Agendapunt 02: Mededelingen / Stukken ter kennisname Portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit Datum 26 november 2014 Kenmerk informerend 2.1 Stand van zaken ingediende zienswijze t.b.v. A27 Op 8 juli jl. heeft de regio een zienswijze t.b.v. MER project / Tracewet procedure INLEIDING A27 Houten-Hooipolder. INHOUD OPDRACHT Regio West-Brabant heeft een zienswijze ingediend inzake de procedure MER A27 HoutenHooipolder. Op dit moment worden alle zienswijzen verwerkt. Hiervoor dienen bij Rijkswaterstaat interne kwaliteitstoetsen te worden gevolgd. Formeel gezien zouden de antwoorden pas bij publicatie OTB/MER ter visie moeten worden gelegd. Maar de indieners worden eerder in kennis gesteld. Voorzien is dat we alle antwoorden medio januari 2015 gepubliceerd kunnen worden. BESLUIT Kennisnemen van de stand van zaken 2.2 Stand van zaken DelTri Het DelTri-overleg heeft bestuurlijk de wens uitgesproken om met een bijstelling INLEIDING van de agenda te komen voor de komende jaren. Naar aanleiding van nieuwe trends en ontwikkelingen op mondiale schaal is door het Havenbedrijf Rotterdam (HbR) haar toekomstvisie op onderdelen aan een bijstelling toe. De groeiverwachtingen blijken minder dan verwacht en de scenario’s moeten worden bijgesteld. HbR gaat zich oriënteren op nieuwe activiteiten binnen het havengebied, zoals het maken van een belangrijke verduurzamingsslag, kijken naar ondermeer de markten op LNG, CO2 en Biobased economy gerelateerde activiteiten. Het belang van goed functionerende Achterlandverbindingen worden voor de toekomst cruciaal. Ook de uitrol van de Havenstrategie Moerdijk moet na de besluitvorming in de provincie verder vorm en inhoud gaan krijgen. Het in gang zetten van ontwikINHOUD kelingen als LPM en het Railservicecenter zijn belangrijke speerpunten binnen de OPDRACHT DelTri-regio. Vervolgens zal de ruimte voor economische ontwikkelingen mbt. drie grote bedrijvenparken als Reijerwaard, Dordtse Kil en LPM meer in onderlinge afstemming moeten worden gerealiseerd. Gezien de beperktere economische groei vraagt dit niet alleen afstemming, maar mogelijk zelfs een fasering in de realisatie van deze parken irt. de mainport Rotterdam. Tot slot hebben de bestuurders van de DelTri-regio zich uitgesproken over het aansluiten van Zeeland bij DelTri. Hiervoor worden de komende tijd oriënterende gesprekken gevoerd met Havenbedrijf Zeeland Seaports en Provincie Zeeland. BESLUIT Kennisnemen van de stand van zaken 2.3 Stand van zaken BO-MIRT Het BO-MIRT 2014 is gesplitst in een Directeurenoverleg MIRT Brabant en een Bestuurlijk overleg MIRT Brabant. Onderstaand een terugkoppeling van beide INLEIDING agenda’s. INHOUD OPDRACHT BESLUIT Directeurenoverleg MIRT Brabant (15 oktober 2014). - De minister van I&M wil per 2015 een landsdeling Bestuurlijk MIRT voeren, waarbij Brabant en Limburg worden samengevoegd voor één overleg. De provincies hebben aangegeven dit niet te willen, maar de verwachting is dat dit wel wordt doorgezet. - In een zogenoemde “strategische pitch over Brabant als top kennis- en innovatieregio” zal gedeputeerde Y. de Boer niet alleen ingaan op het MIRT onderzoek Brainport Avenue, de bereikbaarheid Eindhoven Airport/Alderstafel en de ruit Eindhoven, maar zal ook het onderzoek Maintenance Valley aan de orde komen. - Voor West-Brabant belangrijke dossiers die tijdens het directeurenoverleg aan de orde komen, zijn: * Monitoring knooppunt Zoomland en A4/A58 bij Bergen op Zoom. De eerste rapportage wordt in mei 2015 verwacht. * Verdiepend onderzoek Maintenance Valley. Het rijk zal aanhaken via de Ruimtelijke Economische Ontwikkelstrategie (REOS) en de Beleidsverkenning versterking vestigingsklimaat Nederland (BVNL). * Railterminal Moerdijk. Is aangegeven als kansrijk project, maar omdat het rijk over dit onderwerp nog niet intern heeft gesproken, wordt geen standpunt ingenomen. * Buisleidingen. De provincie wil in het kader van de TEN-t calls aan de voor- en achterkant steun van het rijk als er een TEN-t aanvraag wordt ingediend. Dit is nog niet door het rijk toegezegd. Bestuurlijk overleg MIRT Brabant (13 november 2014). Bespreekstukken: - Vernieuwing MIRT en landsdeling overleg. - Strategische pitch over Brabant als top kennis- en innovatieregio. - MIRT-onderzoek Brainport Avenue 2020-2040 (incl. bereikbaarheid Eindhoven Airport/Alderstafel). - Ruit Eindhoven. Hamerstukken: - Waterveiligheid Maas en Zoetwatervoorziening hoge zandgronden ZuidNederland/Maasstroomgebied. - Maintenance Valley. - Buisleidingen. - Herijking spoor. Kennisnemen van de stand van zaken. 2.4 Werkbezoek Mobiliteit d.d. 28 januari 2015 In vorig portefeuillehoudersoverleg d.d. 25 juni jl. is toegezegd om een werkbezoek INLEIDING te organiseren. Werkbezoek stond gepland d.d. 20 oktober jl. en helaas moest dit onderzoek wegens onvoorziene omstandigheden worden geannuleerd. Het werkbezoek is INHOUD verplaatst naar 28 januari 2015. Het programma betreft een ochtenddeel met OPDRACHT afsluitend een lunch. Het werkbezoek zal geheel in het teken staan van het onderwerp Openbaar Vervoer o.a. OV-concessie en NS plannen. Kennisnemen van datum werkbezoek BESLUIT 2.5 Terugkoppeling Platform Verkeer en Vervoer Het Platform komt twee keer per jaar bij elkaar. Het komende overleg is op 5 december a.s. De bestuurlijke deelnemers vertegenwoordigen de GGA’s, SRE INLEIDING (gem. Helmond), OV (gem. Tilburg), BrabantStad (gem. ’s-Hertogenbosch), ministerie I&M (ambtelijk) en niet-overheidsorganisaties (ANWB, VVN, BZW en BMF). De gedeputeerde is voorzitter. Het overleg van 5 december zal gaan over de resultaten van het BO-MIRT, de OVontwikkelagenda Netwerk Brabant, de nieuwe OV-concessies per 14 december en de voortgang van de Brabantroute. Tijdens het vorige overleg op 11 september jl. is afgestemd over het Bestedingsplan BDU en de Brabantse overlegtafels over mobiliteit. M.b.t. dit laatste INHOUD OPDRACHT is een toelichting gegeven over het Netwerkprogramma BrabantStad. Verslag van overleg d.d. 11 september jl. is ter info bijgevoegd. De agenda voor eerstvolgend PVV zal een week voor het overleg van 5 december worden rondgestuurd. Voor deze regio zal dit worden toegestuurd aan de voorzitter, dhr. Lok. Kennisnemen van de terugkoppeling BESLUIT 2.6 Reactie gemeente Zundert op regionaal verkeersmodel Gemeente Zundert heeft per brief d.d. 11 november jl. een reactie gestuurd op INLEIDING regionaal verkeersmodel. In bijgaande brief treffen jullie de reactie van gemeente Zundert op het regionale verkeersmodel. Dit naar aanleiding van de vragen en opmerkingen van Martijn INHOUD OPDRACHT Heynickx (Provincie Noord-Brabant) die via de e-mail van de heer van Oirschot d.d. 28 oktober as. zijn ontvangen. Kennisnemen van de bijgevoegde brief BESLUIT 2.7 Nieuwsbrief implementatie OV concessies INLEIDING Er is t.b.v. implementatie OV concessies een nieuwsbrief rondgestuurd. Bijgevoegde nieuwsbrief is gestuurd naar alle contactambtenaren Mobiliteit van de INHOUD OPDRACHT gemeenten. Kennisnemen van de bijgevoegde brief BESLUIT Agendapunt 03: Vaststelling conceptverslag portefeuillehoudersoverleg d.d. 25 juni 2014 Portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit Datum 26 november 2014 Kenmerk besluitvormend INLEIDING INHOUD OPDRACHT BESLUIT Vaststelling conceptverslag Portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit d.d. 25 juni 2014 Bijgevoegd treft u het conceptverslag aan van portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit d.d. 25 juni 2015. Instemmen met conceptverslag d.d. 25 juni 2014 Agendapunt 04: Presentatie knelpuntenanalyse rijkswegennet West-Brabant Portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit Datum 26 november 2014 Kenmerk Besluitvormend / informerend INLEIDING INHOUD OPDRACHT De afgelopen periode is een knelpuntenanalyse voor het rijkswegennet West-Brabant. Samen met de knelpuntenanalyse voor A58 vormt deze de basis voor een concreet uitvoeringsprogramma. De knelpuntenanalyse naar de overige rijkswegen is afgerond. De resultaten en conclusies zijn bijgevoegd. Knelpunten in West-Brabant vinden momenteel plaats op belangrijke knooppunten in de Achterlandverbindingen/Corridors dwars door de regio. Niet alleen ondervindt de regio hierdoor bereikbaarheidsproblemen. Ook de mainports Rotterdam en Antwerpen, inclusief havens als Moerdijk, Vlissingen en Terneuzen ondervinden deze hinder richting het Achterland. RWB heeft zienswijze in de Tracéwet-procedure (OTB-MER) ingediend ten aanzien van Knooppunt Hooipolder (A27/A59). Dit om een ruimere interpretatie van aanpassingen op het knooppunt en toeleidende wegvakken mogelijk te maken. Het is nu zaak om zo snel mogelijk samen met Provincie Noord-Brabant en Rijkswaterstaat te komen tot concrete verbetervoorstellen en uitvoeringsplan. Daarnaast wil RWB samen met PNB en RWS/I&M een monitoringsprogramma voor de rijkswegen in West-Brabant opzetten. Dit conform de afspraak in BO-MIRT Zeeland 2013 met betrekking tot A58 in verband met openstelling A4. BESLUIT Kennisnemen van de resultaten en conclusies uit de knelpuntenanalyse rijkswegennet West-Brabant en de volgende punten vast te stellen: 1. In samenwerking met Provincie Noord-Brabant en Rijkswaterstaat/Ministerie monitoringsprogramma opzetten voor de West-Brabantse rijkswegen (A4, A16, A17, A27, A58, A59). 2. Naar aanleiding van de gevonden knelpunten samen met Provincie NoordBrabant en Rijkswaterstaat medio 2015 een verbeter- en uitvoeringsplan opstellen voor de korte termijn. Naast de benoemde quick wins voor de A58 moeten daarbij ook quick wins worden opgenomen voor de overige knelpunten op met name de A16, A27 en A59. 3. Actieve aansluiting met InnovA58 organiseren mbt. verbeter- en uitvoeringsplan. Agendapunt 05: Brabantstad Portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit Datum 26 november 2014 Kenmerk Informerend 5.1. Terugkoppeling BrabantStad overleg d.d. 14 oktober 2014 INLEIDING INHOUD OPDRACHT BESLUIT Op de (korte) agenda van de Stuurgroep Netwerkprogramma Brabantstad stonden voor West-Brabant als mogelijk belangrijke zaken de volgende punten: - Voorbereiding BO MIRT - Beter Benutten Voorbereiding BO MIRT Voor een terugkoppeling over dit agendapunt zie 2.3 Beter Benutten Beter Benutten 1.0. Tijdens het overleg is de voortgangsrapportage van Beter Benutten 1.0 gepresenteerd, waarbij bij de projecten uit BB 1.0 geen grote afwijkingen van de eerder vastgestelde planning zijn te melden. Ten aanzien van de financiën van de projecten uit BB 1.0 lijkt het erop dat er een aanzienlijk bedrag overblijft. Momenteel loopt er een inventarisatie binnen de verschillende projecten of dit inderdaad zo is en wordt het vermoeden bevestigd, dan worden er met het rijk afspraken gemaakt om deze financiën over te hevelen naar Beter Benutten 2.0 Beter Benutten 2.0 Voor een terugkoppeling over de stand van zaken zie agendapunt 5.2 Kennisnemen van de stand van zaken 5.2. Stand van zaken Beter Benutten 2.0 INLEIDING Algemeen. - In een brief aan de TK heeft de minister van I&M aangegeven een vervolg op Beter Benutten 1 te willen geven. Voor de periode 2015 tot 2018 heeft zij 300 miljoen ter beschikking gesteld. - Begin maart 2014 is de Bereikbaarheidsverklaring door het bestuurlijk trio (minister, gedeputeerde en de CEO van NXP Nederland) getekend, waarin de kaders en ambities voor elke regio zijn vastgelegd. - Het Rijk hecht eraan de bereikbaarheid van de belangrijkste stedelijke economische centra te verbeteren en de doorstroming op de weg te bevorderen, waarbij de leefbaarheid (met name in de steden) een belangrijk thema is. Ambitie. - De aanpak van Beter Benutten 2.0 richt zich op de verbetering van de bereikbaarheid en dit gebeurt door te sturen op een verbetering van de reistijd van deur tot deur, met name door: o Een betere spreiding over de dag in het gebruik van de infrastructurele netwerken. o De beschikbare capaciteit van deze infrastructurele netwerken optimaliseren en deze netwerken slim(mer) met elkaar verbinden. - De ambitie is om de komende jaren de bereikbaarheidsproblemen op de grootste knelpunten met 10% te verbeteren t.o.v. een situatie zonder Beter Benutten 2.0. - Brabant legt binnen Beter Benutten 2.0 de focus op: o Intelligente Transport Systemen en de ITS-corridor RotterdamFrankfurt-Wenen. o Logistiek en goederenvervoer. o Multimodale bereikbaarheid van de stedelijke gebieden. - Voor Beter Benutten 2.0 Brabant is een totaalbedrag van circa 76 miljoen beschikbaar, waarbij 50% van de investeringen door het Rijk worden betaald en 50% door de Brabant/Regio/Gemeenten. Werkwijze. - De werkwijze bij Beter Benutten 2.0 bestaat uit meerdere stappen, zijnde: o Een verkeerskundige analyse (uitgevoerd door het Rijk), waarbij gekeken wordt naar de sterk vertraagde ritten. Hierbij wordt uitgegaan de Mobiliteitsscan. o Een stakeholdersanalyse (uit te voeren door Rijk en Regio), waarbij een selectie wordt gemaakt van de doelgroepen die mogelijkerwijs bij kunnen dragen aan de oplossingen. o Een gedragsanalyse (uit te voeren door Rijk en Regio), waarbij per doelgroep een analyse wordt gemaakt hoe deze doelgroepen mogelijkerwijs bij kunnen dragen aan de oplossingen. o Definiëren van oplossingsrichtingen (uit te voeren door Rijk en Regio), waarbij een pakket van maatregelen wordt samengesteld voor de knelpunten. o Vaststellen van het (regionale) maatregelenpakket (door Rijk en Regio). INHOUD OPDRACHT Met behulp van de Mobiliteitsscan is vastgesteld dat de opgave voor de regio Brabant met name ligt in en rond de B5-steden. In de verkeerskundige analyse is vervolgens vastgesteld dat het overgrote deel van de vertraagde naar de B5gemeenten beginnen binnen de gemeentegrenzen of net daarbuiten, waarna voor ieder stedelijk gebied de prioritaire corridors zijn bepaald. Voor deze prioritaire corridors zijn vervolgens maatregelenpakketten opgesteld, die zijn beoordeeld aan de hand van Beter Benutten-criteria, zijnde: - Bijdragen aan de doelstelling; - Kosteneffectief; - Primair gericht op gedragsbeïnvloeding (de reiziger centraal); - Kansenbenadering; - Uitvoerbaarheid. De maatregelenpakketten zijn ingedeeld aan de hand van 3 speerpunten (multimodale stedelijke bereikbaarheid, Intelligent Transport Systems en Logistiek). Dit heeft geleid tot een Brabants maatregelenpakket dat nu ter toetsing aan het rijk is voorgelegd. BESLUIT Planning: - 19 november 2014, ondertekening van een 4-tal plannen van aanpak uit het Brabantse maatregelenpakket, waarbij het met name gaat om Brabantbrede projecten. - Eerste helft van december 2014, circa 4 plannen van aanpak uit het Brabantse maatregelenpakket zijn klaar voor een ‘eindbeoordeling door het rijk’, waarbij het met name gaat om stedelijke projecten. - Eind januari 2015, ondertekening van de genoemde plannen van aanpak voor de stedelijke projecten. - Medio 2015, ondertekening van de landelijke ITS-projecten. e - Medio 2015 een 3 tranche voor mogelijke (stedelijke) projecten. Kennisnemen van de stand van zaken Agendapunt 06: Stand van zaken Openbaar Vervoer Portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit Datum 26 november 2014 Kenmerk Informerend / besluitvormend 06.1 Vertegenwoordiging Strategisch ontwikkelteam (SOT) Vanaf 14 december zal Arriva in West-Brabant het busvervoer gaan verzorgen. Dit gebeurt volgens de dienstregeling zoals die van kracht was aan het begin van de aanbesteding. Op een beperkt aantal locaties zijn desondanks wijzigingen doorgevoerd die samenhangen met de actualiteit. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het nieuwe busstation in Breda. Met de betreffende gemeenten is inmiddels overleg geweest. Tijdens het geplande werkbezoek op 28 januari 2015 zal Arriva zich presenteren. INLEIDING De eerste helft van 2015 zal in het teken staan van de nieuwe dienstregeling. Hoe het proces om daartoe te komen er precies uit ziet is nog niet bekend. De nog te vormen ontwikkelteams spelen daarbij een rol, zowel op strategisch, tactisch als operationeel niveau. De eerste stap is nu de vorming van het strategisch ontwikkelteam. De provincie heeft de GGA’s in de OV-concessies West en Oost gevraagd een wethouder te leveren voor het strategisch ontwikkelteam OV (het SOT). Het SOT bestaat uit de gedeputeerde, directeur Arriva, vz. ROB , wethouders B3, portefeuillehouder SRE en twee wethouders namens de kleine/middelgrote gemeenten/de beide concessies. Het SOT komt tweemaal per jaar bij elkaar om over visie en kaders voor de OV-ontwikkeling te praten. West-Brabant en OostBrabant stemmen de voordracht onderling af. INHOUD OPDRACHT BESLUIT De GGA’s Westelijk Noord-Brabant en Breda vallen samen onder de regio WestBrabant. Vanuit mobilteit is de voordracht afgestemd met KCV. Omdat wij in West een integrale benadering van (vervoers)vraagstukken belangrijk vinden, stellen wij voor een portefeuillehouder verkeer en vervoer voor te dragen die ook zitting heeft in de bestuurscommissie KCV (vanwege belangen OV en Wmo/KMO). Mede op basis van dit gegeven stelt mobiliteit voor om Patrick van der Velden van Bergen op Zoom, wethouder verkeer en vervoer en lid bestuurscie KCV, voor te dragen voor het SOT. Bovendien heeft Bergen op Zoom met een eigen stadsdienst een substantieel belang bij OV, is de gemeente zeer actief in OV/KMO. Wethouder Akinci van Breda is als een van de B3 vertegenwoordigers al lid van het SOT. Dat betekent dat er zowel vanuit de GGA Westelijk Noord-Brabant als Breda een vertegenwoordiger is in het SOT. Wethouder Van der Velden is benaderd en heeft aangeven zich beschikbaar te willen stellen. In te stemmen met het voordragen van Wethouder van der Velden als lid van het Strategisch Ontwikkelteam namens de regio West-Brabant. 6.2 Ontwikkelagenda Openbaar vervoer In Brabantstad verband is gestart met het opstellen van een Ontwikkelagenda OV. Brabant heeft de ambitie tot de Europese top van (industriële) kennis- en innovatieregio’s te behoren. Om dit waar te kunnen maken, is het nodig het stedelijk netwerk in Brabant te ontwikkelen tot een samenhangend netwerk van elkaar aanvullende steden met een goed vestigings- en leefklimaat. Met de steden INLEIDING als groeiende motoren voor economische ontwikkelingen. Op die manier kan de agglomeratiekracht versterkt worden, zodat het netwerk beter in staat is hoogwaardige bedrijven en goed opgeleide werknemers vast te houden en aan te trekken. Brabant kent kansen en bedreigingen vanuit verschillende trends en ontwikkelingen. Deze vragen om gerichte acties. We zullen het stedelijk netwerk selectief, maar slim moeten versterken. We kunnen daarbij gebruik maken van de mechanismen als ‘borrowed/ shared size’ en ‘borrowed quantities’. Door het versterken van verbindingen en inzetten op complementariteit kunnen steden en regio’s als het ware kracht en kwaliteit ‘lenen’ van andere, vaak nabijgelegen steden en regio’s. Dit leidt tot twee hoofdopgaven: 1. Het versterken van de connectiviteit met Europese economische kernregio’s om ons heen (als Vlaamse Ruit, Ruhr-Rijngebied maar ook nationaal met bijvoorbeeld de Noord- en Zuidelijke Randstad) ter versterking van het ruimtelijk economisch vestigingsklimaat; 2. Het versterken van de connectiviteit tussen de Brabantse steden: het ‘daily urban system’ van Brabant. INHOUD OPDRACHT Jaarlijks vindt met het ministerie overleg plaats over de Rijks- en regionale opgaven op de zgn. BO MIRT tafel. Sinds afgelopen jaar wordt voor de spoordossiers, voorafgaand aan het BO MIRT, een apart overleg georganiseerd de zgn. LTSA (Lange Termijn Spoor Agenda) conferentie. Deze ontwikkelagenda met activiteitenprogramma vormt de input voor deze twee overleggen. We moeten als Brabant dus onze belangen, ambities en eigen inzet goed onderbouwen om met het ministerie (en andere partners) het gesprek over gezamenlijke kansen/ koers, samenwerking en investeringen. We moeten daarmee niet alleen zicht hebben op wat we van het ministerie vragen, maar met een totaalaanbod van de regio komen wat wij ook als verantwoordelijkheid en investering gaan doen. Naast deze aanleiding en urgentie vanuit het Rijk, ligt er ook binnen de provinciale organisatie een opdracht om tot een actualisatie van het OV netwerk Brabant te komen en PS daarover te informeren in 2014/ 2015. Tevens zal de ontwikkelagenda gebruikt worden als bouwsteen voor het nieuwe bestuursakkoord 2015-2019 (en is het binnen mobiliteit een van de belangrijkste studies die op dit moment wordt gedaan). Daarmee past het ook in de samenwerkingsagenda Brabant Bereikbaar, waarbij het programma OV netwerk BrabantStad 1 van de lijnen is om BrabantStad bereikbaar te houden. In deze ontwikkelagenda zien we dat de focus van de hoofdopgaven en de afbakening zich richt op de zgn./ in de OV-visie benoemde ruggengraat van het OV systeem (Spoor, HOV en knooppunten). In verhouding tot de OV visie vormt dit een nadere uitwerking om te komen tot een gezamenlijk maatregelenpakket. Uiteraard zal dit nadrukkelijk gebruikt gaan worden in het strategisch ontwikkelteam: (in mijn woorden) visie op de bovenkant van het Ov systeem. De opdracht bestaat uit 2 fasen: de eerste fase is bijna afgerond en bevatte vooral veel analyse naar de Brabantse situatie, typologie naar hiërarchie in het netwerk (verbindingen en knopen) en een aanzet voor kansen naar de toekomst. De tweede fase gaat vanaf oktober starten en daarin willen we naar concrete, afgewogen en gedragen maatregelenpakketten (de AGENDA) gaan komen. De bedoeling is dat in de komende maanden de overige gemeenten hierbij, in eerste instantie ambtelijk, worden betrokken. Hiervoor worden in november en december ateliers georganiseerd. De ateliers zijn in ieder geval bedoeld om (in de tweede fase) oplossingsrichtingen/ maatregelen te bedenken voor de knelpunten en kansen die er liggen vanuit de analyse van de eerste fase. De ateliers zijn in ieder geval interessant voor Bergen op Zoom, Breda, Etten-Leur, Oosterhout en Roosendaal. Maar ook andere geïnteresseerde gemeenten zijn welkom. In het contactambtenarenoverleg is een toelichting gegeven over de ontwikkelagenda. In een later stadium zal deze ook in het portefeuillehoudersoverleg worden gepresenteerd. BESLUIT Kennis te nemen van de stand van zaken. Agendapunt 07 GebiedsGerichte Aanpak (GGA) portefeuillehoudersoverleg Mobiliteit Datum 26 november 2014 Kenmerk 7.1 besluitvormend, 7.2 informerend 7.1 Vaststelling regionale uitvoeringsprogramma’s GGA regio Breda en GGA regio Westelijk Noord-Brabant 2015 INLEIDING Op 10 september 2013 stelde GS de nieuwe subsidieregeling verkeer en vervoer vast. Met de Subsidieregeling Verkeer en Vervoer Noord-Brabant voert de provincie de Wet Brede Doel Uitkering (BDU) uit. Met deze regeling kunnen projecten worden uitgevoerd die bijdragen aan het behalen van de doelen uit het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan. De regionale uitvoeringsprogramma’s 2014 zijn vorig jaar voor het eerst aan de hand van deze nieuwe regeling tot stand gekomen. De nieuwe subsidieregeling werkt met name met normbedragen, maar ook maatwerk is nog steeds mogelijk. Jaarlijks stelt u vòòr 1 december het concept regionaal uitvoeringsprogramma vast. Hieronder treft u een beschrijving van het proces aan en een toelichting op de projectenlijsten. De projectenlijsten zijn als bijlagen bijgevoegd. Beschrijving van het proces In de maanden februari en maart 2014 zijn er bij de contactambtenaren en bij de overige betrokkenen evaluatiepunten geïnventariseerd ten behoeve van het opstellen van het regionaal uitvoeringsprogramma 2015. Deze evaluatiepunten zijn in maart jl. bij de provincie kenbaar gemaakt. Dit en de resultaten van de door de provincie georganiseerde workshops hebben rond de zomervakantie geleid tot een minimale inhoudelijke bijstelling van de regeling: de normbedragen van zowel de infrastructurele projecten als de mensgerichte maatregelen zijn op enkele punten aangevuld/ verduidelijkt en er zijn enkele gebruiksvriendelijke wijzigingen in het e-formulier doorgevoerd. Jaarlijkse evaluatie van de inhoud en het proces blijft belangrijk! KERN VOORSTEL Op 25 juni jl. stelde u de conceptspelregels vast. Deze spelregels zijn toegepast op het concept uitvoeringsprogramma 2015. Afspraak is dat er in 2014 met twee separate budgetten wordt gewerkt (budget GGA Breda en budget GGA Westelijk Noord-Brabant) en vindt er separate besluitvorming plaats. In 2014 wordt bezien of en op welke wijze beide budgetten bij elkaar gevoegd kunnen worden. Het jaar 2015 is het jaar van de gedragsbeïnvloeding van de doelgroep senioren. Door extra aandacht en middelen te geven aan deze doelgroep zetten wij ons Brabantbrede streven naar “nul verkeersdoden” voort. Ten aanzien van de regionale projecten voor het jaar van de senioren heeft u in juni jl. besloten voor regio Breda max. € 70.000 te reserveren en voor regio Westelijk Noord-Brabant max. € 40.000 te reserveren. Het gaat hierbij om de projecten scootmobieltraining, autotraining en fietstraining. In de maanden juni en juli zijn alle 18 gemeenten bezocht in het kader van het “rondje langs de velden”. Bij het “rondje langs de velden” komt de regio bij uw ambtenaar op bezoek. Deze gesprekken staan in het teken van advisering ten aanzien van de in te dienen projecten en het bespreken van de voortgang van de in uitvoering zijnde of afgeronde projecten om de subsidiegelden zo veel mogelijk te benutten. De sluitingsdatum voor het indienen van de in principe uitvoeringsgerede projecten was 1 september jl. In het ambtelijk overleg van september is er gediscussieerd over de financiële stand van zaken van 1 september. Het beeld gaf aanleiding om discussie te voeren over de samenvoeging van beide budgetten. Er is uiteindelijk geconcludeerd om u te adviseren voor het uitvoeringsprogramma 2015 niets te veranderen, dus zoals eerder afgesproken met separate budgetten te werken. Maar om in 2015 t.b.v. het regionaal uitvoeringsprogramma 2016 een goed onderbouwd voorstel tot samenvoeging van de budgetten uit te werken. Zowel de infrastructurele projecten als de mensgerichte maatregelen zijn getoetst door (leden van) de toetscommissie. De kaders hierbij zijn de provinciale subsidieregeling en de vastgestelde spelregels. In verband met de separate budgetten heeft elke GGA een eigen toetscommissie. De toetscommissie bestaat uit de volgende leden: verkeerskundigen van gemeenten en provincie, de GGA-coördinator van de provincie en medewerkers van de Regio West-Brabant. De infrastructurele projecten zijn getoetst op uitvoeringsgereedheid en inhoud (kwaliteit). Afspraak is dat de projecten uiterlijk 1 november jl. uitvoeringsgereed moesten zijn. De criteria m.b.t. uitvoeringsgereedheid zijn: - bestemmingsplanprocedure grondverwerving inspraakprocedure financiële dekking Openbaar Vervoer: schriftelijke instemming van de vervoerder Arriva. In het “spreekuur” kregen belanghebbenden de mogelijkheid hun infrastructurele projecten toe te lichten en heeft de toetscommissie aanvullende vragen gesteld. De ramingen van de maatwerkprojecten/ maatwerkonderdelen zijn getoetst op reële kosten om de subsidie zo veel mogelijk te benutten. Bij een normbedragenproject hoeft geen raming aangeleverd te worden, maar wordt getoetst of de gemeente het juiste normbedrag heeft ingevuld. Toepassing van de vastgestelde spelregels Er is voor regio Breda totaal € 5.013.100 beschikbaar en er is voor regio Westelijk Noord-Brabant totaal € 2.585.800 beschikbaar voor de regionale uitvoeringsprogramma’s 2015 en 2016. In het rekenmodel is de helft van dit budget uitgangspunt (basisprincipe 50/50). De infrastructurele projecten hebben met behulp van de PRIOR-methodiek een score gekregen. Deze methode maakt het mogelijk de afweging tussen de verschillende soorten projecten te objectiveren. Alle infrastructurele projecten op de lijsten scoren op de onderdelen bereikbaarheid en/ of leefbaarheid en/ of verkeersveiligheid. De hoogst scorende projecten staan bovenaan in de lijst. Ook dit jaar zijn er veel fietsprojecten ingediend. De PRIOR-score is letterlijk het cofinancieringspercentage dat het project krijgt (PRIOR-score = subsidiepercentage (max. 50%). Zo wordt op een directe wijze de kwaliteit van het project gekoppeld aan de bijdrage dat het mag krijgen uit het regionale budget. Bij regio Breda is voorgaande spelregel reeds toegepast op het regionaal uitvoeringsprogramma 2014, voor regio Westelijk Noord-Brabant is dit nieuw. Alle toegekende subsidiepercentages blijven binnen het maximum (voor infra 50%) en het minimum (25%). De laagste score die de PRIOR-methodiek kent, is score 27. Het laagst scorende project in het concept uitvoeringsprogramma van regio Breda scoort 35 punten en de hoogst scorende projecten hebben een score van 50. Bij het project “Reconstructie Bredaseweg” van de gemeente Drimmelen is een gemiddelde PRIOR-score toegepast, omdat dit project zowel een fietsproject als een verkeersveiligheidsproject is. Het laagst scorende project in het concept uitvoeringsprogramma van regio Westelijk Noord-Brabant scoort 37 punten en het hoogst scorende project heeft een score van 44. Wat betreft de mensgerichte maatregelen geldt voor regio Breda in principe een maximum van € 569.000 en voor regio Westelijk Noord-Brabant een maximum van € 241.500. Het subsidiebedrag voor regio Breda komt op € 589.600 en het subsidiebedrag voor regio Westelijk Noord-Brabant komt op € 247.700. Bij beide regio’s wordt het maximum bedrag voor de mensgerichte maatregelen licht overschreden. Gezien het feit dat we voldoende budget hebben om alle door de toetscommissie goedgekeurde projecten te kunnen honoreren, is hier niet op bijgestuurd. Dit maximum is gebaseerd op 25% van het jaarlijks toegevoegde regionaal budget. Deze grens is gesteld om voldoende middelen beschikbaar te houden voor de infrastructurele projecten. De mensgerichte maatregelen krijgen het maximale subsidiepercentage, namelijk 80%. Afgesproken in de regio is om het project JongLeren niet meer te subsidiëren. Dit project is dan ook niet in de bijgevoegde conceptlijsten opgenomen. Bij het project Europese Mobiliteitsweek is het opgevoerde bedrag aan ondersteuning maximaal 20% van de projectkosten. In de spelregels zijn afspraken gemaakt over de kosten van de onderwijsbegeleiding bij BVL. De provincie heeft dit verwerkt in haar normbedragen. Iedere gemeente heeft een individueel pakket mensgericht ingediend. Daarnaast heeft het land van Heusden en Altena enkele acties samen opgevoerd. Het mensgerichte pakket bestaat bij de meeste gemeenten uit normbedragen en maatwerk. De gemeenten Roosendaal en Bergen op Zoom gaan samen een plan van aanpak voor de realisatie van een fietssnelweg laten uitvoeren. Het jaar 2015 is het jaar van de doelgroep senioren. Het betreft de projecten autotraining, scootmobieltraining en fietstraining. Afgesproken is dat regio Breda max. € 70.000 hiervoor reserveert en regio Westelijk Noord-Brabant max. € 40.000, dus samen € 110.000. Deze regionale projecten zijn opgenomen in de individuele pakketten. Iedere gemeente heeft zelf de keuze gemaakt om èèn, twee of alle drie de projecten in hun individuele pakket op te nemen. Het blijkt dat de gemeenten in ruime mate projecten voor senioren hebben opgenomen. Het gaat hier om € 90.000 subsidie voor beide regio’s. Naast de acties voor de doelgroep senioren wordt een regionale fietsverlichtingsactie uitgevoerd en wordt het project BEN (Brom Effe Normaal) ondersteund in de regio Breda. Deze regionale acties komen voort uit het jaar van de fietser (2013) en het jaar van de jonge beginnende bestuurder (2014). De gedachte hierachter is: wat goed is moet blijven. Voor de praktijkdagen voor jonge automobilisten wordt eerst de evaluatie afgewacht. Het advies is geen reserveprojecten te benoemen. De motivatie hierbij is: 1. de toetscommissie heeft nauwkeurig getoetst op de uitvoeringsgereedheid van de projecten. De provincie verleent nog maar 1 keer uitstel bij opdrachtverlening en het indienen van de einddeclaratie op basis van “zwaar wegende” redenen; 2. bij meerdere projecten is een verzoek ingediend om eerder te mogen starten en/ of is het project reeds gestart; 3. alle projecten die goedkeuring hebben van de toetscommissie staan in de lijsten en kunnen gehonoreerd worden. Dit alles betekent wel dat als halverwege volgend jaar blijkt dat door onvoorziene omstandigheden een project niet tijdig aanbesteed en gegund kan worden, er geen reserveproject ingezet kan worden en de betreffende regio het geld kwijt is! Het is verstandig altijd wijzigingen te melden bij de provincie. Let op! Voor alle projecten in het regionaal uitvoeringsprogramma 2015 geldt dat als u nog voor 1 januari 2015 wilt starten, u toestemming moet vragen en gekregen moet hebben van de provincie voordat u opdracht mag verlenen. Afgesproken is dat niet-uitvoeringsgerede projecten niet in het in het concept regionaal uitvoeringsprogramma worden opgenomen. Hieronder treft u de ingetrokken projecten met motivatie aan. Indien u vooruitlopend op de vaststelling van het regionaal uitvoeringsprogramma 2016 met een project wilt starten, kunt u vanaf 1 januari 2015 bij de provincie een verzoek indienen. Projecten die ingediend kunnen worden voor het regionaal uitvoeringsprogr. 2016 Gemeente/ GGA Project Aalburg/ GGA Breda Aanleg fietsenstalling busstation Kromme Nol Alphen-Chaam/ GGA Breda Breda/ GGA Breda Reconstructie Ulicotenseweg HOV-route Claudius PrinsenlaanMolengracht € Drimmelen/ GGA Breda Verbeteren kwaliteit fietsroute Zuideindsestraat Herinrichting Vijverstraat € 286.000,- € 240.000,- Moerdijk/ GGA Breda Veilige fietsverbinding Willemstad-Klundert € 985.000,- Moerdijk/ GGA Breda Uitbreiden parkeerplaatsen P+R bij station Lage Zwaluwe € 63.000,- Drimmelen/ GGA Breda Indicatie subsidiabele kosten € 77.000,61.000,- € 2.065.000,- Motivatie Project ingetrokken, ingediend bij Fiets in de Versnelling Gewijzigd project behorende bij regionaal upg 2014 Project ingetrokken, niet uitvoeringsgereed, nog te onderzoeken verkeersveiligheidsprobleem Project ingetrokken, niet uitvoeringsgereed Project ingetrokken, deels subsidiabel (regionale hoofdroute) Project ingetrokken, niet uitvoeringsgereed (inspraak, overleg met Nutsbedrijven en Waterschap) Project ingetrokken, niet uitvoeringsgereed, Rijksoverheid is niet akkoord € 3.777.000,- Meerjarig perspectief In juni jl. besloot u jaarlijks een regionaal meerjarig maatregelenpakket vast te stellen. Het meerjarig perspectief is niet los te zien van de nu voorliggende concept uitvoeringsprogramma’s 2015, vanwege het tweejarige budget dat beide regio’s toegekend krijgen. Het meerjarig maatregelpakket wordt in de komende maanden geactualiseerd om beschikbaar te hebben bij de discussie over het samenvoegen van de budgetten van beide regio’s. Eind 2013 heeft voor het laatst een inventarisatie plaatsgevonden. Op basis daarvan is een inschatting gemaakt voor 2016/17: schatting subsidiabele kosten 2016/17: regio Breda 20 mln. + regio WNB 19 mln. = totaal 39 mln. ADVIES VOOR BESLUITVORMING Kijkend naar de projecten in de concept regionale uitvoeringsprogramma’s 2015 en naar de geschatte subsidiabele kosten voor 2016 en 2017, is het basisprincipe van 50/50 t.a.v. de tweejarige budgetten terecht gehanteerd. Het budget dat we nu niet nodig hebben, kunnen we in ieder geval inzetten voor 2016. Bestuurders GGA Breda: instemmen met het regionaal uitvoeringsprogramma 2015 regio Breda. Bestuurders GGA Westelijk Noord-Brabant: instemmen met het regionaal uitvoeringsprogramma 2015 regio Westelijk Noord-Brabant. Instemmen met het voorstel om voor de zomervakantie van het jaar 2015 te onderzoeken of de Provincie Noord-Brabant en u (bestuurders van beide GGA’s) in kunnen stemmen met de samenvoeging van de budgetten van GGA Breda en GGA Westelijk Noord-Brabant. 7.2 Verkeersveiligheid: voortgang werkgroep mensgericht/ verkeersveiligheid INLEIDING Terugkoppeling praktijkdag voor Jonge Bestuurders: deze werd als zeer positief ervaren door de deelnemers. De dag werd goed verzorgd door BLOM en de Politie. Er zijn inmiddels 2 extra dagen ingepland, op zaterdag 8 en zondag 23 november 2014. Wel blijkt nog steeds dat het moeilijk is om aan voldoende deelnemers te komen. M.b.t.de lay-out van de posters,is in nader overleg noodzakelijk om het effect te sorteren en dat alle acties plaatsvinden onder “Nul Verkeersdodenbrabant”) Een ander aandachtspunt is dat de gemeenten wel goed moeten meebewegen bij regionale acties.(bijv. bekendmakingen d.m.v. persberichten/Facebook e.d.) Fietsverlichtingsactie:Er ligt een vraag van VVN voor een bijdrage voor materialen bij fietscontroles. De werkgroep concludeert dat in de actie die nu vanuit de regio wordt georganiseerd geen behoefte en ruimte is voor het aanbod van VVN. Gemeente Breda heeft de regionale Fietsverlichtingsactie(Euro 15.000,-) en BEN werkwijze A (Euro 15.850,-) opgenomen in haar mensgerichte pakket. Jaar van de Senioren:We hebben regionaal afgesproken dat gemeenten zo veel mogelijk aandacht besteden aan een van de drie projecten (fietscursussen, autocursussen en scootmobielcursussen). Het is belangrijk dat de aanbieders die de cursussen uitvoeren zich houden aan de minimale eisen zoals je die kunt vinden bij de normbedragen. Daarnaast is er per project een beschrijving gemaakt. Door zoveel mogelijk die beschrijving te volgen wordt de kwaliteit van de projecten beter. In de beschrijvingen staat ook het e.a. over effectmeting. Dat wordt op dit moment verder uitgewerkt om het voor de aanbieders zo eenvoudig mogelijk te maken. Belangrijke data m.b.t. jaar vd Senioren: donderdag 15 januari (aftrap) en woensdag 17 juni (actiedag). BESLUIT Kennis te nemen van de stand van zaken
© Copyright 2024 ExpyDoc