Triggertool dossieronderzoek Reflex Toelichting functionaliteit en werkwijze Versie 1.0 17 april 2014 Triggertool voor dossieronderzoek in Reflex Als nieuwe functionaliteit in Reflex hebben we de triggertool ingebouwd voor het uitvoeren van dossieronderzoek. Voordeel hiervan is dat gericht opvallende cases geselecteerd kunnen worden (bv lage kans, toch overleden, lange verpleegduur of heropname). Ook worden de gegevens die al bekend zijn van de patiënt direct gekoppeld, en hoeft de dossieronderzoeker dus niet meer de patiëntgegevens in te voeren (zoals patiëntnummer, diagnose, specialisme, etc.). Hierbij een korte toelichting van de functionaliteit, aan de hand van screenshots. Daarnaast wordt de werkwijze van dossieronderzoek toegelicht. IHI Global Triggertool De triggertool in Reflex is een vertaling van de IHI Global Triggertool1. Deze tool wordt internationaal gebruikt, waaronder in de Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Denemarken en Zweden. Op de website van de IHI staat een online trainingprogramma om te leren werken met de IHI Global Triggertool2. Dit bestaat uit achtergrondinformatie, audiomateriaal en oefendossiers. De informatie is in het Engels. Het uitvoeren van dossieronderzoek met behulp van de triggertool in Reflex bestaat uit een aantal stappen, die hieronder zijn toegelicht met behulp van schermvoorbeelden. Stap 1: Selecteer opname voor dossieronderzoek Stap 2: Beoordeel vastgelegde gegevens en inschatting risico’s patiënt Stap 3: Triggers Stap 4: Beoordeel of er sprake was van een adverse event 1. Griffin FA, Resar RK. IHI Global Trigger Tool for Measuring Adverse Events (Second Edition). IHI Innovation Series white paper. Cambridge, MA: Institute for Healthcare Improvement; 2009. (Available on www.IHI.org) 2. http://www.ihi.org/resources/Pages/Tools/IHIGlobalTriggerToolTrainingResources.aspx Pagina 1 van 9 Stap 1: Selecteer opname voor dossieronderzoek In Reflex kunt u doorklikken naar individuele opnames. Met name patiënten met een laag risico, die toch zijn overleden, een lange verpleegduur hadden of een ongeplande heropname hadden zijn interessant voor dossieronderzoek. Hieronder ziet u een voorbeeld van het overzicht van een opname in Reflex, met onder de samenvatting een link ‘selecteer voor dossieronderzoek’. Het dossier wordt dan toegevoegd aan de werklijst met te onderzoeken dossiers. Pagina 2 van 9 Stap 2: beoordeel vastgelegde gegevens en inschatting risico’s De eerste stap in het dossieronderzoek is het beoordelen van de vastgelegde gegevens. Het kan tenslotte voorkomen dat de hoofddiagnose niet correct is, of dat er bijvoorbeeld nevendiagnosen ontbreken. Dit heeft invloed op het ingeschatte risico, en dus of de casus opvallend is of niet (lage kans, toch ongewenste uitkomst). Pagina 3 van 9 Stap 3: Triggers Als de brongegevens zijn beoordeeld, kunt u invullen welke triggers van toepassing zijn op het dossier. Deze zijn ingedeeld in categorieën. U kunt de categorieën die niet van toepassing zijn overslaan. Een trigger is een hulpmiddel voor het opsporen van een mogelijk adverse event. Als een trigger wordt gevonden, wordt vervolgens dus gevraagd of er sprake was van een adverse event. Er wordt een toelichting gegeven om u te helpen waar u naar zou kunnen zoeken. In dat geval kunt u vervolgens ook de categorie van de schade invullen, de vermijdbaarheid en de bijdrage aan overlijden beoordelen. Definitie adverse event: Onbedoelde schade die (mede) veroorzaakt of verergerd is door medische zorg waarvoor additionele monitoring, behandeling of opname nodig is of resulterend in overlijden. Het bepalen of er sprake was van een adverse event wordt vaak door een arts gedaan, terwijl het triggeren veelal door een verpleegkundige wordt uitgevoerd. In dat geval vult de verpleegkundige de triggers in en klikt op ‘opslaan’. De arts kan vervolgens verder met dit dossier, om in te vullen of er mogelijke adverse events waren. Pagina 4 van 9 Stap 4: beoordeel of er sprake was van een adverse event Voor de triggers die aanwezig zijn, kunt u aangeven of er sprake was van een adverse event. Een trigger is slechts een hulpmiddel om een adverse event op te sporen. Is er sprake van een adverse event, dan kunt u een omschrijving van de gebeurtenis invullen. Vervolgens kunt u aangeven wat de categorie van de schade was, eventueel de vermijdbaarheid beoordelen en de vervolgstappen beschrijven. NB: in de IHI methode wordt de vermijdbaarheid niet beoordeeld. De redenatie hierachter is dat het gaat om gevallen van schade door de verleende zorg op te sporen. Iets wat nu niet te vermijden is, is dat misschien over een jaar wel door ingevoerde innovaties. Het beoordelen van de vermijdbaarheid is dus subjectief en verschuift over de tijd. Omdat de beoordeling van de vermijdbaarheid wel onderdeel is van de Nivel-EMGO methode, hebben we dit toegevoegd. Het ziekenhuis kan zelf beslissen om dit wel of niet in te vullen. Onze ervaring is dat het lastig te objectiveren is. Pagina 5 van 9 Toegang dossieronderzoekers Niet alle Reflex gebruikers in uw ziekenhuis hebben automatisch toegang hiertoe. Daar is een speciale ‘rol’ voor aangemaakt. U kunt per gebruiker bepalen of deze persoon ook dossieronderzoek mag uitvoeren. Onder ‘Gebruikersbeheer’ klikt u de persoon aan die u rechten wilt geven om dossieronderzoek te doen, en u vinkt vervolgens onder het emailadres de rol ‘onderzoeker’ aan, en vervolgens op ‘opslaan’. (zie screenshot) Werklijst Onderzoekers zien in het menu in Reflex rechtsboven een link staan naar de ‘Werklijst’. Door daarop te klikken krijgt u een overzicht van alle dossiers die geselecteerd zijn voor dossieronderzoek, of waarvan het onderzoek al is afgerond. In dat geval staat er per dossier ook vermeld of er een actie is m.b.t. de datakwaliteit en of er een adverse event is gevonden. Resultaten Als het dossieronderzoek is afgerond, kunt u op patiëntniveau klikken op de link ‘Bekijk antwoorden dossieronderzoek’. U krijgt dan een overzicht van de ingevulde antwoorden, zie onderstaand voorbeeld. Hierin wordt nog een aantal aanpassingen doorgevoerd. Er komt bv bovenaan nog een samenvatting van de belangrijkste informatie en vervolgacties. Belangrijkste is of er wel of geen adverse events zijn en of er vervolgacties zijn mbt codering. Welke triggers er waren is eigenlijk niet van belang – dit is slechts een hulpmiddel om adverse events op te sporen. Actie datakwaliteit: controleer de codering, laat die waar nodig corrigeren en bekijk de resultaten opnieuw na de nieuwe dataverwerking. Actie validiteit: dit is geen actie voor het ziekenhuis. Maar dat levert input voor de Praktijk Index voor mogelijke verbetering van de standaardisatiemodellen. Pagina 6 van 9 Adverse event: als er sprake was van een adverse event, is het van belang hier opvolging aan te geven en te kijken waar mogelijke verbeteringen kunnen worden doorgevoerd. Rapportage Vanuit de werklijst kunt u een export naar Excel maken, waarmee u van alle onderzochte dossiers zowel een aantal LMR gegevens exporteert, aangevuld met de ingevoerde gegevens van het dossieronderzoek. Met deze excelfile kunt u rapportages maken. Als u wilt kunnen we daarbij helpen of adviseren. Werkwijze dossieronderzoek De triggertool in Reflex is gebaseerd op de IHI triggerlijst, aangevuld met een aantal aanvullende vragen over de vermijdbaarheid en relatie met overlijden. Ieder ziekenhuis heeft de ruimte om zelf te bepalen of deze vragen worden ingevuld. Ook hoe en door wie de beoordeling precies gebeurt. Hieronder beschrijven we hoe dit zou kunnen werken, gebaseerd op de IHI methode. Dossieronderzoekers De IHI geeft aan dat er per ziekenhuis minimaal 3 onderzoekers beschikbaar moeten zijn voor het uitvoeren van dossieronderzoek: 2 verpleegkundigen en 1 arts. De verpleegkundigen voeren het dossieronderzoek uit. De arts onderzoekt de dossiers niet, maar beoordeelt de gevonden adverse events en de inschatting van de omvang van de schade en kan vragen van de dossieronderzoekers beantwoorden over specifieke dossiers. IHI raadt aan het team van dossieronderzoekers niet te groot te maken, in verband met de consistentie. Ervaring in ziekenhuizen in het buitenland leert dat het goed werkt om dossieronderzoekers voor een jaar aan te stellen, en te zorgen dat er voldoende overlap is zodat nieuw aangestelde dossieronderzoekers goed kunnen worden getraind. Er wordt aangeraden dat de dossieronderzoekers een keer per maand bij elkaar komen om alle gevonden adverse events door te spreken, om zo de consistentie in de identificaties van adverse events en de beoordeling van de categorie van de schade te verbeteren. Selectie dossiers De methode van dossierselectie hangt af van het doel van het dossieronderzoek. De IHI adviseert om per 2 weken at random 10 dossiers van opgenomen patiënten te kiezen (niet alleen overleden patiënten). Dat levert per jaar 24 meetpunten op waarmee het aantal en categorie van adverse events over de tijd kan worden gevolgd. In Nederland wordt vaak gericht dossieronderzoek gedaan. Veel ziekenhuizen voeren alleen dossieronderzoek uit bij een selectie of alle overleden patiënten. De vraag is echter of dat de meest efficiënte manier is met het beoogde doel van dossieronderzoek: opsporen van adverse events en Pagina 7 van 9 daarvan leren, om input te krijgen voor veranderingen in kwaliteit en veiligheid om dit aantal terug te dringen. Een gerichte manier om opvallende dossiers te selecteren is door te kijken naar patiënten met een lage kans, die toch zijn overleden. Daarnaast is het raadzaam om ook dossiers met een opvallend lange verpleegduur of een ongeplande heropname te onderzoeken. Die gerichte manier van dossieronderzoek levert meer informatie op voor verbetering van kwaliteit en veiligheid. Het is dan alleen niet mogelijk om op basis van de resultaten uitspraken te doen over het aantal adverse events in de tijd, omdat er geen aselecte streekproef is getrokken. Wel is het mogelijk om het aantal onderzochte dossiers te verlagen, namelijk minder dan de jaarlijkse 260 dossiers d.m.v. een tweewekelijkse aselecte steekproef. Het is ook mogelijk om verschillende methoden te combineren. Vul de 260 aselect gekozen dossiers bijvoorbeeld aan met 90 gericht gekozen dossiers, dat levert een totaal van 350 onderzochte dossiers per jaar op. We raden in ieder geval aan om recente dossiers te onderzoeken. Dus niet de dossiers van 2 jaar geleden, maar bijvoorbeeld van het laatste kwartaal. De kans is groter dat de bevindingen dan leiden tot verbeteracties die nu nog relevant zijn. De Praktijk Index kan helpen bij het maken van een selectie van opvallende gevallen. Dat is een combinatie van de individuele risico’s, complicaties, veel verschillende specialismen die betrokken zijn bij een opname, patiënten die vaak in het ziekenhuis komen. Het onderzoek Beide dossieronderzoekers beoordelen alle geselecteerde dossiers onafhankelijk van elkaar, in maximaal 20 minuten. Het doel is niet om alle adverse events te vinden, maar om te onderzoeken wat er in die 20 minuten te vinden is en vervolgens door te gaan naar het volgende dossier. De arts is beschikbaar om eventuele vragen over een dossier te beantwoorden. De twee dossieronderzoekers komen na afloop samen en bespreken de resultaten en komen tot consensus over de gevonden adverse events. In de triggertool in Reflex kunnen de resultaten worden ingevoerd. Het werkt het beste als per dossier wordt afgesproken wie dit invoert. De tweede verpleegkundige vult de triggers dan bijvoorbeeld in Excel in of op papier. Als er na vergelijking tussen de twee onderzoekers verschillen bestaan, kan het dossier in Reflex worden gewijzigd. De arts bekijkt de resultaten van de dossieronderzoekers en onderzoekt niet het gehele dossier. Het dossier en door dossieronderzoekers ingevulde gegevens moeten voor de arts beschikbaar zijn ter referentie. De arts bepaalt uiteindelijk de definitieve vaststelling van adverse events en categorie van de schade, en waar van toepassing ook de beoordeling van de vermijdbaarheid en relatie met overlijden. Resultaten Om de resultaten terug te koppelen wordt doorgaans een rapportage gemaakt, waarin de bevindingen worden gepresenteerd. Het is van belang om goede afspraken te maken over de presentatie of verspreiding hiervan, gezien de gevoeligheid van het onderwerp. Het is goed om te benadrukken dat het Pagina 8 van 9 doel is om ervan te leren, en niet om te oordelen. Sommige ziekenhuizen kiezen ervoor om voordat wordt vastgesteld of er sprake was van een adverse event, de behandelaar de casus voor te leggen en om een reactie te vragen. De reactie wordt meegenomen in het definitief vaststellen of er sprake was van een adverse event. Daarnaast is het gezien het beoogde doel van belang om afspraken te maken over implementatie van verbeteracties die naar voren komen. Tijdsinvestering 1. Gezamenlijke training van minimaal 2 verpleegkundigen en 1 arts Als het ziekenhuis van start gaat met dossieronderzoek, moeten de onderzoekers eerst worden opgeleid. De IHI heeft online trainingsmateriaal beschikbaar in het Engels. De Praktijk Index kan eventueel een trainingssessie organiseren. Voorbereiding (inlezen + audiofragmenten): ca. 4 uur p.p. Gezamenlijke bijeenkomst: 2 uur p.p. Oefenen met eigen dossiers: 2 uur p.p. Totaal: 8 uur per persoon 2. Uitvoeren dossieronderzoek Beoordeling door verpleegkundigen: 50 minuten o Beoordeling dossier door 2 verpleegkundigen (à maximaal 20 minuten per dossier) o Consensus tussen verpleegkundigen: 5 minuten p.p. per dossier Beoordeling adverse events en categorie schade door arts: 10 minuten per dossier met AE. o De arts onderzoekt niet het gehele dossier, maar beoordeelt de resultaten van de bevindingen van de verpleegkundigen, bij de dossiers waar een of meer adverse events zijn gevonden. Het aantal dossiers met een adverse event is lastig te voorspellen. Het hangt sterk af van de methode waarop dossiers zijn geselecteerd. Bespreking resultaten tussen beide verpleegkundig beoordelaars en arts: gemiddeld 5 minuten p.p. per onderzocht dossier. 3. Rapportage en terugkoppeling Opstellen rapportage door verpleegkundigen en arts: ca. 2 uur p.p. per 100 onderzochte dossiers. 4. Jaarlijkse tijdsinvestering Stel dat er in een jaar 300 dossiers worden onderzocht, dan kost het beide verpleegkundigen ca. 12,5 uur per maand en de arts ca. 5 uur per maand. In totaal op jaarbasis dus 300 uur verpleegkundige inzet en 60 uur van een medisch specialist. Pagina 9 van 9
© Copyright 2024 ExpyDoc