IB-tekst PDF - CBG-MEB

Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
1.
Page 1
1311-v4
juni 2014
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Rocuroniumbromide Sandoz 10 mg/ml, oplossing voor injectie/concentraat voor oplossing
voor infusie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke ml oplossing bevat 10 mg rocuroniumbromide.
Elke injectieflacon van 5 ml bevat 50 mg rocuroniumbromide.
Elke injectieflacon van 10 ml bevat 100 mg rocuroniumbromide.
Hulpstof(fen) met bekend effect: 0,07 (1,6 mg) mmol natrium (als NaCl) per ml.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie/concentraat voor oplossing voor infusie.
Heldere, kleurloze tot geel/oranje oplossing (pH ongeveer 4).
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Rocuroniumbromide wordt gebruikt bij volwassenen en pediatrische patiënten (van à terme
neonaten tot adolescenten [0 tot 18 jaar]) als adjuvans bij algemene anesthesie ter
vergemakkelijking van tracheale intubatie gedurende routine-inductie, en voor het verkrijgen
van algemene spierverslapping gedurende chirurgische ingrepen. Bij volwassenen wordt
rocuroniumbromide tevens gebruikt ter vergemakkelijking van tracheale intubatie gedurende
spoedinductie en als adjuvans op de Intensive Care ter vergemakkelijking van tracheale
intubatie en kunstmatige beademing.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
Zoals voor andere neuromusculair blokkerende stoffen, mag rocuroniumbromide uitsluitend
worden toegediend door, of onder toezicht van een ervaren arts die bekend is met de
werking en het gebruik van deze stoffen.
Evenals voor alle andere neuromusculair blokkerende stoffen, dient de dosering van
rocuroniumbromide voor elke patiënt afzonderlijk te worden bepaald. De gebruikte
anesthesiemethode en de verwachte duur van de ingreep, de wijze van sedering en de
verwachte duur van kunstmatige beademing, de mogelijke interactie met andere
geneesmiddelen die tegelijkertijd worden toegediend, en de toestand van de patiënt moeten
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Page 2
1311-v4
juni 2014
in acht worden genomen bij het bepalen van de dosis. Het gebruik van een geschikte
neuromusculaire monitortechniek wordt aanbevolen om de neuromusculaire blokkade en het
herstel van de spierfunctie vast te stellen.
Inhalatie-anesthetica versterken de neuromusculair blokkerende werking van
rocuroniumbromide. Deze versterking wordt pas klinisch relevant in de loop van de
anesthesie wanneer de inhalatie-anesthetica de voor interactie benodigde
weefselconcentraties hebben bereikt. Daarom dienen bij ingrepen onder inhalatieanesthesie die langer duren dan 1 uur, lagere onderhoudsdoses rocuroniumbromide met
minder frequente intervallen te worden toegediend of moet de infusiesnelheid worden
verlaagd (zie rubriek 4.5).
Bij volwassenen kunnen de volgende doseringsaanbevelingen dienen als algemene richtlijn
voor endotracheale intubatie en spierrelaxatie bij kort- tot langdurende chirurgische ingrepen
en voor gebruik in de ICU.
Chirurgische ingrepen
Endotracheale intubatie
Tijdens standaardnarcose is de gebruikelijke dosis rocuroniumbromide bij intubatie 0,6
mg/kg, waarna bij nagenoeg alle patiënten binnen 60 seconden goede intubatiecondities
worden bereikt. Ter vergemakkelijking van tracheale intubatie gedurende spoedinductie van de
anesthesie wordt 1,0 mg/kg rocuroniumbromide aanbevolen, waarna eveneens binnen 60
seconden adequate intubatiecondities worden bereikt in bijna alle patiënten. Wanneer een
dosering van 0,6 mg/kg rocuroniumbromide wordt toegepast gedurende spoedinductie van
anesthesie, dan wordt geadviseerd om pas 90 seconden na toediening van rocuroniumbromide
de patiënt te intuberen.
Voor gebruik van rocuroniumbromide gedurende spoedinductie van anesthesie bij patiënten
die sectio caesarea ondergaan, zie rubriek 4.6.
Hogere dosering
Mocht er reden zijn voor de keuze van een hogere dosering: aan patiënten zijn initiële
doseringen tot 2 mg/kg rocuroniumbromide gegeven zonder dat nadelige cardiovasculaire
effecten zijn waargenomen. Het gebruik van een hogere dosering verkort de aanvangstijd en
verlengt de werkingsduur (zie rubriek 5.1).
Onderhoudsdosering
De aanbevolen onderhoudsdosis is 0,15 mg/kg rocuroniumbromide. Bij langdurige
inhalatieanesthesie dient de dosis te worden verlaagd tot 0,075 – 0,1 mg/kg
rocuroniumbromide. De onderhoudsdoses kunnen het best worden toegediend wanneer de
spierrespons tot 25% van de controlewaarde is hersteld, of wanneer er 2 tot 3 responsen
aanwezig zijn op train-of-four -stimulatie.
Continue infusie
Wanneer rocuroniumbromide via continue infusie wordt toegediend, wordt aanbevolen om te
beginnen met een bolus van 0,6 mg/kg rocuroniumbromide, en met het infuus te starten
wanneer de spierrespons zich begint te herstellen. De infusiesnelheid dient zodanig te
worden afgesteld dat de spierrespons wordt gehandhaafd op 10% van de controlewaarde, of
1 of 2 responsen op de TOF-stimulatie aanwezig blijven. Bij volwassenen onder
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Page 3
1311-v4
juni 2014
intraveneuze anesthesie bedraagt de infusiesnelheid die nodig is voor het handhaven van de
neuromusculaire blokkade op dit niveau 0,3 – 0,6 mg/kg/uur (300-600 microgram/kg/uur), en
onder inhalatieanesthesie 0,3 – 0,4 mg/kg/uur. Voortdurende controle van de
neuromusculaire blokkade is essentieel, aangezien de vereiste infusiesnelheid van patiënt
tot patiënt verschilt en per gebruikte anesthesietechniek.
Pediatrische patiënten
Voor neonaten (0-27 dagen), zuigelingen (28 dagen – 2 maanden), peuters (3-23 maanden),
kinderen (2 – 11 jaar) en jongeren (12 – 17 jaar) is zowel de aanbevolen intubatiedosis
tijdens standaardnarcose als de onderhoudsdosering gelijk aan die voor volwassenen.
Bij neonaten en zuigelingen zal de werkingsduur van de enkele intubatiedosis echter langer
zijn dan bij kinderen (zie rubriek 5.1).
Voor continue infusie in de pediatrie zijn de infusiesnelheden, behalve voor kinderen (2 – 11
jaar), dezelfde als die voor volwassenen. Voor kinderen van 2-11 jaar kunnen hogere
infusiesnelheden nodig zijn.
Voor kinderen (2-11 jaar) worden dezelfde initiële infusiesnelheden aanbevolen als voor
volwassenen; deze dienen zodanig te worden aangepast dat tijdens de ingreep een
spierrespons wordt gehandhaafd van 10% van de controlewaarde, of dat er 1 of 2
responsen op TOF-stimulatie worden gehandhaafd.
De ervaring met rocuroniumbromide tijdens spoedinleiding van de narcose bij pediatrische
patiënten is beperkt. Rocuroniumbromide wordt daarom niet aanbevolen ter
vergemakkelijking van endotracheale intubatie tijdens spoedinleiding bij pediatrische
patiënten.
Oudere patiënten en patiënten met een aandoening van de lever en/of galwegen en/of
nierfalen
Bij standaardnarcose is de gebruikelijke intubatiedosis voor oudere patiënten en patiënten
met een aandoening van de lever en/of galwegen en/of nierfalen 0,6 mg/kg
rocuroniumbromide. Een dosis van 0,6 mg/kg dient te worden overwogen voor
spoedinleiding bij patiënten bij wie een verlengde werkingsduur wordt verwacht. Ongeacht
de gebruikte narcosemethode is de aanbevolen onderhoudsdosis voor deze patiënten 0,075
– 0,1 mg/kg rocuroniumbromide, en de aanbevolen infusiesnelheid 0,3 – 0,4 mg/kg/uur (zie
ook Continue infusie).
Patiënten met overgewicht en obesitas
Bij gebruik bij patiënten met overgewicht of bij obese patiënten (gedefinieerd als patiënten
met een lichaamsgewicht van 30% of meer boven het ideale lichaamsgewicht) dienen de
doses te worden verlaagd, waarbij moet worden uitgegaan van een ideaal lichaamsgewicht.
Gebruik in de Intensive Care
Endotracheale intubatie
Voor endotracheale intubatie dienen dezelfde doses te worden gebruikt als hierboven zijn
vermeld bij chirurgische ingrepen.
Onderhoudsdosering
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Page 4
1311-v4
juni 2014
Het gebruik van een initiële bolusdosis van 0,6 mg/kg rocuroniumbromide wordt aanbevolen,
gevolgd door een continu infuus zodra de spierrespons zich tot 10 % hersteld heeft, of wanneer
1 tot 2 responsen op TOF-stimulatie aanwezig zijn. De dosering dient altijd te worden aangepast
op basis van het effect in de individuele patiënt. De aanbevolen initiële infusiesnelheid voor
volwassenen om 80–90 % neuromusculaire blokkade (1 tot 2 responsen op TOF-stimulatie) te
verkrijgen is 0,3-0,6 mg/kg/uur gedurende de eerste uren van toediening. De infusiesnelheid
dient te worden verminderd gedurende de daaropvolgende 6 tot 12 uren, afhankelijk van de
individuele respons. Hierna blijven de doseringsbehoeften redelijk constant.
Een grote variabiliteit in infusiesnelheden werd gezien in klinische studies. De gemiddelde
infusiesnelheid varieerde van 0,2-0,5 mg/kg/uur, afhankelijk van de aard en mate van
orgaanfalen, bijkomende medicatie en de toestand van de individuele patiënt. Om optimaal aan
de behoefte van de individuele patiënt tegemoet te komen, wordt sterk aanbevolen de
neuromusculaire blokkade te monitoren. Toediening gedurende maximaal 7 dagen is
onderzocht.
Speciale populaties
rocuroniumbromide wordt niet aanbevolen voor de vergemakkelijking van kunstmatige
beademing bij pediatrische en geriatrische patiënten vanwege een gebrek aan kennis over
veiligheid en effectiviteit.
Wijze van toediening
Rocuroniumbromide wordt intraveneus toegediend, hetzij als bolusinjectie, hetzij als
continue infusie (zie rubriek 6.6).
De oplossing voor injectie/het concentraat voor oplossing voor infusie moet voor gebruik
visueel worden geïnspecteerd. De oplossing mag uitsluitend worden gebruikt als deze helder
is en vrij van zichtbare deeltjes.
4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor rocuronium of het bromide-ion of voor één van de in rubriek 6.1
vermelde hulpstoffen.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Rocuroniumbromide mag uitsluitend worden toegediend door een arts die vertrouwd is met
het gebruik van neuromusculair blokkerende middelen, en uitsluitend wanneer
mogelijkheden voor mechanische beademing, toediening van zuurstof en endotracheale
intubatie voor onmiddellijk gebruik beschikbaar zijn.
Aangezien rocuroniumbromide verlamming van de ademhalingsspieren veroorzaakt, is
mechanische beademing voor patiënten die met dit geneesmiddel worden behandeld een
vereiste, totdat de spontane ademhaling voldoende is hersteld. Zoals met alle
neuromusculair blokkerende stoffen, is het belangrijk om voorbereid te zijn op problemen bij
de intubatie, vooral als onderdeel van een spoedinleiding.
Zoals voor andere neuromusculair blokkerende stoffen, is restcurarisatie gerapporteerd bij
gebruik van rocuroniumbromide. Om complicaties voortvloeiend uit restcurarisatie te voorkomen,
wordt aanbevolen om alleen te extuberen nadat de patiënt voldoende is hersteld van het
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Page 5
1311-v4
juni 2014
neuromusculaire blok. Andere factoren die restcurarisatie zouden kunnen veroorzaken na
extubatie in de post-operatieve fase (zoals geneesmiddelinteracties of toestand van de patiënt)
dienen ook in overweging te worden genomen. Indien het gebruik van een blokkade opheffend
middel (zoal sugammadex of acetylcholinesteraseremmers) niet standaard wordt toegepast,
dient het gebruik hiervan overwogen te worden, vooral in die gevallen waar het waarschijnlijk is
dat restcurarisatie zal optreden.
Er kunnen na de toediening van neuromusculair blokkerende middelen anafylactische
reacties optreden. Er dienen altijd voorzorgsmaatregelen voor de behandeling van dergelijke
reacties te worden genomen, vooral in geval van eerdere anafylactische reacties op
neuromusculair blokkerende middelen. Aangezien er allergische kruisreactiviteit voor
neuromusculair blokkerende middelen is gemeld, moeten er speciale voorzorgen worden
getroffen.
Rocuroniumbromide kan de hartfrequentie verhogen.
In het algemeen is er na langdurig gebruik van neuromusculair blokkerende middelen in de
intensive care unit een verlenging van de paralyse en/of zwakte van de skeletspieren
gemeld. Om een mogelijke verlenging van de neuromusculaire blokkade en/of overdosering
uit te sluiten wordt dringend aangeraden de neuromusculaire prikkeloverdracht tijdens het
gebruik van neuromusculair blokkerende middelen voortdurend te controleren. Bovendien
moeten de patiënten voldoende pijnbestrijding en sedatie krijgen. Daarnaast moeten
neuromusculair blokkerende middelen bij de individuele patiënt op geleide van hun effect
worden getitreerd door of onder toezicht van ervaren artsen die bekend zijn met de werking
ervan en met geschikte neuromusculaire controletechnieken.
Na langdurig gebruik van andere niet-depolariserende neuromusculair blokkerende stoffen in
combinatie met corticosteroïden op de Intensive Care is frequent myopathie gemeld. Daarom
moet de periode van gebruik van spierverslappers zoveel mogelijk worden beperkt bij patiënten
die zowel spierverslappers als corticosteroïden krijgen.
Indien suxamethonium wordt gebruikt voor de intubatie, is het aan te raden dat
rocuroniumbromide pas wordt toegediend als de patiënt is hersteld van de neuromusculaire
blokkade van suxamethonium.
De volgende aandoeningen kunnen de farmacokinetiek en/of farmacodynamiek
van rocuroniumbromide beïnvloeden:
Aandoeningen van de lever en/of galwegen en nierfalen
Aangezien rocuronium in urine en gal wordt uitgescheiden moet het met voorzichtigheid
worden gebruikt bij patiënten met klinisch significante lever- en/of galaandoeningen en/of
nierfalen. Bij deze categorieën patiënten is een verlengde werkingsduur waargenomen bij
doses van 0,6 mg/kg rocuroniumbromide.
Verlengde circulatietijd
Aandoeningen die gepaard gaan met een verlengde circulatietijd, zoals cardiovasculaire
aandoeningen, hoge leeftijd en oedeem kunnen bijdragen aan een langzamer intredende
werking met als gevolg een toegenomen distributievolume. De werkingsduur kan ook
verlengd zijn vanwege een verlaagde plasmaklaring.
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Page 6
1311-v4
juni 2014
Neuromusculaire aandoeningen
Zoals alle neuromusculair blokkerende middelen dient rocuroniumbromide met uiterste
voorzichtigheid te worden gebruikt bij patiënten met een neuromusculaire aandoening of na
poliomyelitis, aangezien de respons op neuromusculair blokkerende middelen in deze
gevallen aanzienlijk veranderd kan zijn. De omvang en aard van deze verandering kunnen
sterk variëren. Bij patiënten met myasthenia gravis of met het myasthenisch syndroom
(Eaton-Lambert) kunnen kleine doses rocuroniumbromide een krachtige uitwerking hebben
en dient de dosis rocuroniumbromide te worden getitreerd op geleide van de respons.
Hypothermie
Bij chirurgische ingrepen onder hypothermische omstandigheden is de neuromusculair
blokkerende werking van rocuroniumbromide versterkt en de werkingsduur verlengd.
Obesitas
Zoals alle neuromusculair blokkerende middelen kan rocuroniumbromide bij obese patiënten
een verlengde werkingsduur vertonen en een vertraagd spontaan herstel veroorzaken
wanneer de toegediende doses worden berekend op basis van het feitelijke
lichaamsgewicht.
Brandwonden
Van patiënten met brandwonden is bekend dat zij resistentie kunnen ontwikkelen tegen nietdepolariserende neuromusculair blokkerende middelen. Aanbevolen wordt om de dosis te
titreren op geleide van de respons.
Aandoeningen die de effecten van rocuroniumbromide kunnen versterken
Hypokaliëmie (bijvoorbeeld na hevig braken, diarree en behandeling met diuretica),
hypermagnesiëmie, hypocalciëmie (na omvangrijke transfusies), hypoproteïnemie,
dehydratie, acidose, hypercapnie, cachexie.
Ernstige verstoringen van de elektrolytenbalans, wijziging van de pH van het bloed of
dehydratie dienen daarom, waar mogelijk, te worden gecorrigeerd.
Bijzondere waarschuwingen met betrekking tot de hulpstoffen
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per injectieflacon (zie rubriek 2)
en is daarmee in feite ‘natriumvrij’.
4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Van de volgende middelen is aangetoond dat zij de intensiteit en/of duur van de werking van
niet-depolariserende neuromusculair blokkerende middelen beïnvloeden.
Effect van andere geneesmiddelen op rocuroniumbromide
Versterkt effect:
 gehalogeneerde vluchtige anesthetica versterken het neuromusculaire blok van
rocuroniumbromide. Het effect wordt pas duidelijk bij onderhoudsdosering (zie rubriek
4.2). Opheffing van het blok met acetylcholinesteraseremmers kan ook geremd zijn.
 voorafgaande toediening van suxamethonium (zie rubriek 4.4).
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics

Page 7
1311-v4
juni 2014
langdurig gebruik van corticosteroïden en rocuroniumbromide op de Intensive Care kan
resulteren in een verlengd neuromusculair blok of myopathie (zie rubrieken 4.4 en 4.8)
Andere geneesmiddelen:
 antibiotica: aminoglycoside- en polypeptideantibiotica, lincosamide- en acylaminopenicilline antibiotica.
 diuretica, kinidine en zijn isomeer kinine, magnesiumzouten, calciumantagonisten,
lithiumzouten, lokale anesthetica (intraveneus lidocaïne en epiduraal bupivacaïne) en
acute toediening van fenytoïne of β- receptorblokkerende stoffen.
Recurarisatie is gemeld na post-operatieve toediening van aminoglycoside-, lincosamide-,
polypeptide- en acylamino-penicilline-antibiotica, kinidine, kinine en magnesiumzouten (zie
rubriek 4.4).
Verminderd effect:
 voorafgaande chronische toediening van corticosteroïden, fenytoïne of carbamazepine.
 proteaseremmers (gabexaat, ulinastatine).
Wisselend effect:
 toediening van andere niet-depolariserende neuromusculair blokkerende
middelelen in combinatie met rocuroniumbromide kan een versterking of
vermindering van het neuromusculaire blok geven, afhankelijk van de volgorde
van toediening en welke neuromusculair blokkerende stof wordt gebruikt.
 suxamethonium, na de toediening van rocuroniumbromide gegeven, kan een
versterking of een vermindering van het neuromusculair blokkerend effect
veroorzaken.
Effect van rocuroniumbromide op andere geneesmiddelen:
 rocuroniumbromide in combinatie met lidocaïne kan resulteren in een meer direct effecht
van lidocaïne.
Pediatrische patiënten:
Er is geen formeel onderzoek naar interacties uitgevoerd. Bij pediatrische patiënten dient
ook rekening te worden gehouden met bovengenoemde interacties voor
volwassenen en de bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik van deze
middelen (zie rubriek 4.4).
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn geen klinische gegevens over het gebruik van rocuroniumbromide bij
zwangere vrouwen. Dierstudies wijzen niet op een direct of indirect nadelig effect op
zwangerschap, embryo- en foetusontwikkeling, bevalling of postnatale ontwikkeling.
Voorzichtigheid is geboden bij het gebruik van rocuroniumbromide bij zwangere vrouwen.
Sectio Caesarea
Rocuroniumbromide kan worden gebruikt bij een spoedinductie van anesthesie bij patiënten
die sectio caesarea ondergaan, mits er geen moeilijkheden bij intubatie worden verwacht en
mits er een adequate dosis van het anestheticum is toegediend of suxamethonium is
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Page 8
1311-v4
juni 2014
gebruikt bij de intubatie. Er is aangetoond dat doseringen van 0,6 mg.kg-1
rocuroniumbromide veilig gebruikt kunnen worden bij sectio caesarea.
Rocuroniumbromide heeft geen invloed op de Apgar score, foetale spierspanning of
cardiorespiratoire aanpassing. In bloedmonsters uit de navelstreng is aangetoond dat
slechts beperkte hoeveelheden rocuroniumbromide de placenta passeren, wat geen
klinische bijwerkingen in de pasgeborene tot gevolg heeft.
Let op:
Opmerking 1: Doseringen van 1,0 mg/kg zijn onderzocht gedurende spoedinductie van
anesthesie, maar niet bij patiënten die sectio caesarea ondergaan. Daarom wordt bij deze
patiënten slechts een dosis van 0,6 mg/kg aanbevolen.
Opmerking 2: Omdat magnesiumzouten de neuromusculaire blokkade versterken, kan na
toediening van neuromusculair blokkerende stoffen de opheffing van de neuromusculaire
blokkade vertraagd of onvoldoende zijn bij patiënten die wegens zwangerschapstoxicose
worden behandeld met magnesiumzouten. Daarom dient de dosering van
rocuroniumbromide bij deze patiënten te worden verlaagd en te worden getitreerd op geleide
van de verkregen spierrespons.
Borstvoeding
Het is niet bekend of rocuroniumbromide wordt uitgescheiden in moedermelk. Dierproeven
laten niet significante niveaus van rocuroniumbromide in de moedermelk zien.
Rocuroniumbromide mag uitsluitend worden toegediend aan vrouwen die borstvoeding
geven indien de behandelende arts beslist dat de voordelen opwegen tegen de mogelijke
risico's.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Omdat rocuroniumbromide bij algemene anesthesie wordt gebruikt, moeten voor
ambulante patiënten de voorzorgsmaatregelen worden genomen die gebruikelijk zijn
na algemene anesthesie.
4.8
Bijwerkingen
De meest voorkomende bijwerkingen omvatten pijn/reactie rond de injectieplaats,
veranderingen in vitale functies en verlengd neuromusculair blok. De frequentst
gerapporteerde ernstige bijwerking gedurende post-marketingsurveillance is ‘anafylactische
en anafylactoïde reacties’ en verwante symptomen. Zie ook de uitleg onder de tabel.
MedDRA
Systeem/orgaanklassen
(MedDRA versie 8.1)
Immuunsysteemaandoeningen
Zenuwstelselaandoeningen
Hartaandoeningen
MedDRA voorkeursterm1
Soms/zelden2 (<1/100,
≥1/10.000)
Zeer zelden (<1/10.000)
Overgevoeligheid
Anafylactische reactie
Anafylactoïde reactie
Anafylactische shock
Anafylactoïde shock
Slappe paralyse
Tachycardie
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Bloedvataandoeningen
Hypotensie
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en
mediastinumaandoeningen
Huid- en onderhuidaandoeningen
Skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen
Algemene aandoeningen en
toedieningsplaatsstoornissen
Letsels, intoxicaties en
verrichtingencomplicaties
Geneesmiddel ineffectief
geneesmiddeleffect/
verlaagde therapeutische
respons
geneesmiddeleffect/
verhoogde therapeutische
respons
Injectieplaatspijn
Injectieplaatsreactie
Verlengd neuromusculair
blok
Vertraagd herstel na
anesthesie
Page 9
1311-v4
juni 2014
Circulatoire collaps en
shock
Blozen
Bronchospasme
Angioneurotisch oedeem
Urticaria
Huiduitslag
Erythemateuze
huiduitslag
3
Spierzwakte
Steroïd myopathie 3
Gezichtsoedeem
Luchtwegcomplicatie van
anesthesie
1
Frequenties zijn geschat op basis van post-marketingsurveillance meldingen en
gegevens uit de algemene literatuur.
2
Exacte frequenties kunnen niet verkregen worden uit post-marketingsurveillance
gegevens en daarom is de meldingsfrequentie opgesplitst in 2 categorieën in plaats van
5.
3
Na langdurig gebruik op de Intensive Care.
Anafylaxie
Er is, hoewel zeer zelden melding gemaakt van ernstige anafylactische reacties op
neuromusculair blokkerende middelen, waaronder rocuroniumbromide.
Anafylactische/anafylactoïde reacties omvatten symptomen zoals bronchospasme,
cardiovasculaire veranderingen (bijv. hypotensie, tachycardie en circulatoire collaps/shock)
en cutane veranderingen (bijv. angio-oedeem en urticaria). Deze reacties waren in sommige
gevallen fataal. Vanwege de mogelijke ernst van deze reacties dient men er altijd op
bedacht te zijn dat ze kunnen optreden en moet men de nodige voorzorgsmaatregelen
nemen.
Aangezien bekend is dat neuromusculair blokkerende middelen het vrijkomen van histamine
kunnen veroorzaken, zowel lokaal als systemisch, moet men bij de toediening van deze
geneesmiddelen altijd bedacht zijn op het mogelijk optreden van jeuk en erythemateuze
reacties op de injectieplaats en/of gegeneraliseerde histaminoïde (anafylactoïde) reacties
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Page 10
1311-v4
juni 2014
(zie ook hierboven onder 'Anafylaxie'). In klinisch onderzoek is er slechts een geringe
toename van de gemiddelde histaminewaarden in het plasma waargenomen na snelle
toediening van een bolus van 0,3 – 0,9 mg rocuroniumbromide per kg.
Verlengde neuromusculaire blokkade
De meest frequente bijwerking van neuromusculair blokkerende stoffen als klasse bestaat
uit een langer dan noodzakelijke verlenging van de farmacologische werking. Dit kan
variëren van skeletspierzwakte tot diepe en verlengde skeletspierverlamming resulterend in
respiratoire insufficiëntie of apneu.
Myopathie
Myopathie is gemeld na gebruik van verschillende neuromusculair blokkerende stoffen in
combinatie met corticosteroïden op de Intensive Care (zie ook rubrieken 4.4 en 4.5).
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen:
Lokale reacties op de injectieplaats
Er is pijn tijdens de injectie gemeld bij spoedinleiding van de narcose, vooral wanneer de
patiënt nog niet geheel buiten bewustzijn was, en in het bijzonder wanneer propofol als
inleidend middel werd gebruikt. In klinisch onderzoek is pijn tijdens de injectie waargenomen
bij 16% van de patiënten die een spoedinleiding ondergingen met propofol en bij minder dan
0,5% van de patiënten die een spoedinleiding ondergingen met fentanyl en thiopental.
Pediatrische patiënten
Een meta-analyse van 11 klinische studies bij pediatrische patiënten (n=704) met
rocuroniumbromide (tot maximaal 1 mg/kg) toonde aan dat de bijwerking tachycardie
voorkwam met een frequentie van 1,4 %.
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te
melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het
geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg
wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Nederlands Bijwerkingen
Centrum Lareb Website: www.lareb.nl.
4.9
Overdosering
In het geval van overdosering en een verlengde neuromusculaire blokkade moet de patiënt
beademd en gesedeerd blijven. Er twee mogelijkheden voor het opheffen van de
neuromusculaire blokkade:
(1) Bij volwassenen kan sugammadex worden gebruikt voor het opheffen van een intense
(volledige) en diepe blokkade. De toegediende dosering sugammadex hangt af van de
intensiteit van de neuromusculaire blokkade. (2) Een acetylcholinesteraseremmer
(bijvoorbeeld neostigmine, edrofonium, pyridostigmine) of sugammadex kan worden gebruikt
zodra een spontaan herstel is begonnen en dient te worden toegediend in de juiste dosering.
Wanneer toediening van een acetylcholinesteraseremmer de neuromusculaire werking van
rocuroniumbromide niet kan tegengaan, moet de beademing worden voortgezet totdat de
spontane ademhaling is hersteld. Herhaalde doses van een acetylcholinesteraseremmer
kunnen gevaarlijk zijn.
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Page 11
1311-v4
juni 2014
In onderzoek met proefdieren trad er pas cardiovasculaire depressie op die uiteindelijk
leidde tot hartfalen nadat er een cumulatieve dosis van 750 x ED90 (135 mg/kg
rocuroniumbromide) was toegediend.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Spierrelaxantia, perifeer werkende middelen, andere
quaternaire ammoniumverbindingen, ATC-code: M03AC09
Werkingsmechanisme
Rocuroniumbromide is een snel en matig krachtig werkend, niet-depolariserend
neuromusculair blokkerend middel, dat alle karakteristieke farmacologische eigenschappen
bezit van deze categorie van werkzame stoffen (curariform). Het blokkeert competitief de
nicotinerge receptoren op de motorische eindplaat. Deze werking wordt tegengegaan door
acetylcholinesteraseremmers zoals neostigmine, edrofonium en pyridostigmine.
Farmacodynamische effecten
De ED90 (dosis nodig voor het verkrijgen van een depressie van 90% van de spierrespons
van de duim op stimulatie van de ulnaire zenuw) is bij intraveneuze anesthesie ongeveer 0,3
mg/kg rocuroniumbromide. De ED95 in pasgeborenen en zuigelingen is lager dan in
volwassenen en kinderen (0,25; 0,35 en 0,40 mg/kg, respectievelijk).
De klinische werkingsduur (de tijdsduur tussen het moment van toediening en het optreden van
het herstel van de spierrespons tot 25 % van de controlewaarde) bij een dosering van 0,6 mg/kg
rocuroniumbromide is 30-40 minuten. De totale werkingsduur (de tijdsduur tot spontaan herstel
van de spierrespons tot 90 % van de controlewaarde) is 50 minuten. De gemiddelde tijd tot
spontaan herstel van de spierrespons van 25 % tot 75 % van de controlewaarde na een
bolusdosis van 0,6 mg/kg rocuroniumbromide is 14 minuten. Met een lagere dosis van 0,3 - 0,45
mg/kg rocuroniumbromide (1-1,5 x ED90), is de aanvangstijd later en de werkingsduur korter.
Met een hogere dosis van 2 mg/kg is de werkingsduur 110 minuten.
Intubatie gedurende routine anesthesie
Binnen 60 seconden na intraveneuze toediening van een dosis van 0,6 mg/kg
rocuroniumbromide (2 x ED90 bij intraveneuze anesthesie) kunnen bij bijna alle patiënten
geschikte intubatiecondities worden verkregen, die in 80% van de gevallen als uitstekend
werden beoordeeld. Binnen 2 minuten na toediening van deze dosis wordt een algemene
spierverslapping bereikt die geschikt is voor elk type procedure. Na toediening van 0,45 mg/kg
rocuroniumbromide worden na 90 seconden aanvaardbare intubatiecondities bereikt. Na
toediening van 0,45 mg/kg rocuroniumbromide worden na 90 seconden acceptabele
intubatiecondities bereikt.
Spoedinductie
Na een dosis van 1,0 mg/kg rocuroniumbromide worden bij spoedinleiding van de narcose
met propofol of fentanyl/thiopental binnen 60 seconden de voor intubatie geschikte condities
bereikt bij resp. 93% en 96% van de patiënten. 70% van deze condities wordt als uitstekend
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Page 12
1311-v4
juni 2014
beoordeeld. De klinische werkingsduur is bij deze dosis ongeveer 1 uur, waarna de
neuromusculaire blokkade veilig kan worden opgeheven. Na een dosis van 0,6 mg/kg
rocuroniumbromide worden bij spoedinleiding van de anesthesie met propofol of
fentanyl/thiopental binnen 60 seconden de voor intubatie geschikte condities bereikt bij resp.
81% en 75% van de patiënten.
Pediatrische patiënten
De gemiddelde aanvangstijd bij zuigelingen, peuters en kinderen bij een intubatiedosis van
0,6 mg/kg is iets korter dan bij volwassenen. Vergelijking tussen de pediatrische
leeftijdsgroepen liet zien dat de gemiddelde aanvangstijd bij neonaten en adolescenten (1,0
minuut) iets langer is dan bij zuigelingen, peuters en kinderen (respectievelijk 0,4, 0,6 en 0,8
minuten). De werkingsduur en de tijd tot herstel zijn gewoonlijk korter bij kinderen dan bij
zuigelingen en volwassenen. Vergelijking tussen de pediatrische leeftijdsgroepen liet zien
dat de gemiddelde tijd tot terugkeer van T3 verlengd was bij neonaten en zuigelingen
(respectievelijk 56,7 en 60,7 minuten) in vergelijking met peuters, kinderen en adolescenten
(respectievelijk 45,5, 37,6 en 42,9 minuten).
Gemiddelde (SD) aanvangstijd en klinische werkingsduur na een initiële intubatiedosis* van
0,6 mg/kg rocuronium tijdens (onderhouds-) anesthesie met sevofluraan/distikstofmonoxide
en isofluraan/distikstofmonoxide (pediatrische patiënten)
Tijd tot maximum blokkade ** Tijd tot terugkeer van T3**
(min)
(min)
Neonaten (0-27 dagen)
0,98 (0,62)
56,69 (37,04)
n=10
n=9
Zuigelingen(28 dagen-2
0,44 (0,19)
60,71 (16,52)
maanden)
n=10
n=11
Peuters (3-23 maanden)
0,59 (0,27)
45,46 (12,94)
n=28
n=27
Kinderen (2-11 jaar)
0,84 (0,29)
37,58 (11,82)
n=34
Adolescenten (12-17 jaar)
0,98 (0,38)
42,90 (15,83)
n=31
n=30
* Dosis rocuronium toegediend binnen 5 seconden
** Gerekend vanaf het einde van de toediening van de intubatiedosis rocuronium
Geriatrische patiënten en patiënten met lever- en/of galwegaandoeningen en/of
nierinsufficiëntie
Bij geriatrische patiënten en bij patiënten met een lever- en/of nieraandoening kan de
werkingsduur van onderhoudsdoses van 0,15 mg/kg rocuroniumbromide iets langer zijn bij
narcose met enfluraan en isofluraan (ongeveer 20 minuten) dan bij patiënten zonder
aandoening van de uitscheidingsorganen onder intraveneuze anesthesie (ongeveer 13
minuten). Bij herhaalde onderhoudsdoses op het aanbevolen niveau is er geen cumulerend
effect (progressieve toename van de werkingsduur) waargenomen.
Cardiovasculaire chirurgie
Bij patiënten die cardiovasculaire chirurgie ondergaan, zijn tijdens het begin van de
maximale blokkade na toediening van 0,6 – 0,9 mg/kg rocuroniumbromide een lichte en
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Page 13
1311-v4
juni 2014
klinisch niet significante toename van de hartfrequentie met 9% en een toename van de
gemiddelde arteriële bloeddruk met 16% in vergelijking met de controlewaarden de meest
voorkomende cardiovasculaire veranderingen.
Intensive Care
Na langdurig infuus op de Intensive Care is de tijd tot herstel van de TOF-ratio tot 0,7
afhankelijk van de diepte van de neuromusculaire blokkade aan het einde van het infuus. Na
continue infusie gedurende 20 uur of langer is de mediane (range) tijd tussen de terugkeer
van T2 op TOF-stimulatie en de terugkeer van een TOF-ratio van 0,7 ongeveer 1,5 (1-5) uur
bij patiënten zonder falen van meerdere organen (multiple organ failure) en 4 (1-25) uur bij
patiënten met multiple organ failure.
Antagoneren van de spierverslappende werking
De toediening van acetylcholinesteraseremmers (neostigmine, pyridostigmine of
edrofonium) bij terugkeer naar T2 of bij de eerste tekenen van klinisch herstel, antagoneert
de werking van rocuroniumbromide.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Na intraveneuze toediening van een enkelvoudige bolus rocuroniumbromide verloopt de
tijdcurve van de plasmaconcentratie in drie exponentiële fasen. Bij gezonde volwassenen is
de gemiddelde (95% CI) eliminatiehalfwaardetijd 73 (66 – 80) minuten, bedraagt het
(schijnbare) verdelingsvolume bij steady state 203 (193 – 214) ml/kg en is de plasmaklaring
3,7 (3,5 – 3,9) ml/kg/min.
Rocuronium wordt uitgescheiden via urine en gal. Uitscheiding via urine benadert 40%
binnen 12-24 uur. Na toediening van een radioactief gelabelde dosis rocuroniumbromide is
de uitscheiding van het radiolabel na 9 dagen gemiddeld 47% in urine in 43 % in feces.
Ongeveer 50% wordt teruggevonden als onveranderd rocuronium.
Pediatrische patiënten
De farmacokinetiek van rocuroniumbromide bij pediatrische patiënten (n=146) in de leeftijd
van 0 tot en met 17 jaar werd geanalyseerd door middel van een populatieanalyse van de
gepoolde farmacokinetische datasets van twee klinische studies waarbij anesthesie
geïnduceerd werd met sevofluraan en onderhouden werd met isofluraan/distikstofmonoxide.
Alle farmacokinetische parameters bleken lineair proportioneel aan lichaamsgewicht,
aangetoond door een vergelijkbare klaring (l/uur/kg). Het verdelingsvolume (l/kg) en de
eliminatiehalfwaardetijd (h) verminderen met de leeftijd (jaar). De farmacokinetische
parameters van de karakteristieke pediatrische patiënt binnen elke leeftijdsgroep worden
hieronder samengevat:
Geschatte farmacokinetische (PK) parameters (gemiddeld [SD]) van rocuroniumbromide
bij karakteristieke pediatrische patiënten gedurende sevofluraan en distikstofmonoxide
(inductie) en isofluraan/ distikstofmonoxide (onderhoudsanesthesie)
PK parameters
Leeftijd patiënten
Á terme
neonaten
(0-27 dagen)
zuigelingen
peuters
(28 dagen tot 2 (3-23
maanden)
maanden)
kinderen
(2-11 jaar)
Adolescenten
(12-17 jaar)
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
CL (L/kg/h)
Page 14
1311-v4
juni 2014
0,31 (0,07)
0,30 (0,08)
0,33 (0,10)
0,35 (0,09) 0,29 (0,14)
Verdelingsvolum 0,42 (0,06)
e (L/kg)
0,31 (0,03)
0,23 (0,03)
0,18 (0,02) 0,18 (0,01)
t½ β (h)
0,9 (0,3)
0,8 (0,2)
0,7 (0,2)
1,1 (0,2)
0,8 (0,3)
Geriatrische patiënten en patiënten met lever- en/of galwegaandoeningen en/of nierinsufficiëntie
In gecontroleerde studies was de plasmaklaring bij geriatrische patiënten en bij patiënten
met nierfalen verlaagd, in de meeste studies echter zonder de grens van statistische
significantie te bereiken. Bij patiënten met leverfalen is de gemiddelde
eliminatiehalfwaardetijd verlengd met 30 minuten en is de gemiddelde plasmaklaring
verminderd met 1 ml/kg/min.
Na continue infusie gedurende een periode van 20 uur of meer ter vergemakkelijking van
kunstmatige beademing is de gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd verlengd en het
(schijnbaar) verdelingsvolume onder steady-state condities vergroot. Een grote variabiliteit
tussen patiënten is aangetoond in klinische studies, afhankelijk van de aard en mate van
orgaanfalen (multiple organ failure) en de toestand van de patiënt. Bij patiënten met falen
van meerdere organen (multiple organ failure) is de gemiddelde (± SD)
eliminatiehalfwaardetijd 21,5 (± 3,3) uur, het (schijnbaar) verdelingsvolume onder steadystate condities is 1,5 (± 0,8) l/kg en de plasmaklaring is 2,1 (± 0,8) ml/kg/min.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Acute toxiciteit
In onderzoek naar de acute toxiciteit werd rocuroniumbromide intraveneus aan katten en
honden toegediend tot een dosis van resp. 350 x ED90 en 750 x ED90. Deze laatste dosis
werd toegediend in 4 opeenvolgende doses met intervallen van 30 minuten (9, 18, 36 en 72
mg/kg) en was letaal als gevolg van hartstilstand.
Subacute toxiciteit
In onderzoek naar de subacute toxiciteit werd rocuroniumbromide gedurende een periode
van 4 weken tweemaal per week intraveneus aan katten en honden toegediend tot een
dosis van resp. 37 x ED90 en 60 x ED90. Er trad onvoorziene mortaliteit op bij drie van de
zeven honden die een dosis van 60 x ED90 kregen (10,8 mg/kg). De doodsoorzaak kon niet
worden vastgesteld; aangenomen werd dat er een verband was met interacties tussen
rocuroniumbromide en experimentele procedures en/of het gebruikte instrumentarium en de
anesthesie.
Chronische toxiciteit
Er is geen onderzoek verricht naar de chronische toxiciteit van rocuroniumbromide.
Mutageniteit en carcinogeniteit
In vivo en in vitro mutageniteitsonderzoek van rocuroniumbromide bracht geen mutagene
eigenschappen aan het licht.
Er is geen carcinogeniteitsonderzoek verricht met rocuroniumbromide.
Reproductietoxiciteit
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Page 15
1311-v4
juni 2014
Onderzoek bij ratten met toediening van subfarmacologische intraveneuze doses
rocuroniumbromide tijdens de organogenese leverde geen aanwijzingen op voor
embryonale letaliteit, teratologische veranderingen of suppressie van de foetale groei.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Natriumacetaattrihydraat,
Natriumchloride,
IJsazijnzuur,
Natriumhydroxide (voor regulatie van de pH),
Water voor injectie.
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Er is fysische incompatibiliteit vastgesteld voor rocuroniumbromide wanneer dit wordt
toegevoegd aan oplossingen die de volgende geneesmiddelen bevatten: amfotericine,
amoxicilline, azathioprine, cefazoline, cloxacilline, dexamethason, diazepam, enoximon,
erytromycine, famotidine, furosemide, hydrocortisonnatriumsuccinaat, insuline, intralipide,
methohexital, methylprednisolon, prednisolonnatriumsuccinaat, thiopental, trimethoprim en
vancomycine.
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld
zijn onder rubriek 6.6.
Als rocuroniumbromide wordt toegediend via een infuuslijn die ook wordt gebruikt voor
andere geneesmiddelen, is het belangrijk dat deze infuuslijn grondig wordt doorgespoeld
(bijvoorbeeld met NaCl 9 mg/ml (0,9%) oplossing) tussen de toediening van
rocuroniumbromide en van geneesmiddelen waarvan incompatibiliteit met
rocuroniumbromide is aangetoond, of waarvan compatibiliteit met rocuroniumbromide niet is
vastgesteld.
6.3
Houdbaarheid
18 maanden
Geopende injectieflacon:
Het middel dient direct na opening van de injectieflacon gebruikt te worden.
Na verdunning:
De chemische en fysische stabiliteit tijdens gebruik is aangetoond voor 24 uur onder de
25oC. Uit microbiologisch oogpunt dient het product direct te worden gebruikt. Als het
product niet onmiddellijk wordt gebruikt, vallen de bewaartijden van de aangebroken
verpakking en de bewaarcondities voorafgaand aan het gebruik onder de
verantwoordelijkheid van de gebruiker. Deze mogen normaal gesproken niet langer zijn dan
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Page 16
1311-v4
juni 2014
24 uur bij 2 tot 8C, tenzij de verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en
goedgekeurde aseptische omstandigheden.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren in de koelkast (2-8C).
Voor de bewaarcondities na verdunning van het geneesmiddel, zie rubriek 6.3.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
5 ml helder glazen injectieflacon type I, met 5 ml oplossing, afgesloten met een
chlorobutylrubberen stop en aluminium verzegeling met grijze flip-off sluiting.
Verpakkingsgrootten: 1, 10, 12 en 60 injectieflacons
10 ml helder glazen injectieflacon type I, met 10 ml oplossing voor injectie/concentraat voor
oplossing voor infusie, afgesloten met een chlorobutylrubberen stop en aluminium
verzegeling met grijze flip-off sluiting.
Verpakkingsgrootten: 1, 10, 12 en 20 injectieflacons
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Het middel is uitsluitend voor eenmalig gebruik. Voor de bewaarcondities na openen of
verdunning van het geneesmiddel, zie rubriek 6.3.
Richtlijnen voor de verdunning (voor intraveneuze infusie)
Rocuroniumbromide Sandoz 10 mg/ml kan worden verdund met de volgende steriele
verdunningsmiddelen (in nominale concentraties van 0,5 mg/ml en 2 mg/ml
rocuroniumbromide is de compatibiliteit aangetoond):
 natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
 glucose 50 mg/ml (5%)
 glucose 50 mg/ml (5%) in natriumchloride 9 mg/ml (0,9%)
 water voor injectie
 Ringer-lactaatoplossing
De verdunde oplossingen zijn uitsluitend voor eenmalig gebruik.
Alle ongebruikte producten en afvalstoffen dienen te worden vernietigd overeenkomstig
lokale voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Sandoz B.V.
Veluwezoom 22
Almere
Sandoz B.V.
Confidential
Rocuronium bromide Sandoz 10 mg/ml
RVG 101113
1.3.1.1 Summary of Product Characteristics
Page 17
1311-v4
juni 2014
Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
RVG 101113
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 29 april 2009
Datum van laatste hernieuwing: 22 oktober 2011
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Laatste gedeeltelijke wijziging betreft de rubrieken : 4.1, 4.2, 4.4, 5.1 en 5.2: 22 november
2014