Voorbereidingsartikel

46 | Geloven in iets of Iemand?
Dit artikel is geschreven ter voorbereiding op de lezing van dr. M.J. Kater, die 26 februari 2015 Deo
Volente zal worden uitgesproken. De lezing draagt de titel “Betoon onvervalstheid in de leer” en zal
gaan over relativisme en de Bijbelse waarheidsclaim. In dit artikel zal worden ingegaan op de
toenemende aandacht voor spiritualiteit in de 21e eeuw.
Geloven in iets of Iemand?
Spiritualiteit en zingeving in de 21e eeuw
‘Mijn grootouders waren nog katholiek en hervormd,
maar hun kinderen al niet meer. Ikzelf geloof in een
bepaalde kracht, in liefde. God vind ik een zwaar
woord. Het enige geloof dat me aantrekt is het
boeddhisme. Ik geloof ook in reïncarnatie. Zo kwam
ik eens op een reis door Indonesië in een dorpje en ik
herkende het allemaal. Het leek of ik er eerder was
geweest, ik kwam als het ware thuis. Die esoterische
inslag heeft altijd al gesudderd. Een jaar of zeven
geleden is het naar boven gekomen. Ik kwam toen
thuis van mijn werk en dacht: ‘Wat doe ik hier?’ Op
dat bepalende moment wist ik dat ik een boek moest
gaan kopen. In de winkel viel mijn oog toen op
Groeien naar spiritueel inzicht; dat heb ik
gekocht. Vervolgens ben ik heel veel boeken gaan
lezen over spiritualiteit. Symbool voor mijn geloof in
liefde en licht staat mijn ketting met een olifantje. Ik
heb het olifantenbedeltje omgehangen en vind er nu
kracht in.’ (De Hart, 2011, p. 99)
Tekst: Fokeline Weerheim
Inleiding
Spiritualiteit is in. Afgaande op percentages
uit de meest recente God in Nederland-enquête
van het SCP (2006) zijn er onder de
Nederlanders van 18 jaar en ouder, naast de
ruim 4 miljoen kerkelijke gelovigen en ruim 5
miljoen
personen
zonder
religieuze
belangstelling, bijna 2 miljoen mensen die wel
belang hechten aan spiritualiteit, maar geen
binding hebben met een kerkgenootschap of
godsdienstige groepering. Daarnaast zijn er
naar schatting nog ongeveer anderhalf
miljoen buitenkerkelijken met een matige
spirituele belangstelling (De Hart, 2011).
Bedrijven, organisaties, kerken en auteurs
spelen in op de belangstelling voor dit
onderwerp. Het roept echter ook vragen op.
Zo is het bijvoorbeeld onduidelijk wat er
allemaal onder de paraplu van spiritualiteit
valt. Mediteren in een klooster, maar
evengoed
kracht
halen
uit
een
olifantenbedeltje.
Zijn
bepaalde
kernbegrippen
met
betrekking
tot
spiritualiteit niet gewoon oeroude christelijke
begrippen in een nieuw jasje? Of is
spiritualiteit een ondoordringbaar woud van
vaagheid en zweverigheid, met oosterse en
occulte achtergronden waar je je verre van
moet houden(Van Egdom, 2005)?
Dit artikel gaat in op de vraag hoe we als
christenen moeten omgaan met de
toenemende aandacht voor spiritualiteit en
zingeving in deze tijd. Om deze vraag te
beantwoorden, beschrijf ik eerst waarin zich
de toenemende aandacht voor spiritualiteit en
zingeving in onze maatschappij uit en hoe
deze belangstelling zich ontwikkeld heeft. Na
deze verkenning vergelijk ik enkele algemene
kenmerken
van
spiritualiteit
met
basisbegrippen van het christelijk geloof. Ten
slotte probeer ik de hoofdvraag van dit artikel
te beantwoorden.
Vulling van de leegte
Spiritualiteit als containerbegrip
Wat is er toch aan de hand met de
Nederlander uit de 21e eeuw die vanuit het
materiële lijkt te zijn doorgeschoten in het
spirituele? Het is nog helemaal niet zo lang
geleden dat de doorsnee Nederlander
tevreden was met een luxe huis, een mooie
Voorbereidingsartikel lezing dr. M.J. Kater | 47
auto en een goede baan. Geld maakte
gelukkig. Maar mensen lijken terug te komen
van het platte materialistische leven. Geld
maakt toch niet gelukkig. Men is op zoek
gegaan naar wat wel gelukkig maakt. Maar in
die zoektocht schrikken mensen terug voor
een geloof in God dat allerlei verplichtingen
met zich mee zou brengen. De kerk heeft al
lang afgedaan. ‘Tussen de afbrokkelende
bastions van het oude, christelijke geloof en
de verlichte voorposten van het ongeloof ligt
een uitgestrekt niemandsland waarin zich een
meerderheid van de bevolking lijkt op te
houden.’ (de Hart, 2011, p.19) Juist dit
niemandsland blijkt uitermate vruchtbaar te
zijn voor het ontstaan van allerlei nieuwe
soorten van spiritualiteit. Religie voor doehet-zelvers. Deze spirituele doe-het-zelvers
tellen veel zogenaamde ietsisten en vroegere
kerkleden. Boeken en cursussen over
spiritualiteit vinden gretig aftrek. Meditatie,
reiki, boeddhisme en zen is niet alleen meer
iets voor een klooster in Taiwan, maar ook
uitstekend geschikt voor een Nederlandse
manager. Magazines, zoals Happinez, die het
hogere- wat dat dan ook mag zijn- benoemen,
zijn niet aan te slepen. Nergens wordt het
conflict
gezocht
met
andere
levensbeschouwingen. Integendeel, uit iedere
godsdienst of levensbeschouwing worden
ingrediënten gebruikt voor een spirituele
maaltijd die duizenden mensen zich prima
laten smaken. Want wat maakt het uit of je de
god in jezelf in een christelijk klooster in
Nederland of in een zenklooster in Japan
vindt (Van Egdom, 2005)? Spirituele doe-hetzelvers geloven ook vaker in reïncarnatie of
het voortbestaan van de geest of de ziel en er
bevinden zich relatief veel mensen tussen die
openstaan voor occulte denkbeelden.
Alhoewel lang niet iedereen zo ver gaat, laten
de God in Nederland-onderzoeken wel zien dat
in het hedendaagse Nederland bijna 90% de
stelling onderschrijft dat de zin van het leven
ligt in je eigen unieke ervaring en de
ontwikkeling van je eigen vermogens.
Bovendien meent 54% dat je bij beslissingen
beter kunt afgaan op je intuïtie en gevoel dan
op verstandelijke overwegingen. Opvattingen
zoals ‘waarheid moet innerlijk ervaren
worden’ en ‘er bestaat een geestelijke band
tussen mens, wereld en natuur’ (de kern van
het holisme) worden door meerderheden
zonder enige reserve bijgevallen (Fahner,
2011; De Hart, 2011). Kortom, het lijkt erop
dat spiritualiteit, in welke vorm dan ook, deel
uitmaakt van het mens- en wereldbeeld van
een aanzienlijk deel van de Nederlanders.
Van oude kerken naar nieuwe spiritualiteit
Als je een stadsplattegrond van vijftig jaar
terug naast het exemplaar van dit jaar legt, zie
je overal verdwenen kerkgebouwen. Dat
betekent echter niet dat de interesse in religie
en spiritualiteit is verdwenen, deze lijkt eerder
toe te nemen. Hoe heeft deze belangstelling
zich ontwikkeld?
In de verhalen van gelovigen en van exkerkleden fungeren de ‘jaren zestig’ als de
periode waarin alles veranderde. Inderdaad
zijn er vanaf die tijd een paar belangrijke
veranderingen waarneembaar die vaak
allemaal ingesloten worden in het begrip
‘secularisatie’. Vrijwel iedereen is het erover
eens dat er in onze samenleving een
secularisatieproces plaatsvindt. Dat proces
wordt dan vaak gekoppeld aan het
moderniseringsproces in het algemeen. Dat
wil zeggen dat men er vanuit gaat dat overal
waar een samenleving zich ontwikkelt in de
richting van een meer moderne samenleving,
de godsdienst aan betekenis voor het leven en
samenleven van mensen verliest of zelfs
geheel zal verdwijnen. In de sociologie
ontstond zo het secularisatiemodel. In dit
model passen begrippen als ontkerkelijking,
rationalisering en individualisering (Dekker &
Stoffels, 2001).
Echter, de laatste jaren wordt er in de
godsdienstsociologie veel genuanceerder
over het proces van secularisatie gedacht..
Het wordt duidelijk dat ook in moderne
samenlevingen godsdienst niet altijd
verzwakt. Als één van de bewijzen dat religie
in het Westen niet verdwijnt of zich zelfs
weer in een hernieuwde belangstelling mag
verheugen, wordt dan gewezen op de
opkomst van alternatieve of nieuwe religieuze
bewegingen. Toen de ontkerkelijking in de
jaren zeventig van de vorige eeuw grote
48 | Geloven in iets of Iemand?
vormen aannam, doken deze bewegingen op.
Deze bewegingen kwamen veelal uit het
buitenland en vroegen een actieve
betrokkenheid van leden. Vanaf het begin van
de jaren tachtig werd er een nieuwe
ontwikkeling zichtbaar. Het gedachtegoed
van deze alternatieve religieuze bewegingen
werd toen ook overgenomen door mensen
die bij geen enkele groepering zijn
aangesloten. Deze tendens werd bekend
onder de naam New Age. Inmiddels is die
term in onbruik aan het raken en wordt de
term vaak vervangen door aanduidingen als
‘nieuwe
spiritualiteit’
of
‘holistische
spiritualiteit’. Het is een vaag en moeilijk af
te bakenen begrip, maar kortweg een
verzamelnaam voor alle ideeën, stromingen
en groeperingen die op zoek zijn naar het
hogere (De Hart, 2011). Terwijl kerken steeds
meer krimpen en vergrijzen, is spiritualiteit in
de 21e eeuw een typische ‘doe-het-zelf-religie’
geworden. Een individuele zoektocht,
passend bij een postmodern individu waarbij
zijn eigen beleving centraal staat en er geen
ruimte is voor exclusieve waarheidsclaims en
vaststaande kaders.
Iets of Iemand?
Kenmerken van spiritualiteit
Spiritualiteit is een lastig te definiëren begrip.
Bekend is de definitie die dr. C. Aalders
(1969) geeft: “Overal waar de mens met
bewuste bedoelingen en op een min of meer
methodische wijze bezig is zijn leven te doen
beantwoorden aan een transcendente
zingeving, is er sprake van spiritualiteit’ (p.
13). Dit is een algemene definitie, die op
verschillende levensbeschouwingen van
toepassing is. Want juist het transcendente,
datgene wat boven deze wereld uitstijgt,
wordt op zoveel verschillende manieren
ingevuld. Juist die veelheid brengt verwarring
met zich mee. Toch zijn er wel een aantal
gemeenschappelijke kenmerken van alles wat
zich onder de noemer van de nieuwe
spiritualiteit bevindt:
- Om te beginnen is een belangrijk kenmerk
dat absolute waarheden niet bestaan.
Exclusieve waarheidsclaims hebben enkel
-
-
-
-
geleid tot onverdraagzaamheid. Bovendien is waarheid een subjectief begrip. Wat
waarheid is, bepaal je zelf. De nadruk ligt
dus op de persoonlijke beleving. Er zijn
vele spirituele wegen, maar iedereen kan
zijn eigen keuze maken. Die keuze wordt
bepaald door eigen behoeften en
verlangens. Dit heeft tot gevolg dat nieuwe
en postmoderne spiritualiteit een privéaangelegenheid geworden is, zonder
verbondenheid aan een kerk of andere
instelling. Het is believing without belonging.
Een ander kenmerk is dat niets wordt
uitgesloten. Ook al zijn er een heleboel
vormen van spiritualiteit waarmee je zelf
niets hebt, als een ander ermee geholpen
is, wie ben jij dan om te zeggen dat het
onzin is? - Er is ook geregeld een hang
naar occulte denkbeelden te vinden.
Ook lijkt de nieuwe spiritualiteit een
herleving van het oude pantheïsme te zijn:
het geschapene is God zelf. Het
onderscheid tussen Schepper en schepsel
valt weg. Je kunt de god in jezelf vinden.
Tijdens deze zoektocht nemen meditatie,
stilte en soms zelfs ook bidden een
belangrijke plaats in.
Al het onrecht en lijden in de wereld
worden verklaard met begrippen als
gebrek aan afstemming, onbalans en foute
energie. Begrippen als zonde en schuld
komen hier niet aan de orde.
Tot slot, en dat is misschien wel het
belangrijkste aspect, moet de spiritualiteit
bijdragen aan een positief gevoel. Of je dat
nu, warmte, geborgenheid, geluk of
gewoon ‘lekker in je vel zitten’ noemt, het
gaat erom dat je iets vindt wat innerlijke
rust geeft (Scholten, 2009).
Spiritualiteit en het christelijk geloof
Als we de bovengenoemde kenmerken
vergelijken met basisbegrippen van het
christelijk geloof, worden er vooral grote
verschillen zichtbaar. Een christen gelooft in
een God, hoger dan en buiten zichzelf. In het
christendom draait het om een persoonlijke
relatie met die God, die deze wereld gemaakt
heeft. En omdat God hoger is dan een mens,
heeft Zijn Woord ook het hoogste gezag.
Voorbereidingsartikel lezing dr. M.J. Kater | 49
Persoonlijke beleving
ondergeschikt aan.
is
daar
dus
Dat Woord heeft ook een exclusieve
waarheidsclaim. Het is niet zo dat er vele
wegen zijn die naar de waarheid leiden. Het
maakt wel degelijk uit welke weg je
bewandelt. Het gaat niet om het vinden van
‘iets’ maar van alles of niets. Er is maar één
weg en alle andere wegen lopen dood. Dat
exclusieve past absoluut niet in het
postmoderne spiritualisme (Van ’t Hul, 2010).
De kennisbron ligt dus buiten jezelf. Op zoek
gaan naar een innerlijke waarheid of de god in
jezelf vinden is hierdoor niet mogelijk. Een
christen gelooft ook niet dat al het lijden in
deze wereld komt door een gebrek aan
afstemming of onbalans van krachten, maar
dat het veroorzaakt wordt door mensen die
geneigd zijn tot het kwade. Een christen
gelooft ook niet op zichzelf, maar staat in
verbinding met andere gelovigen als lid van
een gemeente of kerk.
Naast al deze verschillen lijken er ook
overeenkomsten zijn. Er wordt ook in het
christendom wel gesproken over spiritualiteit.
Ook in het christelijk geloof nemen stilte,
meditatie en bidden een belangrijke plaats in.
Waarschijnlijk zijn deze zaken ook gewoon
van hieruit overgenomen in bepaalde vormen
van postmoderne spiritualiteit. Maar ten
diepste is de gedachte achter deze zaken heel
verschillend. Een christen mediteert niet om
zijn gedachten de vrije loop te laten. Daar
hoef je weinig goeds van te verwachten. Maar
hij overdenkt Gods Woord. Een christen
zoekt de stilte niet op om zichzelf te vinden,
maar hij verwacht dat God wil spreken in de
stilte. Een christen bidt niet om zijn
gedachten wat te ordenen of om eigen
geestelijke vermogens te ontwikkelen, maar
omdat hij zich in alles afhankelijk weet van
God. In het woord ‘spiritualiteit’ zit het
woord ‘spiritus’: geest. Echte christelijke
spiritualiteit heeft haar ontstaan te danken aan
de Heilige Geest. Echte spiritualiteit heeft dus
alles te maken met de omgang met God en
Zijn Woord. Echte spiritualiteit geeft een
luisterend en biddend leven (Noordegraaf,
2005).
Kortom, al lijken er oppervlakkig bezien wel
wat overeenkomsten te zijn tussen de nieuwe
vormen van spiritualiteit en het christendom;
als we beter kijken ontdekken we een wereld
van verschil. Een verschil tussen iets of
Iemand, tussen alles of niets.
Eén Naam
Tot slot blijft de hoofdvraag van dit artikel
over. Hoe moet je als christen omgaan met
alle aandacht voor spiritualiteit en zingeving
in deze tijd? In het algemeen is het belangrijk
om onderscheid te maken als je spiritualiteit
beoordeelt. Om te beginnen het herkennen
van foute zaken, die indirect tot het occulte
leiden. Daarnaast alert zijn als er een nietBijbelse spiritualiteit wordt uitgedragen in het
christendom. Een spiritualiteit en godsdienst
waar je het uiteindelijk toch in jezelf moet
zoeken en vinden(Van Egdom, 2005). Maar
ook vervuilde begrippen als meditatie en
verstilling afstoffen en er op een Bijbelse
manier gebruik van maken. ‘Immers is mijn ziel
stil tot God; van Hem is mijn heil.’ (Ps.62:2)
Kun je in gesprekken aanknopen bij
religieuze ervaringen en verlangens van
ietsisten? Ja zeker, juist het feit dat alle
mensen spiritueel ingesteld zijn, een
ingeschapen Godskennis hebben, biedt
mogelijkheden om in gesprek te gaan. Laten
we Paulus op de Areopagus als voorbeeld
nemen. Hij haakte ook in op de godsdienst
van die dagen. Paulus begint bij de religieuze
ervaring van zijn Atheense luisteraars, maar
met geen andere bedoeling dan om van iets
bij Iemand te komen. Tussen de vele goden
die de Grieken kenden, brengt Paulus Iemand
ter sprake Die niet te vergelijken is met ‘iets’
anders. ‘Dezen dan, Dien gij niet kennende
dient, verkondig ik ulieden. De God Die de
wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is
(…) alzo Hij Zelf allen het leven en den adem
en alle dingen geeft (…)opdat zij den Heere
zouden zoeken of zij Hem immers tasten en
vinden mochten, hoewel Hij niet ver is van
een iegelijk van ons. (….) God dan de tijden
der onwetendheid overgezien hebbende,
verkondigt nu allen mensen alom dat zij zich
bekeren. Daarom dat Hij een dag gesteld
heeft, op welken Hij den aardbodem
50 | Geloven in iets of Iemand?
rechtvaardiglijk zal oordelen door een Man
Dien Hij daartoe geordineerd heeft”
(gedeeltes uit Hand. 17:23-33). Deze God is
niet te vergelijken met iets of iemand anders.
Hij heeft een relatie met elk schepsel omdat
Hij elk schepsel ‘het leven en de adem’ geeft.
Deze God zal iedereen oordelen als Rechter
‘door een Man, Die Hij uit de doden heeft opgewekt’.
Op deze manier brengt Paulus Jezus ter
sprake. Hij confronteert de ietsisten met
Iemand (Kater, 2012).
Ook nu is het belangrijk om duidelijk te
maken dat het christelijk geloof draait om een
levende relatie met een Persoon: Jezus
Christus. Er is geen andere weg is tot behoud.
Want voor elke postmoderne Nederlander,
atheïst of ietsist, spiritueel ingesteld of trouw
kerkelijk geldt uiteindelijk hetzelfde: ‘En de
zaligheid is in geen ander; want er is ook onder den
hemel geen andere naam, die onder de mensen gegeven
is, door welken wij moeten zalig worden.’. (Hand.
4:12)
Literatuur
Aalders, C. (1969). Spiritualiteit. Over geestelijk leven vroeger en nu. Den Haag: Boekencentrum N.V.
Dekker, G. en Stoffels, H.C. (2001). Godsdienst en samenleving. Een introductie in de godsdienstsociologie.
Kampen: Kok.
Egdom, W. van (2005). Spirituele maaltijd voor iedereen.
http://www.digibron.nl/search/detail/012dba191d5bec672c6f8226/spirituele-maaltijd-vooriedereen/10. Geraadpleegd op 4 augustus 2014
Fahner, Chr. (2011). Op zoek naar de eenheid van het al: holisme in enige gebieden van wetenschap. In:
Bokhoven, P.A. van, Burggraaf, M. Hoek, G. van der (red.), Student en Kerk. Uitgave werkgroep
studenten GG .
Hart, J. de (2011). Maak het nieuw! Over religieuze ontwikkelingen en de positie van kerken: een persoonlijke
geschiedenis. Den Haag: SCP-publicatie.
Hart, J. de (2011). Zwevende gelovigen. Oude religie en nieuw spiritualiteit. Amsterdam: Prometheus
‘t Hul, J. van (2010). Op zoek naar vulling van de leegte.
http://www.refdag.nl/kerkplein/kerknieuws/op_zoek_naar_vulling_van_de_leegte_1_399890.
Geraadpleegd op 8 augustus 2014
Kater, M.J. (2012). Geloof je dat nu echt? Antwoorden op kritische vragen over het christelijk geloof. Utrecht:
de Banier.
Noordegraaf, A. (2005). Herbronning van een begrip. Bijbel en spiritualiteit. (1)
http://www.digibron.nl/search/detail/00b20f8e34c6922922fd15834203a012/herbronning-vaneen-begrip/4. Geraadpleegd op 28 juli 2014
Scholten, L.M.P. (2009). Terzijde. Spiritualiteit.(3)
http://www.digibron.nl/search/detail/b81640638902216ee6cbb3d81dc4ca58/terzijde/25.
Geraadpleegd op 8 augustus 2014
Voorbereidingsartikel lezing dr. M.J. Kater | 51
Aan de lector zijn de volgende vragen gesteld:
1. Hoe manifesteert relativisme ten opzichte van geloof zich in de huidige maatschappij?
2. Kan deze situatie worden verklaard worden vanuit de huidige tijdgeest?
3. Hoe verhouden relativisme en de Bijbelse waarheidsclaim zich ten opzichte van elkaar en hoe
moeten christenen dit praktisch toepassen?