FrieslandCampina MVO-Verslag 2013

MVO-verslag 2013
Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Toelichting
In dit MVO-verslag doet Koninklijke FrieslandCampina N.V.
verslag van de resultaten en de belangrijkste ontwikkelingen
op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen
(MVO) in 2013. Het MVO-verslag 2013 is opgesteld volgens de
richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI) en de
criteria van de Transparantiebenchmark. Het verslag voldoet
aan level B (self declared).
Het MVO-verslag en de bijbehorende GRI-index zijn tevens te
vinden op www.frieslandcampina.com. Vragen, opmerkingen
of suggesties naar aanleiding van dit MVO-verslag ontvangen
wij graag op het volgende adres:
[email protected].
Inhoud
4Woord vooraf
6Belangrijkste MVO-ontwikkelingen 2013
8Kerncijfers MVO
10Strategie route2020: duurzame groei én waardecreatie
12Uitdagingen in de wereld
16Voedingswaarde & gezondheid
26Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika
32Efficiënte en duurzame productieketens
40Duurzame melkveehouderij
48Betrokkenheid van medewerkers
54Uitdagingen en ambities
56De verwaarding van MVO: kansen voor merken, markten en klanten
60Maatschappelijke waardering voor het MVO-beleid
62 Het fundament: borging van het MVO-beleid
72Royal FrieslandCampina in een oogopslag
74Bijlagen
74Externe vertegenwoordigingen
75
Verklarende woordenlijst
77Verwerking van de rapportage en betrouwbaarheid van gegevens
4
Woord vooraf
Geachte lezer,
Met tevredenheid kijk ik terug op de enthousiaste ontvangst
in eigen gelederen van onze FrieslandCampina purpose, zeg
maar missie, gekoppeld aan de drie grote uitdagingen in de
wereld waar we als internationale zuivelspeler op bescheiden
wijze deel van oplossingen willen zijn. Daarmee hebben we
echt versnelling op gang gebracht in de internationale uitrol
van onze MVO-activiteiten en de betrokkenheid van onze
mensen.
Een mooi moment was de opening van het FrieslandCampina
Innovation Centre door koningin Máxima op Wereldvoedseldag.
Tijdens de opening lichtten we deze uitdagingen verder toe
en verbeeldden we de koppeling met onze corporate story en
purpose. Het gaat hierbij om voedsel- en nutriëntenzekerheid
voor een snelgroeiende wereldbevolking, de vergrijzing
onder boeren wereldwijd en de schaarste aan natuurlijke
hulpbronnen voor de productie van voedsel zoals zuivel.
Ons MVO-beleid met vier speerpunten voor de onderneming
met ruim 120 locaties en de coöperatie met ruim 14.000
melkveehouderijen sluit naadloos aan op deze drie
uitdagingen. Dit gedachtegoed en onze commitment erachter
komt tot uiting in drie woorden Nourishing by nature. We
geven helder – en passend bij dit coöperatieve zuivelbedrijf
met ruim 140 jaar historie – weer waar we vandaan komen,
waar we staan en waar we naartoe willen.
We zetten onze merken en onze mensen in om klanten en
consumenten te dienen, creëren financiële waarde voor
onze leden-melkveehouders, maar leveren tegelijkertijd
een bijdrage aan maatschappelijke ontwikkelingen in de
landen waar we opereren. Denk bijvoorbeeld aan de stappen
die we in 2013 gezet hebben met onze hulpprogramma’s,
microkredieten en trainingen voor kleine en middelgrote
boeren in de melkveehouderij in Azië en Afrika. Er zijn
overeenkomsten getekend met China en Indonesië
om kennis over te dragen op het gebied van landbouw
en voedselveiligheid, er zijn binnen ons eigen Dairy
Development Programme microkredieten opgezet voor
Vietnam en Indonesië ter waarde van 22 miljoen euro. Met
het Farmer2Farmer programma worden nu in samenwerking
met partner Agriterra onze leden-melkveehouders
uitgestuurd voor training van boeren in Azië. We helpen nu
samen met onze partners zo’n 100.000 kleine boeren in de
melkveehouderij en 30.000 kleine boeren in de sojateelt
in India en Brazilië. Zo beginnen we onze business case
voor duurzaamheid robuust te maken en maken we het een
integraal onderdeel van onze werkwijze.
Niet dat we er al zijn overigens. We zijn nog steeds stevige
inhaalslagen aan het maken op diverse terreinen zoals met
onze MVO-rapportage. Ook is het beslist niet zo dat MVO
inmiddels in alle haarvaten van onze organisatie zit. Dat
vraagt nog tijd, maar we bouwen voort en doen dit samen
met steeds meer betrokken collega’s en melkveehouders.
In Nederland hebben we fikse commitments afgegeven
aan de politiek voor de duurzame melkveehouderij en een
verantwoorde groei in ons land na de afschaffing van het
melkquotum. Borging van weidegang, verwerking van mest,
het verbeteren van mineralenefficiency en reductie van
broeikasgasemissies zijn belangrijke thema’s waar we de
gestelde doelen samen met onze leden-melkveehouders de
komende jaren moeten realiseren. Met de volledige inzet van
hun vakmanschap, kennis en innovatieve slagkracht waar
FrieslandCampina in al die decennia groot mee is geworden,
kunnen we die license to produce of misschien beter de
license to grow ook met elkaar verdienen en behouden
voor de komende jaren. Alle schakels van de keten – van
fokkerij en veevoer tot en met de fabrieken – zullen moeten
samenwerken om aan de hedendaagse, internationale
eisen op het vlak van verantwoorde productie, veiligheid,
zorgvuldigheid en transparantie te blijven voldoen.
We zijn het aan onze positie – en goede naam – als
wereldspeler in zuivel en aan onze consumenten en
maatschappij in dit productieland Nederland, maar ook in
onze andere afzetmarkten verplicht.
Cees ’t Hart
CEO Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Woord vooraf
5
Geachte lezer,
Voor de leden-melkveehouders van FrieslandCampina
heeft 2013 zich laten gelden als een recordjaar voor
melkprijs en inkomsten. Het is tekenend voor de mooie
ondernemerskansen voor de Nederlandse melkveehouders
op de wereldmarkt, waar een snelgroeiende bevolking
met meer koopkracht de vraag naar zuivel doet groeien.
Het verdwijnen van het melkquotum in Europa in 2015
biedt ruimte om de productie van melk in Nederland in
kleine stappen te vergroten. We gaan uit van zo’n 2 à
2,5 procent per jaar. Het is daarom van belang om tot
een goede overeenstemming te komen met politieke en
maatschappelijke belanghebbenden – onze ‘stakeholders’
– over de voorwaarden waaronder die groei kan
plaatsvinden. Voor FrieslandCampina is 2013 dan ook met
name het jaar geweest van het stakeholderoverleg en het
borgen van draagvlak in Nederland voor een verantwoorde
ontwikkeling van melkveehouderij en zuivel.
Ik ben dan ook verheugd dat we met een breed
platform van LTO Nederland – de belangenbehartiger
van de boeren in ons land – en met de Nederlandse
Zuivel Organisatie (NZO) waar FrieslandCampina
bij aangesloten is, een toekomstvisie hebben
neergelegd waarin het grondgebonden gezinsbedrijf
de basis blijft van de melkveehouderij. Daarnaast
hebben we ons gecommitteerd aan het behoud van
weidegang, de instelling van een fosfaatplafond,
betere mineralenefficiency en de reductie van
broeikasgasemissies. Onder deze voorwaarden zal
de Nederlandse zuivelsector een belangrijke bijdrage
blijven leveren aan de groeiende vraag in de wereld naar
smaakvolle voedingsmiddelen met hoogwaardige eiwitten,
mineralen en vitaminen.
Nu komt het er op aan dat we het vertrouwen dat we
hebben gekregen van onze stakeholders ook echt gaan
‘verdienen’ door met elkaar de beloofde resultaten waar te
maken. Er staat veel op het spel, ook voor de Nederlandse
economie en werkgelegenheid zoals in het rapport ‘Lang
Houdbaar’ van de NZO is opgetekend: 44.000 banen,
6 miljard euro aan export, goed voor 9 procent van het
Nederlandse handelsoverschot en 700 miljoen euro aan
investeringen in nieuwe fabrieken en innovatiecentra.
Ik doe dan ook een dringend beroep op de 19.000
leden-melkveehouders van FrieslandCampina om hun
vindingrijkheid, ondernemerschap en vakmanschap aan
te wenden voor de versnelling van innovaties op en rond
de melkveehouderij zodat de doelen van ons programma
voor de duurzame melkveehouderij – Foqus planet –
worden gerealiseerd. Blijven de resultaten achter, dan
dreigen alsnog dierrechten en gaat de rem op de groei.
Dat is ook vanuit het oogpunt van nutriëntenzekerheid
voor circa 1 miljard consumenten in de ruim 100 landen die
FrieslandCampina voorziet van producten, geen wenselijke
ontwikkeling.
Ik heb er alle vertrouwen in dat we door een goede
samenwerking in de keten en met de energieke
inzet van onze leden-melkveehouders, aantoonbaar
verantwoord kunnen groeien. Daarmee houden we melk
en melkproducten op de kaart als belangrijke bron van
essentiële voedingsstoffen en als ‘witte motor’ van de
Nederlandse economie.
Piet Boer
Voorzitter bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
6
Belangrijkste MVO-ontwikkelingen 2013
Voedingswaarde
& gezondheid
● Met de introductie van Optimel Puur heeft FrieslandCampina de
eerste drinkyoghurt op de markt gebracht die geen toegevoegde
suikers én geen zoetstoffen bevat. Een smaakvolle drinkyoghurt
met uitsluitend van nature aanwezige suikers uit fruit en zuivel
(4,1 gram per 100 ml).
● Wereldwijd zijn Goodness of Dairy-campagnes opgezet om
consumenten bewust te maken van het belang van zuivel als
onderdeel van een gezond en gevarieerd voedingspatroon.
Ontwikkeling lokale
melkveehouderij in
Azië en Afrika
● FrieslandCampina heeft een samenwerkingsovereenkomst
getekend met de Indonesische overheid voor het
verlenen van steun aan het Dairy Village Programme. De
overeenkomst is erop gericht de Indonesische overheid
te helpen de nationale productie van verse melk in de
periode tot 2025 met 50 procent te verhogen en zo het land
zelfvoorzienend te maken in verse melk.
● FrieslandCampina Vietnam heeft een subsidie gekregen
van de Nederlandse overheid voor het opzetten van
Efficiënte en
duurzame
productieketens
● In 2013 heeft FrieslandCampina de doelstelling van 2 procent
energie-efficiëntie behaald: ten opzichte van 2012 verbeterde
de efficiëntie van primaire energie in de productielocaties
met 3,2 procent. De waterefficiëntie is ook verbeterd, met
2,3 procent.
● FrieslandCampina DMV in Veghel beschikt sinds oktober 2013
over een energiezuinige indamper, waardoor er 60 procent
energie wordt bespaard. Met deze indamper wordt water
verdampt uit de wei waardoor de aanwezige melksuiker
Duurzame
melkveehouderij
● Drie leden-melkveehouders hebben in samenwerking met
investeerders het windmolenpark Van Gogh gerealiseerd. De
vijf windmolens produceren zo’n 27.900 MWh elektriciteit
per jaar, ongeveer gelijk aan het elektriciteitsverbruik van
8.000 Nederlandse huishoudens en voldoende voor de
productielocaties van FrieslandCampina in Eindhoven en
Maasdam.
Belangrijkste MVO-ontwikkelingen 2013
7
● Sinds 2011 organiseert FrieslandCampina Wereldmelkdagactiviteiten in 28 landen om gezonde voeding onder de
aandacht te brengen bij consumenten, schoolkinderen en
families. In Hong Kong werden zo in 2013 meer dan 21.000
schoolkinderen bereikt.
drie dairy zones. Een dairy zone is een cluster van
melkveehouders die worden opgeleid voor het beheren
van duurzame professionele familiebedrijven, met oog
voor productiviteit per koe en kwaliteit van de melk.
● In 2013 hebben elf FrieslandCampina ledenmelkveehouders als onderdeel van het Farmer2Farmer
programma meer dan achthonderd lokale melkveehouders
getraind in Thailand, Maleisië en Indonesië.
spontaan kan kristalliseren. De warmte die vrijkomt bij
deze nieuwe methode wordt dusdanig benut dat geen
koelwater meer nodig is.
● Het nieuwe FrieslandCampina Innovation Centre in
Wageningen heeft het BREAAM-certificaat ontvangen, hét
keurmerk in Nederland voor de duurzaamheidprestaties
van gebouwen. Het energieverbruik van het Innovation
Centre ligt 25 procent onder de norm die door de overheid
is vastgesteld.
● Compassion In World Farming (CWIF), een organisatie
die zich inzet voor het welzijn van landbouwdieren,
reikte op 30 oktober 2013 de Good Farm Animal
Welfare Awards uit. FrieslandCampina ontving de Good
Dairy Award voor Foqus planet en de inspanningen die
binnen het programma zijn verricht op het gebied van
het bevorderen van weidegang en diergezondheid.
● FrieslandCampina biedt basisschoolleerlingen al
bijna tachtig jaar verse zuivel aan. In 2013 lanceerde
FrieslandCampina een landelijke campagne voor Campina
Schoolmelk. Op de vernieuwde website vinden bezoekers
een film over Schoolmelk en het digitale ‘Schoolspel’, en
kunnen ouders contact leggen via social media.
● FrieslandCampina steunt samen met Rabobank
Foundation één coöperatie in Vietnam en twee
coöperaties in Indonesië met educatie en betaalbare
financieringen. Op deze wijze dragen zij bij aan
het verbeteren van de kwaliteit van de lokale
melkveehouderij. Het totale bedrag aan financiering
betreft circa 1,5 miljoen euro.
● FrieslandCampina wil in 2020 voor 100 procent gebruik
maken van duurzame elektriciteit uit agrarisch domein
in Nederland, bij voorkeur geproduceerd op de bedrijven
van de leden-melkveehouders. In 2013 was dit het geval
voor 63 procent van het elektriciteitsverbruik van de
Nederlandse productielocaties.
● Het Koe-Kompas is per 1 januari 2014 toegevoegd
aan het Foqus planet programma, na een succesvolle
pilot met twee groepen leden-melkveehouders.
Het managementinstrument is ontwikkeld door
dierenartsen en melkveehouders en brengt de sterke
punten en verbeterpunten in kaart ten aanzien van de
gezondheid van de dieren.
8
Kerncijfers MVO
2013
2012
21.186
19.946
Van wie mannen
15.890
14.760
Van wie vrouwen
5.296
5.186
2.819
2.897
53.000
46.352
259
254
0,6% 1
1,0%
151 2
181
Medewerkers (gemiddeld aantal fte's)
Deelnemers FrieslandCampina Academy, wereldwijd
Aantal uren besteed door medewerkers aan FrieslandCampina Academy trainingen
Gemiddeld aantal programma’s FrieslandCampina Academy
Ongevallenratio per 200.000 gewerkte uren (LTA Rate)
Producten met het Vinkje/Choices-logo
Medewerkers per business group 2013
Medewerkers naar regio 2013
(gemiddeld aantal fte's)
(gemiddeld aantal fte's)
Corporate
& Support
4% 897
Ingredients
3.002
Cheese, Butter
& Milkpowder
2.664
5%
14%
13%
21.186
Afrika en
Noord- en
het Midden-Oosten
Zuid-Amerika
1.026 1% 167
Consumer
Products
Europe,
39%
Middle East
& Africa
8.193
30%
Consumer
Products Asia
6.430
Azië en
Oceanië
6.846
34%
32%
Nederland
7.112
21.186
8%
20%
Duitsland
1.692
Rest van Europa
4.343
De LTA rate van van 2013 is exclusief de verworven bedrijven (Alaska Milk Corporation, Yoko Cheese, Zijerveld en Den Hollander Food).
Geacquireerde bedrijven tellen met ingang van het tweede volledige kalenderjaar na de acquisitie mee in de LTA.
1
Een afname van 30 producten vanwege aanpassing van het assortiment.
2
Kerncijfers MVO
9
2013
2012 1
14.083
13.533
CO2-uitstoot melkverwerking (kton CO2)
•Elektriciteit
•Stookolie
•Aardgas
•Dieselolie
381
72
650
69
364
100
651
66
CO2-reductie door inzet van duurzame energie (kton CO2eq)
-106
-64
15.149
14.651
20.472
20.466
3,25
3,35
26.674
26.413
4,23
4,33
52.012
56.444
307
703
Hergebruikt of gerecycled afval (%)
65
63
Ingekochte duurzaam geproduceerde elektriciteit Nederland (%)
63
40
Ingekochte duurzaam geproduceerde elektriciteit wereldwijd (%)
31
19
CO2-uitstoot melkproductie (kton CO2)
Totale CO2-uitstoot van FrieslandCampina (kton CO2eq)
(Scope 1, 2 en 3) 2
Totaal energieverbruik melkverwerking (TJ)
Energieverbruik per ton product (GJ / ton)
Totaal waterverbruik (x 1000 m3)
Waterverbruik per ton product (GJ / ton)
Totale hoeveelheid afval excl. waterzuiveringsslib (ton)
Totale hoeveelheid chemisch/gevaarlijk afval (ton)
Energieverbruik melkverwerking
(TJ)
25.000
20.385
20.466
20.472
20.000
15.000
10.000
5.000
0
warmte
2011
2012
elektriciteit
stookolie
2013
aardgas
Vanwege een kwaliteitsverbetering in de dataverzameling, zijn de gegevens zoals gerapporteerd in het MVO-verslag 2012 aangepast.
1
2
Rapportage over scope 1, 2 en 3 conform het GHG Protocol. Scope 3 betreft de hoeveelheid broeikasgassen op boerderijniveau.
10
Strategie route2020:
duurzame groei én waardecreatie
Ambitie
De meest succesvolle, professionele en aantrekkelijke zuivelonderneming creëren voor haar
leden-melkveehouders, medewerkers, afnemers en consumenten en voor de samenleving door mensen
wereldwijd essentiële voedingsstoffen uit zuivelproducten te bieden voor elke fase in hun leven
Groeicategorieën
Zuiveldranken
Kindervoeding
(B2B, B2C)
Merkkaas
Sterke posities
& geografische
groei
Foodservice
in Europa
Basisproducten
Inspelen op
behoeften
Groei &
ontwikkeling
Dagelijkse
voeding
Gezondheid &
welzijn
Functionaliteit
Talent
management
Melkvalorisatie
Innovatie
Businessmodel &
kostenfocus
Al ’t goede
van zuivel
Ketenvoordelen
Duurzaamheid
Onze manier
van werken &
veiligheid
Vaardigheden
Fundament
Strategie route2020: duurzame groei én waardecreatie
11
FrieslandCampina heeft de ambitie de meest succesvolle,
professionele en aantrekkelijke zuivelonderneming te
creëren voor haar leden-melkveehouders, medewerkers,
afnemers en consumenten en voor de samenleving.
De groeiende vraag op de wereldmarkt naar gezonde
voeding die op duurzame wijze is geproduceerd, biedt
FrieslandCampina kansen.
Om deze ambitie waar te maken heeft FrieslandCampina
voor de periode 2010 – 2020 de strategie route2020
geformuleerd. Sleutelwoorden daarin zijn duurzame groei
en waardecreatie: duurzame groei van de onderneming en
het tot maximale waarde brengen van alle door de ledenmelkveehouders van de coöperatie geproduceerde melk.
FrieslandCampina streeft naar realisatie van de volgende
doelstellingen:
• een toename van het aandeel toegevoegde waarde- en
merkproducten in het totale verkoopvolume;
• een verdere groei van het bedrijfsresultaat;
• een substantieel hogere prestatietoeslag en een
hogere uitgifte van ledenobligaties aan de ledenmelkveehouders;
• een reductie van 80 procent van het aantal ongevallen
met verzuim per 200.000 gewerkte uren in 2020 ten
opzichte van 2011;
• klimaatneutrale groei, in de gehele keten van koe tot
consument.
FrieslandCampina investeert meer dan gemiddeld in de
drie groeicategorieën zuiveldranken, kindervoeding en
merkkaas. Deze categorieën worden ondersteund door
research & development inspanningen op het gebied van
groei & ontwikkeling (van kinderen), dagelijkse voeding,
gezondheid & welzijn en functionaliteit.
Doordat de onderneming Koninklijke FrieslandCampina N.V.
een directe relatie heeft met Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina U.A., wordt de gehele productieketen
van boerderijmelk tot distributie beheerst. Hierdoor
kan FrieslandCampina instaan voor de kwaliteit van
haar producten. In de samenwerking met de ledenmelkveehouders wordt het accent gelegd op kwaliteit,
voedselveiligheid en duurzame bedrijfsvoering.
FrieslandCampina streeft ernaar de voorziene groei van
haar activiteiten klimaatneutraal te realiseren, in de
gehele keten van koe tot consument. De onderneming wil
dit bereiken door samen met de leden-melkveehouders
en ketenpartners te werken aan het verbeteren van de
energie-efficiency, het verminderen van de uitstoot van
broeikasgassen, het stimuleren van de productie van
duurzame energie op melkveebedrijven en het behoud van
de koe in het Nederlandse landschap.
Uitdagingen in de wereld
Naar verwachting telt de wereldbevolking
En zelfs als de beschikbaarheid van grond
in 2050 tussen de 9 en 10 miljard mensen.
en water geen probleem zou vormen, blijven
Het voeden van deze groeiende populatie is
er dan genoeg boeren om ons dagelijks
een enorme uitdaging en heeft implicaties
voedsel te produceren? En zullen zij
voor mens, dier én voor het milieu. Hoe kan
hiermee voldoende kunnen verdienen om
er voldoende en betaalbare nutriëntrijke en
zichzelf en hun gezinnen te onderhouden?
energierijke voeding worden geproduceerd?
FrieslandCampina wil met haar activiteiten
Vruchtbaar land en schoon drinkwater zijn
een bijdrage leveren aan het oplossen van
in sommige gebieden nu al schaars.
deze drie mondiale uitdagingen.
Uitdagingen in de wereld
13
De groeiende wereldbevolking
• Het voeden van de groeiende wereldbevolking
• De beschikbaarheid van voldoende nutriënt- en energierijke voeding
en de betaalbaarheid van voedsel voor brede bevolkingsgroepen
• Het behouden van voedselveiligheid en consumentenvertrouwen
Ouder wordende boeren
• Jongeren interesseren voor het boerenvak door toekomstperspectief te bieden en
daarmee in te spelen op de wereldwijd snel toenemende gemiddelde leeftijd van boeren
• Boeren moeten een voldoende hoog inkomen kunnen realiseren voor een verantwoorde
bedrijfsvoering en het creëren van een positieve toekomst voor zichzelf en hun kinderen
• Wereldwijd zijn 750-900 miljoen mensen voor hun inkomen afhankelijk
van de melkveehouderijsector
Schaarste aan natuurlijke hulpbronnen
• Inspelen op de toenemende schaarste aan land, water en andere natuurlijke
hulpbronnen door efficiënter te produceren
• Het verlagen van de broeikasgassenuitstoot en meer gebruik maken van
hernieuwbare energie
• Bijdragen aan het behoud van biodiversiteit
14
Wereldwijde uitdagingen
De groeiende
wereldbevolking
Ouder wordende boeren
Schaarste aan natuurlijke
hulpbronnen
De pijlers van onze MVO-strategie
Voedingswaarde &
gezondheid
Tekort aan nutriënten
terugdringen
Ontwikkeling
melkveehouderij
in Azië en Afrika
Kleine melkveehouders in Azië en
Afrika verder helpen
Efficiënte en duurzame
productieketens
Grondstofgebruik
verbeteren
Duurzame
melkveehouderij
De standaard bepalen
Nourishing by nature
Melk bevat van nature essentiële voedingsstoffen, zoals eiwitten,
vitaminen B2 en B12 en mineralen zoals calcium. Door het
aanbieden van betrouwbare en smakelijke zuivelproducten levert
FrieslandCampina een bijdrage aan het veiligstellen van voedsel- en
nutriëntenzekerheid. Daarbij streeft FrieslandCampina ernaar de
druk op natuurlijke hulpbronnen en het milieu te beperken.
Elke dag waarderen miljoenen consumenten over de hele wereld FrieslandCampina’s
innovatieve en smaakvolle zuivelproducten. FrieslandCampina brengt het beste van twee
werelden samen. Het vakmanschap en ondernemerschap van de leden-melkveehouders
wordt gecombineerd met de expertise, klantoriëntatie en ervaring met de internationale
bedrijfsvoering van de medewerkers.
FrieslandCampina committeert zich aan hoge standaarden op het gebied van
voedselveiligheid, persoonlijke veiligheid voor medewerkers, kwaliteit, duurzaamheid en
transparantie in de gehele productieketen: ‘van gras tot glas’. Het vormt de basis van het
klant- en consumentenvertrouwen in de producten en verzekert de continuïteit die zo
kenmerkend is voor de onderneming en de coöperatie.
FrieslandCampina gelooft in gedeelde waarden (shared values): het gelijktijdig realiseren
van een toereikend inkomen voor de leden-melkveehouders, toegevoegde waarde voor
klanten en consumenten, en persoonlijke groei en carrièreperspectief voor medewerkers.
Tegelijkertijd is FrieslandCampina een meerwaarde voor de samenlevingen waarin
zij actief is. Zo worden kansen gecreëerd en perspectieven geboden voor alle
belanghebbenden.
15
16
Voedingswaarde & gezondheid
Naar verwachting telt de wereldbevolking in 2050 tussen de 9 en
10 miljard mensen. Het voeden van deze groeiende wereldbevolking
is een enorme uitdaging. Nu al kampt een aanzienlijk deel van
de wereldbevolking met ondervoeding door een tekort aan
voedingsstoffen. FrieslandCampina draagt met haar producten bij
aan de wereldvoedselvoorziening door het aanbieden van nutriënten energierijke voeding. Daarnaast wil het bedrijf helpen bij het
terugdringen van het groeiend aantal mensen met overgewicht, en
in het bijzonder bij kinderen. Dat doet FrieslandCampina door het
verbeteren van de productsamenstelling, door voorlichting over
gezonde voeding en een gezonde leefstijl en door de gezonde keuze
in voeding gemakkelijker te maken voor de consument.
17
18
Voedingswaarde & gezondheid
Doelstelling 2020
Verminderen van
suiker, zout en vet
in producten van
FrieslandCampina
Het ontwikkelen van
een bedrijfsstandaard
voor etikettering en
consumenteninformatie
Per jaar tien miljoen
kinderen effectief
bereiken met
voorlichting over
gezonde voeding
Hulp bieden bij
de aanpak van
ondervoeding
Resultaten 2013
Ambities 2014
Voedingskundige richtlijnen opgesteld voor
Azië, Afrika en het Midden-Oosten (in 2012
zijn de voedingskundige richtlijnen inclusief
actieplannen en doelen opgesteld voor
Europa).
Opstellen van actieplannen inclusief doelen
voor Azië, Afrika en het Midden-Oosten.
Bedrijfsstandaard voor etikettering en het
verstrekken van voedingskundige informatie
is vertaald naar de lokale situaties.
Goedkeuren en implementeren van
het omzetten van alle consumentenverpakkingen conform de nieuwe
bedrijfsstandaard.
Actieve deelname aan EU Pledge en
Singapore Advertising Code ten behoeve van
verantwoorde marketing gericht op kinderen.
Actieve deelname aan EU Pledge en
Singapore Advertising Code ten behoeve
van verantwoorde marketing gericht op
kinderen.
De richtlijnen van FrieslandCampina voor
verantwoorde marketing gericht op kinderen
zijn uitgebreid voor de rest van de wereld op
basis van EU Pledge afspraken.
Goedkeuren en implementeren van nieuwe
regels voor verantwoorde marketing
gericht op kinderen.
Enkele miljoenen kinderen (of ouders van
deze kinderen) bereikt met voorlichting
over gezonde voeding via Wereldmelkdag in
28 landen, Schoolmelk en lesprogramma’s,
JOGG en lokale initiatieven.
Tien miljoen kinderen bereiken met
voorlichting over gezonde voeding.
SEANUTS voedingsonderzoek: strategie
ontwikkeld voor de ontwikkeling van
producten en voorlichtingsmaterialen,
bedoeld om de voedingsstatus van kinderen
in Zuidoost Azië te verbeteren.
Vertalen van de learnings van het SEANUTS
voedingsonderzoek naar andere landen.
Financiële ondersteuning aan het
Nederlandse Rode Kruis (onder andere via
het Disaster Relief Partner Programme), in
twee jaar circa 600.000 euro ingezameld.
Verdere uitbouw van de samenwerking met
het Nederlandse Rode Kruis. Doelstellingen
ontwikkelen op de drie ambities van de
samenwerking:
• Bestrijden van honger en
nutriëntentekort ten behoeve van
mensen in nood;
• Bijdragen aan voedselzekerheid;
• Versterken van de weerbaarheid van
kwetsbare gemeenschappen.
Opzetten van een monitoringsprogramma
voor de rapportage van de voortgang.
Uitbreiding Disaster Relief Partner
Programme naar meer landen.
Voedingswaarde & gezondheid
19
Materialiteit – Het belang van deze pijler
Inmiddels hebben meer dan 1,4 miljard volwassenen
en 42 miljoen kinderen onder de vijf jaar overgewicht
(bron: WHO, 2013). Dit terwijl ongeveer één op de zeven
personen niet genoeg voedsel tot zijn beschikking
heeft om een gezond en actief leven te leiden (bron:
GAIN). Dit zijn wereldwijde ontwikkelingen waar
FrieslandCampina direct mee te maken heeft. Zuivel kan
bij beide uitdagingen een belangrijke bijdrage aan de
oplossing leveren, omdat melk per calorie relatief veel
essentiële voedingsstoffen bevat, zoals vitaminen B2,
B12, mineralen en eiwitten. Gezondheidsautoriteiten
over de hele wereld bevelen zuivel dan ook aan als
basisonderdeel van een gezonde voeding.
De groeiende vraag naar gezonde voeding die op
duurzame wijze is geproduceerd, biedt FrieslandCampina
kansen. De zuivelonderneming verwerkt ruim 10 miljard
kilogram melk per jaar tot een gevarieerd assortiment
zuivelproducten voor consumenten. Hierbij richt
FrieslandCampina zich zowel op opkomende economieën
(in Azië, het Midden-Oosten en Afrika) als Europa.
20
Resultaten 2013
Doelstelling 2020: Verminderen van suiker, zout en vet
in producten van FrieslandCampina
Van richtlijn naar implementatie: actieplannen
In 2012 zijn samen met de werkmaatschappijen voor
Nederland, België, Duitsland, Hongarije, Roemenië,
Griekenland en Groot-Brittannië doelen en actieplannen
opgesteld voor productverbeteringen. Die zijn in
lijn met de nieuwe voedingskundige richtlijnen van
FrieslandCampina. De actieplannen voor Europa moeten
in 2015 uitgevoerd zijn. Voor Azië, het Midden-Oosten
en Afrika zijn in 2013 de voedingskundige richtlijnen
opgesteld en zullen de doelen en actieplannen in 2014
opgesteld worden.
Het Vinkje & Choices
FrieslandCampina is één van de initiatiefnemers van
Stichting Ik Kies Bewust en Choices International
Foundation. Dit zijn initiatieven om consumenten met
behulp van een herkenbaar logo te helpen bij het maken
van een gezondere keuze. Dankzij deze logo’s kunnen
consumenten eenvoudig de gezondere keuze vinden
binnen een specifieke productgroep. In Nederland en
tal van andere landen staat het Vinkje of het Choiceslogo op producten die minder zout, toegevoegde suikers
of (verzadigde) vetten bevatten. Het logo stimuleert
fabrikanten om de samenstelling van hun producten aan
te passen of nieuwe producten te ontwikkelen die voldoen
aan de voedingskundige criteria. Ook FrieslandCampina
houdt rekening met deze criteria die een vast
onderdeel zijn van de voedingskundige richtlijnen van
FrieslandCampina.
FrieslandCampina had in 2013 in totaal 151 producten
met het Vinkje in het Nederlandse assortiment. Dit is
100% puur
en dat
proef je!
geen zoetstoffen
én geen suiker
toegevoegd!
110000925_Optimel-Puur_Posterscreens_720x1280_pixels.indd 1
25/04/2014 15:32
een verlaging van het aantal producten ten opzichte van
2012. Reden hiervoor is dat het assortiment is aangepast.
Merken waarbij alle huidige en toekomstige producten
voldoen aan de criteria van het Vinkje zijn Optimel, Vifit,
GoedeMorgen!, DubbelFrisss, Fristi, Slankie, Milner, en
sinds 2013 ook Yoki en Taksi.
Verlaging suikergehalte in producten
FrieslandCampina werkt al sinds 2009 aan het verlagen
van het suikergehalte in haar producten. De ervaring
die is opgedaan in Nederland wordt inmiddels ook in
andere werelddelen ingezet. Het terugbrengen van de
hoeveelheid suiker in producten is voor FrieslandCampina
een effectieve manier om de energie in haar producten
te verlagen. Minder energie is belangrijk vanwege
de groeiende groep kinderen en volwassenen met
overgewicht. Sinds 2009 is het suikergehalte in veel
producten van de merken Fristi, DubbelFrisss, Vifit
en GoedeMorgen! met ruim 25 procent verlaagd. Het
suikergehalte in de producten van de merken Yoki,
DubbelFrisss (2e fase) en Taksi is in 2013 met
25-30 procent naar beneden gebracht.
FrieslandCampina heeft in 2012 en 2013 bedrijfsbreed
voedingskundige richtlijnen opgesteld voor verwen-,
basis-, gezondheids- en kinderproducten, waar de
criteria van het Vinkje een onderdeel van zijn. Mede
dankzij deze richtlijnen voldoen alle gezondheids- en
kinderproducten in Nederland nu aan de criteria van het
Vinkje (maximaal 5 gram toegevoegd suiker per 100ml).
In 2014 werkt FrieslandCampina aan suikerreductie in de
vruchtensappen en vruchtendranken zoals Dubbeldrank
en Multivitamientje van Appelsientje.
Optimel Puur
Optimel Puur is een voorbeeld van een succesvolle introductie van een smaakvol
zuivelproduct met vruchtensap zonder toegevoegd suiker. Optimel Puur is een
100 procent natuurlijke drinkyoghurt en bevat alleen magere yoghurt, vruchtensap en
natuurlijk aroma. Het is FrieslandCampina’s eerste drinkyoghurt die echt minder zoet
smaakt, doordat het geen toegevoegde suikers én geen zoetstoffen bevat. Optimel Puur
bevat uitsluitend van nature aanwezige suikers uit fruit en zuivel (4,1 gram per
100 ml). Optimel Puur smaakt de helft minder zoet dan de andere Optimel drinks.
Voedingswaarde & Gezondheid
21
FrieslandCampina Institute
FrieslandCampina informeert consumenten en gezondheidszorgprofessionals niet alleen zorgvuldig over de
samenstelling van producten, maar ook over gezonde voeding in het algemeen. Het FrieslandCampina Institute
is het kenniscentrum voor wetenschappers en gezondheidszorgprofessionals op het gebied van zuivel, voeding
en gezondheid.
Diëtisten, praktijkondersteuners, huisartsen en andere professionals uit de gezondheidszorg kunnen hier terecht
voor informatie en praktische tools over zuivel, voeding en gezondheid. Het FrieslandCampina Institute voorziet
experts van de meest actuele informatie, gebaseerd op de laatste stand van de wetenschap en voedingsrichtlijnen.
Daarnaast zoekt het Institute actief naar samenwerking met gezondheidszorgprofessionals en wetenschappers,
want zij delen de ambitie van het Institute: het stimuleren van een gezonde leefstijl met een gevarieerd en
gebalanceerd voedingspatroon, waarin zuivelproducten een rol spelen.
Via voorlichtingsmaterialen, praktische tools, seminars en workshops, maar ook met middelen als de website,
nieuwsbrieven en stands op congressen stimuleert het FrieslandCampina Institute de dialoog tussen en met de
professionals. Dit alles leidde in 2013 tot meer dan 84.000 contactmomenten tussen het FrieslandCampina Institute
en gezondheidszorgprofessionals wereldwijd.
Zoutreductie in kaas
FrieslandCampina is al een aantal jaren bezig om het
zoutgehalte in kaas te verlagen. Als onderdeel van de
NZO Task Force Zoutreductie heeft FrieslandCampina
tussen 2007 en 2010 een zoutreductie van 14 procent
behaald. Voor de periode 2010-2015 wordt een nieuwe
reductie nagestreefd: in 2015 zullen alle Goudse 48+
kazen gemiddeld tien procent minder zout bevatten
in vergelijking met de samenstelling in 2010. Eind
2012 bevatten deze kazen al vijf procent minder
zout, onder andere door het verder standaardiseren
van de pekelduur. FrieslandCampina is nu bezig met
vervolgstappen. Naast de toepassing van bestaande
technieken, zoals minder lang pekelen, werkt
FrieslandCampina aan de ontwikkeling van een
nieuwe technologie voor zoutreductie.
Doelstelling 2020: Ontwikkelen van een
bedrijfsstandaard voor etikettering en
consumenteninformatie
Standaard voor etikettering en informatie
In 2012 ontwikkelde FrieslandCampina een standaard
voor etikettering en (consumenten)informatie. Daarin
is vastgelegd welke verplichte en optionele onderdelen
op de verpakkingen van FrieslandCampina te vinden zijn
en hoe voedingskundige feiten richting consumenten
gecommuniceerd worden. De standaard omvat onder
meer richtlijnen voor voedingswaardedeclaratie op de
voor- en achterkant en het gebruik van logo’s zoals het
Vinkje/Choices. Zo kunnen consumenten gemakkelijker de
gezonde keuze maken. In 2013 is deze standaard vertaald
naar de lokale situatie in de verschillende werelddelen. In
2014 zal de implementatie hiervan beginnen.
Verminderen vet in producten
Binnen de zuivelsector is ingezet op productinnovaties
om een breder productportfolio met een verscheidenheid
aan vetgehaltes te kunnen bieden. FrieslandCampina
speelt daarin een actieve rol door bijvoorbeeld het
ontwikkelen van producten met een lager vetgehalte,
zoals 30+ kaas of Milner kaas die gemaakt wordt van
halfvolle melk. In een groot deel van de exportlanden
wordt Maasdam 45+ en Edam 40+ kaas verkocht, maar
ook de Frico ‘light’ variant.
Verantwoorde marketing voor kinderen
In 2012 heeft FrieslandCampina de EU Pledge en
Singapore’s Advertising Pledge ondertekend. Hiermee
heeft FrieslandCampina vastgelegd dat zij reclame gericht
op kinderen onder de twaalf jaar beperkt tot producten
die aan strikte voedingskundige eisen voldoen. Voor alle
andere producten wordt geen kinderreclame ontwikkeld.
Door deze ontwikkelingen is er in 2013 gewerkt aan een
update van de standaard voor verantwoorde reclame.
Deze zal begin 2014 goedgekeurd worden, waarna de
implementatie begint.
22
Doelstelling 2020: Per jaar tien miljoen kinderen
effectief bereiken met voorlichting over gezonde
voeding
FrieslandCampina wil jaarlijks meer dan tien miljoen
kinderen bereiken met voorlichting over gezonde voeding
en leefstijl. Aanvankelijk was het de bedoeling dat een
miljoen kinderen per jaar zouden worden bereikt. In 2012
is de ambitie opgehoogd naar 10 miljoen kinderen per
jaar. Alleen al in Thailand bereikte FrieslandCampina
met activiteiten als Wereldmelkdag meer dan 1 miljoen
kinderen met voorlichting over gezonde voeding.
Lokale werkmaatschappijen van FrieslandCampina in
Azië ondernemen veel activiteiten op het gebied van
voorlichting over gezonde voeding richting kinderen.
Van het aanbieden van lesmateriaal tot het laten proeven
van zuivelproducten aan kinderen in Indonesië, Hong
Kong, Vietnam en Thailand.
Wereldmelkdag wereldwijd
De FAO houdt sinds 2001 jaarlijks op 1 juni
Wereldmelkdag. Dit is een uitgesproken moment
om voorlichting te geven over gezonde voeding en
leefstijl. Gezondheidsautoriteiten over de hele wereld
bevelen zuivel aan als basisonderdeel van een gezonde
voeding. Melk levert per calorie relatief veel essentiële
voedingsstoffen, zoals vitaminen B2 en B12, mineralen
en eiwitten. FrieslandCampina steunt Wereldmelkdag
met activiteiten die de aanbevelingen voor gezonde
voeding en de goede eigenschappen van melk onder de
aandacht brengen bij consumenten wereldwijd. Sinds
2011 werkt FrieslandCampina aan het organiseren van
Wereldmelkdag-activiteiten in alle 28 landen waar zij
actief is. Van België tot Nigeria worden ludieke acties
georganiseerd om gezonde voeding onder de aandacht
te brengen bij consumenten, schoolkinderen en
families. In Hong Kong werden zelfs meer dan 21.000
schoolkinderen bereikt. Verder zijn wereldwijd Goodness
of Dairy-campagnes opgezet om consumenten bewust
te maken van de bijdrage van zuivel aan de inname
van voedingsstoffen als onderdeel van een gezond
en gevarieerd voedingspatroon. Zo zijn in Maleisië
50.000 glazen melk uitgedeeld.
Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG)
FrieslandCampina is in Nederland landelijk partner van
JOGG, een initiatief dat de stijging van overgewicht bij
jongeren (nul tot negentien jaar) wil omzetten in een
daling. Binnen de JOGG-aanpak werken publieke en
private partijen nauw samen om gezond eten en bewegen
te bevorderen. Dit gebeurt onder meer met aandacht
voor voeding en beweging op school, betere sport- en
speelfaciliteiten en voorlichting aan ouders. Momenteel
zijn er 55 JOGG-gemeenten en één JOGG-provincie. Dat is
ten opzichte van 2012 een toename van 30 gemeenten.
In Amersfoort werkt FrieslandCampina nauw samen met
de gemeente en de GGD om via het B.Slim programma
ouders en kinderen in achterstandswijken te helpen bij
het maken van gezonde(re) voedingskeuzes en aandacht
te vestigen op het belang van sport en beweging. B.Slim
streeft ernaar dat eind 2014 het aantal Amersfoortse
kinderen met overgewicht teruggedrongen is met
5 procent (t.o.v. 2005).
Samen met de gemeente en de GGD maakt
FrieslandCampina een jaarprogramma met activiteiten.
Afgelopen jaar organiseerden de drie partijen
bijvoorbeeld een campagne (onder andere via Facebook)
over ‘Gezond snoepen’, speciaal gekoppeld aan de
Amersfoortse avondvierdaagse. Met een wedstrijd
‘Kampioen gezond snoepen’ werd gezond snoepen onder
de aandacht gebracht. Meer dan 1.000 bezoekers hebben
de fotowedstrijd van B.Slim bezocht op Facebook en hier
werden ook de prijswinnaars van de fotowedstrijd
bekend gemaakt.
Schoolmelk
In Aziatische landen is zuivel niet altijd beschikbaar voor
jonge kinderen, terwijl zij de voedingsstoffen hard nodig
hebben. Via schoolmelkprogramma’s in onder andere
Thailand, Vietnam en Maleisië voorziet FrieslandCampina
kinderen van melk en worden ook ouders en leraren
voorgelicht over gezonde voeding en de bijdrage van
zuivel hieraan. Het Maleisische schoolmelkprogramma
bereikt bijvoorbeeld ruim 1.300 scholen. Hierdoor
drinken ongeveer 300.000 Maleisische kinderen tussen
de zeven en twaalf jaar melk.
Campina Schoolmelk bestaat in Nederland al tachtig
jaar. FrieslandCampina biedt kinderen op de basisschool
verse zuivel aan. Melk bevat van nature vitaminen
B2 en B12, eiwitten en calcium, voedingsstoffen die
juist voor kinderen in de groei belangrijk zijn. Via een
schoolmelkabonnement van het Campina Schoolmelk
programma kunnen kinderen van 4 tot 12 jaar gemakkelijk
melk drinken. In 2013 lanceerde FrieslandCampina een
landelijke campagne voor Campina Schoolmelk, gericht
Voedingswaarde & Gezondheid
23
Junior NBA-programma voor Filippijnse jeugd
In de Filippijnen loopt al zeven jaar een samenwerkingsverband met het
Junior NBA-programma. In deze zeven jaar zijn meer dan 80.000 studenten,
ouders en coaches betrokken geweest bij jeugdkampen, clinics en NBA Caresactiviteiten. Met het Junior NBA-programma wordt bewegen, buiten spelen
en een actieve leefstijl gestimuleerd onder kinderen. FrieslandCampina breidt
in 2014 de samenwerking uit naar Indonesië, Maleisië, Thailand en Vietnam.
op ouders. Op de vernieuwde website vinden bezoekers
een film over Schoolmelk en het digitale ‘Schoolspel’, en
kunnen ouders contact leggen via social media.
Wereld Schoolmelkdag
Op 25 september 2013 werd in meer dan veertig landen
Wereld Schoolmelkdag gevierd. In Nederland wordt
Wereld Schoolmelkdag uitgedragen door de Nederlandse
Zuivel Organisatie (NZO). Met een quiz en een bezoek van
Olympisch zwemkampioen Maarten van der Weijden werd
aandacht besteed aan het belang van gezonde voeding
voor de schoolgaande jeugd.
Nationaal Schoolontbijt
Een ander initiatief waaraan FrieslandCampina ook in
2013 heeft meegewerkt is het Nationaal Schoolontbijt.
Het Nationaal Schoolontbijt onderstreept het belang
van een goed ontbijt, waar ook zuivelproducten,
zoals halfvolle melk en 30+ kaas, onderdeel van
zijn. Dit landelijke ontbijtevenement bereikt jaarlijks
honderdduizenden kinderen, ouders en leerkrachten.
Doelstelling 2020: Hulp bieden bij de aanpak van
ondervoeding
SEANUTS voedingsonderzoek
In 2012 hebben FrieslandCampina, wetenschappers,
NGO’s en universiteiten het voedingsonderzoek
SEANUTS (South East Asia Nutrition Survey) afgerond.
Dit is het eerste grootschalige onderzoek naar de
huidige voedingsstatus van bijna 17.000 kinderen in
Maleisië, Indonesië, Thailand en Vietnam. Inzicht in de
voedingskundige status en eventuele voedingstekorten
is van groot belang om advies, onderzoek en producten
beter te kunnen afstemmen op de voedingsbehoeften van
deze kinderen. Juist in ontwikkelingslanden ontbreekt
vaak cruciale informatie. Dankzij SEANUTS is samen
met belanghebbende partijen een kennisgat gedicht ten
behoeve van een kwetsbare doelgroep: opgroeiende
kinderen. Voor hen is goede voeding van groot belang.
In 2013 zijn wetenschappelijke artikelen met de
uitkomsten van het SEANUTS-onderzoek gepubliceerd,
waardoor de resultaten wereldwijd beschikbaar zijn.
FrieslandCampina was ook betrokken bij verschillende
symposia, zoals het International Congress of Nutrition
in Spanje en het Scientific Conference of the Nutrition
Society of Malaysia, om zo de resultaten van het
onderzoek wereldwijd onder de aandacht te brengen.
Ook werkte FrieslandCampina in 2013 aan een
strategie voor de ontwikkeling van producten
(waaraan bepaalde vitaminen worden toegevoegd) en
voorlichtingsmaterialen, bedoeld om de voedingsstatus
van kinderen in Maleisië, Vietnam, Thailand en Indonesië
te verbeteren. Bij meer dan 50 procent van de kinderen
in Vietnam kan de voedingsinname sterk verbeterd
worden, waarbij ondervoeding bij plattelandskinderen
een groter probleem is dan bij kinderen die in steden
wonen. FrieslandCampina Vietnam lanceerde daarom in
2013 de campagne “twee miljoen pakjes melk”, gericht op
800 Vietnamese plattelandsgemeenschappen. Bovendien
startte FrieslandCampina in 2013 met de organisatie
van 90 voedingsfestivals in Azië, bedoeld om ouders
in plattelandsgebieden te informeren over hoe goede
voeding bijdraagt aan de gezonde ontwikkeling van
kinderen. In Thailand werd ook het Nutri Fit programma
opgericht. Door dit programma met seminars,
voorlichting en onderwijs gericht op de beleidsmakers,
ouders, leraren én kinderen, wil FrieslandCampina
gezamenlijk de voedingsstatus van kinderen verbeteren.
Op het ‘Child nutrition and outdoor activity seminar’
kwamen meer dan 1.000 leraren en ouders uit vijf
regio’s bijeen.
24
Samenwerking met het Nederlandse Rode Kruis
FrieslandCampina en het Nederlandse Rode Kruis sloten
in 2012 een samenwerkingsovereenkomst voor vijf jaar.
Samen zoeken zij naar shared value. Daarbij gaat het in
dit geval om bestaande of nieuwe noodhulpproducten
voor slachtoffers, van onder andere geweld of
natuurrampen. De drie ambities van de samenwerking
omvatten:
• Bestrijden van honger en nutriëntentekort ten behoeve
van mensen in nood;
• Bijdragen aan voedselzekerheid;
• Versterken van de weerbaarheid van kwetsbare
gemeenschappen.
FrieslandCampina en het Nederlandse Rode
Kruis werkten in 2013 aan een strategie voor de
samenwerking en verkenden mogelijkheden voor de
gezamenlijke ontwikkeling van noodhulpproducten en
onderwijsprogramma’s gericht op gezonde voeding.
In december 2013 heeft FrieslandCampina circa
36.525 euro ingezameld voor 3FM Serious Request,
met name in Leeuwarden. Ook droeg FrieslandCampina
in 2013 met financiële ondersteuning bij aan het
Disaster Relief Partner Programme. Het Rode Kruis
traint vrijwilligers voor dit programma, legt voorraden
aan en bouwt financiële reserves op, zodat ze direct
slachtoffers bij kan staan na een natuurramp. In totaal
heeft FrieslandCampina in twee jaar tijd ongeveer
600.000 euro bijgedragen aan het Nederlandse
Rode Kruis.
Medewerkerbetrokkenheid bij het
Disaster Relief Partner Programme
Meer dan 25.000 medewerkers van Mammoet
en FrieslandCampina zijn betrokken bij het
Disaster Relief Partner Programme. Via online
fondsenwervingsacties die zij zelfstandig opzetten,
verzamelen zij fondsen voor slachtoffers van
natuurrampen. Zo doneerden medewerkers van
FrieslandCampina in november 2013 meer dan
21.000 euro aan het Nederlandse Rode Kruis voor
de slachtoffers van de tyfoon in de Filippijnen. De
Alaska Milk Corporation in de Filippijnen (onderdeel
van FrieslandCampina) bood direct hulp met een
eigen Operation Rainbow Team. Medewerkers in
de Filippijnen zijn direct betrokken bij de lokale
hulp, in samenwerking met het Filippijnse Rode
Kruis. Vrijwilligers deelden melk en water uit aan de
slachtoffers van de tyfoon. Alaska Milk Corporation
in de Filippijnen heeft hulpgoederen ter waarde van
1 miljoen dollar geschonken. Maar ook in Indonesië
is deze samenwerking zichtbaar. FrieslandCampina
leverde een bijdrage aan de voedselvoorziening voor
zo’n 6.000 slachtoffers, waarvan 2.000 kinderen,
getroffen door een vulkaanuitbarsting.
De directe inzet van FrieslandCampina medewerkers
bij de samenwerking met het Nederlandse Rode
Kruis heeft een grote positieve invloed op hun
motivatie en hun gevoel van betrokkenheid bij
FrieslandCampina zelf. Verder zorgt de samenwerking
voor teamwork en het bevorderen van onderlinge
relaties. FrieslandCampina heeft de ambitie om
de medewerkerbetrokkenheid in 2014 verder te
stimuleren.
Voedingswaarde & Gezondheid
Waar FrieslandCampina aan werkt
Suikerverlaging: stap voor stap
FrieslandCampina vindt het belangrijk dat consumenten
minder suiker consumeren en een minder zoete smaak
ontwikkelen. Het reduceren van het suikergehalte zonder
toevoeging van (natuurlijke) zoetstoffen in producten
vergt een zorgvuldige aanpak. Door slimme innovaties
te combineren met geleidelijke suikerverlaging maakt
FrieslandCampina het technologisch mogelijk minder
suiker te gebruiken zonder dat dit afdoet aan smaak.
De voortdurende zoektocht naar technologische
mogelijkheden en de acceptatie van de consument is
uitdagend. Nieuwe recepturen worden daarom continu
getest op smaakbeleving onder consumenten.
Zoutverlaging
FrieslandCampina vindt het belangrijk dat consumenten
minder zout eten en werkt daarom al jaren aan het verlagen
van het zoutgehalte in haar kaas. Zo is het zoutgehalte in
de periode 2007-2010 met 14 procent gereduceerd en is de
doelstelling voor de periode 2010-2015 om het zoutgehalte
in Goudse 48+ kaas met nog eens 10 procent te verlagen.
Op het moment dat dit gerealiseerd is, zal een volgende
stap zorgvuldig overwogen moeten worden. Naast dat
zout bijdraagt aan de smaak, speelt het namelijk ook een
cruciale rol bij de houdbaarheid en stevigheid van de kaas.
Een volgende reductie kan daarom een uitdaging zijn voor
de productkwaliteit en versnijdbaarheid. Onderzoek zal
moeten uitwijzen wat de mogelijkheden en oplossingen zijn.
25
Betaalbaarheid van producten
FrieslandCampina geeft invulling aan de pijler
Voedingswaarde & Gezondheid met producten die
de basis vormen voor een gezonde leefstijl. Een
belangrijk aandachtspunt hierbij is het bewaken van
de betaalbaarheid van de producten. Het toevoegen
van bepaalde ingrediënten (vitaminen) of anderszins
aanpassen van de productsamenstelling kan de prijs van
de zuivelproducten verhogen. Dit kan de betaalbaarheid
van deze producten zodanig beïnvloeden, dat
consumenten de producten niet meer kunnen of willen
kopen (of de noodzaak niet zien omdat het verschil met
andere producten niet zichtbaar is).
Samenwerken met de Voedselbank
Door de samenwerking met de Voedselbank
Nederland worden overtollige zuivelproducten van
de FrieslandCampina distributielocaties waardevol
ingezet daar waar de nood hoog is. Volgens het
Sociaal Cultureel Planbureau zijn er in Nederland
367.000 kinderen die op of onder de armoedegrens
leven. Door de samenwerking met de voedselbank
krijgen ook deze kinderen de belangrijke nutriënten
binnen die melk bevat.
In 2013 heeft FrieslandCampina in Nederland bijna
1 miljoen consumenteneenheden ter beschikking
gesteld aan de acht regionale distributiecentra van
de Voedselbank. Op deze manier zijn de producten
beschikbaar voor alle voedselbankcliënten in alle
regio’s.
FrieslandCampina draagt bij aan de doelstelling van
de Voedselbank Nederland om mensen die het hard
nodig hebben van voedingsmiddelen te voorzien en
tegelijkertijd voedselverspilling te voorkomen.
26
Ontwikkeling lokale melkveehouderij
in Azië en Afrika
FrieslandCampina is al meer dan 140 jaar actief in de wereld
van melkveehouderij en zuivel en benut de opgedane kennis
en ervaringen om de lokale melkveehouderij in Azië en Afrika
verder te ontwikkelen. Via het Dairy Development Programme
(DDP) stelt FrieslandCampina lokale melkveehouders in staat
hun bedrijf zo goed mogelijk te leiden en de zuivelproductie
kwalitatief en kwantitatief op een hoger niveau te brengen.
Door kennisdeling via trainingen, uitwisselingsprogramma’s
en het opzetten van lokale melkdistributiesystemen worden
meer dan 40.000 lokale melkveehouders (direct en indirect)
via het DDP ondersteund. Daarnaast bereikt FrieslandCampina
60.000 kleine boeren in samenwerking met Agriterra en
30.000 kleine boeren in de sojateelt in India en Brazilië in
samenwerking met Solidaridad en CONO Kaasmakers. Op
deze manier draagt FrieslandCampina bij aan het welzijn van
boeren (farmers’ livelihood) in Azië en Afrika. Daarnaast wil
FrieslandCampina jongeren interesseren voor het boerenvak
door toekomstperspectief te bieden en daarmee in te spelen op
de wereldwijd snel toenemende gemiddelde leeftijd van boeren.
27
28
Ontwikkeling lokale melkveehouderij
in Azië en Afrika
Doelstelling 2020 1
Verhogen van de kwaliteit
en voedselveiligheid van
lokaal geproduceerde
melk in Azië en Afrika
Het inkomen per boer
in Azië en Afrika
verbeteren door de
productiviteit per koe te
verhogen en daardoor
bijdragen aan een betere
levensstandaard van
lokale boeren
Resultaten 2013
In alle DDP-landen zijn trainingen aan
melkveehouders en medewerkers van
milk collection centres en coöperaties
gegeven door medewerkers van
FrieslandCampina.
Implementatie van de Quality
Roadmap in elk DDP-land.
In 2013 zijn twee grote PPP-projecten
(Public-Private Partnerships) gestart
in Indonesië en Vietnam, gericht op
het verder uitbouwen van het ‘Dairy
Development Programme’ in deze
landen.
In Thailand, Maleisië en Indonesië is
het Farmer2Farmer (F2F) programma
succesvol uitgevoerd.
Materialiteit – Het belang van deze pijler
De Nederlandse overheid geeft aan dat duurzame
economische groei de motor is voor ontwikkeling
en een belangrijk middel in de strijd tegen armoede.
Daarnaast zien veel NGO’s de toegevoegde waarde
van de bijdrage van het bedrijfsleven om een aantal
wereldwijde issues aan te pakken. De ontwikkeling van
de lokale melkveehouderij in Azië en Afrika past bij de
ambitie van FrieslandCampina om voldoende voedsel met
waardevolle voedingsstoffen te kunnen blijven leveren
voor de groeiende wereldbevolking. Het is in het belang
van zowel FrieslandCampina als de samenleving om in te
spelen op deze toenemende vraag. Daarnaast vindt een
aanzienlijk deel van de activiteiten van FrieslandCampina
plaats in regio’s in Zuidoost-Azië en Afrika, met name
Indonesië, Thailand, Vietnam, Maleisië en Nigeria. In
deze regio’s kan FrieslandCampina dus daadwerkelijk een
verschil maken en de melkveehouderij naar een hoger
plan tillen, op het gebied van productiviteit, melkkwaliteit
en duurzaamheid.
1
Ambities 2014
Trainingen aan melkveehouders voor
verbetering van farm management
dat moet leiden tot verlaging van
kosten en verbetering van de
productie (F2F programma).
FrieslandCampina Indonesia steunt
Dairy Village Programme
“Cees ’t Hart was namens FrieslandCampina
getuige van de ondertekening van de
samenwerkingsovereenkomst tussen de
Indonesische overheid, FrieslandCampina en de
lokale coöperatie uit Lembang voor het ontwikkelen
van een Dairy Village Programme. Dit project wordt
mede financieel ondersteund door de Nederlandse
overheid. Dit is een belangrijke stap voor de verdere
ontwikkeling van het DDP in Indonesië.”
Sybren Attema, Regional DDP Manager
FrieslandCampina
Op basis van de uitgevoerde materialiteitsanalyse is de formulering van de doelen 2020 aangescherpt. Meer informatie over dit proces staat
beschreven op pagina 64.
Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika
29
Resultaten 2013
Doelstelling 2020: Verhogen van de kwaliteit en
voedsel-veiligheid van lokaal geproduceerde melk in
Azië en Afrika
Verhogen melkkwaliteit
FrieslandCampina heeft in 2012 een Quality Roadmap
ontwikkeld om de melkkwaliteit in de DDP-landen de
komende drie jaar te verbeteren. De verbeteringen
richten zich met name op verlaging van de hoeveelheid
bacteriën in melk en het terugdringen van het
antibioticagebruik bij koeien. Op dit moment wordt in
alle DDP-landen de melkkwaliteit gemonitord en wordt
er actie ondernomen op het moment dat de kwaliteit
niet aan de FrieslandCampina standaard voldoet. Pilot
farms worden elke maand bezocht en de geregistreerde
gegevens en actuele bedrijfsresultaten worden besproken.
Hierbij volgt ook een advies voor verbetering. In 2014 wil
FrieslandCampina de implementatie van deze roadmap in
elk DDP-land gerealiseerd hebben.
Voorbeeldstallen in Nigeria
In Nigeria wordt de melk geleverd door boeren die hun
koeien over grote afstanden weiden en geen vaste
boerderij hebben. In 2013 zijn er drie voorbeeldstallen
gebouwd waar boeren demonstraties krijgen over
melkveehouderij. Deze demonstraties richten zich op die
zaken waarmee de kwaliteit van de melk verbeterd kan
worden. Er wordt gekeken naar het telen en conserveren
van voedergewassen en het voorkomen van ziektes
bij de koeien. De verwachting is dat op deze manier de
gemiddelde melkproductie per koe kan stijgen van
drie kilogram per dag naar tien kilogram per dag.
Bijdragen aan de verbetering van Chinese zuivel
In november 2013 heeft FrieslandCampina een
overeenkomst getekend met China Agricultural University
(CAU) en Wageningen UR (University and Research
Centre) voor de oprichting van een nieuw onderzoeksen kenniscentrum in China, het Sino-Dutch Dairy
Development Centre (SDDDC). Het centrum richt zich op
het verbeteren van de productiviteit, de veiligheid en het
kwaliteitsniveau van de logistieke zuivelketen in China. De
kennis op het gebied van zuivelproductie wordt gedeeld
met Chinese deskundigen in de zuivelsector en experts en
beleidsmakers in zuivelonderzoek en de zuivelindustrie.
De overeenkomst werd getekend in het bijzijn van de
Nederlandse Minister-President Mark Rutte.
Farmer2Farmer programma
Sinds 2012 werkt FrieslandCampina samen met Agriterra
om de positie van melkveehouders en coöperaties in
ontwikkelingslanden te versterken. Dat gebeurt door
de inzet van kennis vanuit de Nederlandse agrarische
sector, via verschillende programma’s en uitwisselingen.
Zo gaan tijdens het Farmer2Farmer programma
Nederlandse leden-melkveehouders op bezoek bij
boeren in de DDP-landen om kennis en ervaring uit
te wisselen. Dit programma is erop gericht om de
bedrijfsvoering van de melkveehouderijen te verbeteren.
Beter management leidt tot verlaging van de kosten
en verbetering van de productie en productiviteit van
de koeien. In Thailand, Maleisië en Indonesië is in 2013
het Farmer2Farmer programma succesvol geweest. In
goede samenwerking met Agriterra en lokale DDP-teams
hebben elf FrieslandCampina leden-melkveehouders
meer dan achthonderd lokale melkveehouders getraind.
In 2014 vindt het Farmer2Farmer programma ook plaats
in Vietnam. De komende jaren wordt dit programma
niet uitgevoerd in Nigeria vanwege onvoldoende
veiligheidsgarantie voor de leden-melkveehouders.
DDP in Nigeria
In Nigeria is het Dairy Development Programme nog volop
in ontwikkeling. In 2013 richtte FrieslandCampina WAMCO
Nigeria zich, in samenwerking met verschillende lokale
partners, met name op het creëren van bewustwording
bij (potentiële) boeren over het DDP. Naar aanleiding van
deze activiteiten hebben het afgelopen jaar 200 boeren
aangegeven melk te gaan leveren. Twee milk collection
centres zijn verbeterd waardoor daar nu meer melk
geleverd kan worden. In Nigeria is bovendien aandacht
besteed aan de productie van veevoer, door meer grasland
te ontwikkelen, om te zorgen dat de koeien ook in het
droge seizoen voldoende voedsel hebben.
Doelstelling 2020: Het inkomen per boer in Azië
en Afrika verbeteren door de productiviteit per koe
te verhogen en daardoor bijdragen aan een betere
levensstandaard van lokale boeren
Dairy Village Programme in Indonesië
In 2013 heeft FrieslandCampina een samenwerkingsovereenkomst getekend met PT Perkebunan Nusantara
VIII en Koperasi Peternak Sapi Bandung Utara (KPSBU)
Lembang voor het verlenen van steun aan het Dairy
Village Programme. Dit programma is erop gericht de
Indonesische overheid te helpen de nationale productie
van verse melk in de periode tot 2025 met 50 procent
te verhogen en zo het land zelfvoorzienend te maken in
verse melk. De officiële ondertekening vond plaats op
22 november op de productielocatie van FrieslandCampina
in Ciracas in aanwezigheid van Sharon Dijksma,
30
de Nederlandse Staatssecretaris van Economische
Zaken, en haar Indonesische collega Dahlan Iskan, de
Indonesische minister van staatsbedrijven. In 2014 zal
het project van start gaan.
Dairy zones in Vietnam
In 2013 heeft FrieslandCampina Vietnam een subsidie
gekregen van de Nederlandse overheid om over een
periode van vijf jaar drie dairy zones op te richten. Een
dairy zone is een cluster van melkveehouders die worden
opgeleid voor het beheren van duurzame professionele
familiebedrijven, met oog voor productiviteit per koe
en de kwaliteit van de melk. De dairy zones worden bij
voorkeur in de nabijheid van een productielocatie van
FrieslandCampina opgezet. Deze dairy zones spelen in
op de toenemende vraag naar verse melk in Vietnam
en dragen bij aan een betere kwaliteit van de melk en
professionalisering van de melkveehouderij in Vietnam.
Daarnaast genereert het project extra banen en zorgt het
voor de ontwikkeling van de veevoersector. In 2014 begint
het bouwen van de dairy zones.
Financiële steun lokale melkveehouderij
in Indonesië en Vietnam
Door de inzet van kennis en kunde en het verstrekken
van financieringen tegen relatief gunstige voorwaarden
ondersteunen FrieslandCampina en Rabobank Foundation
de lokale melkveehouders in Indonesië en Vietnam.
Op deze wijze verwachten zij de kwaliteit van de lokale
melkveehouderij te verbeteren. De financieringen zijn
bedoeld voor de aankoop van koeien, verbetering van
het stalklimaat en biogasinstallaties. FrieslandCampina
neemt de melk af. De rente en aflossing worden
ingehouden op het melkgeld, zodat de melkveehouders
beetje bij beetje hun schuld aflossen. Deze samenwerking
betreft ondersteuning van één coöperatie in Vietnam
en twee coöperaties in Indonesië. Het totale bedrag aan
financiering betreft circa 1,5 miljoen euro.
Dairy Dialogue in Vietnam
Op 4 december 2013 vond de Dairy Dialogue plaats
in Vietnam. Dit was de eerste keer dat een dergelijke
bijeenkomst werd georganiseerd. De Vietnamese overheid
zet erg in op plattelandsontwikkeling; samenwerking
tussen verschillende partijen is hierbij cruciaal. Een visie
die FrieslandCampina deelt. Tijdens deze bijeenkomst
kwamen spelers vanuit de hele zuivelsector bij elkaar
om de ontwikkeling van de sector te bespreken en hoe
samenwerking gestimuleerd kan worden. De bijeenkomst
was de aanzet voor een meer structurele dialoog met de
verschillende stakeholders. De belangrijkste uitkomst is
dan ook een officiële Dairy Dialogue structuur, inclusief
stuurgroep en technische commissies. FrieslandCampina
Vietnam was één van de initiatiefnemers van deze
bijeenkomst, waar deelnemers vanuit de overheid, het
bedrijfsleven en NGO's aanwezig waren.
Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika
31
Waar FrieslandCampina aan werkt
Kwaliteitsstandaarden implementeren
Vanwege de toenemende vraag naar melk en de gestegen
melkprijzen in de markt voor verse melk in DDP-landen, is
het moeilijk om kwaliteitseisen/standaarden voor lokale
melkveehouders aan te scherpen en te implementeren.
Door de grote vraag naar volumes is er minder aandacht
voor de kwaliteit van boerderijmelk. FrieslandCampina
houdt vast aan haar kwaliteitsbeleid en heeft hierdoor het
Medewerkers betrokken bij activiteiten
in Azië en Afrika
In 2012 is een consultancy pool opgericht, bestaande
uit medewerkers van FrieslandCampina die veel kennis
hebben van melkproductie. FrieslandCampina zet
deze experts in om melkveehouders en coöperaties
in Azië en Afrika te ondersteunen en zo de kwaliteit
van melk en de productiviteit per koe te verbeteren. In
oktober 2013 bezochten de eerste experts een aantal
boerderijen, milk collection centres en milk collection
points. Op deze plekken werd aangegeven wat er goed
gaat en op welke punten verbetering nodig is. Hiermee
wil FrieslandCampina ervoor zorgen dat de melk van de
melkveehouders van goede kwaliteit is en verspilling
tegengaan.
risico volumes kwijt te raken aan concurrenten. Met andere
woorden: melkveehouders kunnen met minder (kwaliteits)
inspanningen een zelfde melkprijs krijgen bij de concurrent
die mindere kwaliteitseisen stelt. Het uitvoeren van de
FrieslandCampina melkkwaliteitsstrategie in DDP-landen
wordt hierdoor uitdagender. De zuivelonderneming zet
zich in om melkveehouders op verschillende manieren te
motiveren de kwaliteitsstandaarden na te streven.
Door middel van de consultancy pool betrekt
FrieslandCampina medewerkers bij de activiteiten
in Azië en Afrika. Naast dat de experts hun kennis
inzetten, krijgen ze door de bezoeken aan de
DDP-landen inzicht in wat FrieslandCampina doet
om farmers’ livelihood te verbeteren. Op jaarbasis
zijn vijf tot zeven medewerkers onderdeel van deze
consultancy pool.
32
Efficiënte en duurzame
productieketens
FrieslandCampina wil op een klimaatneutrale manier groeien
tussen 2010 en 2020. Dit betekent dat de groei van productie
geen gevolgen heeft voor de uitstoot van broeikasgassen.
FrieslandCampina werkt hiervoor aan een efficiënte en duurzame
productieketen. Dat begint bij een duurzame melkveehouderij
(zie het hoofdstuk ‘Duurzame melkveehouderij’), de inkoop van
duurzame (landbouw)grondstoffen en met het terugdringen
van het gebruik van energie en water en van afval(water) op de
productielocaties. Het gebruik van duurzame energie, bij voorkeur
geproduceerd door leden-melkveehouders, draagt ook bij aan de
klimaatneutrale groeiambitie. Via groencertificaten stimuleert
FrieslandCampina leden-melkveehouders duurzame energie op te
wekken, bijvoorbeeld met windmolens, zonnepanelen of biomassa.
33
34
Efficiënte en duurzame
productieketens
Doelstelling 2020 1
Realiseren van
klimaatneutrale groei
tussen 2010 en 2020
door minimaal 2 procent
efficiëntieverbetering
per jaar op het gebied
van energie
Minimaal 2 procent
efficiëntieverbetering
per jaar bij water- en
afval(water)
Honderd procent gebruik
van groene elektriciteit
afkomstig uit agrarische
domein in Nederland
in 2020
Alle ingekochte
(landbouw-)grondstoffen
komen uit volledig
duurzaam gemanagede
bronnen
Resultaten 2013
Ambities 2014
Energie-efficiëntieverbetering van
3,2 procent ten opzichte van 2012.
Verbeteren van de energie-efficiënte
met minimaal 2 procent ten opzichte
van 2013.
Water-efficiency verbetering van
2,3 procent ten opzichte van 2012.
Verbeteren van de waterefficiëntie
met minimaal 2 procent ten opzichte
van 2013.
In Nederland is 63 procent van
het elektriciteitsgebruik in de
productielocaties duurzaam
geproduceerd door ledenmelkveehouders of afkomstig uit het
agrarische domein in Nederland.
In Nederland is 100 procent van
het elektriciteitsgebruik in de
productielocaties duurzaam
geproduceerd door ledenmelkveehouders of afkomstig uit het
agrarische domein in Nederland.
Wereldwijd wordt 31 procent van het
elektriciteitsgebruik in de locaties op een
duurzame wijze opgewekt.
Wereldwijd is 50 procent van het
elektriciteitsgebruik in de locaties
duurzaam geproduceerd.
Palmolie – 100 procent duurzame olie, op
basis van RSPO-criteria, of gelijkwaardig.
Palmolie – 100 procent duurzame olie, op
basis van RSPO-criteria, of gelijkwaardig.
Soja – 100 procent duurzame sojaolie en
soja co-producten op basis van RTRScriteria, of gelijkwaardig.
Soja – 100 procent duurzame sojaolie en
soja co-producten op basis van RTRScriteria, of gelijkwaardig.
Cacao – 15 procent van de inkoop is
duurzaam, op basis van UTZ Certifiedcriteria, of gelijkwaardig.
Cacao – 100 procent van de inkoop is
duurzaam, op basis van UTZ Certifiedcriteria of gelijkwaardig.
Karton – 100 procent van de inkoop voor
de West-Europese markt is duurzaam, op
basis van FSC-criteria.
Karton – 100 procent van de inkoop voor
de West-Europese markt is duurzaam,
op basis van FSC-criteria.
Op basis van de uitgevoerde materialiteitsanalyse is de formulering van de doelen 2020 aangescherpt. Meer informatie over dit proces staat
beschreven op pagina 64.
1
Efficiënte en duurzame productieketens
35
Materialiteit – Het belang van deze pijler
Het energiegebruik en de emissie van broeikasgassen
krijgen veel aandacht, zowel binnen de zuivelsector als
daarbuiten. De productielocaties en het transport van
melk en zuivelproducten verbruiken een aanzienlijke
hoeveelheid energie. Dit zorgt voor uitstoot van
broeikasgassen. FrieslandCampina heeft internationaal
64 productielocaties in 28 landen. Tweederde van
het totale energieverbruik vindt plaats in Nederland.
Met haar 29 productielocaties in Nederland heeft
FrieslandCampina een groot effect op het energieverbruik
en de emissie van broeikasgassen in Nederland. Daarom
heeft de zuivelonderneming zich gecommitteerd
aan klimaatneutrale groei. Dit betekent dat de
productiehoeveelheid toeneemt en tegelijkertijd het
energiegebruik en de emissie van broeikasgassen voor
2020 gelijk blijven of afnemen. Niet alleen in Nederland,
de kennis die op dit terrein wordt opgedaan past
FrieslandCampina ook in andere landen waar zij actief is
toe. FrieslandCampina wil deze doelstelling bereiken door
efficiënter met energie en water om te gaan.
Het afgelopen jaar hebben de Nederlandse overheid en
een aantal maatschappelijke organisaties de visie van
FrieslandCampina over het belang van het terugdringen
van de broeikasgasemissies en het streven naar
duurzame energie bevestigd. Ongeveer 70 procent van
FrieslandCampina’s totale energieverbruik is toe te
schrijven aan de productielocaties. De melkveehouderij is
verantwoordelijk voor de overige 30 procent van het totale
energieverbruik. Deze verdeling geldt zowel in Nederland
als wereldwijd. Het verminderen van energie en water
op de productielocaties en het opwekken van duurzame
energie door leden-melkveehouders zorgen voor een
aanzienlijke milieuwinst. FrieslandCampina kan bovendien
een wezenlijk verschil maken bij de inkoop van duurzame
verpakkingen en duurzame (landbouw)grondstoffen als
cacao en palmolie. Landbouwgrondstoffen vormen een
kwart van de totale inkoop van FrieslandCampina. Door
duurzaam geproduceerde grondstoffen in te kopen weet
FrieslandCampina zeker dat deze grondstoffen zijn geteeld
met aandacht voor mens en milieu.
Forse waterbesparing door hergebruik
Productielocatie Aalter in België heeft dit jaar
forse waterbesparingen gerealiseerd. In 2013 is
maar liefst 800.000 m 3 water hergebruikt door
het toepassen van nieuwe zuiveringstechnieken.
Water, gebruikt in het productieproces, wordt
gezuiverd tot drinkkwaliteit en hergebruikt.
Hierdoor stroomt minder water het riool in. Dit
levert een waterbesparing op van 160.000 m 3 , een
kostenbesparing van 4.000 tot 5.000 euro per jaar.
36
Resultaten 2013
Doelstelling 2020: Realiseren van klimaatneutrale
groei tussen 2010 en 2020 door minimaal 2 procent
efficiëntieverbetering per jaar op het gebied van energie.
Minimaal 2 procent efficiëntieverbetering per jaar bij
water en afval(water)
FrieslandCampina heeft een energie- en waterbesparingsprogramma dat zich specifiek richt op de productielocaties.
In 2013 heeft FrieslandCampina twaalf zogeheten
impactscans uitgevoerd op verschillende productielocaties
(2012: drie impactscans) die samen verantwoordelijk
zijn voor ongeveer 40 procent van het water- en
energieverbruik van de productielocaties. Op de locaties
is gekeken naar het water- en energieverbruik en naar
besparingsmogelijkheden. Het efficiënter inrichten van
bestaande processen bij de productielocaties heeft een
energiereductie van tien procent tot gevolg.
In 2013 heeft FrieslandCampina de jaarlijkse doelstelling
van twee procent energie-efficiëntie behaald: ten
opzichte van 2012 verbeterde de efficiëntie van het
primaire energiegebruik in de productielocaties met
3,2 procent. De waterefficiëntie is ook verbeterd, met
2,3 procent. Ook heeft FrieslandCampina in 2013 een
aantal besparende maatregelen doorgevoerd. Enkele
voorbeelden zijn: Bij het kaaspakhuis in Born wordt
voor het regelen van de luchtkwaliteit gebruik gemaakt
een warmtepomp. Het gebruik van deze warmtepomp
realiseert een energiebesparing en maakt de luchtkwaliteit
beter regelbaar. Daarmee heeft de warmtepomp ook
positieve effecten op de kwaliteit van de kaas. En bij
FrieslandCampina Heilbronn wordt gebruik gemaakt van
FlowChief. FlowChief is een programma waarmee het
energieverbruik in de fabriek permanent gemonitord kan
worden en afwijkingen meteen opgemerkt worden. Dit heeft
als gevolg dat er elk jaar tot vijf procent meer op het totale
energieverbruik van de productielocatie wordt bespaard.
In 2014 zet FrieslandCampina de impactscans
door, de uitkomsten neemt de onderneming mee in
investeringsoverwegingen. Het doel voor 2014 is dat tachtig
procent van de productielocaties een impactscan hebben
gehad en over een verbeterprogramma beschikken.
Samenwerking met maatschappelijke organisaties
Bij het verduurzamen van de landbouwgrondstoffen
wordt nauw samengewerkt met verschillende
maatschappelijke organisaties om een groter
bereik te realiseren en krachten te bundelen.
FrieslandCampina is lid van de Round Table on
Responsible Soy en werkt hierin samen met het
Wereld Natuur Fonds (WNF), het Initiatief Duurzame
Handel, Solidaridad en de Stichting Natuur & Milieu.
FrieslandCampina is daarnaast in Nederland lid van
het Platform Biodiversiteit, Economie, Ecologie.
Dit platform hanteert het No Net Loss als leidend
principe, wat betekent dat leden streven naar geen
netto verlies van biodiversiteit. Als participant in
de Round Table on Sustainable Palm Oil (RSPO)
werkt FrieslandCampina samen met onder meer
het WNF. FrieslandCampina werkt ook samen met
Solidaridad aan duurzaam tropisch fruit. Samen
met UTZ Certified werkt FrieslandCampina aan
duurzame cacao. Minimaal vier keer per jaar vinden
gesprekken met deze stakeholders plaats om de
voortgang te waarborgen.
Duurzame indamper bij FrieslandCampina DMV in Veghel
FrieslandCampina DMV in Veghel beschikt sinds oktober 2013
over een energiezuinige indamper. Met deze indamper wordt
water verdampt uit wei waardoor de aanwezige melksuiker
spontaan kan kristalliseren. Door het slim toepassen van
verschillende technieken wordt er 60 procent energie
bespaard ten opzichte van de voormalige installatie. Dit
komt overeen met het gebruik van circa 500 Nederlandse
huishoudens. De warmte die vrijkomt bij deze nieuwe methode
wordt dusdanig benut dat geen koelwater meer nodig is.
Efficiënte en duurzame productieketens
37
Doelstelling 2020: Honderd procent gebruik van
groene elektriciteit afkomstig uit agrarische domein in
Nederland in 2015
Zo’n zestig procent van de elektriciteit die de Nederlandse
productielocaties gebruiken is in 2013 duurzaam
opgewekt. Het grootste deel daarvan is afkomstig van
de leden-melkveehouders. In het hoofdstuk ‘Duurzame
melkveehouderij’ staat meer informatie over de manier
waarop leden-melkveehouders worden gefaciliteerd bij het
opwekken van duurzame energie.
Doelstelling 2020: Alle ingekochte (landbouw)grondstoffen
komen uit volledig duurzaam gemanagede bronnen
Melk staat aan de basis van de producten van
FrieslandCampina, maar het is niet de enige grondstof.
FrieslandCampina gebruikt ook grondstoffen als palmolie,
suiker en cacao voor de eindproducten en papier en karton
voor de verpakkingen. In het streven naar duurzame en
efficiënte productieketens richt FrieslandCampina zich
daarom ook op het inkopen van duurzame (landbouw)
grondstoffen.
Daarnaast kijkt FrieslandCampina naar het gebruik van
duurzame elektriciteit bij nieuwbouw. Bij de bouw van
de productielocatie in Borculo is gekozen voor energie
uit biomassa. Daarmee zet de onderneming een nieuwe
stap op weg naar klimaatneutrale groei. Met een geheel
nieuwe techniek voor verhitting zonder zuurstof (pyrolyse)
wordt olie gewonnen uit duurzame biomassa met een zeer
geringe CO2-uitstoot. In 2013 is het fundament gelegd
voor de bouw van een fabriek waar de fabrikant Empyro
duurzame pyrolyse-olie gaat produceren. FrieslandCampina
neemt gedurende twaalf jaar pyrolyse-olie af als brandstof
voor de productie van melkpoeder. Dit verlaagt de directe
CO2-uitstoot voor de gehele locatie Borculo met circa
15 procent per jaar. Hierdoor ontstaat een besparing op
fossiele brandstof waardoor de CO2-uitstoot gereduceerd
wordt met een hoeveelheid die gelijk is aan de uitstoot van
2.000 Nederlandse huishoudens op jaarbasis.
Duurzame palmolie
FrieslandCampina is sinds 2007 lid van de Round Table
on Sustainable Palm Oil (RSPO), een initiatief om de
productie van palmolie te verduurzamen. Palmolie is een
grondstof voor bijvoorbeeld koffiecreamers en vetpoeders
van de voedingsmiddelenindustrie. In 2011 besloot
FrieslandCampina volledig om te schakelen naar duurzame
palmolie. Met de inkoop van 100 procent duurzame,
gesegregeerde palmolie is FrieslandCampina koploper
op dit gebied.
Duurzame soja
FrieslandCampina gebruikt de grondstof sojaolie voor
haar producten. De zuivelonderneming is lid van de
Round Table on Responsible Soy (RTRS). Doel is om
de sojaproductie in landen als India, Argentinië en
Brazilië te verduurzamen. FrieslandCampina heeft als
doel om 100 procent duurzame soja in te kopen, RTRSgecertificeerd. Deze doelstelling is in 2013 al gehaald
met de inkoop van sojaolie. Meer informatie over de
inspanningen van FrieslandCampina op het gebied
van duurzame sojaschroot voor diervoer staat in het
hoofdstuk ‘Duurzame melkveehouderij’.
Betrokkenheid medewerkers bij besparingsmogelijkheden
Bij de realisatie van duurzame en efficiënte productieketens is betrokkenheid van medewerkers essentieel.
Een belangrijk onderdeel van de impactscans is het uitvoeren van enquêtes onder medewerkers om
besparingsmogelijkheden in kaart te brengen. De resultaten worden breed gedeeld en het opstellen van de
verbeterplannen gebeurt in samenspraak met de medewerkers van de desbetreffende productielocatie. Op deze
manier zorgt FrieslandCampina voor betrokkenheid van de medewerkers bij het realiseren van de gestelde doelen.
38
Duurzame rietsuiker
FrieslandCampina gebruikt suiker voor een aantal
producten, dit is zowel riet- als bietsuiker. Rietsuiker komt
met name uit Latijns-Amerika, Azië en Afrika waar het niet
altijd met respect voor mens en milieu wordt geteeld en
geoogst. Bonsucro is een internationale multi-stakeholder
organisatie die een standaard voor duurzame rietsuiker
heeft opgesteld. Deze standaard wordt gebruikt om
rietsuikerverwerkers (millers) te certificeren. In 2013 is
FrieslandCampina lid geworden van deze organisatie om
bij te dragen aan de verduurzaming van de productie en
zelf duurzame rietsuiker te kunnen inkopen.
Tropisch fruit
FrieslandCampina Fruitbased heeft zich als doel gesteld
de eerste Nederlandse fruitsappenproducent te zijn
met een complete duurzame toeleveringsketen. Om
dit te realiseren is FrieslandCampina terug in de keten
gegaan, tot aan de fruitteler. Hierbij is gebruik gemaakt
van de kennis en expertise van Solidaridad. Zij hebben
geholpen bij het maken van een risicoanalyse per
fruitsoort, toegespitst op duurzaamheid. In 2014 gaat
FrieslandCampina verder met het ontwikkelen van
een nieuwe standaard op het gebied van duurzaam
tropisch fruit.
Duurzame verpakkingen
Sinds 2011 zijn alle primaire verpakkingen van
FrieslandCampina van duurzaam geproduceerd karton.
Sinds 2013 zijn ook alle secundaire verpakkingen en
omverpakkingen (dozen, ‘wrap arounds’, ‘trays’) die op
de West-Europese markt worden gebruikt, 100 procent
duurzaam en voorzien van een FSC (Forest Stewardship
Council)-keurmerk. Ongeveer 70 procent van deze
verpakkingen is afkomstig van gerecyclede papiervezels
en 25 procent van verse vezels uit verantwoord
beheerde bossen. In totaal gebruikt FrieslandCampina
75 miljoen kg karton per jaar voor ongeveer 550 miljoen
omverpakkingen.
Het commitment van FrieslandCampina voor het integreren van MVO in
de onderneming draagt bij aan het nastreven van de MVO-ambities. “Het
feit dat duurzaamheid en energie-efficiëntie een belangrijke rol spelen bij
investeringsbeslissingen, laat de betrokkenheid van onze onderneming zien.”
Neraj Merha, Director Corporate Supply Chain
Efficiënte en duurzame productieketens
Waar FrieslandCampina aan werkt
39
Investeren in technologische innovaties
Voor het realiseren van klimaatneutrale groei is het van
belang dat FrieslandCampina op termijn investeert in
nieuwe technieken voor energie- en waterbesparingen.
Vanwege de snelheid waarmee technologische
innovaties zich aandienen is het soms lastig inschatten
wat de beste investering is. De impactscans maken
duidelijk welke mogelijkheden er zijn voor verbetering.
FrieslandCampina neemt nu al energie-efficiëntie mee in
alle investeringsoverwegingen.
Zelf ontwikkelen van duurzaamheidsstandaarden
FrieslandCampina maakt zoveel mogelijk gebruik van
internationaal erkende standaarden bij de inkoop van
duurzame grondstoffen. Helaas bestaan niet voor alle
ingekochte producten duurzaamheidsstandaarden. Voor
die grondstoffen moet FrieslandCampina in samenwerking
met haar leveranciers en maatschappelijke organisaties
bepalen wat het gewenste duurzaamheidsniveau is.
Met Solidaridad is hiervoor een intensief traject voor
duurzaam fruit doorlopen. Tevens wordt gebruik
gemaakt van de kennis en ervaring van het SAI Platform
(Sustainable Agriculture Initiative), waar standaarden
voor verduurzaming van landbouwgrondstoffen worden
ontwikkeld. FrieslandCampina heeft zitting in de Executive
Committee van het SAI Platform. Eveneens moet er een
manier gevonden worden om dat te borgen, zonder te hoge
kosten voor certificering. Daarnaast blijft FrieslandCampina
de duurzaamheidsstandaarden die nu worden gebruikt
scherp monitoren om inzicht te krijgen in de werkwijze,
geloofwaardigheid en verantwoording van de kosten.
Ook voor zuivelproducten wordt internationaal gewerkt
aan een standaard voor duurzame zuivel, via het Dairy
Sustainability Framework. Dit internationale initiatief
van een groot aantal betrokkenen in de zuivelsector is
gepresenteerd tijdens de World Dairy Summit 2013 in
Yokohama, Japan. Zie ook het hoofdstuk ‘Duurzame
melkveehouderij’.
BREAAM-certificaat voor Innovation Centre
Het nieuwe FrieslandCampina Innovation Centre
in Wageningen is BREAAM gecertificeerd en zeer
duurzaam. In de nieuwbouw zijn innovatieve
energieconcepten toegepast, zoals onder andere
warmte-koudeopslag, zonnecellen en een duurzaam
klimaatsysteem. Het energieverbruik van het
Innovation Centre ligt 25 procent onder de norm die
door de overheid is vastgesteld. Ook is er gekozen
voor energiezuinige installaties en apparatuur.
Warmte wordt hergebruikt. Bewegingsdetectie en
daglichtdetectie zorgen ervoor dat de verwarming
en of koeling bij afwezigheid terugschakelt en de
verlichting uit gaat. Er wordt gebruik gemaakt van
biogas en groene stroom afkomstig van de eigen
leden-melkveehouders.
40
Duurzame melkveehouderij
FrieslandCampina vindt het belangrijk dat melk en andere
grondstoffen voor de productie van zuivelproducten op
duurzame wijze tot stand komen. Daarbij gaat het om methoden
voor landbouw en melkveehouderij die een zo laag mogelijke
impact op het milieu hebben, diervriendelijk zijn en een bijdrage
leveren aan maatschappelijk draagvlak voor de melkveehouderij.
Sinds 1 januari 2012 ondersteunt FrieslandCampina haar
leden-melkveehouders via Foqus planet. Met het Foqus planet
programma biedt FrieslandCampina haar leden-melkveehouders
de instrumenten voor het realiseren van een duurzame
bedrijfsvoering. Ruim 19.000 leden-melkveehouders van de
coöperatie zijn actief bezig met het verduurzamen van hun
bedrijfsvoering, gericht op onder andere het besparen op energie,
het verbeteren van de mineralenkringloop, het verminderen van
het antibioticagebruik en het verbeteren van dierwelzijn.
41
42
Duurzame melkveehouderij
Doelstelling 2020 1
Kimaatneutrale groei
Handhaven van het
niveau van 2012
van weidegang op
81 procent van de
bedrijven van ledenmelkveehouders
Resultaten 2013
Ambities 2014
Stijging van de broeikasgassen
bij leden-melkveehouders met
3 procent ten opzichte van 2012.
Reductie van de hoeveelheid
broeikasgassen op boerderijniveau
ten opzichte van 2013.
Ondersteunen van ledenmelkveehouders bij de reductie
van het energieverbruik en bij het
opwekken van duurzame energie,
door zon, wind en biomassa.
Verbeteren monitoring van
broeikasgassen op boerderijniveau.
79,1 procent van de bedrijven van
leden melkveehouders doet aan
weidegang.
Handhaven van het niveau van 2012
van weidegang: totaal 81 procent.
Introductie Koe-Kompas.
Continu verbeteren
van diergezondheid en
dierwelzijn
1 Geven van voorlichting en training
aan leden-melkveehouders op het
gebied van voorkomen van uierontstekingen en klauwproblemen.
Continueren voorlichting en training
waardoor gezondheid en welzijn van
dieren op de boerderij verbeteren.
Reduceren van antibiotica tot
2,9 DDD/J. 2
Continueren samenwerking
met relevante partijen teneinde
antibiotica te reduceren.
Op basis van de uitgevoerde materialiteitsanalyse is de formulering van de doelen 2020 aangescherpt. Meer informatie over dit proces staat
beschreven op pagina 64.
Op basis van realtime data uit Medirund; betreft het DDD/J van een gemiddeld melkveebedrijf dat levert aan FrieslandCampina
(bron: Productschap Vee en Vlees)
2 Duurzame melkveehouderij
43
Materialiteit – Het belang van deze pijler
De zuivelsector staat in nauwe verbinding met de
samenleving en daarbij speelt een aantal maatschappelijke
thema’s. Melkveehouders krijgen maatschappelijke
waardering voor hun rol in en bijdrage aan het
cultuurlandschap en de vitaliteit van het platteland.
Tegelijkertijd draagt de sector significant bij aan de
uitstoot van broeikasgassen en mineralen (via de mest) en
verbruikt het energie. FrieslandCampina en haar ledenmelkveehouders moeten in toenemende mate voldoen
aan eisen en wensen van afnemers, overheden, burgers
en consumenten om ook in de toekomst melk te kunnen
blijven produceren, verwerken en verkopen. Deze eisen
en wensen gaan vooral over verbetering van dierwelzijn
en weidegang van de koeien, vermindering van energie,
broeikasgassen en mineralen.
De Nederlandse overheid zet zich ook in voor het
verduurzamen van de melkveehouderij. Eind 2013
deelden LTO en NZO hun toekomstvisie voor de
Nederlandse zuivelsector (het milieuplan ‘Koersvast
richting 2020: voortvarend in verantwoordelijkheid’). De
Nederlandse zuivelsector kiest voor een grondgebonden
melkveehouderij en behoud van weidegang voor koeien.
In deze toekomstvisie is er, na afschaffing van het
melkquotum in 2015, ruimte voor gezinsbedrijven die zich
ontwikkelen binnen de milieurandvoorwaarden van de
Rijksoverheid (inclusief fosfaatplafond), maar ook voor
bedrijven die innoveren op het gebied van duurzaamheid
en biodiversiteit en weidegang toepassen. Met het Foqus
planet programma biedt FrieslandCampina haar ledenmelkveehouders instrumenten voor het realiseren van een
duurzame bedrijfsvoering.
Foqus planet
Voor de realisatie van FrieslandCampina’s
duurzaamheidsambities in 2020 zijn inspanningen van
leden-melkveehouders van doorslaggevend belang.
FrieslandCampina hanteert voor de productie van
boerderijmelk door haar leden-melkveehouders het
kwaliteitsborgings- en duurzaamheidsprogramma
Foqus planet (sinds 1 januari 2012). Dit programma is het
belangrijkste instrument waarmee FrieslandCampina de
ambities binnen de pijler ‘Duurzame melkveehouderij’
nastreeft.
Centraal in de duurzaamheidsaanpak staat het
ondersteunen en stimuleren van leden-melkveehouders
bij het verder verduurzamen van hun bedrijfsvoering.
Het programma focust zich op kennisuitwisseling
in workshops, via leerbedrijven en met behulp van
een website speciaal voor leden-melkveehouders
van FrieslandCampina. De elementen ervan zijn
geïntegreerd in het al bestaande kwaliteitssysteem voor
de melkveehouders, zodat zij nu te maken hebben met
één integrale aanpak van kwaliteit, voedselveiligheid
en duurzaamheid. Foqus planet wordt elke drie jaar
vernieuwd. De eerste evaluatie van het kwaliteits- en
duurzaamheidsprogramma vindt plaats in 2014.
“Met haar MVO-strategie zet FrieslandCampina een toekomstvisie voor de wereld neer. Dit is belangrijk om de
uitdagingen van de toekomst aan te kunnen, maar ook om als onderneming in de toekomst te blijven groeien.
Samen met de coöperatie en leden-melkveehouders wordt gewerkt aan het realiseren van doelstellingen om deze
uitdagingen aan te gaan. Dat vereist breed en vernieuwend vakmanschap van onze leden waarbij de groei van hun
bedrijf als gezinsbedrijf in balans moet zijn met dier, omgeving en klimaat.”
Thom Albers, Director Cooperative Affairs
44
Resultaten 2013
Doelstelling 2020: Kimaatneutrale groei
Energie en klimaat
FrieslandCampina heeft zich gecommitteerd aan het
realiseren van klimaatneutrale groei. Dit betekent
dat de productiehoeveelheid toeneemt, maar het
energiegebruik en de uitstoot van broeikasgassen in
2020 gelijk blijven of afnemen (ten opzichte van het
basisjaar 2010). In aanvulling daarop heeft de Nederlandse
zuivelsector (productie en verwerking) zichzelf ten
doel gesteld jaarlijks minimaal 2 procent verbetering in
energie-efficiëntie te bereiken. Dit heeft zij vastgelegd
in de Meerjarenafspraak energiebesparing (MJA-3) en
het Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren. Het
Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren bestaat
uit een aantal afspraken die FrieslandCampina in NZOverband met de Nederlandse overheid heeft gemaakt.
Doelstellingen voor energiebesparing, reductie van
broeikasgassen en de productie van duurzame energie
staan hierin centraal.
Energiescans en energieworkshops
FrieslandCampina biedt een energiescan en
energieworkshops aan om met de leden-melkveehouders
te werken aan energiebesparing. De energiescan
is een vragenlijst over het energieverbruik van een
melkveebedrijf, eventueel in combinatie met een
vergelijking van het energieverbruik van collega-bedrijven.
Aan deze vergelijking is een verbeteradvies gekoppeld.
Tot nu toe hebben in totaal 1.200 leden-melkveehouders
deze energiescan ingevuld. De melkveehouders kunnen
het advies van de energiescan direct in de praktijk
brengen met deelname aan een energieworkshop.
Hierin wordt voor een bedrijf duidelijk waar concrete
besparingsmogelijkheden liggen. Afgelopen jaar vonden
tien energieworkshops plaats in Nederland en België.
Opwekken duurzame energie
FrieslandCampina wil in 2020 voor 100 procent gebruik
maken van duurzame elektriciteit uit eigen domein, bij
voorkeur geproduceerd op de bedrijven van de eigen
leden-melkveehouders of, wanneer dit onvoldoende
beschikbaar is, uit het Nederlandse agrarisch domein.
Leden die duurzame energie produceren kunnen
groencertificaten (Garanties van Oorsprong) aan
FrieslandCampina verkopen. In 2013 was 63 procent
van het elektriciteitsgebruik in de Nederlandse
productielocaties duurzaam geproduceerd voornamelijk
vanuit het Nederlandse Agrarische domein, voor een
belangrijkste deel door leden-melkveehouders, via
Garanties van Oorsprong.
In 2013 zijn veel innovaties op het gebied van
energiebesparing en duurzame energie gestimuleerd
en gerealiseerd. Leden-melkveehouders krijgen
ondersteuning van FrieslandCampina:
• Van Gogh Windmolenpark
Sinds december 2012 zijn vijf windmolens van ledenmelkveehouders van FrieslandCampina in bedrijf. Drie
leden-melkveehouders hebben in samenwerking met
investeerders het windmolenpark gerealiseerd. De vijf
windmolens produceren zo’n 27.900 MWh elektriciteit
per jaar. Dit is ongeveer gelijk aan het gemiddelde
elektriciteitsverbruik van 8.000 Nederlandse
huishoudens, voldoende voor twee productielocaties
van FrieslandCampina. FrieslandCampina neemt in ieder
geval voor 2013 en 2014 de Garanties van Oorsprong af.
• Transport op basis van biogas
Jaarlijks worden ongeveer 200.000 transportkilometers afgelegd tussen de fabriek en de
containerhaven in Leeuwarden. De productielocatie
Leeuwarden gebruikt sinds 2013 groen gas voor het
Samen energie creëren voor een duurzame melkveehouderij
Een groep Future Leaders van FrieslandCampina organiseerde in september
2013 een stakeholderdialoog over duurzame energie. De dialoog ging
over de uitdagingen voor leden-melkveehouders op dit terrein. Zo’n 100
Nederlandse stakeholders (leden-melkveehouders, klanten, NGO’s en
wetenschappers), onder leiding van Cees ’t Hart en Piet Boer, kwamen bijeen
om samen draagvlak te creëren voor een duurzame melkveehouderij. De
dialoog resulteerde in een reeks aanbevelingen om samenwerking tussen
stakeholders te genereren en zo duurzame energie op het boerenbedrijf verder
te stimuleren.
Duurzame melkveehouderij
45
vervoer van producten van de productielocatie naar
de containerhaven. Deze overschakeling naar biogas
(opgewekt door leden-melkveehouders) zorgt voor een
vermindering van de CO2-uitstoot van dit transport met
80 procent.
• Vergisting van mest
FrieslandCampina wil de circulaire economie
stimuleren, bijvoorbeeld door innovaties in
mestvergisting te versnellen (met als resultaat biogas,
kunstmestvervangers of biobased grondstoffen).
Zo hebben verschillende leden-melkveehouders elk
een kleinschalige mono-mestvergister. Ook werkt
FrieslandCampina aan de inzet van grootschalige
mono-vergisters, bijvoorbeeld in samenwerking met
partners als Royal HaskoningDHV, Vion en Omrin. De
onderneming verkent verschillende mogelijkheden en
de middelen die leden-melkveehouders nodig hebben en
werkt dit in 2014 verder uit.
•Zonne-energie
Circa dertig leden-melkveehouders kochten na het
uitvoeren van een energiescan zonnepanelen. Hiermee
kunnen zij op een elektriciteitsneutrale manier melk
produceren. FrieslandCampina faciliteerde de inkoop,
de plaatsing, het beheer en het onderhoud van de
zonnepanelen voor deze leden-melkveehouders. Elke
melkveehouder produceert gemiddeld 36.000 MWh
elektriciteit. Hier zijn zo’n 180 panelen voor nodig.
• Bewustwording duurzame elektriciteit
Op 13 juni 2013 organiseerden FrieslandCampina
en Courage in Zutphen een bijeenkomst over
duurzame elektriciteit. Tachtig deskundigen
wisselden van gedachten over de perspectieven van
de melkveehouderij als leverancier van duurzame
elektriciteit. De Fotonenboer Borgman-Roeterdink in
Vierakker is hierbij bezocht als best practice. Het bedrijf
heeft ervaring met zonnepanelen, zonnecollectoren,
stroomopslag een unieke innovatieve LED-verlichting
en er zijn plannen voor kleinschalige windmolens. Het
project Fotonenboer laat zien hoe een energieneutraal
melkveebedrijf er in de toekomst uit kan zien.
Fosfaat en mest
In de toekomstvisie voor de Nederlandse zuivelsector,
in 2013 opgesteld door LTO en NZO, zijn maatregelen
opgenomen voor betere mineralenbenutting met behulp
van de inzichten uit de KringloopWijzer, optimaal gebruik
van de plaatsingsruimte voor fosfaat en maatregelen voor
mestverwerking.
Bij de melkveehouderij komt gemiddeld 75 procent
van het diervoer van eigen land en voor de bemesting
wordt 65-100 procent van de eigen mest gebruikt. De
KringloopWijzer, ontwikkeld vanuit het Innovatieprogramma
Koeien en Kansen, brengt op een eenvoudige manier
de kringlopen van voer- en meststoffenbenutting en de
daaraan gerelateerde opbrengsten en emissies (stikstof
en fosfaat) in beeld. FrieslandCampina stimuleert het
gebruik van de KringloopWijzer onder haar ledenmelkveehouders en ziet dit instrument vooral als een
managementinstrument. Zo organiseerde zij in 2013
vier studiebijeenkomsten. Ook startte FrieslandCampina
een pilot waarbij 120 leden-melkveehouders de
KringloopWijzer gebruiken voor het opstellen van een
actieplan voor een betere mineralenbenutting op het
bedrijf. In 2014 wordt de KringloopWijzer in het Foqus
planet programma opgenomen. Het gebruik ervan is per
1 januari 2015 verplicht voor alle melkveebedrijven met een
mestoverschot.
Doelstelling 2020: Handhaven van het niveau van 2012
van weidegang op 81 procent van de bedrijven van ledenmelkveehouders
Weidegang
FrieslandCampina wil dat iedere melkveehouder zich inzet
om weidegang mogelijk te maken. Elke melkveehouder
ontvangt een weidegangtoeslag wanneer de melkkoeien
gedurende minimaal 120 dagen per jaar tenminste zes
uur per dag in de wei grazen. FrieslandCampina heeft
met ingang van 2012 de toeslag verhoogd van 0,05 naar
0,50 euro per 100 kilogram melk, om weidegang verder te
stimuleren onder haar leden-melkveehouders. Daarnaast
is een regeling ontwikkeld voor deelweidegang. Deze geldt
voor melkveehouders die niet voldoen aan de normen voor
weidemelk, maar wel minimaal een kwart van de koeien
120 dagen per jaar in de wei laten grazen. Zo’n 79 procent
van de leden-melkveehouders bood de koeien weidegang
in 2013 (inclusief deelweidegang). Doelstelling is om het
niveau van 2012, 81 procent, te handhaven.
Daarnaast is FrieslandCampina sinds 2012 aangesloten
bij het Convenant Weidegang. De zuivelonderneming
committeert zich hiermee aan het bieden van weidegang
aan zoveel mogelijk koeien en het niveau van weidegang
te handhaven op 81 procent (niveau 2012) van de bedrijven
van leden-melkveehouders. FrieslandCampina brengt dit
commitment in de praktijk met workshops en stagedagen
over weidegang. In 2013 zijn 47 workshops en stagedagen
gehouden in zowel Nederland als België.
46
Doelstelling 2020: Continu verbeteren van de
diergezondheid en dierwelzijn
Antibioticagebruik reduceren
Het is belangrijk voor de gezondheid van mensen en
dieren dat in de veehouderij minder en beter gebruik
wordt gemaakt van antibiotica. Doel hierbij is dat
de resistentie van ziekteverwekkende bacteriën
tegen antibiotica vermindert. De zuivelsector heeft
hiertoe de nodige acties in gang gezet. Zo richt het
voorlichtingsprogramma van FrieslandCampina over
verantwoord diergeneesmiddelengebruik zich op het
terugdringen van het antibioticagebruik naar het niveau
van 1999. Het programma bestaat uit het organiseren
van workshops (19 in totaal in Nederland en Duitsland),
het vergroten van de bewustwording en het stellen van
strenge eisen waar nodig.
De overheid heeft een reductiedoelstelling voor het
gebruik van antibiotica vastgesteld: een vermindering
van 50 procent in 2013. Deze doelstelling werd in 2012
al gerealiseerd. De Autoriteit Diergeneesmiddelen
constateerde een verdere daling in het gebruik van
antibiotica op de Nederlandse veehouderijen in 2013.
Volgens de nieuwe rekensystematiek van de Autoriteit
ligt de dierdagdosering in de melkveehouderij op 2,9
dierdagdosering per jaar in Q3 van 2013. In de nieuwe
rekenmethode is ook het gewicht van jongvee meegenomen
in het totale gewicht van de veestapel, waardoor de
dierdagdosering lager uitkomt dan voorgaande jaren.
De streefwaarde voor antibioticagebruik is vastgesteld op
3 dierdagdosering per jaar, vanaf 2015 geldt dit voor alle
leden-melkveehouders van FrieslandCampina.
Koe-Kompas
Een goede voeding, verantwoord diergeneesmiddelengebruik en gerichte preventie en bestrijding of
beheersing van dierziekten zorgen voor een goede
gezondheid van de koeien. Hier is goed management
van een melkveebedrijf voor nodig. Het Koe-Kompas is
een managementinstrument dat een analyse van het
melkveebedrijf maakt. Het Koe-Kompas is ontwikkeld door
dierenartsen en melkveehouders en gebaseerd op een
uitgebreide gezondheidscheck van de dieren. De analyse
brengt de sterke punten van het melkveebedrijf in kaart en
geeft verbeterpunten aan. Het Koe-Kompas richt zich op
zeven bedrijfsonderdelen: voeding en water, huisvesting,
dierwelzijn, het melken, de werkroutines, de jongveeopfok en de diergezondheid. Door twee pilotgroepen van
leden-melkveehouders is het Koe-Kompas getoetst op
bruikbaarheid. De test was succesvol en het Koe-Kompas is
daarom per 1 januari 2014 toegevoegd aan het Foqus planet
programma.
Internationale erkenning voor dierwelzijn
FrieslandCampina organiseerde in 2013 in totaal 122
workshops voor Nederlandse, Belgische en Duitse ledenmelkveehouders over klauwgezondheid en uiergezondheid.
De inspanningen van de leden-melkveehouders op het
gebied van dierwelzijn worden internationaal erkend. De
organisatie Compassion In World Farming (CIWF) reikte op
30 oktober 2013 de Good Farm Animal Welfare Awards uit.
Deze awards worden toegekend aan Europese bedrijven die
belangrijke stappen zetten op het gebied van dierwelzijn.
FrieslandCampina ontving de Good Dairy Commendation
award vanwege de aandacht voor dierwelzijn binnen het
duurzaamheidprogramma Foqus planet.
Internationale overeenstemming over duurzame zuivel
FrieslandCampina heeft samen met andere wereldwijde zuivelondernemingen, Global Dairy Platform,
International Dairy Federation (IDF), European Dairy Association en het SAI Platform (Sustainable Agricultural
Initiative) een internationale aanpak voor duurzame zuivel geformuleerd. Tijdens het wereldcongres van het
IDF, in oktober 2013, is deze aanpak gepresenteerd. Het resultaat, het Dairy Sustainability Framework, is een
wereldwijde methodiek om het begrip “duurzame zuivel” te formuleren. Met behulp van dit raamwerk wordt een
internationale beweging van verduurzaming van de zuivelsector gestimuleerd. In Nederland wordt het raamwerk
ingevuld via de Duurzame Zuivelketen, een samenwerking tussen NZO en LTO gericht op het verduurzamen van
de Nederlandse zuivelsector.
Duurzame melkveehouderij
Waar FrieslandCampina aan werkt
Duurzaam sojaschroot voor veevoer
FrieslandCampina gebruikt de grondstof sojaolie voor
haar producten. Daarnaast wordt sojaschroot (een
bij-product van de sojaolieproductie) gebruikt in het
veevoer van de koeien die de melk produceren voor de
zuivelproducten van FrieslandCampina. Uit berekeningen
blijkt dat zo’n 150.000 ton sojaschroot per jaar wordt
toegepast in het veevoer van de koeien van de ledenmelkveehouders van FrieslandCampina. Doel is om de
sojaproductie in landen als India, Argentinië en Brazilië te
verduurzamen. FrieslandCampina heeft als doel om vanaf
2015 100 procent verantwoorde soja in het voer van de
koeien te laten verwerken (RTRS-niveau of gelijkwaardig).
Voor de sojaschroot in het voer van de koeien is 53 procent
(80.000 ton) duurzaam volgens de RTRS-criteria of
gelijkwaardig.
Daarnaast is er in 2013 een studie uitgevoerd naar
de impact van een door Solidaridad opgezet project
in India waar 30.000 lokale sojaboeren bij betrokken
zijn. In de periode 2009-2012 werden de activiteiten in
India ondersteund door Nederlandse zuivelbedrijven,
zoals FrieslandCampina. De studie laat zien dat dit
project bijdraagt aan hogere opbrengsten en betere
leefomstandigheden voor de boeren, zonder het milieu te
schaden. Meer dan 30.000 kleinschalige sojaproducenten
zijn getraind om te werken volgens de principes van RTRS.
De belangrijkste resultaten:
• Verhoging van productie met gemiddeld 54 procent;
• Gebruik van chemische meststoffen daalde met
gemiddeld 23 procent;
• Gemiddeld inkomen steeg van 540 naar 1.280 euro
per jaar;
• Kinderarbeid is gedaald van 53 naar 17 procent.
Vernieuwing Foqus planet
FrieslandCampina en haar leden-melkveehouders
staan voor grote uitdagingen rondom de thema’s
weidegang, biodiversiteit en bodemconditie, dierwelzijn
en de vermindering van de milieu-impact van zuivel.
Om draagvlak voor de sector van afnemers, overheden,
burgers en consumenten te behouden is het belangrijk
dat de bedrijfsvoering van leden-melkveehouders op deze
thema’s optimaal wordt afgestemd op de wensen en eisen
van deze verschillende stakeholders.
In 2014 vindt de vernieuwing van het kwaliteits- en
duurzaamheidsprogramma plaats. Tijdens de evaluatie
worden de systematiek en de inhoud van alle kwaliteitsen duurzaamheidsaspecten opnieuw bekeken. Met een
vernieuwd kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma
(per 1 januari 2015) worden leden-melkveehouders
gestimuleerd om hun bedrijfsvoering op de verschillende
kwaliteits- en duurzaamheidsthema’s in te richten. Het
programma is erop gericht om kwaliteit, diergezondheid,
voedselveiligheid en verantwoord duurzaam ondernemen
te borgen, te stimuleren en transparant en inzichtelijk
te maken.
Met verschillende instrumenten en activiteiten streeft
FrieslandCampina samen met leden-melkveehouders
een duurzame zuivelsector na. In 2014 organiseert
FrieslandCampina circa 100 themabijeenkomsten waarbij
een duurzame melkveehouderij en Foqus planet centraal
staan. Tijdens deze bijeenkomsten wordt met ledenmelkveehouders gesproken over manieren waarop zij een
bijdrage kunnen leveren aan een duurzame zuivelsector.
47
48
Betrokkenheid van medewerkers
Bouwen aan een
groene werkplek
Medewerkers als
vrijwilligers
Goed
werkgeverschap
Activiteiten met
ondernemingen en
organisaties op het gebied van
Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen
Om de ambities van route2020 waar te maken is een
wereldwijde Human Resources-strategie ontwikkeld. MVO
heeft hierin een belangrijke plek. FrieslandCampina neemt
haar verantwoordelijkheid om een goede werkgever te zijn
en investeert in goede en gemotiveerde medewerkers en
een stimulerende en inspirerende omgeving.
Het HR-beleid met betrekking tot MVO wordt
gevisualiseerd door middel van een klavertje vier. De vier
blaadjes staan voor de vier HR-gebieden die gezamenlijk
leiden tot betrokken medewerkers die succesvol bouwen
aan een duurzame onderneming.
Goed werkgeverschap
Goed werkgeverschap betekent voor FrieslandCampina
onder meer het bieden van de juiste carrièremogelijkheden,
optimale ontwikkelingsmogelijkheden en passende
primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Daarnaast
wordt er continu gestreefd naar een veilige en gezonde
werkomgeving en de juiste cultuur. 2012 en 2013 stonden
in het teken van talentontwikkeling waarbij samen met
medewerkers is gekeken naar hun carrièrepad en mogelijke
vervolgstappen.
Opleidingen en ontwikkelingsmogelijkheden
Via de FrieslandCampina Academy wordt een breed pakket
aan opleidingsprogramma’s geboden voor medewerkers
van FrieslandCampina. In 2013 hebben meer dan 3.000
medewerkers één van de ruim 300 georganiseerde
opleidingen gevolgd. Het aanbod van de FrieslandCampina
Academy bestaat onder meer uit:
• Algemene FrieslandCampina programma's: Goodness of
Dairy, Code of Conduct, route2020 en Project & Portfolio
Management;
• FrieslandCampina gedragscompetenties: bijvoorbeeld
coachingsvaardigheden en persoonlijke effectiviteit;
• FrieslandCampina management en leiderschapsprogramma's: Leading Self, Leading People en
Leadership in a Change environment;
• FrieslandCampina functionele competenties: Commercial
Academy (Consumer Marketing, Shopper Marketing,
Customer Development), HR Academy en B2B Sales
Academy.
Het aanbod van de Academy wordt ieder jaar aangepast
en sluit aan bij de strategie van FrieslandCampina. Veel
programma’s worden aangeboden in een gecombineerde
vorm, bijvoorbeeld een combinatie van e-learning,
workshop en een werkgerelateerde opdracht. Naast de
Betrokkenheid van medewerkers
49
Goede werkgever volgens Cambridge University
Uit een grote lijst met bedrijven heeft Cambridge University FrieslandCampina uitgekozen om als één van
de voorbeelden te dienen in een boek genaamd Strategies for Success, dat in 2014 wordt gepubliceerd.
FrieslandCampina wordt gewaardeerd door Cambridge University als een organisatie met een sterke reputatie als
goede werkgever, met aandacht voor de verwachtingen en behoeften van getalenteerde en ambitieuze werknemers
en een duidelijke sustainability strategie.
Academy biedt FrieslandCampina een aantal programma’s
gericht op leiderschapsontwikkeling voor speciale
doelgroepen. MVO maakt deel uit van deze programma’s en
krijgt veel aandacht, bijvoorbeeld via bepaalde opdrachten
en business challenges die deelnemers uitvoeren.
• De top twee managementlagen van de organisatie nemen
deel aan leiderschapsprogramma’s die specifiek voor
FrieslandCampina zijn ontworpen. Deze programma’s
vinden plaats in samenwerking met IMD, een
gerenommeerde business school in Lausanne.
• Voor jonge talenten zijn, in samenwerking met de
internationale Business School Ashridge in het Verenigd
Koninkrijk, de programma’s ‘Leading to Succeed’ en
‘Taking the Lead’ ontwikkeld. Als onderdeel van dit 12-18
maanden durende programma wordt deelgenomen aan
een ‘community investment’ project, waarbij iedereen
zich inzet voor een duurzaam ontwikkelingsproject.
FrieslandCampina faciliteert ‘Short Term Assignments’ (312 maanden) en ‘Long Term Assignments’ (1–5 jaar) waarbij
medewerkers naar een ander land worden uitgezonden om
een opdracht uit te voeren of een functie te vervullen. In
2013 heeft FrieslandCampina veel aandacht besteed aan de
‘Short Term Assignments’ als onderdeel van de persoonlijke
ontwikkeling van vooral jonge talentvolle medewerkers.
Er was een toename van het aantal uitzendingen; in totaal
waren er 122 ‘Long Term Assignments’, verspreid over
24 landen en zijn er 16 nieuwe ‘Short Term Assignments’
gestart in negen landen.
Vitale collega’s
FrieslandCampina hecht veel belang aan een goede
vitaliteit van haar medewerkers. Zo heeft het
fit4work2020 programma in Nederland als doel
medewerkers vitaal en gezond te houden; niet alleen
fysiek maar ook mentaal. Het programma bestaat uit
vier pijlers: preventiebeleid, arbobeleid, verzuimbeleid
en re-integratiebeleid. In 2012 is hoofdzakelijk achter de
schermen gewerkt om de organisatie goed in te richten
voor acties en maatregelen op deze vier pijlers. Er is veel
aandacht besteed aan de re-integratie van langdurig zieke
medewerkers. In 2012 en 2013 was het ziekteverzuim
in Nederland 3,9 procent, ten opzichte van 4,8 procent
in 2011. Daarnaast hebben HR-collega’s best practices
verzameld en gezocht naar verbetermogelijkheden voor
belangrijke gezondheidsthema’s.
BOEST
FrieslandCampina is half
oktober 2013 met een
pilot rondom vitaliteit
gestart. De pilot,
uitgevoerd onder 300
Nederlandse medewerkers,
loopt tot eind maart 2014.
Zowel medewerkers uit
de productielocaties als medewerkers in het central
office doen aan de pilot mee. Doel van het programma
is dat de deelnemers hun persoonlijke doelstellingen
op het gebied van bewegen, voeding en ontspannen
behalen. Deelname aan het programma is vrijwillig,
maar van de deelnemers wordt een inzet van een half
jaar gevraagd. Iedere deelnemer krijgt een intake
aan de hand van een vragenlijst en een persoonlijk
doelengesprek. Daarnaast is er maandelijkse coaching
van voormalig topsporters via de website, email en
telefoon en er zijn workshops voor de hele afdeling.
BOEST stimuleert dat collega’s de tips en adviezen
onderling delen. Zo werken collega’s samen aan
de fysieke, mentale en emotionele gezondheid. Als
de pilot succesvol is, kijkt FrieslandCampina of het
programma uitgebreid kan worden naar al haar
medewerkers in Nederland.
50
Werken aan duurzame inzetbaarheid van medewerkers
Duurzame inzetbaarheid van medewerkers is eveneens
een onderdeel van het project 'fit4work2020'.
Duurzame inzetbaarheid houdt in dat medewerkers het
vermogen en de bereidheid hebben om gedurende hun
loopbaan gezond en functioneel te werken. Dit is een
gedeelde verantwoordelijkheid: de medewerker is zelf
deels verantwoordelijk en ook wil FrieslandCampina
ruimte geven zodat de medewerker op een gezonde
en veilige manier zijn werk kan doen. Dit geldt voor
alle bedrijfsonderdelen van FrieslandCampina.
Binnen het project wordt gekeken naar de
kwantitatieve en kwalitatieve benodigde bezetting
in de productiebedrijven. Als gevolg van de huidige
gemiddelde leeftijd van medewerkers en het verwachte
natuurlijke verloop in de productie zal in de jaren tot
2020 een aanzienlijk aantal medewerkers uitstromen.
Ook worden er tekorten verwacht van goed geschoold
technisch personeel. Om hier tijdig op in te spelen en
de opgebouwde zuivelkennis en ervaring te borgen
voor de toekomst, is een samenwerking opgezet met
andere zuivelbedrijven en met opleidingsinstituten. De
fundamenten zijn gelegd voor de operator Academy en
de opleiding voor teamleiders, monteurs en laboranten.
Deze opleidingsprogramma’s zijn in 2013 gestart.
Daarnaast wordt actief gewerkt aan het verstevigen
van de samenwerking met scholen en het werken
met stagiaires. Op deze manier wil FrieslandCampina
studenten de kans geven hun opleiding succesvol af te
ronden en in vroeg stadium talenten te werven.
Veilige werkomgeving
Goed ondernemerschap begint bij een veilige
werkomgeving. Bij FrieslandCampina is het prioriteit
om ervoor te zorgen dat iedereen wereldwijd gezond
begint met werken en aan het eind van de dag
Een veilige werkomgeving
staat bij FrieslandCampina
hoog in het vaandel.
Afgelopen jaar waren er
24 productielocaties waar
een jaar lang geen enkel
ongeval met verzuim heeft
plaatsgevonden.
gezond naar huis gaat. Binnen FrieslandCampina is
een programma ontwikkeld gericht op het verhogen
van het veiligheidsbewustzijn in de organisatie.
Dit programma helpt medewerkers de risico’s te
identificeren en voor zichzelf en anderen een veiligere
werkomgeving te creëren. Het afgelopen jaar is de
dialoog rondom veiligheid binnen FrieslandCampina
verder geïntensiveerd. Op alle locaties zijn medewerkers
bezig om het aantal incidenten en bijna-incidenten terug
te brengen. Daarnaast worden de ervaringen wereldwijd
gedeeld om ervoor te zorgen dat locaties van elkaar
leren zodat binnen de gehele organisatie de veiligheid
structureel verbetert. Als het gaat om veiligheid voelt
FrieslandCampina zich niet alleen verantwoordelijk
voor de eigen medewerkers maar zet zij zich wereldwijd
ook in voor de veiligheid van onderaannemers en
tijdelijke contractwerkers van toeleveranciers. Dit
vindt plaats in samenspraak met de afdeling inkoop, in
gesprekken met onderaannemers en als onderdeel van de
inkoopvoorwaarden. Ook krijgt veiligheid veel aandacht in
grote projecten, bijvoorbeeld in nieuwbouw.
Dit alles draagt bij aan een hogere mate van veiligheid
en minder ongevallen. Zo is het aantal ongevallen
met verzuim tot gevolg wederom gedaald, in 2013 met
40 procent ten opzichte van 2012. De ongevallenratio
per 200.000 gewerkte uren (LTA rate) was 0,6 procent
in 2013. De LTA rate is bovendien al twee jaar onder de
doelstelling van 1,35 procent. Het onderwerp veiligheid
blijft ook in 2014 hoog op de agenda staan. Binnen
FrieslandCampina wordt in 2014 een safety leadership
management programma uitgerold om managers in staat
te stellen nog duidelijker veiligheid uit te dragen binnen
de eigen geledingen.
Betrokkenheid van medewerkers
51
Aandacht voor diversiteit
Bij het werven van nieuwe medewerkers én de ontwikkeling
van huidige medewerkers wordt rekening gehouden met
de diversiteit van het medewerkersbestand. Dit geldt
zowel voor het aandeel vrouwen in de onderneming als
de nationaliteit van de medewerkers. Op het central office
in Amersfoort werken meer dan 15 nationaliteiten in
verschillende lagen van de organisatie.
In 2013 heeft FrieslandCampina aandacht besteed aan
het verder vergroten van bewustwording op het gebied
van diversiteit. Tijdens leiderschapsprogramma’s met
de top 70 van de organisatie is drie dagen stilgestaan bij
talent management en diversiteit. Er is gesproken over
generatieverschillen, man-vrouw verhoudingen en de
behoeftes van verschillende type medewerkers. Diversiteit
zal de komende jaren een grotere rol innemen binnen
talent management.
Specifiek aandachtspunt is het percentage vrouwen in
senior managementposities. Dit percentage is de afgelopen
jaren licht gegroeid naar 14 procent in 2013. Het streven
is om het de komende jaren sterker te laten groeien. Een
actieplan voor instroom en doorstroom van vrouwelijk
toptalent zal vanaf 2014 worden uitgevoerd. In 2020 wil
FrieslandCampina dat het percentage vrouwen in de top
van de organisatie 30 procent bedraagt.
Bouwen aan een groene werkplek
Naast goed werkgeverschap maakt ook een groene
werkplek onderdeel uit van het HR-beleid voor
medewerkers. Het gaat erom dat medewerkers zich
realiseren dat duurzaam gedrag bij henzelf begint.
Daarnaast komt FrieslandCampina met een aantal
handvatten om dit duurzame gedrag te faciliteren.
Groen leaseautobeleid
In januari 2012 is in Nederland een nieuw leasebeleid
geïmplementeerd. Met dit nieuwe beleid wil
FrieslandCampina duurzaam vervoer voor medewerkers
faciliteren. FrieslandCampina heeft medewerkers zuinigere
auto’s aangeboden en stimuleert daarnaast reizen met
openbaar vervoer door een NS Business Card aan te
bieden. In 2013 voerde FrieslandCampina een pilot uit naar
het gebruik van elektrische auto’s. Wanneer elektrische
auto’s met een hogere actieradius beschikbaar komen,
is de wens om deze een plek te geven in het nieuwe
leasebeleid.
Initiatieven in de hele organisatie
De hele organisatie neemt maatregelen voor een
groenere werkplek zoals recyclinginitiatieven in
Nederland, het Midden-Oosten en Zuidoost-Azië en
meer aandacht voor bewust printen en afval in België,
Griekenland en Hongarije. In Azië krijgt de groene
werkplek ook veel aandacht. FrieslandCampina Hong
Kong bijvoorbeeld heeft een Green Team opgericht. Het
team bestaat uit vrijwilligers, heeft een aantal duurzame
campagnes gelanceerd om de CO2-voetafdruk van de
werkmaatschappij te verminderen. Een ander voorbeeld
is FrieslandCampina Thailand, deze werkmaatschappij
streeft naar het verminderen van het gebruik van
52
verpakkingsmateriaal, energie, water en kantoorartikelen
met Reduce, Reuse & Recycle-programma’s. Voor deze
programma’s ontving Thailand in 2013 de Excellent
CSR and Sustainability Program Award. Verder wordt
er gewerkt aan de digitalisering van het HR-systeem,
genaamd Horizon, dat de papierstroom aanzienlijk zal
verminderen. Horizon zal vanaf 2014 diverse
HR-processen integreren, zoals talent management en
loopbaanontwikkeling. Daarnaast kan via Horizon een
interne talentdatabase worden gebouwd en kunnen
medewerkers e-learnings volgen. Horizon wordt
wereldwijd uitgerold.
Frisse ideeën van trainees
In 2012 is in het traineeprogramma van FrieslandCampina
een business challenge over duurzame energie
opgenomen. Een nieuw en fris perspectief op het
bereiken van de MVO-doelstellingen, daar ging het om
bij de opdracht van de zeven corporate trainees. Zij
werden uitgedaagd mogelijkheden in kaart te brengen
van duurzame energie voor zowel FrieslandCampina
als onderneming als voor de leden-melkveehouders.
De trainees identificeerden talloze melkveehouders
die al het goede voorbeeld geven door biovergisters,
zonnepanelen en windturbines te installeren. Dit
inspireerde hen om deze positieve beweging verder te
brengen, bijvoorbeeld door de film ‘together to the next
generation’ te verspreiden binnen FrieslandCampina en
onder de leden-melkveehouders. Andere ideeën van de
trainees zijn samenwerkingen met landbouwscholen en
het verder ondersteunen van de leden-melkveehouders bij
het realiseren van duurzaamheid. Daarnaast bundelden zij
krachten met de Future Leaders en droegen zij bij aan de
stakeholderdialoog over duurzame energie in september
2013. Voor meer informatie, zie het hoofdstuk ‘Duurzame
melkveehouderij’.
Medewerkers als vrijwilligers
Op allerlei fronten zijn medewerkers actief als vrijwilliger
bij maatschappelijke projecten over de hele wereld.
Betrokken bij boeren in Azië en Afrika
Via vrijwilligerspools kunnen FrieslandCampina
medewerkers hun kennis en expertise inzetten om
melkveehouders in Afrika en Azië te helpen. Veelal
wordt dit gedaan in samenwerking met Agriterra. Deze
medewerking kan bestaan uit overdracht van kennis,
maar ook uit directe hulp bij het bouwen van stallen of
het opzetten van de administratie. FrieslandCampina
en Agriterra hebben de ambitie jaarlijks 15 ledenmelkveehouders uit te zenden naar Azië of Afrika. In
het hoofdstuk ‘Ontwikkeling lokale melkveehouderij
in Azië en Afrika’ staat meer over deze bijzondere
samenwerking.
Lokale Green Teams
Een groep jonge medewerkers (tot 35 jaar) binnen
FrieslandCampina in Nederland, de Youngstars, heeft
het initiatief genomen om MVO meer bekend te maken
bij collega’s op de verschillende locaties. In 2013 zijn
op veel locaties in Nederland Green Teams opgericht.
De Green Teams zijn actief binnen verschillende
vestigingen en brengen zo op lokaal niveau MVO onder
de aandacht. Zij begeleiden duurzame initiatieven op
het gebied van energie-, water- en afvalreductie. De
Green Teams zijn een initiatief van de FrieslandCampina
Leaders for Nature. Een team bestaat naast één of
meerdere leden van de Youngstars uit een lid van de
ondernemingsraad en de locatiemanager. De teams
hebben in 2013 verschillende initiatieven ontplooid,
zoals het ontwikkelen van plannen voor LED-verlichting,
het afnemen van lokale enquêtes onder collega’s, het
organiseren van gesprekken met lokale management
teams over kansen voor verduurzaming, het lokaal
verminderen van energieverbruik en het reduceren
van uitval op verpakkingslijnen. De deelname van
drie vertegenwoordigers van de jonge generatie
van FrieslandCampina in de CSR-board toont de
betrokkenheid van medewerkers bij MVO.
Betrokkenheid van medewerkers
53
Activiteiten met ondernemingen en organisaties
op het gebied van maatschappelijk verantwoord
ondernemen
Samenwerking tussen FrieslandCampina en het
Nederlandse Rode Kruis
FrieslandCampina en het Nederlandse Rode Kruis
hebben in 2012 een samenwerkingscontract van vijf jaar
getekend. In die vijf jaar zal FrieslandCampina zowel
nationale als internationale projecten van het Rode
Kruis ondersteunen. Medewerkers van FrieslandCampina
hebben zich ook het afgelopen jaar flink ingezet voor het
Rode Kruis. Dit jaar was de actie gericht op hulp voor de
hongersnood in Namibië en ook hebben medewerkers
en leden-melkveehouders via 3FM Serious Request geld
ingezameld voor kinderen die sterven aan diarree.
Over2you medewerkersonderzoek
In 2013 zijn met de medewerkers de uitkomsten gedeeld
van het in 2012 gehouden ‘over2you’ onderzoek
onder alle medewerkers. Meer dan 80 procent van de
medewerkers heeft meegedaan aan het onderzoek.
De resultaten van het onderzoek laten een hoge
betrokkenheid en trots van de medewerkers zien, onder
andere over maatschappelijke verantwoordelijkheid
van FrieslandCampina, naast gebieden ter
verbetering zoals verandermanagement en interne
communicatie. Van alle verbeteringen is 94 procent
gedurende het jaar doorgevoerd. Elke twee jaar zal
het medewerkersonderzoek worden gehouden, zodat
FrieslandCampina de vinger aan de pols blijft houden en
continu kan blijven verbeteren.
Een nieuwe stap in de samenwerking met het Nederlandse
Rode Kruis is het Disaster Relief Partner Programme.
Meer dan 25.000 medewerkers van Mammoet (een
bedrijf gespecialiseerd in hijswerk en transporten) en
FrieslandCampina zijn betrokken bij dit programma.
Via online fondsenwervingsacties die zij zelfstandig
opzetten, verzamelen zij fondsen voor slachtoffers
van natuurrampen. Zo doneerden medewerkers
van FrieslandCampina in november 2013 meer dan
21.000 euro aan het Nederlandse Rode Kruis voor de
slachtoffers van de tyfoon in de Filippijnen. Alaska Milk
Corporation in de Filippijnen bood direct hulp met het
eigen Operation Rainbow team. Vrijwilligers deelden
melk en water uit aan de slachtoffers van de tyfoon. Maar
ook in Indonesië is de samenwerking zichtbaar. Circa
6.000 slachtoffers, waarvan 2.000 kinderen, getroffen
door een vulkaanuitbarsting, ontvingen zuivelproducten
van FrieslandCampina Indonesia. In totaal hebben
medewerkers van FrieslandCampina in twee jaar tijd
ongeveer 600.000 euro ingezameld voor het Nederlandse
Rode Kruis.
Onze manier van werken
FrieslandCampina wil ook voor haar medewerkers het
meest succesvolle, professionele en aantrekkelijke
zuivelbedrijf ter wereld zijn. Een inspirerende en
betrouwbare werkgever die medewerkers kansen biedt,
een goede en veilige werkomgeving creëert en relevante
trainingen en opleidingen verzorgt. De beoogde
bedrijfscultuur en werkomgeving zijn erop gericht om
individuele talenten zich maximaal te laten ontwikkelen
en tegelijkertijd bij te dragen aan het realiseren van
de ambities van de onderneming. Het inspireren en
motiveren van medewerkers en het bevorderen van
ondernemerschap staan hierbij centraal. Dit vertaalt zich
binnen de strategie route2020 in een manier van werken
waarin 'alignment', 'accountability' en 'action' centraal
staan.
54
Uitdagingen en ambities
Veiligheid
Veiligheid voor medewerkers staat hoog op de agenda
bij FrieslandCampina. Het is het startpunt voor goed
werkgeverschap en het fundament van het MVObeleid. Wat blijft er over van de geloofwaardigheid
van verantwoord en duurzaam ondernemerschap als
medewerkers in onze vestigingen het slachtoffer worden
van onveilige werkomstandigheden? Bijzonder weinig. Het
aantal ongevallen met verzuim is in 2013 met 40 procent
afgenomen ten opzichte van het jaar daarvoor, onder
andere door veel aandacht te geven aan het verantwoord
gebruik van en veiligheid rondom machines en nog
betere begeleiding op het gebied van veilig werken
voor tijdelijke contractwerkers van toeleveranciers
op de bedrijfsterreinen. Maar ieder ongeval blijft er
één teveel. Ook in 2014 zal weer alles op alles worden
gezet om ongevallen te voorkomen, bijvoorbeeld door
training op risico-herkenning en het vergroten van het
veiligheidsbewustzijn van medewerkers.
Onze ‘Purpose’ als accelerator van MVO
Waar het in 2012 nog een hele klus bleek om het belang
van en de marsroute naar duurzaam ondernemen te
duiden voor alle medewerkers in 28 landen, is er in 2013
met de uitrol van FrieslandCampina’s corporate story en
onze purpose iets opmerkelijks gebeurd. Het duidelijke
antwoord op de vraag wie we zijn, waar we voor staan en
hoe we onze ambities willen waarmaken in het belang van
al onze stakeholders heeft binnen de onderneming op
veel herkenning en waardering kunnen rekenen. Daarmee
is onder de ruim 21.000 medewerkers het begrip en
enthousiasme voor en de betrokkenheid bij het thema
verruimd en de integratie van MVO-doelen in de operatie
versneld. Met name de videoboodschap van de voormalige
secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan,
bij de opening van het nieuwe FrieslandCampina
Innovation Centre in Wageningen op Wereldvoedseldag
in 2013 heeft diepe indruk gemaakt. De topdiplomaat
schetste de mondiale voedselzekerheidsproblematiek,
de snelgroeiende wereldbevolking, de positie van kleine
boeren in de wereld en de dramatische cijfers en trends
achter ondervoeding en overvoeding (obesitas). Bedrijven
zoals FrieslandCampina kunnen naar zijn mening helpen
om met hun innovatieprogramma’s in te zetten op
betaalbare, veilige en gezonde voeding die duurzaam is
geproduceerd, verwerkt en gedistribueerd naar klant en
consument. Daarnaast kunnen we kennis overdragen aan
boeren in de melkveehouderij in Azië en Afrika. En dat is
ook precies wat we doen. Die uitdagingen hebben we met
elkaar opgepakt, 19.000 leden-melkveehouders en
21.000 medewerkers van FrieslandCampina.
"Wij geloven in de business case van duurzaamheid en het belang daarvan
voor de continuïteit van FrieslandCampina, het behoud van het politiek en
maatschappelijk draagvlak in Nederland voor de zuivelsector en de realisatie
van klantwaarde en smart innovaties.”
Uitdagingen en ambities
55
Generation Y
De actieve betrokkenheid van de jongere generaties
medewerkers bij MVO zet zich onverminderd voort. Het
thema is voor hen dan ook belangrijk en niet meer los te zien
van het werkzame (en privé)leven. Leiderschapsontwikkeling
voor jong talent vindt voor een belangrijk deel plaats
langs de lijnen van MVO. Zo is in september vorig
jaar in het kader van een leadership challenge een
stakeholderdialoog op het hoofdkantoor georganiseerd
met 100 deelnemers van overheid, NGOs, wetenschap en
bedrijven. Drie jonge managers maken inmiddels deel uit
van de CSR-board onder leiding van de CEO om daarmee
zeker te stellen dat de zorgen over de toekomst van hun
generatie gehoord wordt en innovatieve ideeën, kritische
reflectie en concrete support hun juiste weg vinden. Zo
is een begin gemaakt met het opzetten van Green Teams
bij een aantal werkmaatschappijen in Nederland, is een
MVO-bewustwordingscampagne onder medewerkers
opgestart bij ‘Kaas’ en nemen jonge collega’s deel aan
bedrijvenprogramma’s zoals IUCN’s ‘Leadership for Nature’
en sustainability challenges zoals ‘Nudge’. Nu is het zaak
om met hun steun de brug te slaan naar nog actievere
betrokkenheid van alle medewerkers op een gestructureerde
wijze. In 2014 hopen we hier belangrijke nieuwe stappen
te zetten.
Foundation is er eind vorig jaar nog een belangrijke
doorbraak geweest. Boerenorganisatie LTO en de
Nederlandse Zuivelorganisatie NZO hebben toen met het
oog op het verdwijnen van het melkquotum in de Europese
Unie een toekomstvisie op de Nederlandse zuivelsector
neergelegd en een plan van aanpak om duurzaamheid issues
zoals mest, mineralen en broeikasgassen op te ruimen. Visie
en voorgestelde maatregelen konden op de steun van de
politiek en het maatschappelijk middenveld rekenen, maar
uiteraard is het nu wel zaak dat FrieslandCampina samen
met haar leden-melkveehouders ervoor zorgt dat met inzet
van het programma voor de duurzame melkveehouderij,
Foqus planet, de gestelde doelen worden gehaald en de
beloften worden nagekomen. “The proof of the pudding is
in the eating” zoals de Britten zeggen en die lepel gaat al
vrij snel weer terug in de pudding. FrieslandCampina zal nu
moeten tonen dat het zich bewust is van de urgentie en van
jaar op jaar met de resultaten moeten komen. Maar daar
hebben we het MVO-systeem – en de inzet van onze mensen
daarachter – ook op ingericht in onze keten. Wij geloven in
de business case van duurzaamheid en het belang daarvan
voor de continuïteit van FrieslandCampina, het behoud van
het politiek en maatschappelijk draagvlak in Nederland voor
de zuivelsector en de realisatie van klantwaarde en smart
innovaties.
(Beter) Meten is (Meer) Weten
Er moest een flinke inhaalslag gemaakt worden met de
MVO-rapportage in 2013. Daarvoor is samen met PwC,
accountants en auditors van de financiële afdelingen plus
de ‘eigenaren’ van de vier MVO-speerpunten en de MVOdoelen erachter een projectteam gestart dat werkt aan
een robuuster en nauwkeuriger systeem voor monitoring,
meten, rapporteren en verifiëren. Inclusief een stappenplan
voor de integratie van de financiële en MVO-rapportage in
de komende jaren. Dit systeem wordt wereldwijd uitgerold
en moet ons in staat stellen – over de volle breedte van ons
ketenbedrijf van gras tot glas – nauwkeuriger te meten en te
monitoren waar we staan met het realiseren van onze
MVO-doelen en hierover accurater te rapporteren.
Frank van Ooijen
Corporate Director Communication, Sustainability Affairs en
FrieslandCampina Institute
The proof of the pudding is in the eating
Naast de hoogtepunten van vorig jaar zoals de eerder
genoemde versnelling in de integratie van MVO binnen
FrieslandCampina’s processen en disciplines, de nieuwe
stappen in het Dairy Development Programme voor China
en Indonesië en steunverlening aan 130.000 boeren in
Azië en Afrika samen met partners zoals het ministerie van
Buitenlandse Zaken, Agriterra, Solidaridad en Rabobank
56
De verwaarding van MVO: kansen
voor merken, markten en klanten
Inkoop
Verwerking
Markt
Consument
• 1 9.244 ledenmelkveehouders
•L
okale melkveehouders
Azië en in Afrika
•L
everanciers van
(agrarische) grondstoffen
• 6 4 productielocaties
wereldwijd
• Business to business
• Business to consumer
• Foodservice
• Eindproducten
FrieslandCampina committeert zich in de totale keten –
‘van gras tot glas’ – aan hoge standaarden op het gebied
van kwaliteit, veiligheid, duurzaamheid en transparantie.
Daarmee wordt de basis gelegd voor het vertrouwen
van afnemers en consumenten in de producten en wordt
de continuïteit verzekerd, die zo kenmerkend is voor de
coöperatie.
FrieslandCampina gelooft in gezamenlijk waarde creëren:
het gelijktijdig realiseren van een goed inkomen voor de
leden-melkveehouders, medewerkers perspectief bieden
en het realiseren van waarde voor klant en consument.
Tegelijkertijd is FrieslandCampina een meerwaarde voor
de samenlevingen waarin zij actief is. De MVO-strategie
biedt veel kansen voor FrieslandCampina’s merken en
markten om deze waarde te realiseren voor klant en
consument.
Enkele inspirerende voorbeelden:
Kwaliteit, smaak én duurzaamheid bij Landliebe
Een van FrieslandCampina’s Duitse merken, Landliebe,
combineert hoge kwaliteit en smaak met duurzaamheid.
Landliebe gebruikt alleen melk van Landliebe koeien
van zo’n 1.000 familiebedrijven die nabij de Landliebe
fabrieken gelegen zijn. Naast dat Foqus planet
uitgangspunt is voor deze melkveehouders, gebruiken zij
een uniek voerconcept. De koeien krijgen alleen lokaal
geproduceerd voer. Deze Landliebe melkveehouders
ontvangen een speciale ‘Landliebe melkprijs’ die een
“Ik ben trots op het feit dat Landliebe het grootste
merk is in Duitsland, juist op de manier waarop het
merk dat is geworden; door een transparant en eerlijk
verhaal te vertellen. Je kunt hier geen compromis
sluiten, elke schakel in de keten moet meedoen en het
moet allemaal kloppen.”
Inka Weber, Consumer Marketing Manager
FrieslandCampina Germany
De verwaarding van MVO: kansen voor merken, markten en klanten
57
premie bevat voor hun inspanningen. Deze aanpak is
vervolgens ook leidend bij andere aspecten van het merk,
zoals ingrediënten. De recepturen van Landliebe hebben
een zo kort mogelijke ingrediëntenlijst met natuurlijke
ingrediënten.
De overall MVO-strategie van FrieslandCampina is
vertaald naar de behoeften van Duitse klanten en
consumenten en naar de marketingstrategie van
Landliebe, het middel om de boodschap te vertellen.
Via de website van het merk, andere online kanalen, de
verpakkingen en TV en print communiceert het merk op
transparante en begrijpelijke wijze over de bijzondere
boeren achter het merk.
Dat duurzaamheid bijdraagt aan de merkwaarde van
Landliebe bewijst het merk door jaar op jaar goed te
scoren op klantwaardering en bekendheid. In 2013 was
Landliebe het nummer 1 merk in Duitsland op bekendheid,
sympathie en gebruik. Bovendien stond Landliebe in
2013 in de top 10 van merken die Duitse consumenten het
meest vertrouwen. Ook klanten van Landliebe waarderen
de inspanningen, zij vragen het merk naar de specifieke
duurzaamheidkenmerken van de producten en monitoren
zelfs de vorderingen van FrieslandCampina.
Gezondheid staat centraal in Azië
In Azië is Dutch Lady het grootste en bekendste merk
van FrieslandCampina. De merkpropositie van Dutch
Lady wordt opgebouwd door verschillende aspecten,
allereerst kwaliteit, smaak en gemak. Daarnaast staat
het merk Dutch Lady voor familiy nutrition, het is een
familiemerk dat het hele gezin gezonde zuivelproducten
biedt. De MVO-strategie van FrieslandCampina biedt
kansen om het merk te versterken met name rondom de
voedingswaarde van verschillende producten richting
families en kinderen.
Consumenten in Azië hechten veel belang aan hun
persoonlijke welzijn. Dit is goed te combineren met
de ambities van FrieslandCampina om ondervoeding
en overgewicht te bestrijden en gezonde voeding en
beweging te stimuleren. De uitkomsten van het SEANUTS
onderzoek (zie ook het hoofdstuk ‘Voedingswaarde &
gezondheid) geven hier richting aan. FrieslandCampina
past de recepturen van haar producten aan,
bijvoorbeeld door het toevoegen van vitaminen, om zo
voedingstekorten bij kinderen te verminderen. Ook is
gekeken naar suikerreductie in producten. Tegelijkertijd
stimuleert FrieslandCampina kinderen om meer te
bewegen. In Azië worden, middels een partnerschap met
Junior NBA, basketbal clinics op scholen georganiseerd
en schoolprogramma’s ontwikkeld.
Het benadrukken van de voedingswaarde van haar
producten past in de bestaande communicatieaanpak van
Dutch Lady. Alleen zo kan het de positionering van het
merk versterken.
“We staan met z’n allen voor de uitdaging het
overkoepelende MVO-beleid te vertalen naar de
verschillende merken en klanten. Op die manier
kunnen we waarde toevoegen voor klanten en hen
helpen hun eigen doelen te realiseren. Dan zijn de
inspanningen van FrieslandCampina daadwerkelijk
interessant voor onze klanten.”
Gert Jan Poort, Sales Manager Foodservice,
FrieslandCampina
58
Campina melk aan boord van KLM
Sinds 1 oktober 2013 is Campina
melk verkrijgbaar aan boord van
alle intercontinentale KLM-vluchten.
KLM wil producten afnemen van
een leverancier met een gedegen
MVO-beleid en een hoge mate van
transparantie, een perfect fit met
FrieslandCampina. FrieslandCampina
levert melk van Nederlandse
bodem van koeien die minimaal
120 dagen per jaar ten minste zes
uur per dag in de wei grazen. Twee
andere criteria, een hoge mate van
dierwelzijn en verantwoorde soja
op basis van RTRS (Roundtable
on Responsible Soy) criteria, zijn
ook geborgd. Het Foqus planet
programma en FrieslandCampina’s
transparantie van gras tot glas,
stelt de zuivelonderneming in staat
deze duurzaamheidaspecten te
garanderen.
Samenwerking met klanten
Veel klanten van FrieslandCampina stellen in toenemende
mate eisen op het gebied van duurzaamheid aan hun
leveranciers.
MVO speelt een grote rol binnen de Foodservice markt
(out of home, zoals horeca, convenience, catering en
instellingen). Het MVO-beleid van FrieslandCampina is
voor klanten vaak dé basis voor samenwerking.
Binnen Foodservice zijn er veel mogelijkheden voor
FrieslandCampina om klanten te helpen bij hun eigen
profilering op het gebied van duurzaamheid. Klanten zijn
op zoek naar manieren om hun eigen duurzaamheidbeleid
verder vorm te geven. FrieslandCampina Foodservice
ondersteunt hen hierbij, bijvoorbeeld door te kijken naar
verduurzaming van de keten, minder milieubelastende
verpakkingen en producten met minder suiker.
Partner to Win van Unilever
FrieslandCampina’s inspanningen op het gebied van
MVO worden steeds meer gezien door haar afnemers.
Unilever, klant van FrieslandCampina, lanceerde in 2010
het ‘Partner to Win’ programma . Dit is een strategisch
programma gericht op het bouwen en versterken van
relaties met de belangrijkste leveranciers met als doel
om gezamenlijke groei te stimuleren. FrieslandCampina
is sinds september 2012 ‘Partner to Win’ en daarmee
Unilever’s belangrijkste leverancier van zuivelproducten.
Binnen de ‘Partner to Win’ samenwerking hebben
de twee ondernemingen vier gedeelde intenties
opgesteld, waaronder een intentie op het gebied van
duurzaamheid. Deze moeten binnen vier jaar bereikt
zijn. Beide ondernemingen hebben toegezegd samen
te werken aan ontwikkeling, innovatie en het promoten
van duurzame productie, verpakkingen en logistiek. Het
voldoen aan Unilever’s Duurzame Landbouw Code door
FrieslandCampina is een eerste stap naar een duurzame
relatie. De tweede en belangrijkere stap is het realiseren
De verwaarding van MVO: kansen voor merken, markten en klanten
59
van gezamenlijke groei. In 2013 en 2014 verzamelen
Unilever en FrieslandCampina ideeën en stellen de
bedrijven actieplannen op om te bekijken hoe die
gezamenlijke groei kan worden bereikt. In 2013 werden
de eerste workshops gehouden om ideeën en ambities
te ontwikkelen en best practices te delen. De ideeën
variëren van duurzame energieoplossingen tot aan
verbeteringen in het productieproces voor gezamenlijke
kostenbesparingen en productontwikkeling.
De afgelopen jaren zijn Unilever en FrieslandCampina
steeds nauwer samen gaan werken. De voordelen van
de samenwerking voor beide bedrijven zijn groter dan
aanvankelijk werd gedacht. De twee ondernemingen leren
bijvoorbeeld van elkaars duurzame landbouwprogramma’s
(Foqus planet en Unilever’s Duurzame Landbouw Code).
De gedeelde visie op het belang van duurzaamheid is en
blijft de belangrijkste impuls voor de samenwerking.
“We willen op een geïntegreerde
manier aan het merk bouwen,
door de boodschap voor gezonde
voeding direct te combineren met
onze producten. Dit doen we stap
voor stap. Een volgende stap voor
het merk is actief consumenten
voorlichten over een gezonde
leefstijl en voeding, via verpakkingen
of campagnes.”
Aart Jan van Triest, Category
Director Dairy Based Beverages,
FrieslandCampina Singapore
60
Maatschappelijke waardering
voor het MVO-beleid
Maatschappelijke waardering voor het MVO-beleid van
FrieslandCampina is belangrijk, het zorgt ervoor dat
FrieslandCampina haar MVO-beleid verder kan uitbouwen
en naar een hoger plan kan tillen. FrieslandCampina heeft
in 2013 haar positie in de Nederlandse maatschappij vast
kunnen houden en verder verstevigd. Daarnaast hebben
verschillende internationale werkmaatschappijen erkenning
geoogst voor de activiteiten en inspanningen op MVOgebied, met name op het gebied van innovatie en social
empowerment.
Good Dairy Commendation Award: prijs voor dierwelzijn
Compassion In World Farming (CWIF), een organisatie die
zich vanaf 1967 inzet voor het welzijn van landbouwdieren,
reikte op 30 oktober 2013 de Good Farm Animal Welfare
Awards uit in Parijs. Deze awards worden toegekend
aan Europese bedrijven die belangrijke stappen zetten
op het gebied van het dierwelzijn. FrieslandCampina
ontving de Good Dairy Award voor het kwaliteits- en
duurzaamheidprogramma Foqus planet en de inspanningen
die binnen het programma zijn verricht op het gebied van
het bevorderen van weidegang en diergezondheid. Elk jaar
kunnen consumenten dit zelf zien en beleven tijdens de
Open Boerderijdagen.
Lean and Green Award
FrieslandCampina DMV heeft in november 2013 de Lean
and Green Award ontvangen. Lean and Green is een
stimuleringsprogramma voor bedrijven en de overheid
dat wordt uitgevoerd door Connekt, een onafhankelijk
netwerk van bedrijven en overheden dat partijen verbindt
om te werken aan duurzame verbetering van de mobiliteit
in Nederland. FrieslandCampina heeft laten zien dat
zij de CO2-uitstoot bij het transport van grondstoffen
met 33,8 procent kan verminderen. Dit realiseert de
onderneming onder meer met het project Amigo, waarbij
de ontroming van de melk op de productielocatie zelf
plaatsvindt en niet elders hoeft te gebeuren. Daarnaast is
de capaciteit van het melkschip, dat vaart door het ZuidWillemskanaal, vergroot waardoor geen vrachtwagens
meer nodig zijn om melk van Den Bosch naar Veghel te
rijden. Bovendien worden producten nog maar op één
locatie opgeslagen. Tot slot gaat FrieslandCampina gebruik
maken van de Inland terminal in Veghel in plaats van de
terminal in Den Bosch.
Certificaat Duurzame Landbouw Code van Unilever
FrieslandCampina heeft in 2013 opnieuw het
certificaat gekregen dat aantoont dat alle melk die
FrieslandCampina aan Unilever levert afkomstig is
van duurzame melkveebedrijven die voldoen aan de
duurzaamheidscriteria van Unilever. In het najaar van
2013 hebben Unilever en FrieslandCampina voor de derde
keer een beoordeling op basis van de zogeheten ‘Unilever
Sustainable Agriculture Code’ uitgevoerd: 117 willekeurige
melkveebedrijven zijn bezocht en beoordeeld op
duurzaamheid aan de hand van een vragenlijst. Hiermee zet
FrieslandCampina haar positie als voorkeursleverancier van
Unilever voort voor ingrediënten in de zakelijke markt (denk
aan boter, boter – olie, room in spuitbussen en ingrediënten
voor ijs, soepen en sauzen).
Green Industrial Award 2013 voor Frisian Flag Indonesia
Frisian Flag Indonesia (FFI) heeft op twee productielocaties
milieuvriendelijke productieprocessen geïmplementeerd,
die gericht zijn op een zorgvuldige omgang met de
omringende natuur. Deze inspanningen zijn in 2013 beloond
met de toekenning van de Green Industrial Award door
het Indonesische Ministerie van Industrie. Deze prijs werd
uitgereikt door de Indonesische minister van Industrie en
werd in ontvangst genomen door Sri Megawate en
Jan Wagenaar van FFI.
Asia Responsible Entrepreneurship Award 2013 voor
FrieslandCampina Vietnam
Het Asia Responsible Entrepreneurships Awards
programma (AREA) erkent Aziatische bedrijven voor
succesvolle resultaten op het gebied van duurzaamheid
en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De awards
worden jaarlijks toegekend door Enterprise Asia, een lokale
NGO. FrieslandCampina Vietnam mocht op 29 juni, als
eerste bedrijf in Vietnam, de prijs in de categorie ‘social
empowerment’ in ontvangst nemen. De onderneming kreeg
de prijs voor haar inzet voor het versterken van lokale
gemeenschapsprojecten en –activiteiten, met name dankzij
Maatschappelijke waardering voor het MVO-beleid
61
ondernemingen wordt onder het algemene publiek gemeten
wie de beste reputatie heeft. Op de CSR ranking (meest
maatschappelijk verantwoorde onderneming), die voor
het eerst onderdeel uitmaakte van het onderzoek, neemt
FrieslandCampina de eerste plaats in en is een speciale
CSR award in ontvangst genomen.
programma’s als het Dairy Development Programme, het
Den Dom Dom Education Fund en andere activiteiten op het
gebied van voeding en educatie.
Excellent CSR & Sustainability Program of the Year
2013 award voor FrieslandCampina Thailand
FrieslandCampina Thailand won in 2013 de Excellent
CSR & Sustainability Program of the Year 2013. Deze
award wordt uitgereikt door de Netherlands-Thai
Chamber of Commerce en de Belgian-Luxembourg-Thai
Chamber of Commerce en stimuleert de NederlandsThaise betrekkingen. FrieslandCampina Thailand kreeg
de award voor haar inspanningen op het gebied van MVO
en dan vooral op de ontwikkeling van een duurzame
melkveehouderij, hulp aan lokale gemeenschappen en het
behoud van de leefomgeving.
CSR award Reputatie Instituut
Naast inhoudelijke awards en erkenning dragen de
inspanningen op MVO-vlak bij aan de reputatie van
FrieslandCampina. Zo is FrieslandCampina voor het
tweede jaar op rij als tweede geëindigd in het jaarlijkse
reputatieonderzoek van het Reputatie Instituut. Uit dertig
Beste maatschappelijk imago
FrieslandCampina wordt het beste gewaardeerd in de
Maatschappelijk Imago Monitor 2013 van onderzoeksbureau
Motivaction. Het jaarlijks maatschappelijk imago-onderzoek
toetst hoe Nederlanders aankijken tegen de oprechtheid
van de maatschappelijke initiatieven van Nederlandse
ondernemingen. FrieslandCampina wordt op de voet
gevolgd door Menzis, Rabobank, Philips en Eneco.
Beste werkgever in de dierlijke sector
Hbo’ers en wo’ers die werkzaam zijn in de dierlijke
sector vinden FrieslandCampina de meest aantrekkelijke
werkgever. Dit blijkt uit onderzoek van agrarisch
marktonderzoekbureau Geelen Consultancy in opdracht
van adviseursvakblad V-focus. Agrifirm en Wageningen
Universiteit en Research Centre mochten op 18 september
2013 de tweede en derde prijs in ontvangst nemen.
Transparant over MVO
Het MVO-verslag van FrieslandCampina wordt ieder
jaar opgenomen in de Transparantiebenchmark van
het ministerie van Economische Zaken. De benchmark
meet de mate van transparantie in de maatschappelijke
verslaglegging van de grootste Nederlandse
ondernemingen. In 2013 behaalde FrieslandCampina 174
punten uit 200, een stijging van het aantal punten ten
opzichte van 2012 (169 punten). Met het invoeren van de
KPI’s wordt de transparantie van de verslaglegging over
2014 verder verbeterd.
Uitreiking Philips Innovation Award
In 2013 reikte FrieslandCampina zelf een award uit. Tijdens de finale van de Philips Innovation Award kreeg
Suryojal, een samenwerkingsverband van internationale studenten, de FrieslandCampina Sustainability Award.
De studenten ontvingen een cheque van 2500 euro uit handen van Frank van Ooijen, Corporate Director
Communication & Sustainability. Suryojal is Hindi voor ‘water van de zon’ en dat is precies wat de studenten
proberen te bereiken met technologie. Met behulp van zonne-energie wekken de studenten groene energie op
en destilleren het water tot drinkwaterkwaliteit. FrieslandCampina sponsorde de Philips Innovation Award voor
het eerst. Frank van Ooijen, Corporate Director Sustainability: “Goede ideeën op het gebied van voeding en
gezondheid zijn nodig voor de toekomst. We hebben innovatie nodig om duurzaam te kunnen zijn.”
62
Het fundament:
borging van het MVO-beleid
Mensen wereldwijd voorzien van de juiste voedingsstoffen
is dé uitdaging. De snelle groei van de wereldbevolking
heeft grote invloed op de beschikbaarheid van voedsel
en grondstoffen. Melk bevat van nature essentiële
voedingsstoffen, zoals eiwitten, vitaminen B2 en B12
en mineralen zoals calcium. Door het aanbieden van
betrouwbare en smakelijke zuivelproducten levert
FrieslandCampina een bijdrage aan het veiligstellen van
voedsel- en nutriëntenzekerheid.
MVO-strategiehuis
Het integrale MVO-beleid van FrieslandCampina bestaat
uit diverse elementen, die samen het MVO-strategiehuis
vormen. Centraal staan vier prioriteitsgebieden:
• Voedingswaarde & gezondheid
• Efficiënte en duurzame productieketens
• Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika
• Duurzame melkveehouderij (leden-melkveehouders in
Nederland, België en Duitsland)
Het fundament van het strategiehuis zorgt voor de borging
van het MVO-beleid binnen FrieslandCampina:
• een organisatie bestaande uit de CSR Governance Board,
het MVO-coördinatieteam en vier stuurgroepen voor de
vier prioriteitsgebieden. Zij zijn samen verantwoordelijk
voor de implementatie van het MVO-beleid;
• betrokkenheid van stakeholders;
• een beleid met doelstellingen voor 2020 geborgd door
de internationale MVO-richtlijn ISO 26000. Doel is de
medewerkers en leden-melkveehouders zo optimaal
mogelijk te betrekken bij duurzaam ondernemen;
• een samenstel van afspraken, commitments,
gedragscodes, beleidsdocumenten, convenanten,
rapportages en certificeringen waarin MVO en
duurzaamheid binnen FrieslandCampina worden
verankerd.
MVO
Missie, visie en strategie
Voedingswaarde
& gezondheid
Efficiënte en
duurzame
productieketens
Ontwikkeling
melkveehouderij
in Azië en Afrika
Duurzame
melkveehouderij
Tekort aan nutriënten
terugdringen
Grondstofgebruik
verbeteren
Kleine melkveehouders in
Azië en Afrika verder helpen
De standaard
bepalen
CSR Governance Board - Vier MVO-implementatieteams
MVO-maatstaven - Jaarlijkse rapportering - Dialoog met belanghebbenden - Partnerships
Betrokkenheid medewerkers en leden-melkveehouders - MVO-trainingsprogramma's - Jaarlijkse MVO-Team Award
Duurzaamheidsrichtlijnen voor leveranciers - Gedragscode - Foqus-kwaliteitssysteem - Beleidsdocumenten
Het fundament: borging van het MVO-beleid
Governance en implementatie
Het MVO-beleid van FrieslandCampina valt onder
de verantwoordelijkheid van de afdeling Corporate
Sustainability en de CSR-board. De afdeling Corporate
Sustainability is onder andere verantwoordelijk voor:
• het opzetten en actueel houden van de MVO-strategie en
het MVO-beleid;
• het opstellen van beleid op het gebied van milieu en
arbeidsveiligheid;
• het coördineren van de uitvoering van het MVO-beleid en
faciliteren van implementatie;
• het communiceren van het MVO-beleid met externe
belanghebbenden.
Eind 2009 heeft FrieslandCampina een Corporate Social
Responsibility board (CSR-board) opgericht. De CSR-board
geeft invulling aan de MVO-strategie.
• Cees ’t Hart, CEO en voorzitter
• Thom Albers, Director Cooperative Affairs
• Bas van den Berg, Managing Director FrieslandCampina
Branded Netherlands/Belgium
• William van den Bremer, S&OP Manager Wei Valorisatie &
Allocatie
• Werner Buck, Corporate Director Public & Quality Affairs
• Irene Kamp, Project Manager Senior Nutrition
• Aafke Keizer, Corporate Director Strategy
• Frank van Ooijen, Corporate Director Communication,
Sustainability Affairs en FrieslandCampina Institute
• Jaap Petraeus, Manager Corporate Environment &
Sustainability
• Franc Reefman, Corporate Director Global Marketing
• Jaap de Vries, Corporate Director Human Resources
• Tanja Walther, International Marketing Manager
Daily Nutrition
• Erwin Wunnekink, lid bestuur Zuivelcoöperatie
FrieslandCampina
63
Samen met de CSR-board is de afdeling
Corporate Sustainability verantwoordelijk voor
de informatie over de voortgang van het MVObeleid. De afdeling geeft vooral terugkoppeling
aan de executive board en het management van de
business groups en werkmaatschappijen. De business
groups, werkmaatschappijen en medewerkers zijn
verantwoordelijk voor de implementatie van het
MVO-beleid.
Doelstellingen voor het jaar 2020
FrieslandCampina heeft voor elk prioriteitsgebied
concrete doelstellingen voor het jaar 2020 geformuleerd.
Op basis van deze doelstellingen zijn actieplannen voor de
komende jaren ontwikkeld.
Consolidatie en verdieping MVO-beleid
FrieslandCampina heeft de ambitie in 2015 de essentiële
MVO-gegevens te integreren in het financiële jaarverslag
en daarbij externe verificatie van deze MVO-data te
ontvangen. Hiertoe is in 2012 de materialiteitsanalyse
over het MVO-beleid geactualiseerd. Op basis van
17 onderzoeken, publicaties en websites zijn de meest
relevante maatschappelijke issues geïdentificeerd in de
vorm van een longlist. Deze analyse resulteerde in een
eerste prioritering van verschillende maatschappelijke
issues voor FrieslandCampina in de vorm van een shortlist.
Dit zijn de belangrijkste thema’s die spelen in de sector,
binnen FrieslandCampina of onder haar stakeholders, op
basis van de documentatie. De analyse draagt bij aan de
relevantie en volledigheid van het MVO-verslag en maakt
duidelijk of aanscherping van FrieslandCampina’s
MVO-beleid nodig is.
Met de aanbevelingen uit de analyse formuleert de CSRboard, met ondersteuning van PricewaterhouseCoopers
(PwC), voor elk prioriteitsgebied van het MVO-beleid
kwantitatieve prestatie-indicatoren (KPI’s). Deze KPI’s
ondersteunen de monitoring van de doelstellingen
2020. De volgende stap is het verder combineren van de
financiële dataverzameling en de MVO-dataverzameling.
In 2014 richt FrieslandCampina dit verder in.
De doelstellingen 2020 zoals die in 2011 zijn vastgesteld
zijn de fundering van de nieuwe KPI’s. Op basis van de
uitgevoerde materialiteitsanalyse is de formulering van
sommige doelen aangescherpt:
Belang voor stakeholders
laag
gemiddeld
hoog
64
laag
gemiddeld
hoog
Impact op FrieslandCampina
1.Dierwelzijn
6. Gezondheid en veiligheid op
2. Beperken van
het werk
klimaatverandering
7. Persoonlijke ontwikkeling en
3. Creëren van
opleiding van medewerkers
1. Animal Welfare8. Gebruik van land voor vee/
werkgelegenheid
4. Goed bestuur 2. Climate change mitigation
diervoeders/ brandstof
5.Weidegang
9. Minimaliseren toxiciteit
3. Employment creation
10. Overgewicht en obesitas
4. Good governance
15. Duurzame toeleveringsketen
11. Bescherming van de
16. Verpakkingsafval en
gezondheid en veiligheid
recycling
van consumenten
17. Watermanagement
12 Bescherming en herstel van
18. Welvaart en inkomen
het natuurlijke milieu
11.Duurzame
Protectingproductinnovatie
consumers health and safety
genereren
13.
12.Gebruik
Protection
restoration of the
natural environment
19.Ondervoeding
14.
van and
duurzame
13.hulpbronnen
Sustainable product innovation
14.
Sustainable resource use
5. Grazing
15. Sustainable supply chain
6. Health & safety at work
7. Human development and training in the workplace 16. Waste packaging and recycling
17. Water management
8. Land use of cattle/ feed/ fuel
18. Wealth and income creation
9. Minimizing toxicity
Het fundament: borging van het MVO-beleid
65
Voedingswaarde &
gezondheid
Efficiënte en duurzame
productieketens
Ontwikkeling lokale
melkveehouderij
in Azië en Afrika
Duurzame melkveehouderij
(in Nederland, België en
Duitsland)
Verminderen van suiker,
zout en vetten in producten
van FrieslandCampina
Realiseren van klimaatneutrale groei tussen 2010
en 2020 door minimaal
2 procent efficiëntieverbetering per jaar op
het gebied van energie.
Verhogen van de kwaliteit en Klimaatneutrale groei
voedselveiligheid van lokaal
geproduceerde melk in Azië
en Afrika
Minimaal 2 procent
efficiëntieverbetering per
jaar bij water- en afval(water)
Ontwikkelen van een
bedrijfsstandaard
voor etikettering en
consumenteninformatie
Honderd procent gebruik
van groene elektriciteit
afkomstig uit agrarische
domein in Nederland
in 2020
Per jaar tien miljoen
kinderen effectief bereiken
met voorlichting over
gezonde voeding
Alle ingekochte (landbouw-)
grondstoffen komen
uit volledig duurzaam
gemanagede bronnen
Hulp bieden bij de aanpak
van ondervoeding
Het inkomen per boer in
Azië en Afrika verbeteren
door de productiviteit per
koe te verhogen en
daardoor bijdragen aan een
betere levensstandaard van
lokale boeren
Handhaven van het niveau
van 2012 van weidegang op
81 procent van de bedrijven
van leden-melkveehouders
Continu verbeteren
van diergezondheid en
dierwelzijn
66
Betrokkenheid van stakeholders
FrieslandCampina hecht veel waarde aan een goede relatie
en dialoog met alle stakeholders. Zo wordt meer inzicht
verkregen in maatschappelijke ontwikkelingen en in de
relatie van belanghebbenden met FrieslandCampina. Op
deze manier wil FrieslandCampina verbetering van de
bedrijfsvoering realiseren. De dialoog met stakeholders
speelt ook een belangrijke rol in de visie op ketenbeheer.
Via contacten met stakeholders kan FrieslandCampina haar
visie overbrengen en kennisnemen van de verwachtingen
die belanghebbenden van FrieslandCampina hebben.
FrieslandCampina streeft naar een juiste balans
tussen haar prestaties en de verwachtingen van de
leden-melkveehouders, consumenten, medewerkers,
industriële afnemers, partners, (lokale) overheden en
maatschappelijke organisaties. Bij de uitwerking van de
strategie van het MVO-beleid zijn nagenoeg alle groepen
stakeholders betrokken.
Meer structuur in de dialoog
In 2011 is The Milk Story opgericht om zo meer structuur te
geven aan de stakeholderdialoog. Dit on- en offline platform
voor dialoog is een initiatief van FrieslandCampina en
maatschappelijk communicatiebureau Het Portaal.
The Milk Story levert een constructieve bijdrage aan de
transitie naar een duurzamere toekomst en richt zich
op vier thema’s: voeding en gezondheid, duurzaamheid,
cultuur en maatschappij en ‘over de grens’. The Milk Story
maakt zichtbaar wat al gebeurt, agendeert belangrijke
vraagstukken en zoekt naar oplossingen. Door stakeholders
met uiteenlopende standpunten actief te betrekken wordt
het debat over de maatschappelijke aspecten van melk en
zuivel evenwichtig gevoerd. FrieslandCampina gebruikt
de bijdrage van stakeholders om te leren en voor de
aanscherping van haar MVO-beleid. Voor meer informatie,
zie www.themilkstory.nl.
Mate van betrokkenheid stakeholders bij duurzaamheidsthema’s:
Voedingswaarde
& gezondheid
Efficiënte en
duurzame
productieketens
Ontwikkeling
lokale
melkveehouderij
in Azië en Afrika
Duurzame
melkveehouderij
Medewerkers


Ledenmelkveehouders



Klanten



Consumenten

Overheden

Leveranciers









NGO’s




Koepelorganisaties




Het fundament: borging van het MVO-beleid
Afspraken, commitments, convenanten
67
De mate van betrokkenheid en de invloed die stakeholders uitoefenen op het MVO-beleid zijn weergegeven in het volgende
overzicht.
Stakeholder
Verwachtingen
Vorm van dialoog
Rol in MVO-beleid
Ledenmelkveehouders
• Winstgevendheid
• Acceptabele vergoeding
voor geleverde melk
• Betrouwbare partner
• Rol in realiseren
MVO-doelstellingen
•
•
•
•
•
• Leveranciers van
hoogwaardige, betrouwbare
grondstoffen
• Maatschappelijk geaccepteerd
zijn
• Leveren belangrijke bijdrage
aan uitvoering MVO-beleid
• Medeverantwoordelijk voor
houding en gedrag ten opzichte
van FrieslandCampina
Consumenten
• Verbetering aanbod
producten
• Producten die
aansluiten bij de
behoeften
• Voedselveiligheid,
betrouwbaarheid
• Consumentengedrag
• Marktonderzoek
• Consumentenserviceafdelingen
• Informatie via
voedingskundigen
• Belangrijke afnemers
• Beïnvloeden aankoop
producten tegen acceptabele
prijzen
Medewerkers
• Veilige werkomgeving
• Aantrekkelijke
arbeidsvoorwaarden
• Carrièremogelijkheden
• Werksfeer
• Werkoverleg
• Intranet,
personeelsmagazine
• Training en opleiding
• Belangrijke uitvoerders
MVO-beleid
Industriële
klanten
• Maximale waardegroei
• Verduurzaming
grondstoffen
• Klantcontacten
• Beurzen
• Account management
• Belangrijke afnemers
• Beïnvloeding kwaliteit en
prijsstelling producten
Overheden
• Samenwerking in
verduurzaming
• Welzijn van nationale en
lokale gemeenschappen
• Partner in diverse
samenwerkingsverbanden
• S
amenwerkingsvormen op het
gebied van natuurbehoud
• Samenwerking op het
gebied van ontwikkeling
melkveehouder
• Partner in het ontwikkelen van
wet- en regelgeving
• Verstrekken subsidies
Maatschappelijke
organisaties
• Welzijn van
gemeenschappen en
specifieke doelgroepen
• Verduurzaming van
processen en producten
• Aankoop duurzame
grondstoffen
• Partner in diverse
samenwerkingsverbanden
• Uitwisseling van kennis, delen
van verantwoordelijkheid
• Kenniseigenaar
Leveranciers
• Waardecreatie
• Samenwerking in
verduurzaming
• Procurement
• Regelgeving voor
leveranciers
• Internet, beurzen
• Onderdeel van de keten
Koepelorganisaties
• Welzijn van aangesloten
leden
• Samenwerking
• Kennisoverdracht
• Partner in
samenwerkingsverbanden
• Uitwisseling van kennis
• Partner in regelgeving en
convenanten
Managementinformatie
Workshops
Speciale website
Magazine
Ledenbijeenkomsten,
districtsraden en
ledenraden
68
De vele vormen waarmee FrieslandCampina het contact
met stakeholders invult, staat beschreven op de website
van FrieslandCampina. Zie www.frieslandcampina.com/
duurzaamheid voor samenwerkingen, convenanten,
afspraken met overheden en de branche en initiatieven
voor een duurzamere zuivelsector. Zie ook de bijlage
‘Externe vertegenwoordigingen’.
Global Dairy Agenda for Action on Climate Change
De internationale zuivelsector heeft de afgelopen jaren
diverse duurzame initiatieven genomen. Zo is de Global
Dairy Agenda for Action opgesteld. Grote zuivelorganisaties
over de hele wereld hebben deze agenda ondertekend,
inclusief de International Dairy Federation, waarbij
FrieslandCampina via de NZO en het SAI Platform is
aangesloten. De deelnemers zijn actief aan de slag gegaan
met onder meer onderzoek en kennisdeling om bijvoorbeeld
verdere reductie van broeikasgassen te realiseren. Als
vervolg van de Global Dairy Agenda for Action on Climate
Change, is het Dairy Sustainability Framework opgesteld.
FrieslandCampina heeft samen met andere wereldwijde
zuivelondernemingen, Global Dairy Platform, International
Dairy Federation (IDF), European Dairy Association en het
SAI Platform een internationale aanpak voor duurzame
zuivel geformuleerd in oktober 2013. Het resultaat, ‘het
Dairy Sustainability Framework’, is een wereldwijde
methodiek om het begrip “duurzame zuivel” te formuleren.
Met behulp van dit raamwerk wordt een internationale
beweging van verduurzaming van de zuivelsector
gestimuleerd.
Afspraken met overheid en branche
De milieuwetgeving van nationale en/of EU-organen
en overige voorschriften en specifieke eisen van
verschillende landen vormen het uitgangspunt voor de
aanpak van FrieslandCampina. Via convenanten maakt
FrieslandCampina meerjarenafspraken met de overheid
en de branche om verbeteringen op milieugebied te
bereiken. Deze afspraken gaan vaak verder dan wettelijke
verplichtingen.
Convenanten
FrieslandCampina is in Nederland partner van de
Meerjarenafspraak energiebesparing (MJA-3) en het
Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren. Het doel van
de MJA-3 is jaarlijks minimaal twee procent verbetering
in energie-efficiëntie te bereiken, waarvan 1,5 procent
op productielocaties en 0,5 procent door maatregelen
in de keten. Hiervoor formuleert FrieslandCampina elke
vier jaar nieuwe milieu- en energiedoelstellingen die per
vestiging nadere invulling krijgen in een bedrijfsenergieen milieuplan. In 2012 hebben alle Nederlandse locaties
een nieuw plan gemaakt voor de komende vier jaar en
dit ingediend bij de overheid. De vergunningverlenende
overheid beoordeelt het plan en controleert de uitvoering
via monitoring. In 2013 is het plan verder uitgevoerd en
heeft geleid tot verbetering van de energie-efficiënte
op de locaties. Het Convenant Schone en Zuinige
Agrosectoren bestaat uit een aantal afspraken die
FrieslandCampina in NZO-verband heeft gemaakt met
de Nederlandse overheid. Centraal staan doelstellingen
voor energiebesparing en de productie van duurzame
energie. In België neemt FrieslandCampina deel aan het
Benchmarkingsconvenant en het Auditconvenant. Beide
convenanten bevatten ambities op het gebied van efficiënt
energiegebruik.
Verduurzamen Nederlandse melkveehouderij
In Nederland heeft de zuivelsector verschillende afspraken
gemaakt met de overheid en andere partijen om te komen
tot een duurzame productie en melkveehouderij. Daartoe
behoren:
• Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij;
• Actieprogramma Duurzame Zuivelketen;
• Convenant Weidegang.
Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij
In mei 2009 heeft FrieslandCampina zich via de NZO
gecommitteerd aan de Uitvoeringsagenda Duurzame
Veehouderij. Daarbij gaat het om zes speerpunten:
innovatieve stal- en houderijsystemen, het welzijn en de
gezondheid van dieren, maatschappelijke verbinding,
energie en milieu, markt en ondernemerschap, en
verantwoord consumeren. Binnen deze Uitvoeringsagenda
werkt FrieslandCampina samen met onder meer de
Dierenbescherming, Natuur & Milieu, LTO, Interprovinciaal
Overleg, het ministerie van Economische Zaken en
organisaties vanuit de vleesverwerkende industrie.
Actieprogramma Duurzame Zuivelketen
In juli 2008 heeft FrieslandCampina zich geschaard achter
de ambities van de NZO en LTO, zoals verwoord in het
actieprogramma Duurzame Zuivelketen. De ambities zijn
uitgewerkt in vier thema’s:
• energie en klimaat: vermindering broeikasgassen,
energieneutrale productie van de zuivelketen;
• diergezondheid en dierwelzijn: het stimuleren van
weidegang en verhogen van de gezondheid en het
dierwelzijn van melkkoeien;
Het fundament: borging van het MVO-beleid
Richtlijnen voor borging van het
MVO-strategiehuis
• biodiversiteit en milieu: bedrijfsontwikkeling
zorgvuldig inpassen in de natuurlijke omgeving
van het melkveebedrijf en verantwoorde teelt van
diervoedergrondstoffen;
• weidegang: het nemen van initiatieven om het huidige
niveau weidegang te handhaven.
Convenant Weidegang
In 2012 was FrieslandCampina één van de 54
ondertekenaars van het Convenant Weidegang. Het
initiatief voor het convenant is genomen door de Duurzame
Zuivelketen. De ondertekenaars van het Convenant
Weidegang willen koeien weidegang bieden en zien een
gezamenlijke verantwoordelijkheid om tenminste het
huidige niveau van melkveebedrijven met weidegang te
behouden. In het convenant staat dat weidegang bepalend
is voor het Nederlands landschap.
Diergezondheidsmonitor
Om de gezondheid van koeien te monitoren,
maakt FrieslandCampina gebruik van de
ContinueDiergezondheidsMonitor (CDM), onderdeel van
het FrieslandCampina-kwaliteitssysteem Foqus planet.
De monitoring vindt plaats op basis van gegevens over
diergezondheid. CDM is samen met melkveehouders en
deskundigen op het gebied van diergezondheid ontwikkeld
en levert melkveehouders veel praktische informatie voor
het monitoren van de diergezondheid. Op dit moment
maken ruim 5.100 melkveehouders van FrieslandCampina
gebruik van CDM.
ISO 26000-richtlijn met externe beoordeling
Het MVO-beleid bij FrieslandCampina is gebaseerd op de
ISO 26000-richtlijn. Dit is een internationale richtlijn voor
MVO: een instrument voor bedrijven en andere organisaties
voor de implementatie van MVO. De implementatie van
de ISO 26000-criteria aan de hand van een zelfverklaring
van FrieslandCampina is extern beoordeeld door Lloyds
Register. Lloyds heeft verklaard dat de ISO 26000 op de
juiste wijze is geïmplementeerd. De ISO 26000-richtlijn
is ingevoerd voor alle bedrijven van FrieslandCampina.
De zelfverklaring en de toetsingsmatrix is publiekelijk
beschikbaar op de website van FrieslandCampina:
www.frieslandcampina.com/duurzaamheid.
Gedragscode
Om correct en integer gedrag van medewerkers te
bevorderen heeft FrieslandCampina haar Code of
Conduct (gedragscode) in 2010 en 2011 vernieuwd.
Hierin is opgenomen dat FrieslandCampina de
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
van de VN als universele standaard beschouwt. Verder
gaat de gedragscode in op het uitsluiten van corruptie,
kinderarbeid, gedwongen arbeid en discriminatie
van medewerkers (richtlijnen International Labour
Organization) en het respecteren van de rechten van
medewerkers om zich te organiseren in vakbonden.
Medewerkers in de top van de organisatie van
FrieslandCampina hebben in 2012 een traject doorlopen
om te toetsen of zij voldoende kennis hebben van de
gedragscode en handelingsperspectieven. Alle managing
directors en corporate directors hebben tevens een
compliance statement ondertekend waarmee ze de
gedragscode onderschrijven. De executive board
is er verantwoordelijk voor dat alle medewerkers
de gedragscode begrijpen. Naleving wordt jaarlijks
gemonitord en gerapporteerd aan de auditcommissie van
de raad van commissarissen. Medewerkers wordt verzocht
overtredingen van de gedragscode te melden.
In 2013 is de gedragscode opnieuw onder de aandacht
gebracht van medewerkers, bijvoorbeeld door praktijksituaties onder de loep te nemen. De gedragscode wordt in
een cyclus van twee jaar geëvalueerd en beoordeeld.
Klokkenluidersregeling
FrieslandCampina heeft naast de gedragscode ook een
klokkenluidersregeling. Deze is bedoeld om transparantie
en integriteit te bevorderen. FrieslandCampina moedigt
haar medewerkers aan hun bezorgdheid te uiten als
69
70
men vermoedt of weet dat in strijd met de gedragscode
wordt gehandeld. De regeling dient als leidraad voor
het uiten van bezorgdheid en sluit strafmaatregelen
tegen of oneerlijke behandeling van klokkenluiders uit.
De klokkenluidersregeling is in 2009 ontwikkeld en
in de loop van 2010 en begin 2011 geïmplementeerd.
Alle medewerkers zijn geïnformeerd over de regeling
en in elk onderdeel van de organisatie is een lokaal
vertrouwenspersoon aangewezen en geïnstrueerd.
Er is een corporate integriteitscommissie geïnstalleerd,
bestaande uit een lid van de executive board, de
secretaris van de executive board en de corporate
compliance officer. De integriteitscommissie is
verantwoordelijk voor de juiste procedures voor het
melden van overtredingen. Verder toetst, onderzoekt
en behandelt de integriteitscommissie gemelde zaken.
De executive board rapporteert de activiteiten van de
integriteitscommissie jaarlijks aan de auditcommissie
van de raad van commissarissen.
Voedselveiligheid en -kwaliteit
FrieslandCampina maakt haar producten op 64 productielocaties wereldwijd en sommige producten worden op
meer dan één locatie vervaardigd. Voor de consument
mag dit geen verschil maken. Die moet altijd kunnen
rekenen op dezelfde hoge mate van veiligheid en kwaliteit
van het product. Voedselveiligheid en voedselkwaliteit
hebben bij FrieslandCampina dan ook de hoogste
prioriteit.
Kwaliteitssysteem Foqus Food Safety & Quality
FrieslandCampina werkt met Foqus Food Safety & Quality
(FS&Q) voor het borgen van de voedselveiligheid en
de voedselkwaliteit. Dit is een breed kwaliteitssysteem
dat zowel van toepassing is op de bedrijven van ledenmelkveehouders als op de productie- en distributielocaties
van FrieslandCampina (‘van koe tot consument’). De
basis bestaat uit nationale en internationale wetgeving,
Codex-normen. Ook wordt rekening gehouden met
de verwachtingen van afnemers, consumenten en
maatschappelijke organisaties. Foqus Food Safety
& Quality is de leidraad van FrieslandCampina bij de
ontwikkeling van een steeds robuuster productieproces.
Een basisvoorwaarde uit Foqus is dat alle locaties een
extern getoetst kwaliteitscertificaat moeten hebben
wat voldoet aan de standaard van de Global Food Safety
Initiative (GFSI). Dit betekent dat alle bedrijven beschikken
over een onafhankelijke getoetst HACCP-systeem, de basis
voor de productie van veilig voedsel. Verder omvat Foqus
FS&Q de volgende onderdelen:
• doelvoorschriften met een duidelijke
verantwoordelijkheidsverdeling, bijvoorbeeld voor
verandermanagement en crisismanagement;
• middelvoorschriften met duidelijke en gedetailleerde
eisen, bijvoorbeeld voor microbiologie en hygiëne;
• een uitgebreide auditlijst gebaseerd op de verbetercirkel
van Deming (Plan, Do, Check, Act);
• richtlijnen en best practices.
De werkmaatschappijen kunnen met de auditstandaard
zelf hun productielocaties beoordelen. Daarnaast wordt
de standaard gebruikt door het interne auditteam dat
alle productielocaties bezoekt en beoordeelt. Elke locatie
wordt gemiddeld één keer per twee jaar bezocht, de
exacte frequentie hangt af van de kwaliteitsstatus van de
betreffende locatie. In 2013 werd op 36 productielocaties
gemeten of de verbeterprogramma’s ook daadwerkelijk
gerealiseerd worden. Op basis van deze audits zijn
doelstellingen per businessgroep opgesteld. Zo wordt
gewerkt aan continue verbetering.
FrieslandCampina heeft bewust gekozen voor een
intern auditteam: de auditors zijn afkomstig uit diverse
disciplines (QA, plant management, operations)
en vervullen hun audittaak naast hun andere
werkzaamheden. Deze aanpak levert meer diepgaande
audits op en heeft tot gevolg dat de auditors kennis
opdoen die ze kunnen toepassen en verspreiden in hun
eigen werkomgeving. Auditors en QA officers volgen een
uitgebreid trainingsprogramma en worden regelmatig
bijgeschoold. Lees op www.frieslandcampina.com/
duurzaamheid meer over Foqus Food Safety & Quality.
Foqus Milieu, Arbo en Brandpreventie
Alle productielocaties van FrieslandCampina gebruiken
een milieu- en arbeidsveiligheidmanagementsysteem
dat voldoet aan de eisen van ISO 14001 en OHSAS 18001.
FrieslandCampina heeft hiervoor een eigen interne
standaard ontwikkeld: het Foqus SHE managementsysteem.
Een gestandaardiseerde risicoanalyse brengt de
milieu- en arbeidsveiligheidsrisico’s op alle locaties
in beeld. Alle locaties rapporteren jaarlijks over de
milieu- en arbeidsveiligheidsresultaten. Het milieuen arbeidsveiligheid-managementsysteem wordt
geborgd met interne en externe audits. Alle bedrijven
van FrieslandCampina zijn ISO 14001- en OHSAS
18001-gecertificeerd of hebben een verklaring dat het
milieumanagementsysteem voldoet aan de vereisten
van ISO 14001.
Het fundament: borging van het MVO-beleid
71
Verbeterprogramma’s
FrieslandCampina heeft zich gecommitteerd aan
het doorlopend verbeteren van de prestaties en de
bedrijfscultuur. Hierin wordt op een gestructureerde,
methodische wijze gewerkt aan het veiliger, efficiënter
en duurzamer maken van de productielocaties.
FrieslandCampina heeft gekozen voor de WCOM (World
Class Operations Management) systematiek, welke
gestoeld is op de TPM (Total Productive Management)
filosofie. De TPM filosofie gaat er vanuit dat alleen door de
betrokkenheid van de gehele organisatie, de productiviteit
op peil kan worden gehouden en worden verbeterd. WCOM
voorziet in een groot aantal methoden en technieken
aan de hand waarvan verbetering op een systematische
en gestructureerde manier worden gerealiseerd. Een
systematische manier van werken, verbetert niet alleen
de presentaties van de organisatie, maar zorgt ook voor
een ontwikkeling van onze medewerkers. Door onze
medewerkers te ontwikkelen wordt ook hun duurzaam
inzetbaarheid bevorderd.
WCOM bestaat uit een ‘gereedschapskist’ met
verschillende methoden waarmee verbeterteams aan
de slag gaan. Als lid van deze teams zijn operators volop
betrokken bij het uitvoeren van verbeteringen. Ze denken
mee over het verhelpen van problemen en optimale
afstelling van machines. TPM kent een andere werkwijze,
maar stelt dezelfde doelen centraal — minder verliezen,
minder stilstand van machines en betere resultaten. In
2013 zijn in veel locaties de eerste verbeterprojecten
succesvol afgerond, de programma’s worden in 2014
onverminderd doorgezet.
Corporate Standard and Guideline: marketing van
baby- en kindervoeding
FrieslandCampina is toegewijd om de gezondheid
van zuigelingen, jonge kinderen en hun verzorgers te
verbeteren. Wij ondersteunen de aanbevelingen van de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om gedurende de
eerste zes maanden alleen borstvoeding te geven en daarna,
naast het geven van borstvoeding, regelmatige, veilige en
passende aanvullende voeding te geven. Door middel van
onze bedrijfsstandaard en richtlijn (Corporate Standard and
Guideline), benadrukt FrieslandCampina het belang van de
gedragscode van de WHO over de marketing van baby- en
kindervoeding en houdt zich aan deze gedragscode.
In route2020 heeft FrieslandCampina de ambitie
uitgesproken om uit te groeien tot een wereldwijde speler in
de markt van babyvoeding. Daarom is het nog belangrijker
dat de zuivelonderneming in overeenstemming handelt
met de principes van de gedragscode van de WHO en dat
deze zijn ingebed in de organisatie. Er is een uitgebreid
trainingsprogramma opgezet om ervoor te zorgen dat alle
medewerkers van de marketing- en salesafdelingen die te
maken hebben met baby- en kindervoeding, bekend zijn
met de regels van de Corporate Standard and Guideline en
weten hoe ze deze moeten toepassen.
Er is een e-learning ontwikkeld om verdere kennisdeling
te garanderen en de kennis up-to-date te houden, ook
voor nieuwe medewerkers. Het programma zal in 2014
onderdeel uitmaken van het opleidingsprogramma van
FrieslandCampina. In 2014 start een nieuwe ronde van
audits op de FrieslandCampina Corporate Standard and
Guideline.
Crisis- en issuemanagement
In het kader van issuemanagement wordt proactief gekeken
naar zaken die mogelijk gevolgen kunnen hebben voor
de voedselveiligheid en de kwaliteit van de producten.
Risicoanalyse, onderzoek en monitoring spelen hierbij een
belangrijke rol. FrieslandCampina werkt daarnaast met
een crisismanagementsysteem dat via audits en evaluaties
regelmatig op adequaatheid wordt gecontroleerd.
Training van marketingvertegenwoordigers
Door middel van een train de trainer-benadering zijn
ongeveer 75 vertegenwoordigers van alle betrokken
bedrijfsonderdelen vertrouwd gemaakt met de richtlijn
voor marketing van baby- en kindervoeding. De richtlijn
wordt verder verspreid en geïmplementeerd binnen de
verschillende locaties aan circa 3.500 medewerkers
(inclusief medewerkers van externe bureaus en
distributeurs).
72
Royal FrieslandCampina
in een oogopslag
11,4 miljard euro omzet
21.186 medewerkers
Vestigingen in 28 landen
Export naar meer dan 100 landen
NL
BE
DE
19.244 leden-melkveehouders zijn
de eigenaren van de onderneming
Elke dag miljoenen consumenten
Royal FrieslandCampina in een oogopslag
73
Netto-omzet
10,8 % gestegen
Bedrijfsresultaat
313 miljoen euro
voor goodwill impairment
513 miljoen euro
Bedrijfsresultaat in % netto-omzet
Netto-omzet in miljoenen euro's
2013
11.418
2012
10.309
2011
9.626
2010
8.972
Bedrijfresultaat in miljoenen euro's
2013
313
2013 1
513
2012
487
2011
403
2010
434
Bedrijfresultaat in % netto-omzet in procenten
2,7%
2013
2,7
2013 1
4,5
voor goodwill impairment
2012
4,7
4,5%
2011
4,2
2010
4,8
Winst
Winst in miljoenen euro's
157 miljoen euro
zonder goodwill impairment
2013
157
2013 1
327
2012
278
327 miljoen euro
2011
216
2010
285
Kasstroom uit operationele activiteiten
Operationele kasstroom in miljoenen euro's
596 miljoen euro
Melkprijs voor leden-melkveehouders
42,49 euro
2013
596
2012
842
2011
508
2010
444
Melkprijs in euro's per 100 kilo, excl. btw
2013
42,49
2012
36,24
2011
38,77
2010
34,35
1
voor goodwill impairment
Bijlagen
74
Externe vertegenwoordigingen
FrieslandCampina is lid van of neemt actief deel aan de
volgende overlegorganisaties:
• ABA/Detic (Belgische Aerosol Vereniging)
• APIYCNA (Asia Pacific Infant and Young Child Nutrition
Association)
• APRIL (Romanian Dairy Association)
• Asosiasi Industri Pengolah Susu (AIPS) Indonesia
• Asosiasi Perusahaan Produk berNutrisi untuk Ibu dan
Anak,
• APPNIA (Association of Indonesian Infant Food
Manufacturers)
• Association for the Food Industries of Particular
Nutritional Uses of the European Union (IDACE)
• Association of International Juice Manufacturers (AIJN)
• ATLA (French Dairy Association)
• Belgische Confederatie Zuivelindustrie (BCZ)
• Centraal Orgaan Kwaliteitszorg Zuivel (COKZ)
• Chinese Dairy Federation
• Choices International Foundation
• Codex Alimentarius Hungaricus Dairy Commission
• Dairy Campus
• Dutch Sustainable Growth Coalition (DSGC)
• Eigen Vervoerders Organisatie (EVO)
• EQCS (European Quality Control Systems for Juices,
Nectars and Juice containing Soft drinks)
• EU Pledge
• Eucolait (European Association of Dairy trade)
• European Chamber of Commerce in Vietnam
• European Dairy Association (EDA)
• European Whey Producers Association (EWPA)
• Fachverband der Milchwirtschaftler in Niedersachsen und
Sachsen-Anhalt e.V.
• Fachverband Westdeutscher Milchwirtschaftler e.V.
• Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI)
• Federation of Hungarian Food Industries
•Fenedex
• Fevia (Belgische Voedingsmiddelen Federatie)
• FMM (Federation of Malaysian Food Manufacturers)
• Food Industry Asia (FIA)
• Förderung der Milchwirtschaft NRW e.V.
• Forum Komunikasi Lintas Asosiasi (FORKAN)
• Gabungan Pengusaha Makanan Minuman Indonesia
(GAPMMI)
• Gemeenschappelijk Zuivelsecretariaat (GEMZU)
• Global Dairy Platform (GDP)
• Hungarian Dairy Association
• Infant and Pediatric Nutrition Association of the
Philippines (IPNAP)
• Initiatief Duurzame Handel (IDH)
• International Dairy Federation (IDF)
•
•
•
•
International Infant Food Association (ISDI)
International Farm Comparison Network (IFCN)
International Life Science Institute (ILSI Europe)
International Union for the Conservation of Nature (via
Leaders for Nature) (IUCN)
• Land- en Tuinbouworganisatie (LTO)
• Milch Industrie Verband (MIV) Duitsland
• Milch-Verwertungs-GmbH NRW
• Milchprüfring Baden-Würtenberg e.V.
• Milchwirtschaftlicher Verein Baden-Würtemberg e.V.
• Molkerei-Fachberat NRW
• Nationale Coöperatieve Raad (NCR)
• Nederlands Nationaal Comité van de Internationale
Zuivelbond
• Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)
• Nederlandse Vereniging Frisdranken, Waters en Sappen
(FWS)
• Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO)
•Nedvang
• Productschap voor Zuivel (PZ)
• Regulier Overleg Warenwet (ROW)
• Rheinischer Landwirtschaft- Verband e.V.
• Round Table for Responsible Soy
• Round Table on Sustainable Palm Oil
• Russian Dairy Federation
• Sale of Infant Food Ethics Committee Singapore (SIFECS)
• SEPTE (Federation of Greek Baby Food Industries)
• SEVGAP (Federation of Greek Dairy Industries)
• SEVT (Federation of Greek Food Industries)
• Stichting Food Valley
• Stichting Ik Kies Bewust
• Stichting RMO controle
• Stuurgroep UTZ cacao
• Sure Global Fair
• Sustainable Agriculture Initiative (SAI) Platform
• Task Force Duurzame Soja
• Top Institute Food and Nutrition (TIFN)
• Verband Lebensmittel ohne Gentechnik
• Vereniging Nederlandse Fabrikanten Kinder- en
Dieetvoeding (VNFKD)
• Vereniging Energie, Milieu en Water (VEMW)
• VLM ( Vereniging Logistiek Management)
•VNO-NCW
• World Cocoa Foundation
Deze lijst is niet geheel uitputtend.
Bijlagen
Verklarende woordenlijst
Auditconvenant
Een convenant dat erop is gericht dat zo veel mogelijk
industriële eindgebruikers van energie vooraanstaand
worden en blijven op gebied van energie-efficiëntie in
België.
CDM
Continue DiergezondheidsMonitor (CDM) is een ‘continue’
monitoring van de diergezondheid op basis van bestaande
gegevens over de gezondheid van dieren. Het systeem
levert veehouders veel praktische informatie op voor het
monitoren van de diergezondheid.
Codex
De Codex Alimentarius Commission (Codex) is een
internationaal forum dat internationale normen
voor voedselproducten ontwikkelt, met als doel de
internationale volksgezondheid te beschermen en de
eerlijkheid van de handel in voedselproducten
te bevorderen.
Convenant Schone en Zuinige Agrosectoren
Afspraken met verschillende partijen over
energiebesparing, gebruik en productie van duurzame
energie en broeikasgasreductie in Nederland.
CSR
Corporate Social Responsibility (CSR) oftewel
maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO).
Dutch Sustainable Growth Coalition
Samenwerkingsverband tussen belangrijkste Nederlandse
ondernemingen.
FNLI
De Federatie Nederlandse Levensmiddelen
Industrie (FNLI) is de koepelorganisatie van
bedrijven en brancheorganisaties in de Nederlandse
levensmiddelenindustrie (food en non-food).
Foqus planet
Duurzaamheidsprogramma voor de melkveehouderij.
Foqus SHE
Het FrieslandCampina-milieu- en
veiligheidsmanagementprogramma.
Fte
Fulltime equivalent: aantal medewerkers op basis van een
fulltime dienstverband.
75
GMO
Genetisch gemodificeerd organisme.
GRI
Global Reporting Initiative (GRI) is de internationale
richtlijn voor het rapporteren over duurzaamheid en
maatschappelijk verantwoord ondernemen.
GVO
Garantie van Oorsprong
HACCP
Hazard Analysis and Critical Control Points (HACCP) is
een managementsysteem gericht op voedselveiligheid
door middel van een analyse en controle van biologische,
chemische en fysieke gevaren van de productie van
grondstoffen, inkoop en verwerking tot productie,
distributie en consumptie van het eindproduct.
IDH
Initiatief Duurzame Handel (IDH). Deze Nederlandse
organisatie bundelt krachten in de samenleving en brengt
koplopers uit bedrijfsleven, vakbonden, milieuorganisaties,
ontwikkelingsorganisaties en overheid samen in
daadkrachtige coalities.
ISO 9001
Een norm die eisen stelt aan het
kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie en
de manier waarop de organisatie met het kwaliteitsbeleid
omgaat.
ISO 14001
Een van de normen van de ISO 14000-serie.
Deze norm wordt wereldwijd toegepast om
milieumanagementsystemen op te zetten en te
certificeren.
ISO 26000
Een richtlijn met verschillende doelstellingen die
erop gericht is organisaties te ondersteunen bij de
implementatie van MVO.
JOGG
In 2010 is in Nederland het Jongeren Op Gezond Gewichtinitiatief (JOGG) gelanceerd, waaraan FrieslandCampina
actief bijdraagt. Door de JOGG-aanpak moeten voldoende
bewegen en gezonder eten de norm worden.
76
LTA Rate
De Lost Time Accidents Rate (LTA), ofwel de
ongevallenfrequentieverhouding, geeft aan hoeveel
ongevallen er zijn geweest per 200.000 gewerkte uren.
LTO
De Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) is
een Nederlandse organisatie voor collectieve
belangenbehartiging, individuele dienstverlening en
groepsgerichte activiteiten voor Nederlandse agrarische
ondernemers.
MJA-3
De meerjarenafspraken energie-efficiency zijn
overeenkomsten tussen de Nederlandse overheid en
bedrijven en instellingen over het effectiever en efficiënter
inzetten van energie.
NGO
Non Governmental Organization.
NZO
De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) is de
brancheorganisatie voor de Nederlandse zuivelindustrie.
OHSAS 18001
Een richtlijn in de Occupational Health and Safety
Assessment Series.
RSPO
De Round table on Sustainable Palm Oil (RSPO) is een
not-for-profit associatie die belanghebbenden verenigt
uit zeven sectoren van de palmolie-industrie voor het
ontwikkelen en uitvoeren van wereldwijde normen voor
duurzame palmolie.
RTRS
De Round Table on Responsible Soy (RTRS) is een
international platform waarin sojaproducenten,
sojahandel, verwerkende industrie, banken en
maatschappelijke organisaties samenwerken om
duurzaamheidscriteria voor de mondiale sojateelt te
ontwikkelen en te implementeren.
SAI Platform
Het Sustainable Agriculture Initiative (SAI) is een
platform opgericht door de voedingsmiddelenindustrie
om wereldwijd te communiceren over en actief te
ondersteunen van de ontwikkeling van duurzame
landbouw waar verschillende belanghebbenden van de
voedselketen bij betrokken zijn.
Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij
Een samenwerking tussen vier agrarische
koepelorganisaties, twee natuur- en milieuorganisaties,
een bank, provincies en het Nederlandse Rijk voor
duurzame en diervriendelijke veehouderij.
UTZ Certified
Een wereldwijd certificeringsprogramma voor
verantwoorde koffie, thee en cacao.
VNO-NCW
VNO-NCW is de grootste ondernemingsorganisatie
van Nederland. De aangesloten bedrijven en (branche)
organisaties — tezamen zo’n 115.000 ondernemingen —
vertegenwoordigen 90 procent van de werkgelegenheid in
de Nederlandse marktsector.
WBCSD
De World Business Council for Sustainable Development
(WBCSD) is een wereldwijde organisatie op het gebied van
management- en sustainability-vraagstukken.
Weidemelk
Melk van koeien die gedurende minimaal 120 dagen per
jaar, ten minste 6 uur per dag, van voorjaar tot najaar in
de wei lopen.
WHO
De World Health Organisation (WHO) ofwel de
Wereldgezondheidsorganisatie is een gespecialiseerde
organisatie van de Verenigde Naties.
Bijlagen
Verwerking van de rapportage en betrouwbaarheid van gegevens
Milieu- en arbeidsveiligheidgegevens
De productielocaties in Nederland verzamelen al
ruim tien jaar milieu- en energiegegevens. Deze
gegevens worden gerapporteerd aan de overheid,
als onderdeel van convenantafspraken. De
productielocaties in Duitsland en België rapporteren
sinds 2004 de milieugegevens aan de overheid.
Ook de productielocaties in Rusland, Thailand en de
Verenigde Staten rapporteren milieugegevens aan
de overheid. Het centrale milieudatasysteem van
FrieslandCampina vormt de basis van de rapportage. Dit
is ontstaan doordat na de fusie de databases van beide
ondernemingen zijn samengevoegd. In totaal zijn 64
productielocaties opgenomen in deze database. Voor
het verslagjaar 2013 hebben alle 64 productielocaties
de relevante data gerapporteerd. In 2013 is het milieuen arbeidsveiligheidregistratie- en rapportagesysteem
verder verbeterd. Nauwkeuriger dataverzameling is
het beoogde resultaat. Eerst wordt gewerkt aan het
verbeteren van het systeem voordat onafhankelijke
verificatie van de dataverzameling wordt gezocht.
Personeelsgegevens
Het aantal fte’s is gebaseerd op gegevens uit de
financiële systemen. De gegevens over ziekteverzuim
en diversiteit (leeftijd, geslacht, regio) zijn apart
opgevraagd en verzameld. De gerapporteerde data
dekken 98 procent van het personeelsbestand.
De komende jaren wordt het personeelregistratie- en
rapportagesysteem verder verbeterd. Nauwkeuriger
dataverzameling is het gevolg.
Jaarlijks MVO-verslag
In het jaarlijkse MVO-verslag zet FrieslandCampina haar
strategie, het beleid en de voortgang op het gebied
van MVO uiteen. Dankzij het gebruik van kwantitatieve
data wordt het steeds beter mogelijk trends in kaart
te brengen en hierop te sturen in het MVO-beleid.
Met de gegevens kunnen de prestaties voor elk MVOthema worden beoordeeld. In 2010 is FrieslandCampina
begonnen met dataverzameling op een aantal terreinen.
In 2011 is het aantal doelstellingen verder uitgebreid. In
2013 is FrieslandCampina gestart met het ontwikkelen
van kwantitatieve prestatie-indicatoren (KPI’s), die
ondersteuning en richting geven aan de doelstellingen
2020.
FrieslandCampina gebruikt de GRI G3-richtlijnen en de
criteria van de Transparantiebenchmark van het ministerie
van Economische Zaken als leidraad bij het opstellen
van het MVO-verslag. Hiermee wordt tegemoet gekomen
aan de informatiebehoefte van haar stakeholders. Beide
instrumenten zijn tot stand gekomen na een uitgebreid
consultatieproces met het bedrijfsleven, maatschappelijke
organisaties en diverse instanties van over de hele
wereld. Het MVO-verslag en de bijbehorende GRI-index
zijn te vinden op www.frieslandcampina.com. Meer
informatie over de GRI-richtlijnen is beschikbaar op
www.globalreporting.org.
77
Elke dag voorziet Royal FrieslandCampina
miljoenen consumenten verspreid over de
wereld van zuivelproducten met waardevolle
voedingsstoffen. Met een jaaromzet van
11,4 miljard euro behoort FrieslandCampina tot de
vijf grootste zuivelondernemingen in de wereld.
FrieslandCampina levert consumentenproducten
als zuiveldranken, kindervoeding, kaas en
desserts in een groot aantal Europese landen,
in Azië en in Afrika. Ook worden producten
geleverd aan professionele afnemers, waaronder
room- en boterproducten aan bakkerijen
en horecabedrijven. Daarnaast produceert
FrieslandCampina ingrediënten en halffabricaten
voor producenten van kindervoeding, de
voedingsmiddelenindustrie en de farmaceutische
sector wereldwijd.
FrieslandCampina heeft vestigingen in 28 landen
met in totaal 21.186 medewerkers. De producten
van FrieslandCampina vinden hun weg naar
meer dan 100 landen. Het centrale kantoor van
de onderneming is gevestigd in Amersfoort.
De activiteiten van FrieslandCampina zijn
onderverdeeld in vier marktgeoriënteerde
business groups: Consumer Products Europe,
Middle East & Africa; Consumer Products Asia;
Cheese, Butter & Milkpowder en Ingredients.
De vennootschap is volledig in handen van
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A., met
19.244 leden-melkveehouders in Nederland,
Duitsland en België een van de grootste
zuivelcoöperaties in de wereld.
Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Stationsplein 4
3818 LE Amersfoort
T +31 33 713 3333
www.frieslandcampina.com