model - ARBO Vakbase

Toolbox-meeting
afhankelijke
ademhalingsbescherming
Omschrijving
Onder normale omstandigheden bestaat lucht
uit 21% zuurstof, 78% stikstof en 1% andere
gassen. Ademhalingsbescherming wordt
ingezet als hinderlijke of schadelijke
concentraties van luchtverontreinigingen
aanwezig zijn, die niet op een andere wijze
kunnen worden bestreden.
Bij omgevingslucht afhankelijke
ademhalingsbescherming wordt de ademlucht
uit de directe werkomgeving gefilterd.
(Afhankelijke ademhalingsbescherming vult het
eventueel tekort aan zuurstof (minimaal 19%)
niet aan !!)
Toepassingsgebied
De keuze van een PBM en de manier waarop deze moet
worden gebruikt wordt bepaald door de RI&E
(werkrisicoanalyse).
Onder afhankelijke ademhalingsbescherming vallen o.a.:
•
Filterende gelaatsstukken(snuitjes).
•
Stoffilters.
•
Gasfilters.
•
Gecombineerde filters (stof- en gasfilters).
•
Vluchtmaskers.
•
Aangedreven luchtfiltering of aanblaasfiltersystemen in
combinatie met helm of kap.
Risicobronnen
Bij inademing van stoffen, gassen of dampen lopen niet
alleen de luchtwegen of longen gevaar. Veel gassen en
dampen worden via de longen in het lichaam opgenomen en
kunnen op andere plaatsen in het lichaam schade
veroorzaken. Het effect op de gezondheid is vaak pas na
vele jaren merkbaar.
De diverse gevaren door verontreinigingen van de lucht
kunnen ontstaan door:
•
inert (zwevend) stof;
•
rook;
•
nevel;
•
gasen;
•
dampen.
(Combinaties van deze verontreinigingen zijn mogelijk.)
Fundamentele eisen
Ademhalingsbescherming moet op de werkplek
worden gedragen tijdens werkzaamheden waarbij de
kans bestaat op blootstelling aan hinderlijke of
schadelijke concentraties van luchtverontreinigingen
die tot letsel kunnen leiden.
Bij keuze en aanschaf van afhankelijke
ademhalingsbescherming letten op:
•
CE-markering.
•
Geschikt voor beoogde doel.
•
Goed draagcomfort.
Aanwijzingen voor een juist gebruik
Gebruik:
Overeenkomstig het gebruiksvoorschrift.
Afhankelijke ademhalingsbescherming is vaak
noodzakelijk bij de volgende werkzaamheden:
•
lassen;
•
werken met schadelijke stoffen, gassen en dampen;
•
verf- en spuitwerkzaamheden;
•
schuren van diverse kunststoffen;
•
werken met tweecomponentenlijm;
•
werken in besloten ruimten;
•
werken met houtsstof;
•
asbestverwijdering.
Voor diverse werkzaamheden zijn verschillende soorten
maskers nodig om de risico’s te beperken.
De keuze van de juiste ademhalingsbescherming is vaak
moeilijk. Overleg daarom, voordat een masker wordt
gebruikt, in alle gevallen met de leverancier, de
veiligheidskundige of de Arbodienst.
Coderingen
maskers (letteraanduiding NEN-EN 149)
P1 inwaartse lekkage van vaste deeltjes < 20% (inzetbaar
tegen onschadelijk hinderlijk fijnstof).
P2 inwaartse lekkage van vaste deeltjes < 6% (inzetbaar
tegen schadelijk fijnstof).
P3 inwaartse lekkage van vaste deeltjes < 1% (inzetbaar
tegen giftig fijnstof).
S geschikt om vaste deeltjes in aërosolen te filteren.
SL geschikt om vaste of vloeibare deeltjes in aërosolen te
filteren.
Bij wegwerpmaskers wordt de code voorafgegaan door de
letters FF (bijv. FFP2).
Gas- dampfilterbussen (letteraanduiding NEN-EN 141)
A (BRUIN): organische dampen met kookpunt > 65 °C
AX (BRUIN): organische dampen met kookpunt < 65 °C
B (GRIJS): zure gassen zoals CL2, H2S en HCN
E (GEEL): zwaveldioxide
K (GROEN): ammoniak
Speciale filterbussen
CO (ZWART): koolmonoxide
Hg (ROOD): kwik(dampen)
HgP3 (ROOD-WIT): kwik(dampen) in combinatie met
stoffilter
NO (BLAUW): nitreuze dampen
NOP3 (BLAUW-WIT): nitreuze dampen in combinatie met
stoffilter
Re (ORANJE): reactorfilter, radioactief jodium
SX (VIOLET): bijzondere filters
Wettelijke kaders
Op de verstrekking, het gebruik, de voorlichting en
de controle op het gebruik van PBM’en zijn de
bepalingen van het op de Arbowet gebaseerde
Arbobesluit aangaande persoonlijke
beschermingsmiddelen van toepassing.
De noodzaak tot het dragen van oog- en/of
gelaatbescherming moet blijken uit de RI&E.
Beboetbare feiten
In geval van het niet op de juiste wijze gebruiken
van de hem ter beschikking gestelde PBM'en kan
de werknemer een bestuurlijke boete worden
opgelegd.
De werkgever moet kunnen aantonen dat hij
geschikte middelen te beschikking heeft gesteld, de
nodige (herhaalde) instructie heeft gegeven en
afdoende toezicht op het dragen heeft gehouden.
CE-merkteken
Op grond van de VGM-wetgeving worden aan PBM’en
technische ontwerp- en constructie-eisen gesteld. Verder is
bepaald dat een fabrikant deze middelen moet voorzien van
een CE-merkteken.
Ademhalingsbeschermingsmiddelen moet tevens voorzien
zijn van een genormeerde EN-codering die de
beschermfactor aangeeft.
Als de ademhalingsbeschermingsmiddelen voorzien zijn van
de CE-markering en de EN-codering mag er vanuit worden
gegaan, dat het voldoet aan de betreffende eisen.
Controle en onderhoud:
Bij ontvangst controle op aanwezigheid
gebruiksaanwijzing en CE-keur.
Ademhalingsbeschermingsmiddelen moeten
goed worden onderhouden, moeten schoon
en onbeschadigd zijn.
Filterhouders, in- en uitademingventielen
moeten onbeschadigd en goed geplaatst zijn.
Reiniging en desinfecteren van masker(delen)
volgens de aanwijzing van de leverancier.
Vervanging:
Op advies van deskundige of op verzoek van
de gebruiker.
Vervanging is noodzakelijk bij verminderd
draagcomfort, vervorming, beschadigingen of
slijtage.
Wegwerpmaskers mogen slechts eenmaal
worden gebruikt .
Opslag:
Na gebruik op een droge stofvrije plaats.