente Waalre significant hoger dan in de regio en de rest van Nederland. Verandering van de mentaliteit ten aanzien van alcoholgebruik is daarom voor ouders (en grootouders) in Waalre des te meer relevant. Bij educatie en communicatie richting de jongeren zullen we gelijktijdig aandacht besteden aan alcoholgebruik door volwassenen. Voorts is de verwachting dat interventies de meeste effecten zullen geven in de leeftijdsgroep 12 t/m 17 jaar. Het ingezet beleid zal later doorwerken op deze leeftijdsgroep waardoor de inschatting is dat in verloop van tijd het percentage overmatig drinkers en binge drinkers in de leeftijdsgroep 18 t/m 24 jaar zal afnemen. 3.4 Verleden: Alcoholproject Laat je niet flessen Op het gebied van preventie heeft de gemeente in de periode 2006-2013 geparticipeerd in het regionale project ‘Laat je niet flessen’. De doelstelling van dit project was tweeledig: 1. Opschuiven startleeftijd qua alcoholgebruik richting 16 jaar. 2. Afname dronkenschap in gehele publieke domein. Introductie en sanctie van de norm: dronken jongeren op straat accepteren we niet langer, evenmin als het schenken aan dronken jongeren, natuurlijk onder de 16 jaar, maar met name ook in de leeftijd van 16 tot 24 jaar. Uit het jaarverslag van het project blijkt dat in de startleeftijd in de loop van het project een grote verschuiving opgetreden heeft in positieve zin. Het merendeel van de jongeren (61%) start pas met drinken op of boven de 16-jarige leeftijd. Het regulier drinken van jongeren onder 16 jaar is gemiddeld in vier jaar tijd gehalveerd. Dat is een spectaculaire ontwikkeling. Met name 15-jarigen drinken nog regelmatiger dan beoogd. De naleving van het verkoopverbod aan 16-minners is verbeterd, de resultaten van de sportkantines blijven echter nog steeds achter, vergeleken met de horeca en supermarkten. Het aantal jongeren dat te veel drinkt onder de 16 is sterk afgenomen. Als men eenmaal mag drinken, drinkt men vaak nog steeds te veel. Aan dronken jongeren wordt drank soms geweigerd, maar minder vaak dan vooraf gehoopt. Aanbevelingen en vervolg project laat je niet flessen Het project is gestopt op 1 januari 2014. Alcoholpreventie wordt vanaf 2014 ingebed in het gemeentelijk lokale beleid. De GGD Brabant Zuidoost pakt de regionale taken op en participeert in de gemeente Waalre in de werkgroepen van het LGB. 4 5 Overmatig drinker: mannen >21 glazen per week; vrouwen >14 glazen per week Binge drinken: minstens 1 keer per week 6 glazen of meer per dag 10 4. Risicoanalyse uitvoeren De gemeente maakt een risicoanalyse op basis waarvan doelstellingen kunnen worden aangescherpt en de focus kan worden verlegd. De risicoanalyse geeft inzicht in de settings, risicokenmerken, locaties en tijdstippen waar jongeren drinken en waar hun alcoholgebruik voor problemen zorgt. Hiermee kunnen de inspanningen van de gemeente gericht worden ingezet op plaatsen waar de meeste gezondheids/ veiligheidswinst kan worden behaald. Door het jaarlijkse karakter van het HUP, is het tevens een evaluatieinstrument dat inzicht geeft in de resultaten van het lokale alcoholbeleid en aanknopingspunten voor een volgend PenH-plan. 4.1 Gegevens verzamelen uit onderzoek Het alcoholgebruik onder jongeren wordt middels de GGD gezondheidsmonitor vastgesteld. Deze monitor wordt eens per vier jaar afgenomen. De uitkomsten van bovenstaande monitor zal worden gebruikt om de risicoanalysetabel in te vullen. 4.2 Gegevens verzamelen bij informanten Om een betrouwbare risicoanalyse uit te kunnen voeren is het belangrijk om, ter aanvulling op de verschillende onderzoeken, ook andere bronnen te raadplegen. In eerste instantie zijn dat: politie, jongerenwerk en de DHW Boa’s. Van deze partners is gevraagd aan te geven wat zij als de belangrijkste risico’s zien. De gegevens van de informanten worden aangevuld met de gegevens uit eerder genoemde onderzoeken. Uit onderzoek en navraag komt naar voren dat er per setting verschillende risicokenmerken aanwezig zijn. Hieronder zullen we de verschillende settings en daarbij behorende risicokenmerken benomen. Setting Commerciële vergunning Paracommerciële vergunning Locatie(s) Kroeg Café/restaurant Restaurant Sportkantines Gemeenschapshuizen Ontheffing artikel Evenementen 35 DHW Zonder vergunning Openbare ruimte Thuis/ouders Scholen Supermarkten Slijterijen Cafetaria Hangjeugd Risicokenmerken Aankoop door minderjarigen en doorschenken bij dronkenschap. Slechte naleving leeftijdsgrens en doorschenken bij dronkenschap. Slechte naleving leeftijdsgrens en doorschenken bij dronkenschap. Aankoop door minderjarigen t.b.v. indrinken. Alcoholgebruik op straat door minderjarigen en openbare dronkenschap. n.v.t. Ontbreken duidelijke afspraken m.b.t alcohol en uitgaan. Basisscholen (in Waalre Beperkte voorlichting met is er geen voortgezet betrekking tot de schadelijke onderwijs) gevolgen van het gebruik van alcohol. 11 4.3 Van risicoanalyse naar interventiestrategie De kern van de interventiestrategie is gebaseerd op de beleidspijlers educatie, regelgeving en handhaving. De risicoanalyse bepaalt in welke mate op een specifieke pijler wordt ingezet en welke setting de meeste aandacht krijgt. De risicoanalyse is dus niet bedoeld om te bepalen welke interventies er worden ingezet, maar waar, wanneer en hoe interventies het beste kunnen worden ingezet. Op basis van de uitkomsten kan de uitvoeringsstrategie worden bepaald en bovendien in opvolgende jaren worden verfijnd en bijgestuurd. Omdat de alcoholproblematiek onderhevig is aan trends, wordt de risicoanalyse idealiter elk jaar geëvalueerd en waarnodig bijgesteld in het HUP. Tabel 2 schetst een overzicht van de maatregelen per beleidspijler. Uitgangspunt van dit plan is dat per setting zoveel mogelijk combinaties worden gemaakt van elementen van verschillende pijlers die elkaar versterken. Idealiter wordt er per setting een geschikte maatregelenmix opgesteld. In de volgende hoofdstukken worden per beleidspijler de verschillende maatregelen nader toegelicht. Tabel 2 maatregelenmix per setting Setting Commerciële vergunning Educatie -Nalevingscommunicatie -Training caissières Regelgeving DHW en APV Paracommerciële vergunning -Nalevingscommunicatie -Training barvrijwilligers DHW en APV Ontheffing artikel - Alcoholopvoeding - Uitgaansopvoeding 35 DHW DHW Zonder vergunning -Nalevingscommunicatie DHW Openbare ruimte - Campagne DHW en APV Thuis/ouders - Alcoholopvoeding - Uitgaansopvoeding Overleg scholen over alcoholvoorlichting Scholen Handhaving -Toezicht leeftijdsgrenzen -Toezicht dronkenschap -Toezicht leeftijdsgrenzen -Toezicht doorschenken -Toezicht leeftijdsgrenzen -Toezicht doorschenken -Toezicht leeftijdsgrenzen -Toezicht openbare dronkenschap -Toezicht bezit alcohol minderjarigen - 12 5. Educatieve/communicatieve activiteiten Dit PenH-plan kent twee einddoelgroepen: jongeren van 12 t/m 17 jaar en 18 t/m 24 jarigen met betrekking tot alcoholgebruik. In het lokaal gezondheidsbeleid is dit onderwerp ook opgenomen als één van thema’s waar aandacht voor nodig is. Het lokaal gezondheidsbeleid wordt opgesteld met als doel het handhaven en/of het bevorderen van (gelijke kansen op) een goede gezondheid van de inwoners van de gemeente Waalre. Daar waar mogelijk worden maatregelen getroffen ter bescherming tegen gezondheidsproblemen en ter voorkoming van gezondheidsproblemen. In de nota LGB zijn 11 kernboodschappen geformuleerd op basis van gegevens van de GGD Brabant-Zuidoost. Voor de periode 2014-2017 is hier in samenspraak met de politieke partijen een prioritering aangegeven waaruit een uitvoeringsplan is opgesteld. De speerpunten zijn ondergebracht in de volgende drie werkgroepen: - werkgroep gezond & fit - werkgroep kwetsbare groepen - werkgroep weerbaarheid Deze werkgroepen hebben een dynamisch karakter. Organisaties/personen kunnen tijdelijk deelnemen daar waar hun expertise nuttig is. Iedere werkgroep maakt een plan van aanpak. Daar waar wenselijk stemmen werkgroepen onderling met elkaar af. De werkgroep weerbaarheid pakt het thema alcoholpreventie op (speerpunt: versterking weerbaarheid jeugd, verantwoord omgaan met genotmiddelen). De werkgroep gezond en fit is betrokken in relatie tot sport en alcoholgebruik. Het lokale gezondheidsbeleid richt zich met name op de factoren leefstijl en sociale omgeving. In hoofdstuk 3 werd al uitgelegd dat preventieactiviteiten het beste gericht kunnen zijn op de omgeving van de bovengenoemde groepen. Voor een belangrijk deel gaat het daarbij om de sociale- en professionele omgeving van jongeren. Daarom staan omgevingsgerichte educatieve activiteiten centraal in dit hoofdstuk van het PenH-plan. Daarbij onderscheiden we drie doelgroepen die invloed kunnen hebben op het alcoholgebruik van jongeren: - Scholen - Ouders - Alcoholverstrekkers 5.1 Onderwijs De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Ook als het gaat om alcoholgebruik leren jongeren op school wat wel en niet verstandig is. Gedragsverandering creëren via voorlichtingsprogramma's blijkt lastig, zo niet onmogelijk (Babor, 2010). Toch is het relevant dat jongeren geïnformeerd raken over de risico's van alcoholgebruik. Niet zozeer om gedrag te beïnvloeden, maar om het gebruik te de-normaliseren en daarmee aan draagvlak te werken voor effectievere gedragsmaatregelen als handhaving en specifieke regelgeving. Met name de informatie over wat alcohol met de hersenontwikkeling doet is bruikbaar hierbij. Dat geld niet alleen voor jongeren, maar ook voor hun ouders. Bij de keuzebepaling van schoolprogramma’s op het gebied van middelengebruik heeft de GGD een belangrijke adviserende rol, zowel voor basisscholen als scholen voor voortgezet onderwijs. In de gemeente Waalre betreft het alleen basisscholen. 13 PAS interventie De zogenaamde PAS-interventie is een bewezen effectieve aanpak (onderdeel van de Gezonde School en Genotmiddelen), waarbij een gestandaardiseerde ouderavond in combinatie met leerlingenvoorlichting wordt ingezet bij de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs. Een goed schoolprogramma biedt meer dan voorlichting en besteedt ook aandacht aan regels betrekking tot alcoholgebruik door personeel en ouders bij feestelijke gelegenheden, kampen en excursies. De resultaten van het PAS-onderzoek (2009) laten namelijk zien dat het alcoholgebruik van jongeren alleen uitgesteld kan worden als jongeren én hun ouders worden geïnformeerd over hoe en waarom jongeren geen alcohol zouden moeten drinken. Als alleen ouders of alleen hun kinderen hierover worden geïnformeerd, dan heeft dat geen zin. Het is wel van belang te beginnen met PAS voordat het kind regelmatig drinkt; alleen dan heeft het effect. Jongeren moeten zelf overtuigd zijn dat alcohol slecht voor hen is en weten hoe ze ‘nee’ kunnen zeggen. Dat lukt alleen als zij daarbij gesteund worden door ouders die regels stellen. In de regio Zuidoost-Brabant is de laatste jaren op verschillende basisscholen ervaring op gedaan met een dergelijke ouder-kindinterventie, waarbij GGD, verslavingszorg en jongerenwerk samenwerken. Scholen zijn vaak terughoudend ten aanzien van aanbod van derden, wanneer dat als extra belasting wordt ervaren. Het is dus van belang om samen met een school te zoeken naar een interventie op maat, die aansluit bij een door de school ervaren noodzaak. Het is bijvoorbeeld mogelijk om preventie van alcoholgebruik in te bedden in de aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen; het omgaan met groepsdruk is een thema dat in de bovenbouw van het basisonderwijs actueel is. 5.2 Ouders en de thuissituatie Alcoholopvoeding Ouders onderschatten systematisch hoeveel hun kinderen drinken. Ze denken bovendien veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door peers (o.a. vrienden), terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen (van der Vorst, 2006). Bewust omgaan met beschikbaarheid van alcohol in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels zijn andere beschermende factoren: een goede band tussen ouder en kind en een autoritatieve opvoedstijl. Deze stijl van opvoeden stelt redelijke grenzen, geeft uitleg, toont begrip en doet al deze dingen met gezag. Een slechte ouder-kind relatie en psychische problematiek of middelengebruik van de ouders zijn risicofactoren. Adviezen met betrekking tot alcoholopvoeding zouden- zoals hiervoor beschreven- in samenwerking met scholen aan ouders kunnen worden aangeboden. Het alcoholgebruik onder volwassenen is in de gemeente Waalre significant hoger dan in de regio en de rest van Nederland. Verandering van de mentaliteit ten aanzien van alcoholgebruik is daarom voor ouders (en grootouders) in Waalre des te meer relevant. Voorlichting aan volwassenen kan bijvoorbeeld ook via de (sport)verenigingen van hun kinderen gegeven worden. Uitgaansopvoeding Ook door regels te stellen die niet expliciet gaan over alcoholgebruik, kunnen ouders invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Dan gaat het vooral over afspraken omtrent uitgaan, zoals staptijden, hoe vaak per week ze uit mogen. Uitgaansopvoeding is nodig zodat ouders zich meer bewust zijn van de rol die ze 14 kunnen spelen om de schade van middelengebruik tijdens het uitgaan te voorkomen of te beperken. Via diverse relevante kanalen (GGD, verslavingszorginstelling, Centrum Maatschappelijke Deelname, lokale media, ouderavonden op scholen en in (sport)verenigingen) kunnen ouders worden voorgelicht over een adequate opvoedstijl en kunnen zij gewezen worden op ondersteunende websites als www.hoepakjijdataan.nl en www.uwkindenalcohol.nl. Het Centrum Maatschappelijke Deelname (CMD) heeft de regie over het gezinsplan bij ondersteuningsvragen. Vroegsignalering vanuit samenwerkende partners naar het CMD helpt om tijdig bij te kunnen sturen. De GGD voert in opdracht van de gemeente Waalre een extra contactmoment uit onder jongeren van 14 en 15 jaar. Tijdens dit contactmoment komen vragen over alcoholgebruik aan de orde. Dit levert een bijdrage aan bewustwording bij deze leeftijdsgroep en vroegsignalering door de GGD. Veel jongeren in Waalre gaan uit in Eindhoven en Valkenswaard. De gemeente Waalre zou kunnen samenwerken met buurgemeenten om de interventie ‘Uit met ouders’ aan te bieden. Ouders krijgen hierbij informatie over verschillende aspecten van uitgaan. Betrokken instanties zijn: politie, horeca, verslavingszorg en GGD. 5.3 Alcoholverstrekkers Met de term alcoholverstrekkers worden alle personen bedoeld die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in de DHW. Dat kunnen zijn horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières, filiaalmanagers etc. Van deze professionals wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in hun zaak/ruimte. Training Belangrijk is vooral dat alcoholverstrekkers zich bewust zijn van hun verantwoordelijke taak en in staat zijn juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om alcoholverstrekkers hierin te bekwamen zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals de Barcode voor barpersoneel en de IVA training voor barvrijwilligers. Voor DHWvergunningsvrije verkooppunten zoals supermarkten is het wenselijk om periodiek overleg te laten plaatsvinden met de ondernemers(verenigingen) om helder te krijgen wat men intern aan training van personeel doet. Nalevingscommunicatie Naleving van de wet kan naast individuele training worden beïnvloed door nalevingscommunicatie. Doel van nalevingscommunicatie is om een gedragsverandering te veroorzaken bij de doelgroep en om de subjectieve pakkans te vergroten. Daarom wordt in samenwerking met de afdeling communicatie een nalevingscommunicatie strategie ontwikkeld. Deze kan ook worden ingezet voor andere nalevingsproblemen die in de gemeente spelen. De volgende elementen maken in ieder geval onderdeel uit van de nalevingscommunicatiestrategie: • Educatieve communicatie: uitleg van de regels, de argumenten voor deze regels, uitleg over mogelijke hulpmiddelen om na te kunnen leven. Dit is nodig als onduidelijkheid over (het belang van) de regels naleving in de weg staat. 15 • Dreigende communicatie: communicatie over controles, sancties, uitbreiding toezichtcapaciteit, toezichthouders in uniform. Deze vorm beïnvloedt de subjectieve pakkansbeleving en kan effectief zijn als blijkt dat de regels bewust overtreden worden. • Normatieve communicatie: bijvoorbeeld een interview met een ondernemer die de regels goed naleeft, een nieuwsbericht waarin het percentage nalevers wordt genoemd in plaats van het aantal overtreders. Oftewel: het communiceren van gewenste norm, ervan uitgaande dat de gemiddelde mens graag aan de algemeen geldende norm wil voldoen. 5.4 Publiekscommunicatie Goed alcoholbeleid is niet vanzelfsprekend ook populair beleid onder alle burgers en ondernemers. Maar aan draagvlak voor beleid kan wel gewerkt worden. Zeker in het geval van nieuwe regels zoals de 18 jaargrens voor alcoholverkoop is het verstandig in te zetten op draagvlakverhogende maatregelen. Het is bekend dat de kennis rondom alcohol en de gevolgen van alcoholmisbruik kan bijdrage aan meer draagvlak voor alcoholbeleid. Dit thema leent zich daarom goed voor een lokale campagne die als doel heeft om aan draagvlak te werken voor de handhavende en regelgevende activiteiten die de gemeente op dit vlak uitvoert. 16 6. Handhavingsactiviteiten Met de gewijzigde Drank- en Horecawet (per 1 januari 2013) is de gemeente toezichthouder geworden voor de hele DHW. Handhaving van de wetgeving rond alcohol is dus een relatief nieuwe taak voor de gemeente. De hier geschetste handhavingsactiviteiten zijn gebaseerd op de ervaringen van de NVWA, die voorheen de (landelijke) verantwoordelijkheid had voor de handhaving van de DHW. Daarnaast zijn deze gebaseerd op de ervaringen van gemeenten die afgelopen jaren (bijvoorbeeld als pilotgemeente) al wat meer ervaring hebben opgedaan met handhaving van lokaal alcoholbeleid. In het reeds vastgestelde Handhaving Uitvoeringsprogramma 2014 van de gemeente Waalre (HUP) zijn voor het eerst de uitvoering van de toezichts- en handhavingstaken van de DHW opgenomen. Daarin is gekozen voor een programmatische aanpak van de alcoholverkooppunten. Zoals eerder aangegeven ligt de gemeentelijke prioriteit in dit plan, zowel als het gaat om preventie als om handhaving, bij de problemen rondom alcoholverstrekking aan minderjarigen én het voorkomen van dronkenschap onder jongvolwassenen. Deze doelstellingen sluiten aan bij de volgende wettelijke bepalingen: Leeftijdsgrens 18 jaar - Artikel 20, (lid 1 en 4) van de Drank- en Horecawet. Oftewel het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en het duidelijk zichtbaar aangeven van de leeftijdgrens. - Artikel 20, lid 6 van de Drank- en Horecawet. Het verplicht aanduiden van de leeftijdsgrens. Dronkenschap/doorschenken - Artikel 20, lid 6 van de Drank- en Horecawet. Het verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap toe te laten in een horecazaak of op het terras. - Artikel 252 Wetboek van Strafrecht. Verbod om dronken personen te schenken. - Artikel 453 Wetboek van Strafrecht. Verbod om zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg te begeven. 6.1 Interventiestrategie bepalen Op basis van de risicoanalyse worden prioriteiten vastgesteld met betrekking tot de handhavingsactiviteiten. Daarbij wordt een afweging gemaakt tussen de aandacht voor de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop van 18 jaar en de bepalingen rondom dronkenschap - zoals het niet toelaten van dronken personen in een horecagelegenheid en het niet schenken aan klanten in kennelijke staat van dronkenschap. De interventiestrategie met betrekking op handhavingsactiviteiten zijn nader uitgewerkt in het HUP van de gemeente Waalre. De diverse soorten controles met bijbehorende frequentie zijn in het HUP opgenomen en dit HUP wordt jaarlijks opgesteld en geëvalueerd. De opgenomen handhavingsactiviteiten worden hieronder beschreven. Basiscontrole Voordat de leeftijdsgrenzen/dronkenschap inspecties worden uitgevoerd is het zaak de vergunningen van in ieder geval de hotspots actueel te hebben. Met een basiscontrole wordt jaarlijks vastgesteld of de vergunning nog op orde is en of de leidinggevende ook echt aanwezig is. 17 Leeftijdsgrens/dronkenschap inspectie Gestreefd wordt naar een controlefrequentie van 4 keer per jaar voor de hotspots met een hoger risico. Voor de risicovolle hotspots zijn meerdere inspecties per jaar noodzakelijk om de naleving effectief te blijven beïnvloeden (Wagenaar e.a., 2005). Voor de categorie met een beperkt risico volstaat 1 controle per jaar. De inspecties zullen met name in de avonden en weekenden plaatsvinden. 6.2 Uitvoeren van interventiestrategie In het beschrijven van de interventiestrategie beperken we ons tot de leeftijdsgrens/ dronkenschap inspecties. Controles Er worden observatie inspecties (in burgerkleding) uitgevoerd, waarbij wordt nagegaan of de regels nageleefd worden. Bij niet naleving wordt een maatregel genomen. Intergemeentelijke of regionale samenwerking is bijvoorbeeld een pre bij leeftijdsgrenzencontroles. Met name dat buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) steeds meer herkend worden maakt het op den duur moeilijk voor lokale boa’s om leeftijdsgrenzenovertredingen op heterdaad vast te stellen. Uitwisseling van ervaringen van andere gemeenten biedt bovendien vaak inspiratie. De gemeente Waalre staat dan ook open voor intergemeentelijke en regionale samenwerking in de uitvoering. Het is daarnaast van belang dat dit onderwerp op de agenda blijft van de bestuurders in de regio. Communicatie Communicatie kan het effect van de handhaving versterken. Het kan bijdragen aan een verhoogde subjectieve pakkans en aan meer draagvlak voor de maatregelen. Het is van belang de communicatie naar de diverse doelgroepen in goed overleg met andere afdelingen vorm te geven. Educatieve en communicatieve activiteiten zijn reeds in het vorige hoofdstuk aan bod gekomen. Handhaving De afhandeling zal plaatsvinden volgens het vastgestelde Drank- en Horecabeleid. In dit beleidsstuk is uiteengezet op welke wijze de gemeente Waalre haar bevoegdheden inzet met betrekking tot de DHW. Tevens is in dit beleid de sanctiestrategie opgenomen, die zo veel mogelijk aansluit bij de regionale sanctiestrategieën zoals de “ Brabantse handhavingstrategie” en het “Brabantse Alcohol- en sanctiebeleid”. 6.3 Evaluatie van de handhavingsactiviteiten Het HUP wordt jaarlijks geëvalueerd door middel van het vaststellen van een jaarverslag. In dit jaarverslag zullen de toezichts- en handhavingsactiviteiten rondom de DHW worden geëvalueerd. 18 7. Uitvoering Uitgangspunt van dit plan is het beïnvloeden van de omgeving van de jonge drinker opdat deze ‘verleid’ wordt meer gezonde en veilige keuzes te maken met betrekking tot alcohol. Zoals in hoofdstuk 3 is geschetst werkt alcoholbeleid het beste als op meerdere beleidspijlers tegelijkertijd wordt ingezet. Dat impliceert ook dat er in de uitvoering meerdere partners en stakeholders betrokken zijn. Hieronder een beschrijving van de belangrijkste samenwerkingspartners en de organisatiestructuur. 7.1 Samenwerking met externe partners Op een integraal dossier als het alcoholbeleid is samenwerking essentieel voor een goede uitvoering. De volgende partners zijn daarbij concreet in beeld: Politie Ondernemers/ Verenigingen Scholen Gezondheidsorganisaties Jongerenwerker Hotspots in kaart brengen, veiligheid tijdens inspecties, jongeren vragen naar ID en eventuele samenwerking met betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 resp. 453). Nalevingsommunicatie, meedenken over systeemontwikkeling, training personeel/vrijwilligers. Halfjaarlijks overleg over intern schoolbeleid (in kader van Lokale Educatieve Agenda) en over informatievoorziening richting ouders. Partners als de GGD en de Instelling voor verslavingszorg zijn belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve interventies. Lumensindebuurt 19 8. Samenvatting Op 1 januari 2014 is een tweede wetswijziging van de Drank- en Horecawet ingevoerd. Hiermee is de leeftijdsgrens voor verstrekking en voor het in bezit hebben van alcohol op voor het publiek toegankelijke plaatsen verhoogd naar 18 jaar. Dit betekent dat jongeren geen alcohol mogen kopen als zij nog geen 18 jaar zijn. In het wijzigingsbesluit is eveneens opgenomen dat gemeenteraden periodiek een preventieen handhavingsplan alcohol dienen vast te stellen. Dit eerste PenH-plan verbindt preventie en handhaving waarmee integraal beleid tot stand komt. Er komt meer samenhang tussen Gezondheidsbeleid, Jeugdbeleid, Toezicht en Handhaving in relatie tot alcoholgebruik. Het preventie- en handhavingplan bevat de hoofdzaken van het beleid dat zich richt op de preventie van alcoholgebruik -met name onder jongeren- en de handhaving van de wet. We willen dat onze jongeren veilig en gezond opgroeien. Preventie en voorlichting omtrent middelengebruik is daarbij erg belangrijk’. De gemeente Waalre wil zich inzetten voor een leefbare en veilige samenleving. Met dit preventie- en handhavingsplan leggen we de focus op de omgeving van de jonge drinker opdat deze ‘verleid’ wordt meer gezonde en veilige keuzes te maken en gaan we voor een duidelijke en consequente handhavingstrategie. 20 Literatuurlijst Babor e.a. (2010). Alcohol no ordinary commodity. Oxford: University press. Crews, F.T., Braun, C.J., Hoplight, B., Switzer, R.C. 3rd, & Knapp, D.J. (2000). Binge ethanol consumption causes differential brain damage in young adolescent rats compared with adult rats. Alcohol: clinical and experimental research, 24(11), 1712-1723. Dalen, W.E. van, Franken, F., de Greeff, J., Mulder, J., van Straten, P. & van der Wulp, N.Y. (2013). Het perspectief voor de Alcoholvrije School in Nederland. Utrecht: STAP Dijck, D. van, & Knibbe, R.A. (2005). De prevalentie van probleemdrinken in Nederland: Een algemeen bevolkingsonderzoek. Maastricht: Universiteit van Maastricht. Hibell, B., Guttormsson, U., Ahlström, S., Balakireva, O., Bjarnason, T., Kokkevi, A., & Kraus, L. (2012). The 2011 ESPAD report: Substance use among students in 36 European countries. Stockholm: The Swedish Council for Information and Alcohol and Other Drugs (CAN). Holder, H. D. (1998). Alcohol and the Community: A Systems Approach to Prevention. Cambridge: Cambridge University Press. Reynolds, R.I. (2003). Building Confidence in Our Communities. London: London Drug Policy Forum. Roodbeen, R., Lie, K.J. & Schelleman-Offermans, K. (2014). Alcoholverkoop aan jongeren 2013. Nuchter, kenniscentrum leeftijdsgrenzen. Verdurmen, J., Monshouwer, K., Dorsselear, S. van, Lokman, S., Vermeulen-Smit, E., & Vollebergh, W. (2012). Jeugd en riskant gedrag 2011: Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut. Wagenaar, A.C., Toomey, T.L. & Erickson, D.J. (2005). Complying With the Minimum Drinking Age: Effects of Enforcement and Training interventions. Alcoholism: Clinical and Experimental Research, 29, 2, 255-262 21
© Copyright 2024 ExpyDoc