Stages en leerbanen

 Stages en Leerbanen Feiten en cijfers Belang stages en leerbanen Meer dan de helft van de werkloze jongeren zit op school en zoekt een bijbaan, stage of 1
leerbaan van meer dan twaalf uur per week. Het aantal studenten dat ervoor kiest om door 2
te leren is afgelopen schooljaar weer toegenomen. Het is dus belangrijk dat er voldoende bedrijven zijn die studenten in de praktijk willen opleiden. Zeker voor jongeren in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is een stage of leerbaan onmisbaar om het vak te kunnen leren en een diploma te halen. En vakkrachten zijn onmisbaar voor de Nederlandse economie. Een stage of leerbaan is een goede opmaat naar werk na afronding van de opleiding. De jongere doet werkervaring op, leert vakvaardigheden (hard skills) en werknemers-­‐
vaardigheden (soft skills). Werknemersvaardigheden zijn minstens zo belangrijk om aan de slag te komen en te blijven. Daarbij staan motivatie, zelfvertrouwen en sociale en communicatieve vaardigheden -­‐ zoals taalbeheersing, netheid en beleefdheid -­‐ centraal. Ook krijgt de jongere tijdens de stage of leerbaan een beter beeld van wat voor mens hij is en wat 3
voor soort werk en werkomgeving bij hem passen. Dit versoepelt de overgang van school naar de arbeidsmarkt (het vermindert de frictiewerkloosheid). Van de bedrijven gebruikt ruim 4
driekwart de stage of leerbaan als proeftijd om te kijken wat voor vlees ze in de kuip hebben. Bijna tweederde van alle afgestudeerde mbo’ers gaat uiteindelijk aan de slag bij het bedrijf 5
waar ze een stage of een leerbaan hadden. Ontwikkeling stages en leerbanen Een mbo’er kan alleen bij een erkend leerbedrijf op een stage of leerbaan aan de slag. Op 1 maart 2014 waren er ruim 230.000 unieke leerbedrijven. Dat is meer dan de helft van de bedrijven in Nederland. Het bestand aan leerbedrijven fluctueert sterk door de economische crisis. Bedrijven gaan failliet of stoppen als leerbedrijf. Ze hebben te weinig werk voor studenten, te weinig geld om een plek te bekostigen of te weinig tijd voor de begeleiding. Het 6
voortbestaan van het bedrijf heeft prioriteit. Als er te weinig leerbedrijven zijn die stages en leerbanen bieden, ontstaan stagetekorten. 1
CBS. Statline. SBB. (december 2013). Barometer; DUO. Basisregistratie Onderwijsnummer. 3
Freese , C., Meulen Bosma, A. van der & Wilthagen, T. (2012). Werkzekerheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Onderzoek naar factoren die ten grondslag liggen aan de mismatches tussen het bedrijfsleven en werkzoekenden met bijzondere aandacht voor arbeidsmotivatie. Tilburg: Tilburg University; Kanfer, R., Wanberg, C. & Kantrowitz, M. (2001). Job search and employment: a personality motivational analysis and meta analytic review. Journal of applied psychology 86, 837-­‐855; Hooft, E., van, Ottervanger, M. & Dam, A. van (2007). Verklarende factoren van werkzoekgedrag en werkhervatting. Onderzoeksrapport Erasmus Universiteit Rotterdam; Hol, N. & Keuken, L. (2013). Nationaal Stage Onderzoek Studenten 2013. Culemborg: Stageplaza. 4
Hagens, K., Kraaijvanger, H. (2011). Motieven en meerwaarde van opleiden onder leerbedrijven. Wehl: rijnland advies 5
DUO Market Research. 6
SBB. (oktober 2013). Barometer. 2
1 De laatste drie schooljaren zijn 40.000 leerbanen verloren gegaan. Bijna 15.000 jongeren 7
konden afgelopen schooljaar geen leerbaan vinden. Een leerbaan kost een bedrijf meer tijd en geld dan een stage. Bij een leerbaan, ook wel beroepsbegeleidende leerweg (BBL) genoemd, werkt een jongere gedurende de hele opleiding met een arbeidscontract drie of vier dagen in de week en gaat hij de overige doordeweekse dagen naar school. Door de economische crisis kunnen veel bedrijven deze investering niet meer opbrengen. Een deel van de jongeren die geen leerbaan kan vinden, stapt over naar de beroepsopleidende leerweg (BOL), waar de jongere een of twee dagen stage loopt en de rest van de doordeweekse dagen doorbrengt in de schoolbanken. De kans is groot dat jongeren die beter leren met hun handen dan met hun hoofd deze opleiding niet afmaken en zonder baan thuis komen te zitten. Jongeren zonder startkwalificatie zijn bijna anderhalf keer zo vaak werkloos als jongeren met 8
startkwalificatie. Hadden zij wel een leerbaan gekregen, dan waren hun kansen op de arbeidsmarkt stukken beter geweest. Jongeren met een leerbaan komen na afronding van hun opleiding nauwelijks in de werkloosheidsstatistieken voor. Zij zijn de crisistijgers. Hun positie op de arbeidsmarkt is onveranderd goed. Negen van de tien jongeren met een 9
leerbaan die afstuderen krijgt na het afstuderen een vervolgcontract. Ook voor bedrijven is het dalende aantal leerbanen ongunstig. Als zij nu geen jongeren opleiden, zijn er straks als de economie weer aantrekt of oudere werknemers met pensioen gaan te weinig goed inzetbare en gekwalificeerde vakkrachten. De meer theoretische opleiding, de BOL, is niet altijd een goed alternatief. Schilder of glazenwasser word je niet door voornamelijk in de schoolbanken te zitten. Aanpak SterkTeam Om te zorgen voor voldoende stages en leerbanen versterkt SterkTeam het stage-­‐ en leerbanenoffensief van Samenwerking Beroepsonderwijs en bedrijfsleven (SBB) en de samenwerkende kenniscentra. Samen werven we nieuwe leerbedrijven en extra leerbanen en roepen we scholen, ouders en studenten op om stagetekorten te melden. Gemelde tekorten proberen we op te lossen in samenwerking met scholen, gemeenten en het bedrijfsleven. In het kader van het stage-­‐ en leerbanenoffensief bezoekt Mirjam Sterk door het hele land leerbedrijven, zoals Albert Heijn, Duyvis Wiener, Liander, Tata Steel, VDL, Philips, Seacon Logistics, Bekkers Autoschade, DeltaZuid, VinkBouw, Mediamail, Damen Shipyards, De Wielborgh, MCN Montage, Desert Tankers, Verstegen Spices & Sauces, Q8, Hutten, Heineken, NS, Hof van Zeeland, Camping en Villapark de Paardekreek, Recreatie-­‐Strandpark de Zeeuwse Kust, Sitel, SNT, Campina, Specsavers, Van Dorp Installaties, Shell, RAI, McDonald’s, Brainport Industries, Hotel Zuiderduin Westkapelle, Strandpaviljoen Moio, European Gateway Services en Tweewielers Noord. Hieronder wordt nader ingegaan op het gezamenlijke stage-­‐ en leerbanenoffensief van Samenwerking Beroepsonderwijs en bedrijfsleven (SBB), de samenwerkende kenniscentra en SterkTeam. Werven van leerbedrijven In het offensief verleiden we bedrijven die nog geen leerbedrijf zijn om leerbedrijf te worden en bestaande leerbedrijven om zich door te ontwikkelen tot een breder leerbedrijf en ook een erkenning aan te vragen voor het opleiden van jongeren in een andere sector. Bijvoorbeeld 7
SBB. (december 2013). Barometer. CBS. Statline. 9
ROA. (2013). Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2012. Feiten en cijfers. Maastricht: Maastricht University; DUO Market Research. 8
2 een garagebedrijf dat al jarenlang monteurs opleidt en ook een erkenning aanvraagt voor het opleiden van een secretaresse. Om beter zicht te krijgen op het potentieel aan nieuwe leerbedrijven in een sector of een regio heeft SterkTeam een bestandskoppeling mogelijk gemaakt tussen de op Stagemarkt.nl bekende leerbedrijven en de bedrijven ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Het offensief wordt ondersteund met de gezamenlijke campagne Word leerbedrijf, daar word je beter van die SterkTeam mede mogelijk heeft gemaakt en in juni van start is gegaan. Het campagnemateriaal voor het plaatsen van advertenties in regionale, lokale en vakbladen stellen we ook beschikbaar aan sectoren en regio’s om eigen bedrijven op te roepen leerbedrijf te worden. Bij het werven van bedrijven laten we zien waarom andere bedrijven ervoor kiezen om 10
leerbedrijf te zijn: •
intrinsieke motivatie om jongeren een kans te bieden en op te leiden; •
betrokkenheid bij de eigen branche en invloed op de opleiding van toekomstig personeel; •
goed voor de naamsbekendheid, het imago -­‐ je straalt professionaliteit en vakbe-­‐
kwaamheid uit -­‐ en daarmee de omzet van het bedrijf; •
instroom van nieuwe jonge mensen met actuele vakkennis, die relatief goedkoop zijn en die zorgen voor een open en dynamische sfeer en balans in het personeelsbestand; •
meer betrokkenheid en plezier van het eigen personeel door hen in te zetten als praktijkbegeleider, wat hen doorgroeimogelijkheden biedt en erkenning voor hun inzet. We benadrukken dat om leerbedrijf te worden een bedrijf geen lange, ingewikkelde of kostbare procedure hoeft te doorlopen. Na aanmelding op Stagemarkt.nl kijkt een adviseur van het kenniscentrum van de sector -­‐ de schakel tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt -­‐ of de werkzaamheden passen bij de opleiding van de student, of er een goede praktijkopleider aanwezig is en of de werkplek veilig is. Het afgeven van een erkenning duurt gemiddeld 10 dagen. Soms is extra training van de praktijkopleider nodig van ongeveer een dag. De kosten van de training, circa 500 euro, en latere bijscholing komen vaak voor rekening van het scholingsfonds van de sector. Nieuwe kansen grijpen we aan. Zo blijkt uit de bestandskoppeling tussen de op Stagemarkt.nl bekende leerbedrijven en de bedrijven ingeschreven bij de Kamer van Koophandel dat het toenemende aantal zzp’ers en kleine ondernemingen een goede bron is om uit te putten. In tegenstelling tot signalen uit de media kunnen zzp’ers wel degelijk leerbedrijf worden. Een op 11
de tien leerbedrijven is zzp’er. Dat is tien keer zoveel als vijf jaar geleden. Als bovendien meerdere zzp-­‐ers en kleine ondernemingen gezamenlijk een stage of leerbaan bieden en de inspanningen voor het begeleiden van een student verdelen, kunnen we nog meer jongeren in de praktijk opleiden. Voor de zomer willen we enkele van deze stagestraten op poten zetten. Bij zzp’ers en kleine ondernemingen uit sectoren als bijvoorbeeld de Kappersbranche, Detailhandel of Kleinschalig specialistisch vakmanschap biedt dit kansen. 10
Hagens, K., Kraaijvanger, H. (2011). Motieven en meerwaarde van opleiden onder leerbedrijven. Wehl: rijnland advies. 11
SBB. (december 2013). Barometer. 3 Van juni 2013 tot 1 maart 2014 zijn er 16.000 leerbedrijven bij gekomen. Het gaat om 13.120 nieuwe unieke leerbedrijven en 2.880 bestaande leerbedrijven die ook een erkenning hebben gekregen voor het opleiden voor een andere sector. Hiermee hebben we tegen de economische trend in het verlies van 10.900 unieke leerbedrijven met 13.300 erkenningen door bedrijfsbeëindiging, reorganisatie of faillissement kunnen compenseren. Vanaf maart doet Mirjam Sterk samen met sectoren en branches een extra beroep op bedrijven om leerbedrijf te worden en stages te bieden. De komende maanden starten namelijk veel jongeren hun zoektocht naar een stage. Het begin van een piekperiode. Dat zie je meestal ook terug in de jeugdwerkloosheidscijfers. Die stijgen in het 2e kwartaal. Voor het werven van nieuwe leerbedrijven stelt Mirjam Sterk het campagnemateriaal Word leerbedrijf, daar word je beter van ook beschikbaar aan gemeenten. Zo kunnen (nieuwe) wethouders van het campagnemateriaal gebruik maken om in hun lokale en regionale media bedrijven op te roepen om leerbedrijf te worden en stages te bieden. Dit ter ondersteuning van het eigen regionale beleid om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. Zo zetten veel regio’s vouchers in om bedrijven die stages bieden financieel tegemoet te komen. Ook zal Mirjam Sterk samen met minister Bussemaker op 14 april 2014 aanwezig zijn bij de uitreiking van de Prijs Beste Leerbedrijf en Prijs Beste Praktijkopleider van Nederland 2013 in hun branche(s). Er zijn namelijk geen betere ambassadeurs om nieuwe leerbedrijven te werven dan de beste leerbedrijven zelf. Uitgelicht: Felicitatie voor de erkenning van het 12.000e leerbedrijf Op 7 januari 2014 feliciteerde Mirjam Sterk leerbedrijf 'Tweewielers Noord' in Utrecht. Het bedrijf ontving de 12.000ste erkenning aan een leerbedrijf sinds de start van de campagne in juni 2013. Tweewielers Noord is opgezet door Issa Ghoula, een bevlogen ondernemer van Marokkaanse afkomst. Issa Ghoula kreeg van de gemeente Utrecht de kans om vanuit zijn werkloosheidssituatie zijn bedrijf als zzp’er op te bouwen. Nu begeleidt hij Yassin Brouwer, die de mbo-­‐opleiding tot serviceadviseur mobiliteitsbranche volgt. Issa Ghoula: “Yassin spreekt goed Engels en heeft op school veel kennis opgedaan van de inkoop. Daar kan ik met mijn bedrijf ook van leren en mijn inkoop verbeteren. Ik hoop dat ik Yassin straks een plek in mijn zaak kan geven.” Mirjam Sterk: “Het is goed om te zien dat zoveel zzp’ers en kleine ondernemers hun passie en vakkennis willen overdragen op de jongere generatie. Jongeren zijn de vakkrachten van morgen en brengen nieuwe energie en innovatieve ideeën naar bedrijven. Zo investeren zzp’ers en kleine ondernemers ook in de toekomst van hun eigen bedrijf en beroep.” Oproepen tot het melden van stagetekorten en helpen bij een oplossing Jongeren zijn zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stage of leerbaan. Zij kunnen daarbij gebruik maken van Stagemarkt.nl. Hier staan alle erkende leerbedrijven op die op dit moment een stage of leerbaan aanbieden. Stagemarkt.nl is ook beschikbaar als app voor smartphones en tablets en is ingepast in eigen de website van scholen. Docenten bereiden jongeren voor op hun stage of leerbaan, ondersteunen hen in hun zoektocht en zorgen voor 4 een goede match tussen student en bedrijf. Lukt het niet om een geschikte stage of leerbaan te vinden dan kunnen studenten, docenten of ouders dit melden bij het Meldpunt Stagetekorten op Stagemarkt.nl. Na de melding gaat een adviseur van het kenniscentrum met de school om tafel om het probleem te analyseren en een passende oplossing te vinden. Vanaf mei 2013 roept Mirjam Sterk -­‐ in de media, via nieuwsberichten van het onderwijs, via de kenniscentra en bij haar wekelijkse bezoeken aan de regio’s -­‐ scholen op bij problemen met het vinden van stages en leerbanen gebruik te maken van het Meldpunt Stagetekorten. Het meldpunt is een vangnet. Alleen als we weten waar problemen zich voordoen, kunnen we die helpen oplossen. Na een melding neemt het kenniscentrum contact op met de school. Scholen moeten namen en rugnummers aanleveren van de studenten die geen stage of leerbaan kunnen vinden. Om de juiste oplossing voor het probleem te bieden, willen we weten om welke studenten het gaat, welke opleiding zij volgen, in welke periode zij een stage of leerbaan nodig hebben en wat de reden is dat zij die nog niet hebben gevonden. De analyse met namen en rugnummers kan leiden tot drie verschillende oplossingen, die ook preventief worden ingezet: Oplossing 1: Jongeren beter voorbereiden Sommige jongeren lukt het niet om een stage of een leerbaan te bemachtigen omdat zij nog niet goed zijn voorbereid. Jongeren versturen meestal 50 tot 100 sollicitatiebrieven. Maar je kan nog zo goed zoeken, je presentatie moet ook goed zijn. Bedrijven leggen de lat steeds hoger. Ook stagiaires worden heel bewust gekozen. Het zijn mogelijke toekomstige werknemers. Het leerbedrijf wil een duidelijke meerwaarde zien. Om een goede match te krijgen worden meerdere studenten gevraagd op sollicitatiegesprek te komen. Of iemand wordt aangenomen is vooral afhankelijk van werknemersvaardigheden (soft skills). Breekt een bedrijf een stage voortijdig af, dan komt dat meestal door een gebrek aan motivatie van de 12
13
student. Vooral allochtone jongeren hebben meer moeite om een stageplaats te vinden. Zij moeten vaker solliciteren en hebben – naar eigen ervaring – ook vaker te maken met discriminatie of negatieve beeldvorming. Kan een jongere geen stage of leerbaan vinden omdat de jongere nog onvoldoende is voorbereid op de stage, dan is niet het bedrijfsleven maar de school aan zet. Zie verder School en Toekomst. Oplossing 2: Een rem zetten op de instroom in opleidingen met weinig kans op werk Sommige jongeren lukt het niet om een stage of leerbaan te vinden omdat zij gekozen hebben voor een opleiding waar de kans op werk slecht is. Bedrijven hebben simpelweg geen werk voor hen. Het aantal studenten in een opleiding is groter dan het absorptievermogen van het bedrijfsleven. Oftewel, het onderwijs sluit niet aan bij de behoefte van de arbeidsmarkt. Als sprake is van een structurele mismatch op de middenlange of langere termijn roepen we de school op in gesprek te gaan met de student om een andere studie te kiezen en dus op zoek te gaan naar een stage of leerbaan in een andere opleidingsrichting. Scholen hebben de verantwoordelijkheid om jongeren te begeleiden bij het maken van een goede keuze voor een 12
Hol, N. & Keuken, L. (2013). Nationaal Stage Onderzoek Studenten 2013. Culemborg: Stageplaza. Huijnk, W., Gijsberts, M., Dagevos, J. (2014). Jaarrapport integratie 2013. Participatie van migranten op de arbeidsmarkt. Den Haag: SCP; Hol, N. & Keuken, L. (2013). Nationaal Stage Onderzoek Studenten 2013. Culemborg: Stageplaza; JOB. (2013). JOB-­‐monitor 2012. Studententevredenheid in het mbo. Amsterdam: Jongeren Organisatie. 13
5 studie of loopbaan. Voor het voeren van ombuigingsgesprekken krijgen de scholen ook extra geld vanuit de Aanpak Jeugdwerkloosheid van het kabinet, het zogenaamde programma School Ex 2.0. Ook stimuleren we scholen om een verdere instroom van studenten in opleidingen met weinig kans op werk te voorkomen door met elkaar -­‐ scholen, bedrijfsleven, kenniscentrum en gemeenten -­‐ om tafel te gaan en tot afspraken te komen (zie box). Zie verder School en Toekomst. Uitgelicht: Numerus fixus voor opleiding jeugdzorg in regio Oost-­‐Utrecht Op 24 maart 2014 was Mirjam Sterk aanwezig bij een bijeenkomst van de mbo-­‐
scholen, het kenniscentrum, de gemeenten en het werkgeversservicepunt in de regio Amersfoort over de aanpak van de stage-­‐ en leerbanenproblematiek in onder andere de Jeugdzorg. Vanaf 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdzorg. Gemeenten krijgen hiervoor minder budget dan nu beschikbaar is. Dit leidt tot een afname van de werkgelegenheid met 25 tot 30 procent. Omdat ook het soort werk gaat veranderen, zijn bovendien medewerkers nodig met een hoger opleidingsniveau. In de regio Amersfoort is in deze sector nu al een tekort aan stages en leerbanen voor jongeren. Gelet op deze ontwikkelingen hebben de mbo-­‐scholen in de regio samen met het kenniscentrum, de gemeenten en het bedrijfsleven afgesproken om de instroom in de opleiding voor Jeugdzorg vanaf het schooljaar 2014/2015 te beperken tot twee klassen en om te buigen naar een HBO-­‐toeleidende opleiding. De leerbedrijven hebben toegezegd stageplaatsen te bieden voor de studenten uit deze twee klassen. Mirjam Sterk: “Ik vind het goed om te zien hoe de ROC’s in de regio Amersfoort hun verantwoordelijkheid nemen en niet meer studenten opleiden voor de Jeugdzorg dan dat er banen zijn. Door de decentralisatie van de Jeugdzorg staan veel banen op de tocht. Door een numerus fixus in te stellen voorkomen we stagetekorten en leiden we jongeren niet op voor werkloosheid.” Oplossing 3: Gericht nieuwe stageplekken werven en creëren Als een student wel goed voorbereid is en heeft gekozen voor een opleiding met goede kansen op werk, maar geen stage of leerbaan kan vinden door een gebrek aan aanbod, dan zoeken we nieuwe stages en leerbanen. Dit doen de kenniscentra door gericht te kijken bij bestaande leerbedrijven of zij (meer) stages of leerbanen kunnen bieden en door zo nodig nieuwe leerbedrijven te werven met mailings, inzet van social media, advertenties en door langs te gaan bij bedrijven. Ook zoeken we slimme oplossingen. Zo creëren we duostageplekken bij bedrijven. Dit doen we onder andere in de Zorg, de Bouw en de Carrosserie. Bij een duostage lopen studenten iets minder dagen stage, zodat ze een stageplek bij een bedrijf kunnen delen of lopen ze stage bij meerdere vestigingen van een bedrijf. Ook brengen we de mogelijkheden die er zijn om bedrijven financieel tegemoet te komen onder de aandacht: subsidies van de Rijksoverheid en 6 vouchers van gemeenten, als onderdeel van de regionale Aanpak Jeugdwerkloosheid. Daarnaast gaan we met gemeenten in gesprek over de inzet van social return, zodat bedrijven gestimuleerd worden stageplekken te bieden als ze in aanmerking willen komen voor opdrachten van de gemeente, bijvoorbeeld de renovatie van scholen en overheidsgebouwen. En we realiseren meer stageplekken door ook de weekenden en de vakantieperiode te benutten bij bedrijven waar het werk gewoon door gaat, zoals in de Detailhandel, Horeca en Toerisme of de Zorg. Kan er echt geen stageplek gevonden worden bij een bedrijf, dan wordt er gekeken of praktijksimulatie als uitzonderingsmaatregel mogelijk is. De sector moet deze uitzonderingssituatie wel goedkeuren. De locatie van de praktijksimulatie krijgt dan als crisismaatregel een tijdelijke erkenning. Uitgelicht: Wijkleerbedrijf in 15 gemeenten Bij een WijkLeerbedrijf worden buurtbewoners die wat extra handjes kunnen gebruiken thuis geholpen door studenten van niveau 1 en 2 van de mbo-­‐opleiding Zorg en Welzijn. Dit zijn vaak kwetsbare studenten die veel begeleiding nodig hebben en die moeilijk een stageplaats kunnen vinden. Bij het WijkLeerbedrijf kunnen de studenten hun diploma halen, zodat ze kunnen doorstromen naar niveau 3. Hiermee maken ze later meer kans op een baan in de Zorg. De zorginstelling in de wijk is hun vaste honk, daar worden zij voorbereid en begeleid. Ook voor de buurt is het WijkLeerbedrijf een aanwinst. Bewoners kunnen langer zelfstandig wonen en formele zorgkosten worden bespaard. Het WijkLeerbedrijf zorgt voor sociale cohesie en levendigheid in de buurt. Het WijkLeerbedrijf speelt zo in op recente politieke ontwikkelingen: het aanpakken van de jeugdwerkloosheid, de decentralisatie van de Zorg en het vormgeven van de participatiemaatschappij. In 15 gemeenten hebben scholen, zorginstellingen, het kenniscentrum en de gemeente WijkLeerbedrijven opgezet: Leeuwarden, Zwolle, Hengelo, Veenendaal, Amersfoort, Utrecht, Haarlem, Den Haag, Leiden, Rotterdam (3x), Uden, Tilburg en Eindhoven. Mirjam Sterk bezocht enkele WijkLeerbedrijven en ondersteunt de verdere uitrol van het innovatieve concept. Mirjam Sterk: “Het WijkLeerbedrijf is de plek waar jong en oud elkaar ontmoeten en elkaar verder helpen. Jongeren krijgen een opleiding. Ouderen krijgen zorg. Een mooi initiatief, met goede resultaten -­‐ een slagingspercentage van 80% -­‐ en maatschappelijk rendement!” Na de oproep van Mirjam Sterk in mei 2013 om stagetekorten te melden verdubbelde in drie maanden tijd het aantal meldingen. In het schooljaar 2013/2014 (van september 2013 tot maart 2014) hebben 13 scholen 483 stagetekorten gemeld. Op alle gemelde stagetekorten is actie ondernomen. De oproep heeft bovendien een impuls gegeven aan het overleg tussen scholen, bedrijfsleven, kenniscentra en gemeenten in de regio over de verwachte aantallen studenten, de behoefte en het absorptievermogen van bedrijven en de stagerijpheid van studenten. Zo kunnen we stagetekorten voorkomen. 7 Nu de komende tijd veel studenten op zoek gaan naar een stage zullen wellicht weer meer meldingen binnen komen. Mirjam Sterk zal bij haar bezoeken aan de arbeidsmarktregio’s komende maanden een vinger aan de pols houden. Zo ook in Brabant, waar al tekorten gemeld zijn en waar zij op 16 april een conferentie bijwoont van Pact Brabant, het samenwerkingsverband van werknemers, werkgevers, onderwijsinstellingen, UWV, gemeenten en de provincie. Werven van extra leerbanen SterkTeam werkt sinds de zomer van 2013 samen met Samenwerking Beroepsonderwijs en bedrijfsleven (SBB) en de samenwerkende kenniscentra in het kader van het stage-­‐ en leerbanenoffensief en het actieteam crisisbestrijding om bedrijven en sectoren te stimuleren de €600 miljoen, die het kabinet heeft gereserveerd als cofinanciering voor de sectorplannen, ook in te zetten voor het realiseren van extra leerbanen. SterkTeam weet zich bij haar inspanningen gesteund door de afspraak in het Herfstakkoord dat tenminste een derde van de €600 miljoen wordt ingezet voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid. Daarnaast krijgt een bedrijf vanaf 1 januari 2014 ook een deel van de kosten voor de begeleiding van de jongere vergoed vanuit de Subsidieregeling praktijkleren van het ministerie van OCW (maximaal €2.700 per leerbaan). Op de Jeugdtop van 7 oktober 2013 hebben 14 sectoren en 3 bedrijven(koepels) -­‐ McDonald’s, Philips en Brainport Industries (80 toeleveranciers in de hightech maakindustrie in Brabant) -­‐ in aanwezigheid van premier Rutte, minister Asscher, minister Bussemaker en Mirjam Sterk minstens 10.000 extra leerbanen toegezegd. Zij dienden als een goed voorbeeld voor andere sectoren. Aan de Jeugdtop ging een bezoek aan sectoren en bedrijven en een werksessie van SterkTeam vooraf. Een sessie waarin sectoren de mogelijkheden voor extra leerbanen verkenden en elkaar inspireerden met creatieve oplossingen. Bijvoorbeeld jongeren het eerste jaar de meer theoretische opleiding, de BOL, laten volgen en het tweede jaar laten instromen in een leerbaan, zodat jongeren meer praktijkuren krijgen dan bij een volledige overstap naar de BOL. De werksessie bracht ook knelpunten in de Regeling cofinandiering sectorplannen aan het licht. Met hulp van SterkTeam is de Regeling cofinanciering sectorplannen aangepast (verduidelijkt en verruimd): maximering van de bijdrage aan de loonkosten van een jongere met een leerbaan en cofinanciering voor de volledige duur van de leerbaan. In maart 2013 hebben van de sectoren die 7 oktober aanwezig waren vier sectoren een beschikking/voornemensbrief op het ingediende sectorplan ontvangen. In totaal is nu financiering toegezegd voor ruim 6.600 extra leerbanen. Bouw en Infra: 2.500 extra leerbanen, 2.500 leermeesters ouder dan 55 jaar behouden als leermeester om de jongeren te begeleiden. Schilderen & Onderhoud en afbouw: 1.335 extra leerbanen, 50 workshops voor in totaal 800 werknemers om de jongeren te begeleiden. Procestechniek: 750 extra leerbanen, versneld opleiden van 200 werkloze jongeren met baangarantie. Transport en Logistiek: 1.250 extra leerbanen, vergroten kwaliteit 1.283 praktijkopleiders door middel van tweedaagse trainingen. McDonald’s, Philips en Brainport Industries bieden extra leerbanen zonder gebruik te maken van de cofinanciering vanuit de sectorplannen. Gezamenlijk zijn zij goed voor 794 extra leerbanen. Als sectorplannen zijn goedgekeurd, verkent SterkTeam met sectoren en regio’s hoe zij de extra leerbanen voor jongeren bij bedrijven willen realiseren. 8 Ook stimuleert SterkTeam sectoren die nog geen sectorplan hebben ingediend, gebruik te maken van de tweede indieningstermijn die vanaf 1 april 2014 van start gaat. De werving van nieuwe leerbanen moet uiteindelijk leiden tot meer kansen op leerbanen voor studenten die komend schooljaar met hun mbo-­‐opleiding willen starten. De zoektocht naar leerbanen kent zijn piek in het derde kwartaal van het jaar. Dit zien we ook terug in de stijging van de jeugdwerkloosheidscijfers, in combinatie met het aantal afgestudeerden dat na de vakantie op zoek gaat naar een baan. SterkTeam gaat de komende maanden op pad langs sectoren en bedrijven om zoveel mogelijk extra leerbanen bij werkgevers in de praktijk te realiseren. Uitgelicht: Bouw en Infra van start met realisatie extra leerbanen Om het verwachte tekort aan vakkrachten aan te pakken hebben de samenwerkende partners in het goedgekeurde sectorplan Bouw en Infra afgesproken om 2.500 extra leerbanen te creëren en 2.500 leermeesters ouder dan 55 jaar te behouden als leermeester om de leerlingen te begeleiden en vakkennis over te dragen. Aannemers en opdrachtgevers kunnen de extra leerbanen realiseren door bijvoorbeeld een bouwproject uit te voeren als leerlingbouwplaats. Op een leerlingbouwplaats voeren leerlingen met een leerbaan de werkzaamheden uit onder begeleiding van leermeesters. Mirjam Sterk heeft al verschillende leerlingbouwplaatsen bezocht. Onlangs nog op 25 maart 2014 in Oss. Mirjam Sterk werd daar door Bouwend Nederland en Fundeon bijgepraat over de uitvoering van het sectorplan. Mirjam Sterk: “Het is mooi om te zien hoe Bouw en Infra investeert in extra leerbanen voor jongeren. Trekt de economie weer aan, dan profiteert de Bouw daar snel van. Een investering in leerbanen nu, is een investering in de toekomst. De toekomst van de jongere, de toekomst van de bedrijven en de toekomst van de Nederlandse economie.” 9