LOKAAL BESTUUR Jaargang 38 nummer 10 Oktober 2014 Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA PASSEND ONDERWIJS EEN ZORGENKINDJE? Lutz Jacobi 4 AFGEVAARDIGDE Ambities en drijfveren HERINDELINGSVERKIEZINGEN Geef burgers meer invloed 6 WATERSCHAPPEN Het voorbeeld van Leeuwarden SOCIALE WIJKTEAMS 9 8 10 Hein Kuiken JONG TALENT 12 LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014 1 Kalk TERUG NAAR HET AANRECHT Foto Bert Beelen Foto Nationale Beeldbank JACQUELINE KALK secretaris Centrum voor Lokaal Bestuur Worden vrouwen het slachtoffer van de hervormingen in de zorg? Kim Putters en de Vrouwenraad trokken deze zomer aan de bel, maar veel ophef is er niet ontstaan. Terwijl de zorgen terecht zijn en het gevaar bestaat dat een eeuw vrouwenemancipatie naar de bliksem gaat. Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, waarschuwt ervoor dat de mantelzorg voor ouderen vaak op de schouders van vrouwen van boven de 45 terecht zal komen. Is dat erg? Ondanks een eeuw vrouwenemancipatie werken vrouwen nog steeds vaker in deeltijd dan mannen. Het zijn vooral vrouwen die op uitvoerende zorgfuncties zitten, terwijl de bestuurders veelal mannen zijn. Ook het aantal vrouwen in topfuncties wil nog niet echt groeien en het aandeel vrouwelijke PvdA-wethouders blijft schommelen rond de 25 procent. Zelfs Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie, kon met moeite vrouwelijke kandidaten voor de Eurocommissariaten vinden. Tegelijkertijd treffen de ontslagprocedures in de zorg vooral vrouwen, vaak boven de 45 met een deeltijdfunctie in de huishoudelijke hulp. Het lijkt bijna een kwestie van vraag en aanbod te worden. Er is vraag naar mantelzorgers en er zijn vrouwen die geacht worden daar tijd voor te hebben. Het idee dat vrouwen er voor de zorgfuncties zijn, zit nog altijd ingebakken in onze samenleving. Je ziet het terug in de opvoeding en in de reclame. Terecht waarschuwt Kim Putters voor overbelasting van vrouwen. Het ideaalbeeld van de zorgzame vrouw bestaat LOKAAL BESTUUR Jaargang 38 nummer 10 Oktober 2014 colofon Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA LOKAAL BESTUUR PASSEND ONDERWIJS EEN ZORGENKINDJE? AFGEVAARDIGDE Ambities en drijfveren HERINDELINGSVERKIEZINGEN 9 Keukentafelgesprek noodzakelijk 6 WATERSCHAPPEN Het voorbeeld van Leeuwarden SOCIALE WIJKTEAMS Maandblad voor PvdA-politici in gemeente, provincie en waterschap. Verschijnt tien keer per jaar. Lutz Jacobi 4 8 10 Hein Kuiken JONG TALENT 12 LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014 1 Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak. Omslagfoto Op 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs ingegaan. Kinderen met een stoornis of handicap moeten voortaan zoveel mogelijk opgenomen worden in het reguliere onderwijs. Zie pagina 4. Foto Nationale Beeldbank 2 nog steeds, de zorgzame man vinden we stiekem toch een watje. Natuurlijk geldt dit niet voor jou of de mannen en vrouwen in je directe omgeving, het gaat altijd over anderen. We willen zorg dicht bij huis, in de eigen vertrouwde omgeving. Daar is geen verschil van mening over. Wat we niet willen is dat zorgtaken vooral een verantwoordelijkheid van vrouwen worden. We willen ook niet dat het vooral vrouwen zijn die het slachtoffer worden van de bezuinigingen in de zorg en hun baan kwijtraken. En we willen niet dat dezelfde vrouwen in het kader van de participatiesamenleving hun oude baan als vrijwilliger moeten voortzetten of schoonmaakster worden op de zwarte arbeidsmarkt. Hoe voorkomen we dat wat we niet willen toch werkelijkheid wordt? Dat gaat niet lukken met een technische discussie over de invoering van de decentralisaties. Het zal ook niet lukken met 75 miljoen extra voor het opvangen van de ontslagen in de zorg. Als we voor deze problemen geen oog hebben en er geen maatregelen tegen nemen, zal de participatiesamenleving eerder leiden tot méér van wat we niet willen dan dat het bijdraagt aan een eerlijker verdeling van zorgtaken tussen mannen en vrouwen en betere perspectieven voor vrouwen op de arbeidsmarkt. Maar misschien wordt dit niet als probleem ervaren omdat het vooral mannen zijn die aan het roer van onze samenleving staan? Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na toestemming. REDACTIE Aukelien Jellema (voorzitter), Maarten Divendal, Manon Fokke, Ruud Fokkens, Cathrijn Haubrich, Jacqueline Kalk, Antoine van Lune, Ingrid Wolsing, Lobke Zandstra. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut. MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Jan Chris de Boer, Gert Engelkens, Lutz Jacobi (Afgevaardigde), Jacqueline Kalk (column), Ton Langenhuyzen (Uit de Kamer), Theo Maas, Timothy Schelhaas (illustratie), Jacques Wallage, Leonie Wildeman (Tweets), Naomi Woltring BASISLAYOUT Leonie Wildeman en Jan de Roos Stan Wagter / Ronald Koopmans SECRETARIAAT VORMGEVING Leonie Wildeman Postbus 1310 1000 BH Amsterdam Tel. 020-55 12 205 e-mail: [email protected] Jos B. Koene, Amsterdam EINDREDACTIE UITGAVE Centrum voor Lokaal Bestuur van de Partij van de Arbeid, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam. ISSN: 0167-0980 38e jaargang no. 10 ABONNEMENTEN Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 30,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 020-55 12 205. INTERNET Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op internet: http://www.lokaalbestuur.nl twitter.com/lokaalbestuur KOPIJ PRODUCTIE EN DRUK Opmeer Drukkerij Den Haag Reacties en bijdragen naar: [email protected] TREK EENS AAN DAT TOUWTJE Foto Theo Maas ‘Verboden toegang voor onbevoegden’ staat er op deze deur. 75 miljoen extra voor het behoud van banen in de thuiszorg. Een positief bericht in tijden van bezuinigingen. Toch is niet iedereen blij met deze geste van staatssecretaris Martin van Rijn. Wethouder Theo Maas uit Someren pleit voor meer afstemming tussen lokaal en landelijk en, zo zegt hij, ‘laten we ook eens wat vaker door bestaande gewoonten heen breken en aan touwtjes trekken die nieuwe deuren kunnen openen.’ ‘Verboden toegang voor onbevoegden’, stond op een deur van een gebouwtje op mijn vakantieadres in Toscane. Die deur intrigeerde mij en dan vooral de woorden ‘verboden toegang’. Feitelijk bestond de beveiliging van de deur maar uit één touwtje dat de twee helften van de deur met elkaar verbond. Je hoefde er maar aan te trekken en je kon naar binnen. Wie kan die verleiding weerstaan, bijna drie weken lang? Tijdens mijn vakantie heb ik, behalve van het uitzicht, de zonsondergangen en bistecca alla Fiorentina, ook genoten van het boek Samenwerken tussen organisaties van Wilfrid Opheij. Een aanrader, zeker voor wie zich de komende tijd bezig mag houden met de voorbereiding op de grote maatschappelijke veranderingen in het kader van de drie decentralisaties. Niet direct vakantieliteratuur, net zoals het ook niet echt tot de vakantieactiviteiten behoort om uitgebreide mailwisselingen te hebben met partijgenoten. Eéntje ging over de extra middelen die gemeenten kunnen krijgen om het banenverlies in de thuiszorg te verzachten, de zoge- THEO MAAS WETHOUDER SOMEREN naamde toelage voor hulp bij de huishouding. De andere mailwisseling ging over de prioriteiten van onze partij voor de komende twee à drie jaar, in de aanloop naar de landelijke verkiezingen van 2017. En, zoals vaker gebeurt wanneer je op een wat grotere afstand van je dagelijkse realiteit zit, zie je soms verbindingen die je in de gekte en het tempo van alle dag niet herkent. Zo hielp mij het boek van Opheij, de deur met het verbod en de afstand tussen Toscane en Someren om zaken wat scherper te zien. voorleggen (want anders worden jouw middelen over die van de andere gemeenten verdeeld) spelen hierin een rol. Natuurlijk ben ik blij met de extra middelen die onze staatssecretaris bevochten heeft, maar ik ben ontevreden over het proces. Waarom niet meer samenspraak, waarom zoveel kaders van bovenaf, waarom geen ruimte voor lokale invulling? Want dat wilden we toch: decentraliseren, zorg en ondersteuning dichterbij, samenhangend en effectief georganiseerd? Daarom krijgen gemeenten toch Not amused Eigenlijk was ik not amused met de manier waarop Van Rijn de toelage voor de hulp bij de huishouding presenteerde. Ik werd erdoor verrast, had geen antwoorden op vragen van raadsleden en ambtenaren hierover en bovendien stuitte ik bij het zoeken naar antwoorden eerder op nog meer verbazing dan op helderheid en enthousiasme. De zeer lastige voorwaarden, de extra bureaucratische last die ermee gepaard gaat en de onmogelijke datum waarop we als gemeenten een plan moeten Laten we van onze beloften uit 2012, bewezen successen maken voor 2017 de lead? Natuurlijk, deze middelen zijn primair bedoeld om banen te behouden. Zowel landelijk als lokaal een topprioriteit voor onze partij. Maar daar zijn ook andere manieren voor te vinden. Verbinding De prioriteiten voor onze partij voor de komende jaren hangen hiermee samen. Willen we de veranderingen in het sociaal domein tot een succes maken, dan is een intensieve verbinding tussen lokale en landelijke politici cruciaal. Juist op lokaal niveau moeten we laten zien dat de PvdA de zorg niet afbreekt, maar de samenleving juist opbouwt. In de afgelopen periode is die verbinding er met enige regelmaat geweest, maar regelmatig ook niet. En dat laatste soms op cruciale momenten, waardoor eigen wethouders verrast werden door landelijke politieke besluiten die zij lokaal niet konden uitleggen of plaatsen. Dat is niet goed voor onze geloofwaardigheid als partij. De weg van papier naar praktijk is altijd lastig, dus ook in de komende jaren krijgen we in het sociaal domein te maken met incidenten. Incidenten waar we van moeten leren en waar we alert op moeten reageren, het gaat immers om mensen. Dit doen we niet door in oude reflexen te schieten maar door te verbeteren. Juist de komende periode zal de druk groot zijn om landelijk te reageren op dergelijke incidenten, om voorwaarden te stellen en met nadere regelgeving in te kaderen wat lokaal gerealiseerd moet worden. Met het gevaar dat dit de lokale ruimte beperkt en kostenopdrijvend werkt. zal verschillen geven tussen gemeenten, gemeentebesturen en gemeenteraden met een links dan wel rechts karakter. Maar dat maakt juist duidelijker waarvoor (onze) kiezers naar de stembus gaan en wat het verschil is dat de PvdA kan maken. Een uitstekende verbinding tussen onze lokale, regionale, provinciale en landelijke politici en bestuurders is dus noodzakelijk! Niet ad hoc, maar structureel. Als basis om elkaar niet te verrassen, samen op te trekken en van onze beloften uit 2012 bewezen successen te maken voor de verkiezingen in 2017. Daarvoor zullen we soms door bestaande gewoonten heen moeten breken, aan veronderstelde en verouderde verboden voorbij moeten gaan en aan touwtjes trekken die nieuwe deuren openmaken. Niet altijd wetend welke kansen zich achter die deuren voordoen. Ongetwijfeld stelt u zich de vraag of ik in Toscane aan dat touwtje van die deur heb getrokken. Het antwoord is volmondig ja. Kantelen, ook als PvdA De kanteling waar we zo graag over spreken, zal dus ook in onze eigen partij doorgevoerd moeten worden. Wat we lokaal uitzetten moeten we lokaal ook ruimte en vertrouwen geven. En ja, dat LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014 3 PASSEND ONDERWIJS: VAN PAPIER NAAR PRAKTIJK Foto Nationale Beeldbank Is de Wet passend onderwijs dé oplossing voor kinderen met een stoornis of handicap? Op 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs in werking getreden. Daaraan ging een jarenlange discussie vooraf. Betekent dit dat er nu ook een ideale oplossing is gevonden voor de problemen die moesten worden bestreden? Nee, zeggen Nicole Teeuwen, directeur PPO (passend primair onderwijs) Rotterdam en Mario Stam, PvdA-wethouder in Schiedam. PvdA-Tweede-Kamerlid Loes Ypma is in grote lijnen tevreden, maar doet ter ondersteuning van de nieuwe wet wel een oproep aan raadsleden: zoek uit hoe je thuiszittende leerlingen weer naar school krijgt. ‘Kinderen hebben niet alleen een leerplicht, maar ook een leerrecht.’ JAN CHRIS DE BOER FREELANCE JOURNALIST 4 In de aanloop naar de inwerkingtreding van de Wet passend onderwijs zijn de scholen in Nederland regionale samenwerkingsverbanden aangegaan. Er zijn 150 van dergelijke samenwerkingsverbanden ontstaan, die bestaan uit tientallen reguliere en speciale scholen. De wet beoogt onder meer het aantal thuiszitters (leerplichtige kinderen die niet naar school gaan) terug te brengen. Op dit moment zijn dat er ongeveer 20.000. Scholen mogen nu geen kinderen meer weigeren; ze zijn verplicht elke aanmelding te honoreren. Is er op de eigen school geen plek, dan moet die school een plaats vinden op een andere school binnen het samenwerkingsverband. Verder zijn de scholen verplicht zorg te bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. Zo snel mogelijk en dichtbij. En ze hebben een preventieve taak gekregen. Uiteindelijk moet deze aanpak leiden tot minder leerlingen in het speciaal basisonderwijs. Het geld dat tot 1 augustus naar de ‘rugzakjes’ (de persoonsgebonden budgetten) ging, gaat nu naar de samenwerkingsverbanden. Hiervan worden de zorgtaken bekostigd. Voorzichtig positief Onderwijswethouder Mario Stam van Schiedam is voorzichtig positief over de nieuwe wet: ‘Goed toegepast zou het een verbetering kunnen zijn. Dat scholen kinderen niet meer mogen weigeren, vind ik een positief punt. Het aantal kinderen dat wel leerplichtig is maar niet naar school gaat, valt in onze gemeente relatief mee. Maar ieder kind dat thuis zit, is er één te veel. Tot nu toe zag je dat veel scholen kinderen met gedragsproblemen of leerproblemen weigerden. Dat gebeurde zelfs tot aan 1 augustus, toen de wet nog niet gold. Tegen de ouders werd gezegd: zoek maar een andere school. Aan die situatie is nu gelukkig een einde gekomen. Natuurlijk kun je geen onmogelijke eisen stellen, maar de scholen zijn nu in feite verplicht om iedereen aan te nemen.’ Ieder kind dat thuis zit, is er één te veel Tweede-Kamerlid Loes Ypma (woordvoerder jeugdzorg en basisonderwijs, speciaal en passend onderwijs) is ronduit positief: ‘De grootste winst vind ik dat ouders niet meer van school tot school hoeven te leuren met hun kind. Het is zo frustrerend en slecht voor het zelfvertrouwen als een kind keer op keer geweigerd wordt! Daarnaast is er een einde gekomen aan bureaucratische procedures en wordt er nu maatwerk geleverd. Niet de problemen die een leerling heeft staan centraal, maar datgene wat die leerling nodig heeft. Het ene kind met autisme kan bijvoorbeeld aan alles meedoen, maar durft in de pauze het schoolplein niet op. Nou, dat is gemakkelijk op te lossen. Maar een ander kind met autisme kan meer zorg nodig hebben. Dat kan nu allemaal geregeld worden. Ja, ik ben blij met deze wet. Want onderwijs is per slot van rekening de motor van realiteit is de uitvoering van wetgeving en daar moet ik dan maar het beste van maken. Ik heb het vaak over drieënhalve decentralisatie. De drie die per 1 januari 2015 ingaan én passend onderwijs. Ook ik vind dat ze als één geheel moeten worden gezien. Maar ja, we hebben nu met deze situatie te maken en daar hebben we op ingespeeld door te proberen de boel op elkaar af te stemmen in ondersteuningsplannen. Want het heeft geen enkele zin één van die drieënhalve decentralisaties gescheiden aan te pakken.’ ‘Ik ben het helemaal eens met Nicole’, zegt Ypma, toch wel verrassend. ‘De Wet passend onderwijs was al vastgesteld toen ik in de Kamer kwam. Ideaal is het niet dat jeugdzorg en onderwijszorg gescheiden zijn, maar je kunt ook moeilijk de verantwoordelijkheid voor de zorg vanuit het onderwijs bij de gemeenten neerleggen. Er ligt nu wel een kans, maar ook een verantwoordelijkheid bij de lokale partijgenoten. Zij kunnen er voor zorgen dat jeugdzorg en onderwijszorg in hun gemeente op elkaar worden afgestemd. Dat vraagt heel veel aandacht en ik vraag me af of die aandacht er nu wel is, want veel gemeenten zijn nog bezig met het organiseren van de jeugdzorg alleen. Het is dus van groot belang naar beide schakels te kijken, waarbij de centrale vraag is: wat heeft het kind nodig. Jeugdzorg en passend onderwijs mogen geen gescheiden trajecten worden.’ de emancipatie en voor verheffing is passend onderwijs een essentieel middel om ieder kind kansen te bieden.’ Gemiste kans Nicole Teeuwen, directeur PPO Rotterdam en in de periode 2008-2014 PvdA-wethouder in Houten met jeugd en onderwijs in de portefeuille, plaatst echter kanttekeningen bij de nieuwe wet. ‘Ik maak me zorgen over passend onderwijs in relatie tot de decentralisaties van de wmo, de jeugdzorg en de Participatiewet. Passend onderwijs is het probleem niet, maar passend onderwijs en die decentralisaties gaan voor een groot deel over hetzelfde. Eén persoon, één plan, was de bedoeling. Maar nu passend onderwijs en de decentralisaties gescheiden zijn, hebben ze verschillende financieringsbronnen en dus ook verschillende regisseurs. Ik vind dat raar. In het gunstigste geval wordt iedereen het met elkaar eens en wordt dubbel werk voorkomen, maar in het ongunstigste geval houd je iets in stand dat je juist niet in stand wil houden. Namelijk dat zowel Jantje als Pietje zich met een kind bemoeien. Het betekent ook een extra hobbel voor gemeentebestuurders. Jeugdzorg en zorg vanuit het onderwijs moeten bij elkaar gebracht worden. Ik zou niet weten waarom voor deze scheiding gekozen is. Ik vind het een gemiste kans.’ Drieënhalve decentralisatie Stam is het met Teeuwen eens: ‘Ik vind dit volkomen ondoorgrondelijk. Maar mijn dagelijkse Goede afspraken Een ander punt van zorg vindt Teeuwen de afstemming van het beleid van de samenwerkingsverbanden met het gemeentelijk jeugdzorgbeleid. ‘In grote gemeenten heb je meerdere samenwerkingsverbanden met mogelijk verschillend beleid. In kleinere gemeenten heb je gemeentegrenzen overschrijdende samenwerkingsverbanden die mogelijk met verschillend gemeentelijk jeugdzorgbeleid te maken krijgen. De samenwerkingsverbanden vallen dus niet samen met gemeentelijke of bestuurlijke regio’s. Dit had geen problemen op hoeven leveren als er één regisseur zou zijn geweest.’ Stam maakt zich niet zoveel zorgen om gemeentegrensoverschrijdende samenwerkingsverbanden: ‘Het kan inderdaad een probleem zijn, maar er verandert niet zoveel ten opzichte van de Jeugdzorg en passend onderwijs mogen geen gescheiden trajecten worden huidige situatie. Nu al heb je scholen met vestigingen in verschillende gemeenten of leerlingen die in de ene gemeente wonen en in een andere gemeente naar school gaan. Daarnaast heb je nog het co-ouderschap, waardoor leerlingen soms in de ene en soms in de andere gemeente wonen. Het is gewoon een kwestie van goede afspraken maken en wij hebben hier rekening mee gehouden.’ Ypma: ‘Je ziet gelukkig dat veel samenwerkingsverbanden dezelfde regio als de jeugdzorg beslaan. Maar er zijn uitzonderingen en dan is het inderdaad belangrijk om goede afspraken te maken. Het doel moet altijd zijn: goede zorg op school en goede zorg thuis.’ Meerdere samenwerkingsverbanden binnen één gemeente ziet Ypma niet per se als een probleem: ‘Er kunnen geen grote verschillen zijn, want er is maar uit de kamer één doel, namelijk het kind zo goed mogelijk mee laten doen. De school is een vindplaats van veel problemen, ook problemen thuis. De samenwerkingsverbanden moeten er voor zorgen dat de problemen op school worden aangepakt en de jeugdzorg is er voor de problemen thuis. Onderwijs en jeugdzorg waren twee compleet verschillende werelden, maar door de Wet passend onderwijs en de Wet op de jeugdzorg zijn ze dichter bij elkaar gebracht. Toegegeven, het is nog niet optimaal, maar er is zeker sprake van een verbetering.’ Gewetensvraag Ondanks haar kritiekpunten is Teeuwen wel blij met de nieuwe wet. ‘Er moest iets gebeuren, want je had gezinnen met soms meer dan tien hulpverleners die van elkaar niet wisten wat ze deden. Dat er nu ook flink wordt ingezet op preventie, is nieuw en daar ben ik blij mee. Ik wil niet generaliseren, maar veel scholen zullen nog wel bijgespijkerd moeten worden. Met name op het gebied van zorgplicht en ouderbetrokkenheid. Lang niet alle scholen zijn klaar voor passend onderwijs.’ Is dat ook de ervaring van Stam? ‘Poe, een gewetensvraag… In principe zijn de scholen zich bewust van hun zorgplicht. De vraag gaat worden hoe de scholen omgaan met de bijzonderheden van leerlingen. Ja, ik denk wel dat de scholen er klaar voor zijn. En ouderbetrokkenheid staat bij ons hoog op de agenda. Ik noemde het een gewetensvraag omdat bij ons op 1 augustus, toen de wet in werking trad, alles in theorie klopte. En tot op dit moment heb ik nog geen klachten gehoord. Maar de grote lakmoesproef moet natuurlijk nog komen. Die krijgen we begin volgend jaar, als de inschrijvingstermijn voor het schoolseizoen 2015-2016 van start gaat.’ Ypma: ‘Het onderwijs is zo goed als de meester of juf die voor de klas staat. Dus zal de ene school het beter doen dan een andere. Helemaal nieuw is het natuurlijk ook niet. Je zou kunnen zeggen dat passend onderwijs al lang is begonnen. Want er wordt al les gegeven aan kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Leerlingen moeten kunnen omgaan met verschillen en voor de docenten geldt dat ook. Ik vind ook dat de leerkrachten daarin geschoold moeten worden. En dat ze bijvoorbeeld eens een docent van het speciaal onderwijs moeten uitnodigen om een les bij te wonen en feedback te geven. Die ondersteuning hebben de leerkrachten nodig, zo verbeteren ze samen het onderwijs. Passend onderwijs gaat niet vanzelf, dat moet iedereen zich realiseren. Het heeft tijd nodig.’ Oproep Ypma heeft tot slot nog een oproep aan de raadsleden. ‘Passend onderwijs moet het aantal thuiszitters verminderen. Ik wil de raadsleden oproepen eens uit te zoeken hoeveel thuiszitters er in hun gemeente zijn, waarom ze thuis zitten en op welke wijze ze weer naar school kunnen. Ieder kind verdient goed onderwijs! Veel van die thuiszitters willen niets liever dan naar school. De leerplichtambtenaar zou daar ook een rol in kunnen spelen. Want kinderen hebben niet alleen een leerplicht, maar ook een leerrecht.’ Foto Jan de Roos TON LANGENHUYZEN BELEIDSMEDEWERKER TWEEDE KAMERFRACTIE TEL. 070-3182792, [email protected] DIGITALE OVERHEID V lak voor het zomerreces voerde de Tweede Kamer overleg met minister Plasterk over de ‘digitale overheid’. Astrid Oosenbrug zette daarbij op een paar thema’s in. Eén van haar punten is dat de digitale overheid niet alleen digitaal te vinden mag zijn. Voor degenen die niet digitaal vaardig zijn moet er een loket blijven waar zij geholpen kunnen worden. De minister deelde de mening van Oosenbrug dat er altijd een kanaal moet blijven om burgers te helpen die niet in staat zijn om zelf digitaal met de overheid te communiceren. Maar Plasterk ziet het niet als zijn taak om daarvoor te zorgen. Hij verwees naar de verschillende overheden die daar zelf verantwoordelijk voor zijn. Oosenbrug vroeg de minister ook wat de stand van zaken was met betrekking tot de toegankelijkheid van overheidswebsites voor iedereen. De webrichtlijnen die voor een betere toegankelijkheid moeten zorgen, worden - zo blijkt uit het antwoord – steeds meer toegepast. Inmiddels heeft tweederde van de gemeenten hun websites op orde. Verder had Oosenbrug eerder aan de minister gevraagd of digitale gemeenteloketten, wat betreft de diensten die iedere gemeente aanbiedt, op elkaar afgestemd konden worden. Plasterk heeft de VNG om advies gevraagd over uniforme websites. Hoewel hij het een goed idee vindt, is hij zich ervan bewust dat het aan de gemeenten zelf is om de vormgeving van hun websites op elkaar af te stemmen. PROSTITUTIE I n een eerdere editie van Lokaal Bestuur is op deze plaats al aandacht geschonken aan de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche. Deze wet werd geruime tijd geleden door de Tweede Kamer aangenomen, maar stuitte in de Eerste Kamer op bezwaren. Ter herinnering: het oorspronkelijk wetsvoorstel voorzag in een plicht van prostituees om zich te registreren en in de plicht van hun klanten om zich ervan te vergewissen dat zij met een geregistreerde prostituee te maken hebben. Deze registratie- en vergewisplicht kon niet op een meerderheid in de Eerste Kamer rekenen. Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft een wijzigingsvoorstel gemaakt waarin rekening wordt gehouden met de bezwaren van de Eerste Kamer. Deze zogenaamde novelle ligt nu eerst weer voor bij de Tweede Kamer. Met het schrappen van de registratie- en vergewisplicht valt wel een belangrijk aanknopingspunt weg waarmee het zicht op mensenhandel had kunnen worden verbeterd. Het is bekend dat veel vrouwen die in de prostitutie werken daar als slachtoffer van mensenhandel toe worden gedwongen. Uiteraard is mensenhandel en gedwongen prostitutie al strafbaar. Maar het is niet strafbaar om gebruik te maken van de diensten van een slachtoffer van mensenhandel in de prostitutie. Om aan dit tekort in de wetgeving een einde te maken sluit PvdA-Kamerlid Marith Rebel zich samen met Nine Kooiman (SP) aan bij een initiatiefwet die Gert-Jan Segers (ChristenUnie) aan het voorbereiden is. Deze initiatiefwet moet het mogelijk gaan maken dat klanten van een prostituee strafbaar worden als zij weten dat ze te maken hebben met een slachtoffer van mensenhandel en desondanks toch gebruik maken van haar diensten. Aan de definitie van wat precies strafbaar moet worden en hoe aangetoond kan worden dat een klant wetenschap van mensenhandel kan hebben, wordt nog gewerkt. Naar verwachting wordt de initiatiefwet nog dit najaar ingediend. WET DWANGSOM B estuursorganen die niet binnen de daarvoor gestelde wettelijke termijn een beschikking afgeven kunnen daarvoor de aanvrager van die beschikking een dwangsom schuldig zijn. Dit kan oplopen tot 1240 euro per te late beschikking. Deze dwangsom – voortvloeiend uit een initiatiefwet van het toenmalige PvdA-kamerlid Aleid Wolfsen – is bedoeld om bestuursorganen te stimuleren tijdig te beslissen. Maar in sommige gevallen wordt de dwangsomregeling voor een ander doel gebruikt, of zo men wil: misbruikt. Sommige burgers sturen, vooral aan gemeenten, brieven waarin met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) onmogelijke en vaak onzinnige verzoeken om informatie worden gedaan. Of zij sturen bijvoorbeeld sollicitatiebrieven, waarin een dergelijk Wob-verzoek verstopt zit. Het gevolg is dat gemeenten niet op tijd aan het Wob-verzoek kunnen voldoen en dat de desbetreffende burger een dwangsom krijgt. Manon Fokke heeft de minister door middel van een motie al ruime tijd geleden gevraagd een einde aan deze praktijken te maken. In januari van dit jaar kwam zij daar in schriftelijke vragen op terug. Die werden in juli beantwoord. Ook minister Plasterk is doordrongen van de noodzaak om het misbruik van de dwangsomregeling te beëindigen. Hij heeft toegezegd met wetgeving te komen die ervoor zorgt dat de dwangsomregeling niet meer van toepassing is op Wob-verzoeken. LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014 5 DRIJFVEREN EN AMBITIES IN HERINDELING Op woensdag 19 november vinden er in zestien gemeenten herindelingsverkiezingen plaats. Daaruit ontstaan per 1 januari 2015 zes nieuwe gemeenten. Wat moet er in ’s-Hertogenbosch echt veranderen? Welke campagneacties kunnen we verwachten in Krimpenerwaard? Hoeveel zetels gaan we winnen in Oss? ’S-HERTOGENBOSCH KRIMPENERWAARD OSS (met deel van Maasdonk) ca. 95.000 inwoners (met Graft-De Rijp en Schermer) ca. 110.000 inwoners Lijsttrekker: Jeroen Weyers (39) Wethouder sinds december 2011, daarvoor raadslid in Den Bosch (2010-2011) en Waalre (20022006). Was adviseur bij K2 (jeugdadviesbureau). Vader van twee dochters en een zoon. ‘Bourgondiër en sportliefhebber.’ Lijsttrekker: Rob Geleijnse (34) Raadslid in Nederlek sinds 2010. Marketeer bij Eneco. Gehuwd, een zoon. Houdt van hardlopen en investeert vrije tijd zoveel mogelijk in zijn gezin. ‘Sociaal, doortastend (soms te) en een bruggenbouwer.’ Lijsttrekker: Ehssane Gounou (30) Was al op 16-jarige leeftijd politiek actief als voorzitter van de Jongerenraad Oss. Van 2007-2011 Statenlid (portefeuille mobiliteit). Ze zorgde o.a. voor een landelijke proef met ‘platte’ ov-tarieven. Werkt als consultant bij energiebedrijf RWE. Gehuwd, zoontje van acht maanden. ‘Ondernemend, actief, spontaan en gepassioneerd.’ Lijsttrekker: Paul Verbruggen (53) Fractievoorzitter in Alkmaar sinds 2010, raadslid sinds 2008. Leidinggevende bij politie-eenheid Noord-Holland. Woont samen met Elly. Hobby’s: motorrijden, fotograferen, duiken. ‘Betrokken en geeft anderen graag de ruimte om hun talenten te ontplooien.’ (met deel van Maasdonk) ca. 150.000 inwoners Drijfveer in de politiek Ik vind dat iedereen die in onze gemeente wordt geboren of zich hier vestigt, gelijke ontwikkelingskansen moet hebben. Dat is precies waar de sociaaldemocratie over gaat. Titel verkiezingprogramma Den Bosch, dat zijn we samen Wat kan echt beter? De werkgelegenheid, vooral voor de laagste inkomensgroepen en voor jongeren, in het bijzonder voor Marokkaanse Bosschenaren. Wat gaan jullie doen? Zorg: Wij hanteren de Bossche Zorg Norm: zorg op maat voor iedereen die dat nodig heeft. Iedere wijk een verpleegkundige. Werk: Bedrijven die werkloze Bosschenaren een baan bieden, worden beloond. 5 procent van de gemeentelijke formatie voor stageplekken. Jeugd: Jongeren bepalen mede hoe de (jeugd)zorg vorm krijgt. Wonen: Klussenpot voor bewoners om hun huis op te knappen, ruim baan voor wijkcoöperaties, meer zeggenschap voor mensen over hun leefomgeving. Bijzonder in verkiezingsprogramma Sport- en cultuurkaart voor studenten. Van oude fabrieksterreinen naar broedplekken. Een nieuwe bibliotheek 2.0 samen met het stadsarchief (Agora). Opmerkelijke campagneactiviteit Op 20 september hebben we ons Bossche banenplan in aanwezigheid van Diederik Samsom en Lodewijk Asscher gepresenteerd. (Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist) ca. 54.000 inwoners Drijfveer in de politiek Het moet iedere dag een beetje beter worden. Titel verkiezingprogramma Nieuwe kansen! Wat kan echt beter? Nu zijn de vijf gemeenten (met elf kernen en enkele buurtschappen) vooral voor zichzelf bezig. Dat moet plaats maken voor samenwerking met een kerngerichte aanpak. Herindeling mag niet ten koste gaan van de bestaande voorzieningen. Wat gaan jullie doen? Zorg: Op maat en in de buurt. Je moet oud kunnen worden in je eigen dorp. In de grote kernen komt een breed loket waar je terecht kunt voor zorg, je paspoort, een visakte en dergelijke. Werk: Afspraken met scholen en bedrijfsleven over stageplekken, zodat schoolverlaters uitzicht hebben op een baan. Bedrijfskredieten tegen gunstige voorwaarden. Omscholingsmogelijkheden. Jeugd: Scholen worden multifunctionele accommodaties (bijvoorbeeld school, bibliotheek en peuterspeelzaal). Voldoende speel- en sportgelegenheid. Veilige speeltoestellen, voetbalveldjes. Wonen: Betaalbare woonruimte voor starters en gezinnen met een krappe beurs. Geen sloop van sociale huurwoningen. Bouw van levensloopbestendige huizen. Bijzonder in verkiezingsprogramma Behoud van bloem- en kruidenrijke weilanden en van voetveerverbindingen. Opmerkelijke campagneactiviteit We gaan stappen met jongeren, de kroeg in dus. Prognose uitslag We hebben nu vijf van de 39 zetels en zijn de derde partij. Onze ambitie is de grootste te worden. Prognose uitslag Ik reken op drie tot zes zetels van de 31. Hangt er ook vanaf of SP en GroenLinks op 19 november meedoen. Over vier jaar… liggen de wijken er beter bij en hebben we meer zorg voor elkaar. Over vier jaar… vragen we ons af waarom we ons de afgelopen tien jaar zo druk hebben gemaakt over de herindeling. Twitter: @JeroenWeyers Website: denbosch.pvda.nl Twitter: @Robgeleijnse Website: krimpenerwaard.pvda.nl Drijfveer in de politiek Strijd tegen onrecht. Als ik onrecht signaleer, ontwaakt er een vlammetje in mij. Titel verkiezingprogramma Samen werken aan Oss Wat kan echt beter? Voorzieningen voor burgers, zoals zorg en onderwijs, moeten echt meer op de burgers worden toegesneden. Wat gaan jullie doen? Zorg:Wijkverpleging terug in de wijk. Eén zorgregisseur per zorgbehoevende/gezin, zodat je niet van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Werk: Voor ons een hoofdpunt. Door het vertrek van Organon is veel werk verloren gegaan. Er moet meer samenwerking komen tussen onderwijs, bedrijfsleven en gemeente. Dat levert nieuwe banen op, zoals Pivotpark (campus voor innovatie en life sciences) heeft bewezen. Jeugd: Meer stageplekken voor jongeren. In de jeugdzorg staan niet de regels maar de jongeren zelf centraal. Wonen: We maken oudere woningen energiezuiniger. Dat scheelt huurders straks een hoop geld. Bijzonder in verkiezingsprogramma Onze boodschap is, in tegenstelling tot die van de SP, positief. We zien de komende decentralisaties als een kans en willen daar samen met onze burgers een succes van maken. Opmerkelijke campagneactiviteit We gaan de markt op met Diederik Samsom. Ludieke acties? Die houden we nog even geheim. Prognose uitslag Wie niet ambitieus is, komt nergens. Daarom zet ik in op vijf of zes van de 37 zetels. Over vier jaar… heeft de PvdA weer bewezen dat we ertoe doen. Twitter: @egounou Website: oss.pvda.nl Krimpenerwaard 's Hertogenbosch JAN DE ROOS EINDREDACTEUR LOKAAL BESTUUR 6 ALKMAAR Drijfveer in de politiek Vormgeven aan solidariteit. Die is nogal afgebrokkeld door de privatiseringen. Titel verkiezingsprogramma Aan het werk! Sociaal, daadkrachtig en toekomstgericht Wat kan echt beter? We moeten echt verder kijken dan vandaag en morgen. Het huidige college van Alkmaar is redelijk visieloos. Wat gaan jullie doen? Zorg: Iedereen die zorg nodig heeft, krijgt die. Betaalbare zorg die aansluit bij de wensen van mensen. De wijkverpleegkundige keert terug. Werk: Alkmaarders die kunnen werken zijn aan de slag of worden daarop voorbereid. Gemeente heeft voorbeeldfunctie als het gaat om arbeidsgehandicapten. Jeugd: 15 procent heeft hulp nodig, daar moet altijd geld voor zijn. Wonen en voorzieningen: Woonruimte creëren voor studenten is hard nodig. Kan door onverhuurde kantoorruimte te benutten. Dorpsvernieuwingfonds waarmee bewoners zelf aan de slag kunnen. Bijzonder in verkiezingsprogramma Armoede-aanpak voor kinderen. Wie naar school gaat en geen fiets kan betalen, krijgt die van de gemeente. Geldt ook voor arme gezinnen zonder computer. Opmerkelijke campagneactiviteit Een gesprek met studenten van Inholland leverde 50 post-it’s met wensen en ideeën op. Prognose uitslag Ik ga uit van negen of tien van de 39 zetels. Over vier jaar… is Alkmaar een dynamische en zorgzame stad met minder kinderen in de armoede. Twitter: @PaulPvdAAlkmaar Website: pvdaalkmaar.nl Alkmaar Oss in de keuken van GSGEMEENTEN Maak k ennis met de PvdA-lijsttrekkers in de herindelingsgemeenten. MILLINGEN, UBBERGEN, GROESBEEK Lijsttrekker: Wouter Struijk (26) Raadslid in Spijkenisse sinds 2010. Studeert bestuurskunde (masterfase) aan de EUR. Heeft eigen bedrijfje IQuizzen. Lid partijbestuur PvdA. Relatie met Kim. Hobby: tennis. ‘Betrokken, vastberaden en fanatiek.’ Drijfveer in de politiek Ik wil onrechtvaardigheid bestrijden en mensen helpen die het moeilijk hebben. Lijsttrekker: Thieu Hoeken (64) Raadslid in Ubbergen sinds 2008. Gepensioneerd. Was docent Engels op een scholengemeenschap in Venray. Gehuwd, geen kinderen. Hobby’s: wielrennen, moderne kunst, reizen. ‘Enthousiast, gretig, breed georiënteerd en inhoudelijk gericht.’ Drijfveer in de politiek De oude leus van Joop Den Uyl: ‘Spreiding van kennis, macht en inkomen’ Titel verkiezingprogramma Altijd in de buurt! Wat kan echt beter? Wij gaan voor meer prestatie en minder prestige. Grote projecten, zoals de Boekenberg (bibliotheek), hebben de afgelopen jaren erg veel geld gekost, daar lopen we nu tegenaan. Wat gaan jullie doen? Zorg: Sociale wijkteams inzetten die problemen ‘aan de voorkant’ signaleren en voorkomen. Geen makkelijke slogans. Zorgdebat met andere partijen organiseren. Werk: We gaan in regionaal verband een Plan van de Arbeid maken. Met het bedrijfsleven in de havens aan tafel om afspraken te maken over werk. Sollicitanten helpen door Dress for Success te steunen. Jeugd: Talentvolle jongeren voor onze gemeente behouden door hier een dependance van de Hogeschool Rotterdam te vestigen. Wonen: Woningbouw in de kernen richten op ouderen en gezinnen. Kwaliteit en leefbaarheid staan voorop. Bijzonder in verkiezingsprogramma Nisselab, een ontmoetingsplaats voor cultuur en creativiteit. Opmerkelijke campagneactiviteit Ansichtkaart met ‘Groeten uit…’, waarop concrete plannen voor de wijk staan. Buurtborrel als afsluiting van onze buurtonderzoeken. Prognose uitslag Ik ga uit van vijf tot zeven van de 37 zetels. Over vier jaar… is de PvdA Nissewaard een partij waar niemand omheen kan en zijn we weer terug in het centrum van de gemeentepolitiek. Twitter: @WouterStruijk Website: nissewaard.pvda.nl Werknaam MUG, ca. 34.000 inwoners. Op 19 november kunnen de inwoners in een raadgevend referendum kiezen uit twee namen: Groesbeek en Berg en Dal. Foto Henk Baron NISSEWAARD (Spijkenisse en Bernisse) ca. 85.000 inwoners Titel verkiezingsprogramma Iedereen telt en doet mee Wat kan echt beter? Landschap, toerisme en recreatie zijn belangrijk voor onze gemeente. Daar moeten we meer uithalen. Wat gaan jullie doen? Zorg: Dat de zorg naar de gemeente komt, is voor ons als sociaaldemocraten een enorme kans en uitdaging. Eén zorgloket. Werk: Regionale aanpak werkgelegenheid. Een goed functionerend Werkbedrijf waarin de sociale werkvoorziening is opgenomen. Jeugd: Cliëntenorganisaties betrekken bij de jeugdzorg. Goed passend onderwijs. Wonen en voorzieningen: De fusie moet de dorpen versterken. Voorzieningen centreren en uitbouwen. Leefbaarheid versterken. Bijzonder in verkiezingsprogramma We zetten onder meer in op gezondheidstoerisme (wellness en bewegen). Ons landschap nodigt uit tot actief recreëren. Opmerkelijke campagneactiviteit We gaan het meer dan 40-jarige bestaan van onze afdelingen vieren. Wandel- en fietstochten met PvdA-leden door de huidige drie gemeenten. Prognose uitslag We zouden heel blij zijn als we de resultaten van de PvdA in onze buurgemeenten Mook en Middelaar en Heumen zouden evenaren! Over vier jaar… zijn onze bewoners nóg trotser op hun leefbare en vitale dorpen. Twitter Voorlopig @PvdA_MUG. Ik word binnenkort digitaal opgevoed en krijg dan een eigen twitteraccount. Website: groesbeek.pvda.nl MUG Nissewaard GERT ENGELKENS RAADSLID IN OLDAMBT GRONINGEN Het belooft een mooie dag te worden op 25 juni. En inderdaad, als ik ’s middags vanaf het station de Groninger binnenstad binnenloop, is al menig terrasje druk bevolkt. Hoewel ik de verleiding nauwelijks kan weerstaan om ergens een kopje koffie te bestellen, meld ik mij - zoals afgesproken – tegen 13.00 uur op het stadhuis. Hier word ik hartelijk ontvangen door de PvdA-fractie en haar voorzitter Carine Bloemhoff. De tweede gemeente van Groningen is op bezoek bij de eerste gemeente van Groningen. Onder deze noemer kijk ik vandaag mee bij de gemeenteraadsvergadering in ‘De Stad’, zoals wij provincialen onze grote broer noemen. Even voor de duidelijkheid: mijn gemeente Oldambt is met de herindeling per 1 januari 2010 qua inwoneraantal de tweede gemeente van de provincie geworden. Al blijft Groningen met 200.000 inwoners wel vijf keer groter dan Oldambt. Zoals in menig andere gemeente is de PvdA-fractie ook in Groningen na de verkiezingen flink uitgedund. Al spreken ze met zes zetels nog een aardig woordje mee. De PvdA is ook vertegenwoordigd in het college van B&W, samen met de grote winnaar D66, de VVD en (toch wel verrassend) GroenLinks. De fractie heeft een half uur voor de raadsvergadering nog een kort fractieberaad en dat blijkt geen overbodige luxe. Naast de nieuwe Zuidelijke Ringweg staat ook de Voorjaarsnota voor vandaag op het programma en komen er meer dan 50 moties aan de orde. Om 14.00 uur neem ik plaats op de tribune, die tot mijn verbazing nog maar voor de helft gevuld is. Zou dit komen door het vroege aanvangstijdstip? In Oldambt beginnen we pas als iedereen zijn werkkleren heeft verruild voor zijn ‘zondagse pak’ en de kinderen door hun raadslidpapa of -mama naar bed zijn gebracht: 20.00 uur dus. De lokale en provinciale pers is goed vertegenwoordigd en een paar plekken verderop ontwaar ik zowaar ook meneer Kamminga. Deze ‘stadjer’ is de bedenker van een eventuele extra afrit op de nieuwe Zuidelijke Ringweg, waarmee er een directe aansluiting tussen de Hereweg en de A28 zou moeten komen. De aansluiting moet ervoor zorgen dat de omliggende wijken minder worden belast.Cruciale vraag deze middag: wat gaat de Groninger PvdA met dit punt doen? De andere collegepartijen, GroenLinks, D66 en de VVD, hebben zich een dag eerder via de media al uitgesproken tegen de extra afrit. De PvdA zal vanmiddag in de raadszaal duidelijk maken wat ze ervan vindt. Motie denkpauze Wat allereerst opvalt is dat de raadsfracties zich hier houden aan de spreektijd en dat daardoor de vergadering vrij gestructureerd verloopt. Als ik – via een twitterbericht – voorstel om dit binnenkort maar eens in de Oldambtster gemeenteraad te proberen, ontstaat er al gauw een heftige discussie tussen mederaadsleden, politieke volgers en journalisten van RTV Noord en Groot Groningen. Uitkomst: liever nog vandaag dan morgen. Als de PvdA via woordvoerder Sebastiaan Ruddijs uiteindelijk laat weten dat ook de sociaaldemocraten niet voor de Kamminga-variant zijn (het plan heeft voordelen, maar voor andere straten weer nadelen en bovendien kost het héél veel geld) is er geen meerderheid en is de druk van de ketel. Onder strakke regie (maar ook met de nodige humor) van raadsvoorzitter Ruud Vreeman worden de vele moties in stemming gebracht. Termen als ‘akoestisch gat’, ‘de Esperanto doorgang’ en een motie ‘denkpauze’ passeren nog de revue, maar de spanning is er dan echt al wel vanaf. ‘Uiteindelijk’, zegt een buurman tegen mij, ‘wordt hier vandaag gesproken over een besluit dat hier niet genomen wordt’. Wat blijkt: het oordeel van de raad gaat nu naar een stuurgroep met daarin de gemeente, provincie en Rijkswaterstaat. Deze stuurgroep oordeelt later over het definitieve tracé. In het najaar neemt de minister uiteindelijk het tracébesluit. Wordt vervolgd dus! Conclusie van deze middag: het is heerlijk om eens vanaf de zijlijn naar een andere gemeenteraad en het functioneren daarvan te kijken. Natuurlijk zijn de structuren en protocollen anders. Maar in feite is de basis hetzelfde: als gemeenteraad samen komen tot zorgvuldige en goede besluitvorming voor je inwoners. Vind jij het ook leuk om een kijkje te nemen in de politieke keuken van een andere gemeente, provincie of waterschap (groot of klein, dichtbij of verder weg) en wil je daarover een column in Lokaal Bestuur schrijven? Stuur dan een mailtje naar de eindredactie, [email protected] Foto Henk Baron LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014 7 SOCIALE WIJKTEAMS LANDINGSBAAN VOOR DE DECENTRALISATIES? Foto Hollandse Hoogte De Vrijheidswijk in Leeuwarden. Sociale wijkteams ondersteunen in de Leeuwarder wijken bij praktische zaken zoals het afhandelen van de administratie. Maar ook bij het ontplooien van initiatieven die de wijk vooruit kunnen helpen. In de opmaat naar de decentralisaties schieten de sociale wijkteams als paddenstoelen uit de grond. In Leeuwarden zijn ze hier in 2007 al mee begonnen. In het kader van haar onderzoek naar sociaaldemocratisch decentraliseren liep Naomi Woltring namens het CLB een dagje mee met sociaal wijkteam Nijlân en Huizum, twee wijken in Leeuwarden. In een flatje in Huizum, een wijk aan de rand van Leeuwarden, woont een mevrouw van 69. Ze loopt moeizaam, heeft weinig sociale contacten en vorige maand is haar kat overleden. Ze praat nog steeds tegen hem. Ze zet een lijstje met foto’s van het rood-witte beest naast zich op de bank wanneer ze samen met sociaal werker Dora de officiële post van deze maand doorneemt: de huurtoeslag, de zorgverzekering, de gemeentebelastingen. Op de fiets terug naar kantoor zegt Dora: ‘Er wordt vaak gedacht dat je eenzame mensen uit hun isolement haalt door activiteiten voor ze te organiseren. Dat is niet zo. Je moet er voor ze zijn, jaar in jaar uit maandelijks een uurtje langsgaan en zo vertrouwen opbouwen. Eenzame mensen komen niet voor de bingo. Het gaat om gewoon menselijk contact.’ 80-20-5 regel Ik ben op pad met een sociaal werker van het wijkteam Nijlân en Huizum. In wijkteams als deze werken zogenaamde ‘frontlijn generalisten’: sociaal werkers die mensen ondersteunen bij het dagelijks leven. Ze helpen bijvoorbeeld bij het invullen van formulieren, maar ook bij het opstarten van initiatieven die een wijk ten goede komen. De wijkteams moeten onder andere NAOMI WOLTRING PROJECTLEIDER CLB SOCIAALDEMOCRATISCH DECENTRALISEREN 8 dienen als een landingsbaan voor de drie decentralisaties. Ze gaan uit van de 80-20-5 regel. 80 procent van de mensen weet zich prima te redden. 20 procent heeft ondersteuning nodig op diverse levensgebieden, waarvan 5 procent specialistische hulp nodig heeft. De wijkteams ondersteunen die 20 procent volgens het principe één gezin, één plan, één hulpverlener. Zo nodig verwijst de sociaal werker ze door naar de specialistische zorg, maar houdt daarbij zelf de regie over die extra ingevlogen hulptroepen. Doel of middel ‘Voor veel gemeenten is het oprichten van een wijkteam momenteel een doel op zich, maar je moet eerst nagedacht hebben over de functie van die teams. Anders werken ze niet. Wijkteams zijn een middel, geen doel.’ Aan het woord is Nynke Andringa, teamleider van het wijkteam Zuidwest. In Leeuwarden is daar goed over nagedacht. Toen er in 2007 extra geld beschikbaar kwam voor de wijkaanpak in de Vogelaarwijk Heechterp Schieringen, besloot het gemeentebestuur te gaan experimenteren met integraal werkende wijkteams om zo praktische hulp te bieden op alle leefgebieden. De sociale wijkteams van Leeuwarden werken vanuit verbondenheid. Ze staan voor wederkerigheid, medemenselijkheid en aanwezigheid. ‘Niet agressief disciplineren maar juist respectvol aansluiten, aanvoelen en meebewegen. Om vervolgens, op basis van de relatie die uit het contact voortkomt, de mensen te ondersteunen bij het zoeken naar hun eigen krachten. Sommige mensen vinden het geitenwollensokken-achtig klinken,’ zegt Nynke Andringa, ‘maar dat is het niet. Dit is gewoon wat het beste werkt.’ In de praktijk betekent dit dat er over een lange periode contact is, zoals Dora doet met de 69-jarige vrouw. Het betekent ook dat de sociaal werker vraagt wat het eigen netwerk kan doen wanneer een inwoner zich met een probleem meldt bij het wijkteam. Zo kan het zijn dat je vader, die aan de andere kant van het land woont, eens in de drie weken de boodschappen voor je komt doen en dat je ex de financiële administratie bijhoudt, blijkt tijdens een bijeenkomst van het CLB en de PvdA Leeuwarden over de decentralisaties. Preventie De Leeuwarder wethouder Andries Ekhart is een groot voorstander van de sociale wijkteams. ‘We hebben de media tegen en de pech dat we landelijk in een coalitie zitten met de VVD. Maar we schaffen de ver- zorgingsstaat niet af, we richten hem anders in. Daartoe zijn de wijkteams een middel. We gaan van aanbodgerichte zorg naar vraaggerichte zorg, van rechtszekerheid naar bestaanszekerheid.’ Hij noemt het voorbeeld van een oudere man die om een traplift vroeg. ‘Het enige probleem was dat hij moeite had om de stofzuiger boven te krijgen. De oplossing was twee stofzuigers, niet een traplift.’ De wijkteams Eenzame mensen komen niet voor de bingo, maar voor gewoon menselijk contact besteden bovendien veel aandacht aan preventie van problemen. ‘Met elke euro die je steekt in preventie bespaar je 1,40 euro in de uitvoering.’ Beleidsbingo Terwijl de toon van het debat over de decentralisaties in Den Haag steeds paniekeriger wordt, zijn zowel in de lokale politiek als in de welzijnssector ‘loslaten’ en ‘op je handen zitten’ veelgebruikte termen in het beleidsbingo. De politiek moet zich vooral niet te veel bemoeien met de wijkteams, lijkt de teneur. Maar als je doorvraagt, blijkt dat niet te kloppen. De wijkteams willen korte lijnen en beleid dat geënt is op de praktijk. Zoals de wijkteams er willen zijn voor hun cliënten, zo willen de sociaal werkers ook dat de raad, de ambtenaren en de wethouders er voor hen zijn. Weten wat er speelt in de praktijk, dat zorgt voor het beste beleid. Dus zit ambtenaar afgevaardigde Amaryllis De Leeuwarder wijkteams zijn onderdeel van Amaryllis, een coöperatie die is opgericht door een aantal Leeuwarder welzijnsorganisaties. De organisaties verplichten zich tot het kosteloos detacheren van personeel bij de wijkteams. Inmiddels hebben de welzijnsinstellingen zich teruggetrokken uit Amaryllis. De wijkteams ontwikkelen zich de komende twee jaar tot zelfstandig functionerende teams: werknemerscoöperaties. Vervolgens wordt het team lid van de coöperatie van wijkteams: Amaryllis. De overgang naar de wijkteams betekent dat de individuele welzijnsorganisaties een stuk kleiner worden en mogelijk zelfs moeten sluiten. Medewerkers van de welzijnsinstellingen kunnen mogelijk in de wijkteams terecht als sociaal werkers. Zie het filmpje ‘Amaryllis definitief h264’ op YouTube, te vinden via https://www.youtube.com/watch?v=pu0C23B7n6Y LUTZ JACOBI LID PVDA-FRACTIE TWEEDE KAMER WOORDVOERDER NATUUR & WATER [email protected] Vakgroepen De sociaal werkers uit de Leeuwarder wijkteams zijn afkomstig uit verschillende welzijnsorganisaties en hebben vanuit die achtergrond allemaal hun eigen specialisme. De één financieel, want die werkte eerst bij de Kredietbank, de ander jeugd, want die zat in het jongerenwerk. Voor veel problemen waarvoor het wijkteam wordt ingeschakeld is het genoeg om generalistisch sociaal werker te zijn. Zo niet, dan vraag je een collega met expertise om raad. Om hun vakkennis op peil te houden en te delen, hebben sociaal werkers vakgroepen opgezet waarin zij proberen hun specialisme te onderhouden. Zo zitten de financieel specialisten in de vakgroep financiën. Deze vakgroep is zelfstandig en bedenkt zelf hoe zij hun specialisme bewaken. Meer lezen? Informatie over de Leeuwarder wijkteams is te vinden in de publicatie Amaryllis. Welzijn nieuwe stijl in praktijk, te downloaden op het besloten deel van de CLB-website www. lokaalbestuur.nl. VAN LEVENSBELANG D e strijd voor schoon drinkwater is bij uitstek een sociaal democratische strijd. Schoon drinkwater is essentieel voor onze gezondheid en daarom van levensbelang. Tegelijkertijd is schoon drinkwater de afgelopen decennia minder vanzelfsprekend geworden. Door onder andere winningen en boringen is onze bodem de afgelopen jaren meer en meer aangetast. Daarnaast wordt het steeds drukker onder de grond. Allerlei belangen strijden om voorrang: kabels, leidingen, zout- en gaswinning en ga zo maar door. Hierbij lijken we het allerbelangrijkste soms uit het oog te verliezen: 60 procent van ons drinkwater komt uit het diepe grondwater en 40 procent uit het oppervlaktewater. Waterbedrijf Vitens luidde een paar weken geleden de noodklok: het kost steeds meer moeite om ons drinkwater aan de hoge Nederlandse kwaliteitsstandaard te laten voldoen. Sterker nog, meer dan de helft van de drinkwatervoorzieningen voldoet op dit moment al niet meer aan de normen voor de basiskwaliteit! Vervuiling van het water door industrieën, (dier-)geneesmiddelen, overbemesting en chemische bestrijdingsmiddelen zorgen ervoor dat zuivering van het water steeds moeilijker, ingewikkelder en duurder wordt. En dat het steeds moeilijker wordt om, zelfs met ingewikkelde technologie, het water te zuiveren. Voldoende zoet water voor onze drinkwatervoorziening, maar ook voor de landbouw en de industrie is van levensbelang. Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur & Milieu vindt dat zelf ook, maar wilde het aanvankelijk niet wettelijk borgen. Daarom heeft de PvdA in een motie specifiek gevraagd om drinkwater te benoemen als nationaal belang in de Structuurvisie Ondergrond (Strong). Van nationaal belang betekent: ‘een onderwerp dat nationale baten en/of lasten heeft, de doorzettingsmacht van provincies en gemeenten overstijgt, provincie- of landsgrensoverschrijdend is en waarbij internationale verplichtingen zijn aangegaan.’ Marloes Schreur (de projectleider die verantwoordelijk is voor welzijnscoöperatie Amaryllis, zie kader) bij het teamleidersoverleg van de sociale wijkteams. De teamleiders brengen praktijksituaties in die ze hebben aangetroffen. Die vinden via het overleg hun weg naar de verantwoordelijke ambtenaren. Beleid ontstaat dus niet meer in de beslotenheid van het stadhuis, maar wordt gevoed door de dagelijkse Om te voorkomen dat er strijd kan ontstaan met de Structuurvisie Schaliegas, hebben we ook een motie ingediend om de positie van drinkwater daarin vast te leggen. Daarmee is drinkwater gelijkwaardig geworden aan andere nationale belangen, zodat het niet zonder meer onder het vloerkleed kan worden geschoven! Tenslotte moet de wettelijke bescherming van ons drinkwater later ook nog in de nieuwe Omgevingswet worden opgenomen. Wij zijn de hoeder van waarden, niet de moeder van de maatregelen ervaringen van de wijkteams. Dat teamleider Nynke Andringa nauw betrokken is bij de regionale politiek en gelijkwaardig met wethouders en raadsleden spreekt, versterkt de positie van de wijkteams. Het zorgt voor korte lijntjes. Terwijl ik Nynke interview op het terras wordt ze nog even gebeld door een ambtenaar. Hoe zit het met zus en zo? De ene na de andere ambtenaar en wethouder fietst voorbij. Als ze haar zien, zwaaien ze. Ombudsfunctie Dé manier om als raad invloed uit te oefenen op het beleid is door mee te lopen met de wijkteams, gevoed te worden door wat daar speelt en op die manier beleid bij te sturen. ‘We moeten de eersten zijn die signaleren wat er niet goed gaat en dat aanhangig maken, onze ombudsfunctie vervullen,’ stelt de Leeuwarder fractievoorzitter Tamara Bok. ‘En dat is ook nog eens goed voor je zichtbaarheid als raadslid. Foto Naomi Woltring Sociaal werker Dora van der Veen gaat op bezoek bij een bewoonster van de wijk Huizum in Leeuwarden. Mensen moeten zien waar we ons voor inzetten en weten waar ze ons kunnen vinden.’ Kindje van de PvdA De PvdA ging de gemeenteraadsverkiezingen in met de belofte van een zachte landing voor de decentralisaties. Die verkiezingen verloren we, op veel plaatsen verzwakte onze positie of kwamen we zelfs in de oppositie, waardoor de PvdA in de meeste gemeenten die zachte landing niet kan garanderen. In Leeuwarden, waar we de herindelingsverkiezingen in 2013 wonnen, zit de PvdA wel in het college. Ze heeft daar 12 raadszetels. Tamara Bok: ‘Als PvdA'ers staan we voor bestaanszekerheid, goed werk, verheffing en binding. Brengen de decentralisaties die waarden in gevaar? Wij zijn de hoeder van waarden en niet de moeder van de maatregelen. Als een maatregel die we zelf bedacht hebben niet de oplossing is, moeten we er afscheid van durven nemen en een andere oplossing proberen te vinden.’ Nynke Andringa beaamt dat. ‘Wij ondersteunen mensen precies bij bestaanszekerheid, goed werk, verheffing en binding,’ aldus Andringa. ‘De wijkteams kunnen echt een kindje van de PvdA zijn.’ Water is kwetsbaar, daar moet je geen onnodige risico’s mee nemen. Het is zo essentieel en van levensbelang dat Nederland volgens mij als geheel als waterwingebied aangewezen zou moeten worden. Net zoals in Duitsland het geval is. Het kabinet gaat op verzoek van de PvdA hierover in overleg met de watersector. We werken met betrekking tot ons drinkwater al jarenlang vanuit het principe van ‘end-of-pipe maatregelen’ (maatregelen die genomen worden om het milieu te verbeteren nadat afvalstoffen zijn geloosd). De ontwikkelingen en vooruitgang die dit op vele terreinen met zich meebrengt is goed, maar moeten ondergeschikt zijn aan schoon drinkwater, omdat dat een levensvoorwaarde voor ons allemaal is. Solidariteit en bewustzijn zijn hiervoor noodzakelijk. Schoon drinkwater is kwetsbaar, wordt ernstig bedreigd en is niet vanzelfsprekend! Wij moeten hierin als sociaaldemocraten in de Tweede Kamer, provincies, gemeenten en waterschappen het verschil maken. REACTIES WELKOM Wil je reageren op wat je in deze Lokaal Bestuur leest? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat je mailtje uiterlijk maandag 6 oktober in ons bezit is, dan kunnen wij dat in het novembernummer plaatsen. Alle andere kopij voor dat nummer moet eveneens maandag 6 oktober binnen zijn. Je kunt je bijdrage sturen naar Leonie Wildeman, email: [email protected] De sluitingsdatum voor het december/januarinummer is maandag 10 november. LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014 9 OOK WATERSCHAP HEEFT KEUKENTAFEL NODIG Illustratie Timothy Schelhaas Bij gemeenten is burgerparticipatie een vanzelfsprekend verschijnsel. Ook de waterschappen zouden vaker het gesprek met burgers aan moeten gaan, zo stelt Jacques Wallage. Hij houdt een pleidooi voor een grotere invloed van burgers op het werk van de waterschappen. In het debat over de toekomst van de waterschappen neem ik een overzichtelijke positie in. Zoals de Amerikanen zeggen: If it ain’t broken, don’t fix it. Geen problemen oplossen die er niet zijn. Voorstellen om bijvoorbeeld het bestuur van de waterschappen onder te brengen bij de provincies hebben onvoldoende relatie met de uitdagingen waar waterschappen werkelijk voor staan. Het gaat om een gespecialiseerde overheid, eentje die zich concentreert op de kwaliteit van het water, de veiligheid en (steeds meer) op de bredere ecologische betekenis van watermanagement. En de waterlopen volgen nu eenmaal niet de provinciale of gemeentelijke grenzen. De kwaliteit van het werk van de waterschappen staat niet echt ter discussie. Internationaal bezien wordt in dit lage en natte land een prestatie van formaat geleverd. Knopen Zijn er dan helemaal geen problemen? Die zijn er wel en ze vormen als het ware de achterkant van de gespecialiseerde en goed werkende voorkant. Hoe knoop je die wereld van deskundigen en vaak ook techneuten aan de ver- tegenwoordigende democratie? Anders gezegd: hoe zorg je voor een democratische aansturing? Pogingen om die band nieuw leven in te blazen via rechtstreekse verkiezingen zijn tot dusver geen overtuigend succes. De nieuwste vondst, gelijktijdige verkiezingen voor Provinciale Staten en de waterschappen, heeft in ieder geval het voordeel dat aanzienlijk meer mensen de moeite zullen nemen ook hun stem voor het waterschap uit te brengen. Het biedt tijdens de campagne de gelegenheid het belang van waterschappen breder aan de orde te stellen. En politiek biedt het kansen de balans tussen kosten en baten publiekelijk aandacht te geven. Wie behoort wat te betalen en welke rol kan draagkracht daarin spelen? Maar ook als dankzij een hogere opkomst een iets steviger draagvlak zou ontstaan, is daarmee een andere vraag nog niet beantwoord. Want net als de andere overheden ontdekken ook waterschappen dat representatieve democratie nog niet betekent dat mensen zich vertegenwoordigd en betrokken voelen. Het is één van de kernvragen in een land met een steeds beter opgeleide, geïndividualiseerd levende JACQUES WALLAGE OUD-VOORZITTER TWEEDE KAMERFRACTIE, OUD-BURGEMEESTER GRONINGEN, VOORZITTER VAN DE RAAD VOOR HET OPENBAAR BESTUUR 10 bevolking: hoe vertegenwoordig je een volk dat zich vooral zelf wil vertegenwoordigen? Internetpanels Het verdient aanbeveling de band tussen burger en waterschap niet te versmallen tot de vertegenwoordigende democratie. Slechts 2,5 procent van de Nederlanders is lid van een politieke partij, de betrokkenheid bij partijen wordt steeds incidenteler, waardoor de professionals in de politiek makkelijk geïsoleerd raken van Het water is te belangrijk om alleen aan het waterschap over te laten hun achterbannen. Daarom is het goed dat bij de diverse werkzaamheden van waterschappen op tal van plaatsen in het land direct betrokkenen, omwonenden, geïnteresseerden en deskundigen de kans krijgen om hun waterschap te beïnvloeden. Met internetpanels, aan de keukentafel of in het ouderwetse gymlokaal waar de slingers van de vijfentwintigjarige bruiloft nog hangen. Het zijn belangrijke aanvullingen op wat de representatieve democratie te bieden heeft. Soms is burgerparticipatie verplicht, bijvoorbeeld op grond van de Kaderrichtlijn Water, al houdt de creativiteit waarmee dat gebeurt nog niet over. Wat kan er beter? Lok bij de agendavorming een bredere inbreng uit, leg de afwegingen waarvoor een waterschap staat eerlijk uit, spring niet meteen naar één oplossing, maar probeer het probleem gezamenlijk te definiëren. Denk in keuzes en scenario’s en schrijf daarbij niet meteen zelf, als waterschap, het bord vol. Burgers hebben feilloos door of ze alleen maar worden gebruikt voor een zekere legitimatie of dat de dialoog consequenties heeft en dus wat voorstelt. En het gaat om wezenlijke vraagstukken: de kwaliteit van ons water, de opvang van overtollig water, recht doen bij waterschapswerken aan de eisen die natuur en milieu stellen. Het water is te belangrijk om alleen aan het waterschap over te laten… Dialoog Vaak zijn georganiseerde belanghebbenden, ook politieke partijen zoals de PvdA, niet zo gecharmeerd van meer open planprocessen. De burger is ook een ongewisse factor, de humeuren kunnen zo maar omslaan, de publiciteit en het rumoer op de sociale media heb je als georganiseerde partij nu eenmaal niet in de hand. Toch zullen alle instituties er aan moeten wennen: het is niet meer voldoende in een bestuursvergadering besluiten te nemen. Draagvlak ontstaat door te investeren in een proces, in een betekenisvolle dialoog. Het is net als bij de gemeente: een meerderheid in de raad betekent nog niet dat er in het hoofd en hart van burgers ook draagvlak is. En naast meer oog voor vormen van directe democratie en betrokkenheid kunnen de besturen van waterschappen nog veel doen aan het versterken van de band met gemeente- en provinciebesturen. Het gaat om collegaoverheden. Die willen graag op tijd geïnformeerd worden en zien jaarverslagen niet als de meest swingende wijze waarop betrekkingen georganiseerd kunnen worden. Wat de gespecialiseerde overheid, het waterschap, moet laten merken is dat ze hecht aan de betrokkenheid van gemeenteraden en Staten, dat ze investeren in dat contact en een dialoog organiseren op momenten dat deze er nog toe doen. Publieke verantwoordelijkheid Met de manier waarop wij in ons land de verantwoordelijkheid voor het water al eeuwen hebben geregeld is niets mis. Grote hervormingen schieten hun doel voorbij, maar een andere werkwijze is wel nodig. Deze moet niet vanuit de technische deskundigheid, maar vanuit de publieke verantwoordelijkheid vorm krijgen. Daar horen open en betekenisvolle betrekkingen bij met burgers, boeren, milieuactivisten en met de volksvertegenwoordigers bij andere overheden. De bredere inbedding in milieubeleid en ecologie maakt dat vanuit de waterschappen (en daar kan het bestuur van het schap veel aan doen!) de externe verbindingen net zo belangrijk moeten worden gevonden als de interne technische capaciteiten. Want hoe trots we op het product ook kunnen zijn, uiteindelijk bepaalt de kwaliteit van het proces de mate van draagvlak in de samenleving. INTUSSEN OP Verzameld door Leonie Wildeman dilemma Elke maand legt Lokaal Bestuur een stelling of dilemma aan je voor. Vorige keer was dat: VERBOUWING WONING Als kersvers benoemde burgemeester heb je een huis gekocht in je nieuwe gemeente. Een mooi huis, maar het moet stevig worden verbouwd. In het college wordt je meegegeven dat het in de gemeenschap zeer op prijs zal worden gesteld als de verbouwing zal worden uitgevoerd door een lokaal bouwbedrijf, die kunnen in deze crisisperiode iedere opdracht goed gebruiken. Een eerste niet onaantrekkelijke offerte ligt al in je postvak. Maak je een afspraak? We kregen de volgende reacties: Maarten Divendal, burgemeester De Ronde Venen zijn van een soort ‘gedwongen winkelnering’, maar van een vrije keuze. Dit is een dilemma dat ik pragmatisch zou benaderen. Twee jaar geleden zijn wij verhuisd. Genoeg dilemma's en niet alleen over zaken als het verhuisbedrijf of de aannemer. Er moeten veel meer keuzes gemaakt worden, bijvoorbeeld naar welke school je kinderen gaan, bij wie je de boodschappen doet. Doe je een grote aanschaf binnen of buiten je gemeente? Voor zaken als de verhuizing of een deel van de verbouwing, die vallen onder de vergoedingsregeling, vind ik het verstandig om meerdere offertes te vragen omdat je je moet verantwoorden. Verder moet het vooral bij jou en je gezin passen. Voor ons betekent dat veelal ondernemers binnen de eigen gemeente, in de kern waar wij wonen. Op deze manier burger je snel in. Een keuze voor de één is daarbij niet automatisch een afwijzing voor de ander, dat kun je ook laten blijken als dat nodig is. Marieke Moorman, burgemeester Bernheze Annemiek Jetten, burgemeester Sluis UITBREIDING REDACTIE Na een lange zoektocht heeft de redactie Maarten Divendal bereid gevonden om de redactie van Lokaal Bestuur te komen versterken. Maarten is al lange tijd actief in de lokale politiek. Hij startte zijn politieke carrière in 1986 als gemeenteraadslid in Heemstede. Vanaf 2004 is hij zes jaar wethouder geweest in Haarlem en momenteel is Maarten burgemeester in de gemeente De Ronde Venen. Wij hopen op een mooie samenwerking! Ook Leonie Wildeman komt de redactie versterken. De meesten van jullie herkennen haar naam waarschijnlijk wel, want ze is sinds drie jaar werkzaam als office- en communicatiemedewerker van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Omdat eindredacteur Jan de Roos medio 2015 met pensioen gaat, draait zij de komende tijd mee in de redactie om de kneepjes van het vak te leren. Onlangs hebben mijn echtgenoot en ik een mooi appartement betrokken in één van de vele kernen van de gemeente waar ik sinds een jaar burgemeester ben. Het appartement behoefde enige aanpassingen waarvoor we deels externe partijen wilden inschakelen. Omdat we met de keuze voor huisvesting in één van de kernen binnen de gemeente natuurlijk al bij anderen teleurstellingen hadden veroorzaakt, wilden we bij de verbouwing ook bedrijven vanuit de andere kernen betrekken. Daarnaast wilden we natuurlijk geen bevoordeling ontvangen op grond van mijn functie. Voor mij als burgemeester dus lastig maar voor mijn echtgenoot, die een andere naam draagt, veel gemakkelijker. Een tip die ik dan ook mee wil geven: laat een ander de contacten leggen en maak pas nadat de afspraken zijn gemaakt duidelijk dat het om de woning van de burgemeester gaat. Dick de Cloe, voormalig burgemeester Schoonhoven en Bergen op Zoom Het is best begrijpelijk dat het in je gemeente op prijs wordt gesteld wanneer een lokale aannemer de opdracht krijgt. Maar in plaats van een afspraak te maken kun je beter offertes vragen bij meerdere bedrijven. Dit kunnen bedrijven uit jouw gemeente zijn, maar een onderneming uit een andere gemeente kan ook in aanmerking komen. Er is niets mis mee om zaken te doen met een bedrijf uit je eigen gemeente, zolang je het zelf maar kunt verantwoorden, er geen cliëntelisme meespeelt en je er een goed en integer gevoel bij hebt. Er moet dus geen sprake Deze casus is voor mij uit het leven gegrepen! Sinds de zomer woon ik in een fijn huis in mijn nieuwe gemeente Bernheze, na een fikse verbouwing van enkele maanden. Ik maak niet alleen een afspraak met dit bouwbedrijf, maar vraag ook enkele andere bedrijven om een offerte uit te brengen. Daar zitten zeker lokale bedrijven bij, maar wellicht ook eentje van buiten de gemeente. Het bedrijf met het beste bod (prijs, kwaliteit, tijd) mag de verbouwing gaan doen. Overigens doe ik dit niet zelf, maar laat de gesprekken over aan mijn man, die een andere achternaam heeft. Bedrijven weten zo (hopelijk) niet dat ze met de burgemeester van doen hebben. Op die manier meen ik zoveel mogelijk neutraliteit in te bouwen. Marian JagerWöltgens, burgemeester Opsterland Ik zou altijd twee of drie offertes vragen waarbij de lokale component, samen met de kwaliteit en kosten, zeker een rol mag spelen. Het zou kunnen dat ik één bedrijf uit de gemeente vraag en één daarbuiten, of twee uit de gemeente en één van buiten. Dit is afhankelijk van de plaatselijke situatie. Als een ondernemer zich proactief opstelt en een offerte uitschrijft, zou ik hem bedanken en zeggen dat er meerdere offertes worden opgevraagd en dat ik op basis daarvan bekijk met wie ik verder zal praten. Het lijkt mij van belang om zelf de regie te houden en zaken zo zuiver mogelijk af te wegen. Annette Bronsvoort, burgemeester Oost Gelre De suggestie om een lokale aannemer het huis te laten verbouwen, spreekt mij aan. Zoals het (vrijwel altijd) passend is om je boodschappen en zaken te doen in je eigen gemeente, zo geldt dat ook voor de verbouwing van een huis. Je kunt niet met iedereen zaken doen en dat je hierin keuzes maakt is vanzelfsprekend. Waar het om gaat is dat er een eerlijke en reële prijs tot stand komt. Het moet voor de aannemer geen verschil maken of hij met inwoner x of met de burgemeester zaken doet. Om dit gemakkelijker te maken zou ik niet zelf onderhandelen maar dit overlaten aan een adviseur, met de opdracht om op basis van tenminste twee offertes een voorstel te doen. De offerte die al in de bus ligt zou ik opzij schuiven. Ook zou ik niet kiezen voor de aannemer met wie de gemeente recentelijk zaken heeft gedaan. Het is verstandig een eventuele schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Tjerk Bruinsma, burgemeester Alphen a/d Rijn Met dit dilemma kan elke nieuwbakken burgemeester te maken krijgen en het hoeft zich niet alleen voor te doen bij het verbouwen van je woning. Het uitgangspunt moet zijn: bespreken in het college en bij twijfel niet aan beginnen. In ieder geval moet je voorkomen dat een aanbieding in verband gebracht wordt met je functie, en daardoor latere besluiten zou kunnen beïnvloeden. Daarnaast is het van belang dat je niet ingaat op enkelvoudige aanbiedingen, maar altijd meerdere offertes aanvraagt. Het liefst ook uit andere gemeenten. Tenslotte is er één behulpzame vuistregel: welke kop vind je in de lokale krant als je ingaat op de aanbieding? Als het antwoord je niet bevalt, doe het dan niet! Commentaar van Gert-Jan Leerink Dick de Cloe heeft gelijk: Er is niets mis mee om zaken te doen met een bedrijf uit je eigen gemeente, zolang het je eigen keuze is, je het zelf kunt verantwoorden, er geen cliëntelisme meespeelt en je er een goed en integer gevoel bij hebt. Maar het omgekeerde is net zo goed waar. Je hebt als burgemeester een publieke functie. Als je het gevoel hebt dat je (zorgvuldig gemaakte) keuze voor een bedrijf toch tot scheve ogen kan leiden, doe je er verstandig aan dit gevoel nadrukkelijk bij je overwegingen te betrekken. Het laatste waar je als burgemeester op zit te wachten is gedoe, al is het in jouw ogen misschien gedoe om niets. In alle gevallen doe je er goed aan om je overwegingen te delen met het college. Volgende maand deze stelling: Het idee van burgemeester Pieter Broertjes om gespreide gemeenteraadsverkiezingen mogelijk te maken, verdient steun van de PvdA. De maand daarna dit dilemma: De gehele gemeenteraad wordt door de populaire plaatse lijke FC uitgenodigd om te komen kijken naar de voetbal topper van het seizoen. ‘We zouden het zeer op prijs stellen als u onze gast wilt zijn. Vanaf 17.30 uur vertellen we u onder het genot van een goede maaltijd graag iets meer over onze vereniging en vanaf 19.30 uur hebben we een plek voor u gereserveerd op de eretribune.’ Als raadslid weet je dat het gesprek aan tafel ongetwijfeld zal komen op de ambitieuze toekomstplannen van de club, die natuurlijk nog wel even gefinancierd moeten worden. Neem je de uitnodiging aan? Mail je reactie (max 150 woorden) en foto naar [email protected] LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014 11 de achterkant < Oude Glorie Jong Talent > Gesprekken met voormalige PvdA-bestuurders uit gemeente en provincie over toen en nu, en met jonge PvdA’ers over politiek en toekomst. TEKST EN FOTO: JAN DE ROOS De deur van het fraaie stadhuis (1730) van Harlingen staat op deze regenachtige zomerdag wagenwijd open voor bezoekers. Een receptiebalie is er niet en je hebt geen toegangspasje nodig om een kijkje te nemen. Toeristen doen dat graag. ‘Laatst stond er plotseling een groepje Duitsers in mijn werkkamer. Mijn Duits is niet zo best, maar ik heb ze uiteraard wat verteld over het stadhuis en over onze gemeente. Wij hebben hier de hoogste monumentendichtheid per km² van heel het land’, zegt Hein Kuiken trots. Hein is sinds mei van dit jaar wethouder in het Friese elfstedenstadje en de jongste PvdA-wethouder van Nederland. Hij zetelt op de eerste verdieping. Zijn kamer geeft toegang tot de raadhuistoren. ‘Daar trek ik me soms terug om een sigaretje te roken of om het carillon even aan te raken.’ Nu kan dat niet, want de toren en het stadhuis worden gerestaureerd. Om de bouwvakkers niet te laten schrikken is het carillon tijdelijk tot zwijgen gebracht. Redelijk compromis Hein is Harlinger van geboorte, de oudste van een gezin dat verder twee tweelingen telt. Zijn vader zat bij de marine. Politiek speelde thuis geen rol. Heins belangstelling daarvoor ontstond toen hij economie en later geschiedenis ging studeren. ‘De keuze voor links was snel gemaakt. Ik zag en zie de sociaaldemocratie als een redelijk compromis tussen wat theoretisch wenselijk en praktisch mogelijk is. Wiebe van Dijk, fractielid en een oude rot in de Harlingse PvdA, nodigde me uit om een keer een vergadering bij te wonen. In 2006 heb ik me aangemeld voor de kandidatenlijst. Ik dacht: dat wordt plaats 36 of zo, maar ik kwam op vijf en werd met voorkeurstemmen gekozen. Ja, dan moet je natuurlijk aan de bak.’ Voetbalkooien Eénentwintig - en daarmee de jongste - was Hein toen hij raadslid werd. Hij kreeg het druk, want naast zijn studie werkte hij bij een zoutfabriek en later als ijzerwerker bij een scheepswerf. ‘Dat was nodig om financieel het hoofd boven water te kunnen houden. Ik had twee linkerhanden, maar door hard werken kreeg ik het ijzerwerken onder de knie. Het was zwaar en vies werk. Als ik ’s middags om vier uur thuis kwam, was ik helemaal kapot. Toch is het een prachtige tijd geweest. Mijn studie heb ik uiteindelijk gestaakt en wat het werk betreft ben ik overgestapt naar een metaalbedrijf.’ Hein kijkt met plezier terug op zijn eerste raadsperiode (2006-2010). ‘We hadden een sterke positie: zes zetels in de raad en een wethouder. Als beginnend raadslid kreeg ik de ruimte om speelgelegenheden en voetbalkooien te realiseren. Dankzij de PvdA kwam er een royaal minimabeleid. Jongeren uit arme gezinnen konden gratis sporten.’ Bizarre periode ‘In 2010 verloren we helaas drie zetels en kwamen we in de oppositie. Dat was even slikken. Vijf partijen die samen een krappe meerderheid hadden, vormden een regenboogcoalitie. Eén van die partijen was Frisse Wind. Die wilde de uitbreiding 12 HEIN KUIKEN (30) van een afvalverwerkingscentrale in de Harlinger haven tegenhouden, al kon dat helemaal niet. Uiteindelijk stapten ze uit de raad, hun drie zetels bleven onbezet.’ ‘Bizar was dat wij in die tijd oppositie voerden tegen het college, terwijl daar wel een PvdA’er deel van uitmaakte.’ Hein, die toen fractievoorzitter was, doelt op Maria le Roy, oud-gedeputeerde van Zeeland. Zij zat met steun van de regenboogcoalitie in het college, maar iedereen wist dat zij PvdAlid was, al werd dat op de gemeentelijke website verzwegen. ‘Ik kon dat aan de mensen op straat niet uitleggen en heb het PvdA-partijbestuur gevraagd om deze rare constructie onmogelijk te maken. Jacqueline Kalk, de secretaris van het Centrum voor Lokaal Bestuur, steunde me, maar het partijbestuur wilde er niet aan. Er kwam niet Hein (in het bakje) bezig met het demonteren van de leuning van de raadhuisbrug. (Foto Joachim de Ruijter) eens een reactie op mijn verzoek om een gesprek. Daar ben ik nóg pissig over. Met Maria le Roy als persoon heeft het niets te maken hoor. Zij zit nu voor Harlinger Belang samen met mij en met CDAwethouder Harry Boon in het college, en dat gaat prima. Maria (die haar lidmaatschap van de PvdA inmiddels heeft beëindigd, JdR) is een heel capabele bestuurder.’ En Frisse Wind? ‘Die heeft in maart jl. niet meer meegedaan aan de verkiezingen. Ik denk dat die mensen hier nog steeds met het schaamrood op de kaken rondlopen.’ Al met al was 2010-2014 voor Hein een moeilijke tijd. ‘De raad was verdeeld in twee kampen en er waren voortduren clashes. Ik heb toen wel eens getwijfeld of ik nog wel door zou gaan.’ Maar Hein bleef en bij de verkiezingen van maart jl. boekte de PvdA een goed resultaat; zij kreeg - geheel tegen de landelijke trend in - 1 procent stemmen erbij, behield drie zetels en bleef nipt de grootste partij in Harlingen. ‘Als we twintig stemmen meer hadden behaald, hadden we zelfs vier zetels gehad. Ik denk dat de kiezer ons heeft beloond omdat we de afgelopen jaren goed zichtbaar waren. We verschuilen ons niet achter papier maar laten ons op straat zien.’ Sociaal beleid Telde het vorige college twee wethouders - naast Maria le Roy was er nog een tweede PvdA’er (Peter Glasbeek) op het pluche gekomen -, nu zijn het er drie. Is dat niet een beetje veel voor een gemeente van 15.000 inwoners? Hein: ‘Wij vonden dat er een wethouder bij moest, die zich helemaal kon vastvreten in de komende decentralisaties. Onze taken en verantwoordelijkheden nemen fors toe. Ik ga als wethouder onder meer over zorg en welzijn, werk en inkomen en jeugd- en ouderenbeleid. De inkomens van de meest kwetsbare groep burgers staat enorm onder druk. Er worden meer eigen bijdragen gevraagd en het zorgaanbod wordt minder. Er zal onvermijdelijk enige verschraling optreden, bijvoorbeeld in de huishoudelijke hulp. Daar maak ik me zorgen over. Bovendien heeft Harlingen meer dan 10 procent werklozen, dat is boven het Friese gemiddelde. Dat wil ik aanpakken door ons toeristisch profiel uit te diepen en door te investeren in leer- en ontwikkeltrajecten voor jongeren, zodat ze straks een betere kans hebben op de arbeidsmarkt.’ Inspiratie Als ik hem vraag welke PvdA’ers hem inspireren, komt Hein op de proppen met drie namen: ‘Jan Sijbenga, die hier wethouder was van 1998 tot 2010. Een rustig en redelijk man, dat is tegenwoordig al heel wat. Verder Wiebe van Dijk, die ik al noemde, een man van de straat die heel goed is in het ombudswerk. En landelijk Jan Schaefer, een doener en straatvechter.’ Of Hein ook op langere termijn werkzaam wil blijven in het openbaar bestuur? ‘Ik weet het nog niet. In ieder geval ben ik erg gebonden aan Harlingen. Ik woon hier samen met mijn vriendin Corrie. Harlingen is de plaats waar ik wortel heb geschoten en die wortels trek je er niet zomaar uit. Ik denk nog vaak aan de werf waar ik heb gewerkt. Mensen met vier kinderen die met 1500 euro moesten rondkomen. Helaas is die werf inmiddels failliet. Maar ik zou er rennend weer naar toe willen, zó mooi vond ik het om daar te werken. Dat blijft trekken.’ Er komt een brede lach op zijn gezicht. ‘Weet je dat ik de leuning van die mooie brug hier voor het stadhuis nog met mijn eigen handen heb gerestaureerd?’ Hein Kuiken Geboren op 24 mei 1984 te Harlingen Opleiding en studie: VWO profiel economie en maatschappij RSG Simon Vestdijk te Harlingen (19962002), economie (2002-2003) en geschiedenis (20032005 en 2007-2009) RU Groningen (niet afgemaakt) Werk: medewerker Frisia Zout (2006-2010), ijzerwerker Intervak Scheepswerf en Constructie (2003-2011), metaalbewerker Visser Metal Products (2011-2014) Politiek: raadslid Harlingen (2006-2014), fractievoorzitter (2010-2014). Wethouder sinds mei 2014, portefeuille werk en inkomen, zorg en welzijn, jeugd en ouderenbeleid, onderwijs en cultuur Hobby's: voetballen (spits bij FC Harlingen), kaatsen, fan van de Rolling Stones
© Copyright 2024 ExpyDoc