download pdf - Centrum voor Lokaal Bestuur

LOKAAL
BESTUUR
Jaargang 38 nummer 10
Oktober 2014
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
PASSEND ONDERWIJS
EEN ZORGENKINDJE?
Lutz Jacobi
4
AFGEVAARDIGDE
Ambities en
drijfveren
HERINDELINGSVERKIEZINGEN
Geef burgers
meer invloed
6
WATERSCHAPPEN
Het voorbeeld van
Leeuwarden
SOCIALE WIJKTEAMS
9
8
10
Hein Kuiken
JONG TALENT
12
LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014
1
Kalk
TERUG NAAR HET AANRECHT
Foto Bert Beelen
Foto Nationale Beeldbank
JACQUELINE KALK
secretaris Centrum voor Lokaal Bestuur
Worden vrouwen het slachtoffer van de hervormingen in
de zorg? Kim Putters en de Vrouwenraad trokken deze
zomer aan de bel, maar veel ophef is er niet ontstaan. Terwijl de zorgen terecht zijn en het gevaar bestaat dat een
eeuw vrouwenemancipatie naar de bliksem gaat.
Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, waarschuwt ervoor dat de mantelzorg voor ouderen vaak op de schouders van vrouwen van boven de
45 terecht zal komen. Is dat erg? Ondanks een eeuw
vrouwenemancipatie werken vrouwen nog steeds vaker
in deeltijd dan mannen. Het zijn vooral vrouwen die op
uitvoerende zorgfuncties zitten, terwijl de bestuurders
veelal mannen zijn. Ook het aantal vrouwen in topfuncties wil nog niet echt groeien en het aandeel vrouwelijke
PvdA-wethouders blijft schommelen rond de 25 procent.
Zelfs Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Europese
Commissie, kon met moeite vrouwelijke kandidaten voor
de Eurocommissariaten vinden.
Tegelijkertijd treffen de ontslagprocedures in de zorg
vooral vrouwen, vaak boven de 45 met een deeltijdfunctie
in de huishoudelijke hulp. Het lijkt bijna een kwestie van
vraag en aanbod te worden. Er is vraag naar mantelzorgers en er zijn vrouwen die geacht worden daar tijd voor
te hebben. Het idee dat vrouwen er voor de zorgfuncties
zijn, zit nog altijd ingebakken in onze samenleving. Je
ziet het terug in de opvoeding en in de reclame. Terecht
waarschuwt Kim Putters voor overbelasting van vrouwen. Het ideaalbeeld van de zorgzame vrouw bestaat
LOKAAL
BESTUUR
Jaargang 38 nummer 10
Oktober 2014
colofon
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
LOKAAL
BESTUUR
PASSEND ONDERWIJS
EEN ZORGENKINDJE?
AFGEVAARDIGDE
Ambities en
drijfveren
HERINDELINGSVERKIEZINGEN
9
Keukentafelgesprek noodzakelijk
6
WATERSCHAPPEN
Het voorbeeld van
Leeuwarden
SOCIALE WIJKTEAMS
Maandblad voor PvdA-politici in
gemeente, provincie en waterschap.
Verschijnt tien keer per jaar.
Lutz Jacobi
4
8
10
Hein Kuiken
JONG TALENT
12
LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014
1
Lokaal Bestuur is een voortzetting
van De Gemeente, opgericht in 1907
door F.M. Wibaut en P.L. Tak.
Omslagfoto
Op 1 augustus 2014 is de Wet passend
onderwijs ingegaan. Kinderen met een
stoornis of handicap moeten voortaan
zoveel mogelijk opgenomen worden in het
reguliere onderwijs. Zie pagina 4.
Foto Nationale Beeldbank
2
nog steeds, de zorgzame man vinden we stiekem toch
een watje. Natuurlijk geldt dit niet voor jou of de mannen
en vrouwen in je directe omgeving, het gaat altijd over
anderen.
We willen zorg dicht bij huis, in de eigen vertrouwde
omgeving. Daar is geen verschil van mening over. Wat
we niet willen is dat zorgtaken vooral een verantwoordelijkheid van vrouwen worden. We willen ook niet dat
het vooral vrouwen zijn die het slachtoffer worden van
de bezuinigingen in de zorg en hun baan kwijtraken. En
we willen niet dat dezelfde vrouwen in het kader van de
participatiesamenleving hun oude baan als vrijwilliger
moeten voortzetten of schoonmaakster worden op de
zwarte arbeidsmarkt.
Hoe voorkomen we dat wat we niet willen toch werkelijkheid wordt? Dat gaat niet lukken met een technische discussie over de invoering van de decentralisaties. Het zal
ook niet lukken met 75 miljoen extra voor het opvangen
van de ontslagen in de zorg. Als we voor deze problemen
geen oog hebben en er geen maatregelen tegen nemen,
zal de participatiesamenleving eerder leiden tot méér van
wat we niet willen dan dat het bijdraagt aan een eerlijker
verdeling van zorgtaken tussen mannen en vrouwen en
betere perspectieven voor vrouwen op de arbeidsmarkt.
Maar misschien wordt dit niet als probleem ervaren
omdat het vooral mannen zijn die aan het roer van onze
samenleving staan?
Overname van artikelen, delen daaruit of
illustraties alleen na toestemming.
REDACTIE
Aukelien Jellema (voorzitter),
Maarten Divendal, Manon Fokke,
Ruud Fokkens, Cathrijn Haubrich,
Jacqueline Kalk, Antoine van Lune,
Ingrid Wolsing, Lobke Zandstra.
De redactie werkt op basis van een
redactiestatuut.
MEDEWERKERS AAN
DIT NUMMER
Jan Chris de Boer, Gert Engelkens,
Lutz Jacobi (Afgevaardigde),
Jacqueline Kalk (column),
Ton Langenhuyzen (Uit de Kamer),
Theo Maas, Timothy Schelhaas
(illustratie), Jacques Wallage,
Leonie Wildeman (Tweets),
Naomi Woltring
BASISLAYOUT
Leonie Wildeman en Jan de Roos
Stan Wagter /
Ronald Koopmans
SECRETARIAAT
VORMGEVING
Leonie Wildeman
Postbus 1310
1000 BH Amsterdam
Tel. 020-55 12 205
e-mail: [email protected]
Jos B. Koene, Amsterdam
EINDREDACTIE
UITGAVE
Centrum voor Lokaal Bestuur van de
Partij van de Arbeid,
Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam.
ISSN: 0167-0980
38e jaargang no. 10
ABONNEMENTEN
Gratis voor leden van het Centrum
voor Lokaal Bestuur.
Voor niet-leden € 30,- per jaargang.
Losse nummers (€ 3,50 inclusief
verzendkosten) zijn te bestellen bij
de PvdA, telefoon 020-55 12 205.
INTERNET
Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op internet:
http://www.lokaalbestuur.nl
twitter.com/lokaalbestuur
KOPIJ
PRODUCTIE EN DRUK
Opmeer Drukkerij
Den Haag
Reacties en bijdragen naar:
[email protected]
TREK EENS
AAN DAT TOUWTJE
Foto Theo Maas
‘Verboden toegang voor onbevoegden’ staat er op deze deur.
75 miljoen extra voor het behoud van banen in de thuiszorg. Een positief bericht in tijden van bezuinigingen. Toch is
niet iedereen blij met deze geste van staatssecretaris Martin van Rijn. Wethouder Theo Maas uit Someren pleit voor
meer afstemming tussen lokaal en landelijk en, zo zegt hij, ‘laten we ook eens wat vaker door bestaande gewoonten
heen breken en aan touwtjes trekken die nieuwe deuren kunnen openen.’
‘Verboden toegang voor onbevoegden’, stond op een deur van
een gebouwtje op mijn vakantieadres in Toscane. Die deur
intrigeerde mij en dan vooral de
woorden ‘verboden toegang’.
Feitelijk bestond de beveiliging
van de deur maar uit één touwtje
dat de twee helften van de deur
met elkaar verbond. Je hoefde
er maar aan te trekken en je kon
naar binnen. Wie kan die verleiding weerstaan, bijna drie weken
lang?
Tijdens mijn vakantie heb ik, behalve van het uitzicht, de zonsondergangen en bistecca alla
Fiorentina, ook genoten van het
boek Samenwerken tussen organisaties van Wilfrid Opheij. Een
aanrader, zeker voor wie zich de
komende tijd bezig mag houden
met de voorbereiding op de grote
maatschappelijke veranderingen
in het kader van de drie decentralisaties. Niet direct vakantieliteratuur, net zoals het ook niet
echt tot de vakantieactiviteiten
behoort om uitgebreide mailwisselingen te hebben met partijgenoten. Eéntje ging over de extra
middelen die gemeenten kunnen
krijgen om het banenverlies in de
thuiszorg te verzachten, de zoge-
THEO MAAS
WETHOUDER SOMEREN
naamde toelage voor hulp bij de
huishouding. De andere mailwisseling ging over de prioriteiten
van onze partij voor de komende
twee à drie jaar, in de aanloop
naar de landelijke verkiezingen
van 2017. En, zoals vaker gebeurt
wanneer je op een wat grotere
afstand van je dagelijkse realiteit
zit, zie je soms verbindingen die
je in de gekte en het tempo van
alle dag niet herkent. Zo hielp mij
het boek van Opheij, de deur met
het verbod en de afstand tussen
Toscane en Someren om zaken
wat scherper te zien.
voorleggen (want anders worden
jouw middelen over die van de
andere gemeenten verdeeld) spelen hierin een rol. Natuurlijk ben
ik blij met de extra middelen die
onze staatssecretaris bevochten
heeft, maar ik ben ontevreden
over het proces. Waarom niet
meer samenspraak, waarom zoveel kaders van bovenaf, waarom
geen ruimte voor lokale invulling? Want dat wilden we toch:
decentraliseren, zorg en ondersteuning dichterbij, samenhangend en effectief georganiseerd?
Daarom krijgen gemeenten toch
Not amused
Eigenlijk was ik not amused met
de manier waarop Van Rijn de
toelage voor de hulp bij de huishouding presenteerde. Ik werd
erdoor verrast, had geen antwoorden op vragen van raadsleden en ambtenaren hierover
en bovendien stuitte ik bij het
zoeken naar antwoorden eerder
op nog meer verbazing dan op
helderheid en enthousiasme.
De zeer lastige voorwaarden,
de extra bureaucratische last
die ermee gepaard gaat en de
onmogelijke datum waarop we
als gemeenten een plan moeten
Laten we van
onze beloften uit
2012, bewezen
successen maken
voor 2017
de lead? Natuurlijk, deze middelen zijn primair bedoeld om banen te behouden. Zowel landelijk
als lokaal een topprioriteit voor
onze partij. Maar daar zijn ook
andere manieren voor te vinden.
Verbinding
De prioriteiten voor onze partij
voor de komende jaren hangen
hiermee samen. Willen we de
veranderingen in het sociaal
domein tot een succes maken,
dan is een intensieve verbinding
tussen lokale en landelijke politici
cruciaal. Juist op lokaal niveau
moeten we laten zien dat de
PvdA de zorg niet afbreekt, maar
de samenleving juist opbouwt.
In de afgelopen periode is die
verbinding er met enige regelmaat geweest, maar regelmatig
ook niet. En dat laatste soms op
cruciale momenten, waardoor
eigen wethouders verrast werden
door landelijke politieke besluiten
die zij lokaal niet konden uitleggen of plaatsen. Dat is niet goed
voor onze geloofwaardigheid als
partij.
De weg van papier naar praktijk
is altijd lastig, dus ook in de komende jaren krijgen we in het sociaal domein te maken met incidenten. Incidenten waar we van
moeten leren en waar we alert
op moeten reageren, het gaat
immers om mensen. Dit doen
we niet door in oude reflexen te
schieten maar door te verbeteren. Juist de komende periode zal
de druk groot zijn om landelijk te
reageren op dergelijke incidenten, om voorwaarden te stellen
en met nadere regelgeving in te
kaderen wat lokaal gerealiseerd
moet worden. Met het gevaar dat
dit de lokale ruimte beperkt en
kostenopdrijvend werkt.
zal verschillen geven tussen
gemeenten, gemeentebesturen
en gemeenteraden met een links
dan wel rechts karakter. Maar dat
maakt juist duidelijker waarvoor
(onze) kiezers naar de stembus
gaan en wat het verschil is dat
de PvdA kan maken.
Een uitstekende verbinding
tussen onze lokale, regionale, provinciale en landelijke politici en
bestuurders is dus noodzakelijk!
Niet ad hoc, maar structureel. Als
basis om elkaar niet te verrassen, samen op te trekken en van
onze beloften uit 2012 bewezen
successen te maken voor de
verkiezingen in 2017. Daarvoor
zullen we soms door bestaande
gewoonten heen moeten breken,
aan veronderstelde en verouderde verboden voorbij moeten
gaan en aan touwtjes trekken die
nieuwe deuren openmaken. Niet
altijd wetend welke kansen zich
achter die deuren voordoen.
Ongetwijfeld stelt u zich de vraag
of ik in Toscane aan dat touwtje
van die deur heb getrokken. Het
antwoord is volmondig ja.
Kantelen, ook als PvdA
De kanteling waar we zo graag
over spreken, zal dus ook in onze
eigen partij doorgevoerd moeten
worden. Wat we lokaal uitzetten
moeten we lokaal ook ruimte
en vertrouwen geven. En ja, dat
LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014
3
PASSEND ONDERWIJS:
VAN PAPIER NAAR PRAKTIJK
Foto Nationale Beeldbank
Is de Wet passend onderwijs dé oplossing voor kinderen met een stoornis of handicap?
Op 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs
in werking getreden. Daaraan ging een jarenlange
discussie vooraf. Betekent dit dat er nu ook een
ideale oplossing is gevonden voor de problemen die
moesten worden bestreden? Nee, zeggen Nicole
Teeuwen, directeur PPO (passend primair onderwijs)
Rotterdam en Mario Stam, PvdA-wethouder in
Schiedam.
PvdA-Tweede-Kamerlid Loes Ypma is in grote
lijnen tevreden, maar doet ter ondersteuning van de
nieuwe wet wel een oproep aan raadsleden: zoek
uit hoe je thuiszittende leerlingen weer naar school
krijgt. ‘Kinderen hebben niet alleen een leerplicht,
maar ook een leerrecht.’
JAN CHRIS DE BOER
FREELANCE JOURNALIST
4
In de aanloop naar de inwerkingtreding van de Wet passend
onderwijs zijn de scholen in
Nederland regionale samenwerkingsverbanden aangegaan. Er
zijn 150 van dergelijke samenwerkingsverbanden ontstaan, die
bestaan uit tientallen reguliere
en speciale scholen. De wet beoogt onder meer het aantal thuiszitters (leerplichtige kinderen
die niet naar school gaan) terug
te brengen. Op dit moment zijn
dat er ongeveer 20.000. Scholen
mogen nu geen kinderen meer
weigeren; ze zijn verplicht elke
aanmelding te honoreren. Is er
op de eigen school geen plek,
dan moet die school een plaats
vinden op een andere school binnen het samenwerkingsverband.
Verder zijn de scholen verplicht
zorg te bieden aan leerlingen die
dat nodig hebben. Zo snel mogelijk en dichtbij. En ze hebben
een preventieve taak gekregen.
Uiteindelijk moet deze aanpak
leiden tot minder leerlingen in
het speciaal basisonderwijs. Het
geld dat tot 1 augustus naar de
‘rugzakjes’ (de persoonsgebonden budgetten) ging, gaat nu
naar de samenwerkingsverbanden. Hiervan worden de zorgtaken bekostigd.
Voorzichtig positief
Onderwijswethouder Mario Stam
van Schiedam is
voorzichtig positief
over de nieuwe wet:
‘Goed toegepast
zou het een verbetering kunnen
zijn. Dat scholen kinderen niet
meer mogen weigeren, vind ik
een positief punt. Het aantal
kinderen dat wel leerplichtig is
maar niet naar school gaat, valt
in onze gemeente relatief mee.
Maar ieder kind dat thuis zit, is
er één te veel. Tot nu toe zag je
dat veel scholen kinderen met
gedragsproblemen of leerproblemen weigerden. Dat gebeurde
zelfs tot aan 1 augustus, toen de
wet nog niet gold. Tegen de ouders werd gezegd: zoek maar een
andere school. Aan die situatie is
nu gelukkig een einde gekomen.
Natuurlijk kun je geen onmogelijke eisen stellen, maar de
scholen zijn nu in feite verplicht
om iedereen aan te nemen.’
Ieder kind dat
thuis zit, is er
één te veel
Tweede-Kamerlid
Loes Ypma
(woordvoerder
jeugdzorg en
basisonderwijs,
speciaal en passend
onderwijs) is ronduit positief: ‘De
grootste winst vind ik dat ouders
niet meer van school tot school
hoeven te leuren met hun kind.
Het is zo frustrerend en slecht
voor het zelfvertrouwen als een
kind keer op keer geweigerd
wordt! Daarnaast is er een einde
gekomen aan bureaucratische
procedures en wordt er nu maatwerk geleverd. Niet de problemen die een leerling heeft staan
centraal, maar datgene wat die
leerling nodig heeft. Het ene kind
met autisme kan bijvoorbeeld
aan alles meedoen, maar durft
in de pauze het schoolplein niet
op. Nou, dat is gemakkelijk op te
lossen. Maar een ander kind met
autisme kan meer zorg nodig
hebben. Dat kan nu allemaal geregeld worden. Ja, ik ben blij met
deze wet. Want onderwijs is per
slot van rekening de motor van
realiteit is de uitvoering van
wetgeving en daar moet ik dan
maar het beste van maken. Ik
heb het vaak over drieënhalve
decentralisatie. De drie die per 1
januari 2015 ingaan én passend
onderwijs. Ook ik vind dat ze als
één geheel moeten worden gezien. Maar ja, we hebben nu met
deze situatie te maken en daar
hebben we op ingespeeld door te
proberen de boel op elkaar af te
stemmen in ondersteuningsplannen. Want het heeft geen enkele
zin één van die drieënhalve decentralisaties gescheiden aan te
pakken.’
‘Ik ben het helemaal eens met
Nicole’, zegt Ypma, toch wel
verrassend. ‘De Wet passend
onderwijs was al vastgesteld
toen ik in de Kamer kwam.
Ideaal is het niet dat jeugdzorg
en onderwijszorg gescheiden
zijn, maar je kunt ook moeilijk
de verantwoordelijkheid voor
de zorg vanuit het onderwijs bij
de gemeenten neerleggen. Er
ligt nu wel een kans, maar ook
een verantwoordelijkheid bij de
lokale partijgenoten. Zij kunnen
er voor zorgen dat jeugdzorg en
onderwijszorg in hun gemeente
op elkaar worden afgestemd. Dat
vraagt heel veel aandacht en ik
vraag me af of die aandacht er
nu wel is, want veel gemeenten
zijn nog bezig met het organiseren van de jeugdzorg alleen.
Het is dus van groot belang naar
beide schakels te kijken, waarbij
de centrale vraag is: wat heeft
het kind nodig. Jeugdzorg en
passend onderwijs mogen geen
gescheiden trajecten worden.’
de emancipatie en voor verheffing is passend onderwijs een
essentieel middel om ieder kind
kansen te bieden.’
Gemiste kans
Nicole Teeuwen,
directeur PPO Rotterdam en in de
periode 2008-2014
PvdA-wethouder in
Houten met jeugd
en onderwijs in de portefeuille,
plaatst echter kanttekeningen
bij de nieuwe wet. ‘Ik maak me
zorgen over passend onderwijs
in relatie tot de decentralisaties
van de wmo, de jeugdzorg en
de Participatiewet. Passend
onderwijs is het probleem niet,
maar passend onderwijs en die
decentralisaties gaan voor een
groot deel over hetzelfde. Eén
persoon, één plan, was de bedoeling. Maar nu passend onderwijs
en de decentralisaties gescheiden zijn, hebben ze verschillende
financieringsbronnen en dus
ook verschillende regisseurs. Ik
vind dat raar. In het gunstigste
geval wordt iedereen het met
elkaar eens en wordt dubbel
werk voorkomen, maar in het
ongunstigste geval houd je iets
in stand dat je juist niet in stand
wil houden. Namelijk dat zowel
Jantje als Pietje zich met een
kind bemoeien. Het betekent ook
een extra hobbel voor gemeentebestuurders. Jeugdzorg en zorg
vanuit het onderwijs moeten bij
elkaar gebracht worden. Ik zou
niet weten waarom voor deze
scheiding gekozen is. Ik vind het
een gemiste kans.’
Drieënhalve decentralisatie
Stam is het met Teeuwen eens:
‘Ik vind dit volkomen ondoorgrondelijk. Maar mijn dagelijkse
Goede afspraken
Een ander punt van zorg vindt
Teeuwen de afstemming van het
beleid van de samenwerkingsverbanden met het gemeentelijk
jeugdzorgbeleid. ‘In grote gemeenten heb je meerdere samenwerkingsverbanden met mogelijk
verschillend beleid. In kleinere
gemeenten heb je gemeentegrenzen overschrijdende samenwerkingsverbanden die mogelijk
met verschillend gemeentelijk
jeugdzorgbeleid te maken
krijgen. De samenwerkingsverbanden vallen dus niet samen
met gemeentelijke of bestuurlijke
regio’s. Dit had geen problemen
op hoeven leveren als er één
regisseur zou zijn geweest.’
Stam maakt zich niet zoveel
zorgen om gemeentegrensoverschrijdende samenwerkingsverbanden: ‘Het kan inderdaad een
probleem zijn, maar er verandert
niet zoveel ten opzichte van de
Jeugdzorg
en passend
onderwijs mogen
geen gescheiden
trajecten worden
huidige situatie. Nu al heb je
scholen met vestigingen in verschillende gemeenten of leerlingen die in de ene gemeente wonen en in een andere gemeente
naar school gaan. Daarnaast heb
je nog het co-ouderschap, waardoor leerlingen soms in de ene
en soms in de andere gemeente
wonen. Het is gewoon een kwestie van goede afspraken maken
en wij hebben hier rekening mee
gehouden.’
Ypma: ‘Je ziet gelukkig dat
veel samenwerkingsverbanden
dezelfde regio als de jeugdzorg
beslaan. Maar er zijn uitzonderingen en dan is het inderdaad
belangrijk om goede afspraken te
maken. Het doel moet altijd zijn:
goede zorg op school en goede
zorg thuis.’
Meerdere samenwerkingsverbanden binnen één gemeente
ziet Ypma niet per se als een
probleem: ‘Er kunnen geen grote
verschillen zijn, want er is maar
uit de kamer
één doel, namelijk het kind zo
goed mogelijk mee laten doen.
De school is een vindplaats van
veel problemen, ook problemen
thuis. De samenwerkingsverbanden moeten er voor zorgen dat
de problemen op school worden
aangepakt en de jeugdzorg is er
voor de problemen thuis. Onderwijs en jeugdzorg waren twee
compleet verschillende werelden,
maar door de Wet passend onderwijs en de Wet op de jeugdzorg zijn ze dichter bij elkaar
gebracht. Toegegeven, het is nog
niet optimaal, maar er is zeker
sprake van een verbetering.’
Gewetensvraag
Ondanks haar kritiekpunten is
Teeuwen wel blij met de nieuwe
wet. ‘Er moest iets gebeuren,
want je had gezinnen met soms
meer dan tien hulpverleners die
van elkaar niet wisten wat ze
deden. Dat er nu ook flink wordt
ingezet op preventie, is nieuw en
daar ben ik blij mee. Ik wil niet
generaliseren, maar veel scholen zullen nog wel bijgespijkerd
moeten worden. Met name op
het gebied van zorgplicht en ouderbetrokkenheid. Lang niet alle
scholen zijn klaar voor passend
onderwijs.’
Is dat ook de ervaring van Stam?
‘Poe, een gewetensvraag… In
principe zijn de scholen zich
bewust van hun zorgplicht.
De vraag gaat worden hoe de
scholen omgaan met de bijzonderheden van leerlingen. Ja, ik
denk wel dat de scholen er klaar
voor zijn. En ouderbetrokkenheid
staat bij ons hoog op de agenda.
Ik noemde het een gewetensvraag omdat bij ons op 1 augustus, toen de wet in werking trad,
alles in theorie klopte. En tot
op dit moment heb ik nog geen
klachten gehoord. Maar de grote
lakmoesproef moet natuurlijk
nog komen. Die krijgen we begin
volgend jaar, als de inschrijvingstermijn voor het schoolseizoen
2015-2016 van start gaat.’
Ypma: ‘Het onderwijs is zo goed
als de meester of juf die voor de
klas staat. Dus zal de ene school
het beter doen dan een andere.
Helemaal nieuw is het natuurlijk
ook niet. Je zou kunnen zeggen
dat passend onderwijs al lang is
begonnen. Want er wordt al les
gegeven aan kinderen die extra
ondersteuning nodig hebben.
Leerlingen moeten kunnen omgaan met verschillen en voor de
docenten geldt dat ook. Ik vind
ook dat de leerkrachten daarin
geschoold moeten worden. En
dat ze bijvoorbeeld eens een docent van het speciaal onderwijs
moeten uitnodigen om een les bij
te wonen en feedback te geven.
Die ondersteuning hebben de
leerkrachten nodig, zo verbeteren
ze samen het onderwijs. Passend
onderwijs gaat niet vanzelf, dat
moet iedereen zich realiseren.
Het heeft tijd nodig.’
Oproep
Ypma heeft tot slot nog een
oproep aan de raadsleden. ‘Passend onderwijs moet het aantal
thuiszitters verminderen. Ik wil
de raadsleden oproepen eens uit
te zoeken hoeveel thuiszitters er
in hun gemeente zijn, waarom ze
thuis zitten en op welke wijze ze
weer naar school kunnen. Ieder
kind verdient goed onderwijs!
Veel van die thuiszitters willen
niets liever dan naar school. De
leerplichtambtenaar zou daar ook
een rol in kunnen spelen. Want
kinderen hebben niet alleen een
leerplicht, maar ook een leerrecht.’
Foto Jan de Roos
TON LANGENHUYZEN
BELEIDSMEDEWERKER
TWEEDE KAMERFRACTIE
TEL. 070-3182792,
[email protected]
DIGITALE OVERHEID
V
lak voor het zomerreces voerde de Tweede Kamer overleg met
minister Plasterk over de ‘digitale overheid’. Astrid Oosenbrug
zette daarbij op een paar thema’s in. Eén van haar punten is
dat de digitale overheid niet alleen digitaal te vinden mag zijn.
Voor degenen die niet digitaal vaardig zijn moet er een loket blijven
waar zij geholpen kunnen worden. De minister deelde de mening
van Oosenbrug dat er altijd een kanaal moet blijven om burgers te
helpen die niet in staat zijn om zelf digitaal met de overheid te communiceren. Maar Plasterk ziet het niet als zijn taak om daarvoor te
zorgen. Hij verwees naar de verschillende overheden die daar zelf
verantwoordelijk voor zijn. Oosenbrug vroeg de minister ook wat
de stand van zaken was met betrekking tot de toegankelijkheid van
overheidswebsites voor iedereen. De webrichtlijnen die voor een
betere toegankelijkheid moeten zorgen, worden - zo blijkt uit het
antwoord – steeds meer toegepast. Inmiddels heeft tweederde van
de gemeenten hun websites op orde. Verder had Oosenbrug eerder
aan de minister gevraagd of digitale gemeenteloketten, wat betreft de
diensten die iedere gemeente aanbiedt, op elkaar afgestemd konden
worden. Plasterk heeft de VNG om advies gevraagd over uniforme
websites. Hoewel hij het een goed idee vindt, is hij zich ervan bewust
dat het aan de gemeenten zelf is om de vormgeving van hun websites op elkaar af te stemmen.
PROSTITUTIE
I
n een eerdere editie van Lokaal Bestuur is op deze plaats al aandacht geschonken aan de Wet regulering prostitutie en bestrijding
misstanden seksbranche. Deze wet werd geruime tijd geleden
door de Tweede Kamer aangenomen, maar stuitte in de Eerste
Kamer op bezwaren. Ter herinnering: het oorspronkelijk wetsvoorstel
voorzag in een plicht van prostituees om zich te registreren en in de
plicht van hun klanten om zich ervan te vergewissen dat zij met een
geregistreerde prostituee te maken hebben. Deze registratie- en vergewisplicht kon niet op een meerderheid in de Eerste Kamer rekenen.
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft een wijzigingsvoorstel gemaakt waarin rekening wordt gehouden met de bezwaren
van de Eerste Kamer. Deze zogenaamde novelle ligt nu eerst weer
voor bij de Tweede Kamer. Met het schrappen van de registratie- en
vergewisplicht valt wel een belangrijk aanknopingspunt weg waarmee het zicht op mensenhandel had kunnen worden verbeterd. Het
is bekend dat veel vrouwen die in de prostitutie werken daar als
slachtoffer van mensenhandel toe worden gedwongen. Uiteraard is
mensenhandel en gedwongen prostitutie al strafbaar. Maar het is niet
strafbaar om gebruik te maken van de diensten van een slachtoffer
van mensenhandel in de prostitutie. Om aan dit tekort in de wetgeving een einde te maken sluit PvdA-Kamerlid Marith Rebel zich
samen met Nine Kooiman (SP) aan bij een initiatiefwet die Gert-Jan
Segers (ChristenUnie) aan het voorbereiden is. Deze initiatiefwet
moet het mogelijk gaan maken dat klanten van een prostituee strafbaar worden als zij weten dat ze te maken hebben met een slachtoffer van mensenhandel en desondanks toch gebruik maken van haar
diensten. Aan de definitie van wat precies strafbaar moet worden en
hoe aangetoond kan worden dat een klant wetenschap van mensenhandel kan hebben, wordt nog gewerkt. Naar verwachting wordt de
initiatiefwet nog dit najaar ingediend.
WET DWANGSOM
B
estuursorganen die niet binnen de daarvoor gestelde wettelijke termijn een beschikking afgeven kunnen daarvoor de
aanvrager van die beschikking een dwangsom schuldig zijn.
Dit kan oplopen tot 1240 euro per te late beschikking. Deze
dwangsom – voortvloeiend uit een initiatiefwet van het toenmalige
PvdA-kamerlid Aleid Wolfsen – is bedoeld om bestuursorganen te
stimuleren tijdig te beslissen. Maar in sommige gevallen wordt de
dwangsomregeling voor een ander doel gebruikt, of zo men wil:
misbruikt. Sommige burgers sturen, vooral aan gemeenten, brieven
waarin met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob)
onmogelijke en vaak onzinnige verzoeken om informatie worden
gedaan. Of zij sturen bijvoorbeeld sollicitatiebrieven, waarin een
dergelijk Wob-verzoek verstopt zit. Het gevolg is dat gemeenten niet
op tijd aan het Wob-verzoek kunnen voldoen en dat de desbetreffende burger een dwangsom krijgt. Manon Fokke heeft de minister
door middel van een motie al ruime tijd geleden gevraagd een einde
aan deze praktijken te maken. In januari van dit jaar kwam zij daar
in schriftelijke vragen op terug. Die werden in juli beantwoord. Ook
minister Plasterk is doordrongen van de noodzaak om het misbruik
van de dwangsomregeling te beëindigen. Hij heeft toegezegd met
wetgeving te komen die ervoor zorgt dat de dwangsomregeling niet
meer van toepassing is op Wob-verzoeken.
LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014
5
DRIJFVEREN EN AMBITIES
IN HERINDELING
Op woensdag 19 november vinden er in zestien gemeenten herindelingsverkiezingen
plaats. Daaruit ontstaan per 1 januari 2015
zes nieuwe gemeenten.
Wat moet er in ’s-Hertogenbosch echt veranderen? Welke campagneacties kunnen we
verwachten in Krimpenerwaard?
Hoeveel ­zetels gaan we winnen in Oss?
’S-HERTOGENBOSCH
KRIMPENERWAARD
OSS
(met deel van Maasdonk)
ca. 95.000 inwoners
(met Graft-De Rijp en Schermer)
ca. 110.000 inwoners
Lijsttrekker: Jeroen Weyers (39)
Wethouder sinds december 2011,
daarvoor raadslid in Den Bosch
(2010-2011) en Waalre (20022006). Was adviseur bij K2
(jeugdadviesbureau). Vader van
twee dochters en een zoon.
‘Bourgondiër en sportliefhebber.’
Lijsttrekker: Rob Geleijnse (34)
Raadslid in Nederlek sinds 2010.
Marketeer bij Eneco. Gehuwd,
een zoon. Houdt van hardlopen en
investeert vrije tijd zoveel mogelijk in
zijn gezin. ‘Sociaal, doortastend (soms
te) en een bruggenbouwer.’
Lijsttrekker: Ehssane Gounou (30)
Was al op 16-jarige leeftijd
politiek actief als voorzitter van de
Jongerenraad Oss. Van 2007-2011
Statenlid (portefeuille mobiliteit). Ze
zorgde o.a. voor een landelijke proef
met ‘platte’ ov-tarieven. Werkt als
consultant bij energiebedrijf RWE. Gehuwd, zoontje
van acht maanden. ‘Ondernemend, actief, spontaan
en gepassioneerd.’
Lijsttrekker: Paul Verbruggen (53)
Fractievoorzitter in Alkmaar
sinds 2010, raadslid sinds
2008. Leidinggevende bij
politie-eenheid Noord-Holland.
Woont samen met Elly. Hobby’s:
motorrijden, fotograferen, duiken.
‘Betrokken en geeft anderen graag de ruimte om
hun talenten te ontplooien.’
(met deel van Maasdonk)
ca. 150.000 inwoners
Drijfveer in de politiek
Ik vind dat iedereen die in onze gemeente
wordt geboren of zich hier vestigt, gelijke
ontwikkelingskansen moet hebben. Dat is precies
waar de sociaaldemocratie over gaat.
Titel verkiezingprogramma
Den Bosch, dat zijn we samen
Wat kan echt beter?
De werkgelegenheid, vooral voor de laagste
inkomensgroepen en voor jongeren, in het bijzonder
voor Marokkaanse Bosschenaren.
Wat gaan jullie doen?
Zorg: Wij hanteren de Bossche Zorg Norm: zorg op
maat voor iedereen die dat nodig heeft. Iedere wijk
een verpleegkundige.
Werk: Bedrijven die werkloze Bosschenaren een
baan bieden, worden beloond. 5 procent van de
gemeentelijke formatie voor stageplekken.
Jeugd: Jongeren bepalen mede hoe de (jeugd)zorg
vorm krijgt.
Wonen: Klussenpot voor bewoners om hun
huis op te knappen, ruim baan voor wijkcoöperaties,
meer zeggenschap voor mensen over hun
leefomgeving.
Bijzonder in verkiezingsprogramma
Sport- en cultuurkaart voor studenten. Van oude
fabrieksterreinen naar broedplekken. Een nieuwe
bibliotheek 2.0 samen met het stadsarchief (Agora).
Opmerkelijke campagneactiviteit
Op 20 september hebben we ons Bossche banenplan
in aanwezigheid van Diederik Samsom en Lodewijk
Asscher gepresenteerd.
(Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en
Vlist) ca. 54.000 inwoners
Drijfveer in de politiek
Het moet iedere dag een beetje beter worden.
Titel verkiezingprogramma
Nieuwe kansen!
Wat kan echt beter?
Nu zijn de vijf gemeenten (met elf kernen en enkele
buurtschappen) vooral voor zichzelf bezig. Dat
moet plaats maken voor samenwerking met een
kerngerichte aanpak. Herindeling mag niet ten koste
gaan van de bestaande voorzieningen.
Wat gaan jullie doen?
Zorg: Op maat en in de buurt. Je moet oud kunnen
worden in je eigen dorp. In de grote kernen komt een
breed loket waar je terecht kunt voor zorg, je paspoort,
een visakte en dergelijke.
Werk: Afspraken met scholen en bedrijfsleven over
stageplekken, zodat schoolverlaters uitzicht hebben
op een baan. Bedrijfskredieten tegen gunstige
voorwaarden. Omscholingsmogelijkheden.
Jeugd: Scholen worden multifunctionele
accommodaties (bijvoorbeeld school, bibliotheek
en peuterspeelzaal). Voldoende speel- en
sportgelegenheid. Veilige speeltoestellen,
voetbalveldjes.
Wonen: Betaalbare woonruimte voor starters
en gezinnen met een krappe beurs. Geen
sloop van sociale huurwoningen. Bouw van
levensloopbestendige huizen.
Bijzonder in verkiezingsprogramma
Behoud van bloem- en kruidenrijke weilanden en van
voetveerverbindingen.
Opmerkelijke campagneactiviteit
We gaan stappen met jongeren, de kroeg in dus.
Prognose uitslag
We hebben nu vijf van de 39 zetels en zijn de derde
partij. Onze ambitie is de grootste te worden.
Prognose uitslag
Ik reken op drie tot zes zetels van de 31. Hangt er ook
vanaf of SP en GroenLinks op 19 november meedoen.
Over vier jaar…
liggen de wijken er beter bij en hebben we meer zorg
voor elkaar.
Over vier jaar…
vragen we ons af waarom we ons de afgelopen tien
jaar zo druk hebben gemaakt over de herindeling.
Twitter: @JeroenWeyers
Website: denbosch.pvda.nl
Twitter: @Robgeleijnse
Website: krimpenerwaard.pvda.nl
Drijfveer in de politiek
Strijd tegen onrecht. Als ik onrecht signaleer, ontwaakt
er een vlammetje in mij.
Titel verkiezingprogramma
Samen werken aan Oss
Wat kan echt beter?
Voorzieningen voor burgers, zoals zorg en onderwijs,
moeten echt meer op de burgers worden toegesneden.
Wat gaan jullie doen?
Zorg:Wijkverpleging terug in de wijk. Eén
zorgregisseur per zorgbehoevende/gezin, zodat je niet
van het kastje naar de muur wordt gestuurd.
Werk: Voor ons een hoofdpunt. Door het vertrek van
Organon is veel werk verloren gegaan. Er moet meer
samenwerking komen tussen onderwijs, bedrijfsleven
en gemeente. Dat levert nieuwe banen op, zoals
Pivotpark (campus voor innovatie en life sciences)
heeft bewezen.
Jeugd: Meer stageplekken voor jongeren. In de
jeugdzorg staan niet de regels maar de jongeren zelf
centraal.
Wonen: We maken oudere woningen energiezuiniger.
Dat scheelt huurders straks een hoop geld.
Bijzonder in verkiezingsprogramma
Onze boodschap is, in tegenstelling tot die van de
SP, positief. We zien de komende decentralisaties als
een kans en willen daar samen met onze burgers een
succes van maken.
Opmerkelijke campagneactiviteit
We gaan de markt op met Diederik Samsom. Ludieke
acties? Die houden we nog even geheim.
Prognose uitslag
Wie niet ambitieus is, komt nergens. Daarom zet ik in
op vijf of zes van de 37 zetels.
Over vier jaar…
heeft de PvdA weer bewezen dat we ertoe doen.
Twitter: @egounou
Website: oss.pvda.nl
Krimpenerwaard
's Hertogenbosch
JAN DE ROOS
EINDREDACTEUR LOKAAL BESTUUR
6
ALKMAAR
Drijfveer in de politiek
Vormgeven aan solidariteit. Die is nogal
afgebrokkeld door de privatiseringen.
Titel verkiezingsprogramma
Aan het werk! Sociaal, daadkrachtig en
toekomstgericht
Wat kan echt beter?
We moeten echt verder kijken dan vandaag
en morgen. Het huidige college van Alkmaar is
redelijk visieloos.
Wat gaan jullie doen?
Zorg: Iedereen die zorg nodig heeft, krijgt die.
Betaalbare zorg die aansluit bij de wensen van
mensen. De wijkverpleegkundige keert terug.
Werk: Alkmaarders die kunnen werken zijn
aan de slag of worden daarop voorbereid.
Gemeente heeft voorbeeldfunctie als het gaat om
arbeidsgehandicapten.
Jeugd: 15 procent heeft hulp nodig, daar moet
altijd geld voor zijn.
Wonen en voorzieningen: Woonruimte
creëren voor studenten is hard nodig. Kan
door onverhuurde kantoorruimte te benutten.
Dorpsvernieuwingfonds waarmee bewoners zelf
aan de slag kunnen.
Bijzonder in verkiezingsprogramma
Armoede-aanpak voor kinderen. Wie naar school
gaat en geen fiets kan betalen, krijgt die van de
gemeente. Geldt ook voor arme gezinnen zonder
computer.
Opmerkelijke campagneactiviteit
Een gesprek met studenten van Inholland leverde
50 post-it’s met wensen en ideeën op.
Prognose uitslag
Ik ga uit van negen of tien van de 39 zetels.
Over vier jaar…
is Alkmaar een dynamische en zorgzame stad
met minder kinderen in de armoede.
Twitter: @PaulPvdAAlkmaar
Website: pvdaalkmaar.nl
Alkmaar
Oss
in de keuken van
GSGEMEENTEN
Maak k­ ennis met de PvdA-­lijsttrekkers
in de herindelings­gemeenten.
MILLINGEN, UBBERGEN, GROESBEEK
Lijsttrekker: Wouter Struijk (26)
Raadslid in Spijkenisse
sinds 2010. Studeert
bestuurskunde (masterfase)
aan de EUR. Heeft eigen
bedrijfje IQuizzen. Lid
partijbestuur PvdA. Relatie
met Kim. Hobby: tennis. ‘Betrokken,
vastberaden en fanatiek.’
Drijfveer in de politiek
Ik wil onrechtvaardigheid bestrijden en
mensen helpen die het moeilijk hebben.
Lijsttrekker: Thieu Hoeken (64)
Raadslid in Ubbergen sinds
2008. Gepensioneerd.
Was docent Engels op
een scholengemeenschap
in Venray. Gehuwd,
geen kinderen. Hobby’s:
wielrennen, moderne kunst, reizen.
‘Enthousiast, gretig, breed georiënteerd en
inhoudelijk gericht.’
Drijfveer in de politiek
De oude leus van Joop Den Uyl: ‘Spreiding
van kennis, macht en inkomen’
Titel verkiezingprogramma
Altijd in de buurt!
Wat kan echt beter?
Wij gaan voor meer prestatie en minder
prestige. Grote projecten, zoals de
Boekenberg (bibliotheek), hebben de
afgelopen jaren erg veel geld gekost, daar
lopen we nu tegenaan.
Wat gaan jullie doen?
Zorg: Sociale wijkteams inzetten die
problemen ‘aan de voorkant’ signaleren
en voorkomen. Geen makkelijke slogans.
Zorgdebat met andere partijen organiseren.
Werk: We gaan in regionaal verband
een Plan van de Arbeid maken. Met het
bedrijfsleven in de havens aan tafel om
afspraken te maken over werk. Sollicitanten
helpen door Dress for Success te steunen.
Jeugd: Talentvolle jongeren voor onze
gemeente behouden door hier een
dependance van de Hogeschool Rotterdam
te vestigen.
Wonen: Woningbouw in de kernen richten
op ouderen en gezinnen. Kwaliteit en
leefbaarheid staan voorop.
Bijzonder in verkiezingsprogramma
Nisselab, een ontmoetingsplaats voor cultuur
en creativiteit.
Opmerkelijke campagneactiviteit
Ansichtkaart met ‘Groeten uit…’, waarop
concrete plannen voor de wijk staan.
Buurtborrel als afsluiting van onze
buurtonderzoeken.
Prognose uitslag
Ik ga uit van vijf tot zeven van de 37 zetels.
Over vier jaar…
is de PvdA Nissewaard een partij waar
niemand omheen kan en zijn we weer terug
in het centrum van de gemeentepolitiek.
Twitter: @WouterStruijk
Website: nissewaard.pvda.nl
Werknaam MUG, ca. 34.000 inwoners.
Op 19 november kunnen de inwoners in
een raadgevend referendum kiezen uit twee
namen: Groesbeek en Berg en Dal.
Foto Henk Baron
NISSEWAARD
(Spijkenisse en Bernisse)
ca. 85.000 inwoners
Titel verkiezingsprogramma
Iedereen telt en doet mee
Wat kan echt beter?
Landschap, toerisme en recreatie zijn
belangrijk voor onze gemeente. Daar moeten
we meer uithalen.
Wat gaan jullie doen?
Zorg: Dat de zorg naar de gemeente komt, is
voor ons als sociaaldemocraten een enorme
kans en uitdaging. Eén zorgloket.
Werk: Regionale aanpak werkgelegenheid.
Een goed functionerend Werkbedrijf waarin
de sociale werkvoorziening is opgenomen.
Jeugd: Cliëntenorganisaties betrekken bij de
jeugdzorg. Goed passend onderwijs.
Wonen en voorzieningen: De fusie moet de
dorpen versterken. Voorzieningen centreren
en uitbouwen. Leefbaarheid versterken.
Bijzonder in verkiezingsprogramma
We zetten onder meer in op
gezondheidstoerisme (wellness en
bewegen). Ons landschap nodigt uit tot actief
recreëren.
Opmerkelijke campagneactiviteit
We gaan het meer dan 40-jarige bestaan
van onze afdelingen vieren. Wandel- en
fietstochten met PvdA-leden door de huidige
drie gemeenten.
Prognose uitslag
We zouden heel blij zijn als we de resultaten
van de PvdA in onze buurgemeenten Mook
en Middelaar en Heumen zouden evenaren!
Over vier jaar…
zijn onze bewoners nóg trotser op hun
leefbare en vitale dorpen.
Twitter
Voorlopig @PvdA_MUG. Ik word binnenkort
digitaal opgevoed en krijg dan een eigen
twitteraccount.
Website: groesbeek.pvda.nl
MUG
Nissewaard
GERT ENGELKENS
RAADSLID IN OLDAMBT
GRONINGEN
Het belooft een mooie dag te worden op 25 juni. En inderdaad, als ik ’s middags vanaf
het station de Groninger binnenstad binnenloop, is al menig terrasje druk bevolkt.
Hoewel ik de verleiding nauwelijks kan weerstaan om ergens een kopje koffie te bestellen, meld ik mij - zoals afgesproken – tegen 13.00 uur op het stadhuis. Hier word ik
hartelijk ontvangen door de PvdA-fractie en haar voorzitter Carine Bloemhoff.
De tweede gemeente van Groningen is op bezoek bij de eerste gemeente van Groningen. Onder deze noemer kijk ik vandaag mee bij de gemeenteraadsvergadering in
‘De Stad’, zoals wij provincialen onze grote broer noemen. Even voor de duidelijkheid:
mijn gemeente Oldambt is met de herindeling per 1 januari 2010 qua inwoneraantal
de tweede gemeente van de provincie geworden. Al blijft Groningen met 200.000
inwoners wel vijf keer groter dan Oldambt.
Zoals in menig andere gemeente is de PvdA-fractie ook in Groningen na de verkiezingen flink uitgedund. Al spreken ze met zes zetels nog een aardig woordje mee. De
PvdA is ook vertegenwoordigd in het college van B&W, samen met de grote winnaar
D66, de VVD en (toch wel verrassend) GroenLinks.
De fractie heeft een half uur voor de raadsvergadering nog een kort fractieberaad en
dat blijkt geen overbodige luxe. Naast de nieuwe Zuidelijke Ringweg staat ook de
Voorjaarsnota voor vandaag op het programma en komen er meer dan 50 moties aan
de orde.
Om 14.00 uur neem ik plaats op de tribune, die tot mijn verbazing nog maar voor de
helft gevuld is. Zou dit komen door het vroege aanvangstijdstip? In Oldambt beginnen we pas als iedereen zijn werkkleren heeft verruild voor zijn ‘zondagse pak’ en de
kinderen door hun raadslidpapa of -mama naar bed zijn gebracht: 20.00 uur dus.
De lokale en provinciale pers is goed vertegenwoordigd en een paar plekken verderop
ontwaar ik zowaar ook meneer Kamminga. Deze ‘stadjer’ is de bedenker van een eventuele extra afrit op de nieuwe Zuidelijke Ringweg, waarmee er een directe aansluiting
tussen de Hereweg en de A28 zou moeten komen. De aansluiting moet ervoor zorgen
dat de omliggende wijken minder worden belast.Cruciale vraag deze middag: wat gaat
de Groninger PvdA met dit punt doen? De andere collegepartijen, GroenLinks, D66 en
de VVD, hebben zich een dag eerder via de media al uitgesproken tegen de extra afrit.
De PvdA zal vanmiddag in de raadszaal duidelijk maken wat ze ervan vindt.
Motie denkpauze
Wat allereerst opvalt is dat de raadsfracties zich hier houden aan de spreektijd en dat
daardoor de vergadering vrij gestructureerd verloopt. Als ik – via een twitterbericht –
voorstel om dit binnenkort maar eens in de Oldambtster gemeenteraad te proberen,
ontstaat er al gauw een heftige discussie tussen mederaadsleden, politieke volgers en
journalisten van RTV Noord en Groot Groningen. Uitkomst: liever nog vandaag dan
morgen. Als de PvdA via woordvoerder Sebastiaan Ruddijs uiteindelijk laat weten dat
ook de sociaaldemocraten niet voor de Kamminga-variant zijn (het plan heeft voordelen, maar voor andere straten weer nadelen en bovendien kost het héél veel geld) is er
geen meerderheid en is de druk van de ketel.
Onder strakke regie (maar ook met de nodige humor) van raadsvoorzitter Ruud
Vreeman worden de vele moties in stemming gebracht. Termen als ‘akoestisch gat’,
‘de Esperanto doorgang’ en een motie ‘denkpauze’ passeren nog de revue, maar de
spanning is er dan echt al wel vanaf. ‘Uiteindelijk’, zegt een buurman tegen mij, ‘wordt
hier vandaag gesproken over een besluit dat hier niet genomen wordt’. Wat blijkt: het
oordeel van de raad gaat nu naar een stuurgroep met daarin de gemeente, provincie
en Rijkswaterstaat. Deze stuurgroep oordeelt later over het definitieve tracé. In het
najaar neemt de minister uiteindelijk het tracébesluit. Wordt vervolgd dus!
Conclusie van deze middag: het is heerlijk om eens vanaf de zijlijn naar een andere
gemeenteraad en het functioneren daarvan te kijken. Natuurlijk zijn de structuren
en protocollen anders. Maar in feite is de basis hetzelfde: als gemeenteraad samen
komen tot zorgvuldige en goede besluitvorming voor je inwoners.
Vind jij het ook leuk om een kijkje te nemen in de politieke keuken van een andere gemeente,
provincie of waterschap (groot of klein, dichtbij of verder weg) en wil je daarover een column
in Lokaal Bestuur schrijven? Stuur dan een mailtje naar de eindredactie, [email protected]
Foto Henk Baron
LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014
7
SOCIALE WIJKTEAMS
LANDINGSBAAN VOOR
DE DECENTRALISATIES?
Foto Hollandse Hoogte
De Vrijheidswijk in Leeuwarden. Sociale wijkteams ondersteunen in de Leeuwarder wijken bij praktische zaken zoals het afhandelen van de administratie.
Maar ook bij het ontplooien van initiatieven die de wijk vooruit kunnen helpen.
In de opmaat naar de decentralisaties schieten
de sociale wijkteams als paddenstoelen uit de
grond. In Leeuwarden zijn ze hier in 2007 al mee
begonnen. In het kader van haar onderzoek naar
sociaaldemocratisch decentraliseren liep Naomi
Woltring namens het CLB een dagje mee met
sociaal wijkteam Nijlân en Huizum, twee wijken
in Leeuwarden.
In een flatje in Huizum, een wijk
aan de rand van Leeuwarden,
woont een mevrouw van 69. Ze
loopt moeizaam, heeft weinig
sociale contacten en vorige
maand is haar kat overleden.
Ze praat nog steeds tegen hem.
Ze zet een lijstje met foto’s van
het rood-witte beest naast zich
op de bank wanneer ze samen
met sociaal werker Dora de
officiële post van deze maand
doorneemt: de huurtoeslag, de
zorgverzekering, de gemeentebelastingen. Op de fiets terug naar
kantoor zegt Dora: ‘Er wordt vaak
gedacht dat je eenzame mensen
uit hun isolement haalt door activiteiten voor ze te organiseren.
Dat is niet zo. Je moet er voor
ze zijn, jaar in jaar uit maandelijks een uurtje langsgaan en zo
vertrouwen opbouwen. Eenzame mensen komen niet voor
de bingo. Het gaat om gewoon
menselijk contact.’
80-20-5 regel
Ik ben op pad met een sociaal
werker van het wijkteam Nijlân
en Huizum. In wijkteams als
deze werken zogenaamde ‘frontlijn generalisten’: sociaal werkers
die mensen ondersteunen bij
het dagelijks leven. Ze helpen
bijvoorbeeld bij het invullen van
formulieren, maar ook bij het
opstarten van initiatieven die
een wijk ten goede komen. De
wijkteams moeten onder andere
NAOMI WOLTRING
PROJECTLEIDER CLB SOCIAALDEMOCRATISCH DECENTRALISEREN
8
dienen als een landingsbaan voor
de drie decentralisaties. Ze gaan
uit van de 80-20-5 regel. 80 procent van de mensen weet zich
prima te redden. 20 procent heeft
ondersteuning nodig op diverse
levensgebieden, waarvan 5 procent specialistische hulp nodig
heeft. De wijkteams ondersteunen die 20 procent volgens het
principe één gezin, één plan, één
hulpverlener. Zo nodig verwijst
de sociaal werker ze door naar de
specialistische zorg, maar houdt
daarbij zelf de regie over die
extra ingevlogen hulptroepen.
Doel of middel
‘Voor veel gemeenten is het
oprichten van een wijkteam
momenteel een doel op zich,
maar je moet eerst nagedacht
hebben over de functie van
die teams. Anders werken ze
niet. Wijkteams zijn een middel, geen doel.’ Aan het woord
is Nynke Andringa, teamleider
van het wijkteam Zuidwest. In
Leeuwarden is daar goed over
nagedacht. Toen er in 2007 extra
geld beschikbaar kwam voor de
wijkaanpak in de Vogelaarwijk
Heechterp Schieringen, besloot
het gemeentebestuur te gaan
experimenteren met integraal
werkende wijkteams om zo
praktische hulp te bieden op alle
leefgebieden.
De sociale wijkteams van
Leeuwarden werken vanuit
verbondenheid. Ze staan voor
wederkerigheid, medemenselijkheid en aanwezigheid. ‘Niet
agressief disciplineren maar juist
respectvol aansluiten, aanvoelen
en meebewegen. Om vervolgens,
op basis van de relatie die uit het
contact voortkomt, de mensen te
ondersteunen bij het zoeken naar
hun eigen krachten. Sommige
mensen vinden het geitenwollensokken-achtig klinken,’ zegt
Nynke Andringa, ‘maar dat is het
niet. Dit is gewoon wat het beste
werkt.’ In de praktijk betekent
dit dat er over een lange periode
contact is, zoals Dora doet met
de 69-jarige vrouw. Het betekent ook dat de sociaal werker
vraagt wat het eigen netwerk
kan doen wanneer een inwoner
zich met een probleem meldt bij
het wijkteam. Zo kan het zijn dat
je vader, die aan de andere kant
van het land woont, eens in de
drie weken de boodschappen
voor je komt doen en dat je ex de
financiële administratie bijhoudt,
blijkt tijdens een bijeenkomst
van het CLB en de PvdA Leeuwarden over de decentralisaties.
Preventie
De Leeuwarder wethouder
Andries Ekhart is een groot
voorstander van de sociale
wijkteams. ‘We hebben de media
tegen en de pech dat we landelijk in een coalitie zitten met de
VVD. Maar we schaffen de ver-
zorgingsstaat niet af, we richten
hem anders in. Daartoe zijn de
wijkteams een middel. We gaan
van aanbodgerichte zorg naar
vraaggerichte zorg, van rechtszekerheid naar bestaanszekerheid.’
Hij noemt het voorbeeld van een
oudere man die om een traplift vroeg. ‘Het enige probleem
was dat hij moeite had om de
stofzuiger boven te krijgen. De
oplossing was twee stofzuigers,
niet een traplift.’ De wijkteams
Eenzame mensen
komen niet voor
de bingo, maar
voor gewoon
menselijk contact
besteden bovendien veel aandacht aan preventie van problemen. ‘Met elke euro die je steekt
in preventie bespaar je 1,40 euro
in de uitvoering.’
Beleidsbingo
Terwijl de toon van het debat
over de decentralisaties in Den
Haag steeds paniekeriger wordt,
zijn zowel in de lokale politiek
als in de welzijnssector ‘loslaten’ en ‘op je handen zitten’
veelgebruikte termen in het
beleidsbingo. De politiek moet
zich vooral niet te veel bemoeien
met de wijkteams, lijkt de teneur.
Maar als je doorvraagt, blijkt dat
niet te kloppen. De wijkteams
willen korte lijnen en beleid dat
geënt is op de praktijk. Zoals
de wijkteams er willen zijn voor
hun cliënten, zo willen de sociaal
werkers ook dat de raad, de
ambtenaren en de wethouders er
voor hen zijn. Weten wat er speelt
in de praktijk, dat zorgt voor het
beste beleid. Dus zit ambtenaar
afgevaardigde
Amaryllis
De Leeuwarder wijkteams zijn onderdeel van Amaryllis,
een coöperatie die is opgericht door een aantal Leeuwarder
welzijnsorganisaties. De organisaties verplichten zich
tot het kosteloos detacheren van personeel bij de
wijkteams. Inmiddels hebben de welzijnsinstellingen zich
teruggetrokken uit Amaryllis. De wijkteams ontwikkelen zich
de komende twee jaar tot zelfstandig functionerende teams:
werknemerscoöperaties. Vervolgens wordt het team lid van de
coöperatie van wijkteams: Amaryllis.
De overgang naar de wijkteams betekent dat de individuele
welzijnsorganisaties een stuk kleiner worden en mogelijk zelfs
moeten sluiten. Medewerkers van de welzijnsinstellingen
kunnen mogelijk in de wijkteams terecht als sociaal werkers.
Zie het filmpje ‘Amaryllis definitief h264’ op YouTube, te vinden
via https://www.youtube.com/watch?v=pu0C23B7n6Y
LUTZ JACOBI
LID PVDA-FRACTIE TWEEDE KAMER
WOORDVOERDER NATUUR & WATER
[email protected]
Vakgroepen
De sociaal werkers uit de Leeuwarder wijkteams zijn afkomstig
uit verschillende welzijnsorganisaties en hebben vanuit die
achtergrond allemaal hun eigen specialisme. De één financieel,
want die werkte eerst bij de Kredietbank, de ander jeugd, want
die zat in het jongerenwerk. Voor veel problemen waarvoor het
wijkteam wordt ingeschakeld is het genoeg om generalistisch
sociaal werker te zijn. Zo niet, dan vraag je een collega met
expertise om raad.
Om hun vakkennis op peil te houden en te delen, hebben
sociaal werkers vakgroepen opgezet waarin zij proberen hun
specialisme te onderhouden. Zo zitten de financieel specialisten
in de vakgroep financiën. Deze vakgroep is zelfstandig en
bedenkt zelf hoe zij hun specialisme bewaken.
Meer lezen?
Informatie over de Leeuwarder wijkteams is te vinden in
de publicatie Amaryllis. Welzijn nieuwe stijl in praktijk, te
downloaden op het besloten deel van de CLB-website www.
lokaalbestuur.nl.
VAN LEVENSBELANG
D
e strijd voor schoon drinkwater is bij uitstek een sociaal­
democratische strijd.
Schoon drinkwater is essentieel voor onze gezondheid en
daarom van levensbelang. Tegelijkertijd is schoon drinkwater
de afgelopen decennia minder vanzelfsprekend geworden. Door
onder andere winningen en boringen is onze bodem de afgelopen
jaren meer en meer aangetast. Daarnaast wordt het steeds drukker
onder de grond. Allerlei belangen strijden om voorrang: kabels,
leidingen, zout- en gaswinning en ga zo maar door. Hierbij lijken we
het allerbelangrijkste soms uit het oog te verliezen: 60 procent van
ons drinkwater komt uit het diepe grondwater en 40 procent uit het
oppervlaktewater.
Waterbedrijf Vitens luidde een paar weken geleden de noodklok:
het kost steeds meer moeite om ons drinkwater aan de hoge
Nederlandse kwaliteitsstandaard te laten voldoen. Sterker nog, meer
dan de helft van de drinkwatervoorzieningen voldoet op dit moment
al niet meer aan de normen voor de basiskwaliteit! Vervuiling van
het water door industrieën, (dier-)geneesmiddelen, overbemesting en
chemische bestrijdingsmiddelen zorgen ervoor dat zuivering van het
water steeds moeilijker, ingewikkelder en duurder wordt. En dat het
steeds moeilijker wordt om, zelfs met ingewikkelde technologie, het
water te zuiveren.
Voldoende zoet water voor onze drinkwatervoorziening, maar ook
voor de landbouw en de industrie is van levensbelang. Minister
Schultz van Haegen van Infrastructuur & Milieu vindt dat zelf ook,
maar wilde het aanvankelijk niet wettelijk borgen. Daarom heeft de
PvdA in een motie specifiek gevraagd om drinkwater te benoemen
als nationaal belang in de Structuurvisie Ondergrond (Strong).
Van nationaal belang betekent: ‘een onderwerp dat nationale
baten en/of lasten heeft, de doorzettingsmacht van provincies en
gemeenten overstijgt, provincie- of landsgrensoverschrijdend is en
waarbij internationale verplichtingen zijn aangegaan.’
Marloes Schreur (de projectleider die verantwoordelijk is voor
welzijnscoöperatie Amaryllis, zie
kader) bij het teamleidersoverleg
van de sociale wijkteams. De
teamleiders brengen praktijksituaties in die ze hebben aangetroffen. Die vinden via het overleg
hun weg naar de verantwoordelijke ambtenaren. Beleid ontstaat
dus niet meer in de beslotenheid van het stadhuis, maar
wordt gevoed door de dagelijkse
Om te voorkomen dat er strijd kan ontstaan met de Structuurvisie
Schaliegas, hebben we ook een motie ingediend om de positie
van drinkwater daarin vast te leggen. Daarmee is drinkwater
gelijkwaardig geworden aan andere nationale belangen, zodat het
niet zonder meer onder het vloerkleed kan worden geschoven!
Tenslotte moet de wettelijke bescherming van ons drinkwater later
ook nog in de nieuwe Omgevingswet worden opgenomen.
Wij zijn de hoeder
van waarden, niet
de moeder van de
maatregelen
ervaringen van de wijkteams.
Dat teamleider Nynke Andringa
nauw betrokken is bij de regionale politiek en gelijkwaardig
met wethouders en raadsleden
spreekt, versterkt de positie van
de wijkteams. Het zorgt voor
korte lijntjes. Terwijl ik Nynke
interview op het terras wordt ze
nog even gebeld door een ambtenaar. Hoe zit het met zus en zo?
De ene na de andere ambtenaar
en wethouder fietst voorbij. Als
ze haar zien, zwaaien ze.
Ombudsfunctie
Dé manier om als raad invloed uit
te oefenen op het beleid is door
mee te lopen met de wijkteams,
gevoed te worden door wat daar
speelt en op die manier beleid
bij te sturen. ‘We moeten de
eersten zijn die signaleren wat
er niet goed gaat en dat aanhangig maken, onze ombudsfunctie
vervullen,’ stelt de Leeuwarder
fractievoorzitter Tamara Bok. ‘En
dat is ook nog eens goed voor
je zichtbaarheid als raadslid.
Foto Naomi Woltring
Sociaal werker Dora van der Veen gaat op bezoek bij
een bewoonster van de wijk Huizum in Leeuwarden.
Mensen moeten zien waar we
ons voor inzetten en weten waar
ze ons kunnen vinden.’
Kindje van de PvdA
De PvdA ging de gemeenteraadsverkiezingen in met de belofte van een zachte landing voor
de decentralisaties. Die verkiezingen verloren we, op veel plaatsen verzwakte onze positie of
kwamen we zelfs in de oppositie,
waardoor de PvdA in de meeste
gemeenten die zachte landing
niet kan garanderen. In Leeuwarden, waar we de herindelingsverkiezingen in 2013 wonnen, zit
de PvdA wel in het college. Ze
heeft daar 12 raadszetels. Tamara
Bok: ‘Als PvdA'ers staan we voor
bestaanszekerheid, goed werk,
verheffing en binding. Brengen
de decentralisaties die waarden
in gevaar? Wij zijn de hoeder van
waarden en niet de moeder van
de maatregelen. Als een maatregel die we zelf bedacht hebben
niet de oplossing is, moeten we
er afscheid van durven nemen
en een andere oplossing proberen te vinden.’ Nynke Andringa
beaamt dat. ‘Wij ondersteunen
mensen precies bij bestaanszekerheid, goed werk, verheffing
en binding,’ aldus Andringa.
‘De wijkteams kunnen echt een
kindje van de PvdA zijn.’
Water is kwetsbaar, daar moet je geen onnodige risico’s mee nemen.
Het is zo essentieel en van levensbelang dat Nederland volgens mij
als geheel als waterwingebied aangewezen zou moeten worden. Net
zoals in Duitsland het geval is. Het kabinet gaat op verzoek van de
PvdA hierover in overleg met de watersector.
We werken met betrekking tot ons drinkwater al jarenlang vanuit het
principe van ‘end-of-pipe maatregelen’ (maatregelen die genomen
worden om het milieu te verbeteren nadat afvalstoffen zijn geloosd).
De ontwikkelingen en vooruitgang die dit op vele terreinen met zich
meebrengt is goed, maar moeten ondergeschikt zijn aan schoon
drinkwater, omdat dat een levensvoorwaarde voor ons allemaal is.
Solidariteit en bewustzijn zijn hiervoor noodzakelijk.
Schoon drinkwater is kwetsbaar, wordt ernstig bedreigd en is niet
vanzelfsprekend! Wij moeten hierin als sociaaldemocraten in de
Tweede Kamer, provincies, gemeenten en waterschappen het verschil
maken.
REACTIES WELKOM
Wil je reageren op wat je in deze Lokaal Bestuur leest?
Laat het ons weten. Zorg ervoor dat je mailtje uiterlijk
maandag 6 oktober in ons bezit is, dan kunnen wij dat in het
novembernummer plaatsen. Alle andere kopij voor dat nummer
moet eveneens maandag 6 oktober binnen zijn.
Je kunt je bijdrage sturen naar Leonie Wildeman, email:
[email protected]
De sluitingsdatum voor het december/januarinummer is
maandag 10 november.
LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014
9
OOK WATERSCHAP HEEFT
KEUKENTAFEL NODIG
Illustratie Timothy Schelhaas
Bij gemeenten is burgerparticipatie een vanzelfsprekend
verschijnsel. Ook de waterschappen zouden vaker het gesprek
met burgers aan moeten gaan, zo stelt Jacques Wallage. Hij houdt
een pleidooi voor een grotere invloed van burgers op het werk van
de waterschappen.
In het debat over de toekomst
van de waterschappen neem ik
een overzichtelijke positie in.
Zoals de Amerikanen zeggen: If
it ain’t broken, don’t fix it. Geen
problemen oplossen die er niet
zijn. Voorstellen om bijvoorbeeld
het bestuur van de waterschappen onder te brengen bij de
provincies hebben onvoldoende
relatie met de uitdagingen waar
waterschappen werkelijk voor
staan. Het gaat om een gespecialiseerde overheid, eentje die zich
concentreert op de kwaliteit van
het water, de veiligheid en (steeds
meer) op de bredere ecologische
betekenis van watermanagement.
En de waterlopen volgen nu
eenmaal niet de provinciale of gemeentelijke grenzen. De kwaliteit
van het werk van de waterschappen staat niet echt ter discussie.
Internationaal bezien wordt in dit
lage en natte land een prestatie
van formaat geleverd.
Knopen
Zijn er dan helemaal geen problemen? Die zijn er wel en ze vormen als het ware de achterkant
van de gespecialiseerde en goed
werkende voorkant. Hoe knoop je
die wereld van deskundigen en
vaak ook techneuten aan de ver-
tegenwoordigende democratie?
Anders gezegd: hoe zorg je voor
een democratische aansturing?
Pogingen om die band nieuw leven in te blazen via rechtstreekse
verkiezingen zijn tot dusver geen
overtuigend succes. De nieuwste
vondst, gelijktijdige verkiezingen
voor Provinciale Staten en de waterschappen, heeft in ieder geval
het voordeel dat aanzienlijk meer
mensen de moeite zullen nemen
ook hun stem voor het waterschap uit te brengen. Het biedt
tijdens de campagne de gelegenheid het belang van waterschappen breder aan de orde te stellen.
En politiek biedt het kansen de
balans tussen kosten en baten
publiekelijk aandacht te geven.
Wie behoort wat te betalen en
welke rol kan draagkracht daarin
spelen? Maar ook als dankzij een
hogere opkomst een iets steviger draagvlak zou ontstaan, is
daarmee een andere vraag nog
niet beantwoord. Want net als de
andere overheden ontdekken ook
waterschappen dat representatieve democratie nog niet betekent
dat mensen zich vertegenwoordigd en betrokken voelen. Het
is één van de kernvragen in een
land met een steeds beter opgeleide, geïndividualiseerd levende
JACQUES WALLAGE
OUD-VOORZITTER TWEEDE KAMERFRACTIE, OUD-BURGEMEESTER
­GRONINGEN, VOORZITTER VAN DE RAAD VOOR HET OPENBAAR BESTUUR
10
bevolking: hoe vertegenwoordig
je een volk dat zich vooral zelf wil
vertegenwoordigen?
Internetpanels
Het verdient aanbeveling de band
tussen burger en waterschap niet
te versmallen tot de vertegenwoordigende democratie. Slechts
2,5 procent van de Nederlanders
is lid van een politieke partij, de
betrokkenheid bij partijen wordt
steeds incidenteler, waardoor
de professionals in de politiek
makkelijk geïsoleerd raken van
Het water is te
belangrijk om
alleen aan het
waterschap over
te laten
hun achterbannen. Daarom is het
goed dat bij de diverse werkzaamheden van waterschappen
op tal van plaatsen in het land
direct betrokkenen, omwonenden,
geïnteresseerden en deskundigen
de kans krijgen om hun waterschap te beïnvloeden. Met internetpanels, aan de keukentafel
of in het ouderwetse gymlokaal
waar de slingers van de vijfentwintigjarige bruiloft nog hangen.
Het zijn belangrijke aanvullingen
op wat de representatieve democratie te bieden heeft.
Soms is burgerparticipatie
verplicht, bijvoorbeeld op grond
van de Kaderrichtlijn Water, al
houdt de creativiteit waarmee dat
gebeurt nog niet over. Wat kan er
beter? Lok bij de agendavorming
een bredere inbreng uit, leg de
afwegingen waarvoor een waterschap staat eerlijk uit, spring niet
meteen naar één oplossing, maar
probeer het probleem gezamenlijk
te definiëren. Denk in keuzes en
scenario’s en schrijf daarbij niet
meteen zelf, als waterschap, het
bord vol. Burgers hebben feilloos
door of ze alleen maar worden gebruikt voor een zekere legitimatie
of dat de dialoog consequenties
heeft en dus wat voorstelt. En het
gaat om wezenlijke vraagstukken:
de kwaliteit van ons water, de
opvang van overtollig water, recht
doen bij waterschapswerken aan
de eisen die natuur en milieu stellen. Het water is te belangrijk om
alleen aan het waterschap over te
laten…
Dialoog
Vaak zijn georganiseerde belanghebbenden, ook politieke
partijen zoals de PvdA, niet zo
gecharmeerd van meer open
planprocessen. De burger is ook
een ongewisse factor, de humeuren kunnen zo maar omslaan, de
publiciteit en het rumoer op de
sociale media heb je als georganiseerde partij nu eenmaal
niet in de hand. Toch zullen alle
instituties er aan moeten wennen:
het is niet meer voldoende in een
bestuursvergadering besluiten te
nemen. Draagvlak ontstaat door
te investeren in een proces, in een
betekenisvolle dialoog. Het is net
als bij de gemeente: een meerderheid in de raad betekent nog niet
dat er in het hoofd en hart van
burgers ook draagvlak is.
En naast meer oog voor vormen
van directe democratie en betrokkenheid kunnen de besturen van
waterschappen nog veel doen
aan het versterken van de band
met gemeente- en provinciebesturen. Het gaat om collegaoverheden. Die willen graag op
tijd geïnformeerd worden en zien
jaarverslagen niet als de meest
swingende wijze waarop betrekkingen georganiseerd kunnen
worden. Wat de gespecialiseerde
overheid, het waterschap, moet
laten merken is dat ze hecht aan
de betrokkenheid van gemeenteraden en Staten, dat ze investeren
in dat contact en een dialoog
organiseren op momenten dat
deze er nog toe doen.
Publieke verantwoordelijkheid
Met de manier waarop wij in ons
land de verantwoordelijkheid voor
het water al eeuwen hebben geregeld is niets mis. Grote hervormingen schieten hun doel voorbij,
maar een andere werkwijze is wel
nodig. Deze moet niet vanuit de
technische deskundigheid, maar
vanuit de publieke verantwoordelijkheid vorm krijgen. Daar horen
open en betekenisvolle betrekkingen bij met burgers, boeren,
milieuactivisten en met de volksvertegenwoordigers bij andere
overheden. De bredere inbedding
in milieubeleid en ecologie maakt
dat vanuit de waterschappen
(en daar kan het bestuur van het
schap veel aan doen!) de externe
verbindingen net zo belangrijk
moeten worden gevonden als de
interne technische capaciteiten.
Want hoe trots we op het product
ook kunnen zijn, uiteindelijk bepaalt de kwaliteit van het proces
de mate van draagvlak in de
samenleving.
INTUSSEN OP
Verzameld door Leonie Wildeman
dilemma
Elke maand legt Lokaal Bestuur een stelling of dilemma aan je
voor. Vorige keer was dat:
VERBOUWING WONING
Als kersvers benoemde burgemeester heb je een huis
gekocht in je nieuwe gemeente. Een mooi huis, maar
het moet stevig worden verbouwd. In het college wordt
je meegegeven dat het in de gemeenschap zeer op
prijs zal worden gesteld als de verbouwing zal worden
uitgevoerd door een lokaal bouwbedrijf, die kunnen in
deze crisisperiode iedere opdracht goed gebruiken. Een
eerste niet onaantrekkelijke offerte ligt al in je postvak.
Maak je een afspraak?
We kregen de volgende reacties:
Maarten Divendal,
burgemeester
De Ronde Venen
zijn van een soort ‘gedwongen
winkelnering’, maar van een vrije
keuze.
Dit is een dilemma
dat ik pragmatisch
zou benaderen. Twee jaar geleden zijn wij verhuisd. Genoeg
dilemma's en niet alleen over
zaken als het verhuisbedrijf of
de aannemer. Er moeten veel
meer keuzes gemaakt worden,
bijvoorbeeld naar welke school
je kinderen gaan, bij wie je de
boodschappen doet. Doe je een
grote aanschaf binnen of buiten
je gemeente? Voor zaken als de
verhuizing of een deel van de
verbouwing, die vallen onder de
vergoedingsregeling, vind ik het
verstandig om meerdere offertes te vragen omdat je je moet
verantwoorden. Verder moet het
vooral bij jou en je gezin passen.
Voor ons betekent dat veelal
ondernemers binnen de eigen
gemeente, in de kern waar wij
wonen. Op deze manier burger je
snel in. Een keuze voor de één is
daarbij niet automatisch een afwijzing voor de ander, dat kun je
ook laten blijken als dat nodig is.
Marieke Moorman,
burgemeester
Bernheze
Annemiek Jetten,
burgemeester
Sluis
UITBREIDING REDACTIE
Na een lange zoektocht heeft
de redactie Maarten Divendal
bereid gevonden om de redactie
van Lokaal Bestuur te komen
versterken. Maarten is al lange
tijd actief in de lokale politiek.
Hij startte zijn politieke carrière
in 1986 als gemeenteraadslid
in Heemstede. Vanaf 2004 is hij
zes jaar wethouder geweest in
Haarlem en momenteel is Maarten
burgemeester in de gemeente
De Ronde Venen. Wij hopen op een
mooie samenwerking!
Ook Leonie Wildeman komt de
redactie versterken. De meesten
van jullie herkennen haar naam
waarschijnlijk wel, want ze is sinds
drie jaar werkzaam als office- en
communicatiemedewerker van
het Centrum voor Lokaal Bestuur.
Omdat eindredacteur Jan de Roos
medio 2015 met pensioen gaat,
draait zij de komende tijd mee in
de redactie om de kneepjes van het
vak te leren.
Onlangs hebben mijn
echtgenoot en ik een
mooi appartement betrokken in
één van de vele kernen van de
gemeente waar ik sinds een jaar
burgemeester ben. Het appartement behoefde enige aanpassingen waarvoor we deels externe
partijen wilden inschakelen.
Omdat we met de keuze voor
huisvesting in één van de kernen
binnen de gemeente natuurlijk al
bij anderen teleurstellingen hadden veroorzaakt, wilden we bij de
verbouwing ook bedrijven vanuit
de andere kernen betrekken.
Daarnaast wilden we natuurlijk
geen bevoordeling ontvangen op
grond van mijn functie. Voor mij
als burgemeester dus lastig maar
voor mijn echtgenoot, die een
andere naam draagt, veel gemakkelijker. Een tip die ik dan ook
mee wil geven: laat een ander de
contacten leggen en maak pas
nadat de afspraken zijn gemaakt
duidelijk dat het om de woning
van de burgemeester gaat.
Dick de Cloe,
voormalig
burgemeester
Schoonhoven en
Bergen op Zoom
Het is best begrijpelijk dat het
in je gemeente op prijs wordt
gesteld wanneer een lokale aannemer de opdracht krijgt. Maar in
plaats van een afspraak te maken
kun je beter offertes vragen bij
meerdere bedrijven. Dit kunnen
bedrijven uit jouw gemeente
zijn, maar een onderneming uit
een andere gemeente kan ook in
aanmerking komen.
Er is niets mis mee om zaken te
doen met een bedrijf uit je eigen
gemeente, zolang je het zelf maar
kunt verantwoorden, er geen
­cliëntelisme meespeelt en je er
een goed en integer gevoel bij
hebt. Er moet dus geen sprake
Deze casus is voor mij
uit het leven gegrepen! Sinds de zomer
woon ik in een fijn huis in mijn
nieuwe gemeente Bernheze, na
een fikse verbouwing van enkele
maanden.
Ik maak niet alleen een afspraak
met dit bouwbedrijf, maar vraag
ook enkele andere bedrijven om
een offerte uit te brengen. Daar
zitten zeker lokale bedrijven bij,
maar wellicht ook eentje van buiten de gemeente. Het bedrijf met
het beste bod (prijs, kwaliteit, tijd)
mag de verbouwing gaan doen.
Overigens doe ik dit niet zelf,
maar laat de gesprekken over aan
mijn man, die een andere achternaam heeft. Bedrijven weten
zo (hopelijk) niet dat ze met de
burgemeester van doen hebben.
Op die manier meen ik zoveel mogelijk neutraliteit in te bouwen.
Marian JagerWöltgens,
burgemeester
Opsterland
Ik zou altijd twee of
drie offertes vragen
waarbij de lokale component,
samen met de kwaliteit en
kosten, zeker een rol mag spelen.
Het zou kunnen dat ik één
bedrijf uit de gemeente vraag en
één daarbuiten, of twee uit de
gemeente en één van buiten. Dit
is afhankelijk van de plaatselijke
situatie. Als een ondernemer zich
proactief opstelt en een offerte
uitschrijft, zou ik hem bedanken
en zeggen dat er meerdere offertes worden opgevraagd en dat
ik op basis daarvan bekijk met
wie ik verder zal praten. Het lijkt
mij van belang om zelf de regie
te houden en zaken zo zuiver
mogelijk af te wegen.
Annette Bronsvoort,
burgemeester
Oost Gelre
De suggestie om een
lokale aannemer het
huis te laten verbouwen, spreekt
mij aan. Zoals het (vrijwel altijd)
passend is om je boodschappen en zaken te doen in je eigen
gemeente, zo geldt dat ook voor
de verbouwing van een huis. Je
kunt niet met iedereen zaken
doen en dat je hierin keuzes
maakt is vanzelfsprekend.
Waar het om gaat is dat er een
eerlijke en reële prijs tot stand
komt. Het moet voor de aannemer geen verschil maken
of hij met inwoner x of met de
burgemeester zaken doet. Om dit
gemakkelijker te maken zou ik
niet zelf onderhandelen maar dit
overlaten aan een adviseur, met
de opdracht om op basis van tenminste twee offertes een voorstel
te doen. De offerte die al in de
bus ligt zou ik opzij schuiven.
Ook zou ik niet kiezen voor de
aannemer met wie de gemeente
recentelijk zaken heeft gedaan.
Het is verstandig een eventuele
schijn van belangenverstrengeling te voorkomen.
Tjerk Bruinsma,
burgemeester
Alphen a/d Rijn
Met dit dilemma kan
elke nieuwbakken
burgemeester te maken krijgen
en het hoeft zich niet alleen voor
te doen bij het verbouwen van je
woning. Het uitgangspunt moet
zijn: bespreken in het college en
bij twijfel niet aan beginnen.
In ieder geval moet je voorkomen
dat een aanbieding in verband
gebracht wordt met je functie,
en daardoor latere besluiten zou
kunnen beïnvloeden. Daarnaast
is het van belang dat je niet
ingaat op enkelvoudige aanbiedingen, maar altijd meerdere
offertes aanvraagt. Het liefst ook
uit andere gemeenten. Tenslotte
is er één behulpzame vuistregel:
welke kop vind je in de lokale
krant als je ingaat op de aanbieding? Als het antwoord je niet
bevalt, doe het dan niet!
Commentaar
van
Gert-Jan Leerink
Dick de Cloe heeft
gelijk: Er is niets mis
mee om zaken te
doen met een bedrijf
uit je eigen gemeente, zolang het
je eigen keuze is, je het zelf kunt
verantwoorden, er geen cliëntelisme meespeelt en je er een
goed en integer gevoel bij hebt.
Maar het omgekeerde is net zo
goed waar. Je hebt als burgemeester een publieke functie. Als
je het gevoel hebt dat je (zorgvuldig gemaakte) keuze voor
een bedrijf toch tot scheve ogen
kan leiden, doe je er verstandig
aan dit gevoel nadrukkelijk bij je
overwegingen te betrekken. Het
laatste waar je als burgemeester
op zit te wachten is gedoe, al
is het in jouw ogen misschien
gedoe om niets. In alle gevallen
doe je er goed aan om je overwegingen te delen met het college.
Volgende maand deze stelling:
Het idee van burgemeester Pieter Broertjes om gespreide
gemeenteraadsverkiezingen mogelijk te maken, verdient
steun van de PvdA.
De maand daarna dit dilemma:
De gehele gemeenteraad wordt door de populaire plaatse­
lijke FC uitgenodigd om te komen kijken naar de voetbal­
topper van het seizoen. ‘We zouden het zeer op prijs stellen
als u onze gast wilt zijn. Vanaf 17.30 uur vertellen we u
onder het genot van een goede maaltijd graag iets meer
over onze vereniging en vanaf 19.30 uur hebben we een
plek voor u gereserveerd op de eretribune.’ Als raadslid
weet je dat het gesprek aan tafel ongetwijfeld zal komen op
de ambitieuze toekomstplannen van de club, die natuurlijk
nog wel even gefinancierd moeten worden. Neem je de
uitnodiging aan?
Mail je reactie (max 150 woorden) en foto naar [email protected]
LOKAAL BESTUUR / OKTOBER 2014
11
de achterkant
< Oude Glorie
Jong Talent >
Gesprekken met voormalige PvdA-bestuurders
uit gemeente en provincie over toen en nu, en met
jonge PvdA’ers over politiek en toekomst.
TEKST EN FOTO: JAN DE ROOS
De deur van het fraaie stadhuis (1730) van
Harlingen staat op deze regenachtige zomerdag
wagenwijd open voor bezoekers. Een receptiebalie
is er niet en je hebt geen toegangspasje nodig
om een kijkje te nemen. Toeristen doen dat graag.
‘Laatst stond er plotseling een groepje Duitsers in
mijn werkkamer. Mijn Duits is niet zo best, maar ik
heb ze uiteraard wat verteld over het stadhuis en
over onze gemeente. Wij hebben hier de hoogste
monumentendichtheid per km² van heel het land’,
zegt Hein Kuiken trots. Hein is sinds mei van dit
jaar wethouder in het Friese elfstedenstadje en de
jongste PvdA-wethouder van Nederland. Hij zetelt
op de eerste verdieping. Zijn kamer geeft toegang
tot de raadhuistoren. ‘Daar trek ik me soms terug
om een sigaretje te roken of om het carillon even
aan te raken.’ Nu kan dat niet, want de toren
en het stadhuis worden gerestaureerd. Om
de bouwvakkers niet te laten schrikken is het
carillon tijdelijk tot zwijgen gebracht.
Redelijk compromis
Hein is Harlinger van geboorte, de oudste
van een gezin dat verder twee tweelingen
telt. Zijn vader zat bij de marine. Politiek
speelde thuis geen rol. Heins belangstelling
daarvoor ontstond toen hij economie en later
geschiedenis ging studeren. ‘De keuze voor
links was snel gemaakt. Ik zag en zie de
sociaaldemocratie als een redelijk compromis
tussen wat theoretisch wenselijk en praktisch
mogelijk is. Wiebe van Dijk, fractielid en een
oude rot in de Harlingse PvdA, nodigde me uit
om een keer een vergadering bij te wonen. In
2006 heb ik me aangemeld voor de kandidatenlijst.
Ik dacht: dat wordt plaats 36 of zo, maar ik kwam op
vijf en werd met voorkeurstemmen gekozen. Ja, dan
moet je natuurlijk aan de bak.’
Voetbalkooien
Eénentwintig - en daarmee de jongste - was Hein
toen hij raadslid werd. Hij kreeg het druk, want
naast zijn studie werkte hij bij een zoutfabriek
en later als ijzerwerker bij een scheepswerf. ‘Dat
was nodig om financieel het hoofd boven water te
kunnen houden. Ik had twee linkerhanden, maar
door hard werken kreeg ik het ijzerwerken onder de
knie. Het was zwaar en vies werk. Als ik ’s middags
om vier uur thuis kwam, was ik helemaal kapot.
Toch is het een prachtige tijd geweest. Mijn studie
heb ik uiteindelijk gestaakt en wat het werk betreft
ben ik overgestapt naar een metaalbedrijf.’
Hein kijkt met plezier terug op zijn eerste
raadsperiode (2006-2010). ‘We hadden een sterke
positie: zes zetels in de raad en een wethouder.
Als beginnend raadslid kreeg ik de ruimte om
speelgelegenheden en voetbalkooien te realiseren.
Dankzij de PvdA kwam er een royaal minimabeleid.
Jongeren uit arme gezinnen konden gratis sporten.’
Bizarre periode
‘In 2010 verloren we helaas drie zetels en kwamen
we in de oppositie. Dat was even slikken. Vijf
partijen die samen een krappe meerderheid hadden,
vormden een regenboogcoalitie. Eén van die
partijen was Frisse Wind. Die wilde de uitbreiding
12
HEIN
KUIKEN (30)
van een afvalverwerkingscentrale in de Harlinger
haven tegenhouden, al kon dat helemaal niet.
Uiteindelijk stapten ze uit de raad, hun drie zetels
bleven onbezet.’
‘Bizar was dat wij in die tijd oppositie voerden
tegen het college, terwijl daar wel een PvdA’er
deel van uitmaakte.’ Hein, die toen fractievoorzitter
was, doelt op Maria le Roy, oud-gedeputeerde van
Zeeland. Zij zat met steun van de regenboogcoalitie
in het college, maar iedereen wist dat zij PvdAlid was, al werd dat op de gemeentelijke website
verzwegen. ‘Ik kon dat aan de mensen op straat niet
uitleggen en heb het PvdA-partijbestuur gevraagd
om deze rare constructie onmogelijk te maken.
Jacqueline Kalk, de secretaris van het Centrum voor
Lokaal Bestuur, steunde me, maar het partijbestuur
wilde er niet aan. Er kwam niet
Hein (in het bakje) bezig met het demonteren van de leuning van de
raadhuisbrug. (Foto Joachim de Ruijter)
eens een reactie op mijn verzoek om een gesprek.
Daar ben ik nóg pissig over. Met Maria le Roy als
persoon heeft het niets te maken hoor. Zij zit nu
voor Harlinger Belang samen met mij en met CDAwethouder Harry Boon in het college, en dat gaat
prima. Maria (die haar lidmaatschap van de PvdA
inmiddels heeft beëindigd, JdR) is een heel capabele
bestuurder.’ En Frisse Wind? ‘Die heeft in maart jl.
niet meer meegedaan aan de verkiezingen. Ik denk
dat die mensen hier nog steeds met het schaamrood
op de kaken rondlopen.’
Al met al was 2010-2014 voor Hein een moeilijke tijd.
‘De raad was verdeeld in twee kampen en er waren
voortduren clashes. Ik heb toen wel eens getwijfeld
of ik nog wel door zou gaan.’ Maar Hein bleef en bij
de verkiezingen van maart jl. boekte de PvdA een
goed resultaat; zij kreeg - geheel tegen de landelijke
trend in - 1 procent stemmen erbij, behield drie
zetels en bleef nipt de grootste partij in Harlingen.
‘Als we twintig stemmen meer hadden behaald,
hadden we zelfs vier zetels gehad. Ik denk dat de
kiezer ons heeft beloond omdat we de afgelopen
jaren goed zichtbaar waren. We verschuilen ons niet
achter papier maar laten ons op straat zien.’
Sociaal beleid
Telde het vorige college twee wethouders - naast
Maria le Roy was er nog een tweede PvdA’er (Peter
Glasbeek) op het pluche gekomen -, nu zijn het er
drie. Is dat niet een beetje veel voor een gemeente
van 15.000 inwoners? Hein: ‘Wij vonden dat er
een wethouder bij moest, die zich helemaal kon
vastvreten in de komende decentralisaties. Onze
taken en verantwoordelijkheden nemen fors toe. Ik
ga als wethouder onder meer over zorg en welzijn,
werk en inkomen en jeugd- en ouderenbeleid. De
inkomens van de meest kwetsbare groep burgers
staat enorm onder druk. Er worden meer eigen
bijdragen gevraagd en het zorgaanbod wordt
minder. Er zal onvermijdelijk enige verschraling
optreden, bijvoorbeeld in de huishoudelijke hulp.
Daar maak ik me zorgen over. Bovendien heeft
Harlingen meer dan 10 procent werklozen, dat is
boven het Friese gemiddelde. Dat wil ik aanpakken
door ons toeristisch profiel uit te diepen en door
te investeren in leer- en ontwikkeltrajecten voor
jongeren, zodat ze straks een betere kans
hebben op de arbeidsmarkt.’
Inspiratie
Als ik hem vraag welke PvdA’ers hem
inspireren, komt Hein op de proppen met drie
namen: ‘Jan Sijbenga, die hier wethouder was
van 1998 tot 2010. Een rustig en redelijk man,
dat is tegenwoordig al heel wat. Verder Wiebe
van Dijk, die ik al noemde, een man van de
straat die heel goed is in het ombudswerk.
En landelijk Jan Schaefer, een doener en
straatvechter.’ Of Hein ook op langere termijn
werkzaam wil blijven in het openbaar bestuur?
‘Ik weet het nog niet. In ieder geval ben ik
erg gebonden aan Harlingen. Ik woon hier
samen met mijn vriendin Corrie. Harlingen is
de plaats waar ik wortel heb geschoten en die
wortels trek je er niet zomaar uit. Ik denk nog vaak
aan de werf waar ik heb gewerkt. Mensen met vier
kinderen die met 1500 euro moesten rondkomen.
Helaas is die werf inmiddels failliet. Maar ik zou er
rennend weer naar toe willen, zó mooi vond ik het
om daar te werken. Dat blijft trekken.’ Er komt een
brede lach op zijn gezicht. ‘Weet je dat ik de leuning
van die mooie brug hier voor het stadhuis nog met
mijn eigen handen heb gerestaureerd?’
Hein Kuiken
Geboren op 24 mei 1984 te Harlingen
Opleiding en studie: VWO profiel economie en
maatschappij RSG Simon Vestdijk te Harlingen (19962002), economie (2002-2003) en geschiedenis (20032005 en 2007-2009) RU Groningen (niet afgemaakt)
Werk: medewerker Frisia Zout (2006-2010), ijzerwerker
Intervak Scheepswerf en Constructie (2003-2011),
metaalbewerker Visser Metal Products (2011-2014)
Politiek: raadslid Harlingen (2006-2014),
fractievoorzitter (2010-2014). Wethouder sinds mei
2014, portefeuille werk en inkomen, zorg en welzijn,
jeugd en ouderenbeleid, onderwijs en cultuur
Hobby's: voetballen (spits bij FC Harlingen), kaatsen,
fan van de Rolling Stones