Evaluatie federaal regeerakkoord

Troonstraat 125 - 1050 Brussel
Tel. 02 507 88 77 - E-mail: [email protected] – www.gezinsbond.be/gezinspolitiek
Federaal regeerakkoord
Evaluatie van de Gezinsbond
Er zijn vier mogelijke beoordelingen, met daarnaast de mogelijkheid om een algemene appreciatie te geven over
het thema:
1. positieve elementen: korte opsomming van de beleidsvoornemens die aansluiten bij onze visie
2. gedeeltelijk positieve elementen: korte opsomming van de beleidsvoornemens die gedeeltelijk aansluiten bij onze
visie
3. ontbrekende beleidsvoornemens: waar wordt geen aandacht aan geschonken, terwijl dat volgens ons wel zou
moeten?
4. slechte beleidsvoornemens: welke beleidsvoornemens zijn in tegenspraak met onze visie
Het regeerakkoord bevat heel wat vage passages en kondigt een aantal hervormingen aan zonder concreet weer te geven
wat die hervormingen gaan inhouden. In de pers lazen we de voorbije week heel wat aanvullingen en interpretaties van het
regeerakkoord. Deze persreacties hebben we niet meegenomen in de evaluatie.
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 1
Inhoud
 Armoede
p.
3
 Milieu
p.
4
 Justitie
p.
6
 Mobiliteit
p.
7
 Pensioenen
p.
8
 Fiscaliteit
p. 12
 Gezinsinkomen
p. 13
 Sociale uitkeringen
p. 14
 Consumenten
p. 14
 (Echt)scheiding
p. 15
 Werk
p. 15
 Arbeidsongeschiktheid
p. 19
 Gezondheidszorg
p. 20
 Asiel en Migratie
p. 22
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 2
ARMOEDE
Positieve elementen






Gedeeltelijk positief


De regering zal er over waken dat de middelen voor armoedebestrijding zo worden ingezet dat zo veel
mogelijk mensen uit de armoede blijven en raken.
De regering zal onderzoeken of de regelgeving van het leefloon nog aangepast is aan de actuele samenlevingsvormen en/of zorgvormen. Dit biedt de mogelijkheid voor de Gezinsbond om te pleiten voor een
extra categorie voor koppels met gezinslast en voor een gezinsgemoduleerd leefloon.
De regering zal een federaal meerjarenactieplan armoedebestrijding opstellen. Elke bevoegde minister zal
verzocht worden om in zijn of haar beleidsdomein voldoende gerichte, specifieke en structurele maatregelen voor te stellen en uit te voeren om de armoedebestrijding vorm te geven en te monitoren.
Binnen het actieplan Armoede zal de regering specifieke aandacht besteden aan de bestrijding van kinderarmoede (onder meer bij alleenstaande ouders) en armoede bij personen met een migratie-achtergrond.
Om de armoede na echtscheiding te verminderen zal de regering maatregelen nemen met het oog op een
meer objectieve en transparante berekening van de onderhoudsuitkeringen, zowel voor de alimentatie voor
kinderen als voor de gewezen partner. Tevens zal de regering ervoor zorgen dat het misbruik wordt weggewerkt dat zich kan voordoen bij het zich onvermogend laten verklaren. Dit biedt opportuniteiten voor
onze onderhoudsgeldcalculator (zie ook onder item "echtscheiding").
Een performant systeem van inning van fiscale en niet-fiscale schulden (waaronder ook alimentatievorderingen en penale boeten), wordt verder versneld uitgewerkt teneinde de inningsratio gevoelig te
verhogen. Deze maatregel is vooral belangrijk voor gescheiden ouders die hun partneralimentatie of de
onderhoudsbijdragen voor hun kinderen niet of onregelmatig krijgen en daarvoor een beroep moeten doen
op de Dienst voor Alimentatievorderingen (DAVO).
De regering verhoogt geleidelijk de minimum sociale zekerheidsuitkeringen en de sociale bijstandsuitkeringen tot het niveau van de Europese armoederisicodrempel. Daarbij geeft de regering prioriteit aan de
uitkeringen voor personen met het hoogste armoederisico. Dit vinden wij een positieve maatregel, maar die
gaat nog niet ver genoeg omdat wij ook pleiten voor gezinsgemoduleerde sociale uitkeringen én leeflonen.
Ook vermeldt het regeerakkoord dat men de sociale voordelen die met sommige sociale uitkeringen gepaard gaan, zal meenemen om de vergelijking met de armoederisicodrempel te maken. Zal men bijvoorbeeld de verhoogde kinderbijslag bij het leefloon tellen? Dan dreigt de verhoging van de uitkeringen een
maat voor niets te worden.
De regering zal de welvaartsenveloppes 2015-2016, 2017-2018 en 2019-2020 voor 100 % besteden.
Daarmee wordt de beslissing van de vorige regering om deze welvaartsenveloppes met 40 % te verminderen teruggeschroefd. Dit zal gebeuren via de fiscale weg. Het is positief dat de nieuwe regering welvaartsenveloppes volledig zal besteden, maar we vinden het negatief dat dit gebeurt via de fiscaliteit. Dat betekent dat kwetsbare gezinnen die deze ondersteuning echt nodig hebben, daar op moeten wachten tot ze
hun aanslagbiljet ontvangen, anderhalf tot twee jaar later. Hopelijk past de regering de bedrijfsvoorheffing
aan zodat deze gezinnen de welvaartsaanpassing toch nog onmiddellijk voelen én voert ze een belastingEvaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 3

krediet in voor die gezinnen die weinig of geen belastingen moeten betalen zodat ze toch nog van de welvaartsaanpassingen kunnen genieten.
Waar mogelijk zullen de sociale tarieven in het kader van energie, telecom en mobiliteit automatisch
worden toegekend. Een automatische toekenning is uiteraard positief, maar deze intentie wordt in de kiem
gesmoord door de toevoeging van de beperking "waar mogelijk". Bovendien lezen we in het regeerakkoord
dat de regering de bestaande sociale tarieven zal evalueren. We weten niet of dat een positieve of eerder
negatieve maatregel wordt. Dat hangt natuurlijk af van de besluiten en gevolgen van dergelijke evaluatie.
De regering zal de welvaartsenveloppes aanpassen om rekening te houden met de overdracht van de
gezinsbijslag aan de Gemeenschappen. Dit vinden we een absurde maatregel en een pure besparing
aangezien de sociale partners in het verleden nooit een beroep hebben gedaan op de welvaartsenveloppe
om de kinderbijslagen aan te passen.
Wat is slecht?

Algemene opmerking
Bij de aanstelling van de federale regering is Marie-Christine Marghem, nieuwe minister van Energie, Leefmilieu
en Duurzame Ontwikkeling, vooral gepresenteerd als 'de vrouw die ervoor moet zorgen dat het licht niet
uitgaat'. De focus van de nieuwe regering ligt dus voornamelijk op energiebeleid. De principes die vermeld
worden zijn vaak goed, maar het regeerakkoord maakt niet duidelijk hoe de concrete uitwerking er zal uitzien,
waardoor een evaluatie soms moeilijker is. Milieu en gezondheid worden bijvoorbeeld vermeld als principe,
maar er wordt niet concreet uitgewerkt wat dit zal inhouden. Op het niveau van de principes is het jammer dat
er geen melding is van het streven naar een kindvriendelijke samenleving of een kindnorm voor milieu.
Evenmin is er een langetermijnvisie opgenomen in het regeerakkoord over het klimaat. Er worden geen eigen
ambitieuze doelstellingen vooropgezet voor hernieuwbare energie en energiebesparing. Dit zal dan via de EU
komen.
 Voor de transitie naar een nieuw energiesysteem zal de regering, samen met stakeholders, een lange
termijn energievisie en –pact uitwerken. Toch een kanttekening: alle energiebronnen moeten zonder taboe
overwogen kunnen worden, dus ook energiebronnen die vanuit milieu- of veiligheidsoverwegingen niet de
voorkeur genieten (bv. steenkool, kernenergie, schaliegas). De regering ondersteunt de Europese Energie
Unie om bevoorradingszekerheid te bewerkstelligen.
 De regering wil werk maken van een langetermijnvisie inzake nucleaire veiligheid en beveiliging. Afwachten
of men hierbij ook de nucleaire noodplanning grondig zal aanpakken.
 Men wil een verschuiving naar andere vervoersmodi zoals de herwaardering van de binnenscheepvaart
(minder CO2, minder wegverkeer).
 Het federale gebouwenpark zal energie-efficiënter worden.
 De regering wil prioriteit leggen bij de voltooiing van de klimaat- en energiedoelstellingen van België voor
2013-2020 (m.n. bijdragen en verdeling CO2-veilingopbrengsten tussen federaal en gewestelijk niveau).
 De regering streeft naar een betere aansluiting van het windmolenpark op zee op het netwerk. Er komt
onderzoek en ontwikkeling van elektriciteitsopslag.
MILIEU
Positieve elementen
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 4
Gedeeltelijk positief




Wat ontbreekt?





Wat is slecht?



De accijnzen op diesel worden verhoogd. Het platform Childproof heeft deze maatregel inderdaad naar
voren geschoven ter verbetering van de luchtkwaliteit in België. Regeerakkoord stelt hiervoor het Cliquet
systeem voor: als diesel goedkoper wordt, mag maar een deel van die daling doorgerekend worden aan de
pomp; de prijsdaling wordt deels opgevangen door een verhoging van de accijnzen. Dit is een systeem dat
enkel werkt in een markt met dalende prijzen. Het is echter niet duidelijk of ook de omgekeerde cliquet zal
toegepast worden. In tegenstelling tot wat in de krant stond, wordt in het regeerakkoord niet gesproken
dat de prijs gelijkgesteld zal worden met die in Nederland of dat diesel even duur wordt als benzine. Het
regeerakkoord stelt ook dat het systeem van terugbetaling van de professionele diesel behouden blijft.
'Teneinde ondernemingen aan te moedigen te investeren in milieuvriendelijke wagens, wordt er onderzocht
of het minimaal bedrag inzake Voordeel Alle Aard bedrijfswagens kan worden afgeschaft'. Er wordt veel
onderzocht in het regeerakkoord. En wat verstaat de regering onder milieuvriendelijk?
De regering wil een energienorm uitwerken: door de concurrentie te verhogen, wil men de prijzen laten
dalen. Dit is belangrijk voor de koopkracht van gezinnen. Maar als er niet voldoende geïnvesteerd wordt,
hoe kan dan hernieuwbare energie concurrentieel worden met bijvoorbeeld kernenergie, steenkoolcentrales
of schaliegas? Het is belangrijk dat ook andere criteria dan de prijs gehanteerd worden in ons energiebeleid.
Wat betreft duurzame ontwikkeling focust de regering vooral op de rol die zij zelf kan spelen (energie
besparen, minder papier politiek, duurzame criteria bij openbare aanbestedingen…) en die maatregelen zijn
op zich positief. Ook is het thema opgenomen in het gedeelte 'transversale thema's'. De regering stelt dat
duurzame ontwikkeling een kerndoelstelling van haar beleid in het algemeen zal zijn, hetgeen zou blijken
uit fiscale maatregelen, de evenwichtige energiemix… Als je die maatregelen echter in detail bekijkt, zijn ze
weinig ambitieus of niet in overeenstemming met de doelstelling van duurzame ontwikkeling.
De vergroening van de autofiscaliteit op basis van goed onderbouwde parameters als uitstoot, tijdstip van
rijden en krachtbron. Dat kan de basis vormen voor bijvoorbeeld een kilometerheffing, die wel rekening
moet houden met het feit dat gezinnen bij uitstek gemeenschappelijke gebruikers van de wagen zijn.
Er is geen sprake van een brongerichte aanpak (behalve dan voor het eigen wagenpark). Evenmin is er een
beleid gericht op de vermindering van het autogebruik.
Klimaat: er worden geen doelstellingen vooropgesteld.
Luchtbeleid: er wordt gesteld dat door een flankerend beleid de federale regering de gewesten zal ondersteunen om de klimaat- en luchtbeleidsdoelstellingen te halen. Als voorbeeld geeft men de fiscaliteit.
Echter: aan de fiscaliteit rond bedrijfswagens wordt weinig gedaan. Bovendien wordt bezuinigd op de
spoorwegen. Hoe zal België zich opstellen t.o.v. het EU Air Quality Package?
Energie besparen: geen doelstellingen, geen beleid hoe elektriciteit te besparen. Zeer belangrijk met verhoogd aantal huishoudelijke apparaten in huis- en werkomgeving.
Productbeleid (op kindmaat en met aandacht voor kwetsbare groepen): geen vermelding
Nationaal Actie Plan Milieu en Gezondheid voor Kinderen: geen vermelding
De oudste kerncentrales blijven 10 jaar langer open dus uitstel van de kernuitstap tot 2025 (i.p.v. 2015).
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 5



Geen doelstellingen voor hernieuwbare energiebronnen en energiebesparing. Langetermijndoelstellingen
zijn nochtans nodig voor een energietransitie.
De milieuheffing wordt opgeheven (op wegwerptassen, wegwerpeetgerei, bladaluminium…) omdat de
beoogde gedragsverandering heeft plaatsgevonden en de opbrengsten niet opwegen tegen de administratieve kosten van overheid en bedrijfsleven. We vragen ons af of dit daadwerkelijk zo is en of er geen
regressief gedrag zal plaatsvinden. Indien dit inderdaad het geval is, zou een andere milieuheffing kunnen
worden ingevoerd en gebruikt voor bijvoorbeeld een sensibiliseringscampagne over voedselverspilling en/of
onderzoek naar milieuvriendelijkere verpakkingen (zijn de twee grootste fracties binnen het huishoudelijk
afval).
Afschaffen Kyoto fonds (dat reeds niet meer werd gevoed): er zijn voldoende beleidsinitiatieven ter
bestrijding van de klimaatsverandering nodig. Het regeerakkoord doet hier onvoldoende aan.
JUSTITIE
Algemene opmerking
Positieve elementen
Het onderdeel Justitie is zeer ambitieus. Een zeer breed gamma aan thema's zal worden hervormd, onderzocht,
overdacht… Voor sommige onderdelen (zoals erfrecht) wordt ook aangegeven aan welke bezorgdheden men
tegemoet wil komen (in casu afstemmen op maatschappelijke ontwikkelingen en nieuwe samenlevingsvormen).
Bij andere thema's (zoals sociaal ouderschap) blijft het vaag welke richting eventuele hervormingen zullen uit
gaan. Voor nog andere thema's wil men alvast een voorzet geven (zoals automatische toekenning sociaal
tarief), maar zorgt dit voor onduidelijkheid en bezorgdheid.
 Het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht worden hervormd, rekeninghoudend met de maatschappelijke
ontwikkelingen en nieuwe samenlevingsvormen.
 Er komt een duidelijk kader inzake de patrimoniale rechten en plichten van wettelijk en feitelijk samenwonenden.
 Er komt een onderzoek naar de mogelijkheid om een tweede verblijfsregister in te voeren in geval van coouderschap.
 De regering voorziet een volwaardig wettelijk statuut voor pleegouders.
 Er komt een modernisering van het afstammingsrecht.
 De regering plant een denkoefening aangaande sociaal ouderschap.
 Er komt een uitbreiding van de ethische code van de telecommunicatie naar smartphone-applicaties.
 De regering wil meer rechtszekerheid bieden bij het gebruik van online diensten en creatieve online inhoud.
 Men werkt aan een harmonisering van de leeftijd van seksuele meerderjarigheid in de verschillende onderdelen van ons recht. Dit betekent niet (zoals in de pers vermeld) dat men per definitie kiest voor een verlaging van de leeftijd van seksuele meerderjarigheid.
 Men wil de automatische toekenning van het sociaal tarief voor diegenen waarvan de gegevens bekend zijn
bij het informaticanetwerk van de sociale zekerheid. Het is op basis van de tekst van het regeerakkoord
echter niet duidelijk waarvoor een sociaal tarief wordt toegekend en welke categorieën van mensen in dat
informaticanetwerk zitten.
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 6
Gedeeltelijk positief


Wat ontbreekt?


De regering zal maximaal inzetten op de bevordering van alternatieve wijzen van geschillenbeslechting,
zoals bemiddeling, om de rechtbanken te ontlasten. Welke concrete maatregelen ze daarvoor zal nemen, is
onduidelijk. Wat verder vermeldt het akkoord echter dat die strafrechtelijke bemiddeling een 'snelle repressieve reactie' moet verzekeren. Haalt men hiermee niet meteen de fundamenten van onder de bemiddeling
weg? Het blijft afwachten of alternatieve geschillenbeslechting echt een kans zal krijgen.
Het wegwerken van overmatige schuldenlast is een terechte bezorgdheid. Het middel dat daartoe gebruikt
wordt is evenwel vatbaar voor kritiek. Men wil immers een superdatabank creëren waarin niet alleen de
hypothecaire en consumentenkredieten worden opgenomen (zoals vandaag het geval is), maar ook schulden m.b.t. tot energie, telecom, personenbelasting en huur. Een dergelijke databank kan zijn nut hebben als
signaalfunctie, maar er blijven vragen naar efficiëntie, privacygevoeligheid en correctheid van gegevens.
Het is onduidelijk welke flankerende maatregelen men zal nemen om gezinnen die in de databank terechtkomen, te ondersteunen bij de afbetaling van hun schulden.
Het regeerakkoord spreekt niet van een evaluatie van de familierechtbanken (met aandacht voor rol van
kamers voor minnelijke schikking). Evenmin is er aandacht voor het hoorrecht van minderjarigen of voor de
rol van jeugdadvocaten.
Er wordt niet gesproken over een evaluatie van de nieuwe GAS-wet, wel over een onderzoek naar de
opportuniteit om een una via-procedure in te voeren voor alle inbreuken die zowel aan administratieve als
strafrechtelijke sancties zijn onderworpen. Wil dit zeggen dat een hervorming van de GAS-wet op til staat?
Invoering van een remgeld bij juridische tweedelijnshulp.
Wat is slecht?

Algemene opmerking
Het federaal regeerakkoord zet een iets ander uitgangspunt voorop dan het Vlaamse: co-modaliteit met
afstemming van de verschillende verplaatsingsvorming in de keten (federaal) versus gelijkwaardigheid van alle
vervoersmiddelen (Vlaams). Dit op zich, samen met een aantal concretere invullingen, maakt duidelijk dat
overleg en afstemming met de gewesten allernoodzakelijkst blijft. De overdracht van bevoegdheden heeft niet
geleid tot homogene bevoegdheidspakketten
 De federale regering maakt werk van de vergroening van het eigen wagenpark (elektrisch, aardgas,
hybride).
 Men wil een wettelijk kader creëren voor het mobiliteitsbudget.
 Er komen hogere streefcijfers voor controle op alcohol, drugs, gordeldracht, inschrijving en geldigheid
rijbewijs.
 Er is afdoende aandacht voor het beter samengaan van trein en fiets.
 Er komt verder onderzoek naar geschikte instrumenten tegen recidive. Het rijbewijs op punten is daar één
mogelijkheid toe (maar dus zonder engagement).
 De regering heeft de ambitie om het politieke en operationele overleg tussen de verschillende openbare
vervoersaanbieders te verankeren in een nieuw samenwerkingsakkoord. Wanneer dit effectief lukt, kan
MOBILITEIT
Positieve elementen
Gedeeltelijk positief
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 7

men eindelijk werk maken van een geïntegreerd aanbod ook voor dunbevolktere gebieden, van een
geïntegreerd vervoersbewijs en van een knooppuntensysteem dat de ketenmobiliteit kan waarmaken.
Een vernieuwd beheerscontract voor de NMBS dat meer afdwingbaar moet zijn en vanuit klant- en
kwaliteitsgerichte vooropstellingen de basis vormt voor een nieuw vervoersplan in 2017. Hier wordt een
zeer korte timing vooropgesteld die sterk afhankelijk is van o.a. de werken aan het Gewestelijk Expresnet
en de effectieve afstemming met ander openbaar vervoer.
Afstemming met beleidsdomein milieu: om betere luchtkwaliteit te realiseren moet er een betere mobiliteit
komen.
Een stabiel langetermijnperspectief en duidelijke financiële stabiliteit voor de NMBS blijken al snel vertaald
te worden in evaluatie van de gratis-politiek en een grotere tariefvrijheid. Dat belooft niet veel goeds voor
reducties allerhande, onder meer voor de kortingkaart grote gezinnen.
Wat ontbreekt?

Wat is slecht?

Algemene opmerking
Het is niet toevallig dat het tweede hoofdstuk (na het eerste hoofdstuk met als titel 'werkgelegenheid en
concurrentievermogen') van dit regeerakkoord gaat over de pensioenen en als titel 'pensioenhervorming' heeft.
Voor de regering zijn de pensioen- en loopbaanhervorming en de structurele hervormingen die bijdragen tot de
overheidsfinanciën onlosmakelijk met elkaar verbonden. De regering wil deze hervormingen doorvoeren tussen
2014 en 2030. Voor wat de pensioenen betreft, baseert zij zich op de 10 principes van de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040. Concreet betekent dit dat er werk zal gemaakt worden van een pensioensysteem dat
zal werken met punten. Er zal een adviserend Pensioencomité opgericht worden dat tripartite wordt samengesteld. De Commissie Pensioenhervorming zal worden bijgestaan door een Kenniscentrum. Toch is het belangrijk te vermelden dat niet alle voorstellen van de Commissie gevolgd worden. Soms gaan ze er zelfs tegen in,
bijvoorbeeld als het gaat over de afschaffing van de pensioenbonus of het behoud, dan wel versterking van de
derde pijler. De rode draad van de pensioenhervorming is dat van iedereen verwacht zal worden om langer aan
de slag te blijven, al blijven er wel uitzonderingen of correcties bestaan. Het is ook waarschijnlijk dat de keuze
voor deeltijdwerk of volledig huismoeders- of huisvaderschap zich zal vertalen in een onbestaand of zeer laag
pensioen, dat niet meer gecompenseerd zal worden door een vangnet als het overlevingspensioen of het
gezinspensioen. De loopbaannorm die de federale regering vooropstelt is die van voltijds werk voor beide partners in een gezin, met een beperkt aantal verlofperiodes om zorgsituaties op te vangen. Het is duidelijk dat
deze norm haalbaar noch gewenst is voor een groot deel van de gezinnen in ons land. Deze visie doet tekort
aan dagelijkse zorgnoden van gezinnen, al dan niet met kinderen, die voltijds werken met twee partners onmogelijk maken. Ook de arbeidsmarkt is niet klaar voor een dergelijk loopbaanmodel, dat impliceert dat er voor
iedereen jobs zijn en dat op de werkvloer veel meer begrip is voor onze dagelijkse zorgnoden. Bovendien, zijn
er momenteel niet voldoende opvangmogelijkheden voor baby's, peuters, schoolgaande kinderen, zorgbehoevende gezinsleden en bejaarde ouders, om een dergelijke voltijds tweeverdienersmodel voor iedereen in de
praktijk mogelijk te maken, en dit zal op korte, noch middellange termijn ook niet gerealiseerd zijn in deze
budgettair krappe tijden.
PENSIOENEN
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 8
Positieve elementen









Gedeeltelijk positief

De regering zet het beleid van de vorige regering verder waarbij de gemiddelde effectieve uittredingsleeftijd verder opgetrokken wordt. Daarom zal ze bijkomende maatregelen nemen om het verlaten van de
arbeidsmarkt te vertragen o.a. door het gebruik van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag SWT
(het vroegere brugpensioen) te vertragen. Dat zal o.a. gebeuren door de leeftijdsgrenzen voor deze
regeling stapsgewijze te verhogen. Er zullen uitzonderingen blijven voor de zware beroepen inzake
loopbaanvereiste en pensioenleeftijd. We begrijpen dat de nieuwe regering de leeftijden én de loopbaanvoorwaarden verder optrekt omdat dit past in de strategie om mensen langer te laten werken. Vandaag is
er immers nog altijd een belangrijke kloof tussen de leeftijd waarop mensen stoppen met werken en de
wettelijke pensioen van 65 jaar.
Er worden een aantal maatregelen aangekondigd voor mensen die blijven werken na 65 jaar: zij hebben
recht op economische werkloosheid evenals op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en ze bouwen bijkomende pensioenrechten op.
Voor een aantal maatregelen worden de verschillen tussen de drie pensioenstelsels weggewerkt. De regering zal bijvoorbeeld de laatste overblijvende verschillen tussen de minimumpensioenen van zelfstandigen
en het algemeen stelsel afschaffen. Ze zal het pensioen van alleenstaande zelfstandigen afstemmen op dat
van alleenstaande loontrekkenden.
Men wil een oplossing bieden voor de problemen die er vandaag zijn voor gemengde loopbanen.
Het regeerakkoord bevat een aantal maatregelen om de pensioenen van zelfstandigen te versterken. Zo wil
de regering de tweede pensioenpijler toegankelijk maken voor zelfstandigen die als natuurlijke persoon
werken. In tegenstelling tot zelfstandigen in een vennootschap hebben zij immers vandaag niet de
mogelijkheid om in de tweede pijler een pensioen op te bouwen in het fiscaal kader van de 80%-regel.
Periodes van ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeval, beroepsziekte, moederschapsrust,
gemotiveerd tijdskrediet en loopbaanonderbreking en thematisch verlof worden volledig en aan het laatste
verdiende loon gelijkgesteld.
Het InkomensGarantie voor Ouderen zal worden versterkt.
De regering wil de tweede pensioenpijler versterken en zal onder meer aan de sociale partners vragen om
te onderzoeken in welke mate een bepaald percentage van de loonstijgingen bij akkoord kan worden
aangewend voor bijdragestortingen in aanvullende pensioenplannen, totdat in elke sector een bijdrageniveau van minimaal 3 % is bereikt.
De regering zal ook de versterking van de 3de pijler onderzoeken. We hebben er geen probleem mee dat de
nieuwe regering de versterking van de derde pijler (het vrije pensioensparen) wil onderzoeken, maar deze
maatregel staat in schril contrast met de niet-indexatie van de fiscale uitgaven waartoe ook pensioensparen
en langetermijnsparen behoren.
De regering wil de pensioenen hervormen op basis van de 10 principes uit het rapport van de Commissie
Pensioenhervorming 2020-2040. Over deze hervorming zal de regering intensief overleg plegen met de
sociale partners. De hervormingen zullen steeds hand in hand gaan met voldoende lange overgangsperiodes én na advies van de sociale partners. We vinden het heel belangrijk dat gezinnen niet van de ene
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 9




op de andere dag geconfronteerd worden met belangrijke wijzigingen inzake hun pensioen, maar dat er
voldoende lange overgangsperiodes worden voorzien. Het is ook belangrijk dat volgens het regeerakkoord
de pensioenhervorming pas in overleg met en na advies van de sociale partners zal uitgevoerd worden. Het
ruimere middenveld – waaronder de Gezinsbond als vertegenwoordiger van gezinnen - wordt echter niet
betrokken bij de pensioenhervorming.
Er zal worden onderzocht hoe een pensioensplit van het wettelijk en aanvullend pensioen kan worden
doorgevoerd bij gehuwde en wettelijk samenwonende koppels. Dit is te een vrijblijvend engagement voor
een belangrijke maatregel die een compensatie is voor de gezinskeuzes die meer dan één op de twee van
de werkende moeders in ons land maken ten koste van eigen pensioenopbouw. Ingeval van scheiding
(1 op de 2 van de gehuwde koppels, en een nog groter aandeel van samenwonende koppels is in dit geval)
hebben ze dan een zeer laag pensioenbedrag.
De regering zal een adviserend Nationaal Pensioencomité oprichten, dat zal instaan voor de voortdurende
en systematische opvolging van de sociale en financiële houdbaarheid van de drie stelsels. Het Nationaal
Pensioencomité zal tripartite worden samengesteld. We vinden dat in een adviserend Nationaal Pensioencomité ook de gezinnen moeten vertegenwoordigd zijn. Het gaat tenslotte over hun later pensioen.
De regering zal de loonplafonds voor de in aanmerking name voor het pensioen van gewerkte en nietgewerkte periodes evalueren, dit om een sterkere band tussen gewerkte periodes en het pensioen te
bekomen. Deze cryptische omschrijving is verontrustend voor mensen die van een uitkering moeten leven
(leefloon en/of werkloosheid) maar ook voor deeltijds werkenden. Het is geen keuze om werkloos of
hulpbehoevend te zijn, en deeltijds werken is dat ook niet altijd. Aan deeltijds werk ligt vaak een zorg- of
gezinssituatie ten gronde, waarvoor niet steeds een ander alternatief bv. uitbesteding of de zorg haalbaar
of wenselijk is. Het is ook niet steeds mogelijk om een beroep te doen op de bestaande verlofstelsels voor
deze zorgsituatie (wegens te kort aan anciënniteit, financieel, of andere redenen)
De regering zal bovendien de gelijkstellingen tussen de verschillende pensioenstelsels harmoniseren. Ze zal
deze wegen in functie van twee criteria: het al dan niet vrijwillig karakter, enerzijds, en de maatschappelijke meerwaarde van de periodes die gedekt worden door een gelijkstelling anderzijds. De regering zal er
zo op toezien dat periodes van ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeval, beroepsziekte en
moederschapsrust volledig en aan het laatste verdiende loon gelijkgesteld worden. Gemotiveerd tijdskrediet
en loopbaanonderbreking en thematische verloven worden volledig en aan het laatst verdiende loon gelijkgesteld. De gelijkstelling voor niet-gemotiveerd tijdskrediet en loopbaanonderbreking wordt afgeschaft. De
gelijkstelling en het recht voor het gemotiveerd tijdskrediet wordt uitgebreid met maximum 12 maanden
als het opgenomen wordt voor de volgende motieven: om te zorgen voor zijn kind tot de leeftijd van
8 jaar; om palliatieve zorgen toe te dienen; om een zwaar ziek of gehandicapt gezins- of familielid bij te
staan of te verzorgen. Het is positief dat bepaalde periodes van inactiviteit volledig en aan het laatst
verdiende loon worden gelijkgesteld. Ook vinden we het positief dat de gelijkstelling en het recht voor het
gemotiveerd tijdskrediet in bepaalde opvoedings- en zorgsituaties wordt uitgebreid met maximum
12 maanden. We betreuren wel dat deze uitbreiding voor opvoedingstaken beperkt wordt tot kinderen van
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 10
Wat ontbreekt?

Wat is slecht?





maximaal 8 jaar. Verder zou het in situaties van opvoeding en zorg mogelijk moeten zijn om de
gelijkschakeling voor het niet-gemotiveerde tijdskrediet en loopbaanonderbreking toch toe te laten als de
werknemer al alle vormen van gemotiveerd tijdskrediet en loopbaanonderbreking heeft uitgeput en de
zorgsituatie nog steeds aanwezig is. Niet-gemotiveerd tijdskrediet en loopbaanonderbreking worden niet
enkel gebruikt om op wereldreis te gaan.
In dit regeerakkoord missen we de invoering van een gezinsmodulering in de plafonds van de toegelaten
arbeid voor gepensioneerden. Ook worden de plafonds voor de toegelaten arbeid voor mensen met een
overlevingspensioen niet verhoogd.
De leeftijd vanaf dewelke het overlevingspensioen wordt toegekend, wordt verder opgetrokken naar 55 jaar
met een jaar vanaf 2025 met een jaar per kalenderjaar.
De regering zal tijdens deze legislatuur, in nauwe samenwerking met het Nationaal Pensioencomité en het
Kenniscentrum voor de Pensioenen, onderzoeken op welke manier een modernisering van de gezinsdimensie en een hervorming van afgeleide rechten in het pensioensysteem kunnen worden doorgevoerd. Er
zal een wettelijke basis worden gecreëerd met voldoende lange overgangsperiodes. Hoe dan ook vindt de
inwerkingtreding van deze hervormingen ten vroegste plaats op het moment van inwerkingtreding van het
puntensysteem. In het bijzonder zal worden onderzocht hoe het gezinstarief in de stelsels van werknemers
en zelfstandigen kan worden aangepast. We hebben er niets op tegen dat de regering het gezinspensioen
wil moderniseren. In de pers lezen we echter dat de regering het gezinspensioen zou willen afschaffen.
Uiteraard zullen we ons verzetten tegen een volledige afschaffing van het gezinspensioen als zou blijken
dat de alternatieven die worden uitgewerkt binnen de modernisering van de gezinsdimensie en de
hervorming van afgeleide rechten in het pensioensysteem nadelig zijn voor gezinnen waarin één of beide
partners omwille van opvoedings- en zorgtaken hun beroepsactiviteit hebben moeten onderbreken of zelfs
volledig stopzetten. We waarderen wel het initiatief van de regering om bij deze hervorming voldoende
lange overgangsperiodes te voorzien.
Wie gedurende heel zijn leven voltijds heeft gewerkt, moet volgens de regering recht hebben op een
pensioen dat minstens 10% boven de armoededrempel ligt (zie bovenaan bij 'positief'). Maar dit betekent
omgekeerd dat iemand die gedurende heel zijn leven minstens 4/5de heeft gewerkt, een loopbaanmodel
van zeer veel werkende moeders, geen pensioen heeft dat minstens boven de armoededrempel ligt.
De wettelijke pensioenleeftijd wordt in 2025 verhoogd naar 66 jaar en zal in 2030 67 jaar bedragen,
overeenkomstig het rapport van de expertengroep. Volgens het bestaande standpunt over pensioenen zijn
we tegen de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd zolang vele mensen niet eens werken tot 65 jaar.
Tijdens de bijeenkomsten van de themagroep pensioenen werd dit bevestigd. De nieuwe regering moet
haar maatregelen vooral concentreren op mensen langer aan het werk houden zonder de wettelijke
pensioenleeftijd op te trekken.
Conform de voorstellen van de Pensioencommissie zullen de maxima inzake toegestane beroepsinkomsten,
in cumulatie met een na de wettelijke pensioenleeftijd of 45 jaar loopbaan ontvangen rustpensioen, worden
afgeschaft. De Gezinsbond verzet zich tegen onbeperkt bijverdienen door gepensioneerden. We pleiten
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 11


ervoor dat de huidige plafonds van de toegelaten arbeid gezinsgemoduleerd zouden worden. De plafonds
mochten wel worden opgetrokken, maar niet afgeschaft. We vrezen dat onbeperkt bijverdienen later door
de regering kan misbruikt worden als alibi om de laagste pensioenen niet verder op te trekken zodat
mensen met een laag pensioen verplicht worden om bij te gaan verdienen om in hun oude dag een leefbaar
inkomen te hebben.
De regering zal een wettelijke basis opstellen met inwerkingtreding ten laatste in het jaar 2030 die automatische aanpassingen van de voorwaarden om het wettelijk en vervroegd pensioen op te nemen, mogelijk
maakt. Deze automatische aanpassingen kunnen gebeuren in samenhang met de demografische en financiële evoluties binnen het pensioensysteem (de opaboom) en de stijging van de levensverwachting. Deze
passage in het regeerakkoord opent de deur naar een verder optrekken van de pensioenleeftijd eens die
67 jaar wordt. De nog hogere pensioenleeftijd kan gekoppeld worden aan de verdere stijging van de
levensverwachting, maar evenzeer het gevolg zijn van een lege pensioenkas.
De pensioenbonus zal afgeschaft worden vanaf 1 januari 2015 voor zij die niet aan de voorwaarden voldoen
om hem op te bouwen.
FISCALITEIT
Algemene opmerking
Gedeeltelijk positief
De federale regering heeft de intentie om arbeid vooral netto beter te verlonen en de werkloosheidsvallen en
inactiviteitsvallen gevoelig te verminderen door de koopkracht van de werknemers te verhogen door een daling
van de fiscaliteit en de parafiscaliteit op arbeid, zodat België niet langer op het podium staat van de landen van
de Europese unie met de zwaarste lasten. Deze lastenvermindering moet er voor zorgen dat het verschil tussen
de vervangingsinkomens en de laagste inkomens uit arbeid groter wordt in netto termen. Een grote belastinghervorming blijft echter uit. Voor de belastingplichtigen beperkt de regering zich tot een kleine taxverschuiving
en wat gemorrel in de marge. Het is vooral de parafiscaliteit voor de werkgevers die sterk wordt verlaagd. We
missen hier maatregelen om de personenbelastingen meer gezins- en kindvriendelijk te maken.
 De regering verhoogt de forfaitaire aftrek van de beroepskosten, waardoor het netto-inkomen uit arbeid na
belasting stijgt. In het regeerakkoord staat niet vermeld met welk bedrag men de forfaitaire aftrek wil
verhogen. Omdat het systeem van de forfaitaire beroepskosten een belastingaftrek is aan marginaal tarief,
hangt de belastingwinst af van de hoogte van het inkomen. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de belastingwinst. Een verhoging van het belastingvrij minimum daarentegen had veel rechtvaardiger geweest,
omdat de belastingwinst gelijk is ongeacht het inkomen en gezinnen met lage inkomens daar procentueel
meer voordeel uit halen. Bovendien vinden we in het regeerakkoord nergens terug dat de bedrijfsvoorheffing zal worden aangepast aan de hogere forfaitaire beroepskosten. De kans is reëel dat dit niet zal
gebeuren zodat de gezinnen anderhalf tot twee jaar zullen moeten wachten op deze belastingbesparing.
 De regering wil de bestaande heffing van 10% op het kapitaal en de (fictieve) renteopbrengst van
pensioensparen, die momenteel geheven wordt op de 60ste verjaardag van de spaarder verlagen naar 8 %,
maar gedeeltelijk en gespreid over meerdere jaren vervroegd innen. In het regeerakkoord staat vermeld
dat de regering de praktische modaliteiten zal bepalen. Ongeacht of de nieuwe maatregel een besparing of
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 12

Wat ontbreekt?


Wat is slecht?


een extra belasting is, betreft het slechts een verschuiving van inkomsten van de toekomst naar vandaag,
m.a.w. een weinig structurele maatregel.
De ouderdomsvereiste van de woningen (momenteel 5 jaar) voor het gunstige btw-tarief (6 % i.p.v. 21 %)
in de bouw, wil de regering optrekken tot 10 jaar. Hoewel deze maatregel wellicht gezinnen zal treffen die
bij hun nieuwbouw een paar afwerkingen – uit geldgebrek – een paar jaren uitstellen en pas plannen in de
periode van vijf tot tien jaar na de nieuwbouwwerken, lijkt deze beslissing toch verdedigbaar vanuit de
duurzaamheidsgedachte.
We missen in het regeerakkoord vooral nieuwe maatregelen om de personenbelastingen meer gezins- en
kindvriendelijk te maken. De huidige belastingvrije sommen voor kinderen ten laste voor kinderen van 1ste,
2de en 3de rang wordt niet opgetrokken tot op het niveau van het 4de kind. Evenmin wordt het belastingkrediet opgetrokken voor gezinnen die te weinig verdienen om de belastingvrije sommen voor hun kinderen
uit te putten. Ook worden de regels van het fiscale co-ouderschap niet verbeterd.
In de btw missen we de verlaging van het tarief voor noodzakelijke kindproducten en -diensten naar het
sociale tarief van 6 %.
De regering zal de handelingen die aan btw onderworpen zijn verbreden door voortaan ook btw te heffen
op medische diensten op het gebied van esthetische chirurgie en behandeling én op elektronische diensten
(via internet) afgenomen door Belgische particulieren bij Europese ondernemingen. Het is niet toelaatbaar
dat "esthetische" chirurgische ingrepen die medisch noodzakelijk én verantwoord zijn, voortaan onderhevig
worden aan btw. Er is een wezenlijk verschil tussen een borstreconstructie na kanker en een
borstvergroting puur uit esthetische redenen.
De regering wil de automatische indexering van de fiscale uitgaven, andere dan diegene die een impact
hebben op de activiteitsinkomsten beperken. Het regeerakkoord is vrij vaag in zijn omschrijving over welke
fiscale bedragen de volgende jaren wel nog en welke niet meer geïndexeerd worden. Zal bijvoorbeeld het
plafond van het huwelijksquotiënt worden geïndexeerd? Het blijft ook koffiedik kijken of de bedragen van
de belastingvrije sommen (zowel individueel als voor de kinderen) al dan niet zouden geïndexeerd worden.
GEZINSINKOMEN
Positieve elementen
Wat ontbreekt?
Wat is slecht?
De periode van gewaarborgd loon bij arbeidsongeschiktheid wordt voor elke werknemer op 2 maanden
gebracht (vandaag slechts 1 maand voor bedienden en 7 dagen voor arbeiders. Omdat de werkgever het loon
langer blijft uitbetalen, vallen zieke werknemers minder snel terug op een lagere ziekte-uitkering via het
ziekenfonds. De regering heeft deze maatregel uit het regeerakkoord na protest door de werkgevers echter al
uitgesteld.
De regering zou een slimme indexsprong voorzien met sociale correcties zodat de sociale uitkeringen en de
lage lonen wel degelijk nog zouden geïndexeerd worden. Helaas lezen we daarover niets over in het
regeerakkoord.
De regering verbindt er zich toe om minstens de loonhandicap met de buurlanden (die sinds 1996 wordt
waargenomen) vóór het einde van de legislatuur weg te werken door een indexsprong in 2015 en door een
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 13
verdere periode van loonmatiging in 2015-2016 (of tot zolang de competitiviteit niet hersteld is). Dat betekent
dat werknemers in 2015 hun geplande (voorzien tegen februari) loonsverhoging van 2 % niet krijgen. Op zich
valt het missen van 2 % indexatie nog mee, maar ze slepen dit verlies wel hun hele loopbaan mee.
SOCIALE UITKERINGEN
Gedeeltelijk positief


Wat is slecht?


Om de beroepsactiviteit van personen met een handicap en hun partner te bevorderen, zal de regering,
rekening houdend met de budgettaire ruimte, de mogelijkheden uitbreiden om een integratie-tegemoetkoming te combineren met beroepsinkomsten, ongeacht of ze ontvangen worden door de persoon met een
handicap (prijs van de arbeid) of door zijn/haar echtgeno(o)t(e). Dit is een positieve maatregel die eindelijk
een einde stelt aan de prijzen van arbeid en van liefde, tenminste als de regering de nodige budgettaire
ruimte vindt. Wat dat betreft is de maatregel nogal vrijblijvend.
De regering zal op dezelfde manier en rekening houdend met de budgettaire ruimte de plafonds voor de
toegelaten beroepsinkomsten in aanvulling op een arbeidsongeschiktheids- of invaliditeitsuitkering verhogen. Ook dit is een positieve maatregel, tenminste als de regering de nodige budgettaire ruimte vindt.
Opnieuw een vrijblijvende maatregel.
Vanaf 1 januari 2015 wordt voor de nieuwe instroom onder de leeftijd van 21 jaar het recht op een
inschakelingsuitkering gekoppeld aan een minimale diplomavereiste. Deze voorwaarde geldt zolang de
betrokkene de leeftijd van 21 jaar niet heeft bereikt. Er is geen informatie opgenomen in het regeerakkoord
over welk diploma het zou gaan. Door deze maatregel dreigen jongeren zonder diploma zonder inkomen te
vallen tijdens hun inschakelingsperiode. Bovendien wordt de maximale leeftijd in de inschakelingsuitkering
verlaagd naar 25 jaar.
De anciënniteitstoeslag voor oudere werklozen met een beroepsloopbaan van meer dan 20 jaar wordt
afgeschaft voor de nieuwe instromers vanaf 1 januari 2015.
CONSUMENTEN
Positieve elementen




De regering wil de online veiligheid verbeteren door klachten (hacking, phishing, kredietkaartfraude) beter
op te volgen.
De regering zal de haalbaarheid onderzoeken van een volledig dekkend en meer frequent gebruikt ADRsysteem (alternatieve geschillenbemiddeling) zodat een onderling vergelijk vlotter buiten de rechtbank
gevonden wordt.
De overheid onderzoekt hoe ze samen met de Gemeenschappen en het middenveld de bevordering van einclusie kan intensifiëren, zowel op vlak van toegankelijkheid en toegang als op vlak van het gebruik van
ICT in het dagelijkse leven. Operatoren worden aangemoedigd een laagdrempelig basisaanbod te voorzien.
De universele dienst vermijdt uitsluiting en zal gelijke tred houden met de evolutie van de telecomnoden
en- technologie. Met deze maatregelen wil de regering de digitale kloof bestrijden.
De opeenvolgende maatregelen van de afgelopen jaren op het vlak van de bescherming van de financiële
consument worden geëvalueerd; lacunes in de regelgeving worden opgevangen en de regels worden
vereenvoudigd waar mogelijk.
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 14


Gedeeltelijk positief


De regering zal, in nauw overleg met de financiële sector, de inspanningen opvoeren om de veiligheid van
het internetbankieren te garanderen.
De bescherming van de spaarder blijft een belangrijk item. De regering zal de Belgische organisatie van de
bescherming van deposito's, levensverzekeringen, beleggingsinstrumenten en coöperatieve spaarproducten
stroomlijnen en de nieuwe Europese Depositogarantie-richtlijn omzetten.
De Centrale voor Kredieten aan Particulieren wordt uitgebreid met andere achterstallige schulden, zodat
een beter beeld ontstaat op de werkelijke financiële situatie van de kredietaanvrager. Deze maatregel zal
de kans verkleinen dat gezinnen in situaties van overmatige schuld terecht komen. Maar we kunnen ons
vragen stellen op het vlak van privacy en flankerende maatregelen om gezinnen met schulden te
begeleiden bij het afbouwen van hun bestaande schulden ontbreken in het regeerakkoord (cf. justitie).
De regering zal voldoende aandacht besteden aan de bescherming van de financiële consument en financiële opvoeding, o.m. door op Europees niveau te pleiten voor het versterken van de regelgeving m.b.t. de
ontwikkeling van financiële producten. Het is positief dat de regering de financiële geletterdheid van de
Belgen wil verbeteren, maar deze maatregel is weinig concreet en is nogal vrijblijvend.
(ECHT)SCHEIDING
Positieve elementen


Gedeeltelijk positief

De regering zal maximaal inzetten op de bevordering van alternatieve wijzen van geschillenbeslechting,
zoals de bemiddeling, om de rechtbanken te ontlasten.
Om de armoede na echtscheiding te verminderen zal de regering maatregelen nemen met het oog op een
meer objectieve en transparante berekening van de onderhoudsuitkeringen, zowel voor de alimentatie voor
kinderen als voor de gewezen partner. Tevens zal de regering ervoor zorgen dat het misbruik wordt
weggewerkt dat zich kan voordoen bij het zich onvermogend laten verklaren. Dit biedt opportuniteiten voor
onze onderhoudsgeldcalculator (zie ook onder item "armoede").
Voor kinderen in co-ouderschap zal de regering onderzoeken op welke manier deze kunnen worden opgenomen in een tweede verblijfsregister. Deze maatregel zou het mogelijk maken om bij co-ouderschap na
(echt)scheiding beide ouders van een kind voordelen toe te kennen of de bestaande voordelen onder hen te
verdelen. Vandaag blijven immers vele fiscale en sociale voordelen voorbehouden voor die ouder bij wie het
kind gedomicilieerd is.
WERK
Algemene opmerking
De regering zet zwaar in op de verhoging van de werkzaamheidsgraad van de bevolking. 'Werkgelegenheid
en concurrentieverhoging' is niet toevallig de naam van het eerste hoofdstuk in het regeerakkoord. De
regering bevestigt de doelstelling van de EU2020-strategie die een werkzaamheidsgraad van 73,2 %
vooropstelt die zij al tegen het einde van legislatuur wil halen (NB: dit is op dit moment slechts 62 %, dus de
vooropgezette doelstelling is quasi onhaalbaar) en wil dit doen via een banenplan. Dit banenplan heeft als
centrale doelstelling meer banen te creëren in de privésector, al wordt er geen concreet streefcijfer genoemd. Belangrijke maatregelen in het banenplan zijn de verlaging van de fiscale en parafiscale kosten van
de arbeid voor de werkgevers, maar ook het voeren van een activerend werkgelegenheidsbeleid met de
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 15
Positieve elementen


Gedeeltelijk positief




bedoeling meer mensen langer aan het werk te houden. Dit activerend arbeidsmarktbeleid houdt onder meer
in dat werken meer lonend wordt, zowel voor het nettoloon als voor de pensioenberekening, dat werkloosheids- en inactiviteitsvallen weggewerkt zullen worden, dat de uittredeleeftijd van werkenden verhoogd
wordt, dat er van werknemers en werkgevers meer opleidingsinspanningen worden verwacht, dat er meer op
basis van competentie en prestatie zal verloond worden dan op basis van anciënniteit en dat de verwachtingen op vlak van professionele en geografische mobiliteit van werknemers worden verhoogd. Ten slotte wil
de regering ook meer flexibiliteit in de arbeidsorganisatie voor werknemers en werkgevers mogelijk maken.
Er zijn nog heel wat vragen onbeantwoord. Zal een nieuw verloningsmodel een rechtvaardig en objectief
karakter hebben? In welke gevallen zullen de uitkeringen stijgen, en welke dalen? Hoe gaat men de fiscale
voordelen betalen? We merken verder op dat heel wat positieve maatregelen die in het regeerakkoord
vermeld staan slechts uitgevoerd zullen worden "indien er budgettaire ruimte is".
Het behoud van de automatische loonindexering.
De bestaande thematische verloven, gemotiveerd tijdskrediet en loopbaanonderbreking worden behouden
en ook de pensioengelijkstelling tegen het laatst verdiende loon worden gegarandeerd. Er komt zelfs een
jaar extra gemotiveerd tijdskrediet bij. Het is niet duidelijk of dit extra jaar ook vergoed is. Wel is er
garantie op een gelijkstelling op pensioen.
Een verhoging van het nettoloon van de werknemer. Dit is positief voor de werknemer, maar kan als
negatief effect hebben dat de minderopbrengsten van de sociale zekerheid ten koste gaan van het budget
voor beschermingsmaatregelen in de sociale zekerheid.
Lastenverlaging op arbeid is positief, maar er is geen enkel bewijs dat dit banen oplevert indien dit niet
selectief gebeurt, met name in de lagere looncategorieën.
Modernisering van de arbeidsmarkt en meer loopbaanspreiding: de vereenvoudiging en de modernisering
van de arbeidsmarktreglementering wordt na advies van de sociale partners voortgezet. Het gaat onder
meer over een meer flexibele arbeidsorganisatie en arbeidstijd, zoals de annualisering van de arbeidstijd,
deeltijds werken, overuren en glijdende arbeidsuren. De regering wil na advies van de sociale partners een
nieuw loopbaanmodel invoeren dat de bedrijven meer soepelheid geeft bij de arbeidsorganisatie enerzijds
en de werknemers een beter evenwicht tussen werk en privéleven anderzijds. Of de regering erin zal slagen
om een betere combinatie van werk en gezin te realiseren via bovenstaande maatregelen, zal afhangen van
de concrete implementatie ervan. Het is immers niet vanzelfsprekend dat meer soepelheid automatisch in
het voordeel van werkgever én werknemers is.
De regering wil een loopbaanrekening invoeren die de werknemers in staat stelt om tijd en/of een loon te
accumuleren. Zij kunnen deze tijd en/of dit loon vervolgens gebruiken om hun loopbaan tijdelijk te
onderbreken, om de overgang tussen twee banen te overbruggen (als aanvulling bij hun werkloosheidsuitkering) of om hun wettelijk pensioen aan te vullen; in deze spaarrekening kunnen het tijdskrediet, de
loopbaanonderbreking en alle soortgelijke stelsels worden geïntegreerd. Of deze loopbaanrekening een
meerwaarde zal hebben voor de werknemer en niet zal leiden tot meer rechtsonzekerheid en onduidelijkheid, is erg afhankelijk van de concrete implementatie ervan. Een uitsluitend digitaal systeem dat de
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 16




Wat ontbreekt?



werknemer zelf moet beheren zal zeker moeilijker zijn voor werknemers met weinig digitale vaardigheden.
Ook is het zeer de vraag of het zinvol is de thematische verloven en het gemotiveerd tijdskrediet of
loopbaanonderbreking in een loopbaanrekening onder te brengen gezien de zeer specifieke redenen
waarom mensen er beroep op doen.
De collectieve arbeidsovereenkomst over telewerk wordt herzien met het oog op een beter evenwicht
tussen privé- en beroepsleven en minder mobiliteitsproblemen. Er is echter geen informatie in welk opzicht
deze collectieve arbeidsovereenkomst zal wijzigen.
De verdere harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden met betrekking tot het gewaarborgd
loon, de jaarlijkse vakantie, de tijdelijke werkloosheid en het collectieve arbeidsrecht. Het is positief dat de
harmonisering wordt verdergezet, maar verder is er onduidelijkheid wat deze verdere harmonisering concreet in zal houden. Ook is het onduidelijk wat er bedoeld wordt met de eveneens aangekondigde wijzigingen en modernisering in het sectoraal overleg in de paritaire comités.
De regering geeft aan beter rekening te willen houden met de genderdimensie op de arbeidsmarkt en zal
hierbij bijzonder aandacht besteden aan de loonkloof, het verzoenen van werk en privéleven, de strijd
tegen het glazen plafond en meer algemeen aan zowel de verticale als horizontale segregatie van de
arbeidsmarkt. Verder zal zij het vrouwelijk ondernemerschap aan moedigen. De regering zal de 'best
practices' steunen om de toegang van vrouwen tot bestuurs- en directiefuncties van de Belgische bedrijven
te bevorderen. In het bijzonder zal worden onderzocht hoe een pensioensplit van het wettelijk en aanvullend pensioen kan worden doorgevoerd bij gehuwde en wettelijk samenwonende koppels. Behalve op
vlak van de toegang van vrouwen tot bestuurs- en directiefuncties worden er op bovenstaande domeinen
geen concrete (bv. cijfermatige) engagementen of maatregelen naar voren geschoven.
Zowel in de private als in de publieke sector moet er een divers en niet-discriminerend personeels- en
aanwervingsbeleid gevoerd worden. Het blijft bij deze vermelding, concrete maatregelen ontbreken.
De automatische loonindexering blijft als principe behouden, maar een aanpassing van het mechanisme
van de automatische loonindexering behoort wel tot de mogelijkheden. Geen nadere specificatie in welke
richting wordt gedacht.
Een vorm van gemotiveerd tijdskrediet voor pleegouders. Dit is des te belangrijker nu de uitkering voor het
gewone tijdskrediet of loopbaanonderbreking geschrapt wordt. Nochtans was deze verlofvorm de enige
vorm van verlof die zijn konden nemen voor de zorg van hun pleegkind. Enkel het statutair overheidspersoneel heeft een vorm van pleegouderverlof. Het feit dat de regering aankondigt de verlofstelsels van de
privésector, de non profit sector en de overheidssector gelijk te schakelen geeft misschien de opportuniteit
om een vorm van gemotiveerd tijdskrediet voor pleegouders in te voeren dan wel een pleegouderverlof
(dat reeds bestaat voor sommige ambtenaren) in alle stelsels in te voeren. Ook de vermelding in het
regeerakkoord dat er een volwaardig statuut voor pleegouders zal uitgewerkt worden, kan betekenen dat er
gedacht wordt aan een vorm van pleegouderverlof. Meer info ontbreekt echter over dit volwaardig statuut.
Bij de definitie van 'passende dienstbetrekking' voor werklozen wordt er geen gewag gemaakt van onze eis
om gezinsaspecten, met name voor alleenstaande ouders, in rekening te brengen.
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 17


Wat is slecht?




Er wordt geen gewag gemaakt van een uitbreiding van de moederschapsrust in het sociaal statuut van de
zelfstandige in uitvoering van de Europese Richtlijn 2010/41/EU.
Er is geen sprake van een vergoede vierde maand ouderschapsverlof, noch van een uitbreiding naar
6 maanden, een belangrijke eis van de Gezinsbond. En des te belangrijker nu het niet gemotiveerde
tijdskrediet niet meer vergoed wordt, noch voor het pensioen gelijkgesteld. De uitbreiding van het
gemotiveerd tijdskrediet met 12 maanden is namelijk geen oplossing voor ouders met kinderen boven de
8 jaar.
Indexsprong en verdere periode van loonmatiging 2015-16 en langer indien de competitiviteit niet is
hersteld.
Werknemers moeten zich inschrijven bij de gewestelijke arbeidsbemiddelingsdiensten binnen de maand
nadat de opzeg is ingegaan om te kunnen genieten van een werkloosheidsuitkering. Deze eis is nuttig voor
personen die een korte of geen opzeg moeten presteren, maar voor het overgrote deel van de werknemers
is deze periode overdreven kort omdat zij soms nog heel lang aan het werk zijn. In specifieke gevallen is
deze regel zelfs onhaalbaar, bijvoorbeeld wanneer personen met verlof of ziek zijn als de opzeg ingaat.
Deze regel geeft de indruk een loutere besparingsmaatregel te zijn eerder dan een positieve aanzet tot
activering. Zowel in het kader van efficiëntie als inzake effectiviteit van de sociale bescherming moet deze
maatregel gedifferentieerd worden. De controle op de motieven en de loopbaanvoorwaarden voor
thematische verloven, gemotiveerd tijdskrediet en loopbaanonderbreking worden versterkt. Wij zien niet in
wat hier het nut van is. Er zijn objectieve gegevens en attesten die ook nu de opname van het verlof
staven. Er is ook geen onderzoek dat misbruiken aan zou tonen. Een dergelijke maatregel verhoogt de
drempel om beroep te doen op deze verlofvormen, terwijl zij enorm belangrijk zijn voor de combinatie van
gezin en werk.
Er wordt een kader uitgewerkt voor de uitvoering van een verplichte vorm van gemeenschapsdienst voor
werklozen waarbij een weigering een schorsing oplevert. Ook geeft de federale regering via een aanpassing
van de regelgeving aan de lokale besturen nieuwe instrumenten inzake sociale en maatschappelijke
integratie om een gemeenschapsdienst voor leefloners uit te werken. Een verplichte gemeenschapsdienst is
geen goede maatregel. Uit onderzoek blijkt dat verplichte gemeenschapsdienst de kansen op tewerkstelling
verlaagt in plaats van verhoogt. Bovendien betekent deze verplichte gemeenschapsdienst voor de
initiatieven die deze personen moet omkaderen en tewerkstellen, ook extra werk. Een aanmoedigend beleid
tav werkzoekenden die vrijwilligerswerk willen doen en zelf op zoek gaan naar werk dat overeenkomt met
hun competenties en deze net versterkt, is wel zinvol.
De vermindering van de IGU-toeslag (inkomensgarantie-uitkering) voor deeltijds werkzoekenden met 50 %
na 2 jaar. Geen goede maatregel omdat hiermee ook de onvrijwillig deeltijds werkzoekenden worden getroffen (het overgrote deel van de personen die recht hebben op deze toeslag). Het gaat hier wel degelijk
om personen die op zoek zijn naar een voltijdse baan en enkel een deeltijdse baan vinden. Voor sommigen
is het door de wisselende/onderbroken uren zeer moeilijk om een andere deeltijdse functie te vinden die te
combineren is met de job die men heeft. Deze maatregel treft veelal vrouwen in kwetsbare posities.
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 18

Vanaf 1 januari 2015 wordt voor de nieuwe instroom onder de leeftijd van 21 jaar het recht op een inschakelingsuitkering gekoppeld aan een minimale diplomavereiste. De maximale leeftijd in de inschakelingsuitkering wordt verlaagd naar 25 jaar.
ARBEIDSONGESCHIKTHEID
Algemene opmerking
De regering voorziet een grondige hervorming van de verzekering voor arbeidsongeschiktheid. Dit houdt o.a. in
het opzetten van een herintegratieprogramma voor de terugkeer naar het werk en specifieke
opleidingsmogelijkheden versterken.
Positieve elementen

Wat ontbreekt?
Wat is slecht?
Ten laatste 3 maanden na de start van de arbeidsongeschiktheid wordt een re-integratieplan en voor wie
het nodig is tevens een tijdelijk herinschakelingstraject opgemaakt met prioritaire aandacht voor de
(rest)mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Daarbij zal een multidisciplinaire aanpak centraal staan, met
betrokkenheid van alle actoren. Het is positief dat er ingezet wordt op re-integratie van personen die
arbeidsongeschikt zijn en dat de werkgevers hierbij geresponsabiliseerd worden doordat het regeerakkoord
voorziet dat de periode van gewaarborgd loon bij arbeidsongeschiktheid opgetrokken wordt tot 2 maanden.
Bij deze positieve beoordeling is echter een kanttekening te maken want de maatregel werd intussen al
uitgesteld.
 De regering zal de mogelijkheid onderzoeken van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Dat is zeker positief
want na langdurige ziekte bestaat de wens bij heel wat mensen om deeltijds aan de slag te gaan.
 De aandacht voor psychische pathologieën als oorzaak van arbeidsongeschiktheid is belangrijk.
Het is lovenswaardig dat de regering zal zorgen dat personen met een beperking dezelfde mogelijkheden krijgen op integratie op de arbeidsmarkt als personen die arbeidsongeschikt zijn. Over hoe de regering dit zal
realiseren wordt echter niet gecommuniceerd.
 De periode die voorzien wordt voor de opmaak van het re-integratieplan (3 maanden) is te kort. De groep
van personen die arbeidsongeschikt zijn is zeer divers en een periode van drie maanden is erg kort om al
een integratieplan te moeten op maken. Voor heel wat medische ingrepen of behandelingen en na kleine
ongevallen zal de periode van 3 maanden snel overschreden zijn, toch zal dit vaak nog niets of weinig
zeggen over een blijvende arbeidsongeschiktheid of zal dit geen invloed hebben op de competenties of
mogelijkheden van de werknemer. Bovendien is helemaal niet duidelijk wie de opdracht krijgt dergelijk
integratieplan op te stellen, is dit de werkgever, RVA…?
 Er wordt bijna van uit gegaan dat elke persoon die arbeidsongeschikt is, snel weer aan de slag kan als er
maar een re-integratieplan of een herinschakelingstraject wordt gemaakt. Voor een groep mensen klopt dit
niet.
 De vraag rijst of dit systeem niet zeer duur en onnodig zal blijken, en wel effectief realiseerbaar is in de
praktijk. Hopelijk betekent een responsabiliserend beleid niet dat er financiële sancties komen voor personen die minder snel 'gereïntegreerd' of 'heringeschakeld' kunnen worden, ondanks hun medewerking.
GEZONDHEIDSZORG
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 19
Positieve elementen





De regering neemt een aantal maatregelen om financiële drempels weg te nemen of te verkleinen, wat
positief is. Het meest in het oog springend is het progressief toekennen van het recht op verplichte
derdebetalersregeling bij de huisarts. In de eerste plaats voor mensen die genieten van een verhoogde
tegemoetkoming. (vroegere WIGW en OMNIO). Verder neemt de regering de volgende maatregelen:
verbod op ereloonsupplementen in twee of meerpersoonskamers uitbreiden naar daghospitalisatie in een
twee of meerpersoonskamers; onderzoeken van de mogelijkheid tot uitbreiding van de maximumfactuur
voor psychiatrische patiënten in langdurig verblijf; automatische toekenning van rechten in het kader van
de verdere modernisering en informatisering van processen en gegevensstromen in de ziekteverzekering en
het gebruik van de eHealth-diensten; versterken van de tariefzekerheid onder meer in het kader van een
hervorming van het overeenkomsten- en akkoordensysteem; verstrekken van transparante informatie over
de financiële implicaties van de zorg, door onder meer het invoeren van een patiëntenfactuur. Hierbij wordt
de nodige aandacht besteed aan de administratieve lasten voor de zorgverleners.
Initiatieven die de zelfzorg en het zelfmanagement bevorderen worden gestimuleerd. Hierbij zal in het
bijzonder aandacht besteed worden aan het bevorderen van health literacy bij de bevolking, aan een betere
vorming van de zorgverleners voor wat het stimuleren van zelfzorg en zelfmanagement betreft, en aan het
beschikbaar stellen van laagdrempelige informatie ten behoeve van de patiënt. Mensen willen inderdaad zo
lang mogelijk zelf de regie van hun leven in handen houden. Initiatieven de zelfzorg en het zelfmanagement bevorderen en stimuleren zijn dus positief.
Het verankeren van de zorgcircuits in de geestelijke gezondheidszorg (artikel 107) in de regelgeving en in
de financiering is een erg goede zaak. Als bovendien ook de blinde vlekken worden weggewerkt zal geestelijke gezondheidszorg (nabije, flexibeler en ambulante zorgvormen) voor een grotere groep toegankelijker
worden. Er is bovendien bijzondere aandacht voor kinderen en jongeren.
De wet van 4 april 2014 tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepenen tot wijziging van het
koninklijk besluit nummer 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorg
beroepen zal onverwijld worden uitgevoerd. Hierdoor zal aan de noodzakelijke voorwaarden om een
terugbetaling te kunnen realiseren zijn voldaan: nood aan een officieel register van erkende psychologen
en orthopedagogen en een officieel register van erkende psychotherapeuten. Hopelijk betekent onverwijld
snel.
De wil om een kwaliteitsvolle sociale bescherming aan iedereen te blijven aanbieden staat zwart op wit in
het regeerakkoord. Een herziening van de financiering van de sociale zekerheid om dit te realiseren, moet
zeker bespreekbaar zijn. Wat de gezondheidszorg betreft somt het regeerakkoord een aantal beloftevolle
maatregelen op:
 Derdebetalersregeling uitbreiden + zorgcircuits in geestelijke gezondheidszorg verankeren /
 Het overleg tussen zorgverleners en verzekeringsinstellingen blijft behouden, maar wordt gemoderniseerd en aangepast aan de eisen van een transsectoriële aanpak. Andere actoren , waaronder de patiënten, worden op aangepaste wijze betrokken bij het overleg. Dit geldt voor het vastleggen van de
gezondheidsdoelstellingen en het uittekenen van de toekomststrategie van de gezondheidszorg, alsook
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 20
Gedeeltelijk positief


Wat ontbreekt?



ad rem waar zij toegevoegde waarde kunnen leveren.
 Het thans bestaande financieringssysteem van de ziekenhuizen wordt grondig herzien. Het nieuwe financieringssysteem moet de werkingskosten van de ziekenhuizen dekken en correct mee evolueren met de
evoluerende behoeften. Het moet minder structuurgebonden en prestatiegedreven zijn, en de instellingen en zorgverleners stimuleren tot kwaliteitsvol en resultaatsgericht handelen op alle relevante
domeinen (toegankelijkheid, tijdigheid, veiligheid, effectiviteit, doelmatigheid… ), zonder de globale
registratieplicht verder te verzwaren.
 Er wordt een grondige herijking en vereenvoudiging van de nomenclatuur doorgevoerd. De tarieven
worden op transparante wijze afgestemd op de reële kostprijs van de prestatie, onverantwoorde verschillen in vergoeding tussen de verschillende medische disciplines worden weggewerkt…
 Conform de aanbevelingen van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, en met het oog
op vereenvoudiging, wordt de regeling inzake remgelden bij de specialisten herzien.
 Er zal ook een snellere en voor de patiënt minder dure toegang tot zorg en tot geneesmiddelen voor de
behandeling van zeldzame ziekten worden georganiseerd.
 Artsen worden gemotiveerd tot een doelmatiger geneesmiddelenvoorschrift wat betreft prijs en volume.
In samenspraak met de sector en deelstaten wordt een integrale visie op de geestelijke gezondheidszorg
uitgewerkt. De rollen van de verschillende betrokken zorgactoren worden verduidelijkt en op elkaar afgestemd. De eerste lijn wordt versterkt. In functie daarvan zal een eventuele financiering en terugbetaling
van de geestelijke gezondheidszorg, bijvoorbeeld in het kader van bepaalde zorgtrajecten en zorgpaden
worden onderzocht.
De passage over terugbetaling geestelijke gezondheidszorg stelt die terugbetaling inderdaad in het vooruitzicht, maar is wel erg voorwaardelijk. In samenspraak met, na verduidelijking en afstemming van de rollen
van verschillende actoren en na versterking van de eerstelijn, is er een eventuele financiering en terugbetaling van geestelijke gezondheidszorg. Bovendien gaat het slechts om bepaalde zorgtrajecten en -den.
De mensen die vandaag recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming zullen vanaf 01/07/2015 als
eerste doelgroep recht krijgen op een derdebetalersregeling. Welke doelgroep komt daarna aan de beurt?
Kunnen dit kinderen en jongeren zijn? Hiervoor kan de Gezinsbond in elk geval ijveren.
Wanneer wordt de algemene derdebetalersregeling voor iedereen ingevoerd binnen de gehele eerstelijnsgezondheidszorg en niet enkel bij de huisarts?
Het is een gemiste kans om bij het bevorderen van zelfzorg en zelfmanagement niet verder te kijken dan
de patiënt/gebruiker zelf en aandacht te hebben voor het gezin waarin deze persoon leeft. Er is geen
enkele aandacht voor de informele zorg of de mantelzorg. Hoe zal mantelzorg worden bevorderd en hoe
zullen mantelzorgers worden ondersteund? De beperking van de groeinorm in de gezondheidszorg met
1,5 % staat niet in het akkoord, maar is ondertussen door het RIZIV wel goedgekeurd. Wel staat er:
"Tijdens deze legislatuur zal de nadruk voornamelijk worden gelegd op een grondige hervorming van
diverse aspecten van de structuur van onze gezondheidszorg. Het beleid zal afgestemd worden op
gezondheidsdoelstellingen, gekoppeld aan een stabiele budgettaire meerjarenplanning, en op de principes
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 21
Wat is slecht?

van evidence based practice. Alle actoren worden hiervoor geresponsabiliseerd." Concrete uitwerkingen van
deze grondige hervorming worden niet meegedeeld.
Duidelijke timing en concreet engagement dat alle psychologische en orthopedagogische behandelingen en
psychotherapie zullen worden terugbetaald via de ziekteverzekering ontbreekt.
ASIEL EN MIGRATIE
Algemene opmerking
Positieve elementen
Gedeeltelijk positief
Wat ontbreekt?
Wat is slecht?
Het regeerakkoord omschrijft niet-begeleide minderjarige vreemdelingen en gezinnen met minderjarige
kinderen als kwetsbare doelgroep. Voor de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen komt er een betere
bescherming, maar voor de gezinnen kiest men toch voor opsluiting in gesloten centra, een plek waar kinderen
niet thuishoren.
De nieuwe regering wil de bescherming van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen versterken en met dat
doel een uniforme registratie uitwerken. Zij zullen ook de mogelijkheid krijgen om het bijzondere
beschermingsstatuut aan te vragen, ook wanneer andere procedures hangende zijn. Er wordt onderzocht welke
maatregelen kunnen genomen worden om de voogden extra te omkaderen. Een beter bescherming van nietbegeleide minderjarige vreemdelingen is noodzakelijk. Dit is een zeer kwetsbare groep, die nu vaak van alle
hulp verstoken blijft.
Het regeerakkoord erkent het recht op gezinshereniging en verwijst hiervoor uitdrukkelijk naar internationale
verdragen zoals het Europees verdrag voor de rechten van de mens. Tegelijkertijd focust het regeerakkoord
heel sterk op misbruik en maakt ze huwen in het buitenland moeilijker door voor alle huwelijken in het
buitenland een "attest van geen huwelijksbeletsel" in te voeren.
Het regeerakkoord zegt niets over het geven van een eigen dossier aan kinderen die samen met hun ouders
asiel aanvragen. Hier heeft de Gezinsbond eerder, samen met het Kinderrechtencommissariaat, actie voor
gevoerd. Kinderen hebben immers eigen rechten, zoals het recht op onderwijs.
 Gezinnen met minderjarige kinderen zonder geldige verblijfsvergunning krijgen een recht op opvang, maar
enkel binnen een concreet terugkeertraject. Gezinnen met minderjarige kinderen die niet in een
terugkeertraject willen stappen, verliezen het recht op opvang.
 De gesloten centra worden uitgebreid en aangepast aan kwetsbare doelgroepen zoals gezinnen met
kinderen. Het regeerakkoord beschrijft gezinnen met kinderen als kwetsbare groep, maar toch kunnen deze
gezinnen (volwassenen en kinderen) opgesloten worden in gesloten centra. Kinderen opsluiten is
onaanvaardbaar, of dit nu gebeurt in aangepaste woonunits of niet.
Evaluatie federaal regeerakkoord – Gezinsbond, november 2014 - 22