Vriend en Vijand - Niels Sloterdijk

Vriend en Vijand - Niels Sloterdijk
Somme 15 september 1916
Ken je dat, het slagveld. Het geschreeuw en gekerm van de gewonden. De akelige stilte van de doden. De
loop graven gevuld door de rekruteringen en weer geleegd door gas- en artillerieaanvallen. De massale
slachtoffers, de families uit elkaar getrokken door hun gestorven dierbaren. Het platteland omgeploegd
door oorlog, maar het enige wat er staat is prikkeldraad, met mijnen als wortels. Dit niemands land is
waar tienduizenden soldaten hun einde tegemoet lopen.
“Aan de geweren, de Duitsers vallen aan” roept de aanvoerder van het 34 ste compagnie van het Engelse
leger. De soldaten rennen uit hun slaapvertrekken. Ze grijpen hun geweren, zetten hun bajonet op de loop
en wachten, wachten totdat de onvermijdelijke hel begint. “schiet alleen op wat je ziet” roept John Collins,
een eerste klas luitenant van de compagnie wat op het punt staat te worden aangevallen door de Duitsers.
John leid een nieuwe eenheid, het zijn rekruten, deze rekruten zijn ongetest en onervaren. hij leidt ze
omdat hij al door 2 jaren van oorlog geleefd en dus een van de meest ervaren soldaten aan het front is .
Naast hem staat een soldaat, helemaal trillend van adrenaline en angst. Hij dreigt zijn mentale zelf te
verliezen. Maar de geruststellende blik van zijn luitenant doet hem kalmeren. “hoe heet je soldaat” vraagt
John aan de soldaat die naast hem staat. “Winston Sir” zegt de soldaat.
De Duitse aanval bleef uit en kwam niet John en Winston verbroederen over de komende weken en zijn
niet bij elkaar weg te slaan. Maar dan vallen de Duitsers aan. Hun artillerie is onophoudelijk. De granaten
explodeerde met dodelijke accuratesse. “Gas, Gas, Gas” werd er geschreeuwd. Iedereen rende naar zijn gas
maskers en zette ze op. Meteen daarna sloegen de Duitsers toe. Hun geweren vuurde en bajonetten
werden getrokken. De Duitsers waren in de Britse loopgraven. Wrede hand tot hand gevechten volgen. De
Britten waren sterker, ze dreven de Duitsers terug naar hun eigen loopgraven ten koste van tientallen
slachtoffers. John rende door de loopgraven op zoek naar Winston. Hij bleef zoeken, en daar lag hij. Zijn
gas masker half opgezet. Winston was te laat geweest met het opzetten van zijn gasmasker en was
daardoor gestorven. De gevallen soldaten werden eervol begraven. John kreeg van zijn kolonel een ketting
die van Winston was geweest. Iedere keer wanneer John zich bang en alleen voelde pakte hij die ketting
en sprak tegen Winston. Dit gaf hem dan weer moed en hielp hen door de hel die de Loopgraven oorlog
heet.
Een paar dagen later werd John over geplaatst naar de stad Cambrai. Hij verweerde zicht tegen de
geselende regen van de herfst en de bittere kou van de winter. Maanden gingen voorbij en Johns mentale
en fysieke toestand verslechterde. Hij werd ondergebracht in een veld hospitaal om tot rust te komen.
John bleef in het hospitaal tot 15 november. Hij werd weer opgeroepen voor de strijd. Vijf dagen lang werd
er gewacht totdat allen tanks waren gearriveerd. Maar dan op de 20 ste van november begon het dan, De
slag om Cambrai. John zette zijn fluit aan zijn lippen en blies het signaal voor de aanval. De infanterie
kwam uit de loopgraven en liepen beschermd door hun Mother tanks. Toen ze op vijftig meter afstand
waren brak de hel los. Machinegeweren vuurden op de infanterie en granaten explodeerde te midden van
de tanks, maar ze houden het. De Engelse stootten door tot aan het Duitse loopgraaf. Het geluk kon niet op.
Het loopgraaf was praktisch leeg.
Maar John had minder geluk. Hij werd gespot door een Duitse scherpschutter. John werd geraakt in zijn
maag en viel in verscheurende pijn ter aarde. Hij staarde naar de blauwe winterlucht. Hij had het koud.
John dacht aan Winston, wat zou hij hebben gedacht toen hij stierf? Een soldaat kwam aan gesneld. “het
komt goed met u! we krijgen u er wel weer boven op!” zei de soldaat. Maar ik hoorde hem al niet meer, ik
was al weg. Nooit zou ik mij familie weer zien. Nooit zou ik mijn vrouw weer kunnen vertellen hoe mooi
ze is. Ik zei in gedachten tegen mijn zoon dat zijn benen moet spannen tijdens het springen met zijn paard,
en tegen mijn vrouw, nauw, dat gaat jullie niks aan. Ik sloot mijn ogen en blies mijn laatste adem uit.
Vaarwel Engeland, vaarwel.