Preventie - Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid

Preventie- en Handhavingsplan
‘Alcohol’
Integrale aanpak voor de
uitvoering van de Drank- en
Horecawet
Periode 2014-2017
Colofon
Tamer Sayilgan, juridisch adviseur Toezicht en Handhaving
Yvonne Schouten, beleidsadviseur sociale ontwikkeling
Waalre, april 2014
2
Inhoudsopgave
1. Inleiding
1.1 Bestaand beleid
2. Probleemanalyse
3. Beleidsfocus
3.1 Uitgangspunten en onderbouwing van beleid
3.2 Beleidsdoelgroep en —setting
3.3 Doelstellingen van beleid
3.4 Verleden: Alcoholproject Laat je niet flessen
4. Risicoanalyse uitvoeren
4.1 Gegevens verzamelen uit onderzoek
4.2 Gegevens verzamelen bij informanten
4.3 Van risicoanalyse naar interventiestrategie
5. Educatieve/communicatieve activiteiten
5.1 Onderwijs
5.2 Ouders en de thuissituatie
5.3 Alcoholverstrekkers
5.4 Publiekscommunicatie
6.Handhavingsactiviteiten
6.1 Interventiestrategie bepalen
6.2 Uitvoeren van interventiestrategie
6.3 Evaluatie van de uitvoeringsactiviteiten
7. Uitvoering
7.1 Samenwerking met externe partners
8. Samenvatting
Literatuurlijst
4
5
7
8
8
8
9
10
11
11
11
12
13
13
14
15
16
17
17
18
18
19
19
20
21
3
1.
Inleiding
Op 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet (hierna DHW) gewijzigd. Met de
wijzigingen wil de wetgever:
- alcoholgebruik onder jongeren terugdringen
- alcoholgerelateerde storingen van de openbare orde aanpakken
- bijdragen aan het verminderen van de administratieve lasten.
De DHW geeft gemeenten nieuwe bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden.
Het onderwerp raakt diverse beleidsterreinen, zoals gezondheidsbeleid, jeugdbeleid,
alcohol(matigings)beleid, handhavingsbeleid en openbare orde en veiligheid. Door een
passende invulling en uitvoering van deze wet heeft de gemeente de mogelijkheid te
sturen op het terugdringen van de negatieve effecten van alcoholgebruik. Dit kunnen
we niet alleen, we hebben hier de betrokkenheid van marktpartijen bij nodig.
Op 1 januari 2014 is een tweede wetswijziging van de Drank- en Horecawet
ingevoerd. Hiermee is de leeftijdsgrens voor verstrekking en voor het in bezit hebben
van alcohol op voor het publiek toegankelijke plaatsen verhoogd naar 18 jaar. Dit
betekent dat jongeren geen alcohol mogen kopen als zij nog geen 18 jaar zijn. In het
wijzigingsbesluit is eveneens opgenomen dat gemeenteraden periodiek een preventieen handhavingsplan alcohol vaststellen. Uiterlijk 1 juli 2014 moet de gemeenteraad het
eerste preventie- en handhavingsplan (hierna PenH-plan) hebben vastgesteld. Dit plan
moet naast de hoofdzaken uit het beleid met betrekking tot preventie van
alcoholgebruik, vooral onder jongeren, ook beschrijven op welke manier er invulling
wordt gegeven aan de handhavingstaken op grond van de Drank- en Horecawet. Het is
de eerste keer voor gemeenten dat een dergelijke plan moet worden opgesteld.
Bovendien heeft de wetgever de mogelijkheid geboden om het plan tussentijds te
wijzigen.
Het nieuwe artikel 43a van de DHW geeft aan wat er in dit preventie- en
handhavingsplan moet worden opgenomen:
a) wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol;
b) welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder
jongeren, te voorkomen;
c) de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke
handhavingacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen;
d) welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald
dienen te worden.
Het PenH-plan focust zich op het gemeentelijke terrein waar preventie en
handhaving samenkomen en elkaar kunnen versterken. Op dit moment zijn er
verschillende beleidsnota’s op het gebied van preventie en handhaving met
betrekking tot het onderwerp alcoholgebruik. Dit eerste PenH-plan is dan ook
een uitgelezen mogelijkheid om preventie en handhaving met elkaar te
verbinden.
4
1.1
Bestaand beleid
Preventie
Zo is er op het gebied van preventie recent de Nota Lokaal Gezondheidsbeleid
Waalre 2014-2017 “Op weg naar een gezonder Waalre” (Nota LGB) vastgesteld. Het
doel van lokaal gezondheidsbeleid is het handhaven en/of het bevorderen van (gelijke
kansen op) een goede gezondheid van de inwoners van de gemeente Waalre. In de
nota LGB zijn elf kernboodschappen beschreven gebundeld naar thema.
Binnen thema 2, vergroten van weerbaarheid bij kinderen, is aandacht voor
alcoholgebruik benoemd. Voor meerdere preventie-onderdelen van dit plan wordt
verwezen naar de vastgestelde Nota LGB. Het PenH-plan dient in het vervolg
gelijktijdig met deze nota te worden vastgesteld waarbij de huidige nota een looptijd
van 2014 t/m 2017 heeft.
Handhaving
Op het gebied van handhaving is er in het recent vastgestelde Handhaving
Uitvoeringsprogramma 2014 (HUP) voor het eerst de uitvoering van de toezichts- en
handhavingstaken van de DHW opgenomen. Het HUP schetst het takenpakket en
maakt duidelijk welke keuzes er jaarlijks worden gemaakt op het gebied van toezicht
en handhaving. In het huidige HUP is gekozen voor een programmatische aanpak van
de alcoholverkooppunten. De diverse soorten controles met bijbehorende frequentie
zijn in het HUP opgenomen en dit HUP wordt jaarlijks opgesteld en geëvalueerd.
Regelgeving
Naast preventie en handhaving geeft de DHW de gemeenten verschillende
verordenende bevoegdheden. Regelgeving is geen verplichtend onderdeel van het
gemeentelijke PenH-plan. Toch is het een onmisbare factor van een integraal
alcoholbeleid. Om die reden heeft de gemeente Waalre reeds haar gemeentelijke
regelgeving aangepast op de nieuwe DHW. In de Algemene Plaatselijke Verordening
(APV) zijn maatregelen opgenomen in het licht van de twee hoofdthema’s van dit plan
(leeftijdsgrens en dronkenschap). Daarbij is bekeken welke maatregelen een expliciete
meerwaarde hebben in het terugdringen van de alcoholproblematiek. Daarbij is
gekozen voor de volgende maatregelen:
• Happy Hours beperken (artikel 2:34d APV)
Onderzoek laat zien (Meier e.a., 2008) dat de prijs van alcohol een belangrijke
voorspeller is voor gebruik. En dat met prijsinterventies gebruik beïnvloed kan
worden. Het verhogen van alcoholprijzen heeft zelfs het meeste impact op
drinkers die heel veel drinken. Daarmee is deze maatregel een effectieve in het
tegengaan van dronkenschap. Omdat dronkenschap en uitgaan sterk aan elkaar
gerelateerd is deze artikel opgenomen in de APV (artikel 2:34d). De DHW maakt
het niet mogelijk happy hours geheel te verbieden, maar de meest excessieve
acties (meer dan 40% korting) kunnen wel worden afgetopt middels de
opgenomen bepaling in de APV.
• Beperken schenktijden paracommercie (artikel 2:34b APV)
Het vastleggen van de schenktijden in de paracommercie is een wettelijke
verplichting voor gemeenten. Het beperken van schenktijden niet. Toch is het
verstandig de schenktijden in sportverenigingen en jongerencentra, zeker daar
waar veel jongeren komen, niet te ruim te maken. Achterliggende gedachte is de
wetenschap dat ruime schenktijden leiden tot meer consumptie. Ook is het de
vraag of het vanuit normatief oogpunt wenselijk is dat tieners tijdens sport en spel
van ’s ochtend vroeg tot ‘s avonds laat geconfronteerd worden met het
alcoholgebruik van anderen. In onze APV hebben we daarover de bepaling
5
opgenomen dat alcoholhoudende drank enkel wordt verstrekt vanaf 1 uur voor de
aanvang en tot uiterlijk 2 uur na afloop van een activiteit die wordt uitgeoefend in
verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon.
• Voorwaarden stellen aan evenementen
Het naleven van de leeftijdsgrens voor alcohol is moeilijk voor veel
alcoholverstrekkers weten we uit onderzoek (Roodbeen e.a., 2014). Dit geldt ook
voor het naleven van de bepalingen rondom dronkenschap en doortappen. Op
evenementen is de naleving nog een fractie lastiger. Door de schaalgrootte,
tijdelijke personeelskrachten en het gebrek aan een structurele
controlesystematiek is de naleving vaak slecht. De DHW biedt gemeenten de
mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan het verlenen van een ontheffing van
de DHW, zoals dat bij evenementen het geval is (artikel 35, lid 2). Van die
mogelijkheid zal gebruik worden gemaakt om een ‘alcoholmodule’ in de aanvraag
van de ontheffing mee te nemen. Met de alcoholmodulen worden aanvragers
verplicht om te omschrijven hoe ze op leeftijd (en zaken als dronkenschap) gaan
controleren.
• Drank- en Horecabeleid 2014
In het recent vastgestelde Drank- en Horecabeleid wordt uiteengezet op welke
wijze de gemeente haar bevoegdheden inzet, die wij hebben op grond van wet- en
regelgeving welke te maken hebben met drank en horeca. De regels die betrekking
hebben op het ter beschikking stellen van drank liggen voornamelijk vast in de
Drank- en Horecawet (hierna ook: DHW). Tevens is in dit beleid de sactiestrategie
opgenomen, die zo veel mogelijk aansluit bij de regionale sanctiestrategieën zoals
de “ Brabantse handhavingstrategie” en het “Brabantse Alcohol- en sanctiebeleid”.
6
2.
Probleemanalyse
Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen.
Jongeren gingen in de loop van de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd
drinken. In 2003 waren Nederlandse jongeren zelfs koplopers in Europa, als het ging
om binge drinken, oftewel het op een avond meer dan vijf drankjes drinken (Hibell e.a.,
2012).
Afgelopen decennium werd sterk ingezet op het voorkomen van drinken door
jongeren onder de 16. Gevolg was dat drankgebruik onder jonge pubers sterk afnam,
vooral onder de jongste groep: in 2003 had 36% van de 12-jarige jongens de afgelopen
maand gedronken, in 2011 was dat geslonken tot 9,4%. Bij 12-jarige meisjes daalde het
aandeel actuele drinkers van 25,4 naar 5,8% (Verdurmen e.a., 2012). In geen ander
Europees land nam drankgebruik onder jonge drinkers zo spectaculair af.
Onder jongeren van 16 jaar en ouder veranderde er echter weinig. Zij verminderden
hun alcoholgebruik niet. Bijna de helft van de jongeren van 16 jaar was de afgelopen
maand een keer dronken of aangeschoten, zo blijkt uit de cijfers van 2011 (Verdurmen
e.a., 2012).
Als jongeren aan drank willen komen is dat relatief makkelijk in Nederland. Meer dan
de helft van de verkooppunten (53%) leefde de oude leeftijdgrens van 16 jaar niet na in
2013 (Roodbeen, e.a., 2014).
Als jongeren in hun puberjaren veel drinken, neemt de kans toe dat ze later
problemen met hun drankgebruik krijgen. Een op de drie mannen in de leeftijdsgroep
van 16 tot 24 jaar valt onder de noemer ‘probleemdrinker’. Iemand wordt zo
genoemd als ‘hij of zij problemen heeft door regelmatig of stevig drinken’. Regelmatig
drinken is daarbij minstens 21 dagen per maand vier of meer glazen drank. Stevig
drinken is minstens vier keer per maand zes of meer glazen drank. De problemen
lopen uiteen van black-outs door drankgebruik tot alcoholongevallen, regelmatige
dronkenschap/katers en problemen met vrienden en familie (Van Dijkck e.a. 2005).
Alcoholgebruik kan ongunstig zijn voor de ontwikkeling van de hersenstructuren. Juist
als hersendelen in ontwikkeling zijn, zijn ze erg kwetsbaar voor deze giftige stof.
Pubers met alcoholproblemen scoren lager dan andere jongeren op taalvaardigheid,
intelligentie, aandacht en ruimtelijk inzicht.
Overmatig alcoholgebruik kan dus gevolgen hebben voor het brein, maar vergroot ook
de kans op verkeersongevallen, letselschade, geweld (waaronder ook seksueel geweld)
en onveilig vrijen. Vooral jongeren die veel drinken zijn vaker bij deze vormen van
riskant gedrag betrokken.
7
3
Beleidsfocus
3.1
Uitgangspunten en onderbouwing van beleid
Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een
preventie- én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de
gemeenten - en dus ook meerdere type maatregelen — worden ingezet bij de aanpak
van de alcoholproblematiek. Als uitgangspunt voor integraal alcoholbeleid hanteren we
het preventiemodel van Reynolds (2003) dat ook de basis vormt voor de Handreiking
Gezonde Gemeenten van het RIVM. Het preventiemodel kent 3 beleidspijlers, te
weten: regelgeving, educatie en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf maar
overlappen elkaar ook (figuur 1). Juist in de overlap zien we het integrale
preventiebeleid terug.
Het preventiemodel van Reynolds is gebaseerd op de systeemtheorie van Holder
(1998) die duidelijk maakt dat alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie
van factoren. De persoon, zijn sociale omgeving, het aanbod van drank en het
overheidsbeleid vormen samen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker
bepaalt. Holder laat daarmee zien dat alcoholpreventie nooit alleen op het individu
gericht kan zijn. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de
drinker beïnvloeden. In dit PenH-plan staat daarom de omgeving centraal.
Regelgeving
Handhaving
Preventie
Educatie
Figuur 1: Preventiemodel Reynolds
3.2
Beleidsdoelgroep en -setting
Het is bekend dat de gezondheidsschade van alcoholgebruik het grootst is onder de 18
jaar. Jongeren onder de 18 jaar zijn fysiek nog niet geheel volwassen en met name de
hersenen zijn nog volop in ontwikkeling tot 23 jaar. Alcohol kan deze ontwikkeling
schaden. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft de centrale overheid de
leeftijdsgrens voor verkoop én bezit van alcohol verhoogd naar 18 jaar. Het toezicht
op de naleving van deze leeftijdsgrens wordt als een belangrijke prioriteit beschouwd
binnen het gemeentelijk preventie- en handhavingsbeleid. Voor 18-24 jarigen gaat het
vooral om het voorkomen van overmatig alcoholgebruik. De uitgaansavonden zijn
hierbij een belangrijk risico moment. Uitgaan is een breed begrip: het gaat ook om het
bezoeken van evenementen en feestjes thuis. Omdat veel jongeren uit Waalre uitgaan
in nabijgelegen gemeenten (Eindhoven, Valkenswaard) is het belangrijk om van deze
gemeenten inzicht te krijgen in het preventie- en handhavingsplan. Alleen in combinatie
met het beleid in de regio kan het beleid van Waalre vruchten afwerpen voor de
doelgroepen van Waalre.
8
Naast gezondheidsproblematiek is veiligheidsproblematiek een belangrijke motivatie
om aandacht te besteden aan deze leeftijdsgroep.
3.3
Doelstellingen van beleid
Artikel 43a van de DHW schrijft voor dat de doelstellingen van het beleid duidelijk
moeten zijn. Op basis van de Drank- en Horecawet kunnen twee algemene
hoofddoelstellingen worden onderscheiden:
• Afname alcoholgebruik onder de 18 jaar.
• Afname dronkenschap (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke
domein).
Alvorens de doelstellingen voor de gemeente Waalre worden vastgesteld is het van
belang om inzichtelijk te hebben hoe het is gesteld met het alcoholgebruik in Waalre.
De GGD houdt verschillende onderzoeken met betrekking tot alcoholgebruik. Op dit
moment zijn de meest recente cijfers voor de doelgroep 12 t/m 18 jarigen afkomstig
van de Jeugdmonitor 2011.1 Eind 2015 wordt opnieuw de Jeugdmonitor gehouden en
begin 2016 zullen hiervan de resultaten bekend zijn. Voor de doelgroep 19 t/m 64
jarigen zijn cijfers afkomstig van de Volwassenenmonitor 20122 gebruikt. De
Volwassenenmonitor zal in 2016 opnieuw worden gehouden en de resultaten hiervan
zullen in 2017 bekend zijn.
Indicator
Bron
Leeftijd
Niveau
1
Alcoholgebruik
afgelopen maand
12 t/m 17 jarigen
Jeugdmonitor
2011-2012
12 t/m 15
16-17
2
3
Overmatig
alcoholgebruik
19 t/m 24 jaar3
Binge drinken
19 t/m 24 jaar
Ouders die het
goedkeuren dat
hun kinderen
alcohol drinken
12 t/m 17 jaar
Volwassenenmonitor
2012-2013
Volwassenenmonitor
2012-2013
Jeugdmonitor
12 t/m 15
2011-2012
16-17
2011
Waalre
10 %
Regio
14 %
Waalre
Regio
Regio
86 %
78 %
15 %
Regio
24 %
Waalre
21 %
Regio
25 %
Waalre
57 %
Regio
67 %
* Tot 1 januari 2014 was het vanaf 16 jaar toegestaan om alcohol te kopen en drinken.
Voor de gemeente Waalre zijn de onderstaande doelstellingen met de bijbehorende
prestatie-indicatoren geformuleerd.
1) Afname van alcoholgebruik door jongeren van 12 t/m 17 jaar.
a) In 2017 is het percentage jongeren van 12 t/m 15 jaar dat de afgelopen maand
alcohol heeft gedronken in Waalre verder afgenomen ten opzichte van 2011.
Streefpercentage hierbij is 9 %.
b) In 2017 is het percentage jongeren van 16-17 jaar in Waalre dat de afgelopen
maand alcohol heeft gedronken verder afgenomen ten opzichte van 2011.
Streefpercentage hierbij is 50%.
1
Kernpunten Jeugdmonitor 12 t/m 18 Waalre 2011-2012 (GGD Brabant-Zuidoost,)
Tabellenboek Waalre Volwassenenmonitor 19 t/m 64 jaar 2012-2013 (GGD Brabant-Zuidoost)
3
18 jarigen zijn nu buiten beschouwing gelaten omdat deze leeftijd alcohol mag drinken en daardoor de
percentages bij de jongeren beïnvloedt. De GGD gaat de leeftijdsindeling in de volgende monitoren
aanpassen.
2
9
2) Alcoholgebruik door jong volwassenen tussen de 18 en 24 jaar.
a) In 2017 is het percentage jongeren van 18 t/m 24 jaar dat overmatig drinkt4
minimaal gelijk gebleven.
b) In 2017 is het percentage jongeren van 18 t/m 24 jaar dat de afgelopen maand
aan binge drinken5 heeft gedaan minimaal gelijk gebleven.
3) Bij (groot)ouders de bewustwording vergroten van de schadelijke
gevolgen van alcoholgebruik bij jongeren.
a) In 2017 is het percentage ouders dat alcoholgebruik bij hun kinderen van 12
t/m 15-jarigen goedkeurt afgenomen. Streefpercentage hierbij is 15 %.
b) In 2017 is het percentage ouders dat alcoholgebruik bij hun kinderen van 1617 jaar goedkeurt afgenomen. Streefpercentage hierbij is 50 %.
Het alcoholgebruik onder volwassenen is in de gemeente Waalre significant hoger dan
in de regio en de rest van Nederland. Verandering van de mentaliteit ten aanzien van
alcoholgebruik is daarom voor ouders (en grootouders) in Waalre des te meer
relevant. Bij educatie en communicatie richting de jongeren zullen we gelijktijdig
aandacht besteden aan alcoholgebruik door volwassenen.
Voorts is de verwachting dat interventies de meeste effecten zullen geven in de
leeftijdsgroep 12 t/m 17 jaar. Het ingezet beleid zal later doorwerken op deze
leeftijdsgroep waardoor de inschatting is dat in verloop van tijd het percentage
overmatig drinkers en binge drinkers in de leeftijdsgroep 18 t/m 24 jaar zal afnemen.
3.4
Verleden: Alcoholproject Laat je niet flessen
Op het gebied van preventie heeft de gemeente in de periode 2006-2013
geparticipeerd in het regionale project ‘Laat je niet flessen’. De doelstelling van dit
project was tweeledig:
1. Opschuiven startleeftijd qua alcoholgebruik richting 16 jaar.
2. Afname dronkenschap in gehele publieke domein. Introductie en sanctie van
de norm: dronken jongeren op straat accepteren we niet langer, evenmin als
het schenken aan dronken jongeren, natuurlijk onder de 16 jaar, maar met
name ook in de leeftijd van 16 tot 24 jaar.
Uit het jaarverslag van het project blijkt dat in de startleeftijd in de loop van het
project een grote verschuiving opgetreden heeft in positieve zin. Het merendeel van
de jongeren (61%) start pas met drinken op of boven de 16-jarige leeftijd. Het regulier
drinken van jongeren onder 16 jaar is gemiddeld in vier jaar tijd gehalveerd. Dat is een
spectaculaire ontwikkeling. Met name 15-jarigen drinken nog regelmatiger dan beoogd.
De naleving van het verkoopverbod aan 16-minners is verbeterd, de resultaten van de
sportkantines blijven echter nog steeds achter, vergeleken met de horeca en
supermarkten. Het aantal jongeren dat te veel drinkt onder de 16 is sterk afgenomen.
Als men eenmaal mag drinken, drinkt men vaak nog steeds te veel. Aan dronken
jongeren wordt drank soms geweigerd, maar minder vaak dan vooraf gehoopt.
Aanbevelingen en vervolg project laat je niet flessen
Het project is gestopt op 1 januari 2014. Alcoholpreventie wordt vanaf 2014 ingebed
in het gemeentelijk lokale beleid. De GGD Brabant Zuidoost pakt de regionale taken
op en participeert in de gemeente Waalre in de werkgroepen van het LGB.
4
5
Overmatig drinker: mannen >21 glazen per week; vrouwen >14 glazen per week
Binge drinken: minstens 1 keer per week 6 glazen of meer per dag
10
4.
Risicoanalyse uitvoeren
De gemeente maakt een risicoanalyse op basis waarvan doelstellingen kunnen worden
aangescherpt en de focus kan worden verlegd. De risicoanalyse geeft inzicht in de
settings, risicokenmerken, locaties en tijdstippen waar jongeren drinken en waar hun
alcoholgebruik voor problemen zorgt. Hiermee kunnen de inspanningen van de
gemeente gericht worden ingezet op plaatsen waar de meeste gezondheids/
veiligheidswinst kan worden behaald. Door het jaarlijkse karakter van het HUP, is het
tevens een evaluatieinstrument dat inzicht geeft in de resultaten van het lokale
alcoholbeleid en aanknopingspunten voor een volgend PenH-plan.
4.1
Gegevens verzamelen uit onderzoek
Het alcoholgebruik onder jongeren wordt middels de GGD gezondheidsmonitor
vastgesteld. Deze monitor wordt eens per vier jaar afgenomen. De uitkomsten van
bovenstaande monitor zal worden gebruikt om de risicoanalysetabel in te vullen.
4.2
Gegevens verzamelen bij informanten
Om een betrouwbare risicoanalyse uit te kunnen voeren is het belangrijk om, ter
aanvulling op de verschillende onderzoeken, ook andere bronnen te raadplegen. In
eerste instantie zijn dat: politie, jongerenwerk en de DHW Boa’s. Van deze partners is
gevraagd aan te geven wat zij als de belangrijkste risico’s zien. De gegevens van de
informanten worden aangevuld met de gegevens uit eerder genoemde onderzoeken.
Uit onderzoek en navraag komt naar voren dat er per setting verschillende
risicokenmerken aanwezig zijn. Hieronder zullen we de verschillende settings en
daarbij behorende risicokenmerken benomen.
Setting
Commerciële
vergunning
Paracommerciële
vergunning
Locatie(s)
Kroeg
Café/restaurant
Restaurant
Sportkantines
Gemeenschapshuizen
Ontheffing artikel Evenementen
35 DHW
Zonder
vergunning
Openbare ruimte
Thuis/ouders
Scholen
Supermarkten
Slijterijen
Cafetaria
Hangjeugd
Risicokenmerken
Aankoop door minderjarigen en
doorschenken bij dronkenschap.
Slechte naleving leeftijdsgrens en
doorschenken bij dronkenschap.
Slechte naleving leeftijdsgrens en
doorschenken bij dronkenschap.
Aankoop door minderjarigen t.b.v.
indrinken.
Alcoholgebruik op straat door
minderjarigen en openbare
dronkenschap.
n.v.t.
Ontbreken duidelijke afspraken
m.b.t alcohol en uitgaan.
Basisscholen (in Waalre Beperkte voorlichting met
is er geen voortgezet betrekking tot de schadelijke
onderwijs)
gevolgen van het gebruik van
alcohol.
11
4.3
Van risicoanalyse naar interventiestrategie
De kern van de interventiestrategie is gebaseerd op de beleidspijlers educatie,
regelgeving en handhaving. De risicoanalyse bepaalt in welke mate op een specifieke
pijler wordt ingezet en welke setting de meeste aandacht krijgt. De risicoanalyse is dus
niet bedoeld om te bepalen welke interventies er worden ingezet, maar waar, wanneer
en hoe interventies het beste kunnen worden ingezet. Op basis van de uitkomsten kan
de uitvoeringsstrategie worden bepaald en bovendien in opvolgende jaren worden
verfijnd en bijgestuurd. Omdat de alcoholproblematiek onderhevig is aan trends,
wordt de risicoanalyse idealiter elk jaar geëvalueerd en waarnodig bijgesteld in het
HUP.
Tabel 2 schetst een overzicht van de maatregelen per beleidspijler. Uitgangspunt van
dit plan is dat per setting zoveel mogelijk combinaties worden gemaakt van elementen
van verschillende pijlers die elkaar versterken. Idealiter wordt er per setting een
geschikte maatregelenmix opgesteld.
In de volgende hoofdstukken worden per beleidspijler de verschillende maatregelen
nader toegelicht.
Tabel 2 maatregelenmix per setting
Setting
Commerciële
vergunning
Educatie
-Nalevingscommunicatie
-Training caissières
Regelgeving
DHW en APV
Paracommerciële
vergunning
-Nalevingscommunicatie
-Training barvrijwilligers
DHW en APV
Ontheffing artikel - Alcoholopvoeding
- Uitgaansopvoeding
35 DHW
DHW
Zonder
vergunning
-Nalevingscommunicatie
DHW
Openbare ruimte
- Campagne
DHW en APV
Thuis/ouders
- Alcoholopvoeding
- Uitgaansopvoeding
Overleg scholen over alcoholvoorlichting
Scholen
Handhaving
-Toezicht
leeftijdsgrenzen
-Toezicht
dronkenschap
-Toezicht
leeftijdsgrenzen
-Toezicht
doorschenken
-Toezicht
leeftijdsgrenzen
-Toezicht
doorschenken
-Toezicht
leeftijdsgrenzen
-Toezicht
openbare
dronkenschap
-Toezicht bezit
alcohol
minderjarigen
-
12
5.
Educatieve/communicatieve activiteiten
Dit PenH-plan kent twee einddoelgroepen: jongeren van 12 t/m 17 jaar en 18 t/m 24
jarigen met betrekking tot alcoholgebruik. In het lokaal gezondheidsbeleid is dit
onderwerp ook opgenomen als één van thema’s waar aandacht voor nodig is. Het
lokaal gezondheidsbeleid wordt opgesteld met als doel het handhaven en/of het
bevorderen van (gelijke kansen op) een goede gezondheid van de inwoners van de
gemeente Waalre. Daar waar mogelijk worden maatregelen getroffen ter bescherming
tegen gezondheidsproblemen en ter voorkoming van gezondheidsproblemen. In de
nota LGB zijn 11 kernboodschappen geformuleerd op basis van gegevens van de GGD
Brabant-Zuidoost. Voor de periode 2014-2017 is hier in samenspraak met de politieke
partijen een prioritering aangegeven waaruit een uitvoeringsplan is opgesteld. De
speerpunten zijn ondergebracht in de volgende drie werkgroepen:
- werkgroep gezond & fit
- werkgroep kwetsbare groepen
- werkgroep weerbaarheid
Deze werkgroepen hebben een dynamisch karakter. Organisaties/personen kunnen
tijdelijk deelnemen daar waar hun expertise nuttig is. Iedere werkgroep maakt een
plan van aanpak. Daar waar wenselijk stemmen werkgroepen onderling met elkaar af.
De werkgroep weerbaarheid pakt het thema alcoholpreventie op (speerpunt:
versterking weerbaarheid jeugd, verantwoord omgaan met genotmiddelen). De
werkgroep gezond en fit is betrokken in relatie tot sport en alcoholgebruik. Het lokale
gezondheidsbeleid richt zich met name op de factoren leefstijl en sociale omgeving.
In hoofdstuk 3 werd al uitgelegd dat preventieactiviteiten het beste gericht kunnen zijn
op de omgeving van de bovengenoemde groepen. Voor een belangrijk deel gaat het
daarbij om de sociale- en professionele omgeving van jongeren. Daarom staan
omgevingsgerichte educatieve activiteiten centraal in dit hoofdstuk van het PenH-plan.
Daarbij onderscheiden we drie doelgroepen die invloed kunnen hebben op het
alcoholgebruik van jongeren:
- Scholen
- Ouders
- Alcoholverstrekkers
5.1
Onderwijs
De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Ook als het gaat
om alcoholgebruik leren jongeren op school wat wel en niet verstandig is.
Gedragsverandering creëren via voorlichtingsprogramma's blijkt lastig, zo niet
onmogelijk (Babor, 2010). Toch is het relevant dat jongeren geïnformeerd raken over
de risico's van alcoholgebruik. Niet zozeer om gedrag te beïnvloeden, maar om het
gebruik te de-normaliseren en daarmee aan draagvlak te werken voor effectievere
gedragsmaatregelen als handhaving en specifieke regelgeving. Met name de informatie
over wat alcohol met de hersenontwikkeling doet is bruikbaar hierbij. Dat geld niet
alleen voor jongeren, maar ook voor hun ouders.
Bij de keuzebepaling van schoolprogramma’s op het gebied van middelengebruik heeft
de GGD een belangrijke adviserende rol, zowel voor basisscholen als scholen voor
voortgezet onderwijs. In de gemeente Waalre betreft het alleen basisscholen.
13
PAS interventie
De zogenaamde PAS-interventie is een bewezen effectieve aanpak (onderdeel van de
Gezonde School en Genotmiddelen), waarbij een gestandaardiseerde ouderavond in
combinatie met leerlingenvoorlichting wordt ingezet bij de overgang van de
basisschool naar het voortgezet onderwijs.
Een goed schoolprogramma biedt meer dan voorlichting en besteedt ook aandacht aan
regels betrekking tot alcoholgebruik door personeel en ouders bij feestelijke
gelegenheden, kampen en excursies.
De resultaten van het PAS-onderzoek (2009) laten namelijk zien dat het
alcoholgebruik van jongeren alleen uitgesteld kan worden als jongeren én hun ouders
worden geïnformeerd over hoe en waarom jongeren geen alcohol zouden moeten
drinken. Als alleen ouders of alleen hun kinderen hierover worden geïnformeerd, dan
heeft dat geen zin. Het is wel van belang te beginnen met PAS voordat het kind
regelmatig drinkt; alleen dan heeft het effect. Jongeren moeten zelf overtuigd zijn dat
alcohol slecht voor hen is en weten hoe ze ‘nee’ kunnen zeggen. Dat lukt alleen als zij
daarbij gesteund worden door ouders die regels stellen.
In de regio Zuidoost-Brabant is de laatste jaren op verschillende basisscholen ervaring
op gedaan met een dergelijke ouder-kindinterventie, waarbij GGD, verslavingszorg en
jongerenwerk samenwerken. Scholen zijn vaak terughoudend ten aanzien van aanbod
van derden, wanneer dat als extra belasting wordt ervaren. Het is dus van belang om
samen met een school te zoeken naar een interventie op maat, die aansluit bij een
door de school ervaren noodzaak. Het is bijvoorbeeld mogelijk om preventie van
alcoholgebruik in te bedden in de aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling
van kinderen; het omgaan met groepsdruk is een thema dat in de bovenbouw van het
basisonderwijs actueel is.
5.2 Ouders en de thuissituatie
Alcoholopvoeding
Ouders onderschatten systematisch hoeveel hun kinderen drinken. Ze denken
bovendien veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door peers (o.a.
vrienden), terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het alcoholgebruik van
hun kinderen (van der Vorst, 2006). Bewust omgaan met beschikbaarheid van alcohol
in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen
te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben
afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op
jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren
waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels
zijn andere beschermende factoren: een goede band tussen ouder en kind en een
autoritatieve opvoedstijl. Deze stijl van opvoeden stelt redelijke grenzen, geeft uitleg,
toont begrip en doet al deze dingen met gezag. Een slechte ouder-kind relatie en
psychische problematiek of middelengebruik van de ouders zijn risicofactoren.
Adviezen met betrekking tot alcoholopvoeding zouden- zoals hiervoor beschreven- in
samenwerking met scholen aan ouders kunnen worden aangeboden.
Het alcoholgebruik onder volwassenen is in de gemeente Waalre significant hoger dan
in de regio en de rest van Nederland. Verandering van de mentaliteit ten aanzien van
alcoholgebruik is daarom voor ouders (en grootouders) in Waalre des te meer
relevant. Voorlichting aan volwassenen kan bijvoorbeeld ook via de
(sport)verenigingen van hun kinderen gegeven worden.
Uitgaansopvoeding
Ook door regels te stellen die niet expliciet gaan over alcoholgebruik, kunnen ouders
invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Dan gaat het vooral over
afspraken omtrent uitgaan, zoals staptijden, hoe vaak per week ze uit mogen.
Uitgaansopvoeding is nodig zodat ouders zich meer bewust zijn van de rol die ze
14
kunnen spelen om de schade van middelengebruik tijdens het uitgaan te voorkomen of
te beperken.
Via diverse relevante kanalen (GGD, verslavingszorginstelling, Centrum
Maatschappelijke Deelname, lokale media, ouderavonden op scholen en in
(sport)verenigingen) kunnen ouders worden voorgelicht over een adequate opvoedstijl
en kunnen zij gewezen worden op ondersteunende websites als
www.hoepakjijdataan.nl en www.uwkindenalcohol.nl.
Het Centrum Maatschappelijke Deelname (CMD) heeft de regie over het gezinsplan bij
ondersteuningsvragen. Vroegsignalering vanuit samenwerkende partners naar het
CMD helpt om tijdig bij te kunnen sturen.
De GGD voert in opdracht van de gemeente Waalre een extra contactmoment uit
onder jongeren van 14 en 15 jaar. Tijdens dit contactmoment komen vragen over
alcoholgebruik aan de orde. Dit levert een bijdrage aan bewustwording bij deze
leeftijdsgroep en vroegsignalering door de GGD.
Veel jongeren in Waalre gaan uit in Eindhoven en Valkenswaard. De gemeente Waalre
zou kunnen samenwerken met buurgemeenten om de interventie ‘Uit met ouders’ aan
te bieden. Ouders krijgen hierbij informatie over verschillende aspecten van uitgaan.
Betrokken instanties zijn: politie, horeca, verslavingszorg en GGD.
5.3
Alcoholverstrekkers
Met de term alcoholverstrekkers worden alle personen bedoeld die verantwoordelijk
zijn voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in de DHW. Dat
kunnen zijn horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières,
filiaalmanagers etc. Van deze professionals wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens
voor de verstrekking van alcohol naleven, evenals het verbod op doorschenken bij
dronkenschap en toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in hun
zaak/ruimte.
Training
Belangrijk is vooral dat alcoholverstrekkers zich bewust zijn van hun verantwoordelijke
taak en in staat zijn juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om
alcoholverstrekkers hierin te bekwamen zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals de
Barcode voor barpersoneel en de IVA training voor barvrijwilligers. Voor DHWvergunningsvrije verkooppunten zoals supermarkten is het wenselijk om periodiek
overleg te laten plaatsvinden met de ondernemers(verenigingen) om helder te krijgen
wat men intern aan training van personeel doet.
Nalevingscommunicatie
Naleving van de wet kan naast individuele training worden beïnvloed door
nalevingscommunicatie. Doel van nalevingscommunicatie is om een gedragsverandering
te veroorzaken bij de doelgroep en om de subjectieve pakkans te vergroten. Daarom
wordt in samenwerking met de afdeling communicatie een nalevingscommunicatie
strategie ontwikkeld. Deze kan ook worden ingezet voor andere nalevingsproblemen
die in de gemeente spelen. De volgende elementen maken in ieder geval onderdeel uit
van de nalevingscommunicatiestrategie:
• Educatieve communicatie: uitleg van de regels, de argumenten voor deze
regels, uitleg over mogelijke hulpmiddelen om na te kunnen leven. Dit is nodig
als onduidelijkheid over (het belang van) de regels naleving in de weg staat.
15
• Dreigende communicatie: communicatie over controles, sancties,
uitbreiding toezichtcapaciteit, toezichthouders in uniform. Deze vorm
beïnvloedt de subjectieve pakkansbeleving en kan effectief zijn als blijkt dat de
regels bewust overtreden worden.
• Normatieve communicatie: bijvoorbeeld een interview met een
ondernemer die de regels goed naleeft, een nieuwsbericht waarin het
percentage nalevers wordt genoemd in plaats van het aantal overtreders.
Oftewel: het communiceren van gewenste norm, ervan uitgaande dat de
gemiddelde mens graag aan de algemeen geldende norm wil voldoen.
5.4
Publiekscommunicatie
Goed alcoholbeleid is niet vanzelfsprekend ook populair beleid onder alle burgers en
ondernemers. Maar aan draagvlak voor beleid kan wel gewerkt worden. Zeker in het
geval van nieuwe regels zoals de 18 jaargrens voor alcoholverkoop is het verstandig in
te zetten op draagvlakverhogende maatregelen. Het is bekend dat de kennis rondom
alcohol en de gevolgen van alcoholmisbruik kan bijdrage aan meer draagvlak voor
alcoholbeleid. Dit thema leent zich daarom goed voor een lokale campagne die als doel
heeft om aan draagvlak te werken voor de handhavende en regelgevende activiteiten
die de gemeente op dit vlak uitvoert.
16
6.
Handhavingsactiviteiten
Met de gewijzigde Drank- en Horecawet (per 1 januari 2013) is de gemeente
toezichthouder geworden voor de hele DHW. Handhaving van de wetgeving rond
alcohol is dus een relatief nieuwe taak voor de gemeente. De hier geschetste
handhavingsactiviteiten zijn gebaseerd op de ervaringen van de NVWA, die voorheen
de (landelijke) verantwoordelijkheid had voor de handhaving van de DHW. Daarnaast
zijn deze gebaseerd op de ervaringen van gemeenten die afgelopen jaren (bijvoorbeeld
als pilotgemeente) al wat meer ervaring hebben opgedaan met handhaving van lokaal
alcoholbeleid. In het reeds vastgestelde Handhaving Uitvoeringsprogramma 2014 van
de gemeente Waalre (HUP) zijn voor het eerst de uitvoering van de toezichts- en
handhavingstaken van de DHW opgenomen. Daarin is gekozen voor een
programmatische aanpak van de alcoholverkooppunten.
Zoals eerder aangegeven ligt de gemeentelijke prioriteit in dit plan, zowel als het gaat
om preventie als om handhaving, bij de problemen rondom alcoholverstrekking aan
minderjarigen én het voorkomen van dronkenschap onder jongvolwassenen. Deze
doelstellingen sluiten aan bij de volgende wettelijke bepalingen:
Leeftijdsgrens 18 jaar
- Artikel 20, (lid 1 en 4) van de Drank- en Horecawet. Oftewel het bedrijfsmatig of
anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie
niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en het duidelijk
zichtbaar aangeven van de leeftijdgrens.
- Artikel 20, lid 6 van de Drank- en Horecawet. Het verplicht aanduiden van de
leeftijdsgrens.
Dronkenschap/doorschenken
- Artikel 20, lid 6 van de Drank- en Horecawet. Het verbod om personen in
kennelijke staat van dronkenschap toe te laten in een horecazaak of op het terras.
- Artikel 252 Wetboek van Strafrecht. Verbod om dronken personen te schenken.
- Artikel 453 Wetboek van Strafrecht. Verbod om zich in kennelijke staat van
dronkenschap op de openbare weg te begeven.
6.1
Interventiestrategie bepalen
Op basis van de risicoanalyse worden prioriteiten vastgesteld met betrekking tot de
handhavingsactiviteiten. Daarbij wordt een afweging gemaakt tussen de aandacht voor
de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop van 18 jaar en de bepalingen rondom
dronkenschap - zoals het niet toelaten van dronken personen in een
horecagelegenheid en het niet schenken aan klanten in kennelijke staat van
dronkenschap. De interventiestrategie met betrekking op handhavingsactiviteiten zijn
nader uitgewerkt in het HUP van de gemeente Waalre. De diverse soorten controles
met bijbehorende frequentie zijn in het HUP opgenomen en dit HUP wordt jaarlijks
opgesteld en geëvalueerd. De opgenomen handhavingsactiviteiten worden hieronder
beschreven.
Basiscontrole
Voordat de leeftijdsgrenzen/dronkenschap inspecties worden uitgevoerd is het zaak de
vergunningen van in ieder geval de hotspots actueel te hebben. Met een basiscontrole
wordt jaarlijks vastgesteld of de vergunning nog op orde is en of de leidinggevende ook
echt aanwezig is.
17
Leeftijdsgrens/dronkenschap inspectie
Gestreefd wordt naar een controlefrequentie van 4 keer per jaar voor de hotspots
met een hoger risico. Voor de risicovolle hotspots zijn meerdere inspecties per jaar
noodzakelijk om de naleving effectief te blijven beïnvloeden (Wagenaar e.a., 2005).
Voor de categorie met een beperkt risico volstaat 1 controle per jaar. De inspecties
zullen met name in de avonden en weekenden plaatsvinden.
6.2
Uitvoeren van interventiestrategie
In het beschrijven van de interventiestrategie beperken we ons tot de leeftijdsgrens/
dronkenschap inspecties.
Controles
Er worden observatie inspecties (in burgerkleding) uitgevoerd, waarbij wordt nagegaan
of de regels nageleefd worden. Bij niet naleving wordt een maatregel genomen.
Intergemeentelijke of regionale samenwerking is bijvoorbeeld een pre bij
leeftijdsgrenzencontroles. Met name dat buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s)
steeds meer herkend worden maakt het op den duur moeilijk voor lokale boa’s om
leeftijdsgrenzenovertredingen op heterdaad vast te stellen. Uitwisseling van ervaringen
van andere gemeenten biedt bovendien vaak inspiratie. De gemeente Waalre staat dan
ook open voor intergemeentelijke en regionale samenwerking in de uitvoering. Het is
daarnaast van belang dat dit onderwerp op de agenda blijft van de bestuurders in de
regio.
Communicatie
Communicatie kan het effect van de handhaving versterken. Het kan bijdragen aan een
verhoogde subjectieve pakkans en aan meer draagvlak voor de maatregelen. Het is van
belang de communicatie naar de diverse doelgroepen in goed overleg met andere
afdelingen vorm te geven. Educatieve en communicatieve activiteiten zijn reeds in het
vorige hoofdstuk aan bod gekomen.
Handhaving
De afhandeling zal plaatsvinden volgens het vastgestelde Drank- en Horecabeleid. In dit
beleidsstuk is uiteengezet op welke wijze de gemeente Waalre haar bevoegdheden
inzet met betrekking tot de DHW. Tevens is in dit beleid de sanctiestrategie
opgenomen, die zo veel mogelijk aansluit bij de regionale sanctiestrategieën zoals de “
Brabantse handhavingstrategie” en het “Brabantse Alcohol- en sanctiebeleid”.
6.3
Evaluatie van de handhavingsactiviteiten
Het HUP wordt jaarlijks geëvalueerd door middel van het vaststellen van een
jaarverslag. In dit jaarverslag zullen de toezichts- en handhavingsactiviteiten rondom de
DHW worden geëvalueerd.
18
7.
Uitvoering
Uitgangspunt van dit plan is het beïnvloeden van de omgeving van de jonge drinker
opdat deze ‘verleid’ wordt meer gezonde en veilige keuzes te maken met betrekking
tot alcohol. Zoals in hoofdstuk 3 is geschetst werkt alcoholbeleid het beste als op
meerdere beleidspijlers tegelijkertijd wordt ingezet. Dat impliceert ook dat er in de
uitvoering meerdere partners en stakeholders betrokken zijn. Hieronder een
beschrijving van de belangrijkste samenwerkingspartners en de organisatiestructuur.
7.1
Samenwerking met externe partners
Op een integraal dossier als het alcoholbeleid is samenwerking essentieel voor een
goede uitvoering. De volgende partners zijn daarbij concreet in beeld:
Politie
Ondernemers/
Verenigingen
Scholen
Gezondheidsorganisaties
Jongerenwerker
Hotspots in kaart brengen, veiligheid tijdens inspecties,
jongeren vragen naar ID en eventuele samenwerking met
betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek
van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 resp.
453).
Nalevingsommunicatie, meedenken over systeemontwikkeling,
training personeel/vrijwilligers.
Halfjaarlijks overleg over intern schoolbeleid (in kader van
Lokale Educatieve Agenda) en over informatievoorziening
richting ouders.
Partners als de GGD en de Instelling voor verslavingszorg zijn
belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve
interventies.
Lumensindebuurt
19
8.
Samenvatting
Op 1 januari 2014 is een tweede wetswijziging van de Drank- en Horecawet
ingevoerd. Hiermee is de leeftijdsgrens voor verstrekking en voor het in bezit hebben
van alcohol op voor het publiek toegankelijke plaatsen verhoogd naar 18 jaar. Dit
betekent dat jongeren geen alcohol mogen kopen als zij nog geen 18 jaar zijn. In het
wijzigingsbesluit is eveneens opgenomen dat gemeenteraden periodiek een preventieen handhavingsplan alcohol dienen vast te stellen. Dit eerste PenH-plan verbindt
preventie en handhaving waarmee integraal beleid tot stand komt. Er komt meer
samenhang tussen Gezondheidsbeleid, Jeugdbeleid, Toezicht en Handhaving in relatie
tot alcoholgebruik.
Het preventie- en handhavingplan bevat de hoofdzaken van het beleid dat zich richt op
de preventie van alcoholgebruik -met name onder jongeren- en de handhaving van de
wet.
We willen dat onze jongeren veilig en gezond opgroeien. Preventie en voorlichting
omtrent middelengebruik is daarbij erg belangrijk’. De gemeente Waalre wil zich
inzetten voor een leefbare en veilige samenleving. Met dit preventie- en
handhavingsplan leggen we de focus op de omgeving van de jonge drinker opdat deze
‘verleid’ wordt meer gezonde en veilige keuzes te maken en gaan we voor een
duidelijke en consequente handhavingstrategie.
20
Literatuurlijst
Babor e.a. (2010). Alcohol no ordinary commodity. Oxford: University press.
Crews, F.T., Braun, C.J., Hoplight, B., Switzer, R.C. 3rd, & Knapp, D.J. (2000). Binge ethanol
consumption causes differential brain damage in young adolescent rats compared with adult
rats. Alcohol: clinical and experimental research, 24(11), 1712-1723.
Dalen, W.E. van, Franken, F., de Greeff, J., Mulder, J., van Straten, P. & van der Wulp, N.Y.
(2013). Het perspectief voor de Alcoholvrije School in Nederland. Utrecht: STAP
Dijck, D. van, & Knibbe, R.A. (2005). De prevalentie van probleemdrinken in Nederland: Een
algemeen bevolkingsonderzoek. Maastricht: Universiteit van Maastricht.
Hibell, B., Guttormsson, U., Ahlström, S., Balakireva, O., Bjarnason, T., Kokkevi, A., & Kraus, L.
(2012). The 2011 ESPAD report: Substance use among students in 36 European countries.
Stockholm: The Swedish Council for Information and Alcohol and Other Drugs (CAN).
Holder, H. D. (1998). Alcohol and the Community: A Systems Approach to Prevention. Cambridge:
Cambridge University Press.
Reynolds, R.I. (2003). Building Confidence in Our Communities. London: London Drug Policy
Forum.
Roodbeen, R., Lie, K.J. & Schelleman-Offermans, K. (2014). Alcoholverkoop aan jongeren 2013.
Nuchter, kenniscentrum leeftijdsgrenzen.
Verdurmen, J., Monshouwer, K., Dorsselear, S. van, Lokman, S., Vermeulen-Smit, E., &
Vollebergh, W. (2012). Jeugd en riskant gedrag 2011: Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek
scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut.
Wagenaar, A.C., Toomey, T.L. & Erickson, D.J. (2005). Complying With the Minimum
Drinking Age: Effects of Enforcement and Training interventions. Alcoholism: Clinical and
Experimental Research, 29, 2, 255-262
21