Dexamed Art 29(4)_Annex I_IV_nl

Bijlage I
Lijst met namen, farmaceutische vorm, sterkte van de geneesmiddelen,
toedieningweg en aanvragers in de lidstaten
1
Lidstaat EU/EEA
Aanvrager
(Fantasie) Naam
Sterkte
Bedrijfsnaam, adres
Denemarken
Kohne Pharma GmbH
Farmaceutische
Toedieningweg
vorm
Dexamed
5 mg
Tablet
Oraal Gebruik
Attentin 5 mg
5 mg
Tablet
Oraal Gebruik
Dexamed 5 mg tablets
5 mg
Tablet
Oraal Gebruik
Attentin 5 mg
5 mg
Tablet
Oraal Gebruik
Attentin
5 mg
Tablet
Oraal Gebruik
Kohne Pharma GmbH
Dexamed 5 mg
5 mg
Tablet
Oraal Gebruik
Schallbruch 1
comprimidos
5 mg
Tablet
Oraal Gebruik
Schallbruch 1
42781 Haan
Germany
Finland
Kohne Pharma GmbH
Schallbruch 1
42781 Haan
Germany
Ierland
Kohne Pharma GmbH
Schallbruch 1
42781 Haan
Germany
Luxemburg
Kohne Pharma GmbH
Schallbruch 1
42781 Haan
Germany
Noorwegen
Kohne Pharma GmbH
Schallbruch 1
42781 Haan
Germany
Spanje
42781 Haan
Germany
Zweden
Kohne Pharma GmbH
Attentin 5 mg
Schallbruch 1
42781 Haan
Germany
2
Lidstaat EU/EEA
Aanvrager
(Fantasie) Naam
Sterkte
Bedrijfsnaam, adres
Nederland
Kohne Pharma GmbH
Farmaceutische
Toedieningweg
vorm
Tentin 5 mg
5 mg
Tablet
Oraal Gebruik
Dexamed 5 mg
5 mg
Tablet
Oraal Gebruik
Schallbruch 1
42781 Haan
Germany
Verenigd Koninkrijk
Kohne Pharma GmbH
Schallbruch 1
42781 Haan
Germany
3
Bijlage II
Wetenschappelijke conclusies en redenen voor het positieve advies,
gepresenteerd door het Europees Geneesmiddelenbureau
4
Wetenschappelijke conclusies
Algehele samenvatting van de wetenschappelijke beoordeling van
Dexamed (zie bijlage I)
Dexamfetamine, (2S)-1-fenylpropaan-2-amine, is de rechtsdraaiende stereo-isomeer van amfetamine.
Het is een stimulator van het centrale zenuwstelsel die sterker is dan het racemisch mengsel.
Amfetaminen verhogen de catecholaminespiegels in de synaptische spleet door blokkade van de
heropname van noradrenaline en dopamine door de presynaptische neuronen, door afgifte van
dopamine en noradrenaline uit dopaminerge neuronen en mogelijk door remming van
monoamineoxidase. Er zijn ook aanwijzingen dat amfetaminen de afgifte en het herstel van serotonine
verhogen.
Dexamfetamine wordt gebruikt voor de behandeling van narcolepsie en ADHD (attention deficit
hyperactivity disorder) in verscheidene EU-lidstaten, waaronder de rapporterende lidstaat in deze
procedure. Het werkingsmechanisme van dexamfetamine bij ADHD is niet geheel duidelijk, maar de
effectiviteit van het middel bij ADHD is tijdens deze procedure niet in discussie geweest. Tijdens de
CMDh-procedure (procedure van wederzijdse erkenning) werd men het erover eens dat de
werkzaamheid van dexamfetamine bij ADHD op geen enkele manier inferieur is aan die van de andere
stimulantia.
Aan het gebruik van dexamfetamine zijn echter wel risico's verbonden, met name op het gebied van
recreatief gebruik en misbruik. Om dit risico te beperken heeft de aanvrager voorgesteld om de status
van dexamfetamine te wijzigen naar tweedelijnsgeneesmiddel voor ADHD-patiënten van 6 tot 17 jaar,
te gebruiken als andere, al dan niet medicamenteuze behandelwijzen onvoldoende resultaat hebben
opgeleverd.
Daarnaast heeft de aanvrager voorgesteld om een DUS-onderzoek (drug utilisation study) te
verrichten naar misbruik en/of overdosering en een niet-interventioneel, postautorisatie
veiligheidsonderzoek (PASS) naar de belangrijkste bijwerkingen. Verder stelt de aanvrager voor om
voorlichtingsmateriaal en checklists te ontwikkelen voor artsen en patiënten, in lijn met de materialen
die voor andere ADHD-middelen beschikbaar zijn.
Bij de CMDh-eindbespreking waren er nog twee belangrijke punten waarover de lidstaten geen
overeenstemming konden bereiken. Daarom werd het CHMP gevraagd om te beoordelen:
•
of wijziging van de status van dexamfetamine naar tweedelijnsgeneesmiddel en de
voorgestelde risicobeheermaatregelen (RMP) voldoende zijn om de bezorgdheid over misbruik
en recreatief gebruik weg te nemen.
•
of er voldoende wetenschappelijke en klinische onderzoeksgegevens zijn die het gebruik van
dexamfetamine als tweedelijnsgeneesmiddel voor ADHD ondersteunen.
Werkzaamheid als tweedelijnsgeneesmiddel voor ADHD
De huidige aanvraag voor Dexamed als tweedelijnsgeneesmiddel voor ADHD is een bibliografische
aanvraag op grond van langdurig, erkend gebruik. Het onderzoek naar de werkzaamheid is gebaseerd
op intensief literatuuronderzoek maar ook op de huidige Europese richtlijnen voor behandeling. Dit is
aanvaardbaar omdat er bij aanvragen op grond van langdurig en erkend gebruik geen resultaten van
preklinisch en klinisch onderzoek nodig zijn; deze worden vervangen door relevante wetenschappelijke
literatuur.
5
Klinisch onderzoek heeft aangetoond dat sommige ADHD-patiënten gunstig reageren op
methylfenidaat en niet op dexamfetamine en omgekeerd. Uit het onderzoek door Elia et al. (1991)
bleek dat het nodig is om beide stimulantia te proberen omdat de respons per individu verschilt. De
verschillen in respons kunnen veroorzaakt worden door verschillen in de farmacologische
werkingsmechanismen. Methylfenidaat bindt zich reversibel aan het presynaptische transportereiwit en
remt de heropname van catecholaminen in het presynaptische neuron (Volkow et al., 2002), stimuleert
de afgifte van dopamine uit de opslagblaasjes in het presynaptisch cytoplasma en blokkeert de
opname van dopamine in de opslagblaasjes van het neuronale cytoplasma, waardoor meer dopamine
beschikbaar komt in het presynaptisch cytoplasma voor afgifte in de synaptische spleet (Sulzer et al.,
2005).
In het onderzoek van Elia et al. reageerde 30% van de deelnemers niet op één van de middelen, maar
slechts 4% reageerde op geen van beide. Hoewel er geen informatie beschikbaar is over de volgorde
van de behandelingen, wat vooral toe te schrijven is aan de cross-over studieopzet, zijn de resultaten
van dit onderzoek overtuigend. Er zijn echter ook methodologische twijfels over dit onderzoek. Het
aantal patiënten was klein en de statistische significantie van de bevindingen is onzeker. Verder werd
dit onafhankelijke onderzoek gepubliceerd in 1991, waardoor beoordeling van de oorspronkelijke
gegevens niet mogelijk is. Het CHMP was daarom van mening dat de onderzoeksgegevens wel
beschouwd kunnen worden als ondersteuning van de werkzaamheid, maar dat zij geen afdoende
bewijs leveren.
De gegevens worden verder ondersteund door het onderzoek van Arnold et al. (1978). In het
vergelijkend onderzoek van Arnold LE (2000) werden zes niet-duplicatieve studies geanalyseerd; het
responspercentage voor dexamfetaminesulfaat was 66%, voor methylfenidaat 56% en voor stimulantia
85% als beide middelen geprobeerd werden. De auteur concludeert dat de individuele responsprofielen
niet congruent zijn en dat non-respons of onaanvaardbare bijwerkingen met het ene middel een
gunstige respons op het andere middel niet bij voorbaat uitsluiten. Hoewel het onderzoek
methodologische beperkingen heeft, zijn de conclusies gebaseerd op relevante bewijsvoering. Deze
publicatie omvat ook een uitgebreid overzicht over de preklinische farmacodynamie van de twee
stoffen, die kan bijdragen aan de verklaring van de waargenomen verschillen in respons. De conclusie
is, dat methylfenidaat selectiever is voor de dopaminetransporter en dat dexamfetamine daarnaast een
aantal andere werkingsmechanismen heeft, waaronder directe werking op de receptoren, regulering
van andere vormen van dopamine-opname en een effect op andere catecholaminen.
In een klinisch cross-over onderzoek (Ramtvedt et al., 2013) met 36 kinderen bij wie volgens de
Noorse diagnostische richtlijnen ADHD was vastgesteld, kregen alle kinderen twee weken lang
achtereenvolgens methylfenidaat, dexamfetamine en placebo. Dexamfetamine en methylfenidaat
leidden beide tot een gunstige respons bij 26 kinderen (72%), maar niet altijd bij het zelfde kind. Het
aantal responders nam echter toe tot 33 (92%) nadat beide middelen geprobeerd waren. Uit de
publicatie alleen is het moeilijk om het belang van de gesuggereerde effectgrootte te beoordelen op
grond waarvan het responspercentage werd bepaald. Ondanks het gebrek aan duidelijkheid over de
onderzoeksmethoden werd echter opgemerkt dat de conclusies in lijn zijn met die van het onderzoek
van Elia et al.
Daarnaast wordt in ten minste zeven op wetenschappelijke feiten gebaseerde richtlijnen voor de
medicamenteuze behandeling van ADHD dexamfetamine aangeraden als eerstelijnsbehandeling;
andere geven een expliciet gunstige aanbeveling voor het gebruik van dexamfetamine als
therapeutische keuzemogelijkheid bij ADHD (Seixas et al., 2012). Opgemerkt wordt dat alle in dit
artikel genoemde richtlijnen afkomstig zijn uit landen waar dexamfetamine al voor behandeling van
ADHD op de markt is.
6
Ten slotte wordt opgemerkt dat lisdexamfetamine een inactieve voorloper is, die opgenomen wordt in
het bloed waar het geleidelijk wordt omgezet in dexamfetamine. Lisdexamfetamine werd kort geleden
in een aantal lidstaten goedgekeurd als onderdeel van een uitvoerig programma voor ADHD bij
kinderen van 6 jaar en ouder van wie de respons op eerder gebruikt methylfenidaat klinisch
onvoldoende was. Lisdexamfetamine en dexamfetamine kunnen worden beschouwd als
farmacodynamisch identiek en daarom is de toekenning van een handelsvergunning voor
dexamfetamine als tweedelijnsbehandeling voor ADHD consistent met de recente goedkeuring van
lisdexamfetamine voor gebruik in de zelfde populatie.
Na bestudering van alle beschikbare gegevens, was het Comité van mening dat er voldoende gegevens
zijn om vast te stellen dat niet-responders op methylfenidaat wel een gunstige respons kunnen hebben
op dexamfetamine. De werkzaamheid van de twee stoffen bij ADHD is gelijk, maar zij hebben
verschillende werkingsmechanismen. Methylfenidaat is selectiever voor de dopaminetransporter maar
dexamfetamine heeft daarnaast een aantal andere werkingsmechanismen, waaronder directe werking
op de receptoren, regulering van andere vormen van dopamine-opname en een effect op andere
catecholaminen. Hoewel geen enkel onderzoek kan worden beschouwd als sluitend en afdoende
bewijzend, zijn de bijgevoegde publicaties, waaronder niet alleen gepubliceerd onderzoek maar ook
therapeutische richtlijnen en handboeken, ondersteunend voor de werkzaamheid bij
tweedelijnsbehandeling van ADHD.
Risico's van misbruik en verslaving
Tijdens de beoordeling van de aanvraag voor de vergunning voor het in de handel brengen van
Dexamed werd bezorgdheid uitgesproken over de risico's van misbruik en verslaving. De betrokken
lidstaat was van mening dat wegens de farmacodynamische en farmacokinetische eigenschappen van
dexamfetamine het mogelijke risico van verslaving aan en misbruik van het middel hoger is dan het
risico bij andere geneesmiddelen voor ADHD.
Stimulantia als dexamfetamine brengen inderdaad risico's met zich mee op het gebied van misbruik,
recreatief gebruik en verslaving. De effectiviteit van dexamfetamine bij de behandeling van ADHD
wordt echter niet in twijfel getrokken. De aanvraag voor wijziging van de status naar
tweedelijnsgeneesmiddel voor behandeling van ADHD is een maatregel die bedoeld is om deze
bezorgdheid te temperen. De indicatie omvat ook een verklaring dat de behandeling ingesteld en
gecontroleerd moet worden door een arts met ervaring op het gebied van geestelijke gezondheidszorg
voor kinderen en jongeren, na een uitgebreid onderzoek dat heeft geleid tot de diagnose ADHD. Deze
en andere maatregelen in het risicobeheerplan zijn voorgesteld om te garanderen dat dexamfetamine
alleen ter beschikking wordt gesteld aan patiënten die het echt nodig hebben en er baat bij kunnen
hebben, waardoor het risico van misbruik en recreatief gebruik verminderd wordt.
Wat betreft het risico van misbruik en recreatief gebruik binnen de ADHD-populatie, was de conclusie
van een meta-analytisch onderzoek door Lee et al. (2011) dat ADHD-patiënten een aanzienlijk hogere
kans hebben op drugsmisbruik dan personen van gelijke leeftijd uit de algemene bevolking. In andere
publicaties lijken de auteurs tot de conclusie gekomen te zijn dat ADHD-behandeling met stimulantia
op de kinderleeftijd de kans op drugsmisbruik op oudere leeftijd vermindert (Biederman et al. 1999;
Wilens et al. 2003). In een recentere meta-analyse door Humphreys et al. (2013) werden zowel
gepubliceerde als ongepubliceerde rapporten onderzocht op een totaal van 15 verschillende
onderzoeken; de conclusie was, dat effectieve behandeling van ADHD met methylfenidaat geen invloed
lijkt te hebben op drugsmisbruik op latere leeftijd. In deze meta-analyse kwamen enkele belangrijke
punten aan het licht, die de verschillen in resultaten van de onderzoeken kunnen verklaren, maar de
auteurs merkten op dat, voortbouwend op het onderzoek van Wilens et al. (2003) het aantal relevante
onderzoeken nog relatief bescheiden is. Het blijft dus onduidelijk of behandeling van ADHD-patiënten
met stimulantia het risico van drugsmisbruik op oudere leeftijd verandert, maar de gegevens lijken
7
erop te wijzen dat het risico in de ADHD-populatie die behandeld is met stimulantia niet hoger is dan in
de niet-behandelde ADHD-populatie.
Tijdens de procedure is de handelsvergunninghouder verder gegaan met onderzoek in de literatuur,
online, in databanken van Europese gezondheidsinstanties en de Wereldgezondheidsorganisatie en in
de eigen veiligheidsgegevens. Hoewel onderkend wordt dat misbruik, recreatief gebruik en verslaving
niet altijd door de voorschrijvende artsen gemeld worden, bleek uit het onderzoek dat de percentages
bijzonder laag zijn in de landen waar dexamfetamine verkrijgbaar is voor ADHD.
Opgemerkt wordt, dat leeftijd een dominante factor kan zijn bij drugsgebruik. Experimenten met
recreatief gebruik beginnen meestal tijdens de adolescentie, maar de behandeling van ADHD kan op
jongere leeftijd beginnen. Bovendien krijgen ADHD-patiënten stimulantia voorgeschreven nadat de
diagnose ADHD is gesteld; er is dus geen sprake van een doelbewuste keuze voor het gebruik van
stimulerende middelen. Misbruik van en verslaving aan dexamfetamine kan voorkomen, maar er lijkt
een verschil te bestaan tussen de populatie die stimulerende middelen misbruikt en de algemene
ADHD-populatie. De geconsulteerde deskundigen benadrukten het feit dat ADHD bij kinderen minder
euforie veroorzaakt als de producten volgens voorschrift gebruikt worden. De deskundigen waren van
mening dat er weinig gegevens zijn die erop wijzen dat dexamfetamine gerelateerd is aan een hogere
kans op verslaving bij de behandelde ADHD-populatie dan bij de populatie zonder ADHD.
Bovendien hebben kortwerkende geneesmiddelen waarschijnlijk bepaalde voordelen boven
langwerkende middelen. Kortwerkende middelen zullen het slaappatroon en de eetlust minder
beïnvloeden dan langwerkende. Met middelen voor directe afgifte zal de behandeling ook
gemakkelijker geoptimaliseerd kunnen worden als er een initiële titratiefase nodig is om de juiste
dosering vast te stellen.
Het Comité merkte verder op dat dexamfetamine-bevattende producten in de EU al jarenlang zonder
risicobeheerplan verkrijgbaar zijn en daarom zal de introductie van dexamfetamine met een
risicobeheerplan een significante verbetering voor de patiënten betekenen.
Risico's bij langdurig gebruik
Mogelijke andere risico's gerelateerd aan langdurig gebruik van dexamfetamine zijn verstoring van de
neurocognitieve ontwikkeling en cardiomyopathie. Er zijn echter geen klinische onderzoeksgegevens
die erop wijzen dat langdurig gebruik een negatieve invloed heeft op de neurocognitieve ontwikkeling.
Hierbij moet worden aangetekend, dat er bijzonder weinig gegevens uit de klinische praktijk
beschikbaar zijn om dit te onderbouwen. Het vastgestelde risico van cardiomyopathie houdt vooral
verband met chronisch gebruik, vooral in hoge doseringen. De deskundigen onderkennen dit risico,
maar zijn van mening dat de incidentie laag is. Verhoogde bloeddruk en tachycardie kunnen
voorkomen. Het Comité adviseerde om, als aanvulling op de specifieke maatregelen uit het
risicobeheerplan, pols en bloeddruk regelmatig te controleren om het risico van cardiomyopathie te
verminderen.
Alle beschikbare gegevens overziend, erkende het Comité dat er een risico van misbruik, recreatief
gebruik en ook verslaving verbonden is aan het gebruik van dexamfetamine. Het Comité was echter
van mening dat de voorgestelde risicobeperkende maatregelen het risico van misbruik zullen beperken.
De indicatie is beperkt tot de tweede lijn, het risicobeheerplan voor het product omvat
voorlichtingsmateriaal voor voorschrijvende artsen en patiënten/verzorgers en een onderzoek naar het
gebruik van het geneesmiddel (DUS-onderzoek) wordt uitgebreid om specifieke informatie te
verzamelen over misbruik en recreatief gebruik van het middel. Al deze maatregelen worden, samen
met de bestaande nationale wetgeving over productie, verspreiding en voorschrijven van
geneesmiddelen die onder speciaal toezicht staan, voldoende geacht om het risico te compenseren.
8
Risicobeheerplan
De voorgestelde risicobeperkende maatregelen zijn een combinatie van routinemaatregelen
(toevoegen van waarschuwingen aan de productinformatie) en de volgende voorlichtingsmaterialen:
•
een gids voor artsen voor het voorschrijven van dexamfetamine met aanwijzingen voor de
diagnose volgens DSM/ICD-richtsnoeren en voor het herkennen en uitsluiten van patiënten
met een anamnese van misbruik, recreatief gebruik en verslaving;
•
checklists voor screening en doorlopende controle op bloeddruk, pols, groei (gewicht, lengte,
eetlust) en het optreden van psychosen.
Tijdens de beoordeling van de aanvraag op lidstaatniveau werd advies gevraagd aan het PRAC
(Risicobeoordelingscomité voor geneesmiddelenbewaking) over het risicobeheerplan en de aanvrager
stemde in met de volgende aanbevelingen:
•
Uitvoering van een DUS-onderzoek om het gebruik van voorgeschreven dexamfetamine in de
Europese Unie te volgen aan de hand van verschillende gegevensbronnen. Het DUS-onderzoek
zou daarnaast moeten worden uitgebreid met actieve verzameling van gegevens over
misbruik, recreatief gebruik en verslaving bij kinderen met ADHD uit vergiftigingencentra,
drugscontrolecentra, andere databanken, openbare informatie in de literatuur en online.
•
Uitvoering van een postautorisatie-veiligheidsonderzoek (PASS) naar het veiligheidsprofiel van
dexamfetamine op lange termijn bij kinderen met ADHD, vooral gericht op belangrijke punten
als cardiovasculaire incidenten, groei en bijwerkingen op psychiatrisch gebied. In dit
retrospectieve onderzoek (nieuwe gebruikers) kan ook een vergelijking gemaakt worden
tussen dexamfetamine en andere stimulantia in de patiëntenpopulatie.
Daarnaast heeft het CHMP geadviseerd om het risicobeheerplan aan te passen aan de hand van
recente informatie (zie bijlage IV).
Tijdens de verwijzingsprocedure adviseerde het CHMP tot wijziging van de productinformatie op het
gebied van de veiligheid:
•
Wijziging van rubriek 4.1 door toevoeging van de volgende adviezen: “De behandeling dient
plaats te vinden onder supervisie van een specialist in gedragsstoornissen van kinderen en
jongeren” en “Dexamfetamine is niet geïndiceerd voor alle kinderen met ADHD en de beslissing
om dexamfetamine te gebruiken moet gebaseerd zijn op een zeer zorgvuldige afweging van de
ernst en chroniciteit van de symptomen tegen de leeftijd van het kind en de kans op misbruik
en recreatief gebruik”.
•
Opname van een verklaring in rubriek 4.4 over “Misbruik en recreatief gebruik” waarin wordt
gemeld dat het risico meestal groter is bij kortwerkende stimulantia dan bij langwerkende
stoffen.
•
Opname van een verklaring in rubriek 4.8 over het melden van vermoede bijwerkingen.
De relevante rubrieken van de productinformatie werden dienovereenkomstig aangepast.
Na beoordeling van alle gegevens die ingediend waren bij de aanvraag was het CHMP van mening dat
de bovengenoemde maatregelen voor risicobeheer noodzakelijk zijn voor een veilig en effectief gebruik
van het geneesmiddel.
9
Algehele baten/risicoverhouding
Na bestudering van alle ingediende documentatie was het Comité van mening dat er voldoende
gegevens zijn om vast te stellen dat niet-responders op methylfenidaat wel een gunstige respons
kunnen hebben op dexamfetamine. De beschikbare klinische gegevens vormen, samen met de
klinische richtlijnen en het feit dat het werkingsmechanisme verschilt van dat van andere
geneesmiddelen voor ADHD, een ondersteuning van de werkzaamheid van dexamfetamine als
tweedelijnsgeneesmiddel voor ADHD.
Het is bekend dat het gebruik van dexamfetamine gepaard gaat met een risico van misbruik, recreatief
gebruik en ook verslaving. De aanvraag voor wijziging van de status naar tweedelijnsgeneesmiddel
voor behandeling van ADHD is bedoeld om de bezorgdheid hierover weg te nemen. De indicatie omvat
ook een verklaring dat het middel alleen door een specialist mag worden voorgeschreven als de
diagnose ADHD gesteld is na uitgebreid onderzoek van de chroniciteit en ernst volgens de richtlijnen
van DSM of ICD en alleen als gebleken is dat behandeling met methylfenidaat niet effectief is. Tijdens
de behandeling dienen de noodzaak van de behandeling en het risico van overmatig gebruik,
verslaving of recreatief gebruik regelmatig geëvalueerd te worden (zie hieronder).
Het Comité was van mening dat de voorgestelde risicobeperkende maatregelen het risico van misbruik
zullen beperken. Het risicobeheerplan voor het product omvat voorlichtingsmateriaal voor
voorschrijvende artsen en patiënten/verzorgers en een DUS-onderzoek dat is uitgebreid voor het
verzamelen van specifieke informatie over misbruik. Al deze maatregelen worden, samen met de
bestaande nationale wetgeving over productie, verspreiding en voorschrijven van geneesmiddelen die
onder speciaal toezicht staan, voldoende geacht om het risico te compenseren.
Het CHMP nam nota van het feit dat het voorgestelde risicobeheerplan in lijn is met de bestaande
risicobeheerplannen voor andere stimulantia (methylfenidaat en lisdexamfetamine) en ook dat
dexamfetamine-bevattende producten al vele decennia in de EU beschikbaar zijn zonder
risicobeheerplan. Het CHMP verwacht dat de introductie van een dexamfetamine-bevattend product
met een risicobeheerplan een significante verbetering zal betekenen, omdat er informatie verzameld
wordt over het gebruik van het product in het dagelijks leven en omdat er risicobeperkende
maatregelen ingevoerd worden die tot nu toe nog niet genomen werden.
10
Redenen voor het positieve advies, wijzigingen van de samenvatting van de
productkenmerken en bijsluiter en voorwaarden voor de houder van de
vergunning voor het in de handel brengen
Overwegende dat,
•
het Comité de verwijzingsprocedure voor Dexamed, gestart door het Verenigd Koninkrijk
krachtens artikel 29, lid 4, van Richtlijn 2001/83/EG, in behandeling heeft genomen en
Nederland van mening was dat het verlenen van een vergunning voor het in de handel brengen
een potentieel ernstig risico betekent voor de volksgezondheid;
•
het Comité alle door de aanvrager ingediende gegevens ter ondersteuning van de
werkzaamheid van dexamfetamine als tweedelijnsgeneesmiddel voor ADHD en de voorstellen
voor beperking van het risico van misbruik en recreatief gebruik heeft bestudeerd;
•
het Comité van mening is dat het werkingsmechanisme van dexamfetamine verschilt van dat
van methylfenidaat en dat de werkzaamheid van dexamfetamine bij ADHD ondersteund wordt
door de beschikbare gegevens;
•
het Comité verder van mening was dat de voorgestelde risicobeperkende maatregelen geschikt
zijn om het risico van misbruik en recreatief gebruik te beperken, een onderzoek naar het
gebruik van het geneesmiddel (DUS) uitgevoerd wordt om het gebruik van voorgeschreven
dexamfetamine in de Europese Unie te volgen aan de hand van verschillende
gegevensbronnen, een postautorisatie veiligheidsonderzoek (PASS) uitgevoerd wordt naar het
veiligheidsprofiel van dexamfetamine op lange termijn bij kinderen met ADHD, vooral gericht
op belangrijke punten als cardiovasculaire incidenten, groei en bijwerkingen op psychiatrisch
gebied,
was het CHMP van mening dat de baten/risicoverhouding van Dexamed en verwante namen gunstig is.
Het CHMP heeft een positief advies uitgebracht en adviseert tot het verlenen van handelsvergunningen
waarvoor de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter zijn geformuleerd in Bijlage III
van het CHMP-advies en de voorwaarden voor de handelsvergunningen in bijlage IV van het CHMPadvies voor Dexamed en verwante namen (zie bijlage I).
11
Bijlage III
Aanpassingen in de samenvatting van de productkenmerken en de
bijsluiter
Let op: Deze aanpassingen moeten worden doorgevoerd in de geldende definitieve versie van de
samenvatting van de productkenmerken, de etikettering en de bijsluiter, die tot stand zijn gekomen
tijdens de coördinatiegroepprocedure.
12
SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
13
[De onderstaande tekst moet bovenaan in het document worden ingevoegd]
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle
vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek 4.8 voor het rapporteren van bijwerkingen.
[…]
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1 Therapeutische indicaties
[De tekst in deze rubriek moet als volgt worden]
Dexamfetamine is geïndiceerd als onderdeel van een uitgebreid behandelprogramma voor attention deficit
hyperactivity disorder (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit, ofwel ADHD) bij kinderen en
adolescenten van 6 tot 17 jaar, wanneer de respons op een eerdere behandeling met methylfenidaat
klinisch ontoereikend bleek. Een uitgebreid behandelprogramma bestaat gewoonlijk uit psychologische,
pedagogische en sociale maatregelen.
De diagnose dient gesteld te worden overeenkomstig de criteria van de DSM-V of de richtlijnen in ICD-10
en dient gebaseerd te zijn op een volledige multidisciplinaire beoordeling van de patiënt.
De behandeling met dexamfetamine is niet geïndiceerd voor alle kinderen met ADHD en de beslissing om
dexamfetamine te gebruiken dient te worden genomen op basis van een grondige beoordeling van de ernst
en de chroniciteit van de symptomen van het kind in relatie met de leeftijd van het kind en de kans op
misbruik, onjuist gebruik of fraude.
De behandeling dient te worden gegeven onder toezicht van een specialist in gedragsstoornissen bij
kinderen of adolescenten.
[…]
4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
[…]
Misbruik, onjuist gebruik en fraude
[…]
[De onderstaande tekst moet worden verwijderd]
Dexamfetamine veroorzaakt in hoge mate afhankelijkheid en werd/wordt frequent misbruikt.
[In de plaats daarvan moet de volgende zin worden ingevoegd.]
Het risico is over het algemeen groter bij kortwerkende stimulantia dan bij overeenkomstige langwerkende
producten (zie rubriek 4.1).
[…]
4.8 Bijwerkingen
[…]
[De volgende tekst moet aan het einde van deze rubriek worden toegevoegd]
Melding van vermoedelijke bijwerkingen
Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze
wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via
het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V.
14
BIJSLUITER
15
Bijsluiter: informatie voor de patiënt
Dexamed 5 mg tabletten
Dexamfetaminesulfaat
[De onderstaande tekst moet bovenaan in het document worden ingevoegd]
Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe
veiligheidsinformatie worden vastgesteld. U kunt hieraan bijdragen door melding te maken van alle
bijwerkingen die u eventueel zou ervaren. Aan het einde van rubriek 4 leest u hoe u dat kunt doen.
1. Wat is Dexamed en waarvoor wordt dit middel gebruikt?
[…]
Waarvoor wordt dit middel gebruikt?
[Deze opsomming moet als volgt worden geformuleerd]
Dexamed wordt gebruikt voor de behandeling van aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (attention
deficit hyperactivity disorder (ADHD)).
•
•
•
•
Het wordt gebruikt bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 6-17 jaar.
Het is niet geschikt voor gebruik voor alle kinderen met ADHD.
Het wordt alleen toegepast wanneer een ander geneesmiddel, methylfenidaat, niet voldoende
doeltreffend bleek.
Het moet gebruikt worden in het kader van een behandelprogramma dat ook psychologische,
pedagogische en sociale maatregelen omvat.
[…]
4. Mogelijke bijwerkingen
[…]
[De volgende tekst moet aan het einde van deze rubriek worden toegevoegd]
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor
mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via
het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons
helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
16
Bijlage IV
Voorwaarden voor de vergunningen voor het in de handel brengen
17
Voorwaarden voor de vergunningen voor het in de handel brengen
De nationale bevoegde instanties, gecoördineerd door de rapporterende lidstaat, zorgen ervoor dat
door de houders van de vergunningen voor het in de handel brengen van Dexamed voldaan wordt aan
de volgende voorwaarden:
Voorwaarden
De aanvrager zal een aangepast risicobeheerplan indienen waarin
de volgende aanbevelingen worden verwerkt:
Datum
Binnen 3 maanden na het
besluit van de Commissie
1. rubriek VI.2.5 De documentatie voor de openbare
samenvatting dient ook een samenvatting van de
risicobeperkende veiligheidsmaatregelen te bevatten.
2. Bijlage 2 dient naast de voorgestelde samenvatting van de
productkenmerken ook de voorgestelde tekst van de
bijsluiter te bevatten.
3. Bijlage 7 dient de tekst te bevatten van een voorgesteld
follow-upformulier voor gebruik bij controle op specifieke
bijwerkingen.
4. Deel III, geneesmiddelenbewakingsplan: categorie 1 dient te
worden toegevoegd voor de PASS en de DUS.
De aanvrager voert een onderzoek naar het gebruik van het
Indiening van het protocol
geneesmiddel (DUS) uit om het gebruik van voorgeschreven
in overeenstemming met
dexamfetamine in de Europese Unie te volgen aan de hand van
artikel 107 quaterdecies,
verschillende gegevensbronnen. Als onderdeel van het DUS
lid 1, van Richtlijn
verzamelt de vergunninghouder actief gegevens over misbruik,
2001/83/EG binnen 3
recreatief gebruik en verslaving bij kinderen met ADHD uit
maanden na het besluit
vergiftigingencentra, drugscontrolecentra, andere databanken,
van de Commissie
openbare informatie in de literatuur en online.
Indiening van de
definitieve
onderzoeksresultaten in
het tweede kwartaal van
2020
De aanvrager voert een postautorisatie veiligheidsonderzoek (PASS)
Indiening van het protocol
uit naar het veiligheidsprofiel op lange termijn van dexamfetamine
in overeenstemming met
bij kinderen met ADHD, vooral gericht op belangrijke punten als
artikel 107 quaterdecies,
cardiovasculaire incidenten, groei en bijwerkingen op psychiatrisch
lid 1, van Richtlijn
gebied. In dit vijf jaar durende, retrospectieve (nieuwe gebruikers)
2001/83/EG binnen 3
onderzoek zal ook een vergelijking gemaakt worden tussen
maanden na het besluit
dexamfetamine en andere stimulantia in de patiëntenpopulatie.
van de Commissie
Indiening van de
definitieve
onderzoeksresultaten in
het tweede kwartaal van
2020
18