Brief ACP-inzet CAO Politie 2015

ACP-inzet CAO Politie 2015
Een beter inkomen, een duurzame, gezonde loopbaan en het beperken van negatieve gevolgen van
de personele reorganisatie. In het afgelopen jaar hebben ACP-leden langs digitale weg, maar ook
tijdens werkbezoeken, de Algemene Vergadering en via ingevulde formulieren kenbaar gemaakt
dat dit wat hen betreft de drie essentiële ingrediënten voor een nieuwe CAO Politie zijn.
Inleiding
Politiemedewerkers bevinden zich middenin de grootste reorganisatie in de Nederlandse
geschiedenis. De onzekerheid die dit met zich meebrengt, wordt in de hele politieorganisatie
gevoeld. Kan ik mijn huidige werk nog wel blijven doen? Moet ik straks (veel) verder gaan reizen?
Wat blijft er over van de menselijke maat nu de afstand tussen werkvloer en beleidsbeslissers als
gevolg van de invoering van Nationale Politie steeds groter lijkt te worden? Dit zijn vragen die
iedere politiemedewerker bezighouden. Medewerkers die werkzaam zijn in de ondersteunende
diensten gaan zelfs een jarenlange periode van onzekerheid tegemoet. Velen van hen zullen in de
toekomst gaan werken in kantoren die nog gebouwd moeten worden. Reisafstanden zullen
toenemen vanwege schaalvergroting en sluiting van bureaus, met minder vrije tijd als gevolg. Ook
bestaat het risico dat de werkdruk zal toenemen omdat er meer gedaan moet worden met minder
mensen, terwijl de ICT-voorzieningen die moeten zorgen voor een efficiëntere werkwijze er nog
nauwelijks zijn.
Tegelijk zijn oplopende internationale spanningen in de afgelopen periode steeds voelbaarder
geworden in de Nederlandse samenleving. Burgers voelen zich onzeker over hun eigen veiligheid
en verwachten van de politie dat deze orde, rust en veiligheid garandeert. Politiemedewerkers doen
hun werk in een complexer wordende maatschappij. Geweld tegen politiemedewerkers blijft een
hardnekkig probleem en kan ook grote gevolgen hebben voor de privésituatie. Het optreden van
collega’s ligt onder het vergrootglas van sociale en traditionele media. Onder deze omstandigheden
staan zij voor de taak de hoge verwachtingen van samenleving en politiek waar te maken. Door
veelvuldige confrontatie met geweld, leed en gevaar is politiewerk fysiek en mentaal zwaar.
Inkomen en vergoedingen
De ACP vindt dat het na de jarenlange, door het kabinet opgelegde nullijn tijd is voor een
inkomensverbetering. Van collega’s in het blauw tot rechercheurs en collega’s die werkzaam zijn bij
de ondersteunende diensten, allemaal doen zij hun werk met grote inzet en met hart voor het vak.
Zij zien werken voor een veiliger Nederland vaak niet alleen als hun werk, maar als een roeping.
Helaas ervaren diezelfde politiemedewerkers lang niet altijd de (financiële) waardering die
verwacht mag worden voor een hoogrisicoberoep. In de komende jaren zal bovendien de al langer
verwachte ‘grote uittocht’ gaan plaatsvinden. Een grote groep collega’s zal, al dan niet gebruik
makend van uitstroomregelingen in het kader van de reorganisatie Nationale Politie, de organisatie
verlaten. Om te zorgen voor voldoende en kwalitatief goede nieuwe instroom, moet de
aantrekkelijkheid van het politievak gewaarborgd blijven. Ondanks de zware eisen die het
politiewerk aan medewerkers stelt, zijn de salarissen sinds 2011 niet gestegen als gevolg van de
door het kabinet afgekondigde nullijn voor ambtenaren. Dit betekent een enorme
koopkrachtdaling. Daar komt de forse stijging van zorgkosten en belastingen in de afgelopen jaren
nog bij. Inmiddels heeft het kabinet aangegeven dat de nullijn voor ambtenaren vanaf 2015 wordt
losgelaten en de salarissen dus weer kunnen stijgen.
Salarisverhoging
De ACP eist dan ook een salarisverhoging van 3,5% met ingang van 1 januari 2015. Verder is de
ACP van mening dat de huidige vergoedingen en toeslagen voor werken op onregelmatige tijden en
piket niet in verhouding staan tot de inbreuk die dit maakt op de privésituatie. Daarom zet de ACP
in op verhoging van de onregelmatigheidstoeslag met €1,- per uur. Ook wil de ACP een verhoging
van de piketvergoeding met €1,- per uur. Gezien de forse belasting die een piketdienst met zich
mee kan brengen, stelt de ACP als voorwaarde dat er tegelijk harde afspraken gemaakt worden
over vermindering van het aantal piketdiensten. Indien het niet lukt om het aantal piketdiensten te
verminderen, wil de ACP een verdere verhoging van de piketvergoeding. Ook wil de ACP een
verruiming van het tijdvak waarop de onregelmatigheidstoeslag van toepassing is: van 18.00 ’s
avonds tot 07.00 ‘s ochtends. Eerdere afspraken in de vorige CAO over verhoging van
ACP-inzet CAO Politie 2015
Pagina 1/4
onregelmatigheidstoeslag en piketvergoeding zijn niet uitgevoerd omdat de daarvoor benodigde
besparing door minder piketdiensten en verschuivingen niet gerealiseerd werd. Daarom wil de ACP
nu afspraken maken die onafhankelijk zijn van besparingen elders.
Uitloopperiodieken voor functies zonder OVW-periodieken
Als gevolg van de invoering van de Nationale Politie zullen er in de komende jaren veel functies in
het domein Ondersteuning verdwijnen. Met als gevolg dat hetzelfde werk gedaan moet worden met
veel minder mensen en het risico dat de werkbelasting zal toenemen. De ACP vindt dat ook deze
collega’s recht hebben op mogelijkheden tot loopbaanontwikkeling. Daar moeten dan ook
afspraken over gemaakt worden. Daarnaast is de ACP van mening dat collega’s die op grond van
hun functie niet in aanmerking komen voor de OVW-periodieken een inkomensperspectief dienen
te hebben zodra zij op het maximum van hun schaal terecht zijn gekomen. Om die reden wil de
ACP voor deze functies uitloopperiodieken in het leven roepen.
Verhoging kilometervergoeding
De huidige kilometervergoeding binnen de sector politie voor woon-werkverkeer is allesbehalve
kostendekkend voor een gemiddelde autobezitter. Volgens het Nibud (berekeningen over 2014) is
de gemiddelde kilometerprijs van een kleine middenklasse-auto €0,43 per kilometer. De ACP wil
daarom de kilometervergoeding woon-werk verhogen naar minstens de wettelijk vastgestelde
belastingvrije vergoeding van €0,19 per kilometer en die voor dienstreizen naar €0,43.
Duurzame loopbaan
Het politievak is een hoogrisicoberoep, terwijl tegelijkertijd de wettelijke mogelijkheden op het
gebied van pensioen en vroegpensioen (verhoging AOW-leeftijd, afschaffing van de
levensloopregeling per 2021, verlaging van de pensioenopbouwpercentages) in de afgelopen jaren
flink zijn beperkt. Dit maakt nieuwe afspraken over een duurzame loopbaan en eerder stoppen met
werken noodzakelijk. Om met inzet en plezier te kunnen blijven werken en in een goede
geestelijke en lichamelijke conditie ´de eindstreep´ te kunnen halen, is investeren in een
duurzame loopbaan van politiemedewerkers cruciaal. De ACP ziet dit als een gedeelde
verantwoordelijkheid van medewerker en werkgever. De medewerker is verantwoordelijk voor zijn
eigen loopbaan en voor een gezonde leefstijl, de werkgever dient dit te faciliteren en heeft
bovendien een zorgplicht om de risico’s die medewerkers lopen als gevolg van het politiewerk
zoveel mogelijk te beperken.
Eerder uittreden en minder belastend werk
Omdat het politievak een hoogrisicoberoep is moet het ook in de toekomst voor
politiemedewerkers mogelijk blijven om geheel of gedeeltelijk eerder te stoppen met werken. Voor
de ACP is daarbij het uitgangspunt dat de aanspraken op vroegpensioen die bij het tot stand
komen van de huidige vroegpensioenregeling in 2005 zijn ontstaan, ongewijzigd moeten blijven.
Uit recent onderzoek van het CPB blijkt dat niet alleen politiemedewerkers zelf, maar ook de
Nederlandse burger vindt dat mensen met zware beroepen eerder met pensioen moeten kunnen.
Zelfs
als
daarvoor
extra
belasting
betaald
moet
worden.
Naast
behoud
van
vroegpensioenmogelijkheden wil de ACP afspraken maken over het door de werkgever aanbieden
van een minder belastende functie aan medewerkers die jarenlang in de frontlinie gewerkt hebben.
Rust in roosters
De druk op de beschikbare personeelscapaciteit om roosters gevuld te krijgen blijft onverminderd
groot. Plannen met minimale bezetting blijft een probleem. Het is in het belang van medewerker en
organisatie om deze roosterdruk te verminderen. De ACP wil afspraken maken die leiden tot meer
rust in de roosters, voorkomen van verlofstuwmeren en eenvoudiger regels voor het plannen van
diensten. Wij willen o.a. dat geplande vrije dagen niet meer zonder toestemming van de
medewerker verplaatst mogen worden. Om verlofstuwmeren te voorkomen, moeten meeruren
voortaan per kwartaal herberekend worden (en uitbetaald bij meer dan 9 meeruren) in plaats van
per jaar. De verschuivingsvergoeding heeft niet gezorgd voor meer rust in roosters. Om het aantal
verschoven diensten terug te dringen zal deze vergoeding daarom fors verhoogd moeten worden.
Ook wanneer er minder dan 8 uren verschoven zijn moet de verschuivingsvergoeding gaan gelden.
Investeren in kwaliteit, loopbaan en scholing
In de huidige samenleving, die in hoog tempo verandert met als gevolg dat ook het politiewerk aan
snelle veranderingen onderhevig is, is het belangrijker dan ooit dat politiemedewerkers hun kennis
en vaardigheden op peil houden en zich blijven ontwikkelen. Dit vergroot het rendement voor de
ACP-inzet CAO Politie 2015
Pagina 2/4
politieorganisatie, het werkplezier van de medewerker en het stelt de medewerker in staat om
regie te nemen over de eigen loopbaan. Zowel werkgever als medewerker hebben dus baat bij
goede scholing en opleiding van politiemedewerkers. Een eerste aanzet voor het slim benutten van
opleidingsmogelijkheden is gemaakt in de afspraak dat zogenoemde opleidingsprofielen deel uit
gaan maken van de LFNP-functiebeschrijvingen. In deze profielen staan de opleidingen die gevolgd
moeten worden om het werk goed te kunnen uitvoeren. In de komende periode moeten die worden
vervolmaakt. De ACP stelt voor om de initiële opleidingen te verkorten en het accent te
verschuiven naar ‘een leven lang leren’. Na een korte opleiding van circa 1 jaar kunnen collega’s
zich door het opdoen van ervaring en doorlopende leerlijnen verder bekwamen in het vak. Bij de
opleidingsinvesteringen horen dan ook gegarandeerde loopbaanstappen. Dit zorgt ervoor dat
politiemedewerkers zich kunnen blijven aanpassen aan veranderingen in de samenleving en in het
politiewerk. Uiteraard moet daarbij de gelijkwaardigheid van het politiediploma aan andere
opleidingen (de zogenoemde diplomaequivalentie) gewaarborgd blijven en moeten ook de
afspraken over rechtspositie en inschaling tijdens en na de opleiding aangepast worden.
Verhoging van het gemiddelde opleidingsniveau van politiemedewerkers is een goede zaak. Daarbij
moet, in tegenstelling tot de huidige situatie, het hoger opleiden van zittend personeel prioriteit
krijgen boven het aannemen van hoogopgeleide zijinstromers. Binnen de politie is voldoende
potentieel aanwezig om de meeste vacatures op te vullen als er gebruik wordt gemaakt van de
juiste opleidingen. Een voorbeeld daarvan is de recherchekundige opleiding. Van origine is dat een
doorstroomopleiding voor ervaren rechercheurs. Die is echter nauwelijks aangeboden aan zittend
personeel. Om die reden worden er nu nagenoeg alleen zijinstromers op geplaatst, terwijl zittend
personeel in veel gevallen ook geschikt is. Uiteraard geldt voor het opleiden van medewerkers in
de ondersteuning hetzelfde: eerst investeren in doorstroom en slechts in gevallen waarin dit niet
volstaat, in zij-instroom.
Inzetbaarheid
Zowel werkgever als vakbonden hebben de visie en bouwstenen uit het rapport 'Een leven lang
werken' van de werkgroep Inzetbaarheid onderschreven. Afgesproken is dat met de
verbetervoorstellen uit dit rapport aan de slag wordt gegaan. Echter, tot op de dag van vandaag is
met veel van deze voorstellen zoals uitbreiding van het aantal IBT-uren, meer aandacht voor
fysieke en mentale gezondheid, introductie van een persoonlijk ontwikkelbudget en
portfoliomanagement nog weinig tot niets gedaan. De ACP wil vóór 1 juni 2015 definitieve
afspraken maken over de in de vorige CAO overeengekomen implementatie van de voorstellen van
de werkgroep Inzetbaarheid.
Vergoeding schade als gevolg van de dienst
Politiemedewerkers die materiële en/of immateriële schade oplopen als gevolg van hun werk,
kunnen aanspraak maken op een aantal rechtspositionele vergoedingen. Deze vergoedingen
dekken echter slechts een deel van de geleden schade. Medewerkers die bijvoorbeeld slachtoffer
worden van geweld, kunnen verzeild raken in slepende procedures in een poging de geleden
schade op de dader te verhalen. Vaak blijkt de dader vervolgens een ‘kale kip’ waardoor de
betreffende medewerker geen mogelijkheid heeft tot verhaal van bepaalde schadeposten. De ACP
vindt dat hierin verandering moet komen en wil in de rechtspositie regelen dat politiemedewerkers
aanspraak krijgen op volledige vergoeding van door de dienst geleden schade. Tevens moet de
werkgever haar volle verantwoordelijkheid nemen in de ondersteuning van deze collega’s.
Gevolgen personele reorganisatie
Reistijden
Door de vorming van de Nationale Politie zullen voor grote groepen medewerkers (met name in de
ondersteuning en opsporing) de reistijden voor woon-werkverkeer flink toenemen. Dit kan een
behoorlijke impact hebben op de privé-sfeer. Er blijft immers minder tijd over voor gezin,
zorgtaken en vrije tijd. De ACP vindt dat de huidige norm van 1,5 uur enkele reis een te hoge
belasting met zich meebrengt voor medewerkers. Lange reisafstanden moeten daarom zoveel
mogelijk voorkomen en afgebouwd worden. Concreet stelt de ACP voor om in 'fase 2' van de
reorganisatie - waarin de feitelijke bezetting in overeenstemming moet worden gebracht met de
formatie - een voorrangspositie te creëren voor medewerkers met een reistijd langer dan 1 uur
enkele reis. Deze medewerkers moeten na preferente- en herplaatsingskandidaten als eerste voor
een passende functie in aanmerking komen als daarmee hun reistijd wordt verkort. Voor
toekomstige reorganisaties moet een maximale reistijd gaan gelden voor woon-werkverkeer van 1
uur enkele reis.
ACP-inzet CAO Politie 2015
Pagina 3/4
Het nieuwe werken
Ook door 'het nieuwe werken' (werken op afstand) kunnen langere reisafstanden voorkomen
worden. De ACP wil daarom dat breed gebruik gemaakt gaat worden van 'het nieuwe werken' daar
waar het werk dit toelaat. Hierbij kan gedacht worden aan thuiswerken, maar ook aan het werken
vanuit een flexibele werkplek dichtbij het woonadres van de medewerker. Dat kan een
politiekantoor of andere plek zijn. Door slim gebruik te maken van technische mogelijkheden als
videoconferencing is het ook op afstand goed mogelijk om in teamverband te werken. Dit vereist
wel een cultuuromslag en een investering in de benodigde techniek. Deze investering wordt echter
in veelvoud terugverdiend doordat fors bespaard kan worden op reiskosten.
Sociaal Statuut
Voor de reorganisatie in verband met de totstandkoming van de Nationale Politie is aanvullend
flankerend beleid afgesproken. De ACP wil deze afspraken permanent maken zodat deze ook gaan
gelden bij toekomstige reorganisaties.
Tot slot
Politievrijwilligers
In de CAO 2012-2014 zijn stappen gezet om de rechtspositie van politievrijwilligers te uniformeren.
Nu het aantal politievrijwilligers verder toeneemt vindt de ACP het wenselijk om de rechtspositie
verder te verbeteren en die zo veel mogelijk gelijk te trekken met die van beroeps
politiemedewerkers. Het Besluit rechtspositie vrijwillige politie is niet volledig; er ontbreken o.a.
voorzieningen bij een dienstongeval of beroepsziekte. De ACP wil politievrijwilligers daarom laten
vallen onder de algemene rechtspositie voor politieambtenaren en slechts nog waar nodig
uitzonderingen afspreken. Hiermee wordt de rechtspositie van vrijwilligers beter gewaarborgd en
bovendien maakt het de regelgeving eenvoudiger doordat geen sprake meer hoeft te zijn van een
aparte regeling. Voor de vrijwilligers moet ook het systeem van doorlopende leerlijnen gaan
gelden.
Uitvoeringsafspraken en looptijd
De afgelopen jaren heeft de uitvoering van diverse CAO-afspraken lang op zich laten wachten. In
de nieuwe CAO wil de ACP daarom procesafspraken opnemen over de uitvoering, inclusief
maatregelen die volgen als afspraken niet binnen de afgesproken termijn uitgevoerd worden. De
ACP streeft naar een CAO met een looptijd van 1 jaar.
ACP-inzet CAO Politie 2015
Pagina 4/4