Voorwoord Voor u ligt de jaarlijkse publicatie over gezinsbeleid van het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen naar aanleiding van de Internationale Dag van het Gezin (15 mei). Deze publicatie wordt telkens opgebouwd rond een actueel thema in het gezinsbeleid. Dit jaar is dat het lokaal gezinsbeleid. 2014 is een bijzonder jaar, want de Verenigde Naties vieren de twintigste verjaardag van het Internationaal Jaar van het Gezin. Men wil vooruitgang boeken op het vlak van de ontwikkeling van gezinsbeleid, en specifiek het gezinsbeleid dat gericht is op gezinsarmoede, evenwicht tussen werk en gezin, het bevorderen van sociale integratie en intergenerationele solidariteit. Men wil het belang van gezinsbeleid aantonen en aandacht schenken aan de rol van verschillende stakeholders in het bereiken van deze doelen. Gezinsconferentie Twintig jaar geleden werd door toenmalig Vlaams minister van Gezin Wivina Demeester het initiatief genomen tot de organisatie van Gezinsconferenties. Tussen 1994 en 1998 vonden er zeven conferenties plaats. In 2012 blies de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen het concept ‘Gezinsconferentie’ nieuw leven in. Hij vroeg de Gezinsbond om op 15 mei 2012 opnieuw een Gezinsconferentie te organiseren. De Gezinsconferentie 2012 focuste vooral op het definiëren van doelstellingen voor het gezinsbeleid, en op het vinden van instrumenten en beleidsindicatoren waarmee het gevoerde beleid kan worden geëvalueerd. Dit jaar komt er opnieuw een Gezinsconferentie. De Gezinsconferentie op 15 mei 2014 draagt als titel: ‘Gezinsbeleid in Vlaanderen: bereik en beleving’. Deze Gezinsconferentie 2014 zal drie luiken omvatten: • Een evaluatie over het gevoerde Vlaamse gezinsbeleid. Het Vlaams Actieplan voor Gezinnen 2020, opgesteld naar aanleiding van de Gezinsconferentie 2012, zal het uitgangspunt zijn. Tijdens deze terugblik wil men nagaan in welke mate 10 Mozaïek en dynamiek van het lokaal gezinsbeleid de doelstellingen vooropgesteld in dit actieplan werden gerealiseerd. Men wil dit doen voor de drie domeinen die in de Gezinsconferentie 2012 aan bod kwamen: materiële ondersteuning van gezinnen, faciliteren van de combinatie zorg-werkgezin en de ondersteuning van gezinsrelaties. • Ten tweede wil men bij verschillende stakeholders reflectie stimuleren over de evoluties in het Vlaamse gezinsbeleid. Om een breed scala aan visies aan bod te laten komen op de Gezinsconferentie worden experten geïnterviewd en wordt de stem van gezinnen bevraagd via een online ‘boodschappenlijstje voor gezinnen’. • Ten derde wil men aansluiten bij een actueel thema. Daarvoor heeft men gekozen voor het lokaal gezinsbeleid. Op de Gezinsconferentie 2014 wil men onderzoeken op welke manier het lokaal gezinsbeleid vorm krijgt en welke spanningsvelden daarbij de kop opsteken. Om te kiezen voor het lokaal gezinsbeleid als actueel thema waren er voldoende redenen: • Op 16 november 2012 zijn de Vlaamse beleidsdoelstellingen bij de uitvoering van het decreet betreffende het lokaal sociaal beleid voor de periode 2014-2019 bekendgemaakt. Deze omvatten de aandachtspunten voor een lokaal sociaal beleid en bijvoorbeeld ook voor kinderopvang, waar lokale besturen rekening kunnen mee houden bij de opmaak van hun meerjarenplannen 2014-2019. • Samen met het decreet preventieve gezinsondersteuning zien we meer en meer lokale besturen inzetten op een Huis van het Kind. • Het gezinsbeleid in Vlaanderen is deels ook decentraal beleid, zoveel is zeker. Lokale besturen dragen hierin een groot deel van de verantwoordelijkheid. Ook hier is het beleid in volle evolutie. Daarnaast introduceerde Vlaanderen onlangs een interne staatshervorming die verminderde planlasten voor lokale besturen met zich meebrengt. Daarom lijkt het een uitgelezen moment om in een grote Gezinsconferentie stil te staan bij deze evoluties. • Nadat in de Gezinsconferentie 2012 werd gekeken naar de Europese dimensie van gezinsbeleid, is het tijd om de lokale dimensie van gezinsbeleid in kaart te brengen. • In 2012 bevroeg de Gezinsbond 10.000 Vlamingen over hun tevredenheid ten aanzien van het gezinsbeleid in hun gemeente. Deze gegevens geven ons een beeld van hoe de perceptie van de Vlaamse gezinnen is ten aanzien van o.a. dit lokaal sociaal beleid. Voorwoord 11 Nieuw onderzoek De Gezinsbond, die mee de Gezinsconferentie 2014 organiseert, gaf het Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen (HIG) de opdracht voor een nieuw onderzoek dat de tendensen in het lokale gezinsbeleid in kaart brengt op basis van nieuw en bestaand onderzoek. Daarbij moet de visie van de lokale actoren zelf worden bevraagd. Het onderzoek is ondertussen door het HIG uitgevoerd en in de voorliggende publicatie geven we verslag van de resultaten. De begeleiding van het onderzoek door het HIG, de selectie van bestaand onderzoek en de vertaling van het bestaande materiaal naar de Gezinsconferentie werd begeleid door een projectwerkgroep. Deze projectgroep was samengesteld uit: Charlotte Reilhof en Yvan Catteeuw van Kind en Gezin, Christel Verhas, Elke Valgaeren, Luc Wouters en Siska Baert van de Gezinsbond en Dirk Luyten, Kathleen Emmery en Pieter Rondelez van het Kenniscentrum HIG. We willen hen bedanken voor hun constructieve en stimulerende bijdragen. Bestrijding kinderarmoede Sinds enkele jaren volgen we vanuit het Kenniscentrum ook het Europees gezinsbeleid op. Dit jaar willen we een duidelijke link leggen tussen het Europees beleid en het gezinsbeleid in Vlaanderen. We doen dat aan de hand van een casestudy die ook sterk aansluit bij het uitgevoerde onderzoek. De voorbije jaren is men op verschillende beleidsniveaus, Europees, federaal, Vlaams en lokaal, meer aandacht gaan schenken aan de bestrijding van kinderarmoede. Het is niet altijd helemaal duidelijk waar en hoe men bestrijding van de kinderarmoede moet situeren. En of de bestrijding van kinderarmoede ja dan nee een plaats moet krijgen in het Vlaams en het lokaal gezinsbeleid, en hoe dan wel. We hebben deze problematiek verder uitgewerkt als casestudy waarbij we eerst ingaan op de ontwikkelingen op het Europees niveau en daarna de ontwikkelingen op federaal, lokaal en Vlaams niveau bespreken. We stellen daarbij ook een aantal kritische vragen bij een aantal van deze ontwikkelingen. Leeswijzer In hoofdstuk 1 situeren we het onderzoek, gaan we in op een aantal begrippen en bespreken we het onderzoeksontwerp. In hoofdstuk 2 gaan we in op het Vlaams gezinsbeleid. We geven de belangrijkste beleidsopties weer en schetsen het algemene kader van het sectoraal en aspectueel Vlaams gezinsbeleid. 12 Mozaïek en dynamiek van het lokaal gezinsbeleid Meer diepgaand overlopen we het Vlaams gezinsbeleid in hoofdstuk 3. Hier gaan we voor diverse items van het Vlaams Gezinsbeleid na welke taken de lokale besturen kunnen of moeten opnemen. In hoofdstuk 4 schetsen we een beeld van bevraging. Die gebeurde aan de hand van een schriftelijke bevraging en de organisatie van drie focusgroepen. We maken een analyse van de respons. Dan komen we bij de resultaten van ons onderzoek. In hoofdstuk 5 bekijken hoe lokale besturen gezinsbeleid omschrijven. In hoofdstuk 6 gaan we dieper in op de financiële tegemoetkomingen in het kader van het lokaal gezinsbeleid. De dienstverlening die betrekking heeft op het lokaal gezinsbeleid komt ter sprake in hoofdstuk 7. In hoofdstuk 8 hebben we het over andere maatregelen en interventies. In hoofdstuk 9 leggen we terug de verbinding met het Vlaams Gezinsbeleid. Hier bekijken we welke taken de lokale besturen (niet) opnemen en we bespreken mede aan de hand van de resultaten van de focusgroepen een aantal knelpunten. Vervolgens vatten we in hoofdstuk 10 de resultaten nog een samen en trekken we een aantal besluiten. De uitwerking van de casestudy rond Kinderarmoede met aandacht voor de ontwikkeling op het Europees, federaal, Vlaams en lokaal niveau staat in hoofdstuk 11. De bijlagen staan in hoofdstuk 12 met bibliografie, vragenlijst en registers. Dr. Dirk Luyten (onderzoeksleider) Kathleen Emmery (coördinator Kenniscentrum HIG) Pieter Rondelez (onderzoeker)
© Copyright 2024 ExpyDoc