Liturgie Eeuwigheidszondag

Orde van dienst
op de laatste zondag van het kerkelijk jaar
zondag 23 november 2014 om 09.30 uur
in de Gereformeerde Kerk te Zwartebroek
Voorganger: Ds. Daniel de Rooij
Organist:
Frits Top
Gedicht:
Jan Willem van de Glind
Lector:
Henk Schimmel
Toelichting Liturgisch Centrum
Draden van verbondenheid
Het witte kleed
Het lege kruis op het witte
kanselkleed staat voor de opstanding;
het groen van de omgeving
symboliseert de “hoop”.
Thema
Verlangen naar nabijheid en troost.
In de bijbel staan veel verhalen die
lijnen trekken naar het gemis en
verdriet van hen die een dierbare
hebben verloren.
Ze vertellen over angst en hoop van
mensen toen, herkenbaar voor
mensen van vandaag.
Maar ten diepste gaat het over hoop,
geloof en vertrouwen dat God niet
los laat wat Zijn hand begonnen is:
dat het Licht het donker overwint!
Symboliek:
Een gelijkzijdige driehoek vormt de
basis van de schikking. De drie zijden
staan voor geloof, hoop en liefde.
De lintjes geven de verbondenheid
aan, die wij hebben met hen die ons
zijn voorgegaan, maar maken ook de
band zichtbaar met het Licht van de
Eeuwige.
De kleuren laten het unieke van al die
levens zien!
Zeven lintjes en lichtjes: Het heilige
getal.
Witte lelies: zuiverheid en onschuld.
Klimop: eeuwige trouw.
Rode rozen: de liefde die wij voor hen
voelden en die zij voor ons hadden.
De draad van
de liefde
verbindt mij
met jou
de draad van
het gemis
verbindt mij
met jou
zoveel draden
verbinden mij
met zoveel
mensen
altijd is er
die draad met jou
ze doorkruist
alle andere draden
ze geeft betekenis
aan alle levensdraden
de draad van
de liefde
verbindt voor altijd
de draad van
’t gemis
verweeft zich
met die van de liefde.
Marinus van den Berg
Welkom
Lied van intocht: Psalm 93
De Heer is Koning, Hij regeert altijd,
omgord met macht, bekleed met majesteit.
Hij grondvest d' aarde, houdt haar vast in stand.
Onwrikbaar staat het bouwwerk van zijn hand.
Uw troon staat van de aanvang af gesteld
op vaste pijlers in het oergeweld.
Rivieren slaan, rivieren slaan, o Heer,
het water stijgt, het water stijgt steeds meer.
Geweldiger dan water en dan wind
is in de hoogte God die overwint.
Geweldig is de Here die zijn voet
plant op de nek van deze watervloed.
Uw macht is groot, uw trouw zal nooit vergaan,
al wat Gij ooit beloofd hebt, blijft bestaan.
Tot sieraad is uw hoge heiligheid
en in die glans trotseert uw huis de tijd.
Stil gebed, aanvangswoord en groet
We zingen: Geloofsbelijdenis
Gebed
De kinderen gaan naar de nevendienst
Eerste lezing uit de bijbel: Genesis 29:18-20 en 35:16-20
Jakob was verliefd op Rachel, daarom zei hij tegen Laban: ‘Ik zal
zeven jaar voor u werken om Rachel, uw jongste dochter.’ Laban
antwoordde: ‘Ik kan haar beter aan jou geven dan aan een ander. Je
kunt dus blijven.’ Zo werkte Jakob zeven jaar om Rachel, maar voor
zijn gevoel waren het maar een paar dagen, zoveel hield hij van haar.
…
Toen ze weer uit Betel waren vertrokken en nog maar een uur of twee
van Efrat verwijderd waren, moest Rachel bevallen. Het was een
moeizame bevalling en ze had het erg zwaar, maar de vroedvrouw zei
tegen haar: ‘Troost je: je hebt er een zoon bij!’ En terwijl het leven al
1
van haar week – want ze stierf – gaf zij hem de naam Ben-Oni. Maar
zijn vader noemde hem Benjamin. Toen Rachel overleden was, werd
ze begraven langs de weg naar Efrat, het tegenwoordige
Bethlehem. Op haar graf plaatste Jakob een gedenksteen, die tot op
de dag van vandaag de plaats van Rachels graf aangeeft.
Tweede lezing uit de bijbel: Markus 16:1-8
Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria uit Magdala en Maria de
moeder van Jakobus, en Salome geurige olie om hem te
balsemen. Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg in de
ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. Ze zeiden tegen elkaar:
‘Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf
wegrollen?’ Maar toen ze opkeken, zagen ze dat de steen al was
weggerold; het was een heel grote steen. Toen ze het graf
binnengingen, zagen ze rechts een in het wit geklede jongeman zitten.
Ze schrokken vreselijk. Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet bang. U
zoekt Jezus, de man uit Nazaret die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit
de dood, hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar hij was
neergelegd. Ga terug en zeg tegen zijn leerlingen en tegen Petrus: “Hij
gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie hem zien, zoals hij jullie
heeft gezegd.”’
Ze gingen naar buiten en vluchtten bij het graf vandaan, want ze waren
bevangen door angst en schrik. Ze waren zo erg geschrokken dat ze
tegen niemand iets zeiden.
We zingen: Lied 727:1,2,9,10
Voor alle heil'gen in de heerlijkheid
die U beleden in hun aardse strijd,
zij uw naam lof, o Jezus, te allen tijd!
Halleluja, halleluja!
Gij waart hun rots, hun burg en al hun macht;
Gij, Heer, hun loods en licht in storm en nacht;
Gij hebt uw pelgrims veilig thuisgebracht.
Halleluja, halleluja!
Daar is de Koning als een jonge held!
Hem komen allen tegemoet gesneld
van vreugde stralend, scharen ongeteld.
Halleluja, halleluja!
2
Van alle einders, van de verste kust
zullen zij vinden vrede, feest en rust,
U lovend, Vader, Zoon, Heilige Geest!
Halleluja, halleluja!
Verkondiging
We zingen: Lied 625
Onder steen bedolven lijkt de liefde Gods.
Rest haar niets dan rusten in de harde rots?
Diep in het graf is Hij de weg gegaan
van het zaad dat stervend nieuw ontkiemt tot graan.
Zaad van God, verloren in de harde steen,
en ons hart, in doornen vruchteloos alleen –
heen is de nacht, de derde dag breekt aan.
Liefde staat te wuiven als het groene graan.
De kinderen komen terug van de nevendienst.
3
Met hen zingen we: Evangelische Liedbundel 440:1, 2, 3
2. Vogels maken zich niet druk,
Wat doe jij, wat doe jij?
Zingen zomaar van geluk:
Wat doe jij?
Dank de Heer voor elke dag
Die je van Hem leven mag
Vogels doen dat telkens weer,
Wat doe jij?
4
3. Vogels leven vrij en blij,
Wat doe jij, wat doe jij?
God de Vader danken zij
Wat doe jij?
Dank de Heer voor elke dag
Die je van Hem leven mag
Vogels doen dat telkens weer,
Wat doe jij?
De gemeente gaat staan
Wij willen hen gedenken die ons dit kerkelijk jaar en eerder voorgingen.
In een moment van stilte gedenken wij hen die ons dit kerkelijk jaar en
eerder voorgingen. Die wij nog altijd missen, altijd in onze gedachten
zijn en om wie wij nog steeds rouwen.
Wij gedenken hen in stilte
De gemeente gaat zitten
Gedicht
Nu wordt door de ouderling van dienst een kaars aan de paaskaars
aangestoken, als teken van het licht van Gods liefde in Jezus Christus,
dit licht dat sterker is dan de duisternis van het verdriet.
Voor een ieder van ons persoonlijk is er nu gelegenheid om een lichtje
te branden.
We zingen: Psalm 56:3
Gij hebt mijn omzwerving te boek gesteld
en al de tranen, in mijn oog geweld,
bijeengegaard en in uw boek geteld:
alles ligt voor U open.
Geprezen zij Gods woord dat mij deed hopen!
Mijn vijanden zijn haastig afgedropen.
Wat zou een mens mij doen als ik kan roepen;
De Here is mijn held!
Dankgebed en voorbeden
5
Collecten: 1e Diaconie
2e Kerk
3e Plaatselijk Jeugdwerk
We zingen als slotlied: Lied 634: U zij de glorie
U zij de Glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Alle menselijk lijden hebt Gij ondergaan
om ons te bevrijden tot een nieuw bestaan:
U zij de Glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Licht moge stralen in de duisternis,
nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is!
Geef ons dan te leven in het nieuwe licht,
wil het woord ons geven dat hier vrede sticht:
U zij de Glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Zegen
Orgelspel
Wij nodigen u graag uit om na afloop van de dienst de bloemschikking
te bezichtigen en om elkaar daarna in de zalen van de kerk te
ontmoeten.
6