Wtw 18036 vergunning

Watervergunning
Datum
Nummer
Onderwerp
12 mei 2014
RWS-2014/21517
Ambtshalve wijziging watervergunning Tata Steel
IJmuiden b.v. onderdeel Hoogovens (stoomcondensatie
slakgranulatie)
Inhoudsopgave:
1 Aanhef
2 Besluit
3 Algemene overwegingen
4 Procedurele overwegingen
5 Ondertekening
6 Mededelingen
Bijlage: Notitie Tata Steel d.d. 21 januari 2014
1. Aanhef
De Minister van Infrastructuur en Milieu heeft het voornemen om de aan Tata
Steel IJmuiden b.v. te Velsen-Noord verleende vergunning van 23 oktober 2007
(WSV 2007/5887), gewijzigd bij besluiten van 13 februari 2012 (WSV 2012/698),
van 11 juni 2013 (RWS-2013/29959) en van 21 oktober 2013 (RWS-2013/51736),
ambtshalve te wijzigen op grond van artikel 6.22, eerste lid van de Waterwet.
2. Besluit
Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de
Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwegingen
BESLUIT
de minister van Infrastructuur en Milieu de aan Tata Steel IJmuiden b.v. verleende
vergunning van 23 oktober 2007, (WSV 2007/5887), gewijzigd bij besluiten van
13 februari 2012 (WSV 2012/698), van 11 juni 2013 (RWS-2013/29959) en van
21 oktober 2013 (RWS-2013/51736) als volgt te wijzigen:
Pagina 1 van 9
I.
II.
III.
voorschrift 1.3.04 (Lozingseisen granulatiewater Hoogoven 7) lid 4
onder a te laten vervallen;
in voorschrift 1.3.04 lid c te schrappen: “(…)en de onder a. genoemde
stoffen (…)”; en vervolgens
de leden b en c van dit voorschrift te wijzigen in a en b.
Datum
12 mei 2014
Nummer
RWS 2014/21517
Het (gewijzigde) voorschrift 1.3.04 komt er daardoor als volgt uit te zien:
Voorschrift 1.3.04
1. De te lozen hoeveelheid granulatiewater mag, gemeten ter plaatse van
monsternemingspunt 135 (EW.01.7) gemiddeld niet meer zijn dan 66.000 m3
per dag (jaargemiddelde) en 75.000 m3 (maximaal).
2. Het in het eerste lid bedoelde bedrijfsafvalwater mag alleen worden geloosd
wanneer ter plaatse van monsternemingspunt 135 (EW.01.7) de volgende
concentraties niet worden overschreden:
Parameter
Onopgeloste bestanddelen
Cadmium
Lood
Zink
Sulfide (als waterstofsulfide)5
Maximaal1 (mg/l)
1003
0,01
0,1
0,254
Gemiddeld2 (mg/l)
20
0,104
0,5
Legenda:
1:
De maximale concentratie bepaald in een willekeurig genomen steekmonster.
2:
De concentratie bepaald als het voortschrijdend rekenkundig gemiddelde van
de gehaltes in 10 opeenvolgend genomen representatieve etmaalmonsters. De
etmalen waarin de monsters worden genomen hoeven niet aaneengesloten te
zijn.
3:
Alleen indien de vergunninghouder door middel van bemonstering aan kan
tonen dat de concentratie onopgeloste bestanddelen in het ingenomen
Staalhavenwater meer is dan 90 mg/l, geldt als lozingseis: concentratie
onopgeloste bestanddelen in het ingenomen Staalhavenwater vermeerderd met
10 mg/l.
4:
Te bepalen ten opzichte van de concentratie van zink in het ingenomen water
uit de Staalhaven (de bepaling van het zinkgehalte van het ingenomen water
dient plaats te vinden maximaal 1 uur vóór de monsterneming van het effluent
bij monsternemingspunt 135
5:
Voor de bepaling van het sulfidegehalte wordt verwezen naar bijlage 3.
3. Het bedrijf moet – vanaf de ingebruikname van de gewijzigde installatie maandelijks rapporteren aan Rijkswaterstaat over de feitelijke concentratie
sulfide (als waterstofsulfide) ter plaatse van monsternemingspunt 135.
Wanneer de concentratie gemiddeld beneden 0,5 mg/l blijft, zal ik aan de hand
van de rapportages en van de rapportage zoals genoemd onder lid 5 beslissen
of dit deelvoorschrift alsnog kan vervallen.
4. Het bedrijf dient binnen drie maanden na het van kracht worden van de
vergunning een onderzoeksvoorstel voor te leggen aan Rijkswaterstaat waarin
onderzocht moet worden:
Pagina 2 van 9
a. of de extra toegevoegde waterstofsulfide inderdaad, zoals in de aanvraag
aangenomen, voor het overgrote deel wordt gebonden aan de mineralen in
het granulaat en/of worden omgezet door oxidatie; en
b. wat de mogelijke effecten zijn van de lozing op de waterkwaliteit in de
Buitenhaven, en in hoeverre deze effecten kunnen worden voorkómen of –
als dat niet kan- zoveel mogelijk kunnen worden beperkt.
Datum
12 mei 2014
Nummer
RWS 2014/21517
5. Rijkswaterstaat dient het onderzoeksvoorstel als genoemd onder 4. goed te
keuren, waarna het bedrijf binnen 1 jaar na goedkeuring de
onderzoeksresultaten moet rapporteren. Aan de hand van de uitkomsten van
het onderzoek kan Rijkswaterstaat eventueel maatregelen en/of een
vervolgonderzoek voorschrijven.
Pagina 3 van 9
3. Algemene overwegingen.
Op 21 oktober 2013 (kenmerk RWS-2013/51736) heb ik de watervergunning
voor het bedrijfsonderdeel Hoogovens van Tata Steel IJmuiden b.v. gewijzigd
op aanvraag van het bedrijf op grond van hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw)
voor het verrichten van handelingen in een watersysteem. De wijziging betrof het
brengen van stoffen, afkomstig van het aan te passen slakgranulatiesysteem bij
Hoogoven 7, gelegen aan de Wenckebachstraat 1 te Velsen-Noord in de
Buitenhaven bij IJmuiden.
Datum
12 mei 2014
Nummer
RWS 2014/21517
Het betreffende onderzoeksvoorschrift (voorschrift 1.3.04 onder a) in deze
vergunning luidde als volgt:
“(…) Het bedrijf dient binnen drie maanden na het van kracht worden van de
vergunning een onderzoeksvoorstel voor te leggen aan Rijkswaterstaat waarin
onderzocht moet worden:
a. of er bij monsternemingspunt 135 sprake is van de lozing van zware
metalen, PAK’s en/of dioxine in gehalten boven de detectiegrens,
gecorrigeerd voor de gehalten in het ingenomen Staalhavenwater; (…)”.
In de overwegingen zoals opgenomen in het besluit voor de vergunning van 21
oktober 2013 (onder 5.1.1.1, punt 4: immissietoets) had ik op grond van
onzekerheid over het voorkomen van zware metalen, PAK’s en dioxines in het
effluent en de mogelijke effecten daarvan op de kwaliteit van het
oppervlaktewater dit onderzoeksvoorschrift opgenomen. Noch van de zijde van
het Wabo bevoegd gezag, noch van het bedrijf had ik informatie gekregen op
grond waarvan deze onzekerheid kon worden weggenomen.
Op 14 januari 2014 heeft overleg plaatsgevonden tussen medewerkers van het
bedrijf en Rijkswaterstaat. In dit overleg is van de zijde van het bedrijf
opnieuw aangegeven dat het vrijkomen van zware metalen, PAK’s en dioxines
in het effluentstroom op grond van de aard van het technische proces en de
omstandigheden die daarbij heersen, het gehalte aan zware metalen niet hoger
zal zijn dan in de reeds vergunde afvalwaterstroom afkomstig van de
slakgranulatie, en dat vrijkomen van PAK’s en dioxines uitgesloten moet
worden geacht. Op 21 januari j.l. heeft het bedrijf dit standpunt middels een
notitie verder onderbouwd (zie bijlage). Bij bestudering van deze aanvullende
informatie ben ik tot de conclusie gekomen dat er op grond van de aard en de
omstandigheden die zullen plaatsvinden bij het nieuwe proces, het inderdaad
niet te verwachten is dat hierdoor risico’s voor de kwaliteit van het
oppervlaktewater zullen ontstaan. Het voorschrijven van een onderzoek naar
deze stoffen in het effluent acht ik daarmee onredelijk in verband met de
daarmee gepaard gaande kosten. Dit betekent dat ik deze
onderzoeksverplichting uit de vergunning laat vervallen.
Voor de duidelijkheid is de redactie van voorschrift 1.3.04 lid 3 tenslotte iets
aangepast (rapportageplicht gaat uiteraard pas in na ingebruikname van de
gewijzigde installatie, en het gaat om monsterpunt 135). Het voorschrift wijkt
daarmee inhoudelijk niet af van het voorschrift in de vergunning van 21
oktober 2013.
Pagina 4 van 9
4. Procedurele overwegingen
Datum
12 mei 2014
In artikel 6.22, lid 1 Waterwet is de bevoegdheid om een vergunning ambtshalve
te wijzigen vastgelegd. Na overleg met het bedrijf en op grond van de
overwegingen zoals onder 3. genoemd, is besloten om van deze bevoegdheid
gebruik te maken.
Nummer
RWS 2014/21517
De procedure voor het ambtshalve wijzigen van de bovengenoemde vergunning
heeft conform het gestelde in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht
(Awb) plaatsgevonden.
Ingevolge het bepaalde in de Awb is de kennisgeving en het ontwerpbesluit
toegezonden aan de aanvrager en de betrokken bestuursorganen.
Het ontwerpbesluit heeft ter inzage gelegen in de periode van 6 maart tot en met
17 april 2014 bij:
a. de afdeling Vergunningverlening van Rijkswaterstaat West-Nederland Noord te
Haarlem,
b. de Milieudienst IJmond te Beverwijk.
Naar aanleiding van de ontwerpvergunning zijn geen zienswijzen naar voren
gebracht. Hierdoor wordt de vergunning ongewijzigd vastgesteld ten opzichte van
het ontwerp.
5. Ondertekening
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
namens deze,
hoofd afdeling Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Noord
Pagina 5 van 9
5.
Mededelingen:
Bent u het niet eens met dit besluit?
Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht beroep indienen bij de
bestuursrechter. Met deze procedure legt u de zaak aan de rechter voor om te
bepalen of Rijkswaterstaat het juiste besluit heeft genomen. U moet hiervoor wel
belanghebbende bij het besluit zijn.
Datum
12 mei 2014
Nummer
RWS 2014/21517
De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het opstellen van
een beroepschrift:
Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent?
Welk doel wilt u met uw beroep bereiken?
Is het u voldoende duidelijk wat een beroepsprocedure inhoudt en weet u of u
met deze procedure uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere,
wellicht eenvoudigere wijze bereiken?
Hoe dient u beroep in?
Om in beroep te gaan bij de bestuursrechter moet u binnen zes weken na de dag
waarop dit besluit is bekendgemaakt, een beroepschrift indienen. U kunt uw
beroepschrift sturen naar de rechtbank in het gebied waar u woont. Indien u niet
zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een beroepschrift indient dan kunt u
het beroepschrift sturen naar de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de
organisatie is ingeschreven.
In het beroepschrift moet in ieder geval het volgende staan:
uw naam en adres;
een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u beroep instelt
(bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden) en
zo mogelijk een kopie van het besluit;
de reden waarom u beroep instelt;
de datum en uw handtekening.
Voor de behandeling van een beroepschrift wordt een bedrag aan griffierecht in
rekening gebracht.
Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent
dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw beroep in behandeling is. Als u dit niet
wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt
u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. U doet dit door de
Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een
voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of
organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige
voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de
organisatie is ingeschreven.
De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen.
U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via
http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. daarvoor moet u wel beschikken over
een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de
precieze voorwaarden.
Pagina 6 van 9
Een afschrift van deze vergunning is verzonden aan:
a. Bureau Verontreinigingsheffing Rijkswateren, Postbus 20906, 2500 EX Den
Haag;
b. Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, Postbus 2000, 1500 GA Zaandam;
c. Milieudienst IJmond, Postbus 325, 1940 AH Beverwijk.
Datum
12 mei 2014
Nummer
RWS 2014/21517
Pagina 7 van 9
d. Bijlage: Notitie Tata Steel d.d. 21 januari 2014
Memo
Datum
12 mei 2014
Nummer
RWS 2014/21517
21 januari 2014
Stoomcondensatie slakgranulatie HO7; aanvullende informatie over
achtergrond van het proces
RWS: Stoppelenburg
To:
TS:
Weterings, vAsseldonk, Kerkhoven, Bol, vHoorn, Verweij,
CC:
Hoogland,
Houthoff: Aarts
RWS:
Duurland
Edwin van den Haak
From:
Our reference: EvdH140121.HOO
2
Pages:
Datum:
Onderwerp:
Zoals op 14 januari 2014 besproken, zou ik een en ander nader uitleggen over de
(on) mogelijkheid om met name de PAK- en dioxinecomponenten in het water te
meten.
Het hoogovenproces:
De hoogoven wordt vanaf de bovenkant met ertsen en kooks beladen. Aan de
onderzijde (boven de haard) wordt hetewind van 1.200°C samen met poederkolen
ingeblazen, waardoor een vlamtemperatuur ontstaat van 2.200-2.300°C. De kolen
vergassen en kraken hier tot CO en H2 (reducerend milieu). Met de hete
gasstroom die hierbij ontstaat, wordt het bovenliggende ijzererts gereduceerd tot
ijzer en gesmolten gesteente. De smelt druppelt naar beneden en verzamelt zich
in de haard.
Vorming van dioxines en vrijkomen van PAK’s is daarbij niet mogelijk, omdat bij
een temperatuur >1.200°C alle dioxines en PAK-stoffen gekraakt worden. Ter
vergelijk: een klassieke naverbrander voor rookgasreiniging (let wel rookgassen
van een verbrandingsproces onder normale oxiderende omstandigheden) wordt
tussen de 1.000 en 1.200° bedreven om er zeker van te zijn dat alle
koolwaterstoffen en dioxines worden verbrand.
Het ijzererts en de slak die de haard in druppelt is gemiddeld 1.500°C. De
temperatuur zal zeker nooit lager kunnen worden dan 1.200°C omdat bij deze
temperaturen hoogovenslak niet vloeibaar is en de hoogoven zou “invriezen”.
PAK-stoffen hebben allemaal een kookpunt dat ruim onder de 1.000°C ligt.
Doordat in de haard een bad van vloeibaar ijzer en slak aanwezig is van 1.500°C,
zullen de PAK’s en dioxines verdampen en vervolgens gekraakt worden in de hete
vlam achter de blaasvormen. Er in dit geval dan van uitgaand dat deze stoffen nog
aanwezig kunnen zijn na het proces achter de blaasvormen bij 2.200°C.
Vanuit bovenstaande is het fysisch dan ook niet mogelijk dat er PAK-stoffen of
dioxines de oven verlaten samen met de ijzer- en slakstroom.
Pagina 8 van 9
Het ovenhuisproces:
Vanuit het bad met vloeibaar in de haard wordt ijzer en slak afgetapt via het
tapgat waarna het vloeibare slak en ijzer van elkaar worden gescheiden. De slak
stroomt richting de slaksnavel waar het wordt gequencht met water. In dit traject
komt de slak niet meer in aanraking met kolen. Hooguit een kleine laag kooksbries
welke op de steek wordt geschept om tijdens de periode dat de kant niet tapt te
voorkomen dat de slaklaag bovenop stolt (isolerende werking). De kooks is echter
vrij van vluchtige componenten vanwege het productieproces dat dit heeft
ondergaan.
Datum
12 mei 2014
Nummer
RWS 2014/21517
Er vindt geen verbrandingsproces meer plaats nadat de slak en het ijzer de oven
hebben verlaten, dus ook hier kan fysisch gezien geen sprake zijn van de vorming
van PAK-stoffen en dioxines.
Zware metalen:
Zware metalen kunnen in het water terecht komen door contact van (vloeibare)
slak met het granulatiewater. Door de snellere stolling van de slak in het
verbeterde proces zal de overdracht van zware metalen naar het water op zijn
minst gelijk blijven aan de huidige situatie, maar waarschijnlijk zal een verbetering
zichtbaar zijn. Dat er momenteel zware metalen in de dampstroom aanwezig zijn
is niet waarschijnlijk. De analyses die zijn genomen van het condensatiewater uit
de huidige schoorsteen van de granulatie (dus onverdund door de grote stroom
aan condensatiewater die straks zal optreden) heeft geen zware metalen
aangetoond. Het betrof hier het condensaat in pure vorm, dus na condenseren
met een grote stroom aan condensatiewater zal dit er zeker niet in aanwezig zijn.
Referenties:
• Material safety data sheet Blast Furnace Slag, The Levy Company, Detroit
• Polycyclic aromatic hydrocarbons: a QSPR study, Marcia M.C. Ferreira,
Unicamp Instituto de Quimica, Universidade de Campinas, Brazil
• Polycyclic aromatic hydrocarbons: physicochemical properties,
Environmental appearance and impact on living organisms, Katarzyna
Skupinska, Confocal Microscopy Laboratory, National Institute of Public
Health, Poland
• INBA Slag Granulation System – Environmental Process Control, Patrick
Leyser and Christian Cortina, Paul Wurth SA, Luxembourg
• Physical-Chemical Properties of Chlorinated Dibenzo-p –dioxins, Wan Ying
Shlu, Institute for Environmental Studies, University of Toronto
• Technical Factsheet on: DIOXIN (2,3,7,8-TCDD), National Primary Drinking
Water Regulations, EPA, USA
• Dioxines en furanen, augustus 2011, leefmilieu Brussel – Dep. Planning
Lucht, klimaat en energie en observatorium voor milieugegevens.
Pagina 9 van 9