MVO-verslag 2013 Koninklijke FrieslandCampina N.V. Toelichting In dit MVO-verslag doet Koninklijke FrieslandCampina N.V. verslag van de resultaten en de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in 2013. Het MVO-verslag 2013 is opgesteld volgens de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI) en de criteria van de Transparantiebenchmark. Het verslag voldoet aan level B (self declared). Het MVO-verslag en de bijbehorende GRI-index zijn tevens te vinden op www.frieslandcampina.com. Vragen, opmerkingen of suggesties naar aanleiding van dit MVO-verslag ontvangen wij graag op het volgende adres: [email protected]. Inhoud 4Woord vooraf 6Belangrijkste MVO-ontwikkelingen 2013 8Kerncijfers MVO 10Strategie route2020: duurzame groei én waardecreatie 12Uitdagingen in de wereld 16Voedingswaarde & gezondheid 26Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika 32Efficiënte en duurzame productieketens 40Duurzame melkveehouderij 48Betrokkenheid van medewerkers 54Uitdagingen en ambities 56De verwaarding van MVO: kansen voor merken, markten en klanten 60Maatschappelijke waardering voor het MVO-beleid 62 Het fundament: borging van het MVO-beleid 72Royal FrieslandCampina in een oogopslag 74Bijlagen 74Externe vertegenwoordigingen 75 Verklarende woordenlijst 77Verwerking van de rapportage en betrouwbaarheid van gegevens 4 Woord vooraf Geachte lezer, Met tevredenheid kijk ik terug op de enthousiaste ontvangst in eigen gelederen van onze FrieslandCampina purpose, zeg maar missie, gekoppeld aan de drie grote uitdagingen in de wereld waar we als internationale zuivelspeler op bescheiden wijze deel van oplossingen willen zijn. Daarmee hebben we echt versnelling op gang gebracht in de internationale uitrol van onze MVO-activiteiten en de betrokkenheid van onze mensen. Een mooi moment was de opening van het FrieslandCampina Innovation Centre door koningin Máxima op Wereldvoedseldag. Tijdens de opening lichtten we deze uitdagingen verder toe en verbeeldden we de koppeling met onze corporate story en purpose. Het gaat hierbij om voedsel- en nutriëntenzekerheid voor een snelgroeiende wereldbevolking, de vergrijzing onder boeren wereldwijd en de schaarste aan natuurlijke hulpbronnen voor de productie van voedsel zoals zuivel. Ons MVO-beleid met vier speerpunten voor de onderneming met ruim 120 locaties en de coöperatie met ruim 14.000 melkveehouderijen sluit naadloos aan op deze drie uitdagingen. Dit gedachtegoed en onze commitment erachter komt tot uiting in drie woorden Nourishing by nature. We geven helder – en passend bij dit coöperatieve zuivelbedrijf met ruim 140 jaar historie – weer waar we vandaan komen, waar we staan en waar we naartoe willen. We zetten onze merken en onze mensen in om klanten en consumenten te dienen, creëren financiële waarde voor onze leden-melkveehouders, maar leveren tegelijkertijd een bijdrage aan maatschappelijke ontwikkelingen in de landen waar we opereren. Denk bijvoorbeeld aan de stappen die we in 2013 gezet hebben met onze hulpprogramma’s, microkredieten en trainingen voor kleine en middelgrote boeren in de melkveehouderij in Azië en Afrika. Er zijn overeenkomsten getekend met China en Indonesië om kennis over te dragen op het gebied van landbouw en voedselveiligheid, er zijn binnen ons eigen Dairy Development Programme microkredieten opgezet voor Vietnam en Indonesië ter waarde van 22 miljoen euro. Met het Farmer2Farmer programma worden nu in samenwerking met partner Agriterra onze leden-melkveehouders uitgestuurd voor training van boeren in Azië. We helpen nu samen met onze partners zo’n 100.000 kleine boeren in de melkveehouderij en 30.000 kleine boeren in de sojateelt in India en Brazilië. Zo beginnen we onze business case voor duurzaamheid robuust te maken en maken we het een integraal onderdeel van onze werkwijze. Niet dat we er al zijn overigens. We zijn nog steeds stevige inhaalslagen aan het maken op diverse terreinen zoals met onze MVO-rapportage. Ook is het beslist niet zo dat MVO inmiddels in alle haarvaten van onze organisatie zit. Dat vraagt nog tijd, maar we bouwen voort en doen dit samen met steeds meer betrokken collega’s en melkveehouders. In Nederland hebben we fikse commitments afgegeven aan de politiek voor de duurzame melkveehouderij en een verantwoorde groei in ons land na de afschaffing van het melkquotum. Borging van weidegang, verwerking van mest, het verbeteren van mineralenefficiency en reductie van broeikasgasemissies zijn belangrijke thema’s waar we de gestelde doelen samen met onze leden-melkveehouders de komende jaren moeten realiseren. Met de volledige inzet van hun vakmanschap, kennis en innovatieve slagkracht waar FrieslandCampina in al die decennia groot mee is geworden, kunnen we die license to produce of misschien beter de license to grow ook met elkaar verdienen en behouden voor de komende jaren. Alle schakels van de keten – van fokkerij en veevoer tot en met de fabrieken – zullen moeten samenwerken om aan de hedendaagse, internationale eisen op het vlak van verantwoorde productie, veiligheid, zorgvuldigheid en transparantie te blijven voldoen. We zijn het aan onze positie – en goede naam – als wereldspeler in zuivel en aan onze consumenten en maatschappij in dit productieland Nederland, maar ook in onze andere afzetmarkten verplicht. Cees ’t Hart CEO Koninklijke FrieslandCampina N.V. Woord vooraf 5 Geachte lezer, Voor de leden-melkveehouders van FrieslandCampina heeft 2013 zich laten gelden als een recordjaar voor melkprijs en inkomsten. Het is tekenend voor de mooie ondernemerskansen voor de Nederlandse melkveehouders op de wereldmarkt, waar een snelgroeiende bevolking met meer koopkracht de vraag naar zuivel doet groeien. Het verdwijnen van het melkquotum in Europa in 2015 biedt ruimte om de productie van melk in Nederland in kleine stappen te vergroten. We gaan uit van zo’n 2 à 2,5 procent per jaar. Het is daarom van belang om tot een goede overeenstemming te komen met politieke en maatschappelijke belanghebbenden – onze ‘stakeholders’ – over de voorwaarden waaronder die groei kan plaatsvinden. Voor FrieslandCampina is 2013 dan ook met name het jaar geweest van het stakeholderoverleg en het borgen van draagvlak in Nederland voor een verantwoorde ontwikkeling van melkveehouderij en zuivel. Ik ben dan ook verheugd dat we met een breed platform van LTO Nederland – de belangenbehartiger van de boeren in ons land – en met de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) waar FrieslandCampina bij aangesloten is, een toekomstvisie hebben neergelegd waarin het grondgebonden gezinsbedrijf de basis blijft van de melkveehouderij. Daarnaast hebben we ons gecommitteerd aan het behoud van weidegang, de instelling van een fosfaatplafond, betere mineralenefficiency en de reductie van broeikasgasemissies. Onder deze voorwaarden zal de Nederlandse zuivelsector een belangrijke bijdrage blijven leveren aan de groeiende vraag in de wereld naar smaakvolle voedingsmiddelen met hoogwaardige eiwitten, mineralen en vitaminen. Nu komt het er op aan dat we het vertrouwen dat we hebben gekregen van onze stakeholders ook echt gaan ‘verdienen’ door met elkaar de beloofde resultaten waar te maken. Er staat veel op het spel, ook voor de Nederlandse economie en werkgelegenheid zoals in het rapport ‘Lang Houdbaar’ van de NZO is opgetekend: 44.000 banen, 6 miljard euro aan export, goed voor 9 procent van het Nederlandse handelsoverschot en 700 miljoen euro aan investeringen in nieuwe fabrieken en innovatiecentra. Ik doe dan ook een dringend beroep op de 19.000 leden-melkveehouders van FrieslandCampina om hun vindingrijkheid, ondernemerschap en vakmanschap aan te wenden voor de versnelling van innovaties op en rond de melkveehouderij zodat de doelen van ons programma voor de duurzame melkveehouderij – Foqus planet – worden gerealiseerd. Blijven de resultaten achter, dan dreigen alsnog dierrechten en gaat de rem op de groei. Dat is ook vanuit het oogpunt van nutriëntenzekerheid voor circa 1 miljard consumenten in de ruim 100 landen die FrieslandCampina voorziet van producten, geen wenselijke ontwikkeling. Ik heb er alle vertrouwen in dat we door een goede samenwerking in de keten en met de energieke inzet van onze leden-melkveehouders, aantoonbaar verantwoord kunnen groeien. Daarmee houden we melk en melkproducten op de kaart als belangrijke bron van essentiële voedingsstoffen en als ‘witte motor’ van de Nederlandse economie. Piet Boer Voorzitter bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. 6 Belangrijkste MVO-ontwikkelingen 2013 Voedingswaarde & gezondheid ● Met de introductie van Optimel Puur heeft FrieslandCampina de eerste drinkyoghurt op de markt gebracht die geen toegevoegde suikers én geen zoetstoffen bevat. Een smaakvolle drinkyoghurt met uitsluitend van nature aanwezige suikers uit fruit en zuivel (4,1 gram per 100 ml). ● Wereldwijd zijn Goodness of Dairy-campagnes opgezet om consumenten bewust te maken van het belang van zuivel als onderdeel van een gezond en gevarieerd voedingspatroon. Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika ● FrieslandCampina heeft een samenwerkingsovereenkomst getekend met de Indonesische overheid voor het verlenen van steun aan het Dairy Village Programme. De overeenkomst is erop gericht de Indonesische overheid te helpen de nationale productie van verse melk in de periode tot 2025 met 50 procent te verhogen en zo het land zelfvoorzienend te maken in verse melk. ● FrieslandCampina Vietnam heeft een subsidie gekregen van de Nederlandse overheid voor het opzetten van Efficiënte en duurzame productieketens ● In 2013 heeft FrieslandCampina de doelstelling van 2 procent energie-efficiëntie behaald: ten opzichte van 2012 verbeterde de efficiëntie van primaire energie in de productielocaties met 3,2 procent. De waterefficiëntie is ook verbeterd, met 2,3 procent. ● FrieslandCampina DMV in Veghel beschikt sinds oktober 2013 over een energiezuinige indamper, waardoor er 60 procent energie wordt bespaard. Met deze indamper wordt water verdampt uit de wei waardoor de aanwezige melksuiker Duurzame melkveehouderij ● Drie leden-melkveehouders hebben in samenwerking met investeerders het windmolenpark Van Gogh gerealiseerd. De vijf windmolens produceren zo’n 27.900 MWh elektriciteit per jaar, ongeveer gelijk aan het elektriciteitsverbruik van 8.000 Nederlandse huishoudens en voldoende voor de productielocaties van FrieslandCampina in Eindhoven en Maasdam. Belangrijkste MVO-ontwikkelingen 2013 7 ● Sinds 2011 organiseert FrieslandCampina Wereldmelkdagactiviteiten in 28 landen om gezonde voeding onder de aandacht te brengen bij consumenten, schoolkinderen en families. In Hong Kong werden zo in 2013 meer dan 21.000 schoolkinderen bereikt. drie dairy zones. Een dairy zone is een cluster van melkveehouders die worden opgeleid voor het beheren van duurzame professionele familiebedrijven, met oog voor productiviteit per koe en kwaliteit van de melk. ● In 2013 hebben elf FrieslandCampina ledenmelkveehouders als onderdeel van het Farmer2Farmer programma meer dan achthonderd lokale melkveehouders getraind in Thailand, Maleisië en Indonesië. spontaan kan kristalliseren. De warmte die vrijkomt bij deze nieuwe methode wordt dusdanig benut dat geen koelwater meer nodig is. ● Het nieuwe FrieslandCampina Innovation Centre in Wageningen heeft het BREAAM-certificaat ontvangen, hét keurmerk in Nederland voor de duurzaamheidprestaties van gebouwen. Het energieverbruik van het Innovation Centre ligt 25 procent onder de norm die door de overheid is vastgesteld. ● Compassion In World Farming (CWIF), een organisatie die zich inzet voor het welzijn van landbouwdieren, reikte op 30 oktober 2013 de Good Farm Animal Welfare Awards uit. FrieslandCampina ontving de Good Dairy Award voor Foqus planet en de inspanningen die binnen het programma zijn verricht op het gebied van het bevorderen van weidegang en diergezondheid. ● FrieslandCampina biedt basisschoolleerlingen al bijna tachtig jaar verse zuivel aan. In 2013 lanceerde FrieslandCampina een landelijke campagne voor Campina Schoolmelk. Op de vernieuwde website vinden bezoekers een film over Schoolmelk en het digitale ‘Schoolspel’, en kunnen ouders contact leggen via social media. ● FrieslandCampina steunt samen met Rabobank Foundation één coöperatie in Vietnam en twee coöperaties in Indonesië met educatie en betaalbare financieringen. Op deze wijze dragen zij bij aan het verbeteren van de kwaliteit van de lokale melkveehouderij. Het totale bedrag aan financiering betreft circa 1,5 miljoen euro. ● FrieslandCampina wil in 2020 voor 100 procent gebruik maken van duurzame elektriciteit uit agrarisch domein in Nederland, bij voorkeur geproduceerd op de bedrijven van de leden-melkveehouders. In 2013 was dit het geval voor 63 procent van het elektriciteitsverbruik van de Nederlandse productielocaties. ● Het Koe-Kompas is per 1 januari 2014 toegevoegd aan het Foqus planet programma, na een succesvolle pilot met twee groepen leden-melkveehouders. Het managementinstrument is ontwikkeld door dierenartsen en melkveehouders en brengt de sterke punten en verbeterpunten in kaart ten aanzien van de gezondheid van de dieren. 8 Kerncijfers MVO 2013 2012 21.186 19.946 Van wie mannen 15.890 14.760 Van wie vrouwen 5.296 5.186 2.819 2.897 53.000 46.352 259 254 0,6% 1 1,0% 151 2 181 Medewerkers (gemiddeld aantal fte's) Deelnemers FrieslandCampina Academy, wereldwijd Aantal uren besteed door medewerkers aan FrieslandCampina Academy trainingen Gemiddeld aantal programma’s FrieslandCampina Academy Ongevallenratio per 200.000 gewerkte uren (LTA Rate) Producten met het Vinkje/Choices-logo Medewerkers per business group 2013 Medewerkers naar regio 2013 (gemiddeld aantal fte's) (gemiddeld aantal fte's) Corporate & Support 4% 897 Ingredients 3.002 Cheese, Butter & Milkpowder 2.664 5% 14% 13% 21.186 Afrika en Noord- en het Midden-Oosten Zuid-Amerika 1.026 1% 167 Consumer Products Europe, 39% Middle East & Africa 8.193 30% Consumer Products Asia 6.430 Azië en Oceanië 6.846 34% 32% Nederland 7.112 21.186 8% 20% Duitsland 1.692 Rest van Europa 4.343 De LTA rate van van 2013 is exclusief de verworven bedrijven (Alaska Milk Corporation, Yoko Cheese, Zijerveld en Den Hollander Food). Geacquireerde bedrijven tellen met ingang van het tweede volledige kalenderjaar na de acquisitie mee in de LTA. 1 Een afname van 30 producten vanwege aanpassing van het assortiment. 2 Kerncijfers MVO 9 2013 2012 1 14.083 13.533 CO2-uitstoot melkverwerking (kton CO2) •Elektriciteit •Stookolie •Aardgas •Dieselolie 381 72 650 69 364 100 651 66 CO2-reductie door inzet van duurzame energie (kton CO2eq) -106 -64 15.149 14.651 20.472 20.466 3,25 3,35 26.674 26.413 4,23 4,33 52.012 56.444 307 703 Hergebruikt of gerecycled afval (%) 65 63 Ingekochte duurzaam geproduceerde elektriciteit Nederland (%) 63 40 Ingekochte duurzaam geproduceerde elektriciteit wereldwijd (%) 31 19 CO2-uitstoot melkproductie (kton CO2) Totale CO2-uitstoot van FrieslandCampina (kton CO2eq) (Scope 1, 2 en 3) 2 Totaal energieverbruik melkverwerking (TJ) Energieverbruik per ton product (GJ / ton) Totaal waterverbruik (x 1000 m3) Waterverbruik per ton product (GJ / ton) Totale hoeveelheid afval excl. waterzuiveringsslib (ton) Totale hoeveelheid chemisch/gevaarlijk afval (ton) Energieverbruik melkverwerking (TJ) 25.000 20.385 20.466 20.472 20.000 15.000 10.000 5.000 0 warmte 2011 2012 elektriciteit stookolie 2013 aardgas Vanwege een kwaliteitsverbetering in de dataverzameling, zijn de gegevens zoals gerapporteerd in het MVO-verslag 2012 aangepast. 1 2 Rapportage over scope 1, 2 en 3 conform het GHG Protocol. Scope 3 betreft de hoeveelheid broeikasgassen op boerderijniveau. 10 Strategie route2020: duurzame groei én waardecreatie Ambitie De meest succesvolle, professionele en aantrekkelijke zuivelonderneming creëren voor haar leden-melkveehouders, medewerkers, afnemers en consumenten en voor de samenleving door mensen wereldwijd essentiële voedingsstoffen uit zuivelproducten te bieden voor elke fase in hun leven Groeicategorieën Zuiveldranken Kindervoeding (B2B, B2C) Merkkaas Sterke posities & geografische groei Foodservice in Europa Basisproducten Inspelen op behoeften Groei & ontwikkeling Dagelijkse voeding Gezondheid & welzijn Functionaliteit Talent management Melkvalorisatie Innovatie Businessmodel & kostenfocus Al ’t goede van zuivel Ketenvoordelen Duurzaamheid Onze manier van werken & veiligheid Vaardigheden Fundament Strategie route2020: duurzame groei én waardecreatie 11 FrieslandCampina heeft de ambitie de meest succesvolle, professionele en aantrekkelijke zuivelonderneming te creëren voor haar leden-melkveehouders, medewerkers, afnemers en consumenten en voor de samenleving. De groeiende vraag op de wereldmarkt naar gezonde voeding die op duurzame wijze is geproduceerd, biedt FrieslandCampina kansen. Om deze ambitie waar te maken heeft FrieslandCampina voor de periode 2010 – 2020 de strategie route2020 geformuleerd. Sleutelwoorden daarin zijn duurzame groei en waardecreatie: duurzame groei van de onderneming en het tot maximale waarde brengen van alle door de ledenmelkveehouders van de coöperatie geproduceerde melk. FrieslandCampina streeft naar realisatie van de volgende doelstellingen: • een toename van het aandeel toegevoegde waarde- en merkproducten in het totale verkoopvolume; • een verdere groei van het bedrijfsresultaat; • een substantieel hogere prestatietoeslag en een hogere uitgifte van ledenobligaties aan de ledenmelkveehouders; • een reductie van 80 procent van het aantal ongevallen met verzuim per 200.000 gewerkte uren in 2020 ten opzichte van 2011; • klimaatneutrale groei, in de gehele keten van koe tot consument. FrieslandCampina investeert meer dan gemiddeld in de drie groeicategorieën zuiveldranken, kindervoeding en merkkaas. Deze categorieën worden ondersteund door research & development inspanningen op het gebied van groei & ontwikkeling (van kinderen), dagelijkse voeding, gezondheid & welzijn en functionaliteit. Doordat de onderneming Koninklijke FrieslandCampina N.V. een directe relatie heeft met Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A., wordt de gehele productieketen van boerderijmelk tot distributie beheerst. Hierdoor kan FrieslandCampina instaan voor de kwaliteit van haar producten. In de samenwerking met de ledenmelkveehouders wordt het accent gelegd op kwaliteit, voedselveiligheid en duurzame bedrijfsvoering. FrieslandCampina streeft ernaar de voorziene groei van haar activiteiten klimaatneutraal te realiseren, in de gehele keten van koe tot consument. De onderneming wil dit bereiken door samen met de leden-melkveehouders en ketenpartners te werken aan het verbeteren van de energie-efficiency, het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, het stimuleren van de productie van duurzame energie op melkveebedrijven en het behoud van de koe in het Nederlandse landschap. Uitdagingen in de wereld Naar verwachting telt de wereldbevolking En zelfs als de beschikbaarheid van grond in 2050 tussen de 9 en 10 miljard mensen. en water geen probleem zou vormen, blijven Het voeden van deze groeiende populatie is er dan genoeg boeren om ons dagelijks een enorme uitdaging en heeft implicaties voedsel te produceren? En zullen zij voor mens, dier én voor het milieu. Hoe kan hiermee voldoende kunnen verdienen om er voldoende en betaalbare nutriëntrijke en zichzelf en hun gezinnen te onderhouden? energierijke voeding worden geproduceerd? FrieslandCampina wil met haar activiteiten Vruchtbaar land en schoon drinkwater zijn een bijdrage leveren aan het oplossen van in sommige gebieden nu al schaars. deze drie mondiale uitdagingen. Uitdagingen in de wereld 13 De groeiende wereldbevolking • Het voeden van de groeiende wereldbevolking • De beschikbaarheid van voldoende nutriënt- en energierijke voeding en de betaalbaarheid van voedsel voor brede bevolkingsgroepen • Het behouden van voedselveiligheid en consumentenvertrouwen Ouder wordende boeren • Jongeren interesseren voor het boerenvak door toekomstperspectief te bieden en daarmee in te spelen op de wereldwijd snel toenemende gemiddelde leeftijd van boeren • Boeren moeten een voldoende hoog inkomen kunnen realiseren voor een verantwoorde bedrijfsvoering en het creëren van een positieve toekomst voor zichzelf en hun kinderen • Wereldwijd zijn 750-900 miljoen mensen voor hun inkomen afhankelijk van de melkveehouderijsector Schaarste aan natuurlijke hulpbronnen • Inspelen op de toenemende schaarste aan land, water en andere natuurlijke hulpbronnen door efficiënter te produceren • Het verlagen van de broeikasgassenuitstoot en meer gebruik maken van hernieuwbare energie • Bijdragen aan het behoud van biodiversiteit 14 Wereldwijde uitdagingen De groeiende wereldbevolking Ouder wordende boeren Schaarste aan natuurlijke hulpbronnen De pijlers van onze MVO-strategie Voedingswaarde & gezondheid Tekort aan nutriënten terugdringen Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika Kleine melkveehouders in Azië en Afrika verder helpen Efficiënte en duurzame productieketens Grondstofgebruik verbeteren Duurzame melkveehouderij De standaard bepalen Nourishing by nature Melk bevat van nature essentiële voedingsstoffen, zoals eiwitten, vitaminen B2 en B12 en mineralen zoals calcium. Door het aanbieden van betrouwbare en smakelijke zuivelproducten levert FrieslandCampina een bijdrage aan het veiligstellen van voedsel- en nutriëntenzekerheid. Daarbij streeft FrieslandCampina ernaar de druk op natuurlijke hulpbronnen en het milieu te beperken. Elke dag waarderen miljoenen consumenten over de hele wereld FrieslandCampina’s innovatieve en smaakvolle zuivelproducten. FrieslandCampina brengt het beste van twee werelden samen. Het vakmanschap en ondernemerschap van de leden-melkveehouders wordt gecombineerd met de expertise, klantoriëntatie en ervaring met de internationale bedrijfsvoering van de medewerkers. FrieslandCampina committeert zich aan hoge standaarden op het gebied van voedselveiligheid, persoonlijke veiligheid voor medewerkers, kwaliteit, duurzaamheid en transparantie in de gehele productieketen: ‘van gras tot glas’. Het vormt de basis van het klant- en consumentenvertrouwen in de producten en verzekert de continuïteit die zo kenmerkend is voor de onderneming en de coöperatie. FrieslandCampina gelooft in gedeelde waarden (shared values): het gelijktijdig realiseren van een toereikend inkomen voor de leden-melkveehouders, toegevoegde waarde voor klanten en consumenten, en persoonlijke groei en carrièreperspectief voor medewerkers. Tegelijkertijd is FrieslandCampina een meerwaarde voor de samenlevingen waarin zij actief is. Zo worden kansen gecreëerd en perspectieven geboden voor alle belanghebbenden. 15 16 Voedingswaarde & gezondheid Naar verwachting telt de wereldbevolking in 2050 tussen de 9 en 10 miljard mensen. Het voeden van deze groeiende wereldbevolking is een enorme uitdaging. Nu al kampt een aanzienlijk deel van de wereldbevolking met ondervoeding door een tekort aan voedingsstoffen. FrieslandCampina draagt met haar producten bij aan de wereldvoedselvoorziening door het aanbieden van nutriënten energierijke voeding. Daarnaast wil het bedrijf helpen bij het terugdringen van het groeiend aantal mensen met overgewicht, en in het bijzonder bij kinderen. Dat doet FrieslandCampina door het verbeteren van de productsamenstelling, door voorlichting over gezonde voeding en een gezonde leefstijl en door de gezonde keuze in voeding gemakkelijker te maken voor de consument. 17 18 Voedingswaarde & gezondheid Doelstelling 2020 Verminderen van suiker, zout en vet in producten van FrieslandCampina Het ontwikkelen van een bedrijfsstandaard voor etikettering en consumenteninformatie Per jaar tien miljoen kinderen effectief bereiken met voorlichting over gezonde voeding Hulp bieden bij de aanpak van ondervoeding Resultaten 2013 Ambities 2014 Voedingskundige richtlijnen opgesteld voor Azië, Afrika en het Midden-Oosten (in 2012 zijn de voedingskundige richtlijnen inclusief actieplannen en doelen opgesteld voor Europa). Opstellen van actieplannen inclusief doelen voor Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Bedrijfsstandaard voor etikettering en het verstrekken van voedingskundige informatie is vertaald naar de lokale situaties. Goedkeuren en implementeren van het omzetten van alle consumentenverpakkingen conform de nieuwe bedrijfsstandaard. Actieve deelname aan EU Pledge en Singapore Advertising Code ten behoeve van verantwoorde marketing gericht op kinderen. Actieve deelname aan EU Pledge en Singapore Advertising Code ten behoeve van verantwoorde marketing gericht op kinderen. De richtlijnen van FrieslandCampina voor verantwoorde marketing gericht op kinderen zijn uitgebreid voor de rest van de wereld op basis van EU Pledge afspraken. Goedkeuren en implementeren van nieuwe regels voor verantwoorde marketing gericht op kinderen. Enkele miljoenen kinderen (of ouders van deze kinderen) bereikt met voorlichting over gezonde voeding via Wereldmelkdag in 28 landen, Schoolmelk en lesprogramma’s, JOGG en lokale initiatieven. Tien miljoen kinderen bereiken met voorlichting over gezonde voeding. SEANUTS voedingsonderzoek: strategie ontwikkeld voor de ontwikkeling van producten en voorlichtingsmaterialen, bedoeld om de voedingsstatus van kinderen in Zuidoost Azië te verbeteren. Vertalen van de learnings van het SEANUTS voedingsonderzoek naar andere landen. Financiële ondersteuning aan het Nederlandse Rode Kruis (onder andere via het Disaster Relief Partner Programme), in twee jaar circa 600.000 euro ingezameld. Verdere uitbouw van de samenwerking met het Nederlandse Rode Kruis. Doelstellingen ontwikkelen op de drie ambities van de samenwerking: • Bestrijden van honger en nutriëntentekort ten behoeve van mensen in nood; • Bijdragen aan voedselzekerheid; • Versterken van de weerbaarheid van kwetsbare gemeenschappen. Opzetten van een monitoringsprogramma voor de rapportage van de voortgang. Uitbreiding Disaster Relief Partner Programme naar meer landen. Voedingswaarde & gezondheid 19 Materialiteit – Het belang van deze pijler Inmiddels hebben meer dan 1,4 miljard volwassenen en 42 miljoen kinderen onder de vijf jaar overgewicht (bron: WHO, 2013). Dit terwijl ongeveer één op de zeven personen niet genoeg voedsel tot zijn beschikking heeft om een gezond en actief leven te leiden (bron: GAIN). Dit zijn wereldwijde ontwikkelingen waar FrieslandCampina direct mee te maken heeft. Zuivel kan bij beide uitdagingen een belangrijke bijdrage aan de oplossing leveren, omdat melk per calorie relatief veel essentiële voedingsstoffen bevat, zoals vitaminen B2, B12, mineralen en eiwitten. Gezondheidsautoriteiten over de hele wereld bevelen zuivel dan ook aan als basisonderdeel van een gezonde voeding. De groeiende vraag naar gezonde voeding die op duurzame wijze is geproduceerd, biedt FrieslandCampina kansen. De zuivelonderneming verwerkt ruim 10 miljard kilogram melk per jaar tot een gevarieerd assortiment zuivelproducten voor consumenten. Hierbij richt FrieslandCampina zich zowel op opkomende economieën (in Azië, het Midden-Oosten en Afrika) als Europa. 20 Resultaten 2013 Doelstelling 2020: Verminderen van suiker, zout en vet in producten van FrieslandCampina Van richtlijn naar implementatie: actieplannen In 2012 zijn samen met de werkmaatschappijen voor Nederland, België, Duitsland, Hongarije, Roemenië, Griekenland en Groot-Brittannië doelen en actieplannen opgesteld voor productverbeteringen. Die zijn in lijn met de nieuwe voedingskundige richtlijnen van FrieslandCampina. De actieplannen voor Europa moeten in 2015 uitgevoerd zijn. Voor Azië, het Midden-Oosten en Afrika zijn in 2013 de voedingskundige richtlijnen opgesteld en zullen de doelen en actieplannen in 2014 opgesteld worden. Het Vinkje & Choices FrieslandCampina is één van de initiatiefnemers van Stichting Ik Kies Bewust en Choices International Foundation. Dit zijn initiatieven om consumenten met behulp van een herkenbaar logo te helpen bij het maken van een gezondere keuze. Dankzij deze logo’s kunnen consumenten eenvoudig de gezondere keuze vinden binnen een specifieke productgroep. In Nederland en tal van andere landen staat het Vinkje of het Choiceslogo op producten die minder zout, toegevoegde suikers of (verzadigde) vetten bevatten. Het logo stimuleert fabrikanten om de samenstelling van hun producten aan te passen of nieuwe producten te ontwikkelen die voldoen aan de voedingskundige criteria. Ook FrieslandCampina houdt rekening met deze criteria die een vast onderdeel zijn van de voedingskundige richtlijnen van FrieslandCampina. FrieslandCampina had in 2013 in totaal 151 producten met het Vinkje in het Nederlandse assortiment. Dit is 100% puur en dat proef je! geen zoetstoffen én geen suiker toegevoegd! 110000925_Optimel-Puur_Posterscreens_720x1280_pixels.indd 1 25/04/2014 15:32 een verlaging van het aantal producten ten opzichte van 2012. Reden hiervoor is dat het assortiment is aangepast. Merken waarbij alle huidige en toekomstige producten voldoen aan de criteria van het Vinkje zijn Optimel, Vifit, GoedeMorgen!, DubbelFrisss, Fristi, Slankie, Milner, en sinds 2013 ook Yoki en Taksi. Verlaging suikergehalte in producten FrieslandCampina werkt al sinds 2009 aan het verlagen van het suikergehalte in haar producten. De ervaring die is opgedaan in Nederland wordt inmiddels ook in andere werelddelen ingezet. Het terugbrengen van de hoeveelheid suiker in producten is voor FrieslandCampina een effectieve manier om de energie in haar producten te verlagen. Minder energie is belangrijk vanwege de groeiende groep kinderen en volwassenen met overgewicht. Sinds 2009 is het suikergehalte in veel producten van de merken Fristi, DubbelFrisss, Vifit en GoedeMorgen! met ruim 25 procent verlaagd. Het suikergehalte in de producten van de merken Yoki, DubbelFrisss (2e fase) en Taksi is in 2013 met 25-30 procent naar beneden gebracht. FrieslandCampina heeft in 2012 en 2013 bedrijfsbreed voedingskundige richtlijnen opgesteld voor verwen-, basis-, gezondheids- en kinderproducten, waar de criteria van het Vinkje een onderdeel van zijn. Mede dankzij deze richtlijnen voldoen alle gezondheids- en kinderproducten in Nederland nu aan de criteria van het Vinkje (maximaal 5 gram toegevoegd suiker per 100ml). In 2014 werkt FrieslandCampina aan suikerreductie in de vruchtensappen en vruchtendranken zoals Dubbeldrank en Multivitamientje van Appelsientje. Optimel Puur Optimel Puur is een voorbeeld van een succesvolle introductie van een smaakvol zuivelproduct met vruchtensap zonder toegevoegd suiker. Optimel Puur is een 100 procent natuurlijke drinkyoghurt en bevat alleen magere yoghurt, vruchtensap en natuurlijk aroma. Het is FrieslandCampina’s eerste drinkyoghurt die echt minder zoet smaakt, doordat het geen toegevoegde suikers én geen zoetstoffen bevat. Optimel Puur bevat uitsluitend van nature aanwezige suikers uit fruit en zuivel (4,1 gram per 100 ml). Optimel Puur smaakt de helft minder zoet dan de andere Optimel drinks. Voedingswaarde & Gezondheid 21 FrieslandCampina Institute FrieslandCampina informeert consumenten en gezondheidszorgprofessionals niet alleen zorgvuldig over de samenstelling van producten, maar ook over gezonde voeding in het algemeen. Het FrieslandCampina Institute is het kenniscentrum voor wetenschappers en gezondheidszorgprofessionals op het gebied van zuivel, voeding en gezondheid. Diëtisten, praktijkondersteuners, huisartsen en andere professionals uit de gezondheidszorg kunnen hier terecht voor informatie en praktische tools over zuivel, voeding en gezondheid. Het FrieslandCampina Institute voorziet experts van de meest actuele informatie, gebaseerd op de laatste stand van de wetenschap en voedingsrichtlijnen. Daarnaast zoekt het Institute actief naar samenwerking met gezondheidszorgprofessionals en wetenschappers, want zij delen de ambitie van het Institute: het stimuleren van een gezonde leefstijl met een gevarieerd en gebalanceerd voedingspatroon, waarin zuivelproducten een rol spelen. Via voorlichtingsmaterialen, praktische tools, seminars en workshops, maar ook met middelen als de website, nieuwsbrieven en stands op congressen stimuleert het FrieslandCampina Institute de dialoog tussen en met de professionals. Dit alles leidde in 2013 tot meer dan 84.000 contactmomenten tussen het FrieslandCampina Institute en gezondheidszorgprofessionals wereldwijd. Zoutreductie in kaas FrieslandCampina is al een aantal jaren bezig om het zoutgehalte in kaas te verlagen. Als onderdeel van de NZO Task Force Zoutreductie heeft FrieslandCampina tussen 2007 en 2010 een zoutreductie van 14 procent behaald. Voor de periode 2010-2015 wordt een nieuwe reductie nagestreefd: in 2015 zullen alle Goudse 48+ kazen gemiddeld tien procent minder zout bevatten in vergelijking met de samenstelling in 2010. Eind 2012 bevatten deze kazen al vijf procent minder zout, onder andere door het verder standaardiseren van de pekelduur. FrieslandCampina is nu bezig met vervolgstappen. Naast de toepassing van bestaande technieken, zoals minder lang pekelen, werkt FrieslandCampina aan de ontwikkeling van een nieuwe technologie voor zoutreductie. Doelstelling 2020: Ontwikkelen van een bedrijfsstandaard voor etikettering en consumenteninformatie Standaard voor etikettering en informatie In 2012 ontwikkelde FrieslandCampina een standaard voor etikettering en (consumenten)informatie. Daarin is vastgelegd welke verplichte en optionele onderdelen op de verpakkingen van FrieslandCampina te vinden zijn en hoe voedingskundige feiten richting consumenten gecommuniceerd worden. De standaard omvat onder meer richtlijnen voor voedingswaardedeclaratie op de voor- en achterkant en het gebruik van logo’s zoals het Vinkje/Choices. Zo kunnen consumenten gemakkelijker de gezonde keuze maken. In 2013 is deze standaard vertaald naar de lokale situatie in de verschillende werelddelen. In 2014 zal de implementatie hiervan beginnen. Verminderen vet in producten Binnen de zuivelsector is ingezet op productinnovaties om een breder productportfolio met een verscheidenheid aan vetgehaltes te kunnen bieden. FrieslandCampina speelt daarin een actieve rol door bijvoorbeeld het ontwikkelen van producten met een lager vetgehalte, zoals 30+ kaas of Milner kaas die gemaakt wordt van halfvolle melk. In een groot deel van de exportlanden wordt Maasdam 45+ en Edam 40+ kaas verkocht, maar ook de Frico ‘light’ variant. Verantwoorde marketing voor kinderen In 2012 heeft FrieslandCampina de EU Pledge en Singapore’s Advertising Pledge ondertekend. Hiermee heeft FrieslandCampina vastgelegd dat zij reclame gericht op kinderen onder de twaalf jaar beperkt tot producten die aan strikte voedingskundige eisen voldoen. Voor alle andere producten wordt geen kinderreclame ontwikkeld. Door deze ontwikkelingen is er in 2013 gewerkt aan een update van de standaard voor verantwoorde reclame. Deze zal begin 2014 goedgekeurd worden, waarna de implementatie begint. 22 Doelstelling 2020: Per jaar tien miljoen kinderen effectief bereiken met voorlichting over gezonde voeding FrieslandCampina wil jaarlijks meer dan tien miljoen kinderen bereiken met voorlichting over gezonde voeding en leefstijl. Aanvankelijk was het de bedoeling dat een miljoen kinderen per jaar zouden worden bereikt. In 2012 is de ambitie opgehoogd naar 10 miljoen kinderen per jaar. Alleen al in Thailand bereikte FrieslandCampina met activiteiten als Wereldmelkdag meer dan 1 miljoen kinderen met voorlichting over gezonde voeding. Lokale werkmaatschappijen van FrieslandCampina in Azië ondernemen veel activiteiten op het gebied van voorlichting over gezonde voeding richting kinderen. Van het aanbieden van lesmateriaal tot het laten proeven van zuivelproducten aan kinderen in Indonesië, Hong Kong, Vietnam en Thailand. Wereldmelkdag wereldwijd De FAO houdt sinds 2001 jaarlijks op 1 juni Wereldmelkdag. Dit is een uitgesproken moment om voorlichting te geven over gezonde voeding en leefstijl. Gezondheidsautoriteiten over de hele wereld bevelen zuivel aan als basisonderdeel van een gezonde voeding. Melk levert per calorie relatief veel essentiële voedingsstoffen, zoals vitaminen B2 en B12, mineralen en eiwitten. FrieslandCampina steunt Wereldmelkdag met activiteiten die de aanbevelingen voor gezonde voeding en de goede eigenschappen van melk onder de aandacht brengen bij consumenten wereldwijd. Sinds 2011 werkt FrieslandCampina aan het organiseren van Wereldmelkdag-activiteiten in alle 28 landen waar zij actief is. Van België tot Nigeria worden ludieke acties georganiseerd om gezonde voeding onder de aandacht te brengen bij consumenten, schoolkinderen en families. In Hong Kong werden zelfs meer dan 21.000 schoolkinderen bereikt. Verder zijn wereldwijd Goodness of Dairy-campagnes opgezet om consumenten bewust te maken van de bijdrage van zuivel aan de inname van voedingsstoffen als onderdeel van een gezond en gevarieerd voedingspatroon. Zo zijn in Maleisië 50.000 glazen melk uitgedeeld. Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) FrieslandCampina is in Nederland landelijk partner van JOGG, een initiatief dat de stijging van overgewicht bij jongeren (nul tot negentien jaar) wil omzetten in een daling. Binnen de JOGG-aanpak werken publieke en private partijen nauw samen om gezond eten en bewegen te bevorderen. Dit gebeurt onder meer met aandacht voor voeding en beweging op school, betere sport- en speelfaciliteiten en voorlichting aan ouders. Momenteel zijn er 55 JOGG-gemeenten en één JOGG-provincie. Dat is ten opzichte van 2012 een toename van 30 gemeenten. In Amersfoort werkt FrieslandCampina nauw samen met de gemeente en de GGD om via het B.Slim programma ouders en kinderen in achterstandswijken te helpen bij het maken van gezonde(re) voedingskeuzes en aandacht te vestigen op het belang van sport en beweging. B.Slim streeft ernaar dat eind 2014 het aantal Amersfoortse kinderen met overgewicht teruggedrongen is met 5 procent (t.o.v. 2005). Samen met de gemeente en de GGD maakt FrieslandCampina een jaarprogramma met activiteiten. Afgelopen jaar organiseerden de drie partijen bijvoorbeeld een campagne (onder andere via Facebook) over ‘Gezond snoepen’, speciaal gekoppeld aan de Amersfoortse avondvierdaagse. Met een wedstrijd ‘Kampioen gezond snoepen’ werd gezond snoepen onder de aandacht gebracht. Meer dan 1.000 bezoekers hebben de fotowedstrijd van B.Slim bezocht op Facebook en hier werden ook de prijswinnaars van de fotowedstrijd bekend gemaakt. Schoolmelk In Aziatische landen is zuivel niet altijd beschikbaar voor jonge kinderen, terwijl zij de voedingsstoffen hard nodig hebben. Via schoolmelkprogramma’s in onder andere Thailand, Vietnam en Maleisië voorziet FrieslandCampina kinderen van melk en worden ook ouders en leraren voorgelicht over gezonde voeding en de bijdrage van zuivel hieraan. Het Maleisische schoolmelkprogramma bereikt bijvoorbeeld ruim 1.300 scholen. Hierdoor drinken ongeveer 300.000 Maleisische kinderen tussen de zeven en twaalf jaar melk. Campina Schoolmelk bestaat in Nederland al tachtig jaar. FrieslandCampina biedt kinderen op de basisschool verse zuivel aan. Melk bevat van nature vitaminen B2 en B12, eiwitten en calcium, voedingsstoffen die juist voor kinderen in de groei belangrijk zijn. Via een schoolmelkabonnement van het Campina Schoolmelk programma kunnen kinderen van 4 tot 12 jaar gemakkelijk melk drinken. In 2013 lanceerde FrieslandCampina een landelijke campagne voor Campina Schoolmelk, gericht Voedingswaarde & Gezondheid 23 Junior NBA-programma voor Filippijnse jeugd In de Filippijnen loopt al zeven jaar een samenwerkingsverband met het Junior NBA-programma. In deze zeven jaar zijn meer dan 80.000 studenten, ouders en coaches betrokken geweest bij jeugdkampen, clinics en NBA Caresactiviteiten. Met het Junior NBA-programma wordt bewegen, buiten spelen en een actieve leefstijl gestimuleerd onder kinderen. FrieslandCampina breidt in 2014 de samenwerking uit naar Indonesië, Maleisië, Thailand en Vietnam. op ouders. Op de vernieuwde website vinden bezoekers een film over Schoolmelk en het digitale ‘Schoolspel’, en kunnen ouders contact leggen via social media. Wereld Schoolmelkdag Op 25 september 2013 werd in meer dan veertig landen Wereld Schoolmelkdag gevierd. In Nederland wordt Wereld Schoolmelkdag uitgedragen door de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO). Met een quiz en een bezoek van Olympisch zwemkampioen Maarten van der Weijden werd aandacht besteed aan het belang van gezonde voeding voor de schoolgaande jeugd. Nationaal Schoolontbijt Een ander initiatief waaraan FrieslandCampina ook in 2013 heeft meegewerkt is het Nationaal Schoolontbijt. Het Nationaal Schoolontbijt onderstreept het belang van een goed ontbijt, waar ook zuivelproducten, zoals halfvolle melk en 30+ kaas, onderdeel van zijn. Dit landelijke ontbijtevenement bereikt jaarlijks honderdduizenden kinderen, ouders en leerkrachten. Doelstelling 2020: Hulp bieden bij de aanpak van ondervoeding SEANUTS voedingsonderzoek In 2012 hebben FrieslandCampina, wetenschappers, NGO’s en universiteiten het voedingsonderzoek SEANUTS (South East Asia Nutrition Survey) afgerond. Dit is het eerste grootschalige onderzoek naar de huidige voedingsstatus van bijna 17.000 kinderen in Maleisië, Indonesië, Thailand en Vietnam. Inzicht in de voedingskundige status en eventuele voedingstekorten is van groot belang om advies, onderzoek en producten beter te kunnen afstemmen op de voedingsbehoeften van deze kinderen. Juist in ontwikkelingslanden ontbreekt vaak cruciale informatie. Dankzij SEANUTS is samen met belanghebbende partijen een kennisgat gedicht ten behoeve van een kwetsbare doelgroep: opgroeiende kinderen. Voor hen is goede voeding van groot belang. In 2013 zijn wetenschappelijke artikelen met de uitkomsten van het SEANUTS-onderzoek gepubliceerd, waardoor de resultaten wereldwijd beschikbaar zijn. FrieslandCampina was ook betrokken bij verschillende symposia, zoals het International Congress of Nutrition in Spanje en het Scientific Conference of the Nutrition Society of Malaysia, om zo de resultaten van het onderzoek wereldwijd onder de aandacht te brengen. Ook werkte FrieslandCampina in 2013 aan een strategie voor de ontwikkeling van producten (waaraan bepaalde vitaminen worden toegevoegd) en voorlichtingsmaterialen, bedoeld om de voedingsstatus van kinderen in Maleisië, Vietnam, Thailand en Indonesië te verbeteren. Bij meer dan 50 procent van de kinderen in Vietnam kan de voedingsinname sterk verbeterd worden, waarbij ondervoeding bij plattelandskinderen een groter probleem is dan bij kinderen die in steden wonen. FrieslandCampina Vietnam lanceerde daarom in 2013 de campagne “twee miljoen pakjes melk”, gericht op 800 Vietnamese plattelandsgemeenschappen. Bovendien startte FrieslandCampina in 2013 met de organisatie van 90 voedingsfestivals in Azië, bedoeld om ouders in plattelandsgebieden te informeren over hoe goede voeding bijdraagt aan de gezonde ontwikkeling van kinderen. In Thailand werd ook het Nutri Fit programma opgericht. Door dit programma met seminars, voorlichting en onderwijs gericht op de beleidsmakers, ouders, leraren én kinderen, wil FrieslandCampina gezamenlijk de voedingsstatus van kinderen verbeteren. Op het ‘Child nutrition and outdoor activity seminar’ kwamen meer dan 1.000 leraren en ouders uit vijf regio’s bijeen. 24 Samenwerking met het Nederlandse Rode Kruis FrieslandCampina en het Nederlandse Rode Kruis sloten in 2012 een samenwerkingsovereenkomst voor vijf jaar. Samen zoeken zij naar shared value. Daarbij gaat het in dit geval om bestaande of nieuwe noodhulpproducten voor slachtoffers, van onder andere geweld of natuurrampen. De drie ambities van de samenwerking omvatten: • Bestrijden van honger en nutriëntentekort ten behoeve van mensen in nood; • Bijdragen aan voedselzekerheid; • Versterken van de weerbaarheid van kwetsbare gemeenschappen. FrieslandCampina en het Nederlandse Rode Kruis werkten in 2013 aan een strategie voor de samenwerking en verkenden mogelijkheden voor de gezamenlijke ontwikkeling van noodhulpproducten en onderwijsprogramma’s gericht op gezonde voeding. In december 2013 heeft FrieslandCampina circa 36.525 euro ingezameld voor 3FM Serious Request, met name in Leeuwarden. Ook droeg FrieslandCampina in 2013 met financiële ondersteuning bij aan het Disaster Relief Partner Programme. Het Rode Kruis traint vrijwilligers voor dit programma, legt voorraden aan en bouwt financiële reserves op, zodat ze direct slachtoffers bij kan staan na een natuurramp. In totaal heeft FrieslandCampina in twee jaar tijd ongeveer 600.000 euro bijgedragen aan het Nederlandse Rode Kruis. Medewerkerbetrokkenheid bij het Disaster Relief Partner Programme Meer dan 25.000 medewerkers van Mammoet en FrieslandCampina zijn betrokken bij het Disaster Relief Partner Programme. Via online fondsenwervingsacties die zij zelfstandig opzetten, verzamelen zij fondsen voor slachtoffers van natuurrampen. Zo doneerden medewerkers van FrieslandCampina in november 2013 meer dan 21.000 euro aan het Nederlandse Rode Kruis voor de slachtoffers van de tyfoon in de Filippijnen. De Alaska Milk Corporation in de Filippijnen (onderdeel van FrieslandCampina) bood direct hulp met een eigen Operation Rainbow Team. Medewerkers in de Filippijnen zijn direct betrokken bij de lokale hulp, in samenwerking met het Filippijnse Rode Kruis. Vrijwilligers deelden melk en water uit aan de slachtoffers van de tyfoon. Alaska Milk Corporation in de Filippijnen heeft hulpgoederen ter waarde van 1 miljoen dollar geschonken. Maar ook in Indonesië is deze samenwerking zichtbaar. FrieslandCampina leverde een bijdrage aan de voedselvoorziening voor zo’n 6.000 slachtoffers, waarvan 2.000 kinderen, getroffen door een vulkaanuitbarsting. De directe inzet van FrieslandCampina medewerkers bij de samenwerking met het Nederlandse Rode Kruis heeft een grote positieve invloed op hun motivatie en hun gevoel van betrokkenheid bij FrieslandCampina zelf. Verder zorgt de samenwerking voor teamwork en het bevorderen van onderlinge relaties. FrieslandCampina heeft de ambitie om de medewerkerbetrokkenheid in 2014 verder te stimuleren. Voedingswaarde & Gezondheid Waar FrieslandCampina aan werkt Suikerverlaging: stap voor stap FrieslandCampina vindt het belangrijk dat consumenten minder suiker consumeren en een minder zoete smaak ontwikkelen. Het reduceren van het suikergehalte zonder toevoeging van (natuurlijke) zoetstoffen in producten vergt een zorgvuldige aanpak. Door slimme innovaties te combineren met geleidelijke suikerverlaging maakt FrieslandCampina het technologisch mogelijk minder suiker te gebruiken zonder dat dit afdoet aan smaak. De voortdurende zoektocht naar technologische mogelijkheden en de acceptatie van de consument is uitdagend. Nieuwe recepturen worden daarom continu getest op smaakbeleving onder consumenten. Zoutverlaging FrieslandCampina vindt het belangrijk dat consumenten minder zout eten en werkt daarom al jaren aan het verlagen van het zoutgehalte in haar kaas. Zo is het zoutgehalte in de periode 2007-2010 met 14 procent gereduceerd en is de doelstelling voor de periode 2010-2015 om het zoutgehalte in Goudse 48+ kaas met nog eens 10 procent te verlagen. Op het moment dat dit gerealiseerd is, zal een volgende stap zorgvuldig overwogen moeten worden. Naast dat zout bijdraagt aan de smaak, speelt het namelijk ook een cruciale rol bij de houdbaarheid en stevigheid van de kaas. Een volgende reductie kan daarom een uitdaging zijn voor de productkwaliteit en versnijdbaarheid. Onderzoek zal moeten uitwijzen wat de mogelijkheden en oplossingen zijn. 25 Betaalbaarheid van producten FrieslandCampina geeft invulling aan de pijler Voedingswaarde & Gezondheid met producten die de basis vormen voor een gezonde leefstijl. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het bewaken van de betaalbaarheid van de producten. Het toevoegen van bepaalde ingrediënten (vitaminen) of anderszins aanpassen van de productsamenstelling kan de prijs van de zuivelproducten verhogen. Dit kan de betaalbaarheid van deze producten zodanig beïnvloeden, dat consumenten de producten niet meer kunnen of willen kopen (of de noodzaak niet zien omdat het verschil met andere producten niet zichtbaar is). Samenwerken met de Voedselbank Door de samenwerking met de Voedselbank Nederland worden overtollige zuivelproducten van de FrieslandCampina distributielocaties waardevol ingezet daar waar de nood hoog is. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau zijn er in Nederland 367.000 kinderen die op of onder de armoedegrens leven. Door de samenwerking met de voedselbank krijgen ook deze kinderen de belangrijke nutriënten binnen die melk bevat. In 2013 heeft FrieslandCampina in Nederland bijna 1 miljoen consumenteneenheden ter beschikking gesteld aan de acht regionale distributiecentra van de Voedselbank. Op deze manier zijn de producten beschikbaar voor alle voedselbankcliënten in alle regio’s. FrieslandCampina draagt bij aan de doelstelling van de Voedselbank Nederland om mensen die het hard nodig hebben van voedingsmiddelen te voorzien en tegelijkertijd voedselverspilling te voorkomen. 26 Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika FrieslandCampina is al meer dan 140 jaar actief in de wereld van melkveehouderij en zuivel en benut de opgedane kennis en ervaringen om de lokale melkveehouderij in Azië en Afrika verder te ontwikkelen. Via het Dairy Development Programme (DDP) stelt FrieslandCampina lokale melkveehouders in staat hun bedrijf zo goed mogelijk te leiden en de zuivelproductie kwalitatief en kwantitatief op een hoger niveau te brengen. Door kennisdeling via trainingen, uitwisselingsprogramma’s en het opzetten van lokale melkdistributiesystemen worden meer dan 40.000 lokale melkveehouders (direct en indirect) via het DDP ondersteund. Daarnaast bereikt FrieslandCampina 60.000 kleine boeren in samenwerking met Agriterra en 30.000 kleine boeren in de sojateelt in India en Brazilië in samenwerking met Solidaridad en CONO Kaasmakers. Op deze manier draagt FrieslandCampina bij aan het welzijn van boeren (farmers’ livelihood) in Azië en Afrika. Daarnaast wil FrieslandCampina jongeren interesseren voor het boerenvak door toekomstperspectief te bieden en daarmee in te spelen op de wereldwijd snel toenemende gemiddelde leeftijd van boeren. 27 28 Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika Doelstelling 2020 1 Verhogen van de kwaliteit en voedselveiligheid van lokaal geproduceerde melk in Azië en Afrika Het inkomen per boer in Azië en Afrika verbeteren door de productiviteit per koe te verhogen en daardoor bijdragen aan een betere levensstandaard van lokale boeren Resultaten 2013 In alle DDP-landen zijn trainingen aan melkveehouders en medewerkers van milk collection centres en coöperaties gegeven door medewerkers van FrieslandCampina. Implementatie van de Quality Roadmap in elk DDP-land. In 2013 zijn twee grote PPP-projecten (Public-Private Partnerships) gestart in Indonesië en Vietnam, gericht op het verder uitbouwen van het ‘Dairy Development Programme’ in deze landen. In Thailand, Maleisië en Indonesië is het Farmer2Farmer (F2F) programma succesvol uitgevoerd. Materialiteit – Het belang van deze pijler De Nederlandse overheid geeft aan dat duurzame economische groei de motor is voor ontwikkeling en een belangrijk middel in de strijd tegen armoede. Daarnaast zien veel NGO’s de toegevoegde waarde van de bijdrage van het bedrijfsleven om een aantal wereldwijde issues aan te pakken. De ontwikkeling van de lokale melkveehouderij in Azië en Afrika past bij de ambitie van FrieslandCampina om voldoende voedsel met waardevolle voedingsstoffen te kunnen blijven leveren voor de groeiende wereldbevolking. Het is in het belang van zowel FrieslandCampina als de samenleving om in te spelen op deze toenemende vraag. Daarnaast vindt een aanzienlijk deel van de activiteiten van FrieslandCampina plaats in regio’s in Zuidoost-Azië en Afrika, met name Indonesië, Thailand, Vietnam, Maleisië en Nigeria. In deze regio’s kan FrieslandCampina dus daadwerkelijk een verschil maken en de melkveehouderij naar een hoger plan tillen, op het gebied van productiviteit, melkkwaliteit en duurzaamheid. 1 Ambities 2014 Trainingen aan melkveehouders voor verbetering van farm management dat moet leiden tot verlaging van kosten en verbetering van de productie (F2F programma). FrieslandCampina Indonesia steunt Dairy Village Programme “Cees ’t Hart was namens FrieslandCampina getuige van de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Indonesische overheid, FrieslandCampina en de lokale coöperatie uit Lembang voor het ontwikkelen van een Dairy Village Programme. Dit project wordt mede financieel ondersteund door de Nederlandse overheid. Dit is een belangrijke stap voor de verdere ontwikkeling van het DDP in Indonesië.” Sybren Attema, Regional DDP Manager FrieslandCampina Op basis van de uitgevoerde materialiteitsanalyse is de formulering van de doelen 2020 aangescherpt. Meer informatie over dit proces staat beschreven op pagina 64. Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika 29 Resultaten 2013 Doelstelling 2020: Verhogen van de kwaliteit en voedsel-veiligheid van lokaal geproduceerde melk in Azië en Afrika Verhogen melkkwaliteit FrieslandCampina heeft in 2012 een Quality Roadmap ontwikkeld om de melkkwaliteit in de DDP-landen de komende drie jaar te verbeteren. De verbeteringen richten zich met name op verlaging van de hoeveelheid bacteriën in melk en het terugdringen van het antibioticagebruik bij koeien. Op dit moment wordt in alle DDP-landen de melkkwaliteit gemonitord en wordt er actie ondernomen op het moment dat de kwaliteit niet aan de FrieslandCampina standaard voldoet. Pilot farms worden elke maand bezocht en de geregistreerde gegevens en actuele bedrijfsresultaten worden besproken. Hierbij volgt ook een advies voor verbetering. In 2014 wil FrieslandCampina de implementatie van deze roadmap in elk DDP-land gerealiseerd hebben. Voorbeeldstallen in Nigeria In Nigeria wordt de melk geleverd door boeren die hun koeien over grote afstanden weiden en geen vaste boerderij hebben. In 2013 zijn er drie voorbeeldstallen gebouwd waar boeren demonstraties krijgen over melkveehouderij. Deze demonstraties richten zich op die zaken waarmee de kwaliteit van de melk verbeterd kan worden. Er wordt gekeken naar het telen en conserveren van voedergewassen en het voorkomen van ziektes bij de koeien. De verwachting is dat op deze manier de gemiddelde melkproductie per koe kan stijgen van drie kilogram per dag naar tien kilogram per dag. Bijdragen aan de verbetering van Chinese zuivel In november 2013 heeft FrieslandCampina een overeenkomst getekend met China Agricultural University (CAU) en Wageningen UR (University and Research Centre) voor de oprichting van een nieuw onderzoeksen kenniscentrum in China, het Sino-Dutch Dairy Development Centre (SDDDC). Het centrum richt zich op het verbeteren van de productiviteit, de veiligheid en het kwaliteitsniveau van de logistieke zuivelketen in China. De kennis op het gebied van zuivelproductie wordt gedeeld met Chinese deskundigen in de zuivelsector en experts en beleidsmakers in zuivelonderzoek en de zuivelindustrie. De overeenkomst werd getekend in het bijzijn van de Nederlandse Minister-President Mark Rutte. Farmer2Farmer programma Sinds 2012 werkt FrieslandCampina samen met Agriterra om de positie van melkveehouders en coöperaties in ontwikkelingslanden te versterken. Dat gebeurt door de inzet van kennis vanuit de Nederlandse agrarische sector, via verschillende programma’s en uitwisselingen. Zo gaan tijdens het Farmer2Farmer programma Nederlandse leden-melkveehouders op bezoek bij boeren in de DDP-landen om kennis en ervaring uit te wisselen. Dit programma is erop gericht om de bedrijfsvoering van de melkveehouderijen te verbeteren. Beter management leidt tot verlaging van de kosten en verbetering van de productie en productiviteit van de koeien. In Thailand, Maleisië en Indonesië is in 2013 het Farmer2Farmer programma succesvol geweest. In goede samenwerking met Agriterra en lokale DDP-teams hebben elf FrieslandCampina leden-melkveehouders meer dan achthonderd lokale melkveehouders getraind. In 2014 vindt het Farmer2Farmer programma ook plaats in Vietnam. De komende jaren wordt dit programma niet uitgevoerd in Nigeria vanwege onvoldoende veiligheidsgarantie voor de leden-melkveehouders. DDP in Nigeria In Nigeria is het Dairy Development Programme nog volop in ontwikkeling. In 2013 richtte FrieslandCampina WAMCO Nigeria zich, in samenwerking met verschillende lokale partners, met name op het creëren van bewustwording bij (potentiële) boeren over het DDP. Naar aanleiding van deze activiteiten hebben het afgelopen jaar 200 boeren aangegeven melk te gaan leveren. Twee milk collection centres zijn verbeterd waardoor daar nu meer melk geleverd kan worden. In Nigeria is bovendien aandacht besteed aan de productie van veevoer, door meer grasland te ontwikkelen, om te zorgen dat de koeien ook in het droge seizoen voldoende voedsel hebben. Doelstelling 2020: Het inkomen per boer in Azië en Afrika verbeteren door de productiviteit per koe te verhogen en daardoor bijdragen aan een betere levensstandaard van lokale boeren Dairy Village Programme in Indonesië In 2013 heeft FrieslandCampina een samenwerkingsovereenkomst getekend met PT Perkebunan Nusantara VIII en Koperasi Peternak Sapi Bandung Utara (KPSBU) Lembang voor het verlenen van steun aan het Dairy Village Programme. Dit programma is erop gericht de Indonesische overheid te helpen de nationale productie van verse melk in de periode tot 2025 met 50 procent te verhogen en zo het land zelfvoorzienend te maken in verse melk. De officiële ondertekening vond plaats op 22 november op de productielocatie van FrieslandCampina in Ciracas in aanwezigheid van Sharon Dijksma, 30 de Nederlandse Staatssecretaris van Economische Zaken, en haar Indonesische collega Dahlan Iskan, de Indonesische minister van staatsbedrijven. In 2014 zal het project van start gaan. Dairy zones in Vietnam In 2013 heeft FrieslandCampina Vietnam een subsidie gekregen van de Nederlandse overheid om over een periode van vijf jaar drie dairy zones op te richten. Een dairy zone is een cluster van melkveehouders die worden opgeleid voor het beheren van duurzame professionele familiebedrijven, met oog voor productiviteit per koe en de kwaliteit van de melk. De dairy zones worden bij voorkeur in de nabijheid van een productielocatie van FrieslandCampina opgezet. Deze dairy zones spelen in op de toenemende vraag naar verse melk in Vietnam en dragen bij aan een betere kwaliteit van de melk en professionalisering van de melkveehouderij in Vietnam. Daarnaast genereert het project extra banen en zorgt het voor de ontwikkeling van de veevoersector. In 2014 begint het bouwen van de dairy zones. Financiële steun lokale melkveehouderij in Indonesië en Vietnam Door de inzet van kennis en kunde en het verstrekken van financieringen tegen relatief gunstige voorwaarden ondersteunen FrieslandCampina en Rabobank Foundation de lokale melkveehouders in Indonesië en Vietnam. Op deze wijze verwachten zij de kwaliteit van de lokale melkveehouderij te verbeteren. De financieringen zijn bedoeld voor de aankoop van koeien, verbetering van het stalklimaat en biogasinstallaties. FrieslandCampina neemt de melk af. De rente en aflossing worden ingehouden op het melkgeld, zodat de melkveehouders beetje bij beetje hun schuld aflossen. Deze samenwerking betreft ondersteuning van één coöperatie in Vietnam en twee coöperaties in Indonesië. Het totale bedrag aan financiering betreft circa 1,5 miljoen euro. Dairy Dialogue in Vietnam Op 4 december 2013 vond de Dairy Dialogue plaats in Vietnam. Dit was de eerste keer dat een dergelijke bijeenkomst werd georganiseerd. De Vietnamese overheid zet erg in op plattelandsontwikkeling; samenwerking tussen verschillende partijen is hierbij cruciaal. Een visie die FrieslandCampina deelt. Tijdens deze bijeenkomst kwamen spelers vanuit de hele zuivelsector bij elkaar om de ontwikkeling van de sector te bespreken en hoe samenwerking gestimuleerd kan worden. De bijeenkomst was de aanzet voor een meer structurele dialoog met de verschillende stakeholders. De belangrijkste uitkomst is dan ook een officiële Dairy Dialogue structuur, inclusief stuurgroep en technische commissies. FrieslandCampina Vietnam was één van de initiatiefnemers van deze bijeenkomst, waar deelnemers vanuit de overheid, het bedrijfsleven en NGO's aanwezig waren. Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika 31 Waar FrieslandCampina aan werkt Kwaliteitsstandaarden implementeren Vanwege de toenemende vraag naar melk en de gestegen melkprijzen in de markt voor verse melk in DDP-landen, is het moeilijk om kwaliteitseisen/standaarden voor lokale melkveehouders aan te scherpen en te implementeren. Door de grote vraag naar volumes is er minder aandacht voor de kwaliteit van boerderijmelk. FrieslandCampina houdt vast aan haar kwaliteitsbeleid en heeft hierdoor het Medewerkers betrokken bij activiteiten in Azië en Afrika In 2012 is een consultancy pool opgericht, bestaande uit medewerkers van FrieslandCampina die veel kennis hebben van melkproductie. FrieslandCampina zet deze experts in om melkveehouders en coöperaties in Azië en Afrika te ondersteunen en zo de kwaliteit van melk en de productiviteit per koe te verbeteren. In oktober 2013 bezochten de eerste experts een aantal boerderijen, milk collection centres en milk collection points. Op deze plekken werd aangegeven wat er goed gaat en op welke punten verbetering nodig is. Hiermee wil FrieslandCampina ervoor zorgen dat de melk van de melkveehouders van goede kwaliteit is en verspilling tegengaan. risico volumes kwijt te raken aan concurrenten. Met andere woorden: melkveehouders kunnen met minder (kwaliteits) inspanningen een zelfde melkprijs krijgen bij de concurrent die mindere kwaliteitseisen stelt. Het uitvoeren van de FrieslandCampina melkkwaliteitsstrategie in DDP-landen wordt hierdoor uitdagender. De zuivelonderneming zet zich in om melkveehouders op verschillende manieren te motiveren de kwaliteitsstandaarden na te streven. Door middel van de consultancy pool betrekt FrieslandCampina medewerkers bij de activiteiten in Azië en Afrika. Naast dat de experts hun kennis inzetten, krijgen ze door de bezoeken aan de DDP-landen inzicht in wat FrieslandCampina doet om farmers’ livelihood te verbeteren. Op jaarbasis zijn vijf tot zeven medewerkers onderdeel van deze consultancy pool. 32 Efficiënte en duurzame productieketens FrieslandCampina wil op een klimaatneutrale manier groeien tussen 2010 en 2020. Dit betekent dat de groei van productie geen gevolgen heeft voor de uitstoot van broeikasgassen. FrieslandCampina werkt hiervoor aan een efficiënte en duurzame productieketen. Dat begint bij een duurzame melkveehouderij (zie het hoofdstuk ‘Duurzame melkveehouderij’), de inkoop van duurzame (landbouw)grondstoffen en met het terugdringen van het gebruik van energie en water en van afval(water) op de productielocaties. Het gebruik van duurzame energie, bij voorkeur geproduceerd door leden-melkveehouders, draagt ook bij aan de klimaatneutrale groeiambitie. Via groencertificaten stimuleert FrieslandCampina leden-melkveehouders duurzame energie op te wekken, bijvoorbeeld met windmolens, zonnepanelen of biomassa. 33 34 Efficiënte en duurzame productieketens Doelstelling 2020 1 Realiseren van klimaatneutrale groei tussen 2010 en 2020 door minimaal 2 procent efficiëntieverbetering per jaar op het gebied van energie Minimaal 2 procent efficiëntieverbetering per jaar bij water- en afval(water) Honderd procent gebruik van groene elektriciteit afkomstig uit agrarische domein in Nederland in 2020 Alle ingekochte (landbouw-)grondstoffen komen uit volledig duurzaam gemanagede bronnen Resultaten 2013 Ambities 2014 Energie-efficiëntieverbetering van 3,2 procent ten opzichte van 2012. Verbeteren van de energie-efficiënte met minimaal 2 procent ten opzichte van 2013. Water-efficiency verbetering van 2,3 procent ten opzichte van 2012. Verbeteren van de waterefficiëntie met minimaal 2 procent ten opzichte van 2013. In Nederland is 63 procent van het elektriciteitsgebruik in de productielocaties duurzaam geproduceerd door ledenmelkveehouders of afkomstig uit het agrarische domein in Nederland. In Nederland is 100 procent van het elektriciteitsgebruik in de productielocaties duurzaam geproduceerd door ledenmelkveehouders of afkomstig uit het agrarische domein in Nederland. Wereldwijd wordt 31 procent van het elektriciteitsgebruik in de locaties op een duurzame wijze opgewekt. Wereldwijd is 50 procent van het elektriciteitsgebruik in de locaties duurzaam geproduceerd. Palmolie – 100 procent duurzame olie, op basis van RSPO-criteria, of gelijkwaardig. Palmolie – 100 procent duurzame olie, op basis van RSPO-criteria, of gelijkwaardig. Soja – 100 procent duurzame sojaolie en soja co-producten op basis van RTRScriteria, of gelijkwaardig. Soja – 100 procent duurzame sojaolie en soja co-producten op basis van RTRScriteria, of gelijkwaardig. Cacao – 15 procent van de inkoop is duurzaam, op basis van UTZ Certifiedcriteria, of gelijkwaardig. Cacao – 100 procent van de inkoop is duurzaam, op basis van UTZ Certifiedcriteria of gelijkwaardig. Karton – 100 procent van de inkoop voor de West-Europese markt is duurzaam, op basis van FSC-criteria. Karton – 100 procent van de inkoop voor de West-Europese markt is duurzaam, op basis van FSC-criteria. Op basis van de uitgevoerde materialiteitsanalyse is de formulering van de doelen 2020 aangescherpt. Meer informatie over dit proces staat beschreven op pagina 64. 1 Efficiënte en duurzame productieketens 35 Materialiteit – Het belang van deze pijler Het energiegebruik en de emissie van broeikasgassen krijgen veel aandacht, zowel binnen de zuivelsector als daarbuiten. De productielocaties en het transport van melk en zuivelproducten verbruiken een aanzienlijke hoeveelheid energie. Dit zorgt voor uitstoot van broeikasgassen. FrieslandCampina heeft internationaal 64 productielocaties in 28 landen. Tweederde van het totale energieverbruik vindt plaats in Nederland. Met haar 29 productielocaties in Nederland heeft FrieslandCampina een groot effect op het energieverbruik en de emissie van broeikasgassen in Nederland. Daarom heeft de zuivelonderneming zich gecommitteerd aan klimaatneutrale groei. Dit betekent dat de productiehoeveelheid toeneemt en tegelijkertijd het energiegebruik en de emissie van broeikasgassen voor 2020 gelijk blijven of afnemen. Niet alleen in Nederland, de kennis die op dit terrein wordt opgedaan past FrieslandCampina ook in andere landen waar zij actief is toe. FrieslandCampina wil deze doelstelling bereiken door efficiënter met energie en water om te gaan. Het afgelopen jaar hebben de Nederlandse overheid en een aantal maatschappelijke organisaties de visie van FrieslandCampina over het belang van het terugdringen van de broeikasgasemissies en het streven naar duurzame energie bevestigd. Ongeveer 70 procent van FrieslandCampina’s totale energieverbruik is toe te schrijven aan de productielocaties. De melkveehouderij is verantwoordelijk voor de overige 30 procent van het totale energieverbruik. Deze verdeling geldt zowel in Nederland als wereldwijd. Het verminderen van energie en water op de productielocaties en het opwekken van duurzame energie door leden-melkveehouders zorgen voor een aanzienlijke milieuwinst. FrieslandCampina kan bovendien een wezenlijk verschil maken bij de inkoop van duurzame verpakkingen en duurzame (landbouw)grondstoffen als cacao en palmolie. Landbouwgrondstoffen vormen een kwart van de totale inkoop van FrieslandCampina. Door duurzaam geproduceerde grondstoffen in te kopen weet FrieslandCampina zeker dat deze grondstoffen zijn geteeld met aandacht voor mens en milieu. Forse waterbesparing door hergebruik Productielocatie Aalter in België heeft dit jaar forse waterbesparingen gerealiseerd. In 2013 is maar liefst 800.000 m 3 water hergebruikt door het toepassen van nieuwe zuiveringstechnieken. Water, gebruikt in het productieproces, wordt gezuiverd tot drinkkwaliteit en hergebruikt. Hierdoor stroomt minder water het riool in. Dit levert een waterbesparing op van 160.000 m 3 , een kostenbesparing van 4.000 tot 5.000 euro per jaar. 36 Resultaten 2013 Doelstelling 2020: Realiseren van klimaatneutrale groei tussen 2010 en 2020 door minimaal 2 procent efficiëntieverbetering per jaar op het gebied van energie. Minimaal 2 procent efficiëntieverbetering per jaar bij water en afval(water) FrieslandCampina heeft een energie- en waterbesparingsprogramma dat zich specifiek richt op de productielocaties. In 2013 heeft FrieslandCampina twaalf zogeheten impactscans uitgevoerd op verschillende productielocaties (2012: drie impactscans) die samen verantwoordelijk zijn voor ongeveer 40 procent van het water- en energieverbruik van de productielocaties. Op de locaties is gekeken naar het water- en energieverbruik en naar besparingsmogelijkheden. Het efficiënter inrichten van bestaande processen bij de productielocaties heeft een energiereductie van tien procent tot gevolg. In 2013 heeft FrieslandCampina de jaarlijkse doelstelling van twee procent energie-efficiëntie behaald: ten opzichte van 2012 verbeterde de efficiëntie van het primaire energiegebruik in de productielocaties met 3,2 procent. De waterefficiëntie is ook verbeterd, met 2,3 procent. Ook heeft FrieslandCampina in 2013 een aantal besparende maatregelen doorgevoerd. Enkele voorbeelden zijn: Bij het kaaspakhuis in Born wordt voor het regelen van de luchtkwaliteit gebruik gemaakt een warmtepomp. Het gebruik van deze warmtepomp realiseert een energiebesparing en maakt de luchtkwaliteit beter regelbaar. Daarmee heeft de warmtepomp ook positieve effecten op de kwaliteit van de kaas. En bij FrieslandCampina Heilbronn wordt gebruik gemaakt van FlowChief. FlowChief is een programma waarmee het energieverbruik in de fabriek permanent gemonitord kan worden en afwijkingen meteen opgemerkt worden. Dit heeft als gevolg dat er elk jaar tot vijf procent meer op het totale energieverbruik van de productielocatie wordt bespaard. In 2014 zet FrieslandCampina de impactscans door, de uitkomsten neemt de onderneming mee in investeringsoverwegingen. Het doel voor 2014 is dat tachtig procent van de productielocaties een impactscan hebben gehad en over een verbeterprogramma beschikken. Samenwerking met maatschappelijke organisaties Bij het verduurzamen van de landbouwgrondstoffen wordt nauw samengewerkt met verschillende maatschappelijke organisaties om een groter bereik te realiseren en krachten te bundelen. FrieslandCampina is lid van de Round Table on Responsible Soy en werkt hierin samen met het Wereld Natuur Fonds (WNF), het Initiatief Duurzame Handel, Solidaridad en de Stichting Natuur & Milieu. FrieslandCampina is daarnaast in Nederland lid van het Platform Biodiversiteit, Economie, Ecologie. Dit platform hanteert het No Net Loss als leidend principe, wat betekent dat leden streven naar geen netto verlies van biodiversiteit. Als participant in de Round Table on Sustainable Palm Oil (RSPO) werkt FrieslandCampina samen met onder meer het WNF. FrieslandCampina werkt ook samen met Solidaridad aan duurzaam tropisch fruit. Samen met UTZ Certified werkt FrieslandCampina aan duurzame cacao. Minimaal vier keer per jaar vinden gesprekken met deze stakeholders plaats om de voortgang te waarborgen. Duurzame indamper bij FrieslandCampina DMV in Veghel FrieslandCampina DMV in Veghel beschikt sinds oktober 2013 over een energiezuinige indamper. Met deze indamper wordt water verdampt uit wei waardoor de aanwezige melksuiker spontaan kan kristalliseren. Door het slim toepassen van verschillende technieken wordt er 60 procent energie bespaard ten opzichte van de voormalige installatie. Dit komt overeen met het gebruik van circa 500 Nederlandse huishoudens. De warmte die vrijkomt bij deze nieuwe methode wordt dusdanig benut dat geen koelwater meer nodig is. Efficiënte en duurzame productieketens 37 Doelstelling 2020: Honderd procent gebruik van groene elektriciteit afkomstig uit agrarische domein in Nederland in 2015 Zo’n zestig procent van de elektriciteit die de Nederlandse productielocaties gebruiken is in 2013 duurzaam opgewekt. Het grootste deel daarvan is afkomstig van de leden-melkveehouders. In het hoofdstuk ‘Duurzame melkveehouderij’ staat meer informatie over de manier waarop leden-melkveehouders worden gefaciliteerd bij het opwekken van duurzame energie. Doelstelling 2020: Alle ingekochte (landbouw)grondstoffen komen uit volledig duurzaam gemanagede bronnen Melk staat aan de basis van de producten van FrieslandCampina, maar het is niet de enige grondstof. FrieslandCampina gebruikt ook grondstoffen als palmolie, suiker en cacao voor de eindproducten en papier en karton voor de verpakkingen. In het streven naar duurzame en efficiënte productieketens richt FrieslandCampina zich daarom ook op het inkopen van duurzame (landbouw) grondstoffen. Daarnaast kijkt FrieslandCampina naar het gebruik van duurzame elektriciteit bij nieuwbouw. Bij de bouw van de productielocatie in Borculo is gekozen voor energie uit biomassa. Daarmee zet de onderneming een nieuwe stap op weg naar klimaatneutrale groei. Met een geheel nieuwe techniek voor verhitting zonder zuurstof (pyrolyse) wordt olie gewonnen uit duurzame biomassa met een zeer geringe CO2-uitstoot. In 2013 is het fundament gelegd voor de bouw van een fabriek waar de fabrikant Empyro duurzame pyrolyse-olie gaat produceren. FrieslandCampina neemt gedurende twaalf jaar pyrolyse-olie af als brandstof voor de productie van melkpoeder. Dit verlaagt de directe CO2-uitstoot voor de gehele locatie Borculo met circa 15 procent per jaar. Hierdoor ontstaat een besparing op fossiele brandstof waardoor de CO2-uitstoot gereduceerd wordt met een hoeveelheid die gelijk is aan de uitstoot van 2.000 Nederlandse huishoudens op jaarbasis. Duurzame palmolie FrieslandCampina is sinds 2007 lid van de Round Table on Sustainable Palm Oil (RSPO), een initiatief om de productie van palmolie te verduurzamen. Palmolie is een grondstof voor bijvoorbeeld koffiecreamers en vetpoeders van de voedingsmiddelenindustrie. In 2011 besloot FrieslandCampina volledig om te schakelen naar duurzame palmolie. Met de inkoop van 100 procent duurzame, gesegregeerde palmolie is FrieslandCampina koploper op dit gebied. Duurzame soja FrieslandCampina gebruikt de grondstof sojaolie voor haar producten. De zuivelonderneming is lid van de Round Table on Responsible Soy (RTRS). Doel is om de sojaproductie in landen als India, Argentinië en Brazilië te verduurzamen. FrieslandCampina heeft als doel om 100 procent duurzame soja in te kopen, RTRSgecertificeerd. Deze doelstelling is in 2013 al gehaald met de inkoop van sojaolie. Meer informatie over de inspanningen van FrieslandCampina op het gebied van duurzame sojaschroot voor diervoer staat in het hoofdstuk ‘Duurzame melkveehouderij’. Betrokkenheid medewerkers bij besparingsmogelijkheden Bij de realisatie van duurzame en efficiënte productieketens is betrokkenheid van medewerkers essentieel. Een belangrijk onderdeel van de impactscans is het uitvoeren van enquêtes onder medewerkers om besparingsmogelijkheden in kaart te brengen. De resultaten worden breed gedeeld en het opstellen van de verbeterplannen gebeurt in samenspraak met de medewerkers van de desbetreffende productielocatie. Op deze manier zorgt FrieslandCampina voor betrokkenheid van de medewerkers bij het realiseren van de gestelde doelen. 38 Duurzame rietsuiker FrieslandCampina gebruikt suiker voor een aantal producten, dit is zowel riet- als bietsuiker. Rietsuiker komt met name uit Latijns-Amerika, Azië en Afrika waar het niet altijd met respect voor mens en milieu wordt geteeld en geoogst. Bonsucro is een internationale multi-stakeholder organisatie die een standaard voor duurzame rietsuiker heeft opgesteld. Deze standaard wordt gebruikt om rietsuikerverwerkers (millers) te certificeren. In 2013 is FrieslandCampina lid geworden van deze organisatie om bij te dragen aan de verduurzaming van de productie en zelf duurzame rietsuiker te kunnen inkopen. Tropisch fruit FrieslandCampina Fruitbased heeft zich als doel gesteld de eerste Nederlandse fruitsappenproducent te zijn met een complete duurzame toeleveringsketen. Om dit te realiseren is FrieslandCampina terug in de keten gegaan, tot aan de fruitteler. Hierbij is gebruik gemaakt van de kennis en expertise van Solidaridad. Zij hebben geholpen bij het maken van een risicoanalyse per fruitsoort, toegespitst op duurzaamheid. In 2014 gaat FrieslandCampina verder met het ontwikkelen van een nieuwe standaard op het gebied van duurzaam tropisch fruit. Duurzame verpakkingen Sinds 2011 zijn alle primaire verpakkingen van FrieslandCampina van duurzaam geproduceerd karton. Sinds 2013 zijn ook alle secundaire verpakkingen en omverpakkingen (dozen, ‘wrap arounds’, ‘trays’) die op de West-Europese markt worden gebruikt, 100 procent duurzaam en voorzien van een FSC (Forest Stewardship Council)-keurmerk. Ongeveer 70 procent van deze verpakkingen is afkomstig van gerecyclede papiervezels en 25 procent van verse vezels uit verantwoord beheerde bossen. In totaal gebruikt FrieslandCampina 75 miljoen kg karton per jaar voor ongeveer 550 miljoen omverpakkingen. Het commitment van FrieslandCampina voor het integreren van MVO in de onderneming draagt bij aan het nastreven van de MVO-ambities. “Het feit dat duurzaamheid en energie-efficiëntie een belangrijke rol spelen bij investeringsbeslissingen, laat de betrokkenheid van onze onderneming zien.” Neraj Merha, Director Corporate Supply Chain Efficiënte en duurzame productieketens Waar FrieslandCampina aan werkt 39 Investeren in technologische innovaties Voor het realiseren van klimaatneutrale groei is het van belang dat FrieslandCampina op termijn investeert in nieuwe technieken voor energie- en waterbesparingen. Vanwege de snelheid waarmee technologische innovaties zich aandienen is het soms lastig inschatten wat de beste investering is. De impactscans maken duidelijk welke mogelijkheden er zijn voor verbetering. FrieslandCampina neemt nu al energie-efficiëntie mee in alle investeringsoverwegingen. Zelf ontwikkelen van duurzaamheidsstandaarden FrieslandCampina maakt zoveel mogelijk gebruik van internationaal erkende standaarden bij de inkoop van duurzame grondstoffen. Helaas bestaan niet voor alle ingekochte producten duurzaamheidsstandaarden. Voor die grondstoffen moet FrieslandCampina in samenwerking met haar leveranciers en maatschappelijke organisaties bepalen wat het gewenste duurzaamheidsniveau is. Met Solidaridad is hiervoor een intensief traject voor duurzaam fruit doorlopen. Tevens wordt gebruik gemaakt van de kennis en ervaring van het SAI Platform (Sustainable Agriculture Initiative), waar standaarden voor verduurzaming van landbouwgrondstoffen worden ontwikkeld. FrieslandCampina heeft zitting in de Executive Committee van het SAI Platform. Eveneens moet er een manier gevonden worden om dat te borgen, zonder te hoge kosten voor certificering. Daarnaast blijft FrieslandCampina de duurzaamheidsstandaarden die nu worden gebruikt scherp monitoren om inzicht te krijgen in de werkwijze, geloofwaardigheid en verantwoording van de kosten. Ook voor zuivelproducten wordt internationaal gewerkt aan een standaard voor duurzame zuivel, via het Dairy Sustainability Framework. Dit internationale initiatief van een groot aantal betrokkenen in de zuivelsector is gepresenteerd tijdens de World Dairy Summit 2013 in Yokohama, Japan. Zie ook het hoofdstuk ‘Duurzame melkveehouderij’. BREAAM-certificaat voor Innovation Centre Het nieuwe FrieslandCampina Innovation Centre in Wageningen is BREAAM gecertificeerd en zeer duurzaam. In de nieuwbouw zijn innovatieve energieconcepten toegepast, zoals onder andere warmte-koudeopslag, zonnecellen en een duurzaam klimaatsysteem. Het energieverbruik van het Innovation Centre ligt 25 procent onder de norm die door de overheid is vastgesteld. Ook is er gekozen voor energiezuinige installaties en apparatuur. Warmte wordt hergebruikt. Bewegingsdetectie en daglichtdetectie zorgen ervoor dat de verwarming en of koeling bij afwezigheid terugschakelt en de verlichting uit gaat. Er wordt gebruik gemaakt van biogas en groene stroom afkomstig van de eigen leden-melkveehouders. 40 Duurzame melkveehouderij FrieslandCampina vindt het belangrijk dat melk en andere grondstoffen voor de productie van zuivelproducten op duurzame wijze tot stand komen. Daarbij gaat het om methoden voor landbouw en melkveehouderij die een zo laag mogelijke impact op het milieu hebben, diervriendelijk zijn en een bijdrage leveren aan maatschappelijk draagvlak voor de melkveehouderij. Sinds 1 januari 2012 ondersteunt FrieslandCampina haar leden-melkveehouders via Foqus planet. Met het Foqus planet programma biedt FrieslandCampina haar leden-melkveehouders de instrumenten voor het realiseren van een duurzame bedrijfsvoering. Ruim 19.000 leden-melkveehouders van de coöperatie zijn actief bezig met het verduurzamen van hun bedrijfsvoering, gericht op onder andere het besparen op energie, het verbeteren van de mineralenkringloop, het verminderen van het antibioticagebruik en het verbeteren van dierwelzijn. 41 42 Duurzame melkveehouderij Doelstelling 2020 1 Kimaatneutrale groei Handhaven van het niveau van 2012 van weidegang op 81 procent van de bedrijven van ledenmelkveehouders Resultaten 2013 Ambities 2014 Stijging van de broeikasgassen bij leden-melkveehouders met 3 procent ten opzichte van 2012. Reductie van de hoeveelheid broeikasgassen op boerderijniveau ten opzichte van 2013. Ondersteunen van ledenmelkveehouders bij de reductie van het energieverbruik en bij het opwekken van duurzame energie, door zon, wind en biomassa. Verbeteren monitoring van broeikasgassen op boerderijniveau. 79,1 procent van de bedrijven van leden melkveehouders doet aan weidegang. Handhaven van het niveau van 2012 van weidegang: totaal 81 procent. Introductie Koe-Kompas. Continu verbeteren van diergezondheid en dierwelzijn 1 Geven van voorlichting en training aan leden-melkveehouders op het gebied van voorkomen van uierontstekingen en klauwproblemen. Continueren voorlichting en training waardoor gezondheid en welzijn van dieren op de boerderij verbeteren. Reduceren van antibiotica tot 2,9 DDD/J. 2 Continueren samenwerking met relevante partijen teneinde antibiotica te reduceren. Op basis van de uitgevoerde materialiteitsanalyse is de formulering van de doelen 2020 aangescherpt. Meer informatie over dit proces staat beschreven op pagina 64. Op basis van realtime data uit Medirund; betreft het DDD/J van een gemiddeld melkveebedrijf dat levert aan FrieslandCampina (bron: Productschap Vee en Vlees) 2 Duurzame melkveehouderij 43 Materialiteit – Het belang van deze pijler De zuivelsector staat in nauwe verbinding met de samenleving en daarbij speelt een aantal maatschappelijke thema’s. Melkveehouders krijgen maatschappelijke waardering voor hun rol in en bijdrage aan het cultuurlandschap en de vitaliteit van het platteland. Tegelijkertijd draagt de sector significant bij aan de uitstoot van broeikasgassen en mineralen (via de mest) en verbruikt het energie. FrieslandCampina en haar ledenmelkveehouders moeten in toenemende mate voldoen aan eisen en wensen van afnemers, overheden, burgers en consumenten om ook in de toekomst melk te kunnen blijven produceren, verwerken en verkopen. Deze eisen en wensen gaan vooral over verbetering van dierwelzijn en weidegang van de koeien, vermindering van energie, broeikasgassen en mineralen. De Nederlandse overheid zet zich ook in voor het verduurzamen van de melkveehouderij. Eind 2013 deelden LTO en NZO hun toekomstvisie voor de Nederlandse zuivelsector (het milieuplan ‘Koersvast richting 2020: voortvarend in verantwoordelijkheid’). De Nederlandse zuivelsector kiest voor een grondgebonden melkveehouderij en behoud van weidegang voor koeien. In deze toekomstvisie is er, na afschaffing van het melkquotum in 2015, ruimte voor gezinsbedrijven die zich ontwikkelen binnen de milieurandvoorwaarden van de Rijksoverheid (inclusief fosfaatplafond), maar ook voor bedrijven die innoveren op het gebied van duurzaamheid en biodiversiteit en weidegang toepassen. Met het Foqus planet programma biedt FrieslandCampina haar ledenmelkveehouders instrumenten voor het realiseren van een duurzame bedrijfsvoering. Foqus planet Voor de realisatie van FrieslandCampina’s duurzaamheidsambities in 2020 zijn inspanningen van leden-melkveehouders van doorslaggevend belang. FrieslandCampina hanteert voor de productie van boerderijmelk door haar leden-melkveehouders het kwaliteitsborgings- en duurzaamheidsprogramma Foqus planet (sinds 1 januari 2012). Dit programma is het belangrijkste instrument waarmee FrieslandCampina de ambities binnen de pijler ‘Duurzame melkveehouderij’ nastreeft. Centraal in de duurzaamheidsaanpak staat het ondersteunen en stimuleren van leden-melkveehouders bij het verder verduurzamen van hun bedrijfsvoering. Het programma focust zich op kennisuitwisseling in workshops, via leerbedrijven en met behulp van een website speciaal voor leden-melkveehouders van FrieslandCampina. De elementen ervan zijn geïntegreerd in het al bestaande kwaliteitssysteem voor de melkveehouders, zodat zij nu te maken hebben met één integrale aanpak van kwaliteit, voedselveiligheid en duurzaamheid. Foqus planet wordt elke drie jaar vernieuwd. De eerste evaluatie van het kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma vindt plaats in 2014. “Met haar MVO-strategie zet FrieslandCampina een toekomstvisie voor de wereld neer. Dit is belangrijk om de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen, maar ook om als onderneming in de toekomst te blijven groeien. Samen met de coöperatie en leden-melkveehouders wordt gewerkt aan het realiseren van doelstellingen om deze uitdagingen aan te gaan. Dat vereist breed en vernieuwend vakmanschap van onze leden waarbij de groei van hun bedrijf als gezinsbedrijf in balans moet zijn met dier, omgeving en klimaat.” Thom Albers, Director Cooperative Affairs 44 Resultaten 2013 Doelstelling 2020: Kimaatneutrale groei Energie en klimaat FrieslandCampina heeft zich gecommitteerd aan het realiseren van klimaatneutrale groei. Dit betekent dat de productiehoeveelheid toeneemt, maar het energiegebruik en de uitstoot van broeikasgassen in 2020 gelijk blijven of afnemen (ten opzichte van het basisjaar 2010). In aanvulling daarop heeft de Nederlandse zuivelsector (productie en verwerking) zichzelf ten doel gesteld jaarlijks minimaal 2 procent verbetering in energie-efficiëntie te bereiken. Dit heeft zij vastgelegd in de Meerjarenafspraak energiebesparing (MJA-3) en het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren. Het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren bestaat uit een aantal afspraken die FrieslandCampina in NZOverband met de Nederlandse overheid heeft gemaakt. Doelstellingen voor energiebesparing, reductie van broeikasgassen en de productie van duurzame energie staan hierin centraal. Energiescans en energieworkshops FrieslandCampina biedt een energiescan en energieworkshops aan om met de leden-melkveehouders te werken aan energiebesparing. De energiescan is een vragenlijst over het energieverbruik van een melkveebedrijf, eventueel in combinatie met een vergelijking van het energieverbruik van collega-bedrijven. Aan deze vergelijking is een verbeteradvies gekoppeld. Tot nu toe hebben in totaal 1.200 leden-melkveehouders deze energiescan ingevuld. De melkveehouders kunnen het advies van de energiescan direct in de praktijk brengen met deelname aan een energieworkshop. Hierin wordt voor een bedrijf duidelijk waar concrete besparingsmogelijkheden liggen. Afgelopen jaar vonden tien energieworkshops plaats in Nederland en België. Opwekken duurzame energie FrieslandCampina wil in 2020 voor 100 procent gebruik maken van duurzame elektriciteit uit eigen domein, bij voorkeur geproduceerd op de bedrijven van de eigen leden-melkveehouders of, wanneer dit onvoldoende beschikbaar is, uit het Nederlandse agrarisch domein. Leden die duurzame energie produceren kunnen groencertificaten (Garanties van Oorsprong) aan FrieslandCampina verkopen. In 2013 was 63 procent van het elektriciteitsgebruik in de Nederlandse productielocaties duurzaam geproduceerd voornamelijk vanuit het Nederlandse Agrarische domein, voor een belangrijkste deel door leden-melkveehouders, via Garanties van Oorsprong. In 2013 zijn veel innovaties op het gebied van energiebesparing en duurzame energie gestimuleerd en gerealiseerd. Leden-melkveehouders krijgen ondersteuning van FrieslandCampina: • Van Gogh Windmolenpark Sinds december 2012 zijn vijf windmolens van ledenmelkveehouders van FrieslandCampina in bedrijf. Drie leden-melkveehouders hebben in samenwerking met investeerders het windmolenpark gerealiseerd. De vijf windmolens produceren zo’n 27.900 MWh elektriciteit per jaar. Dit is ongeveer gelijk aan het gemiddelde elektriciteitsverbruik van 8.000 Nederlandse huishoudens, voldoende voor twee productielocaties van FrieslandCampina. FrieslandCampina neemt in ieder geval voor 2013 en 2014 de Garanties van Oorsprong af. • Transport op basis van biogas Jaarlijks worden ongeveer 200.000 transportkilometers afgelegd tussen de fabriek en de containerhaven in Leeuwarden. De productielocatie Leeuwarden gebruikt sinds 2013 groen gas voor het Samen energie creëren voor een duurzame melkveehouderij Een groep Future Leaders van FrieslandCampina organiseerde in september 2013 een stakeholderdialoog over duurzame energie. De dialoog ging over de uitdagingen voor leden-melkveehouders op dit terrein. Zo’n 100 Nederlandse stakeholders (leden-melkveehouders, klanten, NGO’s en wetenschappers), onder leiding van Cees ’t Hart en Piet Boer, kwamen bijeen om samen draagvlak te creëren voor een duurzame melkveehouderij. De dialoog resulteerde in een reeks aanbevelingen om samenwerking tussen stakeholders te genereren en zo duurzame energie op het boerenbedrijf verder te stimuleren. Duurzame melkveehouderij 45 vervoer van producten van de productielocatie naar de containerhaven. Deze overschakeling naar biogas (opgewekt door leden-melkveehouders) zorgt voor een vermindering van de CO2-uitstoot van dit transport met 80 procent. • Vergisting van mest FrieslandCampina wil de circulaire economie stimuleren, bijvoorbeeld door innovaties in mestvergisting te versnellen (met als resultaat biogas, kunstmestvervangers of biobased grondstoffen). Zo hebben verschillende leden-melkveehouders elk een kleinschalige mono-mestvergister. Ook werkt FrieslandCampina aan de inzet van grootschalige mono-vergisters, bijvoorbeeld in samenwerking met partners als Royal HaskoningDHV, Vion en Omrin. De onderneming verkent verschillende mogelijkheden en de middelen die leden-melkveehouders nodig hebben en werkt dit in 2014 verder uit. •Zonne-energie Circa dertig leden-melkveehouders kochten na het uitvoeren van een energiescan zonnepanelen. Hiermee kunnen zij op een elektriciteitsneutrale manier melk produceren. FrieslandCampina faciliteerde de inkoop, de plaatsing, het beheer en het onderhoud van de zonnepanelen voor deze leden-melkveehouders. Elke melkveehouder produceert gemiddeld 36.000 MWh elektriciteit. Hier zijn zo’n 180 panelen voor nodig. • Bewustwording duurzame elektriciteit Op 13 juni 2013 organiseerden FrieslandCampina en Courage in Zutphen een bijeenkomst over duurzame elektriciteit. Tachtig deskundigen wisselden van gedachten over de perspectieven van de melkveehouderij als leverancier van duurzame elektriciteit. De Fotonenboer Borgman-Roeterdink in Vierakker is hierbij bezocht als best practice. Het bedrijf heeft ervaring met zonnepanelen, zonnecollectoren, stroomopslag een unieke innovatieve LED-verlichting en er zijn plannen voor kleinschalige windmolens. Het project Fotonenboer laat zien hoe een energieneutraal melkveebedrijf er in de toekomst uit kan zien. Fosfaat en mest In de toekomstvisie voor de Nederlandse zuivelsector, in 2013 opgesteld door LTO en NZO, zijn maatregelen opgenomen voor betere mineralenbenutting met behulp van de inzichten uit de KringloopWijzer, optimaal gebruik van de plaatsingsruimte voor fosfaat en maatregelen voor mestverwerking. Bij de melkveehouderij komt gemiddeld 75 procent van het diervoer van eigen land en voor de bemesting wordt 65-100 procent van de eigen mest gebruikt. De KringloopWijzer, ontwikkeld vanuit het Innovatieprogramma Koeien en Kansen, brengt op een eenvoudige manier de kringlopen van voer- en meststoffenbenutting en de daaraan gerelateerde opbrengsten en emissies (stikstof en fosfaat) in beeld. FrieslandCampina stimuleert het gebruik van de KringloopWijzer onder haar ledenmelkveehouders en ziet dit instrument vooral als een managementinstrument. Zo organiseerde zij in 2013 vier studiebijeenkomsten. Ook startte FrieslandCampina een pilot waarbij 120 leden-melkveehouders de KringloopWijzer gebruiken voor het opstellen van een actieplan voor een betere mineralenbenutting op het bedrijf. In 2014 wordt de KringloopWijzer in het Foqus planet programma opgenomen. Het gebruik ervan is per 1 januari 2015 verplicht voor alle melkveebedrijven met een mestoverschot. Doelstelling 2020: Handhaven van het niveau van 2012 van weidegang op 81 procent van de bedrijven van ledenmelkveehouders Weidegang FrieslandCampina wil dat iedere melkveehouder zich inzet om weidegang mogelijk te maken. Elke melkveehouder ontvangt een weidegangtoeslag wanneer de melkkoeien gedurende minimaal 120 dagen per jaar tenminste zes uur per dag in de wei grazen. FrieslandCampina heeft met ingang van 2012 de toeslag verhoogd van 0,05 naar 0,50 euro per 100 kilogram melk, om weidegang verder te stimuleren onder haar leden-melkveehouders. Daarnaast is een regeling ontwikkeld voor deelweidegang. Deze geldt voor melkveehouders die niet voldoen aan de normen voor weidemelk, maar wel minimaal een kwart van de koeien 120 dagen per jaar in de wei laten grazen. Zo’n 79 procent van de leden-melkveehouders bood de koeien weidegang in 2013 (inclusief deelweidegang). Doelstelling is om het niveau van 2012, 81 procent, te handhaven. Daarnaast is FrieslandCampina sinds 2012 aangesloten bij het Convenant Weidegang. De zuivelonderneming committeert zich hiermee aan het bieden van weidegang aan zoveel mogelijk koeien en het niveau van weidegang te handhaven op 81 procent (niveau 2012) van de bedrijven van leden-melkveehouders. FrieslandCampina brengt dit commitment in de praktijk met workshops en stagedagen over weidegang. In 2013 zijn 47 workshops en stagedagen gehouden in zowel Nederland als België. 46 Doelstelling 2020: Continu verbeteren van de diergezondheid en dierwelzijn Antibioticagebruik reduceren Het is belangrijk voor de gezondheid van mensen en dieren dat in de veehouderij minder en beter gebruik wordt gemaakt van antibiotica. Doel hierbij is dat de resistentie van ziekteverwekkende bacteriën tegen antibiotica vermindert. De zuivelsector heeft hiertoe de nodige acties in gang gezet. Zo richt het voorlichtingsprogramma van FrieslandCampina over verantwoord diergeneesmiddelengebruik zich op het terugdringen van het antibioticagebruik naar het niveau van 1999. Het programma bestaat uit het organiseren van workshops (19 in totaal in Nederland en Duitsland), het vergroten van de bewustwording en het stellen van strenge eisen waar nodig. De overheid heeft een reductiedoelstelling voor het gebruik van antibiotica vastgesteld: een vermindering van 50 procent in 2013. Deze doelstelling werd in 2012 al gerealiseerd. De Autoriteit Diergeneesmiddelen constateerde een verdere daling in het gebruik van antibiotica op de Nederlandse veehouderijen in 2013. Volgens de nieuwe rekensystematiek van de Autoriteit ligt de dierdagdosering in de melkveehouderij op 2,9 dierdagdosering per jaar in Q3 van 2013. In de nieuwe rekenmethode is ook het gewicht van jongvee meegenomen in het totale gewicht van de veestapel, waardoor de dierdagdosering lager uitkomt dan voorgaande jaren. De streefwaarde voor antibioticagebruik is vastgesteld op 3 dierdagdosering per jaar, vanaf 2015 geldt dit voor alle leden-melkveehouders van FrieslandCampina. Koe-Kompas Een goede voeding, verantwoord diergeneesmiddelengebruik en gerichte preventie en bestrijding of beheersing van dierziekten zorgen voor een goede gezondheid van de koeien. Hier is goed management van een melkveebedrijf voor nodig. Het Koe-Kompas is een managementinstrument dat een analyse van het melkveebedrijf maakt. Het Koe-Kompas is ontwikkeld door dierenartsen en melkveehouders en gebaseerd op een uitgebreide gezondheidscheck van de dieren. De analyse brengt de sterke punten van het melkveebedrijf in kaart en geeft verbeterpunten aan. Het Koe-Kompas richt zich op zeven bedrijfsonderdelen: voeding en water, huisvesting, dierwelzijn, het melken, de werkroutines, de jongveeopfok en de diergezondheid. Door twee pilotgroepen van leden-melkveehouders is het Koe-Kompas getoetst op bruikbaarheid. De test was succesvol en het Koe-Kompas is daarom per 1 januari 2014 toegevoegd aan het Foqus planet programma. Internationale erkenning voor dierwelzijn FrieslandCampina organiseerde in 2013 in totaal 122 workshops voor Nederlandse, Belgische en Duitse ledenmelkveehouders over klauwgezondheid en uiergezondheid. De inspanningen van de leden-melkveehouders op het gebied van dierwelzijn worden internationaal erkend. De organisatie Compassion In World Farming (CIWF) reikte op 30 oktober 2013 de Good Farm Animal Welfare Awards uit. Deze awards worden toegekend aan Europese bedrijven die belangrijke stappen zetten op het gebied van dierwelzijn. FrieslandCampina ontving de Good Dairy Commendation award vanwege de aandacht voor dierwelzijn binnen het duurzaamheidprogramma Foqus planet. Internationale overeenstemming over duurzame zuivel FrieslandCampina heeft samen met andere wereldwijde zuivelondernemingen, Global Dairy Platform, International Dairy Federation (IDF), European Dairy Association en het SAI Platform (Sustainable Agricultural Initiative) een internationale aanpak voor duurzame zuivel geformuleerd. Tijdens het wereldcongres van het IDF, in oktober 2013, is deze aanpak gepresenteerd. Het resultaat, het Dairy Sustainability Framework, is een wereldwijde methodiek om het begrip “duurzame zuivel” te formuleren. Met behulp van dit raamwerk wordt een internationale beweging van verduurzaming van de zuivelsector gestimuleerd. In Nederland wordt het raamwerk ingevuld via de Duurzame Zuivelketen, een samenwerking tussen NZO en LTO gericht op het verduurzamen van de Nederlandse zuivelsector. Duurzame melkveehouderij Waar FrieslandCampina aan werkt Duurzaam sojaschroot voor veevoer FrieslandCampina gebruikt de grondstof sojaolie voor haar producten. Daarnaast wordt sojaschroot (een bij-product van de sojaolieproductie) gebruikt in het veevoer van de koeien die de melk produceren voor de zuivelproducten van FrieslandCampina. Uit berekeningen blijkt dat zo’n 150.000 ton sojaschroot per jaar wordt toegepast in het veevoer van de koeien van de ledenmelkveehouders van FrieslandCampina. Doel is om de sojaproductie in landen als India, Argentinië en Brazilië te verduurzamen. FrieslandCampina heeft als doel om vanaf 2015 100 procent verantwoorde soja in het voer van de koeien te laten verwerken (RTRS-niveau of gelijkwaardig). Voor de sojaschroot in het voer van de koeien is 53 procent (80.000 ton) duurzaam volgens de RTRS-criteria of gelijkwaardig. Daarnaast is er in 2013 een studie uitgevoerd naar de impact van een door Solidaridad opgezet project in India waar 30.000 lokale sojaboeren bij betrokken zijn. In de periode 2009-2012 werden de activiteiten in India ondersteund door Nederlandse zuivelbedrijven, zoals FrieslandCampina. De studie laat zien dat dit project bijdraagt aan hogere opbrengsten en betere leefomstandigheden voor de boeren, zonder het milieu te schaden. Meer dan 30.000 kleinschalige sojaproducenten zijn getraind om te werken volgens de principes van RTRS. De belangrijkste resultaten: • Verhoging van productie met gemiddeld 54 procent; • Gebruik van chemische meststoffen daalde met gemiddeld 23 procent; • Gemiddeld inkomen steeg van 540 naar 1.280 euro per jaar; • Kinderarbeid is gedaald van 53 naar 17 procent. Vernieuwing Foqus planet FrieslandCampina en haar leden-melkveehouders staan voor grote uitdagingen rondom de thema’s weidegang, biodiversiteit en bodemconditie, dierwelzijn en de vermindering van de milieu-impact van zuivel. Om draagvlak voor de sector van afnemers, overheden, burgers en consumenten te behouden is het belangrijk dat de bedrijfsvoering van leden-melkveehouders op deze thema’s optimaal wordt afgestemd op de wensen en eisen van deze verschillende stakeholders. In 2014 vindt de vernieuwing van het kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma plaats. Tijdens de evaluatie worden de systematiek en de inhoud van alle kwaliteitsen duurzaamheidsaspecten opnieuw bekeken. Met een vernieuwd kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma (per 1 januari 2015) worden leden-melkveehouders gestimuleerd om hun bedrijfsvoering op de verschillende kwaliteits- en duurzaamheidsthema’s in te richten. Het programma is erop gericht om kwaliteit, diergezondheid, voedselveiligheid en verantwoord duurzaam ondernemen te borgen, te stimuleren en transparant en inzichtelijk te maken. Met verschillende instrumenten en activiteiten streeft FrieslandCampina samen met leden-melkveehouders een duurzame zuivelsector na. In 2014 organiseert FrieslandCampina circa 100 themabijeenkomsten waarbij een duurzame melkveehouderij en Foqus planet centraal staan. Tijdens deze bijeenkomsten wordt met ledenmelkveehouders gesproken over manieren waarop zij een bijdrage kunnen leveren aan een duurzame zuivelsector. 47 48 Betrokkenheid van medewerkers Bouwen aan een groene werkplek Medewerkers als vrijwilligers Goed werkgeverschap Activiteiten met ondernemingen en organisaties op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Om de ambities van route2020 waar te maken is een wereldwijde Human Resources-strategie ontwikkeld. MVO heeft hierin een belangrijke plek. FrieslandCampina neemt haar verantwoordelijkheid om een goede werkgever te zijn en investeert in goede en gemotiveerde medewerkers en een stimulerende en inspirerende omgeving. Het HR-beleid met betrekking tot MVO wordt gevisualiseerd door middel van een klavertje vier. De vier blaadjes staan voor de vier HR-gebieden die gezamenlijk leiden tot betrokken medewerkers die succesvol bouwen aan een duurzame onderneming. Goed werkgeverschap Goed werkgeverschap betekent voor FrieslandCampina onder meer het bieden van de juiste carrièremogelijkheden, optimale ontwikkelingsmogelijkheden en passende primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Daarnaast wordt er continu gestreefd naar een veilige en gezonde werkomgeving en de juiste cultuur. 2012 en 2013 stonden in het teken van talentontwikkeling waarbij samen met medewerkers is gekeken naar hun carrièrepad en mogelijke vervolgstappen. Opleidingen en ontwikkelingsmogelijkheden Via de FrieslandCampina Academy wordt een breed pakket aan opleidingsprogramma’s geboden voor medewerkers van FrieslandCampina. In 2013 hebben meer dan 3.000 medewerkers één van de ruim 300 georganiseerde opleidingen gevolgd. Het aanbod van de FrieslandCampina Academy bestaat onder meer uit: • Algemene FrieslandCampina programma's: Goodness of Dairy, Code of Conduct, route2020 en Project & Portfolio Management; • FrieslandCampina gedragscompetenties: bijvoorbeeld coachingsvaardigheden en persoonlijke effectiviteit; • FrieslandCampina management en leiderschapsprogramma's: Leading Self, Leading People en Leadership in a Change environment; • FrieslandCampina functionele competenties: Commercial Academy (Consumer Marketing, Shopper Marketing, Customer Development), HR Academy en B2B Sales Academy. Het aanbod van de Academy wordt ieder jaar aangepast en sluit aan bij de strategie van FrieslandCampina. Veel programma’s worden aangeboden in een gecombineerde vorm, bijvoorbeeld een combinatie van e-learning, workshop en een werkgerelateerde opdracht. Naast de Betrokkenheid van medewerkers 49 Goede werkgever volgens Cambridge University Uit een grote lijst met bedrijven heeft Cambridge University FrieslandCampina uitgekozen om als één van de voorbeelden te dienen in een boek genaamd Strategies for Success, dat in 2014 wordt gepubliceerd. FrieslandCampina wordt gewaardeerd door Cambridge University als een organisatie met een sterke reputatie als goede werkgever, met aandacht voor de verwachtingen en behoeften van getalenteerde en ambitieuze werknemers en een duidelijke sustainability strategie. Academy biedt FrieslandCampina een aantal programma’s gericht op leiderschapsontwikkeling voor speciale doelgroepen. MVO maakt deel uit van deze programma’s en krijgt veel aandacht, bijvoorbeeld via bepaalde opdrachten en business challenges die deelnemers uitvoeren. • De top twee managementlagen van de organisatie nemen deel aan leiderschapsprogramma’s die specifiek voor FrieslandCampina zijn ontworpen. Deze programma’s vinden plaats in samenwerking met IMD, een gerenommeerde business school in Lausanne. • Voor jonge talenten zijn, in samenwerking met de internationale Business School Ashridge in het Verenigd Koninkrijk, de programma’s ‘Leading to Succeed’ en ‘Taking the Lead’ ontwikkeld. Als onderdeel van dit 12-18 maanden durende programma wordt deelgenomen aan een ‘community investment’ project, waarbij iedereen zich inzet voor een duurzaam ontwikkelingsproject. FrieslandCampina faciliteert ‘Short Term Assignments’ (312 maanden) en ‘Long Term Assignments’ (1–5 jaar) waarbij medewerkers naar een ander land worden uitgezonden om een opdracht uit te voeren of een functie te vervullen. In 2013 heeft FrieslandCampina veel aandacht besteed aan de ‘Short Term Assignments’ als onderdeel van de persoonlijke ontwikkeling van vooral jonge talentvolle medewerkers. Er was een toename van het aantal uitzendingen; in totaal waren er 122 ‘Long Term Assignments’, verspreid over 24 landen en zijn er 16 nieuwe ‘Short Term Assignments’ gestart in negen landen. Vitale collega’s FrieslandCampina hecht veel belang aan een goede vitaliteit van haar medewerkers. Zo heeft het fit4work2020 programma in Nederland als doel medewerkers vitaal en gezond te houden; niet alleen fysiek maar ook mentaal. Het programma bestaat uit vier pijlers: preventiebeleid, arbobeleid, verzuimbeleid en re-integratiebeleid. In 2012 is hoofdzakelijk achter de schermen gewerkt om de organisatie goed in te richten voor acties en maatregelen op deze vier pijlers. Er is veel aandacht besteed aan de re-integratie van langdurig zieke medewerkers. In 2012 en 2013 was het ziekteverzuim in Nederland 3,9 procent, ten opzichte van 4,8 procent in 2011. Daarnaast hebben HR-collega’s best practices verzameld en gezocht naar verbetermogelijkheden voor belangrijke gezondheidsthema’s. BOEST FrieslandCampina is half oktober 2013 met een pilot rondom vitaliteit gestart. De pilot, uitgevoerd onder 300 Nederlandse medewerkers, loopt tot eind maart 2014. Zowel medewerkers uit de productielocaties als medewerkers in het central office doen aan de pilot mee. Doel van het programma is dat de deelnemers hun persoonlijke doelstellingen op het gebied van bewegen, voeding en ontspannen behalen. Deelname aan het programma is vrijwillig, maar van de deelnemers wordt een inzet van een half jaar gevraagd. Iedere deelnemer krijgt een intake aan de hand van een vragenlijst en een persoonlijk doelengesprek. Daarnaast is er maandelijkse coaching van voormalig topsporters via de website, email en telefoon en er zijn workshops voor de hele afdeling. BOEST stimuleert dat collega’s de tips en adviezen onderling delen. Zo werken collega’s samen aan de fysieke, mentale en emotionele gezondheid. Als de pilot succesvol is, kijkt FrieslandCampina of het programma uitgebreid kan worden naar al haar medewerkers in Nederland. 50 Werken aan duurzame inzetbaarheid van medewerkers Duurzame inzetbaarheid van medewerkers is eveneens een onderdeel van het project 'fit4work2020'. Duurzame inzetbaarheid houdt in dat medewerkers het vermogen en de bereidheid hebben om gedurende hun loopbaan gezond en functioneel te werken. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid: de medewerker is zelf deels verantwoordelijk en ook wil FrieslandCampina ruimte geven zodat de medewerker op een gezonde en veilige manier zijn werk kan doen. Dit geldt voor alle bedrijfsonderdelen van FrieslandCampina. Binnen het project wordt gekeken naar de kwantitatieve en kwalitatieve benodigde bezetting in de productiebedrijven. Als gevolg van de huidige gemiddelde leeftijd van medewerkers en het verwachte natuurlijke verloop in de productie zal in de jaren tot 2020 een aanzienlijk aantal medewerkers uitstromen. Ook worden er tekorten verwacht van goed geschoold technisch personeel. Om hier tijdig op in te spelen en de opgebouwde zuivelkennis en ervaring te borgen voor de toekomst, is een samenwerking opgezet met andere zuivelbedrijven en met opleidingsinstituten. De fundamenten zijn gelegd voor de operator Academy en de opleiding voor teamleiders, monteurs en laboranten. Deze opleidingsprogramma’s zijn in 2013 gestart. Daarnaast wordt actief gewerkt aan het verstevigen van de samenwerking met scholen en het werken met stagiaires. Op deze manier wil FrieslandCampina studenten de kans geven hun opleiding succesvol af te ronden en in vroeg stadium talenten te werven. Veilige werkomgeving Goed ondernemerschap begint bij een veilige werkomgeving. Bij FrieslandCampina is het prioriteit om ervoor te zorgen dat iedereen wereldwijd gezond begint met werken en aan het eind van de dag Een veilige werkomgeving staat bij FrieslandCampina hoog in het vaandel. Afgelopen jaar waren er 24 productielocaties waar een jaar lang geen enkel ongeval met verzuim heeft plaatsgevonden. gezond naar huis gaat. Binnen FrieslandCampina is een programma ontwikkeld gericht op het verhogen van het veiligheidsbewustzijn in de organisatie. Dit programma helpt medewerkers de risico’s te identificeren en voor zichzelf en anderen een veiligere werkomgeving te creëren. Het afgelopen jaar is de dialoog rondom veiligheid binnen FrieslandCampina verder geïntensiveerd. Op alle locaties zijn medewerkers bezig om het aantal incidenten en bijna-incidenten terug te brengen. Daarnaast worden de ervaringen wereldwijd gedeeld om ervoor te zorgen dat locaties van elkaar leren zodat binnen de gehele organisatie de veiligheid structureel verbetert. Als het gaat om veiligheid voelt FrieslandCampina zich niet alleen verantwoordelijk voor de eigen medewerkers maar zet zij zich wereldwijd ook in voor de veiligheid van onderaannemers en tijdelijke contractwerkers van toeleveranciers. Dit vindt plaats in samenspraak met de afdeling inkoop, in gesprekken met onderaannemers en als onderdeel van de inkoopvoorwaarden. Ook krijgt veiligheid veel aandacht in grote projecten, bijvoorbeeld in nieuwbouw. Dit alles draagt bij aan een hogere mate van veiligheid en minder ongevallen. Zo is het aantal ongevallen met verzuim tot gevolg wederom gedaald, in 2013 met 40 procent ten opzichte van 2012. De ongevallenratio per 200.000 gewerkte uren (LTA rate) was 0,6 procent in 2013. De LTA rate is bovendien al twee jaar onder de doelstelling van 1,35 procent. Het onderwerp veiligheid blijft ook in 2014 hoog op de agenda staan. Binnen FrieslandCampina wordt in 2014 een safety leadership management programma uitgerold om managers in staat te stellen nog duidelijker veiligheid uit te dragen binnen de eigen geledingen. Betrokkenheid van medewerkers 51 Aandacht voor diversiteit Bij het werven van nieuwe medewerkers én de ontwikkeling van huidige medewerkers wordt rekening gehouden met de diversiteit van het medewerkersbestand. Dit geldt zowel voor het aandeel vrouwen in de onderneming als de nationaliteit van de medewerkers. Op het central office in Amersfoort werken meer dan 15 nationaliteiten in verschillende lagen van de organisatie. In 2013 heeft FrieslandCampina aandacht besteed aan het verder vergroten van bewustwording op het gebied van diversiteit. Tijdens leiderschapsprogramma’s met de top 70 van de organisatie is drie dagen stilgestaan bij talent management en diversiteit. Er is gesproken over generatieverschillen, man-vrouw verhoudingen en de behoeftes van verschillende type medewerkers. Diversiteit zal de komende jaren een grotere rol innemen binnen talent management. Specifiek aandachtspunt is het percentage vrouwen in senior managementposities. Dit percentage is de afgelopen jaren licht gegroeid naar 14 procent in 2013. Het streven is om het de komende jaren sterker te laten groeien. Een actieplan voor instroom en doorstroom van vrouwelijk toptalent zal vanaf 2014 worden uitgevoerd. In 2020 wil FrieslandCampina dat het percentage vrouwen in de top van de organisatie 30 procent bedraagt. Bouwen aan een groene werkplek Naast goed werkgeverschap maakt ook een groene werkplek onderdeel uit van het HR-beleid voor medewerkers. Het gaat erom dat medewerkers zich realiseren dat duurzaam gedrag bij henzelf begint. Daarnaast komt FrieslandCampina met een aantal handvatten om dit duurzame gedrag te faciliteren. Groen leaseautobeleid In januari 2012 is in Nederland een nieuw leasebeleid geïmplementeerd. Met dit nieuwe beleid wil FrieslandCampina duurzaam vervoer voor medewerkers faciliteren. FrieslandCampina heeft medewerkers zuinigere auto’s aangeboden en stimuleert daarnaast reizen met openbaar vervoer door een NS Business Card aan te bieden. In 2013 voerde FrieslandCampina een pilot uit naar het gebruik van elektrische auto’s. Wanneer elektrische auto’s met een hogere actieradius beschikbaar komen, is de wens om deze een plek te geven in het nieuwe leasebeleid. Initiatieven in de hele organisatie De hele organisatie neemt maatregelen voor een groenere werkplek zoals recyclinginitiatieven in Nederland, het Midden-Oosten en Zuidoost-Azië en meer aandacht voor bewust printen en afval in België, Griekenland en Hongarije. In Azië krijgt de groene werkplek ook veel aandacht. FrieslandCampina Hong Kong bijvoorbeeld heeft een Green Team opgericht. Het team bestaat uit vrijwilligers, heeft een aantal duurzame campagnes gelanceerd om de CO2-voetafdruk van de werkmaatschappij te verminderen. Een ander voorbeeld is FrieslandCampina Thailand, deze werkmaatschappij streeft naar het verminderen van het gebruik van 52 verpakkingsmateriaal, energie, water en kantoorartikelen met Reduce, Reuse & Recycle-programma’s. Voor deze programma’s ontving Thailand in 2013 de Excellent CSR and Sustainability Program Award. Verder wordt er gewerkt aan de digitalisering van het HR-systeem, genaamd Horizon, dat de papierstroom aanzienlijk zal verminderen. Horizon zal vanaf 2014 diverse HR-processen integreren, zoals talent management en loopbaanontwikkeling. Daarnaast kan via Horizon een interne talentdatabase worden gebouwd en kunnen medewerkers e-learnings volgen. Horizon wordt wereldwijd uitgerold. Frisse ideeën van trainees In 2012 is in het traineeprogramma van FrieslandCampina een business challenge over duurzame energie opgenomen. Een nieuw en fris perspectief op het bereiken van de MVO-doelstellingen, daar ging het om bij de opdracht van de zeven corporate trainees. Zij werden uitgedaagd mogelijkheden in kaart te brengen van duurzame energie voor zowel FrieslandCampina als onderneming als voor de leden-melkveehouders. De trainees identificeerden talloze melkveehouders die al het goede voorbeeld geven door biovergisters, zonnepanelen en windturbines te installeren. Dit inspireerde hen om deze positieve beweging verder te brengen, bijvoorbeeld door de film ‘together to the next generation’ te verspreiden binnen FrieslandCampina en onder de leden-melkveehouders. Andere ideeën van de trainees zijn samenwerkingen met landbouwscholen en het verder ondersteunen van de leden-melkveehouders bij het realiseren van duurzaamheid. Daarnaast bundelden zij krachten met de Future Leaders en droegen zij bij aan de stakeholderdialoog over duurzame energie in september 2013. Voor meer informatie, zie het hoofdstuk ‘Duurzame melkveehouderij’. Medewerkers als vrijwilligers Op allerlei fronten zijn medewerkers actief als vrijwilliger bij maatschappelijke projecten over de hele wereld. Betrokken bij boeren in Azië en Afrika Via vrijwilligerspools kunnen FrieslandCampina medewerkers hun kennis en expertise inzetten om melkveehouders in Afrika en Azië te helpen. Veelal wordt dit gedaan in samenwerking met Agriterra. Deze medewerking kan bestaan uit overdracht van kennis, maar ook uit directe hulp bij het bouwen van stallen of het opzetten van de administratie. FrieslandCampina en Agriterra hebben de ambitie jaarlijks 15 ledenmelkveehouders uit te zenden naar Azië of Afrika. In het hoofdstuk ‘Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika’ staat meer over deze bijzondere samenwerking. Lokale Green Teams Een groep jonge medewerkers (tot 35 jaar) binnen FrieslandCampina in Nederland, de Youngstars, heeft het initiatief genomen om MVO meer bekend te maken bij collega’s op de verschillende locaties. In 2013 zijn op veel locaties in Nederland Green Teams opgericht. De Green Teams zijn actief binnen verschillende vestigingen en brengen zo op lokaal niveau MVO onder de aandacht. Zij begeleiden duurzame initiatieven op het gebied van energie-, water- en afvalreductie. De Green Teams zijn een initiatief van de FrieslandCampina Leaders for Nature. Een team bestaat naast één of meerdere leden van de Youngstars uit een lid van de ondernemingsraad en de locatiemanager. De teams hebben in 2013 verschillende initiatieven ontplooid, zoals het ontwikkelen van plannen voor LED-verlichting, het afnemen van lokale enquêtes onder collega’s, het organiseren van gesprekken met lokale management teams over kansen voor verduurzaming, het lokaal verminderen van energieverbruik en het reduceren van uitval op verpakkingslijnen. De deelname van drie vertegenwoordigers van de jonge generatie van FrieslandCampina in de CSR-board toont de betrokkenheid van medewerkers bij MVO. Betrokkenheid van medewerkers 53 Activiteiten met ondernemingen en organisaties op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen Samenwerking tussen FrieslandCampina en het Nederlandse Rode Kruis FrieslandCampina en het Nederlandse Rode Kruis hebben in 2012 een samenwerkingscontract van vijf jaar getekend. In die vijf jaar zal FrieslandCampina zowel nationale als internationale projecten van het Rode Kruis ondersteunen. Medewerkers van FrieslandCampina hebben zich ook het afgelopen jaar flink ingezet voor het Rode Kruis. Dit jaar was de actie gericht op hulp voor de hongersnood in Namibië en ook hebben medewerkers en leden-melkveehouders via 3FM Serious Request geld ingezameld voor kinderen die sterven aan diarree. Over2you medewerkersonderzoek In 2013 zijn met de medewerkers de uitkomsten gedeeld van het in 2012 gehouden ‘over2you’ onderzoek onder alle medewerkers. Meer dan 80 procent van de medewerkers heeft meegedaan aan het onderzoek. De resultaten van het onderzoek laten een hoge betrokkenheid en trots van de medewerkers zien, onder andere over maatschappelijke verantwoordelijkheid van FrieslandCampina, naast gebieden ter verbetering zoals verandermanagement en interne communicatie. Van alle verbeteringen is 94 procent gedurende het jaar doorgevoerd. Elke twee jaar zal het medewerkersonderzoek worden gehouden, zodat FrieslandCampina de vinger aan de pols blijft houden en continu kan blijven verbeteren. Een nieuwe stap in de samenwerking met het Nederlandse Rode Kruis is het Disaster Relief Partner Programme. Meer dan 25.000 medewerkers van Mammoet (een bedrijf gespecialiseerd in hijswerk en transporten) en FrieslandCampina zijn betrokken bij dit programma. Via online fondsenwervingsacties die zij zelfstandig opzetten, verzamelen zij fondsen voor slachtoffers van natuurrampen. Zo doneerden medewerkers van FrieslandCampina in november 2013 meer dan 21.000 euro aan het Nederlandse Rode Kruis voor de slachtoffers van de tyfoon in de Filippijnen. Alaska Milk Corporation in de Filippijnen bood direct hulp met het eigen Operation Rainbow team. Vrijwilligers deelden melk en water uit aan de slachtoffers van de tyfoon. Maar ook in Indonesië is de samenwerking zichtbaar. Circa 6.000 slachtoffers, waarvan 2.000 kinderen, getroffen door een vulkaanuitbarsting, ontvingen zuivelproducten van FrieslandCampina Indonesia. In totaal hebben medewerkers van FrieslandCampina in twee jaar tijd ongeveer 600.000 euro ingezameld voor het Nederlandse Rode Kruis. Onze manier van werken FrieslandCampina wil ook voor haar medewerkers het meest succesvolle, professionele en aantrekkelijke zuivelbedrijf ter wereld zijn. Een inspirerende en betrouwbare werkgever die medewerkers kansen biedt, een goede en veilige werkomgeving creëert en relevante trainingen en opleidingen verzorgt. De beoogde bedrijfscultuur en werkomgeving zijn erop gericht om individuele talenten zich maximaal te laten ontwikkelen en tegelijkertijd bij te dragen aan het realiseren van de ambities van de onderneming. Het inspireren en motiveren van medewerkers en het bevorderen van ondernemerschap staan hierbij centraal. Dit vertaalt zich binnen de strategie route2020 in een manier van werken waarin 'alignment', 'accountability' en 'action' centraal staan. 54 Uitdagingen en ambities Veiligheid Veiligheid voor medewerkers staat hoog op de agenda bij FrieslandCampina. Het is het startpunt voor goed werkgeverschap en het fundament van het MVObeleid. Wat blijft er over van de geloofwaardigheid van verantwoord en duurzaam ondernemerschap als medewerkers in onze vestigingen het slachtoffer worden van onveilige werkomstandigheden? Bijzonder weinig. Het aantal ongevallen met verzuim is in 2013 met 40 procent afgenomen ten opzichte van het jaar daarvoor, onder andere door veel aandacht te geven aan het verantwoord gebruik van en veiligheid rondom machines en nog betere begeleiding op het gebied van veilig werken voor tijdelijke contractwerkers van toeleveranciers op de bedrijfsterreinen. Maar ieder ongeval blijft er één teveel. Ook in 2014 zal weer alles op alles worden gezet om ongevallen te voorkomen, bijvoorbeeld door training op risico-herkenning en het vergroten van het veiligheidsbewustzijn van medewerkers. Onze ‘Purpose’ als accelerator van MVO Waar het in 2012 nog een hele klus bleek om het belang van en de marsroute naar duurzaam ondernemen te duiden voor alle medewerkers in 28 landen, is er in 2013 met de uitrol van FrieslandCampina’s corporate story en onze purpose iets opmerkelijks gebeurd. Het duidelijke antwoord op de vraag wie we zijn, waar we voor staan en hoe we onze ambities willen waarmaken in het belang van al onze stakeholders heeft binnen de onderneming op veel herkenning en waardering kunnen rekenen. Daarmee is onder de ruim 21.000 medewerkers het begrip en enthousiasme voor en de betrokkenheid bij het thema verruimd en de integratie van MVO-doelen in de operatie versneld. Met name de videoboodschap van de voormalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, bij de opening van het nieuwe FrieslandCampina Innovation Centre in Wageningen op Wereldvoedseldag in 2013 heeft diepe indruk gemaakt. De topdiplomaat schetste de mondiale voedselzekerheidsproblematiek, de snelgroeiende wereldbevolking, de positie van kleine boeren in de wereld en de dramatische cijfers en trends achter ondervoeding en overvoeding (obesitas). Bedrijven zoals FrieslandCampina kunnen naar zijn mening helpen om met hun innovatieprogramma’s in te zetten op betaalbare, veilige en gezonde voeding die duurzaam is geproduceerd, verwerkt en gedistribueerd naar klant en consument. Daarnaast kunnen we kennis overdragen aan boeren in de melkveehouderij in Azië en Afrika. En dat is ook precies wat we doen. Die uitdagingen hebben we met elkaar opgepakt, 19.000 leden-melkveehouders en 21.000 medewerkers van FrieslandCampina. "Wij geloven in de business case van duurzaamheid en het belang daarvan voor de continuïteit van FrieslandCampina, het behoud van het politiek en maatschappelijk draagvlak in Nederland voor de zuivelsector en de realisatie van klantwaarde en smart innovaties.” Uitdagingen en ambities 55 Generation Y De actieve betrokkenheid van de jongere generaties medewerkers bij MVO zet zich onverminderd voort. Het thema is voor hen dan ook belangrijk en niet meer los te zien van het werkzame (en privé)leven. Leiderschapsontwikkeling voor jong talent vindt voor een belangrijk deel plaats langs de lijnen van MVO. Zo is in september vorig jaar in het kader van een leadership challenge een stakeholderdialoog op het hoofdkantoor georganiseerd met 100 deelnemers van overheid, NGOs, wetenschap en bedrijven. Drie jonge managers maken inmiddels deel uit van de CSR-board onder leiding van de CEO om daarmee zeker te stellen dat de zorgen over de toekomst van hun generatie gehoord wordt en innovatieve ideeën, kritische reflectie en concrete support hun juiste weg vinden. Zo is een begin gemaakt met het opzetten van Green Teams bij een aantal werkmaatschappijen in Nederland, is een MVO-bewustwordingscampagne onder medewerkers opgestart bij ‘Kaas’ en nemen jonge collega’s deel aan bedrijvenprogramma’s zoals IUCN’s ‘Leadership for Nature’ en sustainability challenges zoals ‘Nudge’. Nu is het zaak om met hun steun de brug te slaan naar nog actievere betrokkenheid van alle medewerkers op een gestructureerde wijze. In 2014 hopen we hier belangrijke nieuwe stappen te zetten. Foundation is er eind vorig jaar nog een belangrijke doorbraak geweest. Boerenorganisatie LTO en de Nederlandse Zuivelorganisatie NZO hebben toen met het oog op het verdwijnen van het melkquotum in de Europese Unie een toekomstvisie op de Nederlandse zuivelsector neergelegd en een plan van aanpak om duurzaamheid issues zoals mest, mineralen en broeikasgassen op te ruimen. Visie en voorgestelde maatregelen konden op de steun van de politiek en het maatschappelijk middenveld rekenen, maar uiteraard is het nu wel zaak dat FrieslandCampina samen met haar leden-melkveehouders ervoor zorgt dat met inzet van het programma voor de duurzame melkveehouderij, Foqus planet, de gestelde doelen worden gehaald en de beloften worden nagekomen. “The proof of the pudding is in the eating” zoals de Britten zeggen en die lepel gaat al vrij snel weer terug in de pudding. FrieslandCampina zal nu moeten tonen dat het zich bewust is van de urgentie en van jaar op jaar met de resultaten moeten komen. Maar daar hebben we het MVO-systeem – en de inzet van onze mensen daarachter – ook op ingericht in onze keten. Wij geloven in de business case van duurzaamheid en het belang daarvan voor de continuïteit van FrieslandCampina, het behoud van het politiek en maatschappelijk draagvlak in Nederland voor de zuivelsector en de realisatie van klantwaarde en smart innovaties. (Beter) Meten is (Meer) Weten Er moest een flinke inhaalslag gemaakt worden met de MVO-rapportage in 2013. Daarvoor is samen met PwC, accountants en auditors van de financiële afdelingen plus de ‘eigenaren’ van de vier MVO-speerpunten en de MVOdoelen erachter een projectteam gestart dat werkt aan een robuuster en nauwkeuriger systeem voor monitoring, meten, rapporteren en verifiëren. Inclusief een stappenplan voor de integratie van de financiële en MVO-rapportage in de komende jaren. Dit systeem wordt wereldwijd uitgerold en moet ons in staat stellen – over de volle breedte van ons ketenbedrijf van gras tot glas – nauwkeuriger te meten en te monitoren waar we staan met het realiseren van onze MVO-doelen en hierover accurater te rapporteren. Frank van Ooijen Corporate Director Communication, Sustainability Affairs en FrieslandCampina Institute The proof of the pudding is in the eating Naast de hoogtepunten van vorig jaar zoals de eerder genoemde versnelling in de integratie van MVO binnen FrieslandCampina’s processen en disciplines, de nieuwe stappen in het Dairy Development Programme voor China en Indonesië en steunverlening aan 130.000 boeren in Azië en Afrika samen met partners zoals het ministerie van Buitenlandse Zaken, Agriterra, Solidaridad en Rabobank 56 De verwaarding van MVO: kansen voor merken, markten en klanten Inkoop Verwerking Markt Consument • 1 9.244 ledenmelkveehouders •L okale melkveehouders Azië en in Afrika •L everanciers van (agrarische) grondstoffen • 6 4 productielocaties wereldwijd • Business to business • Business to consumer • Foodservice • Eindproducten FrieslandCampina committeert zich in de totale keten – ‘van gras tot glas’ – aan hoge standaarden op het gebied van kwaliteit, veiligheid, duurzaamheid en transparantie. Daarmee wordt de basis gelegd voor het vertrouwen van afnemers en consumenten in de producten en wordt de continuïteit verzekerd, die zo kenmerkend is voor de coöperatie. FrieslandCampina gelooft in gezamenlijk waarde creëren: het gelijktijdig realiseren van een goed inkomen voor de leden-melkveehouders, medewerkers perspectief bieden en het realiseren van waarde voor klant en consument. Tegelijkertijd is FrieslandCampina een meerwaarde voor de samenlevingen waarin zij actief is. De MVO-strategie biedt veel kansen voor FrieslandCampina’s merken en markten om deze waarde te realiseren voor klant en consument. Enkele inspirerende voorbeelden: Kwaliteit, smaak én duurzaamheid bij Landliebe Een van FrieslandCampina’s Duitse merken, Landliebe, combineert hoge kwaliteit en smaak met duurzaamheid. Landliebe gebruikt alleen melk van Landliebe koeien van zo’n 1.000 familiebedrijven die nabij de Landliebe fabrieken gelegen zijn. Naast dat Foqus planet uitgangspunt is voor deze melkveehouders, gebruiken zij een uniek voerconcept. De koeien krijgen alleen lokaal geproduceerd voer. Deze Landliebe melkveehouders ontvangen een speciale ‘Landliebe melkprijs’ die een “Ik ben trots op het feit dat Landliebe het grootste merk is in Duitsland, juist op de manier waarop het merk dat is geworden; door een transparant en eerlijk verhaal te vertellen. Je kunt hier geen compromis sluiten, elke schakel in de keten moet meedoen en het moet allemaal kloppen.” Inka Weber, Consumer Marketing Manager FrieslandCampina Germany De verwaarding van MVO: kansen voor merken, markten en klanten 57 premie bevat voor hun inspanningen. Deze aanpak is vervolgens ook leidend bij andere aspecten van het merk, zoals ingrediënten. De recepturen van Landliebe hebben een zo kort mogelijke ingrediëntenlijst met natuurlijke ingrediënten. De overall MVO-strategie van FrieslandCampina is vertaald naar de behoeften van Duitse klanten en consumenten en naar de marketingstrategie van Landliebe, het middel om de boodschap te vertellen. Via de website van het merk, andere online kanalen, de verpakkingen en TV en print communiceert het merk op transparante en begrijpelijke wijze over de bijzondere boeren achter het merk. Dat duurzaamheid bijdraagt aan de merkwaarde van Landliebe bewijst het merk door jaar op jaar goed te scoren op klantwaardering en bekendheid. In 2013 was Landliebe het nummer 1 merk in Duitsland op bekendheid, sympathie en gebruik. Bovendien stond Landliebe in 2013 in de top 10 van merken die Duitse consumenten het meest vertrouwen. Ook klanten van Landliebe waarderen de inspanningen, zij vragen het merk naar de specifieke duurzaamheidkenmerken van de producten en monitoren zelfs de vorderingen van FrieslandCampina. Gezondheid staat centraal in Azië In Azië is Dutch Lady het grootste en bekendste merk van FrieslandCampina. De merkpropositie van Dutch Lady wordt opgebouwd door verschillende aspecten, allereerst kwaliteit, smaak en gemak. Daarnaast staat het merk Dutch Lady voor familiy nutrition, het is een familiemerk dat het hele gezin gezonde zuivelproducten biedt. De MVO-strategie van FrieslandCampina biedt kansen om het merk te versterken met name rondom de voedingswaarde van verschillende producten richting families en kinderen. Consumenten in Azië hechten veel belang aan hun persoonlijke welzijn. Dit is goed te combineren met de ambities van FrieslandCampina om ondervoeding en overgewicht te bestrijden en gezonde voeding en beweging te stimuleren. De uitkomsten van het SEANUTS onderzoek (zie ook het hoofdstuk ‘Voedingswaarde & gezondheid) geven hier richting aan. FrieslandCampina past de recepturen van haar producten aan, bijvoorbeeld door het toevoegen van vitaminen, om zo voedingstekorten bij kinderen te verminderen. Ook is gekeken naar suikerreductie in producten. Tegelijkertijd stimuleert FrieslandCampina kinderen om meer te bewegen. In Azië worden, middels een partnerschap met Junior NBA, basketbal clinics op scholen georganiseerd en schoolprogramma’s ontwikkeld. Het benadrukken van de voedingswaarde van haar producten past in de bestaande communicatieaanpak van Dutch Lady. Alleen zo kan het de positionering van het merk versterken. “We staan met z’n allen voor de uitdaging het overkoepelende MVO-beleid te vertalen naar de verschillende merken en klanten. Op die manier kunnen we waarde toevoegen voor klanten en hen helpen hun eigen doelen te realiseren. Dan zijn de inspanningen van FrieslandCampina daadwerkelijk interessant voor onze klanten.” Gert Jan Poort, Sales Manager Foodservice, FrieslandCampina 58 Campina melk aan boord van KLM Sinds 1 oktober 2013 is Campina melk verkrijgbaar aan boord van alle intercontinentale KLM-vluchten. KLM wil producten afnemen van een leverancier met een gedegen MVO-beleid en een hoge mate van transparantie, een perfect fit met FrieslandCampina. FrieslandCampina levert melk van Nederlandse bodem van koeien die minimaal 120 dagen per jaar ten minste zes uur per dag in de wei grazen. Twee andere criteria, een hoge mate van dierwelzijn en verantwoorde soja op basis van RTRS (Roundtable on Responsible Soy) criteria, zijn ook geborgd. Het Foqus planet programma en FrieslandCampina’s transparantie van gras tot glas, stelt de zuivelonderneming in staat deze duurzaamheidaspecten te garanderen. Samenwerking met klanten Veel klanten van FrieslandCampina stellen in toenemende mate eisen op het gebied van duurzaamheid aan hun leveranciers. MVO speelt een grote rol binnen de Foodservice markt (out of home, zoals horeca, convenience, catering en instellingen). Het MVO-beleid van FrieslandCampina is voor klanten vaak dé basis voor samenwerking. Binnen Foodservice zijn er veel mogelijkheden voor FrieslandCampina om klanten te helpen bij hun eigen profilering op het gebied van duurzaamheid. Klanten zijn op zoek naar manieren om hun eigen duurzaamheidbeleid verder vorm te geven. FrieslandCampina Foodservice ondersteunt hen hierbij, bijvoorbeeld door te kijken naar verduurzaming van de keten, minder milieubelastende verpakkingen en producten met minder suiker. Partner to Win van Unilever FrieslandCampina’s inspanningen op het gebied van MVO worden steeds meer gezien door haar afnemers. Unilever, klant van FrieslandCampina, lanceerde in 2010 het ‘Partner to Win’ programma . Dit is een strategisch programma gericht op het bouwen en versterken van relaties met de belangrijkste leveranciers met als doel om gezamenlijke groei te stimuleren. FrieslandCampina is sinds september 2012 ‘Partner to Win’ en daarmee Unilever’s belangrijkste leverancier van zuivelproducten. Binnen de ‘Partner to Win’ samenwerking hebben de twee ondernemingen vier gedeelde intenties opgesteld, waaronder een intentie op het gebied van duurzaamheid. Deze moeten binnen vier jaar bereikt zijn. Beide ondernemingen hebben toegezegd samen te werken aan ontwikkeling, innovatie en het promoten van duurzame productie, verpakkingen en logistiek. Het voldoen aan Unilever’s Duurzame Landbouw Code door FrieslandCampina is een eerste stap naar een duurzame relatie. De tweede en belangrijkere stap is het realiseren De verwaarding van MVO: kansen voor merken, markten en klanten 59 van gezamenlijke groei. In 2013 en 2014 verzamelen Unilever en FrieslandCampina ideeën en stellen de bedrijven actieplannen op om te bekijken hoe die gezamenlijke groei kan worden bereikt. In 2013 werden de eerste workshops gehouden om ideeën en ambities te ontwikkelen en best practices te delen. De ideeën variëren van duurzame energieoplossingen tot aan verbeteringen in het productieproces voor gezamenlijke kostenbesparingen en productontwikkeling. De afgelopen jaren zijn Unilever en FrieslandCampina steeds nauwer samen gaan werken. De voordelen van de samenwerking voor beide bedrijven zijn groter dan aanvankelijk werd gedacht. De twee ondernemingen leren bijvoorbeeld van elkaars duurzame landbouwprogramma’s (Foqus planet en Unilever’s Duurzame Landbouw Code). De gedeelde visie op het belang van duurzaamheid is en blijft de belangrijkste impuls voor de samenwerking. “We willen op een geïntegreerde manier aan het merk bouwen, door de boodschap voor gezonde voeding direct te combineren met onze producten. Dit doen we stap voor stap. Een volgende stap voor het merk is actief consumenten voorlichten over een gezonde leefstijl en voeding, via verpakkingen of campagnes.” Aart Jan van Triest, Category Director Dairy Based Beverages, FrieslandCampina Singapore 60 Maatschappelijke waardering voor het MVO-beleid Maatschappelijke waardering voor het MVO-beleid van FrieslandCampina is belangrijk, het zorgt ervoor dat FrieslandCampina haar MVO-beleid verder kan uitbouwen en naar een hoger plan kan tillen. FrieslandCampina heeft in 2013 haar positie in de Nederlandse maatschappij vast kunnen houden en verder verstevigd. Daarnaast hebben verschillende internationale werkmaatschappijen erkenning geoogst voor de activiteiten en inspanningen op MVOgebied, met name op het gebied van innovatie en social empowerment. Good Dairy Commendation Award: prijs voor dierwelzijn Compassion In World Farming (CWIF), een organisatie die zich vanaf 1967 inzet voor het welzijn van landbouwdieren, reikte op 30 oktober 2013 de Good Farm Animal Welfare Awards uit in Parijs. Deze awards worden toegekend aan Europese bedrijven die belangrijke stappen zetten op het gebied van het dierwelzijn. FrieslandCampina ontving de Good Dairy Award voor het kwaliteits- en duurzaamheidprogramma Foqus planet en de inspanningen die binnen het programma zijn verricht op het gebied van het bevorderen van weidegang en diergezondheid. Elk jaar kunnen consumenten dit zelf zien en beleven tijdens de Open Boerderijdagen. Lean and Green Award FrieslandCampina DMV heeft in november 2013 de Lean and Green Award ontvangen. Lean and Green is een stimuleringsprogramma voor bedrijven en de overheid dat wordt uitgevoerd door Connekt, een onafhankelijk netwerk van bedrijven en overheden dat partijen verbindt om te werken aan duurzame verbetering van de mobiliteit in Nederland. FrieslandCampina heeft laten zien dat zij de CO2-uitstoot bij het transport van grondstoffen met 33,8 procent kan verminderen. Dit realiseert de onderneming onder meer met het project Amigo, waarbij de ontroming van de melk op de productielocatie zelf plaatsvindt en niet elders hoeft te gebeuren. Daarnaast is de capaciteit van het melkschip, dat vaart door het ZuidWillemskanaal, vergroot waardoor geen vrachtwagens meer nodig zijn om melk van Den Bosch naar Veghel te rijden. Bovendien worden producten nog maar op één locatie opgeslagen. Tot slot gaat FrieslandCampina gebruik maken van de Inland terminal in Veghel in plaats van de terminal in Den Bosch. Certificaat Duurzame Landbouw Code van Unilever FrieslandCampina heeft in 2013 opnieuw het certificaat gekregen dat aantoont dat alle melk die FrieslandCampina aan Unilever levert afkomstig is van duurzame melkveebedrijven die voldoen aan de duurzaamheidscriteria van Unilever. In het najaar van 2013 hebben Unilever en FrieslandCampina voor de derde keer een beoordeling op basis van de zogeheten ‘Unilever Sustainable Agriculture Code’ uitgevoerd: 117 willekeurige melkveebedrijven zijn bezocht en beoordeeld op duurzaamheid aan de hand van een vragenlijst. Hiermee zet FrieslandCampina haar positie als voorkeursleverancier van Unilever voort voor ingrediënten in de zakelijke markt (denk aan boter, boter – olie, room in spuitbussen en ingrediënten voor ijs, soepen en sauzen). Green Industrial Award 2013 voor Frisian Flag Indonesia Frisian Flag Indonesia (FFI) heeft op twee productielocaties milieuvriendelijke productieprocessen geïmplementeerd, die gericht zijn op een zorgvuldige omgang met de omringende natuur. Deze inspanningen zijn in 2013 beloond met de toekenning van de Green Industrial Award door het Indonesische Ministerie van Industrie. Deze prijs werd uitgereikt door de Indonesische minister van Industrie en werd in ontvangst genomen door Sri Megawate en Jan Wagenaar van FFI. Asia Responsible Entrepreneurship Award 2013 voor FrieslandCampina Vietnam Het Asia Responsible Entrepreneurships Awards programma (AREA) erkent Aziatische bedrijven voor succesvolle resultaten op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De awards worden jaarlijks toegekend door Enterprise Asia, een lokale NGO. FrieslandCampina Vietnam mocht op 29 juni, als eerste bedrijf in Vietnam, de prijs in de categorie ‘social empowerment’ in ontvangst nemen. De onderneming kreeg de prijs voor haar inzet voor het versterken van lokale gemeenschapsprojecten en –activiteiten, met name dankzij Maatschappelijke waardering voor het MVO-beleid 61 ondernemingen wordt onder het algemene publiek gemeten wie de beste reputatie heeft. Op de CSR ranking (meest maatschappelijk verantwoorde onderneming), die voor het eerst onderdeel uitmaakte van het onderzoek, neemt FrieslandCampina de eerste plaats in en is een speciale CSR award in ontvangst genomen. programma’s als het Dairy Development Programme, het Den Dom Dom Education Fund en andere activiteiten op het gebied van voeding en educatie. Excellent CSR & Sustainability Program of the Year 2013 award voor FrieslandCampina Thailand FrieslandCampina Thailand won in 2013 de Excellent CSR & Sustainability Program of the Year 2013. Deze award wordt uitgereikt door de Netherlands-Thai Chamber of Commerce en de Belgian-Luxembourg-Thai Chamber of Commerce en stimuleert de NederlandsThaise betrekkingen. FrieslandCampina Thailand kreeg de award voor haar inspanningen op het gebied van MVO en dan vooral op de ontwikkeling van een duurzame melkveehouderij, hulp aan lokale gemeenschappen en het behoud van de leefomgeving. CSR award Reputatie Instituut Naast inhoudelijke awards en erkenning dragen de inspanningen op MVO-vlak bij aan de reputatie van FrieslandCampina. Zo is FrieslandCampina voor het tweede jaar op rij als tweede geëindigd in het jaarlijkse reputatieonderzoek van het Reputatie Instituut. Uit dertig Beste maatschappelijk imago FrieslandCampina wordt het beste gewaardeerd in de Maatschappelijk Imago Monitor 2013 van onderzoeksbureau Motivaction. Het jaarlijks maatschappelijk imago-onderzoek toetst hoe Nederlanders aankijken tegen de oprechtheid van de maatschappelijke initiatieven van Nederlandse ondernemingen. FrieslandCampina wordt op de voet gevolgd door Menzis, Rabobank, Philips en Eneco. Beste werkgever in de dierlijke sector Hbo’ers en wo’ers die werkzaam zijn in de dierlijke sector vinden FrieslandCampina de meest aantrekkelijke werkgever. Dit blijkt uit onderzoek van agrarisch marktonderzoekbureau Geelen Consultancy in opdracht van adviseursvakblad V-focus. Agrifirm en Wageningen Universiteit en Research Centre mochten op 18 september 2013 de tweede en derde prijs in ontvangst nemen. Transparant over MVO Het MVO-verslag van FrieslandCampina wordt ieder jaar opgenomen in de Transparantiebenchmark van het ministerie van Economische Zaken. De benchmark meet de mate van transparantie in de maatschappelijke verslaglegging van de grootste Nederlandse ondernemingen. In 2013 behaalde FrieslandCampina 174 punten uit 200, een stijging van het aantal punten ten opzichte van 2012 (169 punten). Met het invoeren van de KPI’s wordt de transparantie van de verslaglegging over 2014 verder verbeterd. Uitreiking Philips Innovation Award In 2013 reikte FrieslandCampina zelf een award uit. Tijdens de finale van de Philips Innovation Award kreeg Suryojal, een samenwerkingsverband van internationale studenten, de FrieslandCampina Sustainability Award. De studenten ontvingen een cheque van 2500 euro uit handen van Frank van Ooijen, Corporate Director Communication & Sustainability. Suryojal is Hindi voor ‘water van de zon’ en dat is precies wat de studenten proberen te bereiken met technologie. Met behulp van zonne-energie wekken de studenten groene energie op en destilleren het water tot drinkwaterkwaliteit. FrieslandCampina sponsorde de Philips Innovation Award voor het eerst. Frank van Ooijen, Corporate Director Sustainability: “Goede ideeën op het gebied van voeding en gezondheid zijn nodig voor de toekomst. We hebben innovatie nodig om duurzaam te kunnen zijn.” 62 Het fundament: borging van het MVO-beleid Mensen wereldwijd voorzien van de juiste voedingsstoffen is dé uitdaging. De snelle groei van de wereldbevolking heeft grote invloed op de beschikbaarheid van voedsel en grondstoffen. Melk bevat van nature essentiële voedingsstoffen, zoals eiwitten, vitaminen B2 en B12 en mineralen zoals calcium. Door het aanbieden van betrouwbare en smakelijke zuivelproducten levert FrieslandCampina een bijdrage aan het veiligstellen van voedsel- en nutriëntenzekerheid. MVO-strategiehuis Het integrale MVO-beleid van FrieslandCampina bestaat uit diverse elementen, die samen het MVO-strategiehuis vormen. Centraal staan vier prioriteitsgebieden: • Voedingswaarde & gezondheid • Efficiënte en duurzame productieketens • Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika • Duurzame melkveehouderij (leden-melkveehouders in Nederland, België en Duitsland) Het fundament van het strategiehuis zorgt voor de borging van het MVO-beleid binnen FrieslandCampina: • een organisatie bestaande uit de CSR Governance Board, het MVO-coördinatieteam en vier stuurgroepen voor de vier prioriteitsgebieden. Zij zijn samen verantwoordelijk voor de implementatie van het MVO-beleid; • betrokkenheid van stakeholders; • een beleid met doelstellingen voor 2020 geborgd door de internationale MVO-richtlijn ISO 26000. Doel is de medewerkers en leden-melkveehouders zo optimaal mogelijk te betrekken bij duurzaam ondernemen; • een samenstel van afspraken, commitments, gedragscodes, beleidsdocumenten, convenanten, rapportages en certificeringen waarin MVO en duurzaamheid binnen FrieslandCampina worden verankerd. MVO Missie, visie en strategie Voedingswaarde & gezondheid Efficiënte en duurzame productieketens Ontwikkeling melkveehouderij in Azië en Afrika Duurzame melkveehouderij Tekort aan nutriënten terugdringen Grondstofgebruik verbeteren Kleine melkveehouders in Azië en Afrika verder helpen De standaard bepalen CSR Governance Board - Vier MVO-implementatieteams MVO-maatstaven - Jaarlijkse rapportering - Dialoog met belanghebbenden - Partnerships Betrokkenheid medewerkers en leden-melkveehouders - MVO-trainingsprogramma's - Jaarlijkse MVO-Team Award Duurzaamheidsrichtlijnen voor leveranciers - Gedragscode - Foqus-kwaliteitssysteem - Beleidsdocumenten Het fundament: borging van het MVO-beleid Governance en implementatie Het MVO-beleid van FrieslandCampina valt onder de verantwoordelijkheid van de afdeling Corporate Sustainability en de CSR-board. De afdeling Corporate Sustainability is onder andere verantwoordelijk voor: • het opzetten en actueel houden van de MVO-strategie en het MVO-beleid; • het opstellen van beleid op het gebied van milieu en arbeidsveiligheid; • het coördineren van de uitvoering van het MVO-beleid en faciliteren van implementatie; • het communiceren van het MVO-beleid met externe belanghebbenden. Eind 2009 heeft FrieslandCampina een Corporate Social Responsibility board (CSR-board) opgericht. De CSR-board geeft invulling aan de MVO-strategie. • Cees ’t Hart, CEO en voorzitter • Thom Albers, Director Cooperative Affairs • Bas van den Berg, Managing Director FrieslandCampina Branded Netherlands/Belgium • William van den Bremer, S&OP Manager Wei Valorisatie & Allocatie • Werner Buck, Corporate Director Public & Quality Affairs • Irene Kamp, Project Manager Senior Nutrition • Aafke Keizer, Corporate Director Strategy • Frank van Ooijen, Corporate Director Communication, Sustainability Affairs en FrieslandCampina Institute • Jaap Petraeus, Manager Corporate Environment & Sustainability • Franc Reefman, Corporate Director Global Marketing • Jaap de Vries, Corporate Director Human Resources • Tanja Walther, International Marketing Manager Daily Nutrition • Erwin Wunnekink, lid bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina 63 Samen met de CSR-board is de afdeling Corporate Sustainability verantwoordelijk voor de informatie over de voortgang van het MVObeleid. De afdeling geeft vooral terugkoppeling aan de executive board en het management van de business groups en werkmaatschappijen. De business groups, werkmaatschappijen en medewerkers zijn verantwoordelijk voor de implementatie van het MVO-beleid. Doelstellingen voor het jaar 2020 FrieslandCampina heeft voor elk prioriteitsgebied concrete doelstellingen voor het jaar 2020 geformuleerd. Op basis van deze doelstellingen zijn actieplannen voor de komende jaren ontwikkeld. Consolidatie en verdieping MVO-beleid FrieslandCampina heeft de ambitie in 2015 de essentiële MVO-gegevens te integreren in het financiële jaarverslag en daarbij externe verificatie van deze MVO-data te ontvangen. Hiertoe is in 2012 de materialiteitsanalyse over het MVO-beleid geactualiseerd. Op basis van 17 onderzoeken, publicaties en websites zijn de meest relevante maatschappelijke issues geïdentificeerd in de vorm van een longlist. Deze analyse resulteerde in een eerste prioritering van verschillende maatschappelijke issues voor FrieslandCampina in de vorm van een shortlist. Dit zijn de belangrijkste thema’s die spelen in de sector, binnen FrieslandCampina of onder haar stakeholders, op basis van de documentatie. De analyse draagt bij aan de relevantie en volledigheid van het MVO-verslag en maakt duidelijk of aanscherping van FrieslandCampina’s MVO-beleid nodig is. Met de aanbevelingen uit de analyse formuleert de CSRboard, met ondersteuning van PricewaterhouseCoopers (PwC), voor elk prioriteitsgebied van het MVO-beleid kwantitatieve prestatie-indicatoren (KPI’s). Deze KPI’s ondersteunen de monitoring van de doelstellingen 2020. De volgende stap is het verder combineren van de financiële dataverzameling en de MVO-dataverzameling. In 2014 richt FrieslandCampina dit verder in. De doelstellingen 2020 zoals die in 2011 zijn vastgesteld zijn de fundering van de nieuwe KPI’s. Op basis van de uitgevoerde materialiteitsanalyse is de formulering van sommige doelen aangescherpt: Belang voor stakeholders laag gemiddeld hoog 64 laag gemiddeld hoog Impact op FrieslandCampina 1.Dierwelzijn 6. Gezondheid en veiligheid op 2. Beperken van het werk klimaatverandering 7. Persoonlijke ontwikkeling en 3. Creëren van opleiding van medewerkers 1. Animal Welfare8. Gebruik van land voor vee/ werkgelegenheid 4. Goed bestuur 2. Climate change mitigation diervoeders/ brandstof 5.Weidegang 9. Minimaliseren toxiciteit 3. Employment creation 10. Overgewicht en obesitas 4. Good governance 15. Duurzame toeleveringsketen 11. Bescherming van de 16. Verpakkingsafval en gezondheid en veiligheid recycling van consumenten 17. Watermanagement 12 Bescherming en herstel van 18. Welvaart en inkomen het natuurlijke milieu 11.Duurzame Protectingproductinnovatie consumers health and safety genereren 13. 12.Gebruik Protection restoration of the natural environment 19.Ondervoeding 14. van and duurzame 13.hulpbronnen Sustainable product innovation 14. Sustainable resource use 5. Grazing 15. Sustainable supply chain 6. Health & safety at work 7. Human development and training in the workplace 16. Waste packaging and recycling 17. Water management 8. Land use of cattle/ feed/ fuel 18. Wealth and income creation 9. Minimizing toxicity Het fundament: borging van het MVO-beleid 65 Voedingswaarde & gezondheid Efficiënte en duurzame productieketens Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika Duurzame melkveehouderij (in Nederland, België en Duitsland) Verminderen van suiker, zout en vetten in producten van FrieslandCampina Realiseren van klimaatneutrale groei tussen 2010 en 2020 door minimaal 2 procent efficiëntieverbetering per jaar op het gebied van energie. Verhogen van de kwaliteit en Klimaatneutrale groei voedselveiligheid van lokaal geproduceerde melk in Azië en Afrika Minimaal 2 procent efficiëntieverbetering per jaar bij water- en afval(water) Ontwikkelen van een bedrijfsstandaard voor etikettering en consumenteninformatie Honderd procent gebruik van groene elektriciteit afkomstig uit agrarische domein in Nederland in 2020 Per jaar tien miljoen kinderen effectief bereiken met voorlichting over gezonde voeding Alle ingekochte (landbouw-) grondstoffen komen uit volledig duurzaam gemanagede bronnen Hulp bieden bij de aanpak van ondervoeding Het inkomen per boer in Azië en Afrika verbeteren door de productiviteit per koe te verhogen en daardoor bijdragen aan een betere levensstandaard van lokale boeren Handhaven van het niveau van 2012 van weidegang op 81 procent van de bedrijven van leden-melkveehouders Continu verbeteren van diergezondheid en dierwelzijn 66 Betrokkenheid van stakeholders FrieslandCampina hecht veel waarde aan een goede relatie en dialoog met alle stakeholders. Zo wordt meer inzicht verkregen in maatschappelijke ontwikkelingen en in de relatie van belanghebbenden met FrieslandCampina. Op deze manier wil FrieslandCampina verbetering van de bedrijfsvoering realiseren. De dialoog met stakeholders speelt ook een belangrijke rol in de visie op ketenbeheer. Via contacten met stakeholders kan FrieslandCampina haar visie overbrengen en kennisnemen van de verwachtingen die belanghebbenden van FrieslandCampina hebben. FrieslandCampina streeft naar een juiste balans tussen haar prestaties en de verwachtingen van de leden-melkveehouders, consumenten, medewerkers, industriële afnemers, partners, (lokale) overheden en maatschappelijke organisaties. Bij de uitwerking van de strategie van het MVO-beleid zijn nagenoeg alle groepen stakeholders betrokken. Meer structuur in de dialoog In 2011 is The Milk Story opgericht om zo meer structuur te geven aan de stakeholderdialoog. Dit on- en offline platform voor dialoog is een initiatief van FrieslandCampina en maatschappelijk communicatiebureau Het Portaal. The Milk Story levert een constructieve bijdrage aan de transitie naar een duurzamere toekomst en richt zich op vier thema’s: voeding en gezondheid, duurzaamheid, cultuur en maatschappij en ‘over de grens’. The Milk Story maakt zichtbaar wat al gebeurt, agendeert belangrijke vraagstukken en zoekt naar oplossingen. Door stakeholders met uiteenlopende standpunten actief te betrekken wordt het debat over de maatschappelijke aspecten van melk en zuivel evenwichtig gevoerd. FrieslandCampina gebruikt de bijdrage van stakeholders om te leren en voor de aanscherping van haar MVO-beleid. Voor meer informatie, zie www.themilkstory.nl. Mate van betrokkenheid stakeholders bij duurzaamheidsthema’s: Voedingswaarde & gezondheid Efficiënte en duurzame productieketens Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika Duurzame melkveehouderij Medewerkers Ledenmelkveehouders Klanten Consumenten Overheden Leveranciers NGO’s Koepelorganisaties Het fundament: borging van het MVO-beleid Afspraken, commitments, convenanten 67 De mate van betrokkenheid en de invloed die stakeholders uitoefenen op het MVO-beleid zijn weergegeven in het volgende overzicht. Stakeholder Verwachtingen Vorm van dialoog Rol in MVO-beleid Ledenmelkveehouders • Winstgevendheid • Acceptabele vergoeding voor geleverde melk • Betrouwbare partner • Rol in realiseren MVO-doelstellingen • • • • • • Leveranciers van hoogwaardige, betrouwbare grondstoffen • Maatschappelijk geaccepteerd zijn • Leveren belangrijke bijdrage aan uitvoering MVO-beleid • Medeverantwoordelijk voor houding en gedrag ten opzichte van FrieslandCampina Consumenten • Verbetering aanbod producten • Producten die aansluiten bij de behoeften • Voedselveiligheid, betrouwbaarheid • Consumentengedrag • Marktonderzoek • Consumentenserviceafdelingen • Informatie via voedingskundigen • Belangrijke afnemers • Beïnvloeden aankoop producten tegen acceptabele prijzen Medewerkers • Veilige werkomgeving • Aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden • Carrièremogelijkheden • Werksfeer • Werkoverleg • Intranet, personeelsmagazine • Training en opleiding • Belangrijke uitvoerders MVO-beleid Industriële klanten • Maximale waardegroei • Verduurzaming grondstoffen • Klantcontacten • Beurzen • Account management • Belangrijke afnemers • Beïnvloeding kwaliteit en prijsstelling producten Overheden • Samenwerking in verduurzaming • Welzijn van nationale en lokale gemeenschappen • Partner in diverse samenwerkingsverbanden • S amenwerkingsvormen op het gebied van natuurbehoud • Samenwerking op het gebied van ontwikkeling melkveehouder • Partner in het ontwikkelen van wet- en regelgeving • Verstrekken subsidies Maatschappelijke organisaties • Welzijn van gemeenschappen en specifieke doelgroepen • Verduurzaming van processen en producten • Aankoop duurzame grondstoffen • Partner in diverse samenwerkingsverbanden • Uitwisseling van kennis, delen van verantwoordelijkheid • Kenniseigenaar Leveranciers • Waardecreatie • Samenwerking in verduurzaming • Procurement • Regelgeving voor leveranciers • Internet, beurzen • Onderdeel van de keten Koepelorganisaties • Welzijn van aangesloten leden • Samenwerking • Kennisoverdracht • Partner in samenwerkingsverbanden • Uitwisseling van kennis • Partner in regelgeving en convenanten Managementinformatie Workshops Speciale website Magazine Ledenbijeenkomsten, districtsraden en ledenraden 68 De vele vormen waarmee FrieslandCampina het contact met stakeholders invult, staat beschreven op de website van FrieslandCampina. Zie www.frieslandcampina.com/ duurzaamheid voor samenwerkingen, convenanten, afspraken met overheden en de branche en initiatieven voor een duurzamere zuivelsector. Zie ook de bijlage ‘Externe vertegenwoordigingen’. Global Dairy Agenda for Action on Climate Change De internationale zuivelsector heeft de afgelopen jaren diverse duurzame initiatieven genomen. Zo is de Global Dairy Agenda for Action opgesteld. Grote zuivelorganisaties over de hele wereld hebben deze agenda ondertekend, inclusief de International Dairy Federation, waarbij FrieslandCampina via de NZO en het SAI Platform is aangesloten. De deelnemers zijn actief aan de slag gegaan met onder meer onderzoek en kennisdeling om bijvoorbeeld verdere reductie van broeikasgassen te realiseren. Als vervolg van de Global Dairy Agenda for Action on Climate Change, is het Dairy Sustainability Framework opgesteld. FrieslandCampina heeft samen met andere wereldwijde zuivelondernemingen, Global Dairy Platform, International Dairy Federation (IDF), European Dairy Association en het SAI Platform een internationale aanpak voor duurzame zuivel geformuleerd in oktober 2013. Het resultaat, ‘het Dairy Sustainability Framework’, is een wereldwijde methodiek om het begrip “duurzame zuivel” te formuleren. Met behulp van dit raamwerk wordt een internationale beweging van verduurzaming van de zuivelsector gestimuleerd. Afspraken met overheid en branche De milieuwetgeving van nationale en/of EU-organen en overige voorschriften en specifieke eisen van verschillende landen vormen het uitgangspunt voor de aanpak van FrieslandCampina. Via convenanten maakt FrieslandCampina meerjarenafspraken met de overheid en de branche om verbeteringen op milieugebied te bereiken. Deze afspraken gaan vaak verder dan wettelijke verplichtingen. Convenanten FrieslandCampina is in Nederland partner van de Meerjarenafspraak energiebesparing (MJA-3) en het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren. Het doel van de MJA-3 is jaarlijks minimaal twee procent verbetering in energie-efficiëntie te bereiken, waarvan 1,5 procent op productielocaties en 0,5 procent door maatregelen in de keten. Hiervoor formuleert FrieslandCampina elke vier jaar nieuwe milieu- en energiedoelstellingen die per vestiging nadere invulling krijgen in een bedrijfsenergieen milieuplan. In 2012 hebben alle Nederlandse locaties een nieuw plan gemaakt voor de komende vier jaar en dit ingediend bij de overheid. De vergunningverlenende overheid beoordeelt het plan en controleert de uitvoering via monitoring. In 2013 is het plan verder uitgevoerd en heeft geleid tot verbetering van de energie-efficiënte op de locaties. Het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren bestaat uit een aantal afspraken die FrieslandCampina in NZO-verband heeft gemaakt met de Nederlandse overheid. Centraal staan doelstellingen voor energiebesparing en de productie van duurzame energie. In België neemt FrieslandCampina deel aan het Benchmarkingsconvenant en het Auditconvenant. Beide convenanten bevatten ambities op het gebied van efficiënt energiegebruik. Verduurzamen Nederlandse melkveehouderij In Nederland heeft de zuivelsector verschillende afspraken gemaakt met de overheid en andere partijen om te komen tot een duurzame productie en melkveehouderij. Daartoe behoren: • Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij; • Actieprogramma Duurzame Zuivelketen; • Convenant Weidegang. Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij In mei 2009 heeft FrieslandCampina zich via de NZO gecommitteerd aan de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij. Daarbij gaat het om zes speerpunten: innovatieve stal- en houderijsystemen, het welzijn en de gezondheid van dieren, maatschappelijke verbinding, energie en milieu, markt en ondernemerschap, en verantwoord consumeren. Binnen deze Uitvoeringsagenda werkt FrieslandCampina samen met onder meer de Dierenbescherming, Natuur & Milieu, LTO, Interprovinciaal Overleg, het ministerie van Economische Zaken en organisaties vanuit de vleesverwerkende industrie. Actieprogramma Duurzame Zuivelketen In juli 2008 heeft FrieslandCampina zich geschaard achter de ambities van de NZO en LTO, zoals verwoord in het actieprogramma Duurzame Zuivelketen. De ambities zijn uitgewerkt in vier thema’s: • energie en klimaat: vermindering broeikasgassen, energieneutrale productie van de zuivelketen; • diergezondheid en dierwelzijn: het stimuleren van weidegang en verhogen van de gezondheid en het dierwelzijn van melkkoeien; Het fundament: borging van het MVO-beleid Richtlijnen voor borging van het MVO-strategiehuis • biodiversiteit en milieu: bedrijfsontwikkeling zorgvuldig inpassen in de natuurlijke omgeving van het melkveebedrijf en verantwoorde teelt van diervoedergrondstoffen; • weidegang: het nemen van initiatieven om het huidige niveau weidegang te handhaven. Convenant Weidegang In 2012 was FrieslandCampina één van de 54 ondertekenaars van het Convenant Weidegang. Het initiatief voor het convenant is genomen door de Duurzame Zuivelketen. De ondertekenaars van het Convenant Weidegang willen koeien weidegang bieden en zien een gezamenlijke verantwoordelijkheid om tenminste het huidige niveau van melkveebedrijven met weidegang te behouden. In het convenant staat dat weidegang bepalend is voor het Nederlands landschap. Diergezondheidsmonitor Om de gezondheid van koeien te monitoren, maakt FrieslandCampina gebruik van de ContinueDiergezondheidsMonitor (CDM), onderdeel van het FrieslandCampina-kwaliteitssysteem Foqus planet. De monitoring vindt plaats op basis van gegevens over diergezondheid. CDM is samen met melkveehouders en deskundigen op het gebied van diergezondheid ontwikkeld en levert melkveehouders veel praktische informatie voor het monitoren van de diergezondheid. Op dit moment maken ruim 5.100 melkveehouders van FrieslandCampina gebruik van CDM. ISO 26000-richtlijn met externe beoordeling Het MVO-beleid bij FrieslandCampina is gebaseerd op de ISO 26000-richtlijn. Dit is een internationale richtlijn voor MVO: een instrument voor bedrijven en andere organisaties voor de implementatie van MVO. De implementatie van de ISO 26000-criteria aan de hand van een zelfverklaring van FrieslandCampina is extern beoordeeld door Lloyds Register. Lloyds heeft verklaard dat de ISO 26000 op de juiste wijze is geïmplementeerd. De ISO 26000-richtlijn is ingevoerd voor alle bedrijven van FrieslandCampina. De zelfverklaring en de toetsingsmatrix is publiekelijk beschikbaar op de website van FrieslandCampina: www.frieslandcampina.com/duurzaamheid. Gedragscode Om correct en integer gedrag van medewerkers te bevorderen heeft FrieslandCampina haar Code of Conduct (gedragscode) in 2010 en 2011 vernieuwd. Hierin is opgenomen dat FrieslandCampina de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN als universele standaard beschouwt. Verder gaat de gedragscode in op het uitsluiten van corruptie, kinderarbeid, gedwongen arbeid en discriminatie van medewerkers (richtlijnen International Labour Organization) en het respecteren van de rechten van medewerkers om zich te organiseren in vakbonden. Medewerkers in de top van de organisatie van FrieslandCampina hebben in 2012 een traject doorlopen om te toetsen of zij voldoende kennis hebben van de gedragscode en handelingsperspectieven. Alle managing directors en corporate directors hebben tevens een compliance statement ondertekend waarmee ze de gedragscode onderschrijven. De executive board is er verantwoordelijk voor dat alle medewerkers de gedragscode begrijpen. Naleving wordt jaarlijks gemonitord en gerapporteerd aan de auditcommissie van de raad van commissarissen. Medewerkers wordt verzocht overtredingen van de gedragscode te melden. In 2013 is de gedragscode opnieuw onder de aandacht gebracht van medewerkers, bijvoorbeeld door praktijksituaties onder de loep te nemen. De gedragscode wordt in een cyclus van twee jaar geëvalueerd en beoordeeld. Klokkenluidersregeling FrieslandCampina heeft naast de gedragscode ook een klokkenluidersregeling. Deze is bedoeld om transparantie en integriteit te bevorderen. FrieslandCampina moedigt haar medewerkers aan hun bezorgdheid te uiten als 69 70 men vermoedt of weet dat in strijd met de gedragscode wordt gehandeld. De regeling dient als leidraad voor het uiten van bezorgdheid en sluit strafmaatregelen tegen of oneerlijke behandeling van klokkenluiders uit. De klokkenluidersregeling is in 2009 ontwikkeld en in de loop van 2010 en begin 2011 geïmplementeerd. Alle medewerkers zijn geïnformeerd over de regeling en in elk onderdeel van de organisatie is een lokaal vertrouwenspersoon aangewezen en geïnstrueerd. Er is een corporate integriteitscommissie geïnstalleerd, bestaande uit een lid van de executive board, de secretaris van de executive board en de corporate compliance officer. De integriteitscommissie is verantwoordelijk voor de juiste procedures voor het melden van overtredingen. Verder toetst, onderzoekt en behandelt de integriteitscommissie gemelde zaken. De executive board rapporteert de activiteiten van de integriteitscommissie jaarlijks aan de auditcommissie van de raad van commissarissen. Voedselveiligheid en -kwaliteit FrieslandCampina maakt haar producten op 64 productielocaties wereldwijd en sommige producten worden op meer dan één locatie vervaardigd. Voor de consument mag dit geen verschil maken. Die moet altijd kunnen rekenen op dezelfde hoge mate van veiligheid en kwaliteit van het product. Voedselveiligheid en voedselkwaliteit hebben bij FrieslandCampina dan ook de hoogste prioriteit. Kwaliteitssysteem Foqus Food Safety & Quality FrieslandCampina werkt met Foqus Food Safety & Quality (FS&Q) voor het borgen van de voedselveiligheid en de voedselkwaliteit. Dit is een breed kwaliteitssysteem dat zowel van toepassing is op de bedrijven van ledenmelkveehouders als op de productie- en distributielocaties van FrieslandCampina (‘van koe tot consument’). De basis bestaat uit nationale en internationale wetgeving, Codex-normen. Ook wordt rekening gehouden met de verwachtingen van afnemers, consumenten en maatschappelijke organisaties. Foqus Food Safety & Quality is de leidraad van FrieslandCampina bij de ontwikkeling van een steeds robuuster productieproces. Een basisvoorwaarde uit Foqus is dat alle locaties een extern getoetst kwaliteitscertificaat moeten hebben wat voldoet aan de standaard van de Global Food Safety Initiative (GFSI). Dit betekent dat alle bedrijven beschikken over een onafhankelijke getoetst HACCP-systeem, de basis voor de productie van veilig voedsel. Verder omvat Foqus FS&Q de volgende onderdelen: • doelvoorschriften met een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling, bijvoorbeeld voor verandermanagement en crisismanagement; • middelvoorschriften met duidelijke en gedetailleerde eisen, bijvoorbeeld voor microbiologie en hygiëne; • een uitgebreide auditlijst gebaseerd op de verbetercirkel van Deming (Plan, Do, Check, Act); • richtlijnen en best practices. De werkmaatschappijen kunnen met de auditstandaard zelf hun productielocaties beoordelen. Daarnaast wordt de standaard gebruikt door het interne auditteam dat alle productielocaties bezoekt en beoordeelt. Elke locatie wordt gemiddeld één keer per twee jaar bezocht, de exacte frequentie hangt af van de kwaliteitsstatus van de betreffende locatie. In 2013 werd op 36 productielocaties gemeten of de verbeterprogramma’s ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. Op basis van deze audits zijn doelstellingen per businessgroep opgesteld. Zo wordt gewerkt aan continue verbetering. FrieslandCampina heeft bewust gekozen voor een intern auditteam: de auditors zijn afkomstig uit diverse disciplines (QA, plant management, operations) en vervullen hun audittaak naast hun andere werkzaamheden. Deze aanpak levert meer diepgaande audits op en heeft tot gevolg dat de auditors kennis opdoen die ze kunnen toepassen en verspreiden in hun eigen werkomgeving. Auditors en QA officers volgen een uitgebreid trainingsprogramma en worden regelmatig bijgeschoold. Lees op www.frieslandcampina.com/ duurzaamheid meer over Foqus Food Safety & Quality. Foqus Milieu, Arbo en Brandpreventie Alle productielocaties van FrieslandCampina gebruiken een milieu- en arbeidsveiligheidmanagementsysteem dat voldoet aan de eisen van ISO 14001 en OHSAS 18001. FrieslandCampina heeft hiervoor een eigen interne standaard ontwikkeld: het Foqus SHE managementsysteem. Een gestandaardiseerde risicoanalyse brengt de milieu- en arbeidsveiligheidsrisico’s op alle locaties in beeld. Alle locaties rapporteren jaarlijks over de milieu- en arbeidsveiligheidsresultaten. Het milieuen arbeidsveiligheid-managementsysteem wordt geborgd met interne en externe audits. Alle bedrijven van FrieslandCampina zijn ISO 14001- en OHSAS 18001-gecertificeerd of hebben een verklaring dat het milieumanagementsysteem voldoet aan de vereisten van ISO 14001. Het fundament: borging van het MVO-beleid 71 Verbeterprogramma’s FrieslandCampina heeft zich gecommitteerd aan het doorlopend verbeteren van de prestaties en de bedrijfscultuur. Hierin wordt op een gestructureerde, methodische wijze gewerkt aan het veiliger, efficiënter en duurzamer maken van de productielocaties. FrieslandCampina heeft gekozen voor de WCOM (World Class Operations Management) systematiek, welke gestoeld is op de TPM (Total Productive Management) filosofie. De TPM filosofie gaat er vanuit dat alleen door de betrokkenheid van de gehele organisatie, de productiviteit op peil kan worden gehouden en worden verbeterd. WCOM voorziet in een groot aantal methoden en technieken aan de hand waarvan verbetering op een systematische en gestructureerde manier worden gerealiseerd. Een systematische manier van werken, verbetert niet alleen de presentaties van de organisatie, maar zorgt ook voor een ontwikkeling van onze medewerkers. Door onze medewerkers te ontwikkelen wordt ook hun duurzaam inzetbaarheid bevorderd. WCOM bestaat uit een ‘gereedschapskist’ met verschillende methoden waarmee verbeterteams aan de slag gaan. Als lid van deze teams zijn operators volop betrokken bij het uitvoeren van verbeteringen. Ze denken mee over het verhelpen van problemen en optimale afstelling van machines. TPM kent een andere werkwijze, maar stelt dezelfde doelen centraal — minder verliezen, minder stilstand van machines en betere resultaten. In 2013 zijn in veel locaties de eerste verbeterprojecten succesvol afgerond, de programma’s worden in 2014 onverminderd doorgezet. Corporate Standard and Guideline: marketing van baby- en kindervoeding FrieslandCampina is toegewijd om de gezondheid van zuigelingen, jonge kinderen en hun verzorgers te verbeteren. Wij ondersteunen de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om gedurende de eerste zes maanden alleen borstvoeding te geven en daarna, naast het geven van borstvoeding, regelmatige, veilige en passende aanvullende voeding te geven. Door middel van onze bedrijfsstandaard en richtlijn (Corporate Standard and Guideline), benadrukt FrieslandCampina het belang van de gedragscode van de WHO over de marketing van baby- en kindervoeding en houdt zich aan deze gedragscode. In route2020 heeft FrieslandCampina de ambitie uitgesproken om uit te groeien tot een wereldwijde speler in de markt van babyvoeding. Daarom is het nog belangrijker dat de zuivelonderneming in overeenstemming handelt met de principes van de gedragscode van de WHO en dat deze zijn ingebed in de organisatie. Er is een uitgebreid trainingsprogramma opgezet om ervoor te zorgen dat alle medewerkers van de marketing- en salesafdelingen die te maken hebben met baby- en kindervoeding, bekend zijn met de regels van de Corporate Standard and Guideline en weten hoe ze deze moeten toepassen. Er is een e-learning ontwikkeld om verdere kennisdeling te garanderen en de kennis up-to-date te houden, ook voor nieuwe medewerkers. Het programma zal in 2014 onderdeel uitmaken van het opleidingsprogramma van FrieslandCampina. In 2014 start een nieuwe ronde van audits op de FrieslandCampina Corporate Standard and Guideline. Crisis- en issuemanagement In het kader van issuemanagement wordt proactief gekeken naar zaken die mogelijk gevolgen kunnen hebben voor de voedselveiligheid en de kwaliteit van de producten. Risicoanalyse, onderzoek en monitoring spelen hierbij een belangrijke rol. FrieslandCampina werkt daarnaast met een crisismanagementsysteem dat via audits en evaluaties regelmatig op adequaatheid wordt gecontroleerd. Training van marketingvertegenwoordigers Door middel van een train de trainer-benadering zijn ongeveer 75 vertegenwoordigers van alle betrokken bedrijfsonderdelen vertrouwd gemaakt met de richtlijn voor marketing van baby- en kindervoeding. De richtlijn wordt verder verspreid en geïmplementeerd binnen de verschillende locaties aan circa 3.500 medewerkers (inclusief medewerkers van externe bureaus en distributeurs). 72 Royal FrieslandCampina in een oogopslag 11,4 miljard euro omzet 21.186 medewerkers Vestigingen in 28 landen Export naar meer dan 100 landen NL BE DE 19.244 leden-melkveehouders zijn de eigenaren van de onderneming Elke dag miljoenen consumenten Royal FrieslandCampina in een oogopslag 73 Netto-omzet 10,8 % gestegen Bedrijfsresultaat 313 miljoen euro voor goodwill impairment 513 miljoen euro Bedrijfsresultaat in % netto-omzet Netto-omzet in miljoenen euro's 2013 11.418 2012 10.309 2011 9.626 2010 8.972 Bedrijfresultaat in miljoenen euro's 2013 313 2013 1 513 2012 487 2011 403 2010 434 Bedrijfresultaat in % netto-omzet in procenten 2,7% 2013 2,7 2013 1 4,5 voor goodwill impairment 2012 4,7 4,5% 2011 4,2 2010 4,8 Winst Winst in miljoenen euro's 157 miljoen euro zonder goodwill impairment 2013 157 2013 1 327 2012 278 327 miljoen euro 2011 216 2010 285 Kasstroom uit operationele activiteiten Operationele kasstroom in miljoenen euro's 596 miljoen euro Melkprijs voor leden-melkveehouders 42,49 euro 2013 596 2012 842 2011 508 2010 444 Melkprijs in euro's per 100 kilo, excl. btw 2013 42,49 2012 36,24 2011 38,77 2010 34,35 1 voor goodwill impairment Bijlagen 74 Externe vertegenwoordigingen FrieslandCampina is lid van of neemt actief deel aan de volgende overlegorganisaties: • ABA/Detic (Belgische Aerosol Vereniging) • APIYCNA (Asia Pacific Infant and Young Child Nutrition Association) • APRIL (Romanian Dairy Association) • Asosiasi Industri Pengolah Susu (AIPS) Indonesia • Asosiasi Perusahaan Produk berNutrisi untuk Ibu dan Anak, • APPNIA (Association of Indonesian Infant Food Manufacturers) • Association for the Food Industries of Particular Nutritional Uses of the European Union (IDACE) • Association of International Juice Manufacturers (AIJN) • ATLA (French Dairy Association) • Belgische Confederatie Zuivelindustrie (BCZ) • Centraal Orgaan Kwaliteitszorg Zuivel (COKZ) • Chinese Dairy Federation • Choices International Foundation • Codex Alimentarius Hungaricus Dairy Commission • Dairy Campus • Dutch Sustainable Growth Coalition (DSGC) • Eigen Vervoerders Organisatie (EVO) • EQCS (European Quality Control Systems for Juices, Nectars and Juice containing Soft drinks) • EU Pledge • Eucolait (European Association of Dairy trade) • European Chamber of Commerce in Vietnam • European Dairy Association (EDA) • European Whey Producers Association (EWPA) • Fachverband der Milchwirtschaftler in Niedersachsen und Sachsen-Anhalt e.V. • Fachverband Westdeutscher Milchwirtschaftler e.V. • Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) • Federation of Hungarian Food Industries •Fenedex • Fevia (Belgische Voedingsmiddelen Federatie) • FMM (Federation of Malaysian Food Manufacturers) • Food Industry Asia (FIA) • Förderung der Milchwirtschaft NRW e.V. • Forum Komunikasi Lintas Asosiasi (FORKAN) • Gabungan Pengusaha Makanan Minuman Indonesia (GAPMMI) • Gemeenschappelijk Zuivelsecretariaat (GEMZU) • Global Dairy Platform (GDP) • Hungarian Dairy Association • Infant and Pediatric Nutrition Association of the Philippines (IPNAP) • Initiatief Duurzame Handel (IDH) • International Dairy Federation (IDF) • • • • International Infant Food Association (ISDI) International Farm Comparison Network (IFCN) International Life Science Institute (ILSI Europe) International Union for the Conservation of Nature (via Leaders for Nature) (IUCN) • Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) • Milch Industrie Verband (MIV) Duitsland • Milch-Verwertungs-GmbH NRW • Milchprüfring Baden-Würtenberg e.V. • Milchwirtschaftlicher Verein Baden-Würtemberg e.V. • Molkerei-Fachberat NRW • Nationale Coöperatieve Raad (NCR) • Nederlands Nationaal Comité van de Internationale Zuivelbond • Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) • Nederlandse Vereniging Frisdranken, Waters en Sappen (FWS) • Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) •Nedvang • Productschap voor Zuivel (PZ) • Regulier Overleg Warenwet (ROW) • Rheinischer Landwirtschaft- Verband e.V. • Round Table for Responsible Soy • Round Table on Sustainable Palm Oil • Russian Dairy Federation • Sale of Infant Food Ethics Committee Singapore (SIFECS) • SEPTE (Federation of Greek Baby Food Industries) • SEVGAP (Federation of Greek Dairy Industries) • SEVT (Federation of Greek Food Industries) • Stichting Food Valley • Stichting Ik Kies Bewust • Stichting RMO controle • Stuurgroep UTZ cacao • Sure Global Fair • Sustainable Agriculture Initiative (SAI) Platform • Task Force Duurzame Soja • Top Institute Food and Nutrition (TIFN) • Verband Lebensmittel ohne Gentechnik • Vereniging Nederlandse Fabrikanten Kinder- en Dieetvoeding (VNFKD) • Vereniging Energie, Milieu en Water (VEMW) • VLM ( Vereniging Logistiek Management) •VNO-NCW • World Cocoa Foundation Deze lijst is niet geheel uitputtend. Bijlagen Verklarende woordenlijst Auditconvenant Een convenant dat erop is gericht dat zo veel mogelijk industriële eindgebruikers van energie vooraanstaand worden en blijven op gebied van energie-efficiëntie in België. CDM Continue DiergezondheidsMonitor (CDM) is een ‘continue’ monitoring van de diergezondheid op basis van bestaande gegevens over de gezondheid van dieren. Het systeem levert veehouders veel praktische informatie op voor het monitoren van de diergezondheid. Codex De Codex Alimentarius Commission (Codex) is een internationaal forum dat internationale normen voor voedselproducten ontwikkelt, met als doel de internationale volksgezondheid te beschermen en de eerlijkheid van de handel in voedselproducten te bevorderen. Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren Afspraken met verschillende partijen over energiebesparing, gebruik en productie van duurzame energie en broeikasgasreductie in Nederland. CSR Corporate Social Responsibility (CSR) oftewel maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Dutch Sustainable Growth Coalition Samenwerkingsverband tussen belangrijkste Nederlandse ondernemingen. FNLI De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) is de koepelorganisatie van bedrijven en brancheorganisaties in de Nederlandse levensmiddelenindustrie (food en non-food). Foqus planet Duurzaamheidsprogramma voor de melkveehouderij. Foqus SHE Het FrieslandCampina-milieu- en veiligheidsmanagementprogramma. Fte Fulltime equivalent: aantal medewerkers op basis van een fulltime dienstverband. 75 GMO Genetisch gemodificeerd organisme. GRI Global Reporting Initiative (GRI) is de internationale richtlijn voor het rapporteren over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. GVO Garantie van Oorsprong HACCP Hazard Analysis and Critical Control Points (HACCP) is een managementsysteem gericht op voedselveiligheid door middel van een analyse en controle van biologische, chemische en fysieke gevaren van de productie van grondstoffen, inkoop en verwerking tot productie, distributie en consumptie van het eindproduct. IDH Initiatief Duurzame Handel (IDH). Deze Nederlandse organisatie bundelt krachten in de samenleving en brengt koplopers uit bedrijfsleven, vakbonden, milieuorganisaties, ontwikkelingsorganisaties en overheid samen in daadkrachtige coalities. ISO 9001 Een norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie en de manier waarop de organisatie met het kwaliteitsbeleid omgaat. ISO 14001 Een van de normen van de ISO 14000-serie. Deze norm wordt wereldwijd toegepast om milieumanagementsystemen op te zetten en te certificeren. ISO 26000 Een richtlijn met verschillende doelstellingen die erop gericht is organisaties te ondersteunen bij de implementatie van MVO. JOGG In 2010 is in Nederland het Jongeren Op Gezond Gewichtinitiatief (JOGG) gelanceerd, waaraan FrieslandCampina actief bijdraagt. Door de JOGG-aanpak moeten voldoende bewegen en gezonder eten de norm worden. 76 LTA Rate De Lost Time Accidents Rate (LTA), ofwel de ongevallenfrequentieverhouding, geeft aan hoeveel ongevallen er zijn geweest per 200.000 gewerkte uren. LTO De Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) is een Nederlandse organisatie voor collectieve belangenbehartiging, individuele dienstverlening en groepsgerichte activiteiten voor Nederlandse agrarische ondernemers. MJA-3 De meerjarenafspraken energie-efficiency zijn overeenkomsten tussen de Nederlandse overheid en bedrijven en instellingen over het effectiever en efficiënter inzetten van energie. NGO Non Governmental Organization. NZO De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) is de brancheorganisatie voor de Nederlandse zuivelindustrie. OHSAS 18001 Een richtlijn in de Occupational Health and Safety Assessment Series. RSPO De Round table on Sustainable Palm Oil (RSPO) is een not-for-profit associatie die belanghebbenden verenigt uit zeven sectoren van de palmolie-industrie voor het ontwikkelen en uitvoeren van wereldwijde normen voor duurzame palmolie. RTRS De Round Table on Responsible Soy (RTRS) is een international platform waarin sojaproducenten, sojahandel, verwerkende industrie, banken en maatschappelijke organisaties samenwerken om duurzaamheidscriteria voor de mondiale sojateelt te ontwikkelen en te implementeren. SAI Platform Het Sustainable Agriculture Initiative (SAI) is een platform opgericht door de voedingsmiddelenindustrie om wereldwijd te communiceren over en actief te ondersteunen van de ontwikkeling van duurzame landbouw waar verschillende belanghebbenden van de voedselketen bij betrokken zijn. Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij Een samenwerking tussen vier agrarische koepelorganisaties, twee natuur- en milieuorganisaties, een bank, provincies en het Nederlandse Rijk voor duurzame en diervriendelijke veehouderij. UTZ Certified Een wereldwijd certificeringsprogramma voor verantwoorde koffie, thee en cacao. VNO-NCW VNO-NCW is de grootste ondernemingsorganisatie van Nederland. De aangesloten bedrijven en (branche) organisaties — tezamen zo’n 115.000 ondernemingen — vertegenwoordigen 90 procent van de werkgelegenheid in de Nederlandse marktsector. WBCSD De World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) is een wereldwijde organisatie op het gebied van management- en sustainability-vraagstukken. Weidemelk Melk van koeien die gedurende minimaal 120 dagen per jaar, ten minste 6 uur per dag, van voorjaar tot najaar in de wei lopen. WHO De World Health Organisation (WHO) ofwel de Wereldgezondheidsorganisatie is een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties. Bijlagen Verwerking van de rapportage en betrouwbaarheid van gegevens Milieu- en arbeidsveiligheidgegevens De productielocaties in Nederland verzamelen al ruim tien jaar milieu- en energiegegevens. Deze gegevens worden gerapporteerd aan de overheid, als onderdeel van convenantafspraken. De productielocaties in Duitsland en België rapporteren sinds 2004 de milieugegevens aan de overheid. Ook de productielocaties in Rusland, Thailand en de Verenigde Staten rapporteren milieugegevens aan de overheid. Het centrale milieudatasysteem van FrieslandCampina vormt de basis van de rapportage. Dit is ontstaan doordat na de fusie de databases van beide ondernemingen zijn samengevoegd. In totaal zijn 64 productielocaties opgenomen in deze database. Voor het verslagjaar 2013 hebben alle 64 productielocaties de relevante data gerapporteerd. In 2013 is het milieuen arbeidsveiligheidregistratie- en rapportagesysteem verder verbeterd. Nauwkeuriger dataverzameling is het beoogde resultaat. Eerst wordt gewerkt aan het verbeteren van het systeem voordat onafhankelijke verificatie van de dataverzameling wordt gezocht. Personeelsgegevens Het aantal fte’s is gebaseerd op gegevens uit de financiële systemen. De gegevens over ziekteverzuim en diversiteit (leeftijd, geslacht, regio) zijn apart opgevraagd en verzameld. De gerapporteerde data dekken 98 procent van het personeelsbestand. De komende jaren wordt het personeelregistratie- en rapportagesysteem verder verbeterd. Nauwkeuriger dataverzameling is het gevolg. Jaarlijks MVO-verslag In het jaarlijkse MVO-verslag zet FrieslandCampina haar strategie, het beleid en de voortgang op het gebied van MVO uiteen. Dankzij het gebruik van kwantitatieve data wordt het steeds beter mogelijk trends in kaart te brengen en hierop te sturen in het MVO-beleid. Met de gegevens kunnen de prestaties voor elk MVOthema worden beoordeeld. In 2010 is FrieslandCampina begonnen met dataverzameling op een aantal terreinen. In 2011 is het aantal doelstellingen verder uitgebreid. In 2013 is FrieslandCampina gestart met het ontwikkelen van kwantitatieve prestatie-indicatoren (KPI’s), die ondersteuning en richting geven aan de doelstellingen 2020. FrieslandCampina gebruikt de GRI G3-richtlijnen en de criteria van de Transparantiebenchmark van het ministerie van Economische Zaken als leidraad bij het opstellen van het MVO-verslag. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de informatiebehoefte van haar stakeholders. Beide instrumenten zijn tot stand gekomen na een uitgebreid consultatieproces met het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en diverse instanties van over de hele wereld. Het MVO-verslag en de bijbehorende GRI-index zijn te vinden op www.frieslandcampina.com. Meer informatie over de GRI-richtlijnen is beschikbaar op www.globalreporting.org. 77 Elke dag voorziet Royal FrieslandCampina miljoenen consumenten verspreid over de wereld van zuivelproducten met waardevolle voedingsstoffen. Met een jaaromzet van 11,4 miljard euro behoort FrieslandCampina tot de vijf grootste zuivelondernemingen in de wereld. FrieslandCampina levert consumentenproducten als zuiveldranken, kindervoeding, kaas en desserts in een groot aantal Europese landen, in Azië en in Afrika. Ook worden producten geleverd aan professionele afnemers, waaronder room- en boterproducten aan bakkerijen en horecabedrijven. Daarnaast produceert FrieslandCampina ingrediënten en halffabricaten voor producenten van kindervoeding, de voedingsmiddelenindustrie en de farmaceutische sector wereldwijd. FrieslandCampina heeft vestigingen in 28 landen met in totaal 21.186 medewerkers. De producten van FrieslandCampina vinden hun weg naar meer dan 100 landen. Het centrale kantoor van de onderneming is gevestigd in Amersfoort. De activiteiten van FrieslandCampina zijn onderverdeeld in vier marktgeoriënteerde business groups: Consumer Products Europe, Middle East & Africa; Consumer Products Asia; Cheese, Butter & Milkpowder en Ingredients. De vennootschap is volledig in handen van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A., met 19.244 leden-melkveehouders in Nederland, Duitsland en België een van de grootste zuivelcoöperaties in de wereld. Koninklijke FrieslandCampina N.V. Stationsplein 4 3818 LE Amersfoort T +31 33 713 3333 www.frieslandcampina.com
© Copyright 2024 ExpyDoc