het kinderheil : zorg voor de allerkleinsten

HET
KINDERHEIL: ZORG VOOR DE ALLERKLEINSTEN
Gemeentelijke lagere school De Sleutel, Lostraat 51
Het Kinderheil, de Weeg of de Melkdruppel: de
naam verschilde van streek tot streek. Maar allemaal doelden ze op het Nationaal Werk voor
Kinderwelzijn, nu bekend onder de naam Kind en
Gezin.
Rond 1900 was de levensverwachting van zuigelingen bijzonder laag. Vele kinderen stierven voor
ze één jaar werden als gevolg van infectieziekten,
verkeerde voeding en vooral een gebrekkige hygiene. De eerste georganiseerde kinderwelzijnszorg
in ons land dateert van 1904. De Ligue nationale
belge pour la Protection de l’Enfance du Premier Age
organiseerde toen al consultaties voor zuigelingen.
Deze liga ijverde voor een betere voedselcontrole en voerde propaganda voor borstvoeding. Ze
legde zich toe op de voorlichting van de gewone
volksmensen. Door de Eerste Wereldoorlog verergerden de problemen van voeding en hygiëne. In
1915 werd daarom de Hulp en Bescherming aan de
Werken voor Kinderwelzijn opgericht. Aan de medische controle koppelde men raadplegingen voor
zuigelingen en distributie van melk. Dat laatste is
wellicht de reden waarom de mensen die raadplegingen op veel plaatsen ‘de Melkdruppel’ noemden. De vereniging behaalde goede resultaten en
na de oorlog, in 1919, werd de werking bestendigd
als Nationaal Werk voor Kinderwelzijn (NWK).
Het Kinderwelzijn schakelde verpleegsters-bezoeksters in, die in het kader van volksopvoeding
moeders aan huis bezochten en hen ervan overtuigden dat ze zelf verantwoordelijk waren voor
de gezondheid en de levenskansen van hun kinderen. Moeders deden voor kleine kwalen vlugger
een beroep op de arts van de raadpleging en niet
langer op een kwakzalver. Ze volgden het voorgestelde voedingsschema voor hun kind beter op.
Een belangrijke stap voor de zuigelingenzorg was
de invoering, in 1935, van het gezondheidsboekje
voor ieder kind. Dit boekje was en is vandaag nog
altijd een belangrijk registratie- en referentiedocument voor de familiale en gezondheidsantecedenten van kinderen.
In Broechem werd al in 1920 een afdeling van het
Kinderheil opgericht. Helaas bleef het maar enkele
jaartjes bestaan: in 1925 werd het opgedoekt.
Oude getuigen beweren dat de moeders er vooral
naartoe togen om een praatje te slaan en dat de
melk die er verkrijgbaar was, zowel in de maag van
de groten ging als in die van de kleintjes.
Staande: Maria Verelst – Lisa Van Mechelen – Maria
Janssens – Emma Dierckx. Zittend: zuster Alidia - dokter Van der Auwera – vroedvrouw Carolina Dierckx.
Omstreeks 1945. Archief Brucheem
Juist voor de Tweede Wereldoorlog richtten enkele
vrijwilligsters opnieuw een lokale afdeling op. In
1945 deed die Broechemse afdeling een ‘verzoek
om aanneming’ bij het NWK en kreeg ze een voorlopige erkenning. De definitieve erkenning volgde
in 1947.
Alle donderdagen konden de moeders met hun
baby in de namiddag op raadpleging. Daarvoor
stelden de zusters van de vrije basisschool in de
Kapelstraat een kleuterklas ter beschikking - in die
tijd hadden de schoolkinderen op donderdag hun
vrije namiddag. Een dokter en enkele helpsters
ontvingen er de jonge moeders en hun baby’s.
In de jaren 1980 verhuisde het Kinderheil naar de
gemeenteschool, naar de benedenverdieping van
het ‘schoolhuis’, de voormalige onderwijzerswoning. In 1995 werd de afdeling opgeheven.
19 augustus 1945: stoet n.a.v. 100 jaar klooster.
Wagen van het Kinderheil. Opschrift: Al zijn we nog
klein toch willen we vandaag bij de groote zijn.
Archief Brucheem
GEMEENTELIJKE LAGERE SCHOOL “DE
SLEUTEL”
Dat ‘schoolhuis’ dateert samen met de twee oudste
klaslokalen uit 1877. Daarvoor was er een dorpsschooltje in het Spijker gevestigd. Maar omdat dat
te klein geworden was en in zeer slechte staat verkeerde, besliste de gemeenteraad een nieuwe school
te bouwen. In 1875 werd een stuk grond, 3783m²
groot en gelegen in de Lostraat, aangekocht van
de heer Van den Nest, een Antwerpse grootgrondbezitter. Provinciaal bouwmeester Eugeen Gife
maakte een plan voor een onderwijzerswoning met
twee klassen en een speelplaats. Aannemer Van
de Perre uit Lier zorgde voor de uitvoering van de
werken, die voltooid waren in 1877. De plechtige
inhuldiging had plaats op 15 juli 1877, zoals nog te
lezen is op twee gedenkstenen in blauwe hardsteen
in de voorgevel van beide klassen.
Eugeen Gife, ontwerp van de school en de aanpalende
onderwijzerswoning, 1876. Voorgevel. Provinciearchief
De twee grote klassen waren elk voorzien voor 50 à
70 leerlingen. In het begin van de 20ste eeuw raakte
de school overbevolkt: elke klas telde 90 leerlingen!
De gemeenteraad besliste tot de bouw van een
derde lokaal, dat klaar was in 1907. Na de Eerste
Wereldoorlog werd opnieuw een bijkomende klas
noodzakelijk geacht om efficiënt de vierde graad
(7de en 8ste leerjaar) te kunnen inrichten. Het duurde echter nog tot 1923 vooraleer de gemeenteraad
eindelijk de bouw, in 1924, van die vierde klas en
de vergroting van de speelplaats goedkeurde.
Gezien de aangroei van het leerlingenaantal en de
onderrichtingen van de inspectie die het aantal
leerlingen per klas beperkte, besliste de gemeenteraad over te gaan tot het bouwen van twee nieuwe
lokalen als verdieping boven de 3de en de 4de klas.
In het schooljaar 1930-1931 werden deze klassen
in gebruik genomen. Het schoolgebouw was nu
volledig. De zes leslokalen volstonden ruim een
halve eeuw om onze Broechemse jongens degelijk
onderwijs te bezorgen.
Het schoolhuis was in 1877 naar de normen van die
tijd een imposante woning. Beneden verdeelde een
brede gang met trap de verdieping in twee.
Eugeen Gife, ontwerp van de school en de aanpalende onderwijzerswoning, 1876. Ligging, doorsnedes,
grondplan van de kelder en de eerste verdieping van
de onderwijzerswoning. Provinciearchief
Rechts had je een ‘voorkamer’ of salon en een
spreekkamer, links een eetkamer en een keuken. In
de slechts één verdieping hoge aanbouw links van
het huis had je de ‘moos’ of bijkeuken, het toilet en
een stal. Boven waren vier slaapkamers. Van 1877
tot 1958 woonde het dienstdoende schoolhoofd
hier ook daadwerkelijk. Van 1958 tot 1980 nam
gemeentewerkman Jos Van Laer er met zijn gezin
zijn intrek. Jos en Mit waren de conciërges van de
school. Tussen schoolhuis en klassen stond een
afsluitende muur. Die muur ging in 1980 tegen
de vlakte, samen met de lage aanbouw, bij het
optrekken van de nieuwe vleugel. De rest van de
voormalige onderwijzerswoning maakte voortaan
deel uit van de school en ook het Kinderheil vond
hier een tijd onderdak. In het schooljaar 1996-1997
kregen het schoolhuis en de zes oudste klaslokalen
een renovatiebeurt. Het resultaat is een prachtig
schoolgebouw, het juweel van de Lostraat.
Willy Verreet
Oud-directeur GLS De Sleutel
Heemkundige kring Brucheem
De jongensschool kort voor de Eerste Wereldoorlog.
Gezicht van in de Lostraat. Archief Brucheem