Laatste warme brons uit Aarle-Rixtel

Klokkengieterij
Bijna anderhalve eeuw waren
ze elkaars concurrenten. Nu
neemt Koninklijke Eijsbouts
zijn rivaal Petit & Fritsen over.
„Denk maar niet dat ik een
fijne zondag had”, zegt
directeur Frank Fritsen.
Door onze correspondent
Esther Wittenberg
H o u tsm elto v en
Frank Fritsen wijst naar de achterwand van de werkkamer. „Daarachter
was de woonkamer. Mijn grootouders
woonden aan de klokkengieterij. Mijn
vader is hierboven geboren. In de
slaapkamer van waaruit een trap
rechtstreeks de klokkengieterij in
loopt.”
Hij laat de trap zien. En de
houtsmeltoven ertegenover. „De enige houtsmeltoven ter wereld die nog
wordt gebruikt. We gebruiken hem
FOTO’S RIEN ZILVOLD
‘H
et gaat om een
360 jaar oud familiebedrijf, niet om
een oud paar
schoenen dat je
weg doet.” Frank
Fritsen (57) staat geëmotioneerd in de
grote werkplaats achter zijn klokkengieterij in het Noord-Brabantse plaatsje Aarle-Rixtel, bij Helmond. Verderop zijn werknemers in blauwe stofjassen bezig met klepels, ophangconstructies, restauratiewerk.
„Sommige mensen vragen: ‘Wat
doe je met de gebouwen?’ Dan denk
ik: ‘De gebouwen? Serieus?’ Dat beton
en ijzer kan me niets schelen. Als het
tijd is om afscheid te nemen van mijn
machines, neem ik afscheid van mijn
machines. Mijn grootste zorg is nu:
het overwinnen van de emotie.” Hij
slaat een hand voor zijn mond. Zijn
bedrijf, het op twee-na-oudste familiebedrijf van Nederland, komt per 1
mei in andere handen.
Zijn voorouders kwamen uit Frankrijk. Het waren rondtrekkende ambachtslieden die aan de voet van kerktorens grote ovens bouwden. Daarin
smolten ze het koper en tin dat onder
boeren en burgers was ingezameld
om er de kerkklok van te gieten. Eind
achttiende eeuw vestigden ze zich in
Aarle-Rixtel. De vele leemputten in de
omgeving zorgden voor voldoende
klei om klokmallen van te maken.
In 1906 liet zijn grootvader de huidige klokkengieterij bouwen. In lichtgele tegels met donkerblauwe letters
staat nog altijd op de gevel: Petit &
Fritsen, Klokkengietery. De straat
werd later naar het bedrijf genoemd:
Klokkengietersstraat. Inmiddels is het
gebouw een rijksmonument.
De werkkamer is hetzelfde gebleven, al staat er inmiddels een computer op het bureau. Met dezelfde houten lambrisering en dezelfde grote
wereldkaart tegen de wand om aan te
geven dat de hele wereld hun afzetgebied is. De vier stoelen die een zitje
vormen zijn een eeuw geleden opgestuurd door een pastoor uit Costa Rica die na zijn aanbetaling ontdekte
dat hij geen geld meer had. Op die
stoelen ontvangt de familie sindsdien
haar gasten.
Laatste warme brons
uit Aarle-Rixtel
De naam Petit & Fritsen blijft bestaan, evenals zijn klokprofiel met karakteristieke randversiering: de Franse lelie en de katholieke engeltjes. Rechts Frank Fritsen.
enkel voor klokken zwaarder dan
2.500 kilo. De traditie wil dat ik het
Onze Vader bid voordat ik de stop van
de oven sla. Daarna stroomt het 1.100
graden warme brons in de gietkroes.”
Tegen de bolle buitenwand van de
oven staat een beeld van de heilige
Barbara, de beschermheilige van de
klokkengieters, met een brandend
kaarsje erbij.
Hij was zeventien, vertelt Frank
Fritsen, toen zijn vader hem in de zomervakantie vroeg: „Kom je helpen?
Ik heb een zieke”. Sindsdien is hij gebleven. De mts heeft hij nooit meer afgemaakt. Jarenlang leidde hij het familiebedrijf met zijn oudste broer. Tot
1986. Ze hadden die avond de Tros
Aktua Exportprijs in ontvangst genomen en bij thuiskomst zei zijn broer
tegen zijn vrouw: „Het wordt zwart
voor mijn ogen”. Het waren zijn laatste woorden.
FA M I L I E B E D R I J V E N
De oudste in
Nederland
De oudste drie familiebedrijven in Nederland zijn:
1. Koninklijke Tichelaar,
tegel- en aardewerkbedrijf in
het Friese Makkum, sinds
1572.
2. KnaapenGroep,
bouwbedrijf met hoofdkantoor
Son bij Eindhoven, opgericht
in 1652.
3. Koninklijke Petit & Fritsen,
klokkengieterij in het
Noord-Brabantse Aarle-Rixtel,
sinds 1660.
De jaren daarna waren zwaar. Plotseling stond hij er alleen voor. Hij, de
jongen van de praktijk, moest zich nu
ook gaan verdiepen in de commercie.
Zijn vader sprong een tijdje bij. Gelukkig verzamelde hij een mooi team om
zich heen, want een praktijkman is hij
altijd gebleven. „Vanochtend stond ik
in mijn stofjas nog te gieten. Toen was
het heet op de werkplaats. Een klok
van 1.300 kilo, voor de abdij van
Westmalle. De geboorte van een klok
blijft prachtig. Een klok van lucht verandert in een klok van brons. En een
klok maak je voor de eeuwigheid.”
Anderhalf jaar geleden nodigde
Joost Eijsbouts van klokkengieterij
Koninklijke Eijsbouts uit Asten hem
voorzichtig uit om eens over overname te praten. Eijsbouts is een familiebedrijf dat bestaat sinds 1872 en met
een jaaromzet van zo’n 7,5 miljoen
euro wereldmarktleider en veruit de
grootste klokkengieterij ter wereld.
Het bedrijf leverde vorig jaar een
nieuwe bourdon, de zwaarste klok
van het gelui, aan de Notre Dame in
Parijs.
Eijsbouts is altijd een grote concurrent van Petit & Fritsen geweest. De
strijd om klanten was soms hard in de
slinkende markt als gevolg van ontkerkelijking. Joost Eijsbouts is een tegenpool van Fritsen, een bedrijfskundige die gelooft in rekenmodellen op
computers om de klokklank te bepalen. Fritsen: „Computers zijn domme
dingen. Je moet eerst alles aan ze vertellen. Wij bogen op 360 jaar ervaring.”
K er k h o f
Toch sloeg hij de uitnodiging niet direct af. „Je krijgt ook niet twee keer
een huwelijksaanzoek.” Hij heeft
twee kinderen, een dochter van 22 en
een zoon van 25. Ze studeren allebei
nog en hebben geen interesse in het
familiebedrijf. „Ik heb mijn zoon letterlijk gevraagd: ‘Jongen, voel je iets
voor de klokkengieterij?’ Hij antwoordde: ‘Nee, pa, helemaal niks’.
Dat doet pijn. Maar ik heb liever dat ik
pijn lijd dan hij. Ik kan hem niet dwingen. Ik wil hem geen kruis op zijn rug
leggen.”
Fritsen heeft de zoons van zijn
broer gevraagd, is op zoek gegaan
naar neefjes in Amerika. „Ik ben echt
niet over één nacht ijs gegaan. Maar
er ís geen opvolger.” Hij heeft drie wijze mannen om advies gevraagd: een
accountant, een notaris en een industrieel. Hij is naar het kerkhof gegaan
waar zijn opa, oma, vader, moeder,
broers, veel te vroeg gestorven neven
liggen. „Er is er geen één boos opgestaan.”
Fritsen heeft stilgestaan bij zijn va-
der die hem ook niet dwong het bedrijf in te gaan. En bij zijn grootmoeder die altijd zei: „Menneke, vergeet
nooit waar ge vandaan komt. Ge kunt
nooit meer terug”. Hij heeft zijn uiterste best gedaan tot een wijs besluit te
komen.
Op zondag 23 februari om kwart
over vier zetten hij en Joost Eijsbouts
in een AC restaurant („We zijn toch
best bekende gezichten”) hun handtekening onder de uiteindelijke overeenkomst: Eijsbouts neemt Petit &
Fritsen per 1 mei over.
Engeltjes
De naam Petit & Fritsen blijft bestaan.
Net als het klokprofiel. En de randversiering die hoort bij de klokken van
Petit & Fritsen: de Franse lelie en de
katholieke engeltjes. Negen van de
vijftien personeelsleden van Petit &
Fritsen worden overgenomen. „Denk
K LO K K E N
Eervolste opdrachten
1. Waalsd orpse klok die tijdens
de Dodenherdenking op 4 mei
wordt geluid op de Waalsdorpervlakte.
2. Freed om bell in Washington ,
voor het eerst geluid in 1976 bij de
viering van 200 jaar onafhankelijkheid van de Verenigde Staten.
3. H et nieuw e carillon m et d e
grote klok van tien ton voor d e
Eusebiustoren in Arnhem . De
Eusebiuskerk werd in de Tweede
Wereldoorlog tijdens de Slag om
Arnhem vrijwel volledig verwoest.
Zij is daarna in haar oorspronkelijke gedaante hersteld.
maar niet dat ik een fijne zondag had.”
De volgende morgen om elf uur informeerden ze elk hun eigen personeel. „Dat was een heel moeilijk moment. Veel werknemers werken al
hun hele leven bij de klokkengieterij.
Het nieuws viel koud op hun dak.”
Nu de knoop is doorgehakt, kan het
wat hem betreft niet snel genoeg 2
mei zijn. „Dit is een verschrikkelijke
periode. De nachten zijn kort. Soms
word ik om vijf uur wakker in mijn
woning, hier, naast de klokkengieterij. Dan ga ik in deze werkhal op een
stoel zitten en laat ik de film in mijn
hoofd voorbij gaan. Wat had ik anders
kunnen doen? Heb ik het goed gedaan? Wanneer heb je het goed gedaan? Als ik nou eens in de toekomst
had kunnen kijken…”
Na 1 mei zal de houtsmeltoven
nooit meer gloeien. Dan staat hier
niet langer het carillon voor het Sop-
hia Kinderziekenhuis, de klok die
prinses Mathilde van België aan de
Russische exclave Kaliningrad
schenkt, de klok van de stadhuistoren
van Dordrecht. Dan is Petit & Fritsen
bij Eijsbouts gevestigd in Asten en
geen familiebedrijf meer. Hij kan er
nu nog niet aan denken.
Zijn pijn is haast tastbaar. Net als
zijn eenzaamheid. Veel mensen stellen hem onnozele vragen, waaruit
blijkt dat ze geen fluit begrijpen van
de betekenis, het gewicht van zijn besluit, vertelt hij. Wie kan er ook begrijpen wat hij voelt?
Op de vraag of zijn zoon dat kan,
verstrakt zijn gezicht. „Daar hebben
we het niet over gehad.” Dan schiet
hij vol en loopt hij weg. Personeelsleden doen vanaf hun werkplaats alsof
ze het niet zien gebeuren. Als hij zich
heeft herpakt komt hij terug en zegt:
„Ik wil het daar niet over hebben.”