Klokkenlied (2) 4 &4 œ œ œ œ Och- tend, mid- dag, œ œ œ œ ˙ œ œ œ œ œ œ œ œ ˙ zwa-re schok, dreunt de gro - te w to - ren - klok: & œ œ œ œ œ œ ˙ ˙ ˙ bim, ˙ œ œ œ w œ œ œ ˙ bam. Maar de hang - klok in de gang 13 ˙ œ œœ œ œ œ œœœ œ maakt de sla-gen niet zo lang: ding, dong, ding, dong. Hoor het klok - je 19 & œœœœœ œ tikt ge - re - geld 24 & œœ˙ in dezak œœœœœ œ œ œ œ œ als een ha- mer: tik, tak, tik, tak. œ in de ka-mer œ œ œ œ œ ™ œj œ œ tik, tak, tik, tak. Maar het klok - je œ ™ œj œ œ œ œ ˙ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ tikt het snelst op zijn ge mak: tik- ke, tak- ke, tik- ke, tak- ke. tik- ke, tak- ke, tik- ke, tak- ke. 29 & œ œ œ œ a - vond, nacht; klok-ken hou - den steeds de wacht. Lang - zaam en met 6 & œ œ ˙ œ œ œ ˙ œ œ Och - tend, mid - dag, œ œ ˙ a - vond, nacht; œ œ klok - ken œ œ hou - den œ steeds œ de ˙ wacht. Zie ook het Klokkenlied (1), 'Ik weet een oud kasteel', eenstemmig. gedownload van www.vrijeschoolliederen.nl, het verzamelde liedrepertoire van vrijescholen in Nederland
© Copyright 2024 ExpyDoc