10a. JZO-016 Voortgang invoering kwaliteitskader Rouvoet versie

JZO-016-14/ES
Bijlage bij agendapunt 10
Voortgang invoering kwaliteitskader Voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg
In onderstaand schema zijn alle 9 actiepunten opgenomen uit het kwaliteitskader Voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg, die als
realisatietermijn 1 mei jl. hadden.
Actie
1.1.1 De organisatie maakt op regionaal niveau afspraken met de HBOopleidingen over de opname van de themacompetentie in het
opleidingsprogramma en de stage-opdracht
1.1.2 MBO-studenten voeren tijdens de stage bij de organisatie in het kader
van kerntaak 2 van het kwalificatiedossier opvoeden en ontwikkelen van
jeugdigen, een expliciete opdracht uit op het thema seksuele ontwikkeling en
‘voorkomen seksueel misbruik’. Het resultaat hiervan wordt geborgd in het
stageverslag
1.1.3 De organisatie hanteert een werkwijze om systematisch aandacht te
besteden aan de in de themacompetentie genoemde kennis en
vaardigheden in de reguliere teamoverleggen, casusoverleggen en/of
werkbegeleiding/intervisie
Toelichting op stand van zaken
De HvA werkt met hulp van vertegenwoordigers van verschillende
instellingen al enige tijd aan een plan om in het studiejaar 2014-2015 de
themacompetentie in het uitstroomprofiel jeugdzorg (leerjaar 3 en 4)
dusdanig aan bod te laten komen, dat beheersing van de competentie op
niveau 3 is gegarandeerd. Daarna wordt ook gekeken om de
e
themacompetentie in 2015-2016 in te bedden in de 1 twee leerjaren van
SPH en MWD én in het uitstroomprofiel én in de twee minoren ‘jeugdzorg’ en
‘huiselijk geweld’. Medewerkers van instellingen gaan naar alle
waarschijnlijkheid ook een aandeel leveren in het verzorgen van lessen op
de HvA over seksualiteit en seksueel misbruik.
Niet van toepassing
Alle instellingen hebben geregeld, dat er systematisch aandacht is voor het
thema seksualiteit. Het vlaggensysteem wordt door veel instellingen gebruikt
als basismethodiek om de seksuele ontwikkeling en grensoverschrijdend
gedrag bespreekbaar te maken. Binnen Spirit zijn aandachtsfunctionarissen
seksualiteit aangesteld die als taak hebben om het onderwerp seksualiteit
binnen hun team met regelmaat op de agenda te zetten. Spirit heeft o.a. een
kaartspel InTeam geïntroduceerd. Dit kaartspel bevat stellingen en casussen
en is een laagdrempelige manier om met collega’s in gesprek te gaan over
seksualiteit en elkaars opvattingen en aanpak te verkennen. Altra heeft als
afspraak dat casussen waarbij (een vermoeden van) seksueel misbruik
speelt te allen tijde met meerdere hulpverleners c.q. disciplines besproken
moeten worden. Daarnaast organiseert Altra zgn. Werkplaatsen, waarbij aan
de hand van themabijeenkomsten competenties, kennis en vaardigheden
nader ontwikkeld worden. MOC ’t Kabouterhuis heeft het onderwerp
seksualiteit ingebed in de jaarplanning van ieder team, waardoor het
1
1.1.4 De organisatie bepaalt een werkwijze gericht op bij- en nascholing
waarbij systematisch aandacht besteed wordt aan de doorontwikkeling van
de in de themacompetentie genoemde kennis en vaardigheden. De
werkwijze is vastgelegd in een plan met betrekking tot de scholings- en
loopbaanmogelijkheden (artikel 33.1 cao jeugdzorg)
3.3.1 De organisatie stelt een richtlijn op voor het organiseren van een intern
multidisciplinair overleg bij een casus van (vermoeden van) seksueel
misbruik
3.3.2 De organisatie stelt een richtlijn op voor het organiseren van een extern
multidisciplinair overleg bij een casus van (vermoeden van) seksueel
misbruik. Hiertoe worden afspraken gemaakt met de relevante ketenpartners
3.4.1 De organisatie stelt hulpverleningsaanbod voor slachtoffers en daders
vast en beschikbaar en past dit toe
4.1.4 De organisatie stelt een plan van aanpak op voor het inrichten van een
lokale leeromgeving met als doel om door reflectie en discussie met
ketenpartners te leren van actuele casuïstiek
periodiek op de agenda van ieder team staat. Binnen JBRA zorgen de
gedragsdeskundigen ervoor dat er in casuïstiekbesprekingen aandacht is
voor het thema seksualiteit.
Alle instellingen hebben een werkwijze gericht op bij- en nascholing. Binnen
Spirit is een training Opvoeden & seksualiteit ontwikkeld voor professionals.
Alle medewerkers van Spirit (671 in totaal!) moeten deze training in 2014 of
2015 volgen. Bij Altra is seksualiteit onderdeel van de training Signs of
Safety. Alle ambulant hulpverleners bij Altra hebben deze training nog vóór 1
juli 2014 afgerond. Binnen JBRA en MOC ’t Kabouterhuis is praten over
seksualiteit een vast onderdeel van de leerlijn voor professionals. HVO
Querido is bezig met scholing op het gebied van seksualiteit.
Alle instellingen hebben een richtlijn/afspraken, waarbij het uitgangspunt is
dat casussen waarbij (een vermoeden van) seksueel misbruik speelt ten alle
tijden met meerdere hulpverleners/disciplines besproken moeten worden. Dit
is ook expliciet meegenomen in het protocol huiselijk geweld en
kindermishandeling.
Als sprake is van (een vermoeden van) seksueel misbruik, meldt de
betrokken hulpverlener van de instelling voor Jeugd & Opvoedhulp dit altijd
aan de verwijzer en vice versa. Met eventuele inschakeling van GZpsychologen of gedragswetenschappers/jeugdhulpspecialisten bekijken
beide instellingen samen welke stappen gezet moeten worden. Het Twee- of
Meersporenteam (TMT) kan ingeschakeld worden. Deze deskundigen op het
terrein van seksualiteit en seksueel misbruik kunnen adviseren over de
aanpak ten aanzien van het slachtoffer, de dader/pleger en eventueel andere
betrokkenen.
Landelijk wordt door Movisie en het NJi gewerkt aan een inventarisatie van
hulpaanbod voor daders en slachtoffers. De uitkomsten van deze landelijke
inventarisatie worden afgewacht. Er zijn in de SRA verschillende instellingen,
die traumabehandeling kunnen bieden, namelijk MOC ’t Kabouterhuis voor
het jonge kind, de Bascule, de Waag, Bright GGZ en het KJTC in de
Haarlemmermeer. De Waag biedt ook traumabehandeling specifiek voor
daders. Altra heeft circa 300 hulpverleners getraind in het gebruik van
instrumenten die van nut zijn bij het aan de orde stellen van seksueel
grensoverschrijdend gedrag en het voorkomen van herhaling. Het betreft o.a.
dangerstatements voor daders en het veilige huis/het huis van de toekomst
voor jeugdige slachtoffers.
Instellingen stimuleren actief het gebruik van verschillende methoden om met
direct betrokken ketenpartners actuele casuïstiek te bespreken met als
belangrijkste doel om van de casus te leren. Hiertoe wordt o.a. gebruik
2
4.2.3 De organisatie stelt over elk kalenderjaar een openbaar verslag op,
overeenkomstig artikel 68 Wet op de jeugdzorg, waarin tevens eens per twee
jaar is opgenomen de mening van klagers wat betreft het verloop van de
klachtenbehandeling
gemaakt van Learning Together, de Prisma methode en moreel beraad
sessies. De netwerken van aandachtsfunctionarissen die als gevolg van de
invoering van de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling zijn
gestart of nog gaan starten, kunnen als lokale leeromgeving dienen.
Instellingen stellen jaarlijks een openbaar verslag op. Instellingen zijn bezig
de mening van de klagers over het verloop van de klachtenbehandeling eens
per twee jaar een plek te geven in het openbaar jaarverslag, voor zover de
klachten zijn behandeld in de klachtencommissie. Zo wil Altra de op te
richten cliëntenraad een rol geven bij het opstellen van een procedure om de
mening van klagers te peilen. Vooruitlopend hierop voert Altra bij wijze van
e
voorlopige peiling in het 3 kwartaal een tevredenheidenquête uit onder
(ex)cliënten die in 2013 en 2014 een klacht hebben ingediend bij de
klachtencommissie.
5 juni 2014
3