Gemeente Haarlem, Veiligheid, Vergunningen en Handhaving * Afdeling Omgevingsvergunning Haarlem Retouradres Postbus 511, 2003PB Haarlem Stichting Vogelrampenfonds t.a.v. mevrouw S. Jay Visserseinde 20 2063 JD Spaarndam [email protected] Datum Ons kenmerk Planbeoordelaar Kopie aan Bijlage(n) Onderwerp 2 3 JAN. ZOU 2013-0000487 de heer G.J .A. de Jong [email protected] [email protected] Omgevingsvergunning Begeleidende brief bij omgevingsvergunning Wabo Geachte mevrouw, U heeft op 20 maart 2013 een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de bouw van een vogelhospitaal op het perceel Vergierdeweg 294 te Haarlem. De aanvraag omvat de volgende activiteit(en): - - het (ver)bouwen van een bouwwerk (verder te noemen de activiteit bouwen); het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (verder te noemen de activiteit aanleggen); het bouwen en/of gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit (verder te noemen de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening); het oprichten van een inrichting, het veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of het in werking hebben van een inrichting (verder te noemen activiteit milieu); Het betreft hier de activiteit(en) als genoemd in artikel 2.1, eerste lid, onder a, b, c, en d van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Uw aanvraag is geregistreerd onder zaaknummer 2013-0000487. In deze brief informeren wij u over uw aanvraag. Verlenen omgevingsvergunning Wij hebben besloten de omgevingsvergunning te verlenen. De vergunning hebben wij bijgevoegd. Aan de vergunning zijn voorschriften verbonden. Wij raden u aan om de vergunning met de bijbehorende bijlagen zorgvuldig door te nemen. De aan de vergunning verbonden voorschriften moeten worden nageleefd. Wij maken u er op attent dat u op eigen risico handelt als u gebruik maakt van de verleende vergunning voordat deze onherroepelijk is. Als u een gemachtigde heeft aangegeven zal deze automatisch een afschrift ontvangen van uw vergunning. Burgerlijk wetboek In het Burgerlijk Wetboek (boek 5, titel 4) staan rechten en plichten van burgers vermeld. Wij willen u erop wijzen dat er rechten van derden worden genoemd, die er mogelijk voor zorgen dat u geen gebruik kunt maken van uw omgevingsvergunning. Publicatie Het besluit wordt door ons digitaal gepubliceerd op www.haarlem.nl/mededelingen en op www.officielebekendmakingen.nl. Tegen het besluit kan beroep worden aangetekend. Leges Overeenkomstig de legesverordening bent u voor uw aanvraag omgevingsvergunning leges verschuldigd. Bijgaand ontvangt u een leges besluit waarin de verschuldigde leges zijn gespecificeerd. Bij het legesbesluit wordt tevens vermeld op welke wijze u eventueel bezwaar kunt aantekenen tegen de hoogte van het legesbedrag en de gehanteerde grondslagen. De legesnota zelf wordt u afzonderlijk toegezonden. Nadere informatie Als u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de afdeling Dienstverlening. Bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 16.30 uur op telefoonnummer 023-5113874 en via e-mail: [email protected]. Het bezoekadres is Zijlvest 39 in Haarlem. De openingstijden zijn van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 16.00 uur en donderdag tot 20.00 uur. Postadres: Gemeente Haarlem, Postbus 511, 2003 PB Haarlem. Wij verzoeken u om bij vragen, overleg of correspondentie uw zaaknummer 20130000487 te vermelden. Hierdoor kunnen wij u sneller van dienst zijn. II name tend gemeester en wethouders van Haarlem, Me H.H.T. de Boer w afdelingshoofd Omgevingsvergunning Gemeente Haarlem, Veiligheid, Vergunningen en Handhaving Afdeling Omgevingsvergunning Haarlem OMGEVINGSVERGUNNING Uitgebreide procedure Datum Ons kenmerk Bijlage(n) 23 JAN. 2014 2013-0000487 1. Procedureel; 2. Voorschriften; 3. Overwegingen; 4. Stukken behorende bij dit besluit Burgemeester en wethouders hebben op 20 maart 2013 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen voor de bouw van een vogelhospitaal aan de Vergierdeweg te Haarlem op het perceel A - 2551 te Haarlem (verder te noemen Vergierdeweg 294). De aanvraag is geregistreerd onder nummer 2013-0000487. BESLUIT Burgemeester en wethouders hebben, gelet op artikel 2.1, 2.2 en 2.10, 2.11, 2.12 en 2.14 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) besloten de omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de voorschriften, overwegingen en de bij dit besluit behorende stukken als bedoeld in respectievelijk bijlage 2, 3 en 4, deel uitmaken van dit besluit. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteit(en): - het (ver)bouwen van een bouwwerk (verder te noemen de activiteit bouwen); het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (verder te noemen de activiteit aanleggen); - het bouwen en/of gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit (verder te noemen de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening); - het oprichten van een inrichting (verder te noemen de activiteit milieu). Het betreft hier de activiteit(en) als genoemd in artikel 2.1, eerste lid, onder a, b, c en d onder Wabo. Onderdeel van het besluit vormt: Toepassing van artikel 2.12 lid 1 onder a onder 3 Wabo om af te wijken van artikel 3 van het bestemmingsplan "Hekslootgebied/Spaarndam-West". Nog in te dienen gegevens Uiterlijk drie weken voor aanvang van de betreffende werkzaamheden moeten de volgende gegevens worden ingediend: Constructieve (detail-) berekeningen en tekeningen. De tekeningen en berekeningen moet u indienen bij een medewerker constructie van bureau Planbegeleiding en advisering van de afdeling Omgevingsvergunning; Haarlem 2 Voor aanvang van de graafwerkzaamheden moet een concept-rapport waarin de resultaten van het proefsleuvenonderzoek en/of andere archeologische onderzoeken staan beschreven, aan Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem ter beoordeling worden voorgelegd. Beroepsmogelijkheid en inwerkingtreding De beschikking treedt in werking nadat de termijn voor het indienen van een beroepschrift is verstreken. Tegen het besluit kan op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na bekendmaking door belanghebbenden beroep worden aangetekend bij de rechtbank Haarlem. Dit beroepschrift moet ten minste de volgende gegevens bevatten: uw naam en adres; de verzenddatum van uw beroep; het besluit waartegen u beroep aantekent; de reden van uw beroep; datum en handtekening. U kunt de inwerkingtreding van het besluit niet uitstellen door een beroepschrift in te dienen. Hebben u of derde belanghebbenden er veel belang bij dat dit besluit niet in werking treedt, dan kan bij de rechtbank Haarlem een voorlopige voorziening worden gevraagd. Wanneer de voorlopige voorziening wordt aangevraagd schorst dit de werking van dit besluit totdat de voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem over het verzoek heeft beslist. Het verzoek voorlopige voorziening moet aan dezelfde eisen voldoen als het beroepsschrift. Wij wijzen u er op dat u voor de behandeling van uw verzoek voorlopige voorziening en/of beroepsschrift griffierecht moet betalen. Wijze van indienen U kunt het beroepschrift en/of het verzoek voorlopige voorziening op twee manieren indienen: Digitaal via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. U moet daarvoor wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). U kunt op de genoemde site kijken voor de precieze voorwaarden. Per post. Het beroepsschrift en/of verzoek voorlopige voorziening moet in tweevoud worden ingediend bij Rechtbank Noord-Holland, Bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. Hoogachtend; namens burgemeester en wethouders van Haarlem, BIJLAGE 1: PROCEDUREEL Gegevens aanvrager Op 20 maart 2013 hebben wij een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo ontvangen. Het betreft een verzoek van: Stichting Vogelrampenfonds Visserseinde 20 2063 JD Spaarndam Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: Nieuwbouw / verbouw vogelhospitaal aan de Vergierdeweg 294 te Haarlem. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven omgevingsaspect(en): - activiteit bouwen; activiteit aanleggen; activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening; activiteit milieu. Het betreft hier de activiteit(en) als genoemd in artikel 2.1, eerste lid, onder a, b, c en d onder Wabo. Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle relevante aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. Volledigheid Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur stellen van regels aan de wijze van indiening van een aanvraag om omgevingsvergunning en de gegevens en bescheiden die hierbij moeten worden aangeleverd. De regeling is uitgewerkt in het paragraaf 4.2 Bor met een nadere uitwerking in de Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor). Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit(en) op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook volledig en in behandeling genomen. Zienswijzen Tussen 23 augustus 2013 en 3 oktober 2013 hebben de aanvraag, de ontwerpbeschikking en de bijbehorende stukken ter inzage gelegen en is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt door Familie A. Smit, Vergierdeweg 290, 2026 BJ Haarlem; Klaver Makelaardij, Postbus 62, 1733 ZH Nieuwe Niedorp, namens de familie Vink, Vergierdeweg 310, 2026 BJ Haarlem; Klaver Makelaardij, Postbus 62, 177 ZH Nieuwe Niedorp, namens Maatschap Veehoudersbedrijf Vink, Vergierdeweg 310, 2026 BJ te Haarlem. Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen heeft de aanvrager een drietal gewijzigde tekeningen ingediend om gedeeltelijk aan de zienswijzen tegemoet te komen. Op basis van de ingediende zienswijzen en de reactie daarop van de aanvrager heeft een heroverweging van het ontwerpbesluit plaatsgevonden. Voor een overzicht van de zienswijzen, de reactie daarop van de aanvrager en de gemeentelijke beoordeling hiervan verwijzen wij naar bijlage 3 van dit besluit. Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.3 Wabo (de uitgebreide voorbereidingsprocedure). De aanvraag is beoordeeld voor de activiteit bouwen aan artikel 2.10, voor de activiteit aanleggen aan artikel 2.11, voor de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening aan artikel 2.12 en voor de activiteit milieu aan artikel 2.14 Wabo. Gebleken is dat uw aanvraag voldoet en daarom verlenen wij u de gevraagde omgevingsvergunning. BIJLAGE 2: VOORSCHRIFTEN A a n deze omgevingsvergunning z i j n de volgende voorschriften verbonden: Activiteit bouwen - - - - - - - Met de uitvoering van werkzaamheden waar constructietekeningen en/of berekeningen aan ten grondslag liggen mag u niet beginnen voordat de medewerker constructie van bureau Planbegeleiding en advisering van de afdeling Omgevingsvergunning heeft verklaard hiertegen geen bezwaar te hebben. De bouwwerkzaamheden mogen pas beginnen als de bureau GEO-informatie en Basisregistraties van de gemeente Haarlem de bebouwingsgrenzen op het bouwterrein heeft uitgezet (artikel 1.24 Bouwbesluit 2012). Hiervoor moet u ten minste veertien dagen daarvoor een verzoek indienen bij de Hoofdafdeling Dienstverlening, afdeling Bedrijfsbureau, bureau GEO-informatie en Basisregistraties, telefoon 023 511 5115. Het bouwen moet plaatsvinden in overeenstemming met de bepalingen van het Bouwbesluit en de Haarlemse bouwverordening en de krachtens die regelingen gestelde nadere regels. De houder van de vergunning moet ten minste twee werkdagen voor de feitelijke aanvang van bouwwerkzaamheden, de gemeente Haarlem schriftelijk in kennis stellen, van de aanvang van die werkzaamheden, met inbegrip van ontgravingswerkzaamheden (artikel 1.25 lid 1 Bouwbesluit 2012). Dit kan door een e-mail te zenden naar bureau Noord van de afdeling Handhaving Bebouwde Omgeving ([email protected]) met vermelding van het bouwadres, onderwerp en uw zaaknummer 2013-0000487. De verleende vergunning inclusief de tekeningen en andere bijlagen moeten digitaal of op papier op de bouwlocatie aanwezig zijn. Indien een controlerend ambtenaar daar om vraagt, moeten deze gegevens ter inzage worden gegeven (artikel 1.23 Bouwbesluit 2012). Het bouwen moet plaatsvinden in overeenstemming met de bepalingen uit de nota Bouwlawaai van de gemeente Haarlem. Het bouwafval moet u scheiden in de volgende categorieen: 1. gevaarlijk afval (zie het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen); 2. kunststoffen die voor hergebruik geschikt zijn; 3. minerale wol; 4. papier; 5. overig afval. Categorie 1 t/m 4 moet u afvoeren naar een verwerkingsbedrijf met een vergunning volgens de Wet milieubeheer, of meegeven aan een bevoegd inzamelaar van bedrijfsafvalstoffen. De categorie overig afval moet u afvoeren naar een sorteerbedrijf dat ongesorteerd bouwafval in ontvangst mag nemen. De houder van de vergunning moet de gemeente Haarlem ten minste op de dag van beeindiging van de bouwwerkzaamheden schriftelijk in kennis stellen van de beeindiging van de werkzaamheden (artikel 1.25 lid 2 Bouwbesluit 2012). Dit kan door een e-mail te zenden naar bureau Noord van de afdeling Handhaving Bebouwde Omgeving ([email protected]) met vermelding van het bouwadres, onderwerp en uw zaaknummer 2013-0000487. Het bouwwerk mag niet in gebruik worden genomen, indien de werkzaamheden niet gereed gemeld zijn (artikel 1.25 lid 3 Bouwbesluit 2012). Indien bij de graaf/sloopwerkzaamheden zaken worden aangetroffen, waarvan de vinder weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het gaat om archeologische vondsten of sporen, dan is hij volgens de Monumentenwet verplicht dit direct te melden (artikel 53). De melding dient te gebeuren bij Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem, 023-5115030. Bij het achterwege laten van een melding zijn de artikelen 61 en 62 van toepassing. Het gemeentelijk beleid ten aanzien van de archeologische monumentenzorg is er in de eerste plaats op gericht om waardevolle archeologische resten te behouden in de bodem (in situ). Dit beleid is nader uitgewerkt en vastgelegd in de beleidsnota archeologie. Dit houdt in dat indien tijdens de werkzaamheden archeologische resten worden aangetroffen (zoals bijvoorbeeld funderingen, beer- en waterputten e.d.), in eerste instantie gekeken moet worden of door planaanpassing behoud in de bodem mogelijk is. Indien dit niet mogelijk is dienen de archeologische waarden te worden opgegraven (behoud ex situ). Mocht de genoemde situatie zich voordoen dan moet contact opgenomen worden met het Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem (023-5115030). Bepaald zal dan worden hoe verder te handelen. Minimaal twee weken voor aanvang van de graafwerkzaamheden moet een concept-rapport waarin de resultaten van het proefsleuvenonderzoek en/of andere archeologische onderzoeken staan beschreven, aan Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem ter beoordeling worden voorgelegd. Het proefsleuvenonderzoek dient plaats te vinden op basis van een door Bureau Archeologie goedgekeurd puttenplan. Dit puttenplan dient als bijlage bij het reeds opgestelde Programma van Eisen (PvE) voor het proefsleuvenonderzoek gevoegd te worden (De Groot, 2013). In dit PvE staan de eisen die vanuit het archeologisch belang aan het proefsleuvenonderzoek worden gesteld. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek zal door Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem een besluit genomen moeten worden met betrekking tot de omgang met archeologische waarden in het plangebied. Dit kan zijn: geen vervolgonderzoek noodzakelijk, een archeologische opgraving voorafgaand aan de civieltechnische werkzaamheden of het laten verrichten van de graafwerkzaamheden en/of sloopwerkzaamheden onder archeologische begeleiding of een combinatie van de genoemde opties. In het geval een vervolgonderzoek in de vorm van een archeologische begeleiding of opgraving noodzakelijk is, dient voorafgaand daaraan een Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld door een archeologisch bedrijf. Dit PvE dient geaccordeerd te worden door Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem voordat met de archeologische begeleiding/opgraving gestart kan worden. Het proefsleuvenonderzoek en eventueel vervolgonderzoek (opgraving of archeologische begeleiding) moet worden uitgevoerd door een gecertificeerd archeologisch bedrijf. Het onderzoek moet naast het PvE voldoen aan de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en de Haarlemse Richtlijnen voor archeologisch onderzoek. Voor de uitvoering van archeologisch onderzoek is men vrij in de keuze van een archeologisch uitvoerder. Voor informatie en adresgegevens van alle archeologische bedrijven in Nederland verwijzen wij naar de website: www.sikb.nl. Activiteit aanleggen - - - - - - - De vergunninghouder moet deze omgevingsvergunning op het eerste verzoek aan de daartoe bevoegde ambtenaar van politie of gemeente Haarlem tonen. Indien bij de graaf/sloopwerkzaamheden zaken worden aangetroffen, waarvan de vinder weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het gaat om archeologische vondsten of sporen, dan is hij volgens de Monumentenwet verplicht dit direct te melden (artikel 53). De melding dient te gebeuren bij Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem, 023-5115030. Bij het achterwege laten van een melding zijn de artikelen 61 en 62 van toepassing. Het gemeentelijk beleid ten aanzien van de archeologische monumentenzorg is er in de eerste plaats op gericht om waardevolle archeologische resten te behouden in de bodem (in situ). Dit beleid is nader uitgewerkt en vastgelegd in de beleidsnota archeologie. Dit houdt in dat indien tijdens de werkzaamheden archeologische resten worden aangetroffen (zoals bijvoorbeeld funderingen, beer- en waterputten e.d.), in eerste instantie gekeken moet worden of door planaanpassing behoud in de bodem mogelijk is. Indien dit niet mogelijk is dienen de archeologische waarden te worden opgegraven (behoud ex situ). Mocht de genoemde situatie zich voordoen dan moet contact opgenomen worden met het Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem (023-5115030). Bepaald zal dan worden hoe verder te handelen. Minimaal twee weken voor aanvang van de graafwerkzaamheden moet een concept-rapport waarin de resultaten van het proefsleuvenonderzoek en/of andere archeologische onderzoeken staan beschreven, aan Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem ter beoordeling worden voorgelegd. Het proefsleuvenonderzoek dient plaats te vinden op basis van een door Bureau Archeologie goedgekeurd puttenplan. Dit puttenplan dient als bijlage bij het reeds opgestelde Programma van Eisen (PvE) voor het proefsleuvenonderzoek gevoegd te worden (De Groot, 2013). In dit PvE staan de eisen die vanuit het archeologisch belang aan het proefsleuvenonderzoek worden gesteld. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek zal door Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem een besluit genomen moeten worden met betrekking tot de omgang met archeologische waarden in het plangebied. Dit kan zijn: geen vervolgonderzoek noodzakelijk, een archeologische opgraving voorafgaand aan de civieltechnische werkzaamheden of het laten verrichten van de graafwerkzaamheden en/of sloopwerkzaamheden onder archeologische begeleiding of een combinatie van de genoemde opties. In het geval een vervolgonderzoek in de vorm van een archeologische begeleiding of opgraving noodzakelijk is, dient voorafgaand daaraan een Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld door een archeologisch bedrijf. Dit PvE dient geaccordeerd te worden door Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem voordat met de archeologische begeleiding/opgraving gestart kan worden. Het proefsleuvenonderzoek en eventueel vervolgonderzoek (opgraving of archeologische begeleiding) moet worden uitgevoerd door een gecertificeerd archeologisch bedrijf. Het onderzoek moet naast het PvE voldoen aan de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en de Haarlemse Richtlijnen voor archeologisch onderzoek. Voor de uitvoering van archeologisch onderzoek is men vrij in de keuze van een archeologisch - - uitvoerder. Voor informatie en adresgegevens van alle archeologische bedrijven in Nederland verwijzen wij naar de website: www.sikb.nl. Het gemeentelijk beleid ten aanzien van de archeologische monumentenzorg is er in de eerste plaats op gericht om waardevolle archeologische resten te behouden in de bodem (in situ). Dit beleid is nader uitgewerkt en vastgelegd in de beleidsnota archeologie. Dit houdt in dat indien tijdens de werkzaamheden archeologische resten worden aangetroffen (zoals bijvoorbeeld funderingen, beer- en waterputten e.d.), in eerste instantie gekeken moet worden of door planaanpassing behoud in de bodem mogelijk is. Indien dit niet mogelijk is dienen de archeologische waarden te worden opgegraven (behoud ex situ). Mocht de genoemde situatie zich voordoen dan moet contact opgenomen worden met het Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem (023-5115030). Bepaald zal dan worden hoe verder te handelen. Indien bij de niet-archeologische werkzaamheden of niet archeologisch begeleide graafwerkzaamheden zaken worden aangetroffen, waarvan de vinder weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het gaat om archeologische vondsten of sporen, dan is hij volgens de Monumentenwet verplicht dit direct te melden (artikel 53). De melding dient te gebeuren bij Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem, 023-5115030. Activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening - Het is niet toegestaan om na 22.00 uur "s avonds dieren met een ambulance naar de nachtopvang te brengen; De vergunninghouder moet deze omgevingsvergunning op het eerste verzoek aan de daartoe bevoegde ambtenaar van politie of gemeente Haarlem tonen. Activiteit milieu 1. Algemeen. Gedrag De inrichting, met inbegrip van het open terrein, moet schoon worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren. Zwerfvuil afkomstig van de inrichting in een straal van 25 meter rondom de inrichting moet worden verwijderd en afgevoerd. Insecten, knaagdieren en ander ongedierte moeten zo vaak als nodig is op milieuhygienisch verantwoorde wijze worden verwijderd en bestreden. Terrein en wegen De buitenverlichting ten behoeve van de verzorging van vogels is uitgeschakeld tussen 23.00 uur en 07.00 uur. De lichtinstallatie wordt zodanig uitgevoerd dat directe lichtinstraling op licht doorlatende openingen in gevels of daken van woningen wordt voorkomen. Buiten werktijd dient het terrein van de inrichting doelmatig te zijn afgesloten zodat wordt voorkomen dat onbevoegden toegang hebben tot de inrichting. 2. G e l u i d Algemeen Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAT,LT). veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten, alsmede door het transportverkeer binnen de grenzen van de inrichting, mag ter plaatse van de gevels van geluidgevoelige gebouwen en op 50 meter van de inrichtinggrens, niet meer bedragen dan: 50 dB(A) in de uren gelegen tussen 07.00 en 19.00 uur; 45 dB(A) in de uren gelegen tussen 19.00 en 23.00 uur; 40 dB(A) in de uren gelegen tussen 23.00 en 07.00 uur. De door de inrichting veroorzaakte geluidsniveaus van piekgeluiden ( L m a x ) , veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten, alsmede door het transportverkeer binnen de grenzen van de inrichting, mag ter plaatse van de gevels aan geluidgevoelige gebouwen niet meer bedragen dan: - 70 dB(A) in de uren gelegen tussen 07.00 en 19.00 uur; 65 dB(A) in de uren gelegen tussen 19.00 en 23.00 uur; 60 dB(A) in de uren gelegen tussen 23.00 en 07.00 uur. Dit voorschrift is niet van toepassing op transportbewegingen en het laden of lossen ten behoeve van de inrichting voor zover dit plaatsvindt tussen 07.00 uur en 19.00 uur. Ramen en deuren van ruimten waar geluid producerende activiteiten plaatsvinden, dienen gesloten te worden gehouden. Deze mogen slechts kortstondig worden geopend voor het doorlaten van personen of goederen. A Motoren van voertuigen mogen alleen in werking zijn, wanneer dit noodzakelijk is voor het laden, lossen en koelen. 10 Het meten en berekenen van de geluidsniveaus en de beoordeling van de meetresultaten, moet plaatsvinden in overeenstemming met de Handleiding meten en rekenen industrielawaai, uitgave 1999. 3. Bodem Algemeen De gedeelten van de inrichting waar ten gevolge van de bedrijfsvoering bodembedreigende stoffen op of in de bodem kunnen komen moeten zijn voorzien van een bodembeschermende voorziening. Een bodembeschermende voorziening of maatregel dient te voldoen aan bodembeschermingscategorie A zoals gedefinieerd in de NUB. Gemorste bodembedreigende vloeistoffen als olien, vetten en chemicalien moeten direct worden opgeruimd. Hiertoe moeten absorptiemateriaal en neutraliserende stoffen in voldoende mate en gebruiksgereed aanwezig zijn. Gebruikte absorptie- of neutralisatiemiddelen moeten worden bewaard en afgevoerd als gevaarlijk afval. 4. A f v a l w a t e r Algemeen De bedrijfsriolering moet bestand zijn tegen de stoffen die daar door worden afgevoerd. De riolering dient zodanig te zijn aangelegd dat het risico op breuk of beschadiging wordt voorkomen. Afvalwater afkomstig uit de vogelwasplaats en van de reiniging van de hokken/volieres, worden, alvorens vermenging met afvalwater afkomstig uit andere ruimten plaatsvindt, door een doelmatige, goed toegankelijke afvalwatercontrolecontrolevoorziening geleid. 5. Afvalstoffen Algemeen De binnen de inrichting aanwezige afvalstoffen moeten zodanig worden opgeslagen, bewerkt of verwerkt dat daarbij geen ontoelaatbare geur-, stof- en/of stoffenemissie naar de omgeving plaatsvindt en geen nadelige gevolgen voor het milieu kunnen ontstaan. Afvalscheiding De verschillende afvalstromen moeten zoveel mogelijk gescheiden, gescheiden worden opgeslagen en gescheiden worden afgegeven aan daarvoor erkende afvalverwerkers: huishoudelijk afval; medisch afval (naalden, verband, etc.); dierlijk afval (kadavers van dode vogels); gebruikt grondbedekkingsmateriaal uit de volieres en hokken (krantenpapier en houtsnippers). 11 De verpakking van medisch afval moet zodanig zijn dat niets van de inhoud uit de verpakking kan ontsnappen. Het materiaal van de verpakking niet door gevaarlijke stoffen kunnen worden aangetast. De verpakking van medisch afval is voorzien van een etiket, waarop het gevaarsaspect duidelijk tot uiting komt. Kadavers Kadavers en of overige dierlijke bijproducten worden niet op het terrein van de inrichting begraven of onttrokken aan verwerking. Het wordt zo spoedig mogelijk, volgens de bij of krachtens de Regeling dierlijke producten gestelde regels, uit de inrichting verwijderd. Het bewaren van kadavers, in afwachting van afvoer naar een erkend verwerkingsbedrijf, gebeurt zodanig dat geen geurhinder optreedt. Het aantrekken van ongedierte wordt voorkomen en er mag geen vermenging met ander afval of materiaal optreden. Verder mogen de kadavers geen visuele hinder veroorzaken. De opslag van kadavers mag uitsluitend plaatsvinden in een vrieskist bij een temperatuur van ten hoogste 7 graden Celsius. Deze kadaveropslag moet met een deugdelijk slot afgesloten zijn of geplaatst zijn op een voor publiek niet toegankelijk terreingedeelte en mag uitsluitend geopend zijn voor het ontsmetten, inbrengen of uitnemen van de kadavers. Kadavers moeten wekelijks worden afgevoerd. De kadaveropslag dient tenminste een maal per maand, als deze in die maand is gebruikt, te worden ontsmet. Tijdens het ontsmetten van de kadavercontainer dienen morsingen met het ontsmettingsmiddel zoveel mogelijk te worden voorkomen. Eventuele morsingen dienen direct te worden opgeruimd. 6. Emissie naar lucht Algemeen Alle vrijkomende dampen en stof dienen zo dicht mogelijk bij de bron te worden afgezogen. Verwarming- en stookinstallaties moeten zo zijn afgesteld dat er een optimale verbranding plaatsvindt. Uitmondingen in de buitenlucht van afvoeren van mechanische ruimteventilatie en/of bronafzuigingen, moeten zodanig bovendaks zijn gelegen dat van de hierdoor uittredende lucht en de daarin aanwezige stoffen geen hinder wordt ondervonden buiten de inrichting. De afgezogen lucht moet daartoe worden afgevoerd door een leiding of schoorsteen die reikt tot minstens 2 meter boven de hoogste daklijn binnen een straal van 25 meter. De luchtstroom dient verticaal gericht te zijn. 4* Haarlem 12 Geur De vergunninghouder moet alle maatregelen of voorzieningen treffen ter voorkoming van geuroverlast en ter beperking van geurwaarneming buiten de inrichting, die redelijkerwijs mogelijk zijn. Stank verspreidende stoffen moeten op doelmatige wijze worden afgedekt en binnen 24 uur uit de inrichting worden afgevoerd. Voor de bepaling van deze termijn blijven zondagen en algemeen erkende landelijke feestdagen buiten beschouwing. Indien het aantal klachten daartoe aanleiding geeft, dient vergunninghouder op verzoek van het bevoegd gezag een onderzoek te verrichten naar de oorzaak van de klachten en de mogelijkheden om geuroverlast te voorkomen. 7. Bewaren van documenten Documenten De onderstaande documenten of een kopie daarvan worden gedurende vijf kalenderjaren na dagtekening bewaard en zijn in de inrichting aanwezig of digitaal beschikbaar en via elektronische weg te worden gehouden, voor zover ze een relatie hebben met deze milieuvergunning: • onderhoudscontracten met betrekking tot in de inrichting aanwezige installaties • installaties bewijzen van onderhoud of keuringen van in de inrichting aanwezige • jaarlijkse overzichten van nutsbedrijven van het verbruik van gas, elektriciteit en water • onderzoeksresultaten, keuringen, inspecties en rapportages die in de voorschriften zijn opgenomen. Voor zover in de beschikking wordt verwezen naar ongedateerde uitgaven, normen, plannen, notities en dergelijke, wordt bedoeld de voor de datum waarop de beschikking is genomen laatst uitgegeven versie met de daarop tot die datum uitgegeven aanvullingen. Alle documenten genoemd in voorschrift 0 moeten aan een bevoegd ambtenaar op diens verzoek kunnen worden overgelegd. 8. Slotbepalingen Beeindiging Voordat (een deel van) de inrichting wordt beeindigd moeten, voor zover noodzakelijk, alle (afval)stoffen, materialen en installaties van (dat deel van) de inrichting worden verwijderd en afgevoerd op een legale en milieuhygienisch verantwoorde wijze, een en ander in overleg met het bevoegd bestuursorgaan. Indien (delen van) installaties in goede staat van onderhoud worden gehouden kan het bevoegd bestuursorgaan besluiten, dat deze niet behoeven te worden afgevoerd. 13 BIJLAGE 3: OVERWEGINGEN Aan dit besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: Activiteit bouwen INLEIDING. De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.10 Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. De activiteit heeft betrekking op de volgende werkzaamheden: - Het bouwen van een vogelhospitaal Voor iedere werkzaamheid heeft een toetsing plaatsgevonden. TOETSING Geldend bestemmingsplan. De activiteit vindt plaats in een gebied waarvoor het bestemmingsplan "Hekslootgebied-Spaarndam-West" is vastgesteld door de gemeenteraad op 25 november 2009 onder nummer 2009190633. Op de verbeelding heeft het betreffende perceel de bestemming "Agrarisch" met een maximale goot- / bouwhoogte van 5 en 7 meter. Deze bestemming vindt zijn weerslag in artikel 3 van de voorschriften behorende bij het bestemmingsplan. De aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan omdat de bestemming niet agrarisch is en de dakhellingen niet liggen tussen de 45 en 60 graden. Medewerking kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12 lid 1 onder a onder 3 Wabo om af te wijken van artikel 3 van het bestemmingsplan "Hekslootgebied / Spaarndam-West". Archeologie In het" Facetbestemmingsplan Archeologie", vastgesteld door de gemeenteraad op 25 juni 2009 onder nummer 2009 119646 zijn de gronden bestemd in categorie 2. Bij bodemverstorende activiteiten van meer dan 50 m2 en dieper dan 30 cm. maaiveld dient een archeologisch rapport te worden overlegd. Voor het plangebied is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd door het onderzoeksbureau ADC: Blom, J.M., 2013. Vergierdeweg 290-310 te Haarlem; Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek. ADC-rapport 3315. ADC Archeoprojecten, Amersfoort. (NB De nummeraanduiding op het rapport is niet helemaal juist. Bedoeld wordt het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, derhalve het perceel met het kadastraal nummer A-2551). Tevens is een Programma van Eisen opgesteld m.b.t. het vervolgonderzoek: - Groot, R.W., de, 2013. Programma van Eisen Inventariserend veldonderzoek (proefsleuven) vogelhospitaal Vergierdeweg 290-310, gemeente Haarlem, RAAPPvE 1222. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp. (NB De nummeraanduiding op het rapport is niet helemaal juist. Bedoeld wordt het perceel 14 waarop de aanvraag betrekking heeft, derhalve het perceel met het kadastraal nummer A-2551). Juridische grondslag voor het advies: Monumentenwet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet ruimtelijke ordening OVERWEGINGEN / MOTIVERING Hoewel bij het uitgevoerde booronderzoek in het duinzand geen overstoven niveaus of bodemhorizonten zijn aangetroffen (Blom, 2013), mag op basis daarvan niet zondermeer aangenomen worden dat er geen archeologische resten verwacht kunnen worden. Uit archeologische onderzoeken in de omgeving van het plangebied blijkt namelijk dat direct onder de bouwvoor, in de top van het duinzand archeologische sporen uit de Ijzertijd t/m de Nieuwe tijd aanwezig kunnen zijn. Hoewel in enkele boringen tijdens het verkennend booronderzoek is aangetoond dat de top van het duinzand is verstoord (boringen 2 t/m 4) is de verstoring in de overige boringen minder diep. In het oorspronkelijke plan werd voorzien in enkele vijvers in het oostelijke deel van het plangebied. Deze vijvers zijn inmiddels komen te vervallen. In verband met de watercompensatie zal in plaats daarvan de sloot langs de Vondelweg worden verbreed. Dit deel van het plangebied is niet bij het onderzoek betrokken (Blom, 2013). Zoals in het rapport is omschreven worden in het plangebied bovendien typen vindplaatsen verwacht die zich niet goed door middel van booronderzoek laten opsporen (Blom, 2013). Doel van het uitgevoerde booronderzoek was dan ook het verkennen van de bodemopbouw en het formuleren van een archeologische verwachting. Tijdens het onderzoek is de archeologische verwachting en daarmee de archeologische waarde van het terrein nog in onvoldoende mate vastgesteld. Op basis van bovenstaande opmerkingen kunnen wij niet instemmen met de adviezen uit het rapport (Blom, 2013) en kan daarom door ons nog geen selectiebesluit genomen worden met betrekking tot de (definitieve) omgang met archeologische waarden. Daarom moet er nog aanvullend onderzoek plaatsvinden (zie het besluit inzake vervolgonderzoek van 28 mei 2013). Dit houdt in dat: - er een vervolgonderzoek dient plaats te vinden in de vorm van een (karterend) proefsleuvenonderzoek. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek moeten wij een beslissing kunnen nemen met betrekking tot de omgang met archeologische waarden bij het plan. VOORSCHRIFTEN / OPMERKINGEN - Het proefsleuvenonderzoek dient plaats te vinden op basis van een door Bureau Archeologie goedgekeurd puttenplan. Dit puttenplan dient als bijlage bij het reeds opgestelde Programma van Eisen (PvE) voor het proefsleuvenonderzoek 15 - - - - - - gevoegd te worden (De Groot, 2013). In dit PvE staan de eisen die vanuit het archeologisch belang aan het proefsleuvenonderzoek worden gesteld. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek zal door Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem een besluit genomen moeten worden met betrekking tot de omgang met archeologische waarden in het plangebied. Dit kan zijn: geen vervolgonderzoek noodzakelijk, een archeologische opgraving voorafgaand aan de civieltechnische werkzaamheden of het laten verrichten van de graafwerkzaamheden en/of sloopwerkzaamheden onder archeologische begeleiding of een combinatie van de genoemde opties. In het geval een vervolgonderzoek in de vorm van een archeologische begeleiding of opgraving noodzakelijk is, dient voorafgaand daaraan een Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld door een archeologisch bedrijf. Dit PvE dient geaccordeerd te worden door Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem voordat met de archeologische begeleiding/opgraving gestart kan worden. Het proefsleuvenonderzoek en eventueel vervolgonderzoek (opgraving of archeologische begeleiding) moet worden uitgevoerd door een gecertificeerd archeologisch bedrijf. Het onderzoek moet naast het PvE voldoen aan de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en de Haarlemse Richtlijnen voor archeologisch onderzoek. Voor de uitvoering van archeologisch onderzoek is men vrij in de keuze van een archeologisch uitvoerder. Voor informatie en adresgegevens van alle archeologische bedrijven in Nederland verwijzen wij naar de website: www.sikb.nl. Het concept-rapport waarin de resultaten van het proefsleuvenonderzoek en/of andere archeologische onderzoeken staan beschreven, dient te zijner tijd aan Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem ter beoordeling te worden voorgelegd. Het gemeentelijk beleid ten aanzien van de archeologische monumentenzorg is er in de eerste plaats op gericht om waardevolle archeologische resten te behouden in de bodem (in situ). Dit beleid is nader uitgewerkt en vastgelegd in de beleidsnota archeologie. Dit houdt in dat indien tijdens de werkzaamheden archeologische resten worden aangetroffen (zoals bijvoorbeeld funderingen, beer- en waterputten e.d.), in eerste instantie gekeken moet worden of door planaanpassing behoud in de bodem mogelijk is. Indien dit niet mogelijk is dienen de archeologische waarden te worden opgegraven (behoud ex situ). Mocht de genoemde situatie zich voordoen dan moet contact opgenomen worden met het Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem (023-5115030). Bepaald zal dan worden hoe verder te handelen. Indien bij de niet-archeologische werkzaamheden of niet archeologisch begeleide graafwerkzaamheden zaken worden aangetroffen, waarvan de vinder weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het gaat om archeologische vondsten of sporen, dan is hij volgens de Monumentenwet verplicht dit direct te melden (artikel 53). De melding dient te gebeuren bij Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem, 023-5115030. Welstand Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, moet een omgevingsvergunning voor de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a en f en artikel 2.2 eerste lid onder b, h en i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht getoetst worden aan redelijke eisen van welstand. Een toetsing aan 16 deze aspecten heeft plaatsgevonden. De aanvraag is voor advies voorgelegd aan de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK). De juridische grondslag voor het advies zijn: - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; - Nota Ruimtelijke Kwaliteit. Overwegingen / motivering. Het bouwplan voldoet aan de ruimtelijke kwaliteitscriteria voor gebiedsdeel Landschappelijk Groen gelet op inpassing in het landschap, massaopbouw en uiterlijke verschijningsvorm alsmede materiaalgebruik en detaillering. Het advies van de ARK is positief. Bouwbesluit De activiteit voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens het Bouwbesluit 2012. Gelet hierop kan de omgevingsvergunning op deze grond worden verleend. De voorschriften worden aan de omgevingsvergunning verbonden. Bouwverordening Bodem. In de Haarlemse bouwverordening (nummer 54 / 1 oktober 2010) is het verbod voor bouwen op verontreinigde grond opgenomen. Uitgevoerd bodemonderzoek heeft aangetoond dat er onder andere sprake is van een matige grondwaterverontreiniging met minerale olie. Deze grondwaterverontreiniging is qua omvang in een aanvullend bodemonderzoek verder in kaart gebracht. Uitgevoerd nader bodemonderzoek heeft aangetoond dat er geen sprake is van een geval van ernstige grondwaterverontreiniging met minerale olie. Er zijn dan ook geen verdere belemmeringen voor afgifte van de omgevingsvergunning. Parkeren. De Haarlemse bouwverordening verlangt dat "indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren o f stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder dat gebouw dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij een gebouw hoort.'' Om de omvang te bepalen wordt gebruik gemaakt van de tabel parkeernormen uit bijlage 13. Het bouwplan behelst de omvorming van een voormalig boerenbedrijf tot een Vogelhospitaal. Een vogelhospitaal is een buitengewone voorziening waarvoor in de bouwverordening geen parkeernorm is opgenomen. Ook in de recente CROWpublicatie nr. 317 is hiervoor geen norm ontwikkelt/beschikbaar. De architect heeft daarom met de afdeling WZ/OGV/beleid verkeer besproken met hoeveel parkeerplaatsen rekening gehouden moet worden. In onderling overleg is dit aantal bepaald op 15 parkeerplaatsen. Deze worden aangelegd in de vorm van haaks gestoken parkeervakken aan de zuidrand van het perceel. De aanvraag is voor advies voorgelegd aan de afdeling Verkeer. De juridische grondslag voor het advies is artikel 2.5.30 van de Haarlemse Bouwverordening. 17 Overwegingen / motivering. Het Vogelhospitaal beschikt over twee beroepskrachten en 50 vrijwilligers / verzorgers die bij toerbeurt werkzaamheden verrichten. Verder worden incidenteel groepen (schoolklassen) ontvangen. De maximale bezetting is 75 personen. Bij de incidentele evenementen kan er gebruik gemaakt worden van parkeergelegenheid bij de sportvelden of het crematorium. Omdat bij excursies veelal sprake zal zijn van groepsvervoer menen wij dat 15 parkeerplaatsen onder reguliere omstandigheden voldoende zal zijn. Gezien het bovenstaande is het advies van de afdeling Verkeer positief. De activiteit voldoet aan (overige) voorschriften uit de Haarlemse bouwverordening (nummer 54 / 1 oktober 2010). Gelet hierop kan de omgevingsvergunning op deze grond worden verleend. CONCLUSIE Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het (ver)bouwen van het bouwwerk zijn er ten aanzien van de activiteit bouwen geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In deze beschikking zijn voor de activiteit bouwen voorschriften opgenomen. Activiteit aanleggen INLEIDING De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.11 Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. De activiteit heeft betrekking op de volgende werkzaamheid/werkzaamheden die in het bestemmingsplan "Hekslootgebied/Spaarndam-West" vergunningplichtig zijn gesteld: - Het uitvoeren van graafwerkzaamheden ten behoeve van het verbreden van een sloot. Voor iedere werkzaamheid heeft een toetsing plaatsgevonden. TOETSING Het werk bevindt zich of de werkzaamheid vindt plaats in een gebied waarvoor Het bestemmingsplan "'Hekslootgebied/Spaarndam-West** is vastgesteld. De opsteller van dit plan wil voorkomen dat een in dit plan begrepen grond minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van de ter plaatse geldende of beoogde bestemming. Daarom is in artikel 3.4 bepaald dat het verboden is om binnen de bestemming "Agrarisch'" zonder omgevingsvergunning bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren. Daarnaast bepaalt artikel 2.11 Wabo dat de vergunning voor dit onderdeel wordt geweigerd indien het werk of de werkzaamheid in strijd is met algemene ruimtelijke regels uit een provinciale verordening of AMvB. 18 De aangevraagde activiteit verdraagt zich met dit toetsingskader. Archeologie In h e f Facetbestemmingsplan Archeologie", vastgesteld door de gemeenteraad op 25 juni 2009 onder nummer 2009 119646 zijn de gronden bestemd in categorie 2. Bij bodemverstorende activiteiten van meer dan 50 m2 en dieper dan 30 cm. maaiveld dient een archeologisch rapport te worden overlegd. Voor het plangebied is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd door het onderzoeksbureau ADC: Blom, J.M., 2013. Vergierdeweg 290-310 te Haarlem; Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek. ADC-rapport 3315. ADC Archeoprojecten, Amersfoort. (NB De nummeraanduiding op het rapport is niet helemaal juist. Bedoeld wordt het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, derhalve het perceel met het kadastraal nummer A-2551). Tevens is een Programma van Eisen opgesteld m.b.t. het vervolgonderzoek: - Groot, R.W., de, 2013. Programma van Eisen Inventariserend veldonderzoek (proefsleuven) vogelhospitaal Vergierdeweg 290-310, gemeente Haarlem, RAAPPvE 1222. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp. (NB De nummeraanduiding op het rapport is niet helemaal juist. Bedoeld wordt het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, derhalve het perceel met het kadastraal nummer A-2551). Juridische grondslag voor het advies: Monumentenwet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet ruimtelijke ordening OVERWEGINGEN / MOTIVERING Hoewel bij het uitgevoerde booronderzoek in het duinzand geen overstoven niveaus of bodemhorizonten zijn aangetroffen (Blom, 2013), mag op basis daarvan niet zondermeer aangenomen worden dat er geen archeologische resten verwacht kunnen worden. Uit archeologische onderzoeken in de omgeving van het plangebied blijkt namelijk dat direct onder de bouwvoor, in de top van het duinzand archeologische sporen uit de Ijzertijd t/m de Nieuwe tijd aanwezig kunnen zijn. Hoewel in enkele boringen tijdens het verkennend booronderzoek is aangetoond dat de top van het duinzand is verstoord (boringen 2 t/m 4) is de verstoring in de overige boringen minder diep. In het oorspronkelijke plan werd voorzien in enkele vijvers in het oostelijke deel van het plangebied. Deze vijvers zijn inmiddels komen te vervallen. In verband met de watercompensatie zal in plaats daarvan de sloot langs de Vondelweg worden verbreed. Dit deel van het plangebied is niet bij het onderzoek betrokken (Blom, 2013). Zoals in het rapport is omschreven worden in het plangebied bovendien typen vindplaatsen verwacht die zich niet goed door middel van booronderzoek laten opsporen (Blom, 2013). Doel van het uitgevoerde booronderzoek was dan ook het 19 verkennen van de bodemopbouw en het formuleren van een archeologische verwachting. Tijdens het onderzoek is de archeologische verwachting en daarmee de archeologische waarde van het terrein nog in onvoldoende mate vastgesteld. Op basis van bovenstaande opmerkingen kunnen wij niet instemmen met de adviezen uit het rapport (Blom, 2013) en kan daarom door ons nog geen selectiebesluit genomen worden met betrekking tot de (definitieve) omgang met archeologische waarden. Daarom moet er nog aanvullend onderzoek plaatsvinden (zie het besluit inzake vervolgonderzoek van 28 mei 2013). Dit houdt in dat: - er een vervolgonderzoek dient plaats te vinden in de vorm van een (karterend) proefsleuvenonderzoek. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek moeten wij een beslissing kunnen nemen met betrekking tot de omgang met archeologische waarden bij het plan. VOORSCHRIFTEN / OPMERKINGEN - Het proefsleuvenonderzoek dient plaats te vinden op basis van een door Bureau Archeologie goedgekeurd puttenplan. Dit puttenplan dient als bijlage bij het reeds opgestelde Programma van Eisen (PvE) voor het proefsleuvenonderzoek gevoegd te worden (De Groot, 2013). In dit PvE staan de eisen die vanuit het archeologisch belang aan het proefsleuvenonderzoek worden gesteld. - Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek zal door Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem een besluit genomen moeten worden met betrekking tot de omgang met archeologische waarden in het plangebied. Dit kan zijn: geen vervolgonderzoek noodzakelijk, een archeologische opgraving voorafgaand aan de civieltechnische werkzaamheden of het laten verrichten van de graafwerkzaamheden en/of sloopwerkzaamheden onder archeologische begeleiding of een combinatie van de genoemde opties. - In het geval een vervolgonderzoek in de vorm van een archeologische begeleiding of opgraving noodzakelijk is, dient voorafgaand daaraan een Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld door een archeologisch bedrijf. Dit PvE dient geaccordeerd te worden door Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem voordat met de archeologische begeleiding/opgraving gestart kan worden. - Het proefsleuvenonderzoek en eventueel vervolgonderzoek (opgraving of archeologische begeleiding) moet worden uitgevoerd door een gecertificeerd archeologisch bedrijf. Het onderzoek moet naast het PvE voldoen aan de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en de Haarlemse Richtlijnen voor archeologisch onderzoek. Voor de uitvoering van archeologisch onderzoek is men vrij in de keuze van een archeologisch uitvoerder. Voor informatie en adresgegevens van alle archeologische bedrijven in Nederland verwijzen wij naar de website: www.sikb.nl. - Het concept-rapport waarin de resultaten van het proefsleuvenonderzoek en/of andere archeologische onderzoeken staan beschreven, dient te zijner tijd aan Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem ter beoordeling te worden voorgelegd. - Het gemeentelijk beleid ten aanzien van de archeologische monumentenzorg is er in de eerste plaats op gericht om waardevolle archeologische resten te 20 - behouden in de bodem (in situ). Dit beleid is nader uitgewerkt en vastgelegd in de beleidsnota archeologie. Dit houdt in dat indien tijdens de werkzaamheden archeologische resten worden aangetroffen (zoals bijvoorbeeld funderingen, beer- en waterputten e.d.), in eerste instantie gekeken moet worden of door planaanpassing behoud in de bodem mogelijk is. Indien dit niet mogelijk is dienen de archeologische waarden te worden opgegraven (behoud ex situ). Mocht de genoemde situatie zich voordoen dan moet contact opgenomen worden met het Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem (023-5115030). Bepaald zal dan worden hoe verder te handelen. Indien bij de niet-archeologische werkzaamheden of niet archeologisch begeleide graafwerkzaamheden zaken worden aangetroffen, waarvan de vinder weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het gaat om archeologische vondsten of sporen, dan is hij volgens de Monumentenwet verplicht dit direct te melden (artikel 53). De melding dient te gebeuren bij Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem, 023-5115030. CONCLUSIE Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het uitvoeren van een werk of werkzaamheid, zoals neergelegd in bestemmingsplan "Hekslootgebied/SpaarndamWest"" zijn er ten aanzien van deze activiteit geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In deze beschikking zijn voor de activiteit aanleggen voorschriften opgenomen. Activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening INLEIDING De omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c Wabo niet voldoet aan de in artikel 2.12 Wabo gestelde toetsingsaspecten. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. De activiteit heeft betrekking op de volgende werkzaamheid/werkzaamheden: - Het bouwen van een vogelhospitaal. Voor iedere werkzaamheid heeft een toetsing plaatsgevonden. Op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3 Wabo, dient een aanvraag niet in strijd te zijn met een goede ruimtelijke onderbouwing en dient het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing te bevatten. Onderstaande overwegingen zijn onderdeel van deze ruimtelijke onderbouwing. 21 TOETSING Geldend bestemmingsplan. De activiteit vindt plaats in een gebied waarvoor het bestemmingsplan "Hekslootgebied-Spaarndam-West" is vastgesteld door de gemeenteraad op . Op de verbeelding heeft het betreffende perceel de bestemming "Agrarisch" met een maximale goot- / bouwhoogte van 5 en 7 meter. Deze bestemming vindt zijn weerslag in artikel 3 van de voorschriften behorende bij het bestemmingsplan. De aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan omdat de bestemming niet agrarisch is en de dakhellingen niet liggen tussen de 45 en 60 graden. De aanvraag is voor advies voorgelegd aan de afdeling "Ruimtelijk Beleid" van de hoofdafdeling "Stadszaken" van de gemeente Haarlem. Het advies luidt als volgt: De aanvraag betreft de nieuwbouw van een Vogelhospitaal als vervanging van het Vogelhospitaal aan de Kweektuinstraat 1. Het sterk verouderde hospitaal is aan vervanging toe. Verplaatsing is een initiatief van de Vereniging Behoud de Hekslootpolder. Op de locatie aan de Vergierdeweg kan het gewenste programma worden gerealiseerd en wordt de reeds 10 jaar leegstaande bebouwing en kavel opnieuw ingericht. De mogelijkheden tot realisatie van het programma en inpassing in omgeving aan de Kweektuinstraat zijn beperkt. De aanvraag is in strijd met het vigerend bestemmingsplan 'Hekslootgebied / Spaarndam-West' omdat de bestemming niet agrarisch is en de dakhellingen niet liggen niet tussen de 45 en 60 graden. In de Nota Ruimtelijke Kwaliteit valt onderhavige aanvraag binnen de 'Bijzondere regie'. Dit regieniveau is onderverdeeld in verschillende gebiedstypen. Het ingediende plan wordt zowel stedenbouwkundig, landschappelijk als planologisch getoetst aan de criteria voor ruimtelijke kwaliteit die gelden voor het gebiedstype 'Landschappelijk groen'. Op grond van de ruimtelijke onderbouwing kan het bouwplan positief worden beoordeeld. Gezien de aard van de functie past deze in een verbrede landbouwfunctie. De aanwezige dakhellingen zijn 30 graden. De nieuwbouw is hierop afgestemd en passend binnen het karakter van de aanwezige bebouwing op de locatie en langs de Vergierdeweg. Het bouwplan voldoet aan de relevante criteria uit de Nota Ruimtelijke kwaliteit. Het advies van de afdeling Ruimtelijk Beleid is positief. Milieuzonering. In de Ruimtelijke Onderbouwing (RO) is een paragraaf opgenomen met betrekking op de milieuzonering. Dit betreft paragraaf 4.1.8 op bladzijde 34 van de RO. Bij het toestaan van nieuwe functies of bedrijven moet worden nagegaan of woningen of bedrijven van derden in de omgeving geen hinder ondervinden van deze nieuwe functies. Vlakbij het nieuwe Vogelhospitaal staan een burgerwoning en een agrarisch bedrijf met een bedrijfswoning. De aanvraag is voor advies voorgelegd aan de afdeling "Milieu" van de hoofdafdeling "Stadszaken" van de gemeente Haarlem. De afdeling Milieu stemt in met de inhoud en de conclusies in de RO. Het advies van de afdeling "Milieu" met betrekking tot de milieuzonering is positief. 22 Akoestisch onderzoek Bijlage 5 van de ruimtelijke onderbouwing is het akoestisch onderzoek. De aanvraag moet worden getoetst aan de geluidregelgeving in het kader van de activiteit milieu en de activiteit planologische ontheffing. De aanvraag dient tevens te voldoen, met betrekking tot de activiteit milieu, aan artikel 2.14 Wabo. De aanvraag is voor advies voorgelegd aan de afdeling "Milieu" . Het akoestisch onderzoek voldoet aan de minimum eisen welke kunnen worden gesteld aan dit type onderzoek. De afdeling Milieu stemt in met de inhoud en de conclusies in de RO. Het advies van de afdeling "'Milieu'* met betrekking tot het akoestisch onderzoek is positief. Externe veiligheid Bijlage 6 is de Kwantitatieve Risicoanalyse aardgasleiding Vergierdeweg Haarlem, toekomstige situatie. Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van een aardgasleiding. Om deze reden is het conform het BEVB nodig de externe veiligheid op de locatie in beschouwing te nemen. De vestiging van een vogelhospitaal heeft geen grote gevolgen voor het aantal mensen dat gemiddeld op de locatie aanwezig is. Bij een calamiteit met de aanwezig buisleiding kunnen de mensen die aanwezig zijn in het gebouw aan de achterzijde ontvluchten. Het groepsrisico is kleiner dan 0,1. De risico's met betrekking tot externe veiligheid zijn acceptabel. Het ligt niet in de rede om aanpassingen aan de locatie te eisen. Het advies met betrekking tot externe veiligheid is positief. Archeologie Bijlage 7 is het archeologisch rapport en in bijlage 15 is het programma van eisen inventariserend veldonderzoek opgenomen. Op grond van het •'Facetbestemmingsplan Archeologie" moet een archeologisch rapport worden opgesteld. Het archeologisch rapport is voor advies voorgelegd aan de afdeling "'Archeologie" van de gemeente Haarlem. Het advies luidt als volgt: Voor het plangebied is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd door het onderzoeksbureau ADC: Blom, J.M., 2013. Vergierdeweg 290-310 te Haarlem; Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek. ADC-rapport 3315. ADC Archeoprojecten, Amersfoort. (NB De nummeraanduiding op het rapport is niet helemaal juist. Bedoeld wordt het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, derhalve het perceel met het kadastraal nummer A-2551). Tevens is een Programma van Eisen opgesteld m.b.t. het vervolgonderzoek: - Groot, R.W., de, 2013. Programma van Eisen Inventariserend veldonderzoek (proefsleuven) vogelhospitaal Vergierdeweg 290-310, gemeente Haarlem, RAAPPvE 1222. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp. (NB De nummeraanduiding op het rapport is niet helemaal juist. Bedoeld wordt het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, derhalve het perceel met het kadastraal nummer A-2551). 23 Juridische grondslag voor het advies: Monumentenwet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet ruimtelijke ordening Overweging / motivering. Hoewel bij het uitgevoerde booronderzoek in het duinzand geen overstoven niveaus of bodemhorizonten zijn aangetroffen (Blom, 2013), mag op basis daarvan niet zondermeer aangenomen worden dat er geen archeologische resten verwacht kunnen worden. Uit archeologische onderzoeken in de omgeving van het plangebied blijkt namelijk dat direct onder de bouwvoor, in de top van het duinzand archeologische sporen uit de Ijzertijd t/m de Nieuwe tijd aanwezig kunnen zijn. Hoewel in enkele boringen tijdens het verkennend booronderzoek is aangetoond dat de top van het duinzand is verstoord (boringen 2 t/m 4) is de verstoring in de overige boringen minder diep. In het oorspronkelijke plan werd voorzien in enkele vijvers in het oostelijke deel van het plangebied. Deze vijvers zijn inmiddels komen te vervallen. In verband met de watercompensatie zal in plaats daarvan de sloot langs de Vondelweg worden verbreed. Dit deel van het plangebied is niet bij het onderzoek betrokken (Blom, 2013). Zoals in het rapport is omschreven worden in het plangebied bovendien typen vindplaatsen verwacht die zich niet goed door middel van booronderzoek laten opsporen (Blom, 2013). Doel van het uitgevoerde booronderzoek was dan ook het verkennen van de bodemopbouw en het formuleren van een archeologische verwachting. Tijdens het onderzoek is de archeologische verwachting en daarmee de archeologische waarde van het terrein nog in onvoldoende mate vastgesteld. Op basis van bovenstaande opmerkingen kunnen wij niet instemmen met de adviezen uit het rapport (Blom, 2013) en kan daarom door ons nog geen selectiebesluit genomen worden met betrekking tot de (definitieve) omgang met archeologische waarden. Daarom moet er nog aanvullend onderzoek plaatsvinden (zie het besluit inzake vervolgonderzoek van 28 mei 2013). Dit houdt in dat er een vervolgonderzoek dient plaats te vinden in de vorm van een (karterend) proefsleuvenonderzoek. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek moeten wij een beslissing kunnen nemen met betrekking tot de omgang met archeologische waarden bij het plan. Het advies van bureau "Archeologie" van de afdeling "Ruimtelijk Beleid" is gezien het bovenstaande positief mits voorwaarden in de vergunning worden opgenomen. Flora en Fauna Bijlage 11 is de quickscan ecologie. Bijlage 14 is het nader onderzoek vogel- en vleermuisonderzoek. Naar aanleiding van de uitgevoerde quickscan flora en fauna (Ecogroen advies, februari 2013), waaruit is gebleken dat de gebouwen binnen het projectgebied geschikt zijn voor huismus en vleermuizen is een nader vogel- en vleermuisonderzoek gedaan ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing. 24 De conclusie van het onderzoek is als volgt: Op basis van de kenmerken van de stallen, het ontbreken van sporen van vleermuizen en de ligging in het landschap kunnen verblijfsplaatsen van vleermuizen met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden uitgesloten. Nader onderzoek naar vleermuizen of een ontheffing van de Flora- en faunawet is niet nodig. Advies van de RUD naar aanleiding van de ingediende zienswijze van Maatschap Veehoudersbedrijf Vink De inrichtinghouder Vink aan de Vergierdeweg 312 in Haarlem valt per 1 januari 2013 onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) en de vergunning is van rechtswege vervallen. In het Activiteitenbesluit staan afstanden die de inrichtinghouder dient na te leven, dit zijn afstanden tot: Zeer kwetsbare gebieden Gevoelige objecten Geurgevoelige objecten. Zeer kwetsbaargebied Het vogelhospitaal is niet aan te merken als kwetsbaargebied en is daardoor voor de aspecten geur, geluid en fijn stof niet beperkend voor veehouderij Vink Gevoelig object (geluid) Het vogelhospitaal is volgens het Activiteitenbesluit niet aan te merken als een (geluid)gevoelig object en is daardoor voor de aspecten geur, geluid en fijn stof niet beperkend voor veehouderij Vink. Geurgevoelig object Uit de gevraagde omgevingsvergunning voor het vogelhospitaal blijkt dat er geen (bedrijfs)woning is aangevraagd. In de nieuwbouw aan de Vergierdeweg worden naast kantoren voor de medewerkers / vrijwilligers ook een educatieve ruimte, vergaderruimte en het bezoekerscentrum gerealiseerd waardoor op enig moment maximaal 75 bezoekers en 15 medewerkers aanwezig zijn. De 15 medewerkers zijn waarschijnlijk ieder werkdag van 8 - 1 7 uur aanwezig en de bezoekers waarschijnlijk veel minder. Het roept de vraag op of het vogelhospitaal als vergelijkbare wijze van gebruik kan worden gezien als permanent menselijk verblijf. In de handleiding behorende bij de Wet geurhinder en veehouderij van 6 maart 2007 staan criteria die relevant zijn om te betrekken bij deze afweging: a. de verblijfsduur van menselijk wonen of verblijf. Van belang is de verblijfsduur op een dag, maar ook het aantal dagen per jaar dat sprake is van wonen of verblijf; indien sprake is van gebouwen die slechts een deel van het jaar worden gebruikt voor wonen of verblijf, kan dit een reden zijn om dit niet als permanent te beschouwen. b. de aanwezigheid van dagelijks dezelfde personen of steeds wisselende personen. Als iemand elke dag weer opnieuw last heeft van geurhinder, is dat anders dan dat 25 dit incidenteel een keer het geval is. Elke dag opnieuw heeft een meer permanent karakter dan af en toe een keer. • c. de mogelijkheid dat er mensen ook in de nachtperiode in het object verblijven . Kantoren en werkplaatsen zullen niet per definitie een geurgevoelig object zijn. Dit zal voornamelijk afhangen van de verblijfsduur van de mensen in deze ruimten In bijlage 1 is wetgeving en een overzicht van jurisprudentie over geurgevoelig object opgenomen. Ik adviseer u om bij de afdeling ruimtelijke ordening van de gemeente Haarlem na te vragen of het vogelhospitaal is aan te merken als permanent menselijk verblijf of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik. Als het goed is, is vanwege een goede ruimtelijke ordening bepaald of het vogelhospitaal een gevoelig object is en wat de consequenties daarvan zijn. Zo nee, dan is er geen sprake van een geurgevoelig object en is het vogelhospitaal voor de aspecten geur, geluid en fijn stof niet beperkend voor veehouderij Vink. Zo ja, dan is er sprake van een geurgevoelig object en kan het vogelhospitaal voor het aspect geur beperkend werken voor veehouderij Vink. Het blijkt echter dat de uitbreidingsmogelijkheden van veehouderij Vink in de huidige situatie niet meer aanwezig is, zie volgende paragraaf. Beperking uitbreidingsmogelijkheden voor veehouderij Vink Veehouderij Vink kan in de huidige situatie, zonder de aanwezigheid van het vogelhospitaal, op grond van het Activiteitenbesluit niet uitbreiden met vee, omdat: De afstand van de muur van de buitenzijde van de stal tot een woning van derden gelegen buiten de bebouwde kom (Vergierdeweg 310 of 312) is kleiner dan 25 meter. Aanvullend is de afstand van de buitenzijde van de stal tot een woning van derden gelegen binnen de bebouwde kom (Vondelweg) minder dan 50 meter. Zie artikel 3.119 van het Activiteitenbesluit. Ik begrijp dat een van de woningen aan de Vergierdeweg (310 of 312) een woning van derden is. Ik adviseer dit na te zoeken in het bestemmingsplan. De afstand van het emissiepunt van de stal tot geurgevoelige objecten gelegen buiten de bebouwde kom is kleiner dan 50 meter (Vergierdeweg 310 of 312). Aanvullend is de afstand van het emissiepunt van de stal tot geurgevoelige objecten gelegen binnen de bebouwde kom is kleiner dan 100 meter (artikel 3.117 Activiteitenbesluit). In bijlage 3 zijn de artikelen 3.119 en 3.117 opgenomen. Ter onderbouwing zijn een citaat van uit de aanvraag van 1996 en een berekening voor het meten van de afstand tussen de stal en de woningen aan de Vondelweg toegevoegd. Naar aanleiding van het advies van de RUD merken wij op dat Haarlem geen aparte regelgeving en/of apart beleid heeft ten aanzien van gevoelige objecten. Op basis hiervan en gelet op de jurisprudentie gaan wij er daarom vanuit dat het 26 Vogelhospitaal een geurgevoelig object kan zijn en hebben wij de aanvraag verder op deze wijze beoordeeld. Omdat de afstand tot andere geurgevoelige objecten (waaronder ook de woningen aan de Vondelweg), zowel blijkens de ons bekende gegevens als blijkens de aanvraag om milieuvergunning, kleiner is dan de afstanden uit het Activiteitenbesluit, volgt echter uit het advies van de Milieudienst IJmond dat er in de huidige situatie al geen uitbreidingsmogelijkheden met vee voor Veehoudersbedrijf Vink bestaat. Het Vogelhospitaal heeft hierop dan ook geen invloed. ZIENSWIJZEN EN HEROVERWEGING NAAR AANLEIDING V A N DE ZIENSWIJZEN Inzagetermijn Tussen 23 augustus 2013 en 3 oktober 2013 hebben de aanvraag, de ontwerpbeschikking en de bijbehorende stukken ter inzage gelegen en is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Ingediende zienswijzen Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt door Familie A. Smit, Vergierdeweg 290, 2026 BJ Haarlem; Familie Vink, Vergierdeweg 310, 2026 BJ Haarlem; Maatschap Veehoudersbedrijf Vink, Vergierdeweg 31, 2026 BJ te Haarlem. De familie Vink en Maatschap Veehoudersbedrijf Vink hebben zich hierbij laten vertegenwoordigen door Klaver Makelaardij, Postbus 62, 1733 ZH Nieuwe Niedorp. Korte samenvatting van de ingediende zienswijzen en de reactie daarop van de aanvraser Zienswijze familie Smit De ingediende zienswijzen van de familie A luiden, kort samengevat, als volgt: a. De entree/nachtopvang is gesitueerd aan de zijde van de Vergierdeweg, op de plaats waar nu twee gemeentelijke parkeerplaatsen liggen. De familie Smit maakt gebruik van deze parkeerplaatsen. Als deze parkeerplaatsen worden opgeheven, heeft de familie Smit geen mogelijkheid meer om hun auto's binnen redelijke afstand van hun woning te parkeren. b. De entree voor de nachtopvang zal worden gebruikt om "s nachts zieke vogels naar het Vogelhospitaal te brengen. Dit gebeurt met een ambulance van de dierenbescherming. De familie Smit vreest daarom voor geluidsoverlast tijdens de nachtelijke uren. c. Volgens de geluidsnormen van de VNG moet een afstand van 30 meter worden aangehouden vanuit het oogpunt van geluids- en stankoverlast. Het Vogelhospitaal wijkt van deze norm af. De familie Smit verzoekt de gemeente om goed na te kijken of de voorgestelde afstanden uit het bouwplan voldoen aan de huidige regelgeving. •<** -A— Haarlem 2 ? d. e. Er is sprake van een recht van overpad. Dit is niet opgenomen in de aanvraag om omgevingsvergunning. In de aanvraag wordt ten onrechte diverse malen gerefereerd aan Vergierdeweg 290. Zienswijze familie Vink De ingediende zienswijzen van de familie Vink luiden, kort samengevat, als volgt: f. De aanvraag om omgevingsvergunning is in strijd met het bestemmingsplan. Het Vogelhospitaal is geen agrarische bestemming en kan evenmin worden aangemerkt als verbrede landbouw. g. De quarantaineruimte wordt gerealiseerd op circa 10 meter afstand van de woning aan de Vergierdeweg 310 en grenst aan de speelruimte van de kinderen. Hierdoor ontstaan onacceptabele gezondheidsrisico's. h. De kadaveropslag is gepland op circa 20 meter afstand van de woning aan de Vergierdeweg 310 en op circa 10 meter van de speelruimte van de kinderen. Dit brengt onacceptabele gezondheidsrisico's met zich mee. Zienswijze Maatschap Veehoudersbedrijf Vink De ingediende zienswijzen van Maatschap C luiden, kort samengevat, als volgt: i. De aanvraag om omgevingsvergunning is in strijd met het bestemmingsplan. Het Vogelhospitaal is geen agrarische bestemming en kan evenmin worden aangemerkt als verbrede landbouw, j. De gezondheidsrisico's voor het naastgelegen veehouderijbedrijf zijn onacceptabel. k. De familie B maakt sinds 1938 gebruik van het erf Vergierdeweg 294 voor de ontsluiting van het perceel Vergierdeweg 312. Dit is na de realisatie van het Vogelhospitaal niet meer mogelijk. 1. De gebouwen Vergierdeweg 294 en 312 grenzen aan elkaar. Dit brengt verhoogde gezondheidsrisico's met zich mee. m. De aanwezigheid van een vogelopvangcentrum kan bij calamiteiten op het gebied van diergezondheid leiden tot een opgelegde blokkade van het veehouderijbedrijf waarvoor mogelijk geen verhaalrecht op schade geldt, n. Voortzetting en verdere ontwikkeling van het veehouderijbedrijf worden bedreigd door een mogelijk grotere gevoeligheid voor toetsing op geur, geluid en fijnstof van het bedrijf, o. De kadastrale grens loopt zo straks rond het gebouw dat bouwkundige activiteiten alleen van binnenuit kunnen plaatsvinden. Ook is de stal aangelengd waardoor bouwactiviteiten niet zonder overleg met betrokken partijen kunnen plaatsvinden, p. De quarantaineruimte bevindt zich pas naast de veestal van nummer 312. q. Bij eventuele gezondheidscalamiteiten op de veestapel van het veehouderijbedrijf kan niet worden teruggevallen op een calamiteitenfonds en bewijslast zal moeilijk zijn, r. Achter op het erf van Vergierdeweg 294 is de bouw van een pand gepland welke op een te korte afstand van het naastgelegen gebouw staat, terwijl tevens de ontsluiting van het erf problemen oplevert ten opzichte van een gebruik dat reeds 60 jaar bestaat. 28 Reactie van de vergunningaanvrager De aanvrager van de omgevingsvergunning heeft op grond van artikel 3:15, derde lid, Algemene wet bestuursrecht een reactie op de ingediende zienswijzen ingediend. Deze reactie is ingediend door de gemachtigde van de aanvrager. De reactie luidt, kort samengevat, als volgt: a. De parkeerplaatsen waarnaar wordt verwezen, zijn geen gemeentelijke parkeerplaatsen, maar openbare weg. Het Vogelhospitaal wil de familie Smit de mogelijkheid bieden om op het terrein van het Vogelhospitaal te parkeren. b. Naar verwachting zal de ambulance twee maal in de dagperiode en eenmaal in de avondperiode tot hooguit 22.00 uur de inrichting aandoen. De ambulance voert geen optische- en/of geluidssignalen. c. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat aan de geluidsnormen wordt voldaan. De woning van de familie Smit ligt op 30 meter van de behandelkamers en de volieres liggen op ruimere afstand dan waar vroeger de koeienstallen waren. Stankoverlast is niet te verwachten omdat de hokken dagelijks worden schoongemaakt en gedesinfecteerd. d. Het is niet verplicht om een recht van overpad te vermelden in een aanvraag om omgevingsvergunning en het recht van overpad wordt niet belemmerd door het bouwplan. e. De voorgenomen ontwikkeling vindt plaats aan Vergierdeweg 294. Er wordt daarom op een aantal plaatsen in de stukken ten onrechte gerefereerd aan Vergierdeweg 290. De gemeente wordt verzocht dit aan te passen in de vergunning en daar het kadastrale perceelnummer A2551 in op te nemen. f. Deze constatering is juist. Daarom is een aanvraag voor het afwijken van het bestemmingsplan gedaan. g. Het Vogelhospitaal vangt vooral gezonde vogels op die getraumatiseerd zijn. Als al sprake is van zieke vogels, dan gaat het om ziektes die ook heersen bij de wilde vogels in de polder. Het Vogelhospitaal plaatst de vogels eerst in quarantaine om het risico van de verspreiding van ziektes te verkleinen. Er zijn vanuit de wetgeving geen direct overdraagbare dierziekten aan te wijzen die van de opgevangen wilde vogels kunnen worden overgedragen naar runderen. Het Vogelhospitaal is al sinds de jaren 50 midden in een woonwijk van Haarlem gevestigd en er zijn in die periode nooit overdraagbare ziektes van dier op mens geconstateerd. h. De kadavertjes worden inpandig opgeslagen en worden ingevroren. i. Zie hiervoor onder f. j. Het Vogelhospitaal overlegt een reactie van prof. Dr. G.M. Dorrestein van het Nederlands Onderzoek Instituut voor vogels en bijzondere dieren, k. Er is een erfdienstbaarhedenonderzoek uitgevoerd door het Kadaster. Hieruit blijkt dat er geen erfdienstbaarheid rust op de percelen Schoten A 2551 en 2529 ten gunste van het perceel Schoten A 1704. L Er zal worden voldaan aan de eisen uit het Bouwbesluit en er vinden bij het Vogelhospitaal geen brandgevaarlijke activiteiten plaats, waardoor een verhoogd risico kan ontstaan, m. Er zijn vanuit de wetgeving geen direct overdraagbare dierziekten aan te wijzen die van de opgevangen wilde vogels kunnen worden overgedragen naar runderen. 29 n. o. p. q. r. Op basis van de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" is niet annemelijk dat de ontwikkeling van het veehouderijbedrijf wordt bedreigd door de komst van het Vogelhospitaal. Er ontstaat eerder meer ruimte voor de ontwikkeling van het veehouderijbedrijf. Er zal een muur worden gemaakt op het eigen perceel. De bestaande situatie komt overeen met de nieuwe situatie. Zie hiervoor onder g. Het risico wordt niet groter door de komst van het Vogelhospitaal. Het is niet duidelijk waarom bij calamiteiten niet kan worden teruggevallen op het calamiteitenfonds. Het perceel Vergierdeweg 312 heeft een eigen oprit en er bestaat geen recht van overpad. Het Vogelhospitaal is bereid om over oplossingen te overleggen. Hoorzitting Op 6 november 2013 hebben de hoorzittingen plaatsgevonden, waarin alle betrokken partijen in de gelegenheid zijn gesteld om hun standpunten nader mondeling toe te lichten en te verhelderen. Beoordeling van de ingediende zienswijzen Wij hebben de ingediende zienswijzen, de reacties daarop van het Vogelhospitaal en het verhandelde tijdens de zitting, tegen elkaar afgewogen. In het onderstaande gaan wij hierop nader in. Daarbij geven wij eerst onze algemene overwegingen omtrent de aanvaardbaarheid van het Vogelhospitaal op deze locatie en gaan wij daarna per onderwerp op de ingediende zienswijzen in. De realisatie van het Vogelhospitaal aan de Vergierdeweg 294 te Haarlem De locatie aan de Vergierdeweg 294 te Haarlem is gelegen op een bijzondere plek aan de gemeente Haarlem. Aan de ene zijde grenst het aan een burgerwoning (nummer 290), aan de andere zijde aan twee bedrijfswoningen en een veehouderijbedrijf (nummers 310 en 312). Aan de achterzijde grenst het perceel aan de Hekslootpolder. De Hekslootpolder is aangewezen als een beschermd weidevogelgebied en maakt daarnaast onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Het aantal mogelijk geschikte functies voor deze locatie is beperkt. Enerzijds moet rekening worden gehouden met de beperkingen die voortvloeien uit de aanwezigheid van het veehouderijbedrijf. Gevoelige functies zoals bijvoorbeeld woningen kunnen daarom niet op dit perceel worden gevestigd. Anderzijds moet rekening worden gehouden met de beperkingen die voortvloeien uit de aanwezigheid van woningen naast het perceel. Het is daarom niet mogelijk om hier te belastende functies te vestigen. Tot slot moet ook rekening worden gehouden met de Hekslootpolder, een nieuw te vestigen functie op deze locatie moet zich de bijzondere waarden van dit gebied verdragen. Inmiddels is het perceel al langdurig niet meer in gebruik en is sprake van leegstand. Een invulling van het perceel die recht doet aan de bijzonderheden van deze locatie en waarmee de leegstand kan worden beeindigd, is daarom gewenst. Omdat er op deze locatie in het verleden langdurig een agrarisch bedrijf was gevestigd, heeft het perceel binnen het bestemmingsplan de locatie "Agrarisch" 30 gekregen. Daarmee is niet gezegd dat dit de enige geschikte functie voor dit perceel zou zijn. Gelet op de aanwezigheid van een burgerwoning direct naast het perceel, is een agrarisch bedrijf vanuit de optiek van deze woning wellicht zelfs wat minder geschikt. Het Vogelhospitaal vormt naar onze mening een goede invulling van deze locatie. Het Vogelhospitaal is een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer en vormt, bezien vanuit de milieuzonering, geen gevoelige bestemming. Het naastgelegen veehouderijbedrijf wordt daarom door de komst van het Vogelhospitaal niet in zijn bedrijfsvoering belemmerd. Daarnaast blijkt uit de ruimtelijke onderbouwing en de bijbehorende onderzoeken dat het Vogelhospitaal niet dusdanig milieubelastende activiteiten verricht, dat deze zich niet verdragen met de naastliggende woningen. Daarnaast verdraagt het Vogelhospitaal zich vanzelfsprekend goed met de bijzondere waarden van de Hekslootpolder. Gelet op het bovenstaande staat ons college in beginsel positief tegenover de komst van het Vogelhospitaal naar deze locatie. Vervolgens komen wij daarom toe aan de beoordeling van de zienswijzen. Typering van het gebruik van het Vogelhospitaal Het Vogelhospitaal is geen agrarische functie en is daarmee in strijd met het bestemmingsplan. Om de realisatie van het Vogelhospitaal mogelijk te maken, wordt daarom een procedure gevoerd om van het bestemmingsplan af te mogen wijken. In het advies van de afdeling Ruimtelijk Beleid is onder meer aangegeven dat deze functie op deze plek aanvaardbaar wordt geacht, omdat er sprake is van verbrede landbouw. Als naar de vakliteratuur wordt gekeken, wordt het begrip "verbrede landbouw" echter wisselend ingevuld. Soms wordt het gekoppeld aan een bestaand agrarisch bedrijf en soms wordt het gezien als een activiteit die tot zelfstandige hoofdactiviteit kan worden verheven. Omdat de gemeente Haarlem slechts een beperkt aantal agrarische bedrijven heeft, beschikken wij niet over een beleidsstuk waarin wij dit begrip definieren. Wij zijn het daarom met de indieners van de zienswijzen eens dat deze term tot verwarring kan leiden. Wat de gemeente Haarlem in dit kader met de term "verbrede landbouw" heeft bedoeld, is dat het hier geen agrarische functie betreft, maar dat het wel gaat om een functie die zich verdraagt met de agrarische functie en die op zichzelf een vervolgfunctie vormt voor vrijkomende agrarische bebouwing, evenzeer als bijvoorbeeld een dierenpension of een hondenfokkerij. Wij achten deze functie hier op deze locatie aanvaardbaar. De exacte typering van deze functie is hierbij ondergeschikt. 31 Het gebruik van de nachtentree Uit de hoorzitting is naar voren gekomen dat de bestaande uitrit niet zal worden verbreed en dat er dus vanaf de Vergierdeweg geen aparte oprit naar de nachtentree zal komen. Er zal hier daarentegen juist op de erfgrens een afsluiting worden geplaatst. Wij zijn het met de indieners van de zienswijze eens dat dit niet duidelijk uit de tekeningen volgt. De bouwtekening is daarom op dit punt aangepast, conform hetgeen tijdens de hoorzitting is afgesproken. Daarnaast is zowel in de schriftelijke reactie van het Vogelhospitaal als tijdens de hoorzitting expliciet aangegeven dat de vogels voor de nachtopvang tot uiterlijk 22.00 uur met de ambulance zullen worden gebracht. Om tegemoet te komen aan de zorgen van de familie Smit, zullen wij daarom aan de vergunning de voorwaarde verbinden dat de vogels voor de nachtopvang tot uiterlijk 22.00 uur met de ambulance mogen worden gebracht. Het recht van overpad van de familie Smit Door beide partijen wordt bevestigd dat de familie Smit een recht van overpad heeft. Dit recht van overpad wordt niet belemmerd door de uitvoering van het bouwplan en staat daarom niet aan de verlening van een vergunning in de weg. Het is niet verplicht om een recht van overpad te vermelden in een aanvraag om omgevingsvergunning, in dit geval is het recht van overpad vastgesteld in de kadastrale registers. Het recht van overpad van Maatschap Veehoudersbedrijf Vink Uit de stukken en de hoorzitting is gebleken dat het recht van overpad van Maatschap Veehoudersbedrijf Vink niet in de kadastrale registers is ingeschreven. Indien en voor zover er sprake is van een recht van overpad, is dit door verjaring ontstaan. De gemeente is niet de eerst aangewezen instantie om aan te geven of hier een recht van overpad is ontstaan, wat de omvang van dit recht van over pad is en of en in hoeverre dit recht van overpad tot in lengte van jaren in zijn volle omvang geeerbiedigd dient te worden. Dit is immers een privaatrechtelijke kwestie. De aanvrager heeft naar aanleiding van de hoorzitting echter besloten om het bouwplan op dit punt aan te passen om daarmee gedeeltelijk aan de bezwaren van Maatschap Veehoudersbedrijf Vink tegemoet te komen en tegelijkertijd langdurige procedures te voorkomen. Het Vogelhospitaal heeft daarom een aangepaste tekening ingediend, waarop de toekomstige verblijfsruimtes voor roofvogels en uilen is verschoven. Wij constateren dat daarmee gedeeltelijk tegemoet wordt gekomen aan het bezwaar van Maatschap Veehoudersbedrijf Vink, maar niet volledig. Ten aanzien van het overige omtrent het recht van overpad van Maatschap Veehoudersbedrijf Vink overwegen wij het volgende. Er is geen sprake van een evidente privaatrechtelijke belemmering en partijen zijn al verdeeld over de vraag of er sprake is van een recht van overpad, laat staan over de mogelijke reikwijdte van het recht van overpad. Wij kunnen dit aspect daarom niet bij deze beoordeling betrekken. Voor zover partijen hier niet in goed onderling overleg uit kunnen komen, behoort dit onderdeel te zijn van een privaatrechtelijke procedure. 32 Milieuzonering Bij de beoordeling van de vraag of het Vogelhospitaal zich op deze locatie verdraagt met de functies op de naastliggende percelen, is gebruik gemaakt van de Handreiking van de VNG "Bedrijven en milieuzonering, editie 2009". Deze Handreiking van de VNG is geen wetgeving, maar is een handreiking aan het gemeentebestuur om op een goede wijze tot een goed ruimtelijk beleid te komen. Het is, zoals op bladzijde 18 van de Handreiking expliciet wordt vermeld, geen blauwdruk, maar een hulpmiddel. De Handreiking is bedoeld om milieubelastende en milieugevoelige functies met behulp van milieuzonering goed te kunnen scheiden. Daarbij leidt een te vergaande scheiding van functies echter tot inefficient ruimtegebruik en een verlies aan ruimtelijke kwaliteit. Op bladzijde 25 van de Handreiking wordt dan ook aangegeven dat het vanuit het oogpunt van efficient ruimtegebruik de voorkeur verdient om functiescheiding niet verder door te voeren dan met het oog op een goed woon- en leefklimaat noodzakelijk is. Gelet op de aard van de omgeving is hier sprake van een gemengd gebied. Het perceel zelf ligt tussen een woning, bedrijfswoningen en een agrarisch bedrijf ligt langs een doorgaande weg. Het perceel ligt bovendien vlak naast de kruising met de Vondelweg. In de milieuzonering wordt gekeken naar de aspecten geur, stof, geluid en gevaar (bij gevaar gaat het daarbij om gevaar ten gevolge van het werken met gevaarlijke stoffen). Daarnaast kan ook de verkeersaantrekkende werking van belang zijn, evenals de aspecten visuele hinder, bodemverontreiniging en lichtverontreiniging. Geconstateerd moet worden dat een Vogelhospitaal niet rechtstreeks is opgenomen in de lijsten met activiteiten uit de Handreiking en dat het ook lastig is om een vergelijking te maken met de wel opgenomen activiteiten. Het Vogelhospitaal is daarom op elk aspect apart beoordeeld, voor zover van toepassing, en de uitkomsten hiervan zijn naast de Handreiking gelegd om de aanvaardbaarheid voor de omringende woningen te beoordelen. In de zienswijzen wordt expliciet ingegaan op de aspecten geur en geluid, zodat wij hier met name nog verder op in zullen gaan. Volledigheidshalve merken wij op dat alle relevante aspecten zijn getoetst en dat het resultaat van deze toetsing is terug te vinden in de omgevingsvergunning en de ruimtelijke onderbouwing, zodat wij hier voor het overige kortheidshalve naar verwijzen. Zoals vermeld is in de Milieuzonering geen Vogelhospitaal opgenomen. Er is daarom gekeken naar de richtafstand voor geur voor een dierenasiel. Deze bedraagt 30 meter. Een Vogelhospitaal is echter niet volledig op een lijn te plaatsen met een dierenasiel. Daarnaast is deze afstand een richtafstand en dus geen harde wettelijke afstandseis. Er moet daarom van geval tot geval worden beoordeeld of het bouwplan aanvaardbaar is. In dit specifieke geval geldt dat de activiteiten die geur als bedoeld in de Handreiking met zich mee kunnen brengen, zijn gesitueerd in de volieres op de achterzijde van het terrein. Deze bevinden zich op meer dan 30 meter afstand van de woning. Daarnaast is de overheersende windrichting zuidwest en 33 waait dus van de woning af en er staat nog een gebouw tussen de volieres en de woningen. Voor wat betreft het aspect geur achten wij de afstand van het Vogelhospitaal ten opzichte van de omringende bebouwing dan ook voldoende. Ten aanzien van het aspect geluid is een onderzoek uitgevoerd. Daaruit blijkt dat bij geluid met name moet worden gedacht aan vogelgeluiden, de technische installatie en de verkeersbewegingen op het terrein. Voor de vogelgeluiden (tonaal/impuls karakter) is een toeslag van 5 dB gehanteerd. Uit de resultaten van het akoestisch onderzoek blijkt dat zowel voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau als voor de maximale geluidsniveau's de grenswaarden niet worden overschreden. Gelet op het bovenstaande en gelet op alle beschikbare gegevens en bescheiden, zijn wij daarom van mening dat de afstand van het Vogelhospitaal en de daarop gesitueerde gebouwen ten opzichte van de omringende bebouwing aanvaardbaar is. Bedreiging van de voortzetting en de verdere ontwikkeling van Maatschap Veehoudersbedrijf Vink De milieuzonering regelt niet de afstanden tussen inrichtingen onderling, maar richt zich specifiek op de relatie tussen milieugevoelige en milieubelastende activiteiten. Het Vogelhospitaal geldt voor de toepassing van de Handreiking niet als milieugevoelige functie, zodat de Handreiking hier niet op van toepassing is. Specifiek voor agrarische bedrijven zoals het Veehouderijbedrijf geldt wel aparte regelgeving, zoals de Wet geurhinder en Veehouderij en de Wet Ammoniak en Veehouderij. In dit kader kan de realisatie van een Vogelhospitaal op het nabijgelegen perceel wel van belang zijn. Wij hebben daarom ten aanzien van deze zienswijze nader advies gevraagd aan de Milieudienst IJmond. De Milieudienst IJmond geeft aan dat het Vogelhospitaal een geurgevoelig object kan zijn in de zin van de Wet geurhinder en veehouderij. De gemeente Haarlem heeft hiervoor geen eigen beleid en geen verordening, zodat wij er, gelet op het advies van de Milieudienst en gelet op de jurisprudentie, inderdaad sprake is van een geurgevoelig object. Vervolgens constateert de Milieudienst dat de Maatschap op dit moment geen uitbreidingsmogelijkheden heeft, vanwege de aanwezigheid van een burgerwoning direct bij het bedrijf en gelet op de woningen aan de Vondelweg. Voor zover de Milieudienst IJmond verwijst naar de burgerwoning, passeert ons college dit deel van het advies, omdat er volgens het bestemmingsplan sprake is van een bedrijfswoning. Dat laat onverlet dat er, afgezien van deze woning, andere woningen in de directe omgeving aanwezig zijn, die een verdere uitbreiding van het bedrijf belemmeren. Het Vogelhospitaal heeft hierop geen invloed. 34 Gezondheidsrisico's in algemene zin Door beide partijen zijn gegevens aangeleverd met betrekking tot de mogelijke gezondheidsrisico's door de opvang van zieke vogels op dit perceel. Naar aanleiding van deze stukken overwegen wij het volgende. Het Vogelhospitaal richt zich in eerste instantie niet op de opvang van zieke vogels, maar van getraumatiseerde vogels. Dat laat natuurlijk onverlet, dat er ook zieke vogels worden gebracht. Het Vogelhospitaal brengt de vogels echter niet zonder meer naar de vogelverblijven, maar onderzoekt de vogels eerst. Als er sprake blijkt te zijn van een ziekte, worden de vogels apart behandeld. De kans op verspreiding van ziektes wordt daardoor zo beperkt mogelijk gehouden. Daarnaast worden er vogels uit de regio binnengebracht. Voor zover er sprake is van ziektes, zal het dan ook gaan om ziektes die al in de regio voorkomen. Gelet hierop en gelet op het feit dat er in Nederland naar de huidige stand van zaken geen sprake is van overdraagbare ziektes van vogels , achten wij de gezondheidsrisico's op zichzelf niet groter dan de gebruikelijke gezondheidsrisico's. Dat neemt niet weg dat er wereldwijd wel sprake is van ziektes die door vogels kunnen worden overgedragen. Wij begrijpen de zorgen van de familie Vink en veehouderijbedrijf Vink daarom zonder meer. Daarbij is echter wel sprake van een situatie die zich in Nederland nog niet heeft voorgedaan en waarvoor op zichzelf ook geen aanwijzingen zijn dat deze zich in Nederland zullen voordoen. Het is weliswaar niet uit te sluiten dat dit in de toekomst wel zal gebeuren, maar op dat moment zal de Rijksoverheid landelijk maatregelen te treffen om verspreiding van de ziekte zoveel mogelijk te voorkomen of tegen te gaan, welke maatregelen ook het Vogelhospitaal zullen treffen. Omdat de medewerkers van het Vogelhospitaal zelf rechtstreeks contact hebben met de gebrachte vogels, heeft het Vogelhospitaal er overigens ook zelf als eerste belang bij om adequate maatregelen te treffen. Gelet op het bovenstaande en gelet op hetgeen door de deskundige tijdens de hoorzitting is vermeld, zien wij daarom geen aanleiding om aan te nemen dat zich grotere gezondheidsrisico's zullen gaan voordoen. Daarbij merken wij op dat het advies van de deskundige van Veehouderijbedrijf Vink in zeer algemene termen is gesteld en dat uit het advies van deze deskundige niet blijkt van bijzondere deskundigheid op het gebied van het Vogelhospitaal en/of van vogelziektes. Wij zien in dit advies daarom geen aanleiding om anders over het gezondheidsaspect te oordelen. Gezondheidsrisico's in verband met de quarantaineruimte en de kadaveropslag Daarnaast bestaat er bij de omwonenden bijzondere zorg omtrent de gezondheidsrisico's door de locatie van de quarantaineruimte en de kadaveropslag. Zoals uit de zitting naar voren is gekomen, leidt de kadaveropslag niet tot bijzondere gezondheidsrisico's, omdat dode vogels geen ziektes kunnen verspreiden. Daarnaast vindt de opslag inpandig plaats en worden de kadavers ingevroren. De quarantaineruimte is juist bedoeld om de verspreiding van ziektes tegen te gaan. In aanvulling op het bovenstaande over de algemene gezondheidsrisico's, zien wij daarom geen aanleiding om aan te nemen dat zich specifieke risico's door de locatie van de quarantaineruimte en de kadaveropslag zullen voordoen. 35 Brandveiligheid De aanvraag om omgevingsvergunning is getoetst aan het Bouwbesluit 2012. Hierbij is niet geconstateerd dat niet zou worden voldaan aan de brandveiligheidseisen. Overigens is ook niet gebleken van bijzondere risico's, omdat er geen sprake is van de opslag van gevaarlijke stoffen in de betrokken bouwwerken. Mogelijkheid tot het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden, gelet op de kadastrale begrenzing Het komt regelmatig voor dat gebouwen op of dichtbij de perceelsgrens worden gesitueerd. Dat belemmert echter niet de uitvoering van bouwwerkzaamheden, omdat deze ook vanuit het eigen terrein kunnen plaatsvinden. Indien en voor zover het betreden van het terrein van de buren echt noodzakelijk is, is hiervoor een regeling opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. Dit biedt voldoende waarborgen voor alle betrokken partijen voor een goede uitvoering van de bouwplannen. Verwijzing naar Vergierdeweg 290 Op diverse plaatsen in de ruimtelijke onderbouwing wordt verwezen naar Vergierdeweg 290, waar Vergierdeweg 294 is bedoeld. Dit zal worden aangepast in de stukken. Conclusie Ongegronde zienswijzen De volgende zienswijzen zijn gelet op het bovenstaande naar ons oordeel ongegrond: c, g, h , j , k , 1, m,n, o, p e n q . Gegronde zienswijzen De overige zienswijzen zijn naar ons oordeel geheel of gedeeltelijk gegrond. W i j hebben daarbij geconstateerd dat hieraan deels tegemoet is gekomen door een aanpassing van de tekening, deels door het verbinden van een voorwaarde aan de vergunning en deels door een verbetering van de motivering. In het onderstaande gaan wij hierop per zienswijze in. Ada Uit de aanvraag zou inderdaad kunnen worden afgeleid dat er een nieuwe uitweg wordt gemaakt. Dit blijkt niet het geval te zijn. De aanvraag is daarom op dit onderdeel verduidelijkt. Adb Er wordt een extra voorwaarde aan de omgevingsvergunning verbonden, waarin wordt opgenomen dat er na 22.00 uur "s avonds geen vogels meer naar de nachtopvang mogen worden gebracht. 36 Add Partijen zijn het erover eens dat er sprake is van een recht van overpad. Er bestaat echter geen verplichting om dit op de aanvraag te vermelden, zodat de bevestiging hiervan tijdens de hoorzitting voldoende is. Ade. Dit zal worden aangepast in de vergunning. Ad f en ad i Wij zijn het met de indieners van deze zienswijze eens dat de term ''verbrede landbouw'* verwarrend kan werken. De motivering van de vergunning is daarom op dit punt verbeterd middels de reactie op deze zienswijzen. Adr. Tussen partijen is in discussie of hier sprake is van een recht van overpad. Omdat het hier gaat om een recht dat door verjaring zou zijn ontstaan, is er geen sprake van een evidente privaatrechtelijke belemmering, zodat ons college hierover op zichzelf geen uitspraken kan doen. De zienswijze is daarom op zichzelf ongegrond. Wel kan vanuit het oogpunt van maatschappelijke uitvoerbaarheid worden betoogd dat het aanbeveling verdient om de verblijfsruimtes voor roofvogels en uilen te verschoven. De aanvrager heeft de aanvraag inmiddels op deze wijze aangepast. Gelet hierop en gelet op het feit dat wij geen uitspraken over de privaatrechtelijke aspecten kunnen doen, is hiermee voldoende tegemoet gekomen aan de zienswijze. Met inachtname van het bovenstaande zijn wij van mening dat voldoende aan de zienswijzen tegemoet wordt gekomen en dat er sprake blijft van een goed woon- en leefklimaat, zodat de omgevingsvergunning op dat moment kan worden verleend. CONCLUSIE. Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, zijn er ten aanzien van de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In deze beschikking zijn voor de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening voorschriften opgenomen. 37 Activiteit milieu Op 20 maart 2013 hebben wij een aanvraag ontvangen van het Vogelhospitaal voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een inrichting ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor een vogelhospitaal. De vergunning omvat de gehele inrichting. De inrichting is gelegen aan de Vergierdeweg, kadastrale ligging gemeente Haarlem, sectie A, 2551 en 2529 (verder te noemen Vergierdeweg 294). Kernactiviteiten zijn het hulp bieden aan in het wild levende vogels die in nood verkeren. Hierbij is het doel vogels tijdelijk op te vangen en deze na herstel weer uit te zetten in de natuur. De aanvraag De aanvraag betreft een meervoudige aanvraag met het OLO-registratienummer 740687. Beoordeling van de aanvraag Activiteiten van de inrichting De inrichting valt onder de Stichting Vogelrampenfonds. Deze stichting heeft tot doel het bieden van hulp aan vogels die in nood verkeren. Het Vogelhospitaal vangt gemiddeld 2500 getraumatiseerde wilde vogels per jaar op. De opvang is voor de hele regio Noord Holland, inclusief de haven van Amsterdam. De vogelsoorten die opgevangen worden zijn onder andere duiven, zangvogels, steltlopers, kraaiachtigen, uilen en roofvogels (gemiddeld twintig roofvogels per jaar). De vogels verblijven circa twee weken voor herstel in het vogelhospitaal. Na deze periode worden de vogels weer uitgezet in de natuur. Binnen de inrichting zijn 3 vaste medewerkers aanwezig in de dag- en avondperiode. Incidenteel kunnen meerdere vrijwilligers ook binnen de inrichting aanwezig zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij grote rampen. Incidenteel kunnen educatieve activiteiten plaatsvinden. De inrichting is gelegen aan de rand van Haarlem Noord op een tweetal percelen die vallen binnen de Hekslootpolder. De inrichting bestaat uit de volgende delen: Hoofdgebouw mensen; Hoofdgebouw vogels (voormalige grote stallen); Educatieve ruimte met naastgelegen keuken; Kleine stal (multifunctionele ruimte); Volieres; Bassins en vijvers. 38 Naast de inrichting zijn gelegen een agrarisch bedrijf met bedrijfswoning en een particulier woonhuis. De inrichting beschikt over 15 eigen parkeerplaatsen voor medewerkers en vrijwilligers. De verkeersaantrekkende werking van de inrichting is beperkt. Binnen de inrichting is geen milieuzorgsysteem operationeel. Inrichting Het vogelhospitaal is een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer. De activiteiten die in de inrichting plaats vinden zijn in bijlage 1 onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht (Bor) genoemd en daarmee voor de Wabo als nadelig voor het milieu aan te merken, te weten: categorie 8.1.a Inrichtingen voor het kweken, fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren; categorie 8.3 Als categorieen vergunningplichtige inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, van dit besluit, worden inrichtingen aangewezen voor: a. het in de buitenlucht houden van honden of roofvogels of vogels van de families papegaaien, lori's, kaketoes, pelikanen, kraanvogels, pingu'ins, parelhoenders, reigers en roerdompen en het geslacht pauwen; Activiteitenbesluit milieubeheer Aangezien de inrichting voor de Wabo vergunningplichtig is, is de inrichting een type C zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer (Activiteitenbesluit). Het betekent dat naast deze vergunning een deel van het Activiteitenbesluit van rechtswege van toepassing is. Daarnaast heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) het bevoegd gezag geadviseerd om het Activiteitenbesluit als beleidskader bij vergunningverlening te beschouwen. Samenvatting Op de onderhavige inrichting zijn de onderstaande vergunning en besluiten van toepassing: • • Omgevingsvergunning Activiteitenbesluit. 39 Milieuhygienisch toetsingskader Op grond van artikel 2.14 van de Wabo hebben wij bij onze beslissing op de aanvraag in ieder geval de bestaande toestand van het milieu, de gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken en de mogelijkheden om het milieu hiertegen te beschermen betrokken. Tevens hebben wij toekomstige ontwikkelingen in het gebied waar de inrichting is gelegen bij onze beslissing betrokken. Wij hebben de grenswaarden in acht genomen die in het kader van de Wabo, de Wet milieubeheer en de Wet geluidhinder zijn gesteld, evenals de instructies die de rijksoverheid en de provincie hebben gegeven voor het opstellen van omgevingsvergunningen. Milieubelasting Best beschikbare technieken voor een niet IPPC bedrijf Op grond van artikel 2.22 van de Wabo worden, in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu, voorschriften aan de vergunning verbonden. Voor zover het voorkomen van nadelige gevolgen voor het milieu niet mogelijk is, worden ze zoveel mogelijk beperkt en ongedaan gemaakt. Uitgangspunt is dat de in aanmerking komende best beschikbare technieken worden toegepast. Conform de Richtlijn Industriele Emissies (RIE) nr. 2010775/EU van het Europees parlement de Raad van de Europese Unie van 24 november 2010, welke is gei'mplementeerd in de Wabo, de Wet milieubeheer en onderliggende regelingen, moeten de lidstaten vergunningen afgeven voor bepaalde installaties voor industriele activiteiten. In de RIE is bepaald dat volgens de best beschikbare techniek emissies naar bodem, water en lucht moeten worden voorkomen of, wanneer dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk worden beperkt. De best beschikbare technieken zijn beschreven in zogenoemde BREF's (best beschikbare techniek referentiedocumenten). Wij hebben op grond van de RIE bepaald dat op onderhavige inrichting de RIE niet van toepassing is. Op grond van artikel 9.2 van de Regeling omgevingsrecht (Mor) hebben wij met de in de bijlage bij het Mor opgenomen BBT-conclusies en Nederlandse informatiedocumenten over beste beschikbare technieken rekening gehouden bij de bepaling van de beste beschikbare technieken voor zover deze documenten betrekking hebben op onderdelen van of activiteiten binnen de inrichting. Inzake de milieubelasting van de onderhavige inrichting en de voorschriften die ter bescherming van het milieu aan de vergunning zijn verbonden merken wij het volgende op. 40 Bodem Binnen de inrichting vinden geen bodembedreigende activiteiten plaats. Om deze reden zijn alleen algemene bodemvoorschriften in de ontwerpbeschikking opgenomen. Bodemonderzoek Er is geen aanleiding om een nulsituatie bodemonderzoek uit te laten voeren. Bij de aanvraag is een "Verkennend bodemonderzoek Vergierdeweg 290 te Haarlem"" (d.d. 13 maart 2013, projectnummer 2012.0294 versie 1) gevoegd. (NB De nummeraanduiding op het rapport is niet helemaal juist. Bedoeld wordt het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, derhalve het perceel met het kadastraal nummer A-2551). Dit onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau '"Lycens Milieu & Ruimte" en geeft de mate van verontreiniging van de locatie weer op het moment van vergunningverlening (de nulsituatie). Dit bodemonderzoek houden wij aan als nulsituatie voor de inrichting. Uit het rapport komt naar voren dat geen van de gemeten gehalten verontreiniging in de grond de tussenwaarden overschrijden. In het grondwater is op het oostelijk deel van het terrein een licht verhoogd gehalte barium en zink gemeten waarbij dit kan worden toegeschreven aan de natuurlijk verhoogde achtergrond waarden. Op hetzelfde terreindeel is bij peilbuis 2 een matig verhoogd gehalte aan minerale olie gemeten waarvoor aanvullend onderzoek noodzakelijk is. Het bovenstaande is beoordeeld door de hoofdafdeling Stadszaken, afdeling bodem waarbij de conclusie is dat: "'het uitgevoerde nader bodemonderzoek heeft aangetoond dat er geen sprake is van een geval van ernstige grondwaterverontreiniging met minerale olie. Er zijn dan ook geen belemmeringen voor de afgifte van omgevingsvergunning.'" Aangegeven wordt dat er een aandachtspunt is bij mogelij kegrondwateronttrekking. (Adviesnummer 2013-0000487, O. Jelsma) De inrichting ligt niet in grondwaterbeschermingsgebied. De hokken en volieres hebben een betonnen ondergrond waarover de bodembedekker wordt uitgestrooid. De bodembedekker bestaat uit houtsnippers en krantenpapier. Het reinigen van de hokken en volieres gebeurt "droog"". Dit betekent dat dagelijks de bodembedekking verwijderd wordt waarna de hokken en volieres een nieuwe deklaag krijgen. Incidenteel worden de hokken en volieres met water gereinigd. Er bestaat geen risico voor de bodem. 41 Geluid In de inrichting vinden de volgende activiteiten plaats die geluid produceren: • verkeersbewegingen/aan- en afvoer van goederen; • werkzaamheden binnen de inrichting; • • installaties; opvang van vogels. De inrichting is niet gelegen op een gezoneerd industrieterrein. Bij de beoordeling van geluidshinder wordt onderscheid gemaakt in directe geluidshinder ten gevolge van de activiteiten van het bedrijf en indirecte hinder ten gevolge van het verkeer van en naar het bedrijf. Directe hinder is beoordeeld aan de hand van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening van oktober 1998. Hierin wordt aangegeven hoe tot normering voor het gemiddelde geluidsniveau en voor geluidpieken kan worden gekomen. Voor de inrichting is een akoestisch onderzoek uitgevoerd door adviesbureau Vobru met als referentienummer 081/2013.02.28. De geluidproductie van vogels is een aspect waar weinig ervaring mee is. Dit akoestisch onderzoek maakt geen deel uit van de vergunning maar dient wel als onderbouwing van de geluidsvoorschriften. Het akoestisch onderzoek is beoordeeld door de hoofdafdeling Stadzaken, afdeling Milieu van de gemeente Haarlem (C. Weel, adviesnummer 2013-0000487). Het advies is positief: "Het onderzoek voldoet aan de minimum eisen welke kunnen worden gesteld aan dit type onderzoek". Voor de toegestane geluidwaarden worden de tabellen 6.1 en 6.2 uit het aangeleverde akoestische onderzoek in de vergunning opgenomen. De waarden uit deze tabellen vallen binnen de kaders van het Activiteitenbesluit en voldoen ook aan de waarden uit Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, uitgave 1999. Indirecte hinder Bij het verlaten van de inrichting gaan de motorvoertuigen op in het heersende verkeersbeeld op de Vondelweg. Het verkeer van en naar de inrichting is dan niet als zodanig meer akoestisch herkenbaar ten opzichte van het overige verkeer. Indirecte hinder is daarom niet te verwachten. Lucht Binnen de inrichting vinden geen activiteiten plaats die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van de lucht. Aan de vergunning zijn in aansluiting bij het Activiteitenbesluit geen voorschriften verbonden voor de stookinstallatie. Gezien het lage vermogen is de verwachting dat 42 de stookinstallatie geen merkbaar nadelige gevolgen buiten de inrichting veroorzaakt. Koelinstallaties De inrichting beschikt over twee vrieskisten van huishoudelijke kwaliteit voor de opslag van vogelkadavers. Het betreft een vrieskist van het fabricaat Bosch, type GTM20A00, waarin de kadavers worden opgeslagen totdat deze worden afgehaald door een erkend verwerker. De tweede vrieskist is van het fabricaat Bauknecht, type Electronic Control. De kadavers uit deze vrieskist zijn bestemd voor nader onderzoek naar vogelziektes door de organisatie Sovon. Gezien de huishoudelijke aard van de vrieskisten is er geen noodzaak om aan deze vergunning aanvullende voorschriften te verbinden. Afvalstoffen In de inrichting komen alleen niet gevaarlijke afvalstoffen vrij. Op grond van de Europese afvalstoffenlijst (Eural) worden bedrijfsafvalstoffen geclassificeerd als gevaarlijk of niet-gevaarlijk. Binnen de inrichting ontstaan de volgende afvalstoffen: • • huishoudelijk afval; medisch afval* (naalden, verband, etc.); • dierlijk afval (kadavers van dode vogels); • gebruikt bodembedekkingsmateriaal uit de hokken en volieres (krantenpapier en houtsnippers). • Het medisch afval wordt opgeslagen in afsluitbare 30 liter vaten. De totale hoeveelheid afval bedraagt 1000 liter per week. Bovengenoemde afvalstromen worden gescheiden gehouden en wekelijks afgevoerd naar erkende verwerkers. De afvalproductie van het Vogelhospitaal is gering. Aan de vergunning is alleen een algemeen voorschrift betreffende afvalpreventie verbonden, waarin het bevoegd gezag aan de vergunninghouder kan vragen welke maatregelen of voorzieningen de vergunninghouder zal treffen of getroffen heeft om afvalstoffen te voorkomen of te beperken. Een afvalpreventieonderzoek is op basis van de in de aanvraag verstrekte gegevens niet noodzakelijk. 43 Regeling dierlijke producten In de Regeling dierlijke producten 2008, gelet op de EG-Verordening nr. 1069/2009, worden regels gesteld op welke wijze kadavers moeten worden aangemeld, ter beschikking gehouden en aangeboden, zodat deze naar een erkende verwerker, in overeenstemming met de Regeling dierlijke producten afgevoerd worden. De Regeling dierlijke producten is van rechtswege van kracht. Onderhavige inrichting dient kadavers en of overige dierlijke bijproducten in overeenstemming met de Regeling dierlijke producten gestelde regels aan te bieden aan een door de Minister aanwezen verwerkingsinrichting of intermediair bedrijf. Hiervoor zijn voorschriften verbonden aan de vergunning. Afvalwater In de inrichting komt bij de volgende activiteiten en installaties afvalwater vrij: • • vogelwasplaats; schoonmaken van hokken en volieres; • • douches/toiletten; lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening; • lozen van huishoudelijk afvalwater. De aard van de bovenstaande lozing zien wij als vergelijkbaar met het lozen van huishoudelijk afvalwater. Voor deze lozingen zijn in het Activiteitenbesluit reeds voorschriften opgenomen om de nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen. Met olie verontreinigde vogels worden schoongespoeld. Dit spoelwater zal geen verdere behandeling ondergaan alvorens het geloosd wordt. Bij vergelijking van soortgelijk spoelwater bij het vogelhospitaal in Rotterdam is gebleken dat dit afvalwater voldoet aan de lozingsnormen uit het Activiteitenbesluit. Overigens komt het slechts incidenteel voor dat er enkele met olie besmeurde vogels worden binnengebracht. Gezien het incidentele karakter van het wassen van vogels is een olie/vetafscheider niet geeist wel is een voorschrift opgenomen waarin een afvalwatercontrolevoorziening wordt geeist. Energie In de inrichting wordt het energieverbruik bepaald door: • Verwarmingsinstallatie; • twee huishoudvrieskisten; • • verlichting; kantoorapparatuur. In de inrichting zijn alle installaties nieuw en is gekozen voor een duurzame benadering. 44 Het energieconcept voor het hoofdgebouw omvat de volgende voorzieningen: • • Vloerverwarming; toepassing van een lucht-waterwarmtepomp; • • • ventilatie met HR-warmteterugwinning; voorverwarmen/koelen ventilatie via bodemwisselaar; zonnestroom met behulp van zonnepanelen. Het energieconcept voor het hoofdgebouw vogels omvat de voorzieningen: • lucht-luchtwarmtepomp; • • • boosterunit cv-water; wand binnenunit; vloerverwarming. Ten aanzien van het aspect energie zijn geen voorschriften opgenomen. Uit de aanvraag blijkt dat het energieverbruik van de inrichting onder de 50.000 kWh aan elektriciteit en onder de 25.000 m3 aardgas blijft. Opslag gevaarlijke stoffen Binnen de inrichting worden geen gevaarlijke stoffen opgeslagen. Externe veiligheid Binnen de inrichting vinden geen activiteiten plaats die van invloed zijn op de externe veiligheid. Wel is er voor de inrichting een kwantitatieve risicoanalyse uitgevoerd in verband met een aardgasleiding langs de Vergierdeweg, Haarlem (G. Haandrikman, HARO12-20130310, 10 maart 2013). Uit deze analyse blijkt dat aan de wettelijke eisen van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) wordt voldaan. Luchtkwaliteit Titel 5.2 van de Wet milieubeheer bevat bepalingen over luchtkwaliteitseisen waaraan het bevoegd gezag haar besluiten dient te toetsen. Het onderhavige besluit heeft tot gevolg dat de luchtkwaliteit ter plaatse van de inrichting niet merkbaar zal veranderen omdat de eventuele extra uitstoot naar de lucht is aan te merken als ND3M (niet in betekende mate). Ter onderbouwing: In Nederland valt het realiseren van 1500 nieuwe woningen aan te merken als NTBM. In de aanvraag van het Vogelhospitaal is aangegeven dat er geen sprake is van geuremissie. Bij het houden van landbouwhuisdieren in dierenverblijven kan geurhinder optreden voor omwonenden. Daarom stelt het Activiteitenbesluit eisen aan dierenverblijven. Geen van de door het vogelhospitaal opgevangen vogels valt in de categorie 45 landbouwhuisdieren. Bij het vaststellen van de voorschriften is echter naar de in het Activiteitenbesluit gestelde voorwaarden gekeken. Mandaat De gemeente Haarlem is bevoegd gezag voor de inrichting Vergierdeweg 294. Bij mandaatbesluit van 26 maart 2013 heeft het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid tot de voorbereiding en uitvoering van taken en besluiten verband houdende met het verlenen van omgevingsvergunningen voor inrichtingen, als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder e en i, gemandateerd aan de secretaris-directeur van Milieudienst IJmond. Beschikking Op grond van bovenstaande overwegingen is het bevoegd gezag van mening dat de nadelige gevolgen voor het milieu ten gevolge van de aangevraagde activiteiten voor het Vogelhospitaal in voldoende mate kunnen worden voorkomen dan wel beperkt door het verbinden van voorschriften aan deze vergunning. Gelet op de milieubelasting van de inrichting is besloten: aan het Vogelhospitaal aan de Vergierdeweg 294 te Haarlem, sectie A, 2551 en 2529 een omgevingsvergunning voor een vogelhospitaal te verlenen onder bijgaande voorschriften op basis van de ingediende aanvraag; De tekening waarop de inrichtingsgrenzen zijn vastgelegd maat deel uit van de vergunning. Een exemplaar van deze beschikking wordt gezonden aan: de aanvrager; de indieners van de zienswijzen; Milieudienst IJmond Bedrijfsstoring en ongewone voorvallen! Bij een bedrijfsstoring of ongewoon voorval, in de zin van de Wet bodembescherming (Stb. 1994, 374), of van hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer, dient het bedrijf dit direct te melden bij: - Milieudienst IJmond, bereikbaar op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur 3 0251 - 263863 46 Begripsbepalingen In deze vergunning wordt verstaan onder: Activiteitenbesluit Activiteitenbesluit milieubeheer Afvalstoffen Alle stoffen, preparaten of voorwerpen waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is te ontdoen of zich moet ontdoen. Afvalwater Alle water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen, of zich moet ontdoen. Bodem Het vaste deel van de aarde met de zich daarin bevindende vloeibare en gasvormige bestanddelen en organismen. Bodembedreigende Een activiteit, waarbij bodembedreigende stoffen activiteit worden gebruikt die op of in de bodem terecht kunnen komen Bodemrisico De kans op en omvang van een bodemverontreiniging door een bedrijfsmatige activiteit. Bodemverontreiniging Situatie waarbij stoffen door menselijk handelen/toedoen in de bodem zijn gekomen en een of meer van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier, wordt verminderd of bedreigd. De inrichting Elk door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht. De Regeling Activiteitenregeling milieubeheer Energiebesparing De zorg voor een zuinig gebruik van energie dat kan worden bereikt door zo efficient mogelijk om te gaan met energie. Gevaarlijke afvalstoffen Afvalstoffen aangewezen volgens de Europese Afvalstoffenlijst (Eural). *7» Haarlem 47 Gevaarlijke stoffen Stoffen en voorwerpen, waarvan het vervoer volgens het ADR is verboden of slechts onder daarin opgenomen voorwaarden is toegestaan, dan wel stoffen, materialen en voorwerpen aangeduid in de International Maritime Dangerous Goods Code (IMDG-Code). Gevoelige objecten Gevoelige gebouwen en gevoelige terreinen Gevoelige gebouwen Woningen en andere geluidgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder, met uitzondering van die gebouwen behorende bij de betreffende inrichting. Gevoelige terreinen Geluidgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder, met uitzondering van die terreinen behorende bij de betreffende inrichting. Geurbelasting De hoeveelheid geur in de leefomgeving, uitgedrukt in Europese Odour Units per m bij een bepaalde 3 percentielwaarde. Geurgevoelige objecten Gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij. Gezoneerd industrieterrein Hergebruik LAI-,LT LAmax Industrieterrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder waarvoor een zone op grond van artikel 40 van de Wet geluidhinder is vastgesteld. Elke handeling waarbij producten of componenten die geen afvalstoffen zijn, opnieuw worden gebruikt voor hetzelfde doel als dat waarvoor zij waren bedoeld. Het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in een bepaalde periode en vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai. Maximale geluidsniveau gemeten in meterstand « F » of « f a s t » als vastgesteld en beoordeeld 48 overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai. Lekbakconstructie Een constructie, waarvan de vloer, wanden of drempels van vloeistofdicht, onbrandbaar materiaal is vervaardigd en tevens tegen de betreffende opgeslagen stoffen bestand is. Deze constructie heeft een inhoud van ten minste de inhoud van het grootste vat, vermeerderd met 10% van de inhoud van de overige vaten, die in deze constructie staan opgesteld. NEN-norm Nederlandse Norm, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI). NeR 'De Nederlandse emissierichtlijnen lucht. NPR Nederlandse Praktijk Richtlijn, uitgegeven door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut (NNI). NRB Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB). Voor meer informatie zie www.agentschap.nl. Olieafscheider Een toestel bestemd voor de behandeling van oliehoudend afvalwater, waarin ten gevolge van het verschil in dichtheid en het vertragen van de vloeistofstroom, olie grotendeels wordt gescheiden van de vloeistofstroom. Openbaar vuilwaterriool Voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, in beheer bij een gemeente of rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast. Vuilwaterriool Bedrijfsriolering, openbaar riool of een andere nietgemeentelijke voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater (b.v. bedrijfsriolering van derden). Verwaarloosbaar Een situatie als bedoeld in de NRB waarin door een goede afstemming van voorzieningen en maatregelen het ontstaan of de toename van verontreiniging van de bodem gemeten tussen het nul- en bodemrisico 49 eindsituatieonderzoek, bedoeld in artikel 2.11, eerste en derde lid, zoveel mogelijk wordt voorkomen en waarbij herstel van de bodem redelijkerwijs mogelijk is. Vetafscheider Een toestel bestemd voor de behandeling van vethoudend afvalwater, waarin ten gevolge van het verschil in dichtheid en het vertragen van de vloeistofstroom, vet grotendeels wordt gescheiden van de vloeistofstroom. Vloeistofdichte vloer of verharding Vloer of verharding direct op de bodem die waarborgt dat geen vloeistof aan de niet met vloeistof belaste zijde van die vloer of verharding kan komen. (Vloeistof-)kerende Fysieke barriere die in staat is stoffen tijdelijk te keren, voorziening Besteladressen Publicaties zijn in ieder geval verkrijgbaar bij onderstaande instanties, zoals: NEN, NEN-EN, NEN-ISO, NVN-normen en NPR-richtlijnen bij: Nederlands Normalisatie Instituut (NNI, www.nen.nl), afdeling Verkoop, Postbus 5059, 2600 GB Delft, S 015-2690391, fax: 015-2690271. Kenniscentrum Infomil (www.infomil.nl), Postbus 93144, 2509 AC Den Haag, 8 070 - 3610575. 4* Haarlem 50 BIJLAGE 4: STUKKEN BEHORENDE BIJ BESLUIT De volgende stukken maken onderdeel uit van dit besluit: - Formulier aanvraag omgevingsvergunning d.d. 20 maart 2013; - Formulier aanvraag omgvingsvergunning activiteit aanleggen; - Toelichting bij de aanvraag Wabo vergunning, activiteit milieu bestaande uit 6 bladen dd. 22 april 2013; - Ruimtelijke onderbouwing Vogelhospitaal Haarlem uit 65 bladen dd. juli 2013; - Definitief ontwerp projectomschrijving bestaande uit 12 bladen dd. 01-03-2013; - Bijlage 1 - NAP036-VHH-situatietekening inrichting van het terrein dd. 08-02-2013; - Bijlage 2 - definitief ontwerp bestaande uit 48 bladen dd. 08-02-2013; - Bijlage 3 - verkennend bodemonderzoek bestaande uit 65 bladen dd. 13-03-2013; - Bijlage 3a- nader grondwateronderzoek 2012.0294-NO bestaande uit 26 bladen dd. 15-04-2013; - Bijlage 4 - bodem-keuring partijkeuring bestaande uit 27 bladen dd. 18-03-2013; - Bijlage 5 - acoustisch onderzoek bestaande uit 72 bladen dd. 28-02-2013; - Bijlage 6 - Veiligheid aardgasleiding bestaande uit 28 bladen dd. 10-03-2013; - Bijlage 7 - archeologie bestaande uit 21 bladen dd. 21-02-2013; - Bijlage 8 - ecologie quickscan natuurtoets bestaande uit 3 bladen dd. 07-02-2013; - Bijalge 9 - berekening oppervlakteverharding dd. 18-03-2013; - Bijlage 10 - Archeologisch onderzoek; - Bijlage 11 - Quickscan ecologie - Bijlage 12 - brief van de Vereniging Behoud Hekslootpolder; - Bijlage 13 - nader grondwateronderzoek 2012.0294-NO bestaande uit 26 bladen van 15-04-2013; - Bijlage 14 - nader onderzoek vogel- en vleermuisonderzoek bestaande uit 4 bladen van 02-07-2013; - Bijlage 15 - RAAP-PvE 1222 Programma van Eisen Invetariserend veldonderzoek (proefsleuven) bestaande uit 20 bladen van 27-06-2013; - ADC Rapport 3315 archeologisch rapport bureauonderzoek en orienterend veldonderzoek bestaande uit 21 bladen dd. 21-2013; - Wateradvies Rijnland bestaande uit 4 bladen dd. 27-02-2013; - Asbestinventarisatierapport bestaande uit 36 bladen dd. 19-02-2013; - Berekening compensatie verhard oppervlak dd. 31-05-2013; - Rapport 081/2013.02.28 Akoestisch onderzoek Vogelhospitaal Vergierdeweg Haarlem bestaande uit 72 bladen dd. 28-02-2013; - bodemonderzoek partijkeuring bestaande uit 27 bladen; - brief van de vereniging behoud de Hekslootpolder; - ontwerp energieconcept ventilatie bestaande uit 3 bladen; - overzicht bebouwd verhard oppervlak bestaand en nieuw; - rapport energieprestatie bestaande uit 8 bladen; - rapport externe veiligheid bestaande uit 8 bladen; - rapport quickscan natuurtoets bestaande uit 3 bladen; - rapport sonderingen bestaande uit 6 bladen; - rapport wateradvies ruimtelijke onderbouwing - NAP036-VHH-50-01 oppervlakte en inhoudstaat bestaande uit 2 bladen; - NAP036-VHH-50-02 materiaalstaat bestaande uit 2 bladen; 51 - NAP036-VHH-50-ALGEMEEN projectbeschrijving dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-3-bodem verkennend bodemondezoek.dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-4-asbestinvenarisatie bestaande uit 36 bladen dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-4-bodemkeuring partijkeuring.pdf-21 -03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-5-akoestisch onderzoek-2. dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-6-veiligheid aardgasleiding dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-7-archeologie dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-8-ecologie dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-8-water dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-9-oppervlakte verharding dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-12- vereniging behoud hekslootpolder dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-A daglicht ventilatie brandveiligheid dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-B-energieconcept dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-C-EPC dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-50-Bijlage-D-Sondering dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-51-00 overzichtsplattegrond dd. 13-12-27-wijzA_R; - NAP036-VHH-51-52 plattegronden tekeningen nrs. 52-00, 01, 02, 09 en 10 dd. 01-03-2013; - NAP036-VHH-52-00 beganegrond bestaand; -NAP036-VHH-52-01 slooptekening; - NAP036-VHH-52-02 plattegronden bg overzicht-welstand-13-12-27-wijzA_R; - NAP036-VHH-52-09 en 52-10 dd. 01-03-2013; - NAP036-VHH-52-09 plattegronden bg-welstand- wijzA_R dd. 27-12-3013; -NAP036-VHH-53-01,03,04,14-15, 16, 21-22-23 doorsneden dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-54-01 tm 07, 11 tm 14, 16 tm 19 gevels nieuw, bestaand en sloop dd. 21-03-2013; - NAP036-VHH-55-01 tm -11 en 81, 82, 83, 84, 85 details bestaande uit 15 bladen dd. 19-06-2013; - NAP036-VHH-59-maquettefoto's bestaande uit 5 bladen dd. 01-03-2013. Gemeente Haarlem, Veiligheid, Vergunningen en Handhaving 9 Afdeling Omgevingsvergunning Haarlem Retouradres Postbus 511, 2003PB Haarlem Stichting Vogelrampenfonds t.a.v. mevrouw S. Jay Visserseinde 20 2063 JD Spaarndam info@simonej ay. com Datum Ons kenmerk Planbeoordelaar Kopie aan Bijlage(n) Onderwerp 2 3 JAN. 2014 2013-0000487 de heer G.J.A. de Jong [email protected] Brief legesbesluit Wabo Geachte mevrouw, U heeft op 20 maart 2013 een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de bouw van een vogelhospitaal op het perceel Vergierdeweg 294 te Haarlem. De aanvraag is geregistreerd onder nummer 2013-0000487. BESLUIT LEGES Overeenkomstig de legesverordening van de gemeente Haarlem bent u voor uw aanvraag omgevingsvergunning leges verschuldigd voor een bedrag van € 58.731,91. Voor de betaling van de leges ontvangt u een aparte nota. Specificatie De verschuldigde leges zijn als volgt gespecificeerd: 2.3.1.1 Activiteit bouwen € 50.841,78 2.3.3.3 Buitenplanse afwijking bouw (wabo-projectbesluit) € 7.409,09 2.3.2 Activiteit aanleggen € 481,04 De totale verschuldigde leges bedragen € 58.731,91 U hebt voor de bouwkosten een bedrag opgegeven van € 1.490.000,00 exclusief BTW. De opgegeven bouwkosten inclusief BTW bedragen € 1.802.900,00 De leges worden overeenkomstig de legesverordening berekend over de bouwkosten inclusief BTW. *!* TJTJ— Haarlem 2 Bezwaar mogelijkheid U kunt op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit bezwaar aantekenen. Het bezwaar kunt u indienen bij de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlem, Afdeling Heffingen en Bezwaar, postbus 796, 2130 AT Hoofddorp. Dit bezwaarschrift moet ten minste de volgende gegevens bevatten: naam en adres; de verzenddatum van uw brief; het besluit waartegen u bezwaar maakt; de redenen voor uw bezwaar; datum en uw handtekening. Vermeld in de linkerbovenhoek van de envelop "bezwaar'. Het indienen van een bezwaarschrift ontheft u niet van de verplichting tot betaling. Wij verzoeken u om in correspondentie die op dit besluit betrekking heeft het zaaknummer te vermelden. Nadere informatie Als u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de afdeling Dienstverlening. Bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 16.30 uur op telefoonnummer 023-5113874 en via e-mail: [email protected]. Het bezoekadres is Zijlvest 39 in Haarlem. De openingstijden zijn van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 16.00 uur en donderdag tot 20.00 uur. Postadres: Gemeente Haarlem, Postbus 511, 2003 PB Haarlem. Wij verzoeken u om bij vragen, overleg of correspondentie uw zaaknummer 20130000487 te vermelden. Hierdoor kunnen wij u sneller van dienst zijn. Hoogachtend, De gemeenteambtenaar belast met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen als bedoeld in artikel 231 lid 2 onderdeel b en c van de Gemeentewet, Collegebesluit Onderwerp: Omgevingsvergunning ten behoeve van de realisatie van het Vogelhospitaal aan de Vergierdeweg BBV nr: 2013/537307 1. Inleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van het Vogelhospitaal aan de Vergierdeweg 294 te Haarlem. De aanvraag is in strijd met het bestemmingsplan, zodat medewerking hieraan alleen mogelijk is met toepassing van een Wabo-projectbesluit. De ontwerp-omgevingsvergunning heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn zijn drie zienswijzen ontvangen. Er dient nu een beslissing omtrent de zienswijzen en een beslissing op de aanvraag om omgevingsvergunning te worden genomen. 2. Besluitpunten college 1. Het college besluit de zienswijzen gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren conform het gestelde in de zienswijzennota in bijlage A; 2. Het college mandateert het hoofd van VVH/OV om de omgevingsvergunning te verlenen met inachtname van het gestelde in de zienswijzennota en daarbij alle benodigde uitvoeringshandelingen te verrichten; 3. Het besluit heeft geen financiële consequenties; 4. Het besluit wordt bekend gemaakt door publicatie in het GVOP en de Staatscourant en wordt daarnaast langs elektronische weg beschikbaar gesteld; 5. Het besluit wordt ter informatie gestuurd aan de commissie Ontwikkeling. 3. Beoogd resultaat Het mogelijk maken van de realisatie van het Vogelhospitaal aan de Vergierdeweg met behoud van een goed woon- en leefklimaat voor de omwonenden. 4. Argumenten 1.1 De zienswijzen zijn gedeeltelijk ongegrond De ingediende zienswijzen zijn gedeeltelijk ongegrond. Deze zienswijzen vormen daarom geen aanleiding om de omgevingsvergunning te weigeren. 1.2 De ingediende zienswijzen zijn gedeeltelijk gegrond. Hieraan kan worden tegemoet gekomen door de aanvraag aan te passen en een extra voorwaarde aan de vergunning te verbinden Een deel van de zienswijzen is gegrond. De aanvrager van de zienswijze is hieraan tegemoet komen door de aanvraag aan te passen, terwijl één van de zienswijzen kan worden opgelost door een extra voorwaarde aan de vergunning te verbinden. Met de aanpassing van de aanvraag, de extra voorwaarde aan de vergunning en de aanvulling van de motivering op een aantal onderdelen, zijn er geen belemmeringen om de omgevingsvergunning te verlenen. Voor een volledig overzicht van de zienswijzen en de gemeentelijke reactie daarop, wordt verwezen naar de bijgaande zienswijzennota. Daarin wordt eveneens aangegeven welke aanpassingen c.q, aanvullingen nodig zijn geacht. 5. Kanttekeningen 1.1 Om de besluitvorming niet onnodig te verlengen, wordt het hoofd van de afdeling VVH/OV gemandateerd om de beslissing op de aanvraag om omgevingsvergunning verder af te handelen In het kader van de vergunningsprocedure dient nog een aantal uitvoeringshandelingen te worden verricht, waaronder het aanpassen van de vergunning conform het gestelde in de zienswijzennota en het sluiten van een planschade-overeenkomst. Om de procedure niet onnodig te vertragen, wordt het hoofd van de afdeling VVH/OV gemandateerd om de benodigde uitvoeringshandelingen te verrichten en daarna de omgevingsvergunning te verlenen. 6. Uitvoering Nadat het definitieve besluit is genomen, wordt deze bekend gemaakt door publicatie in het GVOP en de Staatscourant. Daarnaast wordt het besluit langs elektronische weg beschikbaar gesteld. De aanvrager en de indieners van de zienswijzen worden persoonlijk geïnformeerd. 7. Bijlagen Bij deze nota is gevoegd: Bijlage A Zienswijzenota Het college van burgemeester en wethouders de secretaris de burgemeester 2013/537307 Omgevingsvergunning ten behoeve van de realisatie van het Vogelhospitaal aan de Vergierdeweg 2 Bijlage A Zienswijzennota Ingediende zienswijzen Tijdens de inzagetermijn zijn zienswijzen ingediend door: 1. 2. 3. Familie A te Haarlem; Familie B te Haarlem; Maatschap C te Haarlem. De familie B en Maatschap C hebben zich laten vertegenwoordigen door Makelaardij D. Korte samenvatting van de ingediende zienswijzen en de reactie daarop van de aanvrager Zienswijze familie A De ingediende zienswijzen van de familie A luiden, kort samengevat, als volgt: a. b. c. d. e. De entree/nachtopvang is gesitueerd aan de zijde van de Vergierdeweg, op de plaats waar nu twee gemeentelijke parkeerplaatsen liggen. De familie A maakt gebruik van deze parkeerplaatsen. Als deze parkeerplaatsen worden opgeheven, heeft de familie A geen mogelijkheid meer om hun auto’s binnen redelijke afstand van hun woning te parkeren. De entree voor de nachtopvang zal worden gebruikt om ’s nachts zieke vogels naar het Vogelhospitaal te brengen. Dit gebeurt met een ambulance van de dierenbescherming. De familie A vreest daarom voor geluidsoverlast tijdens de nachtelijke uren. Volgens de geluidsnormen van de VNG moet een afstand van 30 meter worden aangehouden vanuit het oogpunt van geluids- en stankoverlast. Het Vogelhospitaal wijkt van deze norm af. De familie A verzoekt de gemeente om goed na te kijken of de voorgestelde afstanden uit het bouwplan voldoen aan de huidige regelgeving. Er is sprake van een recht van overpad. Dit is niet opgenomen in de aanvraag om omgevingsvergunning. In de aanvraag wordt ten onrechte diverse malen gerefereerd aan Vergierdeweg 290. Zienswijze familie B De ingediende zienswijzen van de familie B luiden, kort samengevat, als volgt: f. g. h. De aanvraag om omgevingsvergunning is in strijd met het bestemmingsplan. Het Vogelhospitaal is geen agrarische bestemming en kan evenmin worden aangemerkt als verbrede landbouw. De quarantaineruimte wordt gerealiseerd op circa 10 meter afstand van de woning aan de Vergierdeweg 310 en grenst aan de speelruimte van de kinderen. Hierdoor ontstaan onacceptabele gezondheidsrisico’s. De kadaveropslag is gepland op circa 20 meter afstand van de woning aan de Vergierdeweg 310 en op circa 10 meter van de speelruimte van de kinderen. Dit brengt onacceptabele gezondheidsrisico’s met zich mee. Zienswijze Maatschap C De ingediende zienswijzen van Maatschap C luiden, kort samengevat, als volgt: i. De aanvraag om omgevingsvergunning is in strijd met het bestemmingsplan. Het Vogelhospitaal is geen agrarische bestemming en kan evenmin worden aangemerkt als verbrede landbouw. j. De gezondheidsrisico’s voor het naastgelegen veehouderijbedrijf zijn onacceptabel. k. De familie B maakt sinds 1938 gebruik van het erf Vergierdeweg 294 voor de ontsluiting van het perceel Vergierdeweg 312. Dit is na de realisatie van het Vogelhospitaal niet meer mogelijk. l. De gebouwen Vergierdeweg 294 en 312 grenzen aan elkaar. Dit brengt verhoogde gezondheidsrisico’s met zich mee. m. De aanwezigheid van een vogelopvangcentrum kan bij calamiteiten op het gebied van diergezondheid leiden tot een opgelegde blokkade van het veehouderijbedrijf waarvoor mogelijk geen verhaalrecht op schade geldt. n. Voortzetting en verdere ontwikkeling van het veehouderijbedrijf worden bedreigd door een mogelijk grotere gevoeligheid voor toetsing op geur, geluid en fijnstof van het bedrijf. o. De kadastrale grens loopt zo straks rond het gebouw dat bouwkundige activiteiten alleen van binnenuit kunnen plaatsvinden. Ook is de stal aangelengd waardoor bouwactiviteiten niet zonder overleg met betrokken partijen kunnen plaatsvinden. p. De quarantaineruimte bevindt zich pas naast de veestal van nummer 312. q. Bij eventuele gezondheidscalamiteiten op de veestapel van het veehouderijbedrijf kan niet worden teruggevallen op een calamiteitenfonds en bewijslast zal moeilijk zijn. r. Achter op het erf van Vergierdeweg 294 is de bouw van een pand gepland welke op een te korte afstand van het naastgelegen gebouw staat, terwijl tevens de ontsluiting van het erf problemen oplevert ten opzichte van een gebruik dat reeds 60 jaar bestaat. Reactie van de vergunningaanvrager De aanvrager van de omgevingsvergunning heeft op grond van artikel 3:15, derde lid, Algemene wet bestuursrecht een reactie op de ingediende zienswijzen ingediend. Deze reactie is ingediend door de gemachtigde van de aanvrager. De reactie luidt, kort samengevat, als volgt: a. b. c. d. De parkeerplaatsen waarnaar wordt verwezen, zijn geen gemeentelijke parkeerplaatsen, maar openbare weg. Het Vogelhospitaal wil de familie A de mogelijkheid bieden om op het terrein van het Vogelhospitaal te parkeren. Naar verwachting zal de ambulance twee maal in de dagperiode en éénmaal in de avondperiode tot hooguit 22.00 uur de inrichting aandoen. De ambulance voert geen optische- en/of geluidssignalen. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat aan de geluidsnormen wordt voldaan. De woning van de familie A ligt op 30 meter van de behandelkamers en de volières liggen op ruimere afstand dan waar vroeger de koeienstallen waren. Stankoverlast is niet te verwachten omdat de hokken dagelijks worden schoongemaakt en gedesinfecteerd. Het is niet verplicht om een recht van overpad te vermelden in een aanvraag om omgevingsvergunning en het recht van overpad wordt niet belemmerd door het bouwplan. e. De voorgenomen ontwikkeling vindt plaats aan Vergierdeweg 294. Er wordt daarom op een aantal plaatsen in de stukken ten onrechte gerefereerd aan Vergierdeweg 290. De gemeente wordt verzocht dit aan te passen in de vergunning en daar het kadastrale perceelnummer A2551 in op te nemen. f. Deze constatering is juist. Daarom is een aanvraag voor het afwijken van het bestemmingsplan gedaan. g. Het Vogelhospitaal vangt vooral gezonde vogels op die getraumatiseerd zijn. Als al sprake is van zieke vogels, dan gaat het om ziektes die ook heersen bij de wilde vogels in de polder. Het Vogelhospitaal plaatst de vogels eerst in quarantaine om het risico van de verspreiding van ziektes te verkleinen. Er zijn vanuit de wetgeving geen direct overdraagbare dierziekten aan te wijzen die van de opgevangen wilde vogels kunnen worden overgedragen naar runderen. Het Vogelhospitaal is al sinds de jaren 50 midden in een woonwijk van Haarlem gevestigd en er zijn in die periode nooit overdraagbare ziektes van dier op mens geconstateerd. h. De kadavertjes worden inpandig opgeslagen en worden ingevroren. i. Zie hiervoor onder f. j. Het Vogelhospitaal overlegt een reactie van prof. Dr. G.M. Dorrestein van het Nederlands Onderzoek Instituut voor vogels en bijzondere dieren. k. Er is een erfdienstbaarhedenonderzoek uitgevoerd door het Kadaster. Hieruit blijkt dat er geen erfdienstbaarheid rust op de percelen Schoten A 2551 en 2529 ten gunste van het perceel Schoten A 1704. l. Er zal worden voldaan aan de eisen uit het Bouwbesluit en er vinden bij het Vogelhospitaal geen brandgevaarlijke activiteiten plaats, waardoor een verhoogd risico kan ontstaan. m. Er zijn vanuit de wetgeving geen direct overdraagbare dierziekten aan te wijzen die van de opgevangen wilde vogels kunnen worden overgedragen naar runderen. n. Op basis van de VNG-publicatie “Bedrijven en milieuzonering” is niet aannemelijk dat de ontwikkeling van het veehouderijbedrijf wordt bedreigd door de komst van het Vogelhospitaal. Er ontstaat eerder meer ruimte voor de ontwikkeling van het veehouderijbedrijf. o. Er zal een muur worden gemaakt op het eigen perceel. De bestaande situatie komt overeen met de nieuwe situatie. p. Zie hiervoor onder g. q. Het risico wordt niet groter door de komst van het Vogelhospitaal. Het is niet duidelijk waarom bij calamiteiten niet kan worden teruggevallen op het calamiteitenfonds. r. Het perceel Vergierdeweg 312 heeft een eigen oprit en er bestaat geen recht van overpad. Het Vogelhospitaal is bereid om over oplossingen te overleggen. Hoorzitting Op 6 november 2013 hebben de hoorzittingen plaatsgevonden, waarin alle betrokken partijen in de gelegenheid zijn gesteld om hun standpunten nader mondeling toe te lichten en te verhelderen. Beoordeling van de ingediende zienswijzen Wij hebben de ingediende zienswijzen, de reacties daarop van het Vogelhospitaal en het verhandelde tijdens de zitting, tegen elkaar afgewogen. In het onderstaande gaan wij hierop nader in. Daarbij geven wij eerst onze algemene overwegingen omtrent de aanvaardbaarheid van het Vogelhospitaal op deze locatie en gaan wij daarna per onderwerp op de ingediende zienswijzen in. De realisatie van het Vogelhospitaal aan de Vergierdeweg 294 te Haarlem De locatie aan de Vergierdeweg 294 te Haarlem is gelegen op een bijzondere plek aan de gemeente Haarlem. Aan de ene zijde grenst het aan een burgerwoning (nummer 290), aan de andere zijde aan twee bedrijfswoningen en een veehouderijbedrijf (nummers 310 en 312). Aan de achterzijde grenst het perceel aan de Hekslootpolder. De Hekslootpolder is aangewezen als een beschermd weidevogelgebied en maakt daarnaast onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Het aantal mogelijk geschikte functies voor deze locatie is beperkt. Enerzijds moet rekening worden gehouden met de beperkingen die voortvloeien uit de aanwezigheid van het veehouderijbedrijf. Gevoelige functies zoals bijvoorbeeld woningen kunnen daarom niet op dit perceel worden gevestigd. Anderzijds moet rekening worden gehouden met de beperkingen die voortvloeien uit de aanwezigheid van woningen naast het perceel. Het is daarom niet mogelijk om hier te belastende functies te vestigen. Tot slot moet ook rekening worden gehouden met de Hekslootpolder, een nieuw te vestigen functie op deze locatie moet zich de bijzondere waarden van dit gebied verdragen. Inmiddels is het perceel al langdurig niet meer in gebruik en is sprake van leegstand. Een invulling van het perceel die recht doet aan de bijzonderheden van deze locatie en waarmee de leegstand kan worden beëindigd, is daarom gewenst. Omdat er op deze locatie in het verleden langdurig een agrarisch bedrijf was gevestigd, heeft het perceel binnen het bestemmingsplan de locatie “Agrarisch” gekregen. Daarmee is niet gezegd dat dit de enige geschikte functie voor dit perceel zou zijn. Gelet op de aanwezigheid van een burgerwoning direct naast het perceel, is een agrarisch bedrijf vanuit de optiek van deze woning wellicht zelfs wat minder geschikt. Het Vogelhospitaal vormt naar onze mening een goede invulling van deze locatie. Het Vogelhospitaal is een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer en vormt, bezien vanuit de milieuzonering, geen gevoelige bestemming. Het naastgelegen veehouderijbedrijf wordt daarom door de komst van het Vogelhospitaal niet in zijn bedrijfsvoering belemmerd. Daarnaast blijkt uit de ruimtelijke onderbouwing en de bijbehorende onderzoeken dat het Vogelhospitaal niet dusdanig milieubelastende activiteiten verricht, dat deze zich niet verdragen met de naastliggende woningen. Daarnaast verdraagt het Vogelhospitaal zich vanzelfsprekend goed met de bijzondere waarden van de Hekslootpolder. Gelet op het bovenstaande staat ons college in beginsel positief tegenover de komst van het Vogelhospitaal naar deze locatie. Vervolgens komen wij daarom toe aan de beoordeling van de zienswijzen. Typering van het gebruik van het Vogelhospitaal Het Vogelhospitaal is geen agrarische functie en is daarmee in strijd met het bestemmingsplan. Om de realisatie van het Vogelhospitaal mogelijk te maken, wordt daarom een procedure gevoerd om van het bestemmingsplan af te mogen wijken. In het advies van de afdeling Ruimtelijk Beleid is onder meer aangegeven dat deze functie op deze plek aanvaardbaar wordt geacht, omdat er sprake is van verbrede landbouw. Als naar de vakliteratuur wordt gekeken, wordt het begrip “verbrede landbouw” echter wisselend ingevuld. Soms wordt het gekoppeld aan een bestaand agrarisch bedrijf en soms wordt het gezien als een activiteit die tot zelfstandige hoofdactiviteit kan worden verheven. Omdat de gemeente Haarlem slechts een beperkt aantal agrarische bedrijven heeft, beschikken wij niet over een beleidsstuk waarin wij dit begrip definiëren. Wij zijn het daarom met de indieners van de zienswijzen eens dat deze term tot verwarring kan leiden. Wat de gemeente Haarlem in dit kader met de term “verbrede landbouw” heeft bedoeld, is dat het hier geen agrarische functie betreft, maar dat het wel gaat om een functie die zich verdraagt met de agrarische functie en die op zichzelf een vervolgfunctie vormt voor vrijkomende agrarische bebouwing, evenzeer als bijvoorbeeld een dierenpension of een hondenfokkerij. Wij achten deze functie hier op deze locatie aanvaardbaar. De exacte typering van deze functie is hierbij ondergeschikt. Het gebruik van de nachtentree Uit de hoorzitting is naar voren gekomen dat de bestaande uitrit niet zal worden verbreed en dat er dus vanaf de Vergierdeweg geen aparte oprit naar de nachtentree zal komen. Er zal hier daarentegen juist op de erfgrens een afsluiting worden geplaatst. Wij zijn het met de indieners van de zienswijze eens dat dit niet duidelijk uit de tekeningen volgt. De bouwtekening is daarom op dit punt aangepast, conform hetgeen tijdens de hoorzitting is afgesproken. Daarnaast is zowel in de schriftelijke reactie van het Vogelhospitaal als tijdens de hoorzitting expliciet aangegeven dat de vogels voor de nachtopvang tot uiterlijk 22.00 uur met de ambulance zullen worden gebracht. Om tegemoet te komen aan de zorgen van de familie A, zullen wij daarom aan de vergunning de voorwaarde verbinden dat de vogels voor de nachtopvang tot uiterlijk 22.00 uur met de ambulance mogen worden gebracht. Het recht van overpad van de familie A Door beide partijen wordt bevestigd dat de familie A een recht van overpad heeft. Dit recht van overpad wordt niet belemmerd door de uitvoering van het bouwplan en staat daarom niet aan de verlening van een vergunning in de weg. Het is niet verplicht om een recht van overpad te vermelden in een aanvraag om omgevingsvergunning, in dit geval is het recht van overpad vastgesteld in de kadastrale registers. Het recht van overpad van Maatschap C Uit de stukken en de hoorzitting is gebleken dat het recht van overpad van Maatschap C niet in de kadastrale registers is ingeschreven. Indien en voor zover er sprake is van een recht van overpad, is dit door verjaring ontstaan. De gemeente is niet de eerst aangewezen instantie om aan te geven of hier een recht van overpad is ontstaan, wat de omvang van dit recht van over pad is en of en in hoeverre dit recht van overpad tot in lengte van jaren in zijn volle omvang geëerbiedigd dient te worden. Dit is immers een privaatrechtelijke kwestie. De aanvrager heeft naar aanleiding van de hoorzitting echter besloten om het bouwplan op dit punt aan te passen om daarmee gedeeltelijk aan de bezwaren van Maatschap C tegemoet te komen en tegelijkertijd langdurige procedures te voorkomen. Het Vogelhospitaal heeft daarom een aangepaste tekening ingediend, waarop de toekomstige verblijfsruimtes voor roofvogels en uilen is verschoven. Wij constateren dat daarmee gedeeltelijk tegemoet wordt gekomen aan het bezwaar van Maatschap C., maar niet volledig. Ten aanzien van het overige omtrent het recht van overpad van Maatschap C overwegen wij het volgende. Er is geen sprake van een evidente privaatrechtelijke belemmering en partijen zijn al verdeeld over de vraag of er sprake is van een recht van overpad, laat staan over de mogelijke reikwijdte van het recht van overpad. Wij kunnen dit aspect daarom niet bij deze beoordeling betrekken. Voor zover partijen hier niet in goed onderling overleg uit kunnen komen, behoort dit onderdeel te zijn van een privaatrechtelijke procedure. Milieuzonering Bij de beoordeling van de vraag of het Vogelhospitaal zich op deze locatie verdraagt met de functies op de naastliggende percelen, is gebruik gemaakt van de Handreiking van de VNG “Bedrijven en milieuzonering, editie 2009”. Deze Handreiking van de VNG is geen wetgeving, maar is een handreiking aan het gemeentebestuur om op een goede wijze tot een goed ruimtelijk beleid te komen. Het is, zoals op bladzijde 18 van de Handreiking expliciet wordt vermeld, geen blauwdruk, maar een hulpmiddel. De Handreiking is bedoeld om milieubelastende en milieugevoelige functies met behulp van milieuzonering goed te kunnen scheiden. Daarbij leidt een te vergaande scheiding van functies echter tot inefficiënt ruimtegebruik en een verlies aan ruimtelijke kwaliteit. Op bladzijde 25 van de Handreiking wordt dan ook aangegeven dat het vanuit het oogpunt van efficiënt ruimtegebruik de voorkeur verdient om functiescheiding niet verder door te voeren dan met het oog op een goed woon- en leefklimaat noodzakelijk is. Gelet op de aard van de omgeving is hier sprake van een gemengd gebied. Het perceel zelf ligt tussen een woning, bedrijfswoningen en een agrarisch bedrijf ligt langs een doorgaande weg. Het perceel ligt bovendien vlak naast de kruising met de Vondelweg. In de milieuzonering wordt gekeken naar de aspecten geur, stof, geluid en gevaar (bij gevaar gaat het daarbij om gevaar ten gevolge van het werken met gevaarlijke stoffen). Daarnaast kan ook de verkeersaantrekkende werking van belang zijn, evenals de aspecten visuele hinder, bodemverontreiniging en lichtverontreiniging. Geconstateerd moet worden dat een Vogelhospitaal niet rechtstreeks is opgenomen in de lijsten met activiteiten uit de Handreiking en dat het ook lastig is om een vergelijking te maken met de wel opgenomen activiteiten. Het Vogelhospitaal is daarom op elk aspect apart beoordeeld, voor zover van toepassing, en de uitkomsten hiervan zijn naast de Handreiking gelegd om de aanvaardbaarheid voor de omringende woningen te beoordelen. In de zienswijzen wordt expliciet ingegaan op de aspecten geur en geluid, zodat wij hier met name nog verder op in zullen gaan. Volledigheidshalve merken wij op dat alle relevante aspecten zijn getoetst en dat het resultaat van deze toetsing is terug te vinden in de omgevingsvergunning en de ruimtelijke onderbouwing, zodat wij hier voor het overige kortheidshalve naar verwijzen. Zoals vermeld is in de Milieuzonering geen Vogelhospitaal opgenomen. Er is daarom gekeken naar de richtafstand voor geur voor een dierenasiel. Deze bedraagt 30 meter. Een Vogelhospitaal is echter niet volledig op één lijn te plaatsen met een dierenasiel. Daarnaast is deze afstand een richtafstand en dus geen harde wettelijke afstandseis. Er moet daarom van geval tot geval worden beoordeeld of het bouwplan aanvaardbaar is. In dit specifieke geval geldt dat de activiteiten die geur als bedoeld in de Handreiking met zich mee kunnen brengen, zijn gesitueerd in de volières op de achterzijde van het terrein. Deze bevinden zich op meer dan 30 meter afstand van de woning. Daarnaast is de overheersende windrichting zuidwest en waait dus van de woning af en er staat nog een gebouw tussen de volières en de woningen. Voor wat betreft het aspect geur achten wij de afstand van het Vogelhospitaal ten opzichte van de omringende bebouwing dan ook voldoende. Ten aanzien van het aspect geluid is een onderzoek uitgevoerd. Daaruit blijkt dat bij geluid met name moet worden gedacht aan vogelgeluiden, de technische installatie en de verkeersbewegingen op het terrein. Voor de vogelgeluiden (tonaal/impuls karakter) is een toeslag van 5 dB gehanteerd. Uit de resultaten van het akoestisch onderzoek blijkt dat zowel voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau als voor de maximale geluidsniveau’s de grenswaarden niet worden overschreden. Gelet op het bovenstaande en gelet op alle beschikbare gegevens en bescheiden, zijn wij daarom van mening dat de afstand van het Vogelhospitaal en de daarop gesitueerde gebouwen ten opzichte van de omringende bebouwing aanvaardbaar is. Bedreiging van de voortzetting en de verdere ontwikkeling van Maatschap C De milieuzonering regelt niet de afstanden tussen inrichtingen onderling, maar richt zich specifiek op de relatie tussen milieugevoelige en milieubelastende activiteiten. Het Vogelhospitaal geldt voor de toepassing van de Handreiking niet als milieugevoelige functie, zodat de Handreiking hier niet op van toepassing is. Specifiek voor agrarische bedrijven zoals het Veehouderijbedrijf geldt wel aparte regelgeving, zoals de Wet geurhinder en Veehouderij en de Wet Ammoniak en Veehouderij. In dit kader kan de realisatie van een Vogelhospitaal op het nabijgelegen perceel wel van belang zijn. Wij hebben daarom ten aanzien van deze zienswijze nader advies gevraagd aan de Milieudienst IJmond. De Milieudienst IJmond geeft aan dat het Vogelhospitaal een geurgevoelig object kan zijn in de zin van de Wet geurhinder en veehouderij. De gemeente Haarlem heeft hiervoor geen eigen beleid en geen verordening, zodat wij er, gelet op het advies van de Milieudienst en gelet op de jurisprudentie, inderdaad sprake is van een geurgevoelig object. Vervolgens constateert de Milieudienst dat de Maatschap op dit moment geen uitbreidingsmogelijkheden heeft, vanwege de aanwezigheid van een burgerwoning direct bij het bedrijf en gelet op de woningen aan de Vondelweg. Voor zover de Milieudienst IJmond verwijst naar de burgerwoning, passeert ons college dit deel van het advies, omdat er volgens het bestemmingsplan sprake is van een bedrijfswoning. Dat laat onverlet dat er, afgezien van deze woning, andere woningen in de directe omgeving aanwezig zijn, die een verdere uitbreiding van het bedrijf belemmeren. Het Vogelhospitaal heeft hierop geen invloed. Gezondheidsrisico’s in algemene zin Door beide partijen zijn gegevens aangeleverd met betrekking tot de mogelijke gezondheidsrisico’s door de opvang van zieke vogels op dit perceel. Naar aanleiding van deze stukken overwegen wij het volgende. Het Vogelhospitaal richt zich in eerste instantie niet op de opvang van zieke vogels, maar van getraumatiseerde vogels. Dat laat natuurlijk onverlet, dat er ook zieke vogels worden gebracht. Het Vogelhospitaal brengt de vogels echter niet zonder meer naar de vogelverblijven, maar onderzoekt de vogels eerst. Als er sprake blijkt te zijn van een ziekte, worden de vogels apart behandeld. De kans op verspreiding van ziektes wordt daardoor zo beperkt mogelijk gehouden. Daarnaast worden er vogels uit de regio binnengebracht. Voor zover er sprake is van ziektes, zal het dan ook gaan om ziektes die al in de regio voorkomen. Gelet hierop en gelet op het feit dat er in Nederland naar de huidige stand van zaken geen sprake is van overdraagbare ziektes van vogels , achten wij de gezondheidsrisico’s op zichzelf niet groter dan de gebruikelijke gezondheidsrisico’s. Dat neemt niet weg dat er wereldwijd wel sprake is van ziektes die door vogels kunnen worden overgedragen. Wij begrijpen de zorgen van de familie Vink en veehouderijbedrijf Vink daarom zonder meer. Daarbij is echter wel sprake van een situatie die zich in Nederland nog niet heeft voorgedaan en waarvoor op zichzelf ook geen aanwijzingen zijn dat deze zich in Nederland zullen voordoen. Het is weliswaar niet uit te sluiten dat dit in de toekomst wel zal gebeuren, maar op dat moment zal de Rijksoverheid landelijk maatregelen te treffen om verspreiding van de ziekte zoveel mogelijk te voorkomen of tegen te gaan, welke maatregelen ook het Vogelhospitaal zullen treffen. Omdat de medewerkers van het Vogelhospitaal zelf rechtstreeks contact hebben met de gebrachte vogels, heeft het Vogelhospitaal er overigens ook zelf als eerste belang bij om adequate maatregelen te treffen. Gelet op het bovenstaande en gelet op hetgeen door de deskundige tijdens de hoorzitting is vermeld, zien wij daarom geen aanleiding om aan te nemen dat zich grotere gezondheidsrisico’s zullen gaan voordoen. Daarbij merken wij op dat het advies van de deskundige van Veehouderijbedrijf Vink in zeer algemene termen is gesteld en dat uit het advies van deze deskundige niet blijkt van bijzondere deskundigheid op het gebied van het Vogelhospitaal en/of van vogelziektes. Wij zien in dit advies daarom geen aanleiding om anders over het gezondheidsaspect te oordelen. Gezondheidsrisico’s in verband met de quarantaineruimte en de kadaveropslag Daarnaast bestaat er bij de omwonenden bijzondere zorg omtrent de gezondheidsrisico’s door de locatie van de quarantaineruimte en de kadaveropslag. Zoals uit de zitting naar voren is gekomen, leidt de kadaveropslag niet tot bijzondere gezondheidsrisico’s, omdat dode vogels geen ziektes kunnen verspreiden. Daarnaast vindt de opslag inpandig plaats en worden de kadavers ingevroren. De quarantaineruimte is juist bedoeld om de verspreiding van ziektes tegen te gaan. In aanvulling op het bovenstaande over de algemene gezondheidsrisico’s, zien wij daarom geen aanleiding om aan te nemen dat zich specifieke risico’s door de locatie van de quarantaineruimte en de kadaveropslag zullen voordoen. Brandveiligheid De aanvraag om omgevingsvergunning is getoetst aan het Bouwbesluit 2012. Hierbij is niet geconstateerd dat niet zou worden voldaan aan de brandveiligheidseisen. Overigens is ook niet gebleken van bijzondere risico’s, omdat er geen sprake is van de opslag van gevaarlijke stoffen in de betrokken bouwwerken. Mogelijkheid tot het uitvoeren van de bouwwerkzaamheden, gelet op de kadastrale begrenzing Het komt regelmatig voor dat gebouwen op of dichtbij de perceelsgrens worden gesitueerd. Dat belemmert echter niet de uitvoering van bouwwerkzaamheden, omdat deze ook vanuit het eigen terrein kunnen plaatsvinden. Indien en voor zover het betreden van het terrein van de buren echt noodzakelijk is, is hiervoor een regeling opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. Dit biedt voldoende waarborgen voor alle betrokken partijen voor een goede uitvoering van de bouwplannen. Verwijzing naar Vergierdeweg 290 Op diverse plaatsen in de ruimtelijke onderbouwing wordt verwezen naar Vergierdeweg 290, waar Vergierdeweg 294 is bedoeld. Dit zal worden aangepast in de stukken. Conclusie Ongegronde zienswijzen De volgende zienswijzen zijn gelet op het bovenstaande naar ons oordeel ongegrond: c, g, h, j, k, l, m ,n, o, p en q. Gegronde zienswijzen De overige zienswijzen zijn naar ons oordeel geheel of gedeeltelijk gegrond. Wij hebben daarbij geconstateerd dat hieraan deels tegemoet is gekomen door een aanpassing van de tekening, deels door het verbinden van een voorwaarde aan de vergunning en deels door een verbetering van de motivering. In het onderstaande gaan wij hierop per zienswijze in. Ad a Uit de aanvraag zou inderdaad kunnen worden afgeleid dat er een nieuwe uitweg wordt gemaakt. Dit blijkt niet het geval te zijn. De aanvraag is daarom op dit onderdeel verduidelijkt. Ad b Er wordt een extra voorwaarde aan de omgevingsvergunning verbonden, waarin wordt opgenomen dat er na 22.00 uur ’s avonds geen vogels meer naar de nachtopvang mogen worden gebracht. Ad d Partijen zijn het erover eens dat er sprake is van een recht van overpad. Er bestaat echter geen verplichting om dit op de aanvraag te vermelden, zodat de bevestiging hiervan tijdens de hoorzitting voldoende is. Ad e. Dit zal worden aangepast in de vergunning. Ad f en ad i Wij zijn het met de indieners van deze zienswijze eens dat de term “verbrede landbouw” verwarrend kan werken. De motivering van de vergunning is daarom op dit punt verbeterd middels de reactie op deze zienswijzen. Ad r. Tussen partijen is in discussie of hier sprake is van een recht van overpad. Omdat het hier gaat om een recht dat door verjaring zou zijn ontstaan, is er geen sprake van een evidente privaatrechtelijke belemmering, zodat ons college hierover op zichzelf geen uitspraken kan doen. De zienswijze is daarom op zichzelf ongegrond. Wel kan vanuit het oogpunt van maatschappelijke uitvoerbaarheid worden betoogd dat het aanbeveling verdient om de verblijfsruimtes voor roofvogels en uilen te verschoven. De aanvrager heeft de aanvraag inmiddels op deze wijze aangepast. Gelet hierop en gelet op het feit dat wij geen uitspraken over de privaatrechtelijke aspecten kunnen doen, is hiermee voldoende tegemoet gekomen aan de zienswijze. Met inachtname van het bovenstaande zijn wij van mening dat voldoende aan de zienswijzen tegemoet wordt gekomen en dat er sprake blijft van een goed woon- en leefklimaat, zodat de omgevingsvergunning op dat moment kan worden verleend. Publicatiedatum: 23 januari 2014 Omgevingsvergunning Vergierdeweg 294 te Haarlem (Vogelhospitaal) Burgemeester en wethouders van Haarlem maken bekend dat zij, met toepassing van artikel 2.12 eerste lid, onder 1, sub 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, hebben besloten een omgevingsvergunning te verlenen voor het onderstaande project. Project Er is onder nummer 2013-0000487 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het realiseren van een Vogelhospitaal aan de Vergierdeweg 294 te Haarlem. De aanvraag omgevingsvergunning heeft betrekking op de activiteiten bouwen, handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening, oprichten van een inrichting en aanleggen. Inzage De omgevingsvergunning en de daarbij behorende relevante stukken liggen vanaf 24 januari 2014 tot en met 7 maart 2014 ter inzage. U kunt de omgevingsvergunning en de bijbehorende stukken inzien in de publiekshal in de Raakspoort, Zijlvest 39, 2011 VB te Haarlem (hoek Zijlvest/Raaks). De publiekshal is geopend op werkdagen van 09.00 uur tot 16.00 uur. Op donderdag van 09.00 uur tot 20.00 uur. Daarnaast kunt u de omgevingsvergunning vanaf 24 januari 2014 raadplegen via www.ruimtelijkeplannen.nl. Beroep Gedurende de hierboven genoemde termijn van inzage kunnen belanghebbenden gemotiveerd beroep aantekenen bij de Arrondissementsrechtbank, sector Bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. U kunt ook digitaal beroep instellen bij de rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Beroep kan worden ingesteld door degenen die zienswijzen hebben ingediend en door degene aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij geen zienswijzen naar voren heeft gebracht.
© Copyright 2024 ExpyDoc