PLUSQUAMPERFECTUM Singularis Ik Jij/je U Hij/zij/ze/het had/was

PLUSQUAMPERFECTUM
Singularis
Ik
Jij/je
U
Hij/zij/ze/het
had/was
ge+stam+t
ge+stam+d
Pluralis
Wij/we
Jullie
Zij/ze
hadden/waren
ge+stam+t
ge+stam+d
Vorm


Plusquamperfectum volgt dezelfde regels als het perfectum
o = imperfectum van hebben/zijn + participium
Participium
o ge+stam+t
 medeklinkers softketchup
 werken  werk  gewerkt
o ge+stam+te
 andere medeklinkers + alle klinkers
 spelen  speel  gespeeld
o onregelmatige verba
 Geen regels! Lijst studeren
Gebruik


het plusquamperfectum gebruik je voor een handeling of situatie, die vóór een andere
handeling of situatie in het verleden heeft plaatsgevonden. De beide handelingen staan met
elkaar in relatie.
Staat in hoofdzin een imperfectum en staat er in de bijzin een handeling of situatie die eerder
plaatsvond, dan gebruik je in de bijzin het plusquamperfectum
Nederlandse Academie
02/218 47 07
B2