Citta - Divani Milaan2

© Concentra - GVA Citta, 19 april 2014 , blz. 28
H
Foto onderaan:
David ontmoet
Ricardo Lucatello van Reflex.
Reflex heeft een
prachtige stand
met luxueuze
producten en
veel blingbling.
et verhaalvan Divani is op zijn
minst succesvol te noemen. De
zaak aan de Vlaamsekaai weet
al bijna twintig jaar stand te
houden in een steeds veranderende consumentenmarkt. Wat
begon met een pakhuis van 300
m2, groeide uit tot een winkeloppervlakte van maar
liefst 1.800 m2. In 2010 kwam ook Camerich bij de
groep. Het Chinese merk werd enkele panden verder gehuisvest. “Aanpassen is de boodschap”, aldus
CEO David Van Loo, die ondertussen alweer een grote renovatie van zijn showroom achter de rug heeft.
Hij heeft de ruimte ingericht als een modelappartement, want de klant van tegenwoordig houdt van totaalconcepten. In mei komt er onder de naam Glorious Lounge zelfs een luxueuze aperitiefbar bij.
David bezoekt jaarlijks Milaan. In de maand april klopt
het hart van de meubelindustrie er het hardst. Het Salone Internazionale del Mobile is op dat moment dé
grootste publiekstrekker van de stad. De beurs werd
in 1961 voor het eerst georganiseerd om Italiaanse
meubel- en accessoirefabrikanten te promoten op de
exportmarkt. Blijkbaar is die missie geslaagd, want
vandaag komt meer dan de helft van de bezoekers uit
het buitenland. Duizenden fabrikanten, interieurarchitecten, agenten, journalisten en liefhebbers zakken af
naar de stad om er te proeven van de nieuwste trends in
het meubel- en designlandschap. Hotels zitten propvol
en vragen een prijs die vier keer zo duur is als normaal.
Trams, taxi’s en bussen rijden op en af om de massa op
haar bestemming te brengen.
David ziet de beurs vooral als een ontmoetingsplek,
een centraal punt waar verschillende partijen elkaar
kruisen en de hand schudden. Hij spreekt er af met de
verschillende Italiaanse merken die onder de Divanikoepel ressorteren. Daarnaast ontmoet hij er belangrijke klanten en doet hij inspiratie op voor de toekomst.
Davids vaste taxi loodst ons doorheen de file naar het
exhibitiecenter Fiera Milano waar de beurs plaatsvindt.
Het uitzicht aan de ingang is eindeloos. Duizenden
hoofden bewegen in de richting van de 24 hallen die
dit meubelevenement rijk is. Een onophoudelijke mensenzee beweegt zich als een kolonie mieren voort onder een hypermoderne glazen koepel. “Vroeger vond
de beurs nog plaats in het centrum van Milaan, maar
dat liedje bleef niet lang duren. Het evenement barstte
bijna letterlijk uit zijn voegen”, vertelt David, terwijl we
ons langzaam maar zeker een weg banen naar hal 5, 6
en 7, de populairste plekjes voor de standhouders.
“De tendenzen zijn heel duidelijk. Waar het vroeger
vooral een beurs was voor de Europese markt, zien we
nu een duidelijke verschuiving naar de nieuwe groeilanden. Terwijl Centraal-Europa nog steeds in crisis
zit, wordt Milaan overspoeld door Russen, Chinezen
en Zuid-Amerikanen. Voor de vernieuwing is dit een
dooddoener. Die klanten kennen de producten nog
niet, want ze zitten nog niet lang in de markt. Dus waarom zouden die fabrikanten dan telkens iets anders
brengen? Je ziet dat veel bedrijven zich weer focussen
op blingbling. Wij Europeanen zijn dat stadium al lang
voorbij en blijven dus op onze honger zitten.”
Toch meent David dat Milaan nog steeds de plaats bij
uitstek is voor design. “Maar er zijn ook enkele nieuwkomers in het beurslandschap die weliswaar kleiner
zijn, maar steeds meer bezoekers aantrekken. Ik denk
daarbij spontaan aan IMM Cologne in Keulen, maar
ook aan de Biënnale van Kortrijk. Stuk voor stuk zijn
dat degelijke beurzen die bovendien een pak goedkoper zijn. Tja, in Milaan is het duur verblijven momenteel. Een stand hier op de beurs kan je al gauw 50.000
tot 75.000 euro kosten aan huur en opbouw.”
“Na overdaad komt
minimalisme en nu is er weer
nood aan puur functionalisme”
Een andere tendens is volgens David de samenstelling
van het publiek. “Waar vroeger vooral retailers afspraken met fabrikanten, zie je dat steeds meer architecten
en interieurarchitecten hun intrede doen om inspiratie
op te doen voor hun projecten.”
Italiaanse topmerken
Divani is ooit ontstaan uit de wil van David en zijn vennoot Marc Janssens om rechtstreeks van bij de Italiaanse fabrikanten te importeren. David begon in 1992
als verkoper in de meubelsector. “Ik zat in mijn tweede
kandidatuur Rechten. Mijn moeder was net gestorven
en ik moest mijn grootmoeder kunnen onderhouden.
Ik zette daarom mijn studies stop en ging noodgedwongen aan de slag bij een dochteronderneming van meubelzaak Roche Bobois. Na zes maanden schopte ik het
er tot winkelverantwoordelijke. In 1995 besloot ik met
Divani mijn eigen weg in te slaan met een totaal nieuw
concept. Er waren heel veel Italiaanse topmerken,
maar geen enkel merk produceerde zelf. Het was dus
een tussenschakel te veel en de klant kreeg de rekening
gepresenteerd. Wij kenden heel wat fabrikanten en
besloten toen rechtstreeks met hen te gaan handelen,
zonder tussenschakel.”
Dus werd Divani bekend voor de Italiaanse merken
Cierre, Reflex, Busnelli en ook de Rolls-Royce van de
zetelbedden: Milano Bedding.
We houden even halt aan de stand van Cierre. Het familiebedrijf bestaat ondertussen uit 125 medewerkers.
Het bevindt zich tussen Como en Milaan, een streek die
bekend is voor de Italiaanse meubelindustrie. “’Cierre is vooral bekend voor zijn lederproducten’’, vertelt David. “Over dertig jaar is leder een onbetaalbaar
product, dus investeren in een sofa van Cierre is geen
slechte keuze.’’ De zoon van de familie, Gianmaria Conficconi, vertelt trots over de geschiedenis van zijn bedrijf, maar ook over de uitdagingen. Zo moet de meubel- en designindustrie steeds meer de modewereld
volgen. “Elk seizoen staan we dus klaar met een nieuw
Een zetel van het Italiaanse
merk Cierre. Foto onderaan:
David poseert met de eigenaars van Cierre, de familie
Conficconi, waarmee hij al
sinds 2000 samenwerkt.