W E R K D O C U M E N T Beheer Waterleidingnet door ir. E.J.J. Cals September I \I 2 26 I J K S D I E N S T V O O R D E I J S S E L M E E R P O L D E R S S M E D I N G H U I S L E L Y S T A D .~. In deze notitie wordt een opzet uitgewerkt voor het beheer van het waterleidingnet. De notitie beperkt zich tot het gedeelte achter de hogedrukpompen op de pompstations/aanjagers tot en met de huisinstallaties. Allereerst zal worden nagegaan welke activiteiten tot het beheer gerekend dienen te worden. Daarna zal worden aangegeven welke secties met de diverse activiteiten worden belast en tot slot welke activiteiten bij de huidige bezetting kunnen worden aangepakt. 11. Activiteiten Het beheer van het waterleidingnet heeft tot doel: : : - degrootstmogelijke garantie te geven dat voldoende water onder voldoende druk en van goede kwaliteit t e allen tijden aan de verbruikers wordt geleverd - de garantie te scheppen dat het hierboven genoemde pschiedt op "nationaal economische en maatschappelijk verantwoorde wijze. Dit doe1 wordt bereikt met behulp van de navolgende activiteiten. A - controle waterkwaliteit incl. activiteiten tot het eventueel herstellen van de kwaliteit B - controle waterlevering (druk, hoe-elheid) en het eventueel nemen van maatregelen om de levering op het gewenste peil te brengen C - beheersen van de waterlevering, preventief onderhoud, verblijftijden D - opheffen van verstoringen in de waterlevering (kwantitatief en kwalitatief) E - voorkomen van verstoringen in de waterlevering (kwantitatief en kwalitatief). ad A. Controle waterkwaliteit .. Ingevolge het waterleidingbesluit dient per voorzieningsgebied per maand op diverse plaatsen in het net de kwaliteit van het water te worden gecontroleerd. Het aantal te nemen monsters per controle is gerelateerd aan de bevolkingsomvang in het voorzieningsgebied. De plaatsen waar gemonsterd wordt, behoeven de goedkeuring van de inspecteur volksgezondheid en worden per jaar vastgesteld. Het wateronderzoek vindt plaats in een erkend waterleidinglaboratorium (zoals lab. R.1J.P.). De waterkwaliteit in het leidingnet kan op meerdere wijze veranderen: I) - t.g.v. lange verblijftijd tussen pompstationlaanjager en verbruiker kan met name de bacteriologische kwaliteit verslechteren en kan eventueel buismateriaal in het water oplossen 2) - t.g.v. sterk wisselende stromingsbeelden in leidingen (zowel in snelheid als in richting) kan alternerend bezinking en opwerveling plaatsvinden (bruin water) 3) - t.g.v. niet werkende terugstroombeveiligingen kan verontreinigd water uit (huis)installaties terugstromen in het leidingnet 4) - t. g.v. van buiten afkomende verstoringen (aanboren, inbouwen, brandblussing, lekkages, vernieling, breuk) kunnen zowel de bacteriologische als de chemische kwaliteit worden verstoord. Onder activiteit A controle waterkwaliteit wordt alleen het gestelde onder 1 verstaan. De punten 2, 3 en 4 worden ondergebracht resp. bij de activiteiten B, C en DIE. Ten einde activiteit A te kunnen uitvoeren dient het waterleidingbedrijf d e yolgende zaken te regelen: . . ... ~~. . - het regelmatig (afhankelijk van de netuitbreiding) vaststellen van plaatsen met een hoge verblijftijd. Daartoe horen in ieder gevaldoodlopende einden 3326125-9-78lWH .. .. - het op grond hiervan jaarlijks vaststellen van de monsterplaatsen - het adequaat reageren op de resultaten van het kwaliteitsonderzoek te weten: . afspuien en controlemonsters nemen . het nemen van monsters "stroomopwaarts" het desinfecteren van.het water plaatselijk of per voorzieningsgebied . het waarschuwen van afnemers en inspectie het stoppen van de ~aterleverin~. Interne regels geven aan welke maatregelen "automatisch" volgen en welke maatregelen per geval genomen worden. . . ad B. Controle waterlevering Bij het ontwerpen van het net worden aan aantal vaste gegevens en uitgangspunten gehanteerd: - uitgaande druk pompstations/aanjagers - minimale voordruk bij aansluitingen - momentaan verbruik per wijkje (hoofdleiding) en per aansluiting (dienstleiding) - eisen brandweer - maximale stroomsnelheid, continuiteit in stroming - leidingeigenschappen. Nadat het ontwerp gereed is gekomen,' is nog een aantal nadere gegevens van het net bekend: - stroomsnelheden en stroomrichting - drukverlies tussen knooppunten - ontwerpverbruik per knoop; De activiteit B is bedoeld om deze punten in de praktijk te controleren. Daarbij wordt de uitgaande druk op pompstation Iaanjager buiten beschouwing gelaten. De controle daarop behoort tot het produktieproces. De controle op de waterlevering kent nu twee aspecten: a) een registratie-aspect: o p grond van het leidingnetontwerp zijn de "kritieke" plaatsen in het net vast te stellen. Op een of meerdere van deze plaatsen wordt continu de druk gemeten en in ieder geval op een zodanige manier vastgelegd, dat reproduceerbaar is wanneer en hoe lang een bepaald drukniveau wordt onderschreden. In combinatie met de produktiegegevens (druk en hoeveelheid) worden deze gegevens regelmatig per voorzieningsgebied naast elkaar gelegd en worden de relevante bevindingen in een "netrapport" vastgelegd. Op basis van de "netrapporten" kan het waterleidingbedrijf tot nadere acties besluiten (verder onderzoek, andere netverbindingen, nieuwe leidingen, leidingen verzwaren etc.); b) een onderzoeksaspect: dit betreft een soort lopend onderzoek waarvoor ieder jaar een program wordt opgesteld. Onderzocht (kunnen) worden: - de feitelijk optredende verbruiken per aansluiting en per wijkje, per knoop - het netgedrag bij opgelegde verbruiken (snelheid, richting, druk) - de hydraulische leidingeigenschappen - de invloed en capaciteit van brandkranen - onderzoek in vervolg op het registratie-onderzoek. Dit onderzoek kent een rapportage per deelontwerp. De rapportage heeft tot doe1 de netontwerper toetsing~ge~evens te verstrekken en de netbeheerder inzicht in het feitelijk gebeuren te geven. ad C. Beheersen van de waterlevering In de eerder behandelde activiteiten ging het om controlerende activiteiten. Daarnaast is een aantal activiteiten uit te voeren dat moet voorkomen dat de bedoelde controles negatief uitvallen. Dit wordt hier samen- gevat onder beheersen van de waterlevering, maar het omvat een scala aan activiteiten: I - regelmatig afspuien van "stilstaande" leidingen, waartoe per leiding wordt vastgelegd hoe vaak, hoe veel, hoe snel 2 - gangbaar houden van de "actieve" apparatuur in het leidingnet (afsluiters, spuikranen) eveneens volgens een vast schema 3 - controleren - volgens VEWIN aanbevelingen - van aansluitingen in de gevarenklassen C, D E. 4 - steekproefgewijs controleren van t e r u g s t r o o m b e v e i l i g i n g s a p p a r a t u u r in huisaansluiting in'relatie met de standtijd 5 - het uitvoeren van metingen t.b.v. de kathodische bescheming 6 - het volgens schema controleren van lekwaterputten, dijkkruisingen, bijz. constructies 7 - het vastleggen van gegevens over klink, bodemagressiviteit etc. 8 het systematisch "lekzoeken" 9 het controleren van de technische levensduur van de gebruikte materialen in relatie met ouderdom, grondsamenstelling, gronddekking. - ad D. Opheffen verstoringen Verstoringen kunnen zowel spontaan (breuk) als moedwillig (heipaal) ontstaan en hebben altijd tot gevolg dat de prestatie van het waterleidingnet niet meer 100% is, ofwel omdat de capaciteit vermindert ofwel omdat de waterkwaliteit gevaar loopt (zie A 6 ) . Bij het opheffen van verstoringen is een aantal maatregelen te nemen: - het minimaliseren van het ongemak c.q. gezondheidsgevaar van de verbruikers door - sluiten en openen van afsluiters - waarschuwen verbruikers - beschikbaar stellen van water - toevoegen van desinfectans. Dit punt vraagt om een "verstoringsaanvalsplan" - hst verhelpen van de verstoring - het vaststellen van de oorzaak van de verstoring - het evalueren van de oorzaak, met name ook door de aspecten genoemd .onder C hier, indien van toepassing, bij te betrekken. ad E. Voorkomen van verstoringen Op grond van de bestaande ervaring en de ervaringen verkregen via de activiteiten C en D is het mogelijk een aantal oorzaken voor verstoringen tijdig te signaleren en derhalve tijdig maatregelen te treffen. Een aantal oorzaken da.t om een activiteit kan vragen is: - d e ~leeftijd van het buismateriaal - de bovenbelasting (grond, verkeer, wegverbreding, bermaanvulling) - diepwortelende heplanting - ligging is particulier terrein, uitritten - onderschatting van de verstoringskans door onder- maar vooral bovengrondse bouwers. Belangrijk is hierbij vooral een zo tijdige waarneming dat zo a1 niet een oplossing gevonden kan worden dan toch op zLjn minst een op de si-tuatie toegespitst aanvalsplan kan worden ontwikkeld. 111. Vertaling in activiteiten v a n d e afdeling O.N. In bovenstaande is een aantal categorieen van activiteiten genoemd plaatsvinden binnen het beheerskader. In dit hoofdstuk worden deze tiviteiten nader uitgewerkt voor uitvoering door de afdeling O.N., als die op papier thans (1978) zou moeten bestaan (zie notitie van 1977). dat aczoapril 1. % + + % + -+ % -+ + Controle waterkwaliteit bij O.N. De sectie P en 0 werkt jaarlijks de overzichtkaarten bij waarop leidinggedeelten met een lange verblijftijd staan aangegeven (verblijftijdenkaart). Een gedeelte van de gegevens daarvoor zal afkomstig zijn uit het onderzoek bedoeld onder 1I.B.b. WDO (Werkoverleg Drinkwater Onderzoek) stelt aan de hand hiervan plaats en frequentie van de bemonstering voor, die definitief wordt nadat de inspecteur het voorstel heeft goedgekeurd. Het WDO zorgt voor een kaart waarop de monsterplaatsen en frequenties zijn aangegeven plus een bijbehorende monsteronderzoek-resultaten-lijst. De sectie D verzorgt de monsterneming, het lab. het onderzoek en de presentatie via de genoemde lijst. Het lab. zorgt daarnaast voor directe melding aan de sectie D van die gevallen waarbij de resultaten buiten de gestelde normen liggen. De sectie D reageert op deze melding overeenkomstig een daartoe op te stellen werkinstructie. Het WDO becommentarieert jaarlijks de resultatenlijst. 2. Controle waterlevering a) registratie ------------+ % -+ + -+ % -+ De sectie P en 0 verzorgt per voorzieningsgebied een principetekening van het waterleidingnet (overeenkomstig de opzet in het rapport Almere van W + B), waaruit tevens de "kritieke" punten voor wat betreft de druk staan aangegeven. P en 0 stelt in overleg met D het aantal permanente registratiepunten vast , alsmede de "signaleringsgrens". D zorgt voor installatie, beheer en onderhoud van de apparatuur en het verzamelen van de gegevens. In overleg met P loopt D de resultaten langs en meldt het aantal malen waarop de signaleringsgrens bereikt werd, waarbij per keer de nodige informatie wordt vermeld, zoals: tijdstip, tijdsduur, verbruik, druk pompstation, druk overige registraties indien aanwezig, mogelijke oorzaak. Een en ander wordt vastgelegd in het "netrapport". Op grond van de "netrapporten" kunnen P en 0, P, D, I en I voorstellen tot ingrepen in het net voorstellen danwel voorstellen tot nader onderzoek zoals hierna onder b wordt beschreven. b) onderzoek -----------Jaarlijks kunnen alle secties een "verlanglijstje" inleveren waarop gemotiveerd wordt welk onderzoek moet worden aangevoerd. -+ De afdeling O.N. bepaalt vervolgens soort en omvang van het onderzoek, geeft aan wie het onderzoek voorbereidt, uitvoert en rapporteert. Het is denkbaar dat dit onderzoek geheel of gedeeltelijk wordt uitbesteed. + 3. Beheersing van de waterlevering Overeenkomstig I1 C zal hier een nadere onderverdeling gemaakt worden. % 1. + + Spuiprogramma Op grond van de "verblijftijdenkaart" en het bemonsteringsschema stelt D een vast schema op per weggebied waardoor alle "dode" eindenlstukken BBnmaal per jaar tot leven worden gebracht. Het spuiprogramma omvat het punt waar onttrokken wordt alsmede de exacte vertaling van de eis dat ten minste tweemaal de inhoud van het "dode" gedeelte moet worden gespuid. Bij het spuien wordt de waterkwaliteit visueel beoordeeld zowel bij het begin als aan het einde, die beoordeling wordt in het spuiprogramma vastgelegd; jaarlijks gaat een kopie van de ingevulde spuiprogramma naar het WDO. 2. Gangbaar houden ---------------- + %% R % R R % P en 0 houdt per voorzieningsgebied een numerlijst bij van brandkranen en van spuikranen + afsluiters. + Met de plaatselijke brandweer wordt overeengekomen dat zij jaarlijks deze kranen controleren met hun bevindingen. Na controle wordt de lijst via P en 0 vemerkt tot een herstelopdracht aan de aannemer. De aannemer rapporteert zijn bevindingen aan D. -+ D draagt zorg voor een jaarlijkse controle van de spuikranenlafsluiterslijst. + D geeft jaarlijks een beknopt verslag van de bevindingen t.a.v. het onderhoud aan kranen en afsluiters. 314. Gevarenklasse -----------------+ I en I houdt van de eevarenklasse C. D en E een kaart uer aansluitins bij. Jaarlijks wordt hierop de bevindingen bij de controle vastgelegd. Onregelmatigheden worden, gebundeld per gevarenklasse, jaarlijks in een verslag vastgelegd. + I en I stelt in overleg met adm. een steekproeflijst op van te controleren installaties in de gevarenklassen A en B 0.a. gerelateerd aan de standtijd van de keerkle~lmeter.Een aantal keerkleppen wordt daarbij op zijn werking gecontroleerd. Jaarlijks verzorgt I en I een statistische rapportage. - 5. Kathodische beschriiving ...................... --P en 0 heeft een overzichtsliist van het water- met alle KB-obiecten - + -+ % leidingbedrijf. In overleg met D wordt jaarlijks een opdracht voor KB-controle en zonodig herstel aan een erkende firma gegeven. De firma verzorgt een rapportage van werking en reparatie. 6. Biizondere constructies ----.................... + + P en 0 verzorgt per voorzieningsgebied een lijst met de bijzondere constructies. D draagt zorg voor een jaarlijkse controlk van de objecten. -7.---Bodem ---In overleg met + de W.A. en grondmechanica wordt een controle programa vastgelegd. Het programma omvat ook een taakverdeling en rapportageomschrijving. Het waterleidingbedrijf is geinteresseerd in zaken als grondeigenschappen en klink. 8. "Lekzoeken" -------------Zowel uit het oogpunt van volksgezondheid als uit het oogpunt van economie is het gewens; een zo groot mogeliike zekerheid te hebben dat het . leidingnet waterdicht is. - P geeft 3-maandelijks per voorzieningsgebied een beknopte rapportage t.a.v. de geregistreerde minimum (nacht-) verbruiken, rekening houdend met bekende bijzondere omstandigheden (spuien, verstoringen). Naast de cijfermatige rapportage wordt een interpretatie van de cijfers gegeven. - Op grond van de rapportage door P besluiten P en D om eventueel lekzoekacties op touw te zetten. 9. Technische levensduur ........................ In het waterleidingnet wordt een veelheid van materialen onder verschillende omstandigheden toegepast. Het is gewenst de relatie tussen omstandigheden en materiaal te bewaken ten einde een lange termijn planning te-kunnen opstellen. Het verdient dan ook aanbeveling om per materiaalsoort een aantal proefstukken aan te wijzen.
© Copyright 2024 ExpyDoc