Themavisie Bouwgroothandel & Bouwlogistiek ING Economisch Bureau Naar efficiëntere vervoers stromen in de bouw Een logistieke hub biedt voordelen Na twee jaar van krimp is de omzet van bouwmaterialengroothandels in het tweede en derde kwartaal van 2013 weer gestegen. Het is vooral de weer groeiende onderhoudssector in de bouw die zorgt voor een aantrekkende vraag. Gedurende de recessie heeft zich bij bouwmaterialengroothandels een proces van schaalvergroting voorgedaan door margedruk en noodzakelijke investeringen in ICT. Groothandels zijn daarbij meer “niet” groothandel activiteiten, zoals assemblage gaan leveren. Door een toename van binnenstedelijke bouw wordt bouw logistiek de komende jaren veel belangrijker. Een bouwlogistieke hub kan hierbij voordelen bieden. Hier liggen kansen voor bouwmaterialengroothan dels die als regisseur van de keten gaan optreden en plaatsnemen in de ‘Control Tower’. Aannemers of logistieke dienstverleners van buiten de bouwkolom kunnen deze rol echter ook vervullen. Figuur 1 Omzetontwikkeling bouw en groothandel bouwmaterialen, 2009- 4e kwartaal 2013 120 115 Index 2010= 100 Seizoensgecorrigeerd 110 105 100 95 90 Bodem bereikt van omzet bouwmaterialengroothandel 2011 2012 2013 85 2009 _ Groothandel 2010 _ Bouw Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau Conjunctuur bouwmaterialengroothandel Omzet bouwmaterialengroothandels krimpt niet meer Na twee jaar van voortdurende krimp is in het derde kwartaal van 2013 de omzet van bouwmaterialengroothandels weer gestegen. Dit werd nog wel gevolgd door een lichte krimp in het laatste kwartaal. De omzet van de bouwsector groeide in de tweede helft van 2013 (alle cijfers ten opzichte van het kwartaal er voor). Ook het sentiment onder aannemers is de afgelopen maanden duidelijk verbeterd. De flinke volumedalingen in de bouw lijken dan ook voorbij. Ondanks de groei aan het einde van het jaar, kromp de bouwproductie door een zeer zwak 1e kwartaal in geheel 2013 nog wel. Voor 2014 voorzien we een stabiliserende ontwikkeling van de omzet van de bouw en van bouwmaterialengroothandels. Herstel- en verbouw zorgen in B&U sector voor groei Het is de herstel- en verbouwmarkt die halverwege 2013 het groeipad weer in sloeg. Steeds vaker wordt er gekozen voor transformatie, renovatie of verduurzaming van bestaande gebouwen in plaats van nieuwbouw. Zo groeide de waarde van de afgegeven vergunningen voor herstel, verbouw en uitbreiding in de B&U sector in de 1e helft van 2013 (figuur 2) maar daalde eind 2013 wel weer tot het niveau van dezelfde periode een jaar eerder. Het tijdelijk verlaagde btw-tarief op arbeid kan voor een extra duwtje in de rug gezorgd hebben. De nieuwbouw bleef in de B&U nog wel krimpen maar de groei in de herstel- en verbouwmarkt was dusdanig dat de totale bouwproductie ook tijdelijk toenam. Uitstelgedrag door verlenging verlaagde btw De tijdelijke btw-verlaging op arbeidskosten bij renovatie, herstel en tuinonderhoud is in het begrotingsakkoord negen maanden verlengd tot eind 2014. De maatregel wordt door de sector als belangrijke overbruggingsmaatregel gezien om kennis en capaciteit te behouden. Tijdens de vorige verlaging van de btw in 2010 en 2011 nam het aantal opdrachten van kleine, voornamelijk in het onderhoud actieve, BOX: De bouwtoeleverancier en haar (veranderende) business model Figuur 2 Waardeontwikkelingen afgegeven vergunningen B&U sector per kwartaal Gelukkig gaat het wat beter met de bouwsector en de vooruitzichten zijn redelijk positief. Helaas kan hieruit niet geconcludeerd worden dat de problemen voor individuele bedrijven in de sector snel over zijn. Het rendement van veel (bouw)bedrijven heeft sterk onder druk gestaan en zal nog niet acuut verbeteren. Reden hiervoor is de nog steeds bestaande overcapaciteit en de daarmee samenhangende druk op prijzen. Daarnaast is de omgeving waarin bouwbedrijven opereren in snel tempo aan het veranderen. Een vraaggestuurde markt, veel aandacht voor duurzaamheid, transparantie en vooral kennis. Bedrijven hebben een functie zolang zij waarde toevoegen en die waarde ook daadwerkelijk door klanten als zodanig wordt ervaren. Ondernemen is uitdagender dan ooit en aanpassen is het devies. ‘Survival of the fittest’ volgens Darwin: niet de sterksten maar degenen die zich het best aanpassen zullen overleven. Een business- of verdienmodel dat jarenlang effectief bleek voor een bedrijf zal dat in de toekomst zeer waarschijnlijk niet meer zijn. In ieder geval niet vanzelfsprekend. Ondernemen wordt dus niet alleen het hebben van de focus op een excellente bedrijfsvoering nadat de strategie is bepaald maar veel meer de combinatie van een excellente bedrijfsvoering bij een telkens aangepaste of aan te passen strategie. Met wel de uitdaging om herkenbaar te blijven voor de beoogde doelgroep. Want ook deze doelgroep, doelgroepen of combinaties daarvan veranderen. Zowel qua samenstelling als ook qua behoeften. Voor bouwtoeleveranciers geldt dat zij vooral USP’s als logistiek en kennis, zoals in dit rapport beschreven, moeten optimaliseren. Logistiek als onlosmakelijk onderdeel van het bouwproces en sterk toenemend in belang. Kennis van zowel klanten, producten als processen om telkens waarde toe te voegen aan uw klanten/afnemers. Strategie bepalen is belangrijk, uitvoering zo mogelijk nog belangrijker. Hierover wil ik graag met u het gesprek aan. 160 Jan van der Doelen, ING Sectormanager Bouw, Onroerend Goed en Leisure Seizoensgecorrigeerd Index 2005 = 100 140 120 100 80 60 Waarde vergunningen nieuwbouw daalt terwijl waarde voor herstel, verbouw en uitbreiding stijgt. 40 2005 _ _ 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Nieuwbouw Herstel, verbouw en uitbreiding Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau aannemers vooral in de laatste maanden van de regeling toe. De kans bestaat dus dat consumenten een geplande verbouwing ook nu nog even uitstellen tot eind 2014. Door de verslechterde koopkracht is de verwachting dat het effect van de verlaagde btw kleiner is dan in 2010-2011. Leveranciers aan kleine bouwbedrijven minder hard getroffen De recessie heeft toeleveranciers en groothandels van afbouw- en renovatiematerialen (bijv. isolatiemateriaal en verf) over het algemeen toch al minder hard geraakt. Nu lijkt dus ook het herstel in deze markten eerder in te treden. Deze producten worden veel gebruikt bij renovatie en deze markt is minder conjunctuurgevoelig. Het gaat hierbij vaak om groothandels die aan kleinere bouwbedrijven leveren omdat die over het algemeen in de renovatiemarkt werken. Onderhouds -en verbouwmarkt biedt kansen Ook op lange termijn biedt de renovatie- en onderhoudsmarkt kansen voor toeleveranciers, bouwmaterialen groothandel en bouwbedrijven. De transformatie van onder andere leegstaande kantoorpanden naar andere bestemmingen in combinatie met verduurzaming van de bestaande woningvoorraad zal de komende jaren veel opdrachten kunnen opleveren. De stijging in het 1e en 2e kwartaal 2013 van de waarde van de afgegeven vergunningen voor verbouw is daar een eerste teken van. Toetreding van noodlijdende nieuwbouwbedrijven tot de onderhoudsmarkt zet de prijzen wel onder druk. Themavisie Bouwgroothandel & Bouwlogistiek Maart 2014 2 Box: Steeds minder bouwmaterialengroothandels Figuur 4 Aandeel toeleveranciers in totale bouwproductie Het aantal bouwmaterialengroothandels neemt al jarenlang af. Begin 2003 was er een piek van 3.220 ondernemingen. 10 jaar later is dit aantal gedaald tot 2.580. Er heeft zich een proces van schaalvergroting voorgedaan, door margedruk en noodzakelijke investeringen in ICT en logistiek. Daarnaast heeft de crisis er voor gezorgd dat veel groothandels het hoofd niet meer boven water konden houden en failliet zijn gegaan. Het zijn de middelgrote bouwmaterialengroothandels waar het aantal bedrijven van is afgenomen (figuur 3). Zo daalde het aantal groothandels met 10 tot 20 werkzame personen in de periode 2007-2013 met bijna 20%. Daarentegen steeg het aantal groothandels met meer dan 100 werkzame personen en ook het aantal éénmansbedrijven steeg. Deze stijging van het aantal zzp’ers deed zich echter vooral voor in 2008 toen de crisis nog niet uitgebroken was. Daarna zette de toename van de éénmansgroothandels zich voort, maar op een veel lager niveau. Deze toename is waarschijnlijk vooral veroorzaakt door werknemers in de bouwkolom die hun baan verloren en als zelfstandige verder gingen. 66% Figuur 3 Ontwikkeling bouwmaterialengroot handels naar aantal werkzame personen (2013 t.o.v. 2007) 20% 15% 10% 5% 0% -5% Aandeel van toeleveranciers blijft toenemen 64% 62% 60% 58% 56% 54% 52% 50% 1977 1982 1987 1992 1997 2002 2007 2012 Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau Ontwikkeling aandeel toeleveranciers en groothandels in bouwproductie Aandeel toeleveranciers bouwproductie stijgt nog langzaam De afgelopen decennia neemt het volume van het aandeel geleverde goederen van toeleveranciers1 als percentage van de totale bouwproductie toe (figuur 4). Sinds begin jaren ’70 steeg dit van 58% tot 64% in 2012. Daarnaast stijgen de prijzen van de toeleveranciers minder dan in de bouw20% sector doordat er door procesinnovaties grotere productiviteitsstijgingen behaald worden. Door de crisis is er in 15% de periode 2009-2011 wel een relatieve (tijdelijke) daling 10% geweest van leveringen van toeleveranciers aan de bouw. Door overcapaciteit bij aannemers deden zij zoveel moge5% lijk werkzaamheden zelf waardoor er minder een beroep 0% gedaan werd op toeleveranciers. -5% -10% -15% -20% -25% 1 2 3-5 5-10 10-20 20-50 50-100 >100 Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau Leveranciers trekken een steeds groter deel van het -10% bouwproces naar zich toe Toeleveranciers weten dus een steeds groter deel van het -15% bouwvolume naar zich toe te trekken. Dit komt doordat -20% vooral zij in de bouwkolom innoveren en zo bouwmaterialen -25% die efficiënter verwerkt kunnen worden op de aanbieden 1 2 3-5 5-10 10-20 20-50 50-100 >100 bouwplaats. De utiliteitsbouw maakt zo steeds meer gebruik van door toeleveranciers geproduceerde prefab bouwdelen. Naar schatting wordt 50% van de casco’s bij bedrijfsgebouwen geprefabriceerd. Daarbij worden steeds vaker niet alleen casco’s of vloeren geleverd maar ook met bijvoorbeeld betonkernactivering. Hierbij wordt continu warm of koud 1 Alle aan de bouw toeleverende bedrijven zoals bijvoorbeeld de bouwmaterialenindustrie en groothandels. Themavisie Bouwgroothandel & Bouwlogistiek Maart 2014 3 Figuur 5 Volumeontwikkeling van de nietgroothandelsactiviteiten van de groothandel aan de bouw (bijv. assemblage) en de bouwproductie, 2004-2012 Figuur 6 Volumeontwikkeling van de uitbestede vervoers- en handelsactiviteiten van de bouw en de bouwproductie, 2004-2012 140 170 130 120 Groothandel levert meer niet-groothandelsactiviteiten aan de bouw 180 160 150 110 140 100 130 90 120 80 Bouwproductie Levering niet groothandelsactiviteiten groothandel aan de bouw 110 2004 _ _ Index 1988 = 100 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Levering niet groothandelsactiviteiten groothandel aan de bouw Bouwproductie 100 90 80 Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau water door de vloer gevoerd. Dit zorgt voor een comfortabel binnenklimaat. Bedrijven die dit onder andere leveren zijn VBI en Hercuton. In de woningbouw is het aandeel met 10 à 15% wel veel lager. De laatste jaren wordt in deze sector wel 140 een sterke groei van geprefabriceerde bouwdelen gesignaleerd. 130 Door het relatief kleine aandeel van prefab in de woningbouw komt een toename echter nauwelijks tot uiting 120 in een significante stijging van het aandeel van toeleveranciers 110in de totale bouwproductie van de afgelopen jaren. 100 Duurzame samenwerking nodig voor verdere industrialisatie 90 Verdere industrialisatie van het bouwproces blijft, ondanks 80 2005 2006 2007 ontwikkeling. 2008 2009 2010 2011 de grote2004 voordelen, een lastige Naast in- 2012 dustrialisatie van de nieuwbouw komt deze aanpak ook langzaam op gang bij renovatie- en onderhoudsprojecten. Grote voordelen van industrialisatie zijn te behalen door het versnipperde proces tezamen te brengen in een fabriekshal onder geconditioneerde omstandigheden. Het aantal partijen neemt af, verschillende vaklui lopen elkaar minder in de weg en de planning wordt minder kritiek. Op de bouwplaats hoeven bouwdelen dan alleen nog in elkaar gezet te worden. Verdere industrialisatie en standaardisatie van het bouwproces is pas mogelijk als verschillende partijen bereid zijn dit samen op te pakken. Bij een versnipperd proces voelen weinigen zich geroepen een verandertraject in te zetten. Ook als één partij dat probeert loopt hij bijna direct tegen zijn eigen grenzen aan. Verdere industrialisatie heeft alleen kans als verschillende betrokkenen zoals toeleveranciers, ontwerpers en bouwbedrijven intensief duurzaam gaan samenwerken en dit ook project overstijgend gebeurt. 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 _ _ Uitbestede vervoers- en handelsactiviteiten bouw Bouwproductie Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau Bouwproductie Meer nevenactiviteiten van Levering niet groothandelsactiviteiten groothandel aan de bouw bouwmaterialengroothandel Net als de andere toeleveranciers is ook de bouwmaterialengroothandel in de afgelopen jaren meer “toegevoegde waarde” aan de bouw gaan leveren. Steeds vaker worden op de bouwplaats geleverde materialen ook gemonteerd door de groothandel (figuur 5). Zo ligt in 2012 het aantal geleverde diensten (niet handel en vervoer) van de groothandel aan de bouw ruim 20% hoger dan in 2004 terwijl de productie van de gehele bouw in 2012 met bijna 15 % is gedaald. Bouw besteedt meer vervoers- en handelsactiviteiten uit De bouw laat niet alleen meer assembleren door de groothandel, ook neemt de groothandel steeds meer vervoers- en groothandelsactiviteiten op zich in vooral de B&U. In figuur 6 is te zien dat dit vooral in de tweede helft van de jaren ’90 is gestegen. Bouwbedrijven erkennen de meerwaarde van gespecialiseerde logistieke dienstverleners en besteden deze activiteiten deels uit. Bouw vervoert meer dan de industrie Ondanks dat de bouw de afgelopen jaren meer vervoers- en handelsactiviteiten is gaan inkopen zijn de eigen vervoersstromen nog steeds aanzienlijk. Dit blijkt uit figuur 7. Het Themavisie Bouwgroothandel & Bouwlogistiek Maart 2014 4 150.000 100.000 50.000 0 Bouw ■ B&U ■ GWW Groot- Vervoer Industrie DetailZak. handel & opslag handel Dienstv ■ Sloopbedrijven ■ Installatie Landbouw ■ Afwerking ■ Overige bouw Figuur 7 Verbruik motorbrandstof voor wegvervoer, 2012 Figuur 8 Aantal bestelbusjes per (deel)sector, 2009 90 4,5 250.000 80 4,0 70 3,5 60 3,0 50 2,5 40 2,0 30 1,5 20 1,0 10 0,5 0 0,0 Agrarisch Industrie Bouw 150.000 100.000 50.000 0 Bouw Handel Wegvervoer ■ Petajoule _ 200.000 Petajoule per € 1 miljard productie (rechter as) ■ B&U ■ GWW ■ Sloopbedrijven Groot- Vervoer Industrie DetailZak. handel & opslag handel Dienstv Landbouw ■ Installatie ■ Afwerking ■ Overige bouw Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau motorbrandstofverbruik 2 in de bouw ligt veel hoger dan in de industrie ondanks dat de industriële productie (€ 310 miljard) meer dan vier keer zo groot is als de bouwproductie (€ 73 miljard). Per € 1 miljard productie verbruikt de bouw zelfs meer brandstof voor wegverkeer dan de handel (groot- en detailhandel). Versnippering bouwproces leidt tot veel vervoersstromen Deels is het grote aantal bestelbusjes in vooral de afwerking en de installatie ook te verklaren door het grote aantal herstel- en onderhoudsopdrachten binnen de bouw. Dit zijn vaak kleine opdrachten waarbij bestelbusjes goed ingezet kunnen worden voor het vervoer van materialen. Door de versnippering van het bouwproces kan een groot aantal busjes bij een bouwproject in een woonwijk (tijdelijk) voor extra parkeerdruk zorgen en verhoogt het uiteraard de transportbewegingen. Zo komt vaak iedere bouwvakker met zijn eigen bestelbusje waarin hij zijn materiaal meeneemt. Het versnipperde bouwproces heeft zo negatieve gevolgen voor de bouwlogistiek. Ook bij nieuwbouwprojecten zijn er vaak grote stromen busjes van bouwvakkers die vooral bij binnenstedelijke projecten voor overlast kunnen zorgen. Om dit te voorkomen is er bijvoorbeeld bij de bouw van het nieuwe stadskantoor in Vlaardingen besloten dat busjes niet bij de bouwplaats maar op een verder gelegen parkeerterrein geparkeerd moeten worden. Vanaf daar rijdt een pendelbus die de bouwvakkers naar de bouwplaats brengt. In de bus kunnen gereedschappen en materiaal vervoerd worden maar deze kunnen ook eerst op de bouwplaats worden afgeleverd. Hierdoor neemt wel de parkeerNaam brochure Maand 0 druk af maar neemt het bouwverkeer nog niet af. Om ook het bouwverkeer te laten afnemen zou een bouwlogisitieke hup gecreëerd kunnen worden (zie blz. 6). Vooral veel klein transport door de bouw Het wegtransport dat de bouw vervoert is vooral klein transport. Dit blijkt onder andere uit het grote aantal bestelbusjes die in het bezit zijn van bouwbedrijven. Figuur 8 toont het aantal bestelbusjes in verschillende sectoren3. In 2009 waren er met bijna 230.000 bestelbusjes het grootste aantal in de bouwsector. Vooral bij de afwerking van gebouwen en de installatiebranche is het aantal groot. Dit komt onder meer doordat bedrijven in deze branche vaak ook klein zijn (of zzp’er) en een bestelbusje dan zeer geschikt is voor de transportactiviteiten. Het grote aantal bestelbusjes bij de B&U is (deels) ook te verklaren doordat dit een relatief grote sector is binnen de bouw. Het aantal bestelbusjes bij de bouwmaterialengroothandels is met bijna 6.500 in vergelijking met de bouw beperkt. 2 Benzine, diesel en LPG dat wordt gebruikt voor het verkeer over de weg. 3 De data uit figuur 8 is uit 2009 en daarmee enigszins gedateerd. Er zijn echter helaas geen nieuwere cijfers beschikbaar. Themavisie Bouwgroothandel & Bouwlogistiek Maart 2014 5 Een uitleg voor het maken va staat op laag 2 Figuur 9 % groei aantal huishoudens naar grote van steden, 2014-2040 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% De groene regisseur van de keten Dankzij ICT en mogelijkheden om de bouwketen te monitoren op footprints is de bouwmaterialengroothandel de partij om duurzaamheid in beeld te brengen. De groothandel kan vervolgens een Platteland sturende en adviserende rol op zich nemen Overige om de keten te vergroenen. De band met leveranciers en traceerbaarheid van producten 21-30 grootste gemeenten is daarbij belangrijk. Ook de implementatie van monitoring systemen voor footprints 11-20kansen. grootste gemeenten biedt daarbij Een voorbeeld waarbij een bouwmaterialengroothandel als groene regisseur van de keten gemeenten optreedt 10 is Grootste het duurzaamheidslabel van Raab Karcher. Onder dit label bieden zij tal van geselecteerde duurzame bouwmaterialen. Binnenstedelijke bouwlogistiek 0% 2014-2020 2021-2030 2031-2040 ■ 10 Grootste gemeenten ■ 21-30 grootste gemeenten ■ 11-20 grootste gemeenten ■ Overige Platteland Bron: CBS, bewerkt door ING Economisch Bureau Duurzaamheid Verduurzaming gebouwenvoorraad Ook de steeds hardere roep voor de verduurzaming van de bestaande voorraad gebouwen kan de komende jaren zorgen voor extra bouwactiviteit in de binnensteden. Om de CO2-uitstoot te verminderen heeft Nederland zich als doel gesteld dat in 2020 het aandeel hernieuwbare energie 16% bedraagt. De eerste stap op weg daarnaartoe, en naar het doel van 20% minder energiegebruik in 2020, is energiebesparing. Investeringen hierin zijn rendabeler dan die in bijvoorbeeld windenergie. De bedragen zijn lager en de investeringen leveren eerder resultaten op. De bouw- en vastgoedsector kan een grote bijdrage hieraan leveren omdat de gebouwde omgeving circa 30% van het totale energieverbruik voor rekening neemt. Naast energiebesparing blijkt ook steeds duidelijker dat verduurzaming van gebouwen de waarde laat toenemen doordat energiekosten dalen en steeds meer gebruikers een voorkeur hebben voor duurzame huisvesting. Duurzaam bouwtransport De bouwketen kan bij duurzaamheid niet alleen bijdragen door duurzame gebouwen neer te zetten. Ook het bouwproces kan duurzaam uitgevoerd worden. Voor de bouwlogistiek betekent dit energiezuinige vervoersmiddelen, rijstijl assistenten, groene stroom en schonere brandstoffen. Naast energiezuinig vervoer zal het aantal vervoerstromen ook geminimaliseerd moeten worden om de uitstoot van CO2 uitstoot te beperken en de overlast van transportstromen bij vooral het toenemend binnenstedelijk bouwen te beperken. Binnenstedelijke bouw neemt toe De komende jaren zal binnenstedelijke bouw toenemen. Vooral in de grote steden groeit de bevolking en het aantal huishoudens nog. Figuur 9 laat zien dat de groei tot 2020 nog relatief gelijk verdeeld is over verschillende gemeenten in Nederland. Na 2020 gaat naar verwachting echter het aantal huishoudens in de grotere steden harder groeien dan in de kleinere gemeenten en op het platteland. Zo neemt het aantal huishoudens tussen 2030 en 2040 in de grootste 10 steden van Nederland met nog meer dan 5% toe. Op het platteland (alle gemeenten die niet bij de 30 grootsten behoren) groeit het aantal huishoudens nog maar nauwelijks in deze zelfde periode (0,5%). Het groeiend aantal huishoudens in de grote steden zal daar zorgen voor een toenemende vraag naar (nieuwe) woningen en bijbehorende vervoersstromen van bouwmaterialen naar binnenstedelijke locaties. Terugbrengen van (binnenstedelijke) vervoersstromen Het terugbrengen van de vervoersstormen bij bouwprojecten leidt tot minder overlast voor omwonenden en maakt het bouwproces duurzamer doordat het energieverbruik door minder transportbewegingen af neemt. Om dit te bereiken zou de bouwlogistiek verbetert kunnen worden door meer samenwerking tussen verschillende partijen. Het versnipperde bouwproces waarover we eerder spraken zorgt ervoor dat iedere schakel in het bouwproces vaak zijn eigen vervoer regelt met als gevolg veel verschillende vervoersstromen naar en van de bouwplaats. Door samenwerking kunnen vervoersstromen gebundeld naar de bouwplaats gebracht worden waardoor het aantal transportbewegingen afneemt. Een logistieke hub biedt voordelen Een methode om vervoersstromen van bouwprojecten te bundelen is door middel van een zogenaamde “hub” (consolidatiecentrum). De bouwmaterialen worden door de leveranciers geleverd naar een opslaglocatie (de hub). Themavisie Bouwgroothandel & Bouwlogistiek Maart 2014 6 Figuur 10 Goederenstromen bij logistieke hub Leverancier 1 Retour van bouw en sloopafval Leverancier 2 Just in time levering Bouwplaats(en) Leverancier 3 Leverancier 4 Bouw logistieke hub Directe leveringen (van bijv. beton en prefab elementen) Bron: ING Economisch Bureau Daar worden de materialen gebundeld zoals ze in het bouwproces gebruikt worden en “just in time” geleverd. De logistieke hub zorgt ervoor dat de leveringen van de toeleveranciers “push” gestuurd zijn en de leveringen vanuit de hub aan de bouwplaats ‘pull” gestuurd zijn op basis van de bouwprojectplanning. Zo kunnen er veel voordelen behaald worden: • Door een vroeger controlemoment kunnen fouten in de bestelling eerder worden opgemerkt en opgelost. • Voorraden op de bouwplaats kunnen worden beperkt waardoor en minder kans op schade is en de bouwplaats meer ruimte biedt voor het bouwproces. • Door bundeling van bouwmaterialen per levering kan de beladingsgraad omhoog en kan het aantal ritten naar beneden. Dit beperkt de overlast voor omwonenden en vermindert de CO2 uitstoot. • Bouwmaterialen kunnen vanuit de hub op de juiste plek worden geleverd buiten de werktijden op de bouwplaats waardoor het bouwproces niet wordt verstoord. • Sloop- en bouwafval kunnen als retourstroom teruggenomen worden naar de hub. Ook directe leveringen blijven mogelijk Niet alle stromen hoeven via de logistieke hub geleverd te worden. Zo kunnen bijvoorbeeld prefab materialen direct geleverd worden op de bouwplaats en ook beton in betonmixers kan direct naar de bouwplaats getransporteerd worden. Van belang is hierbij dat deze leveringen wel vanuit de logistieke hub worden gecoördineerd om zo just in time levering mogelijk te maken waardoor het bouwproces zo efficiënt mogelijk kan verlopen en de overlast rond de bouwplaats beperkt wordt. Figuur 10 geeft de vervoersstromen van een logistiek hub schematisch weer. Dergelijke hubs zijn ook bij winkels in opkomst om deze in binnensteden te bevoorraden. Voordelen uit de praktijk Verschillende pilotprojecten met een logistieke hub laten duidelijk voordelen zien. Zo is er in Londen een succesvolle proef geweest met het LCCC (London Construction Consolidation Centre). Er zijn onder andere de volgende Themavisie Bouwgroothandel & Bouwlogistiek Maart 2014 7 Box Smart Building Logistics Pallets met bouwmateriaal, een binnenterrein met alle benodigdheden voor het storten van beton. Het is wel het laatste dat je verwacht bij een – van oorsprong – verhuisbedrijf. Toch is deze ‘HUB’ het tastbare bewijs van de geslaagde samenwerking tussen verhuizer UTS en bouwbedrijf BAM. SBL (Smart Building Logistics) heeft al de nodige praktijkervaring achter de rug. Marc van der Heijden, grondlegger van SBL, legt een indrukwekkende lijst van projecten op tafel. COOL63, Rabobank Utrecht, De Rotterdam, Stationshal/Stadskantoor Delft (ook wel Spoorzone Delft), Haagse Poort. Het is slechts een greep uit de intussen 23 gerealiseerde of in uitvoering zijnde projecten. Van der Heijden: “Mijn motto is: ‘kan niet bestaat niet’. Ketensamenwerking betekent transparantie, betrouwbaarheid, veel praten en veel doen, want het gaat niet vanzelf. Dat geldt dus niet alleen voor BAM, maar ook voor alle onderaannemers en toeleveranciers. Vanuit een uiterst strakke planning worden alle benodigde materialen op de HUB in Rijswijk aangeleverd. Vervolgens worden er logistieke loops gemaakt naar de bouwplaats waar de aanvoer van bouwmaterialen van alle bouwdisciplines wordt gecombineerd met het retour nemen van recyclebare materialen als verpakkingen en restmaterialen ontstaan uit verwerking. Honderd procent beladingsgraad heen en terug, met uitsluitend die zaken die op diezelfde dag nodig zijn. Het betekent ter plekke weinig opslagruimte, zo weinig mogelijk overlast voor het publiek en een soepele aanlevering voor de bouwvakkers ter plaatse. Zij hoeven bijvoorbeeld ook niet meer alle spullen zelf vanuit de opslag naar hun werkplek te versjouwen. Ze kunnen doen waarvoor ze op de bouwplaats zijn: bouwen. Bovendien zorgen we ook nog voor de gescheiden afvoer van de recyclebare materialen. Het is een andere manier van denken over een bouwproces, maar ook een andere manier van doen.” SBL reduceert het aantal transportbewegingen voor de Spoorzone Delft met minimaal vijftig procent. Niet alleen vermindert hierdoor de overlast en neemt de veiligheid toe, maar verbeteren ook de bereikbaarheid en mobiliteit in het binnenstedelijk gebied. Een ander bijkomend voordeel en logisch gevolg van een slimmer georganiseerd proces is dat de CO2-uitstoot significant daalt en de luchtkwaliteit verbetert. Dat alles tot groot enthousiasme van de eerstverantwoordelijke Delftse wethouder Milène Junius.” Bron: BouwendNL, December 2013 resultaten behaald4: • Reductie van 68% van het aantal voertuigbewegingen, resulterend in een reductie van circa 75% van CO2 uitstoot. • Een reductie van de reistijd van de leverancier (inclusief laad- en lostijd) van gemiddeld 2 uur. • Een afname van verspilling van materiaal tot 15%, met name door vermindering van schades. • Een toename van leverbetrouwbaarheid (de juist goederen op de juiste plek op de juiste tijd) van 97%. • Toegenomen productiviteit van de bouwvakker tot 30 minuten per dag. Inrichting en plaats van logistieke hub De locatie van een logistieke hub kan zowel aan de rand van de stad als in de stad geplaatst worden. De locatie hangt af van of de hub slechts aan één bouwplaats levert en tijdelijk is of aan meerdere bouwplaatsen levert en een permanent karakter heeft. Als de hub aan meerdere bouwplaatsen levert is het van belang dat de verschillende goederen voor de verschillende bouwprojecten duidelijk te onderscheiden 4 Bron: De Vries en Ludema; Bouwlogistieke hub, zin of onzin? zijn. Bij levering aan meerdere bouwplaatsen kunnen nog meer (kleinere) transportstromen gecombineerd worden zodat de voertuigbewegingen verder beperkt worden (=”groupage”). Het terrein van de hub moet beschikken over een beveiliging en over voldoende materieel om geleverde goederen te kunnen lossen en te laden. Wie organiseert (straks) de logistieke hub? Om een bouwlogistieke hub succesvol te maken is samenwerking tussen de verschillende ketenpartners noodzakelijk. Het initiatief kan bij verschillende ketenpartners liggen. De bouwmaterialengroothandel kan hier als verbindende partij een voortrekkersrol nemen. Verschillende bouwgroothandels zijn ook al bezig met het opzetten van permanente hubs rond grote steden. Ook de (hoofd)aannemer zelf kan uiteraard voor een bouwproject de toelevering van bouwmaterialen via een hub organiseren. Dit eventueel in combinatie met een (bouwbranche vreemd) transport- of verhuisbedrijf (zie box). Ook kraanverhuurders zouden (eventueel in samenwerking met andere ketenpartners) een rol kunnen spelen in het opzetten van een logistieke hub. Zij hebben vaak een groot bedrijfsterrein dat eventueel als hub kan dienen. Daarnaast kan het initiatief bij een gemeenten liggen die de vervoersstromen in hun stad willen beperken Themavisie Bouwgroothandel & Bouwlogistiek Maart 2014 8 en als facilitator optreed om een te hub realiseren. Er zijn dus verschillende partijen zowel in en als van buiten de bouwkolom die deze rol op zich kunnen nemen. Het is dus zeker niet zo dat deze rol alleen door de groothandels kan worden vervult. Er zijn veel meer partijen binnen én buiten de bouwkolom die hier de voorttrekkersrol op zich kunnen nemen. Resumé: Plaatsnemen in de “Control Tower” ICT en kennis in het regisseren van stromen biedt voor bouwmaterialengroothandels mogelijkheden. De succesvolle bouwmaterialengroothandel van de toekomst ontwikkelt zich tot een ‘Control Tower’ die zorgt voor efficiënte sturing van goederenstromen (eventueel via een bouwlogisitieke hub) en het monitoren van diverse zaken zoals kosten, footprints en verwachtingen van zowel vraag als aanbod. Ambitieuze ondernemers breiden hun dienstverleningsaanbod uit met kennis, die ze vermarkten richting andere partijen in de bouwketen. Bouwmaterialengroothandels kunnen een nog veel belangrijkere plek in het bouwproces innemen. Hierbij speelt ICT een cruciale rol. Het ontwikkelen van systemen om de keten te regisseren en te monitoren, versterkt hun positie. Door kennis te exploiteren ontstaat een groothandel die in de richting beweegt van een ICT provider. In sommige gevallen handelen groothandels de fysieke stromen zelf af, maar in andere gevallen is de groothandel alleen de regisseur op afstand. Groothandels blijven ook de komende jaren toegevoegde waarde leveren als ze inzetten op het verbreden door vooruitgang in technologie, schaal en procesinnovatie van het dienstverleningsaanbod. Themavisie Bouwgroothandel & Bouwlogistiek Maart 2014 9 Meer weten? Kijk op ING.nl Of bel met Jan van der Doelen, Senior sectormanager Bouw en onroerend goed 06 55 81 22 15 Maurice van Sante Senior econoom (auteur) 020 576 85 47 Wilt u nieuwe publicaties per e-mail ontvangen? Ga naar ING.nl/kennis Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 20 maart 2014.
© Copyright 2024 ExpyDoc