3.In uw hoede zijn wij wèl geborgen, en schoon

3.In uw hoede zijn wij wèl geborgen,
en schoon eerlang 't oog ons breek',
open gaat het op de grote morgen
na deez' aardse lijdensweek.
Welk een dag der ruste zal dat wezen,
als we onsterflijk, uit de dood verrezen,
knielen voor uw dankaltaar!
Amen, Jezus, maak het waar!
Gebeden
Inzameling van de gaven 1e Collecte E.B.C. Diaconie
2e Collecte Derde Predikantsplaats
Slotzang: Psalm 68 : 7
7.God zij geprezen met ontzag.
Hij draagt ons leven dag aan dag,
zijn naam is onze vrede.
Hij is het die ons heeft gered,
die ons in ruimte heeft gezet
en leidt met vaste schreden.
Hij die het licht roept in de nacht,
Hij heeft ons heil teweeggebracht,
dat wordt ons niet ontnomen.
Hij droeg ons door de diepte heen,
de HERE Here doet alleen
ons aan de dood ontkomen.
Zegen
Beantwoorden met Gezang 456 : 3
3.Amen, amen, amen!
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer,
amen, God, uw naam ter eer!
Bij de uitgang wordt een Paascollecte gehouden voor de Kerk
Denkt u aan de zendingsbussen bij de uitgang?
De volgende Eredienst wordt vanavond gehouden om 19.00 uur
Voorganger is dan ds. J.A. Woudenberg uit Westerhaar - Vriezeveensewijk
Liturgie voor de kerkdienst van de Hervormde
Gemeente “De Hoeksteen”op zondag 20 april 2014
Aanvang: 8.45 uur 1e Paasdag
Voorganger: dhr. G.J. Lipke uit Elburg
Ouderling van dienst: Stijnie Bartelink
Organist: Henk v.d. Weerd
Kosters: Jan en Berta Aarten
m.m.v. Trompettisten
Zingen voor de dienst.
Gezang 217 : 1 en 2
1.Jezus leeft en ik met Hem! / Dood, waar is uw schrik gebleven?
Hem behoor ik en zijn stem / roept ook mij straks tot het leven,
opdat ik zijn licht aanschouw, / dit is al waar ik op bouw.
2.Jezus leeft! Hem is het rijk /over al wat is gegeven.
En ik zal, aan Hem gelijk, / eeuwig heersen, eeuwig leven.
God blijft zijn beloften trouw, / dit is al waar ik op bouw.
Gezang 56 : 1 en 3 Bundel ‘38
1.Natuur verrijst ten leven weer / door stem bij stem geprezen,
en met den nu verrezen Heer / is d’aarde thans herrezen.
’t Heelal siert zich in ’t hoogtijdskleed, / nu Hij herleeft, die ’t worden deed,
en alles riep in ’t wezen.
3.Het leven overwint den dood, / een nieuw, een heerlijk leven!
En wat voor ons de zonde sloot, / het Eden is hergeven.
Het zwaard des cherubs dreigt niet meer, / God zelf ontsloot den toegang weer
naar d’ eeuw’ge vreugdedreven.
Welkom en mededelingen
Intochtslied: Psalm 118 : 8 en 9
8.De steen, dien door de tempelbouwers / verachtlijk was een plaats ontzegd,
werd tot verbazing der beschouwers / ten hoeksteen door God zelf gelegd.
Dit werk is door Gods alvermogen, / door 's HEREN hand alleen geschied.
Het is een wonder in onz' ogen. / Wij zien het, maar doorgronden 't niet.
9.Dit is de dag, die God deed rijzen, / juicht nu met ons en weest verblijd.
O God, geef thans uw gunstbewijzen, / geef thans het heil door ons verbeid.
Gezegend zij de grote koning / die tot ons komt in 's HEREN naam.
Wij zeegnen u uit 's HEREN woning, / wij zegenen u al tezaam.
Stil gebed
Votum en Groet
Zingen Lied 122 : 1,2,3 Evang. Liedb.
1.Daar juicht een toon, daar klinkt een stem,
die galmt door gans’ Jeruzalem;
een heerlijk morgenlicht breekt aan;
de Zoon van God is opgestaan!
2.Geen graf hield Davids Zoon omkneld,
Hij overwon, die sterke Held,
Hij steeg uit ’t graf door eigen kracht,
want Hij is God, bekleed met macht!
3.Nu jaagt de dood geen angst meer aan, / want alles, alles is voldaan;
wie in geloof op Jezus ziet, / die vreest voor dood en duivel niet.
Bemoediging
Zingen Lied 132 1,2,3 Evang. Liedb.
1.U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.
Uit een blinkend stromen
daald’ een engel af,
heeft de steen genomen
van ’t verwonnen graf.
U zij de glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.
2.Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer!
Hij brengt al de zijnen
in zijn armen weer.
Weest dan volk des Heren,
blijd’ en welgezind,
En zegt telken kere: Christus overwint!”
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, nu en immermeer.
3.Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, / die mij heeft genezen,
die mij vrede geeft? / In zijn godd’lijk wezen
is mijn glorie groot, / niets heb ik te vrezen in leven en dood.
U zij de glorie, opgestane Heer, / U zij de victorie nu en immermeer.
Schriftlezing: Marcus 16 : 1 – 8
1 En toen de sabbat voorbij was, kochten Maria van Magdala en Maria, (de moeder) van
Jakobus, en Salome specerijen om Hem te gaan zalven. 2 En zeer vroeg op de eerste dag der
week gingen zij naar het graf, toen de zon opging. 3 En zij zeiden tot elkander: Wie zal ons
de steen afwentelen van de ingang van het graf? 4 En toen zij opzagen, aanschouwden zij,
dat de steen afgewenteld was; want hij was zeer groot. 5 En toen zij in het graf gegaan
waren, zagen zij een jongeling zitten aan de rechterzijde, bekleed met een wit gewaad, en
ontsteltenis beving haar. 6 Hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Jezus zoekt gij, de
Nazarener, de gekruisigde. Hij is opgewekt, Hij is hier niet; zie de plaats, waar zij Hem
gelegd hadden. 7 Maar gaat heen, zegt zijn discipelen en Petrus, dat Hij u voorgaat naar
Galilea; daar zult gij Hem zien, gelijk Hij u gezegd heeft. 8 En zij gingen naar buiten en
vluchtten van het graf, want siddering en ontzetting hadden haar bevangen. En zij zeiden
niemand iets, want zij waren bevreesd.
Zingen Gezang 215 : 1 en 2
1.Christus, onze Heer, verrees, / halleluja!
Heilge dag na angst en vrees, / halleluja!
Die verhoogd werd aan het kruis, / halleluja,
bracht ons in Gods vrijheid thuis, / halleluja!
2Prijst nu Christus in ons lied, / halleluja,
die in heerlijkheid gebiedt, / halleluja,
die aanvaardde kruis en graf, / halleluja,
dat Hij zondaars 't leven gaf, / halleluja!
Verkondiging
Gebed
Schriftlezing: Lucas 15 : 20 – 24
20 En hij stond op en keerde naar zijn vader terug. En toen hij nog veraf was, zag zijn vader
hem en werd met ontferming bewogen. En hij liep hem tegemoet, viel hem om de hals en
kuste hem. 21 En de zoon zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u,
ik ben niet meer waard uw zoon te heten. 22 Maar de vader zeide tot zijn slaven: Brengt
vlug het beste kleed hier en trekt het hem aan en doet hem een ring aan zijn hand en
schoenen aan zijn voeten. 23 En haalt het gemeste kalf en slacht het, en laten wij een
feestmaal hebben, 24 want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij was
verloren en is gevonden. En zij begonnen feest te vieren.
Zingen Lied 124 : 1 en 2 Evang. Liedb.
1Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven.
Laat ons Hem loven en danken verheugd dat wij leven. / Diep in de nacht
heeft Hij verlossing gebracht, / heeft Hij ons aan ’t licht geheven.
2.Waren wij dood door de zonde verminkt en verloren,
doven van harte, verhard om zijn woord / niet te horen.
Hij is zo groot / Hij overmande de dood. / Wij zijn in Jezus herboren.
Zingen Gezang 221 : 1,2,
1.Wees gegroet, gij eersteling der dagen,
morgen der verrijzenis,
bij wiens licht de macht der hel verslagen
en de dood vernietigd is!
Here Jezus, trooster aller smarten,
zon der wereld, schijn in onze harten,
deel ons zelf de voorsmaak mee
van der zaalgen sabbatsvreê!
2.Op uw woord, o Leven van ons leven,
werpen wij het doodskleed af!
Door de kracht uws Geestes uitgedreven,
treden we uit ons zondengraf.
Leer ons daaglijks, leer ons duizendwerven,
in uw kruisdood meegekruisigd sterven,
en herboren - opgestaan,
achter U ten hemel gaan!