Standaardmodule

1
Pieter Swager lectoraat eLearning
Scenario: ‘Standaardmodule met schriftelijk tentamen, docent geen ICT-ervaring ’.
Voorbeeld scenario moduletype ‘docent-colleges-tentamen’ (blauwdruk van een leerpraktijk)
Onderwijskundig kader waarbinnen herontwerp plaatsvond
Uitgangspunt bij het hier beschreven scenario zijn de onderwijskundige uitgangspunten uit de notitie
‘Toekomstgericht onderwijs in Hogeschool Inholland’ van Jos Fransen van het lectoraat eLearning.
Leidend principe bij betekenisvol onderwijs is dat de student leert om te gaan met vraagstukken die er toe
doen in het beroep en die vraagstukken moeten altijd het startpunt zijn van een leerproces.
Een belangrijk uitgangspunt hierbinnen voor het vormgeven van onderwijs is het principe van ‘constructive
alignment’: er moet een duidelijke relatie zijn tussen de doelen die men wil realiseren, de leeractiviteiten die
dat tot stand moeten brengen en de toetsing waarin we willen vaststellen of die doelen ook zijn bereikt. Die
juiste toetsvorm maakt het uitvoeren van de gewenste relevante leeractiviteiten onontkoombaar.
Een ander belangrijk uitgangspunt is dat we uitgaan van verschillende soorten leerprocessen. Het ‘type’
leerproces wordt verbonden aan het te bereiken leerdoel, waarna vervolgens gekeken kan worden op welke
wijze dat leerproces het beste kan worden ondersteund in de leeromgeving. Onderscheiden worden 1.
individuele zelfstudie, 2. leren in interactie en 3. samenwerkend leren.
Een laatste uitgangspunt is dat, nadat gekozen is voor het type leerproces dat zo goed mogelijk aansluit bij de
leerdoelen, gekeken wordt op welke wijze ICT dit leerproces kan ondersteunen.
Situatieschets: Context
Hierbij een voorbeeld van een herontwerp van een leerpraktijk (standaardmodule) waarbij een docent zeven
colleges van 1,5 uur geeft en waarin de student door middel van een schriftelijk tentamen (MC-vragen en
enkele open vragen) aan moet tonen de doelstellingen van de leereenheid te hebben behaald. Titel: ‘Het
managen van geïntegreerde communicatieprocessen’, doel is kennis van en inzicht in deze complexe
processen, waarmee de toekomstige professional te maken krijgt. Uitgangspunt is dat het aantal
contactmomenten vaststaat, evenals de wijze van toetsing en dat bij studenten en docenten sprake is van een
reguliere modulevergoeding c.q. aantal EC’s. De leeractiviteiten moeten opnieuw vormgegeven worden en de
mogelijkheden van ondersteuning hiervan door ICT kunnen worden benut.
Wat is het probleem?
Er is ‘onvrede’ over de module:






De leeropbrengst is ‘gering’, resultaten tentamen matig;
ICT wordt niet ingezet ter ondersteuning leerproces;
Colleges zijn niet verplicht, worden slecht bezocht;
Docenten zijn ontevreden over passieve studenten,
Zien wel dat ICT mogelijkheden heeft, maar zien zelf geen kans ICT toe te passen in hun colleges;
Blackboard wordt wel ingezet, maar alleen voor opslag van materialen (in generieke map binnen de
opleiding): moduleboek + artikelen.
Wens nieuwe situatie:


Leeropbrengsten verhogen door verbeterd ontwerp;
Zo mogelijk met inzet van ICT; hiermee aansluiten bij inzet ICT binnen bedrijven waar studenten gaan
werken;
Hogeschool Inholland │ Lectoraat eLearning

Toekomstgericht onderwijs in Inholland │ scenario’s
Tevens aantrekkelijker, interactiever en efficiënter onderwijs.
Eisen nieuwe situatie:







Leereenheid (module) moet door alle collega’s op de locaties kunnen worden uitgevoerd;
Dus ook collega’s die geen ervaring hebben met inzet ICT binnen leerprocessen;
In de tijd (modulevergoeding) die daarvoor staat (geen extra middelen beschikbaar);
Er moet één gezamenlijk tentamen gemaakt worden (en op alle locaties op hetzelfde moment
afgenomen);
Omdat niet iedereen in staat is (en tijd heeft) zijn eigen elektronische leeromgeving in te richten,
moet dat centraal gebeuren: een ‘moeder couse’ moet centraal beschikbaar zijn (en worden
bewaard), tevens jaarlijks bijgesteld.
Het herontwerp moet voor individuele docenten de mogelijk behouden het ontwerp (binnen grenzen
van centrale afspraken) zonder veel moeite aan te passen aan eigen situatie.
Het leerproces van de student moet centraal staan.
Ervaringen docenten met de module in de afgelopen jaren
1.
Het is een gecompliceerd onderwerp,
iedereen heeft een ander beeld bij de ‘constructen’, er zijn veel mispercepties,
er is te weinig tijd om tijdens de colleges overal op in te gaan,
de studenten maken ieder jaar dezelfde fouten,
sommige hebben met name de behoefte de colleges 3 en 5 een paar keer te zien/horen voor ze het
begrijpen,
de studenten bereiden de colleges slecht voor,
staan niet in de pro-actieve, maar in de reactieve modus.
De leerdoelen in dit voorbeeld zijn: inzicht krijgen in de wijze waarop geïntegreerde
communicatieprocessen verlopen en de wijze waarop deze binnen een organisatie gemanaged kunnen
worden. Deze leerdoelen kunnen worden opgesplitst in deeldoelen m.b.t. deelaspecten zoals interne,
externe en corporate communicatie en de relaties ertussen.
Omdat de module op 3 locaties wordt uitgevoerd door 4 docenten en het tentamen identiek is (op
hetzelfde moment afgenomen) moet het programma door alle docenten uitgevoerd kunnen worden.
Ondanks het feit dat de leerdoelen uitnodigen tot een andere, meer gedifferentieerde toetsing dan de
schriftelijke toets, is de nadrukkelijke opdracht in eerste instantie te herontwerpen binnen vigerende
bekostiging, waarbij het aantal contacturen vaststaat. Dat is jammer omdat pas bij het ontwerpen duidelijk
wordt hoeveel F2F interactie het meest effectief is en welke interacties beter on line kunnen worden
georganiseerd. Binnen de randvoorwaarden wordt met de docenten een herontwerp gemaakt.
2.
De uiteindelijke toets in deze leerpraktijk is de genoemde schriftelijke toets. Die toets alleen stuurt echter
onvoldoende de procesgang met alle gewenste leeractiviteiten en daarmee de kwaliteit van het
leerproces. Afgesproken wordt dat de studenten halverwege een ontwikkelingsgericht opdracht maken
waarvan de resultaten besproken worden. Die opdracht is geen doel op zichzelf maar draagt wel bij aan
het optimalisering van het leerproces.
3.
Op basis van het voorgaande kunnen de soorten leeractiviteiten worden bepaald en de wijze waarop deze
in de leerpraktijk worden gecombineerd. Daarmee wordt de concrete leerweg uitgezet voor de student. Er
moet natuurlijk bij het ontwerp rekening gehouden worden met de genoemde ervaringen van de docenten
met de module in de afgelopen jaren.
2
Hogeschool Inholland │ Lectoraat eLearning
Toekomstgericht onderwijs in Inholland │ scenario’s
Vooraf
Omdat de studenten de afgelopen periode niet op de hogeschool waren , wordt besloten met een Flipcamera
een ‘introductiepraatje’ op te nemen en op een afgeschermd You Tube kanaal te zetten; de studenten
ontvangen 6 weken voor aanvang een mail met een link naar het enthousiastmerende praatje, een ‘motivatie
wake up-call’.
e
Drie weken voor aanvang ontvangen de studenten via email een 2 korte videoboodschap met een verwijzing
naar een opdracht die ze moeten uitvoeren en plaatsen op een forum binnen Blackboard, zichtbaar voor
iedereen. Één opdracht gaat over het in eigen woorden weergeven van de moduledoelen, één over de
concepten die centraal staan in de module.
e
De docent bekijkt de gemaakte opdrachten voor aanvang 1 college en ziet dat er misverstanden zijn over te
e
behalen doelen en over de constructen zelf: hierdoor kan hij veel gerichter starten tijdens het 1 college, de
studenten staan al in de leermodus en zijn, eerder dan in het afgelopen jaar, al begonnen met hun leerproces.
1e college
e
Tijdens de 1 F2F bijeenkomst vindt het introductiecollege plaats en wordt de werkwijze m.b.t. de
elektronische leeromgeving uitgelegd en gedemonstreerd.
Ingerichte elektronische leeromgeving Blackboard
Er is door het ontwerpgroepje één course aangemaakt en vier maal gekopieerd, zodat iedere groep/docent
zijn eigen elektronische leeromgeving heeft:
-
Er is een rubriek ‘FAQ’, veelgestelde vragen, met daarin opgenomen de vragen die ieder jaar weer
problemen opleveren, en de antwoorden en een verwijzing naar bronnen en voorbeelden.
Er is een proeftentamen geplaatst en voorzien van antwoorden, puntentelling, opmerkingen en
toelichting.
Er is een vragenforum ingericht, waarin studenten vragen kunnen plaatsen: als een medestudenten
het antwoord weet, geef hij dat direct aan door dit te plaatsen.
Van alle onderwerpen zijn filmpjes geplaatst, per week en per onderwerp gerangschikt: een paar eigen
weblectures en een paar You Tube filmpjes over de onderwerpen.
Ook is een aparte map aangemaakt met relevante bronnen: links naar websites, ppt presentaties, on
line deelcourses, recente krantenartikelen, etc.
Betekenisvolle interacties
Bij het bespreken van de vraag ‘Welke interacties zijn op welk moment betekenisvol, welke rol kan feedback
hierbij spelen hoe kunnen deze interacties en feedbackactiviteiten worden ondersteund door ICT? ‘ wordt in
het ontwerpgroepje afgesproken:
-
-
-
-
dat het bij de colleges 2, 3 en 6 belangrijk is dat de studenten, gezien eerdere ervaringen,
voorafgaand aan het college enkele webfilmpjes bekijken en een korte opdracht uitvoeren die ze
plaatsen op Blackboard.
Bij de opdracht van week 4 moeten de studenten ieder bij 3 medestudenten peerfeedback geven
door de geplaatste opdracht te ‘bekijken’ aan de hand van enkele criteria, waardoor voor college
5 duidelijk wordt of studenten het noodzakelijke inzicht hebben.
Door de beperkte tijd die de docent heeft voor de uitvoering van de module, heeft hij in de
periode slechts tijd om één keer schriftelijk feedback te geven , in diezelfde week op diezelfde
geplaatste bijdragen van de student.
Studenten plaatsen in week 6 (de voorlaatste week) de vragen die ze nog hebben op een forum
op Blackboard; deze zijn uitgangspunt voor het laatste college waarin geanticipeerd wordt op het
3
Hogeschool Inholland │ Lectoraat eLearning
Toekomstgericht onderwijs in Inholland │ scenario’s
tentamen.
Ontwerp voorbeeld leerpraktijk
Hieronder in schema activiteiten in de fysieke en digitale leeromgeving.
week
Fysieke leeromgeving
Digitale leeromgeving (activiteiten
studenten)
-6, -3
1.
Bekijken korte videofilmpjes en uitvoeren
opdrachten als input voor college 1
Intro-college op basis input en uitleg
ingerichte elektronische leeromgeving
Bekijken webfilmpje en uitvoeren korte
opdracht als input voor college 2
2.
College 2 deelonderwerp A
Bekijken webfilmpje en uitvoeren korte
opdracht als input voor college 3
3.
College 3 deelonderwerp B
Opdracht plaatsen op BB, peerfeedback
studenten, docentfeedback.
4.
College 4 deelonderwerp C
Bekijken weblecture van eigen docent.
5.
College 5, toepassingscollege
deelonderwerp D
Bekijken webfilmpje en uitvoeren korte
opdracht als input voor college 6
6.
College 6 deelonderwerp E
Vragen inventariseren en plaatsen op BB als
input voor bijeenkomst 7.
7.
Tentamenvoorbereiding/ responsiecollege
Ervaringen
-
-
Ondanks dat op twee locatie door ziekte enkele colleges uitvielen, had dit geen
noemenswaardige negatieve gevolgen voor het leerproces: de docenten konden via Blackboard
de studenten aansturen en de studenten konden aan de slag met de webfilmpjes en materialen.
Omdat afgesproken was dat alle communicatie via Blackboard zou verlopen, werden de collega’s
niet meer geconfronteerd met (één-op-één) mails van studenten.
De vragen die studenten op BB (vragenforum) plaatsten, waren van dien aard, dat iedereen er
iets aan had. In de helft van de gevallen gaven de medestudenten zelf al antwoord op de vragen,
de overige werden door de docent beantwoord.
4
Hogeschool Inholland │ Lectoraat eLearning
-
-
-
Toekomstgericht onderwijs in Inholland │ scenario’s
Hoe meer collega’s ICT gingen inzetten, hoe belangrijker het bleek om op metaniveau af te
stemmen om te voorkomen dat studenten in één periode moeten werken binnen 7 verschillende
elektronische leeromgevingen of met 6 samenwerkend leren opdrachten.
Na afloop van de uitgevoerde module kwam de wens van de collega’s naar voren om (aansluitend
op het principe van constructive alignment) de leerdoelen, leeractiviteiten en toetsing nog meer
in lijn te brengen. Afgesproken werd dat het volgend jaar de opdrachten zouden worden
uitgebreid tot zes (voorbereidende) opdrachten in zeven weken, die alle op Blackboard geplaatst
moeten worden en zouden gaan meetellen voor het modulecijfer: hierdoor zou deelname aan
het leerproces onontkoombaar worden.
Onderzocht zou ook worden of bij deze ‘struikelmodule’ volgend jaar ook verplichte
aanwezigheid bij colleges kon worden gerealiseerd, bijvoorbeeld door de colleges te bestempelen
als werkcolleges.
5