Jaarverslag 2013 VOLKSHUISVESTINGSVERSLAG 1 BESTUURSVERSLAG .............................................................................. 2 2 ONZE KOERS ........................................................................................ 6 3 ONZE HUURDERS .................................................................................. 8 4 VERHUURPRESTATIES ........................................................................ 12 5 LEEFBAARHEID .................................................................................. 16 6 DUURZAAMHEID ................................................................................. 18 7 VASTGOED.......................................................................................... 20 8 BELANGRIJKSTE RELATIES ................................................................. 24 9 DE ORGANISATIE ............................................................................... 28 10 FINANCIËN......................................................................................... 32 11 RISICOBEHEERSING EN MONITORING ............................................... 44 12 KENGETALLEN .................................................................................... 50 RAAD VAN COMMISSARISSEN EN GOVERNANCE STRUCTUUR……………….. 51 JAARREKENING………………………………………………………………………………..56 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (NA RESULTAATBESTEMMING) ............. 57 WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2013 .............................................. 59 KASSTROOMOVERZICHT 2013 .................................................................. 60 TOELICHTING OP DE BALANS EN DE WINST- EN VERLIESREKENING ....... 61 CONTROLEVERKLARING ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT ........................ 88 1 jaarverslag 2013 1 Bestuursverslag Het jaar 2013 kenmerkt zich voor Idealis als het jaar waarin een nieuwe weg is ingeslagen. Met de benoeming van Ad Huijsmans als interim bestuurder is een start gemaakt met in de allereerste plaats het herstel van het vertrouwen tussen bestuur en management en daarnaast met het herstel van de relatie met de belangrijkste stakeholders in het bijzonder met Wageningen UR. Medio september heeft Sylvie Deenen de functie van directeur/bestuurder overgenomen. 1.1 Algemeen Onze koers Met de opening van twee nieuwe complexen in 2013 is een verdere invulling gegeven aan de missie van Idealis; het adequaat huisvesten van studenten en jonge promovendi van onderwijsinstellingen in Wageningen en Ede. Bijna 600 nieuwe kamers zijn toegevoegd, zelfstandig en onzelfstandig, met verschillende afmetingen en prijzen. De omvang van het bezit is daarmee toegenomen naar ruim 5.000 eenheden. De oplevering van deze kamers heeft er mede voor gezorgd dat de vraag naar en het aanbod van studentenkamers voor dit moment in evenwicht is gebracht. Huurders Begin 2013 is de samenwerkingsovereenkomst tussen de Stichting Flatoverleg (SFO, de huurdersbelangenvertegenwoordiging) en Idealis herzien en vastgesteld. Met name zijn nieuwe afspraken gemaakt over de vertegenwoordiging van de kleine panden en de interne structuur bij de SFO. Naast de reguliere overleggen waarin o.a. beleid is getoetst en ontwikkelingen zijn besproken, zijn studenten ook op andere wijze betrokken geweest bijv. bij de evaluatie van het nieuwbouwtraject van de Rijnveste. Interne organisatie Ondanks de roerige achterliggende periode zijn de medewerkers van Idealis er in geslaagd om de kerntaken naar behoren uit te voeren; in diverse onderzoeken scoort de klanttevredenheid onverminderd hoog, de processen zijn goed georganiseerd en de financiën zijn meer dan op orde. De collega’s zelf werken met veel plezier bij Idealis. Een en ander wordt op deze aspecten bevestigd door de bevindingen van de visitatiecommissie, welke begin 2013 haar onderzoek bij Idealis heeft verricht. Visitatie De vierjaarlijkse visitatie is uitgevoerd over de periode 2009 tot en met 2012. Idealis wordt gewaardeerd met het eindcijfer 7.1, een ruime voldoende. De betaalbaarheid van de woningen, de leefbaarheid rondom de complexen en de kwaliteit van de nieuwbouw scoren goed. Belanghebbenden zijn eveneens te spreken over de primaire dienstverlening bij verhuur en klachtafhandeling en de onderhoudskwaliteit van de complexen. Een lagere score is gegeven voor de invulling van de opgave voor internationale studenten, welke te maken heeft met de kwaliteit van de communicatie gedurende de afgelopen jaren op bestuurlijk niveau tussen Idealis en één van de belangrijkste belanghebbenden, de universiteit (Wageningen UR). Hierdoor stagneerde het overleg en konden geen constructieve stappen worden genomen voor de (gezamenlijke) invulling van de huisvestingsopgave ten gevolge van het groeiend aantal (internationale) studenten. Dit probleem is onderkend en opgepakt vanaf het moment van de komst van de interim-bestuurder. Belangrijkste relaties De relatie met de diverse belanghebbenden, met name Wageningen UR en de gemeente Wageningen, is op orde gebracht. Regulier bestuurlijk overleg vindt weer plaats op constructieve wijze. Dat blijkt onder meer uit de notitie vraag en aanbod studentenhuisvesting in Wageningen, waarin gezamenlijk een visie is geformuleerd op studentenprognoses en de huisvestingsvraag en waarin afstemming heeft plaatsgevonden over toekomstig aanbod. Ook is er een werkgroep vanuit Wageningen UR en Idealis voortvarend aan de slag met een nieuw toewijzingsbeleid met als doel één geïntegreerde open kamermarkt voor Nederlandse en buitenlandse studenten. Met de gemeente Wageningen zijn de in december 2012 opgestelde prestatieafspraken geëvalueerd. jaarverslag 2013 2 Vastgoed en duurzaamheid Twee nieuwe complexen zijn in 2013 opgeleverd; in april Rijnveste met in totaal 345 eenheden en in september de Hoefweg in Ede met 260 kamers. De Hoefweg is eigendom van corporatie Woonstede in Ede; het beheer wordt volledig uitgevoerd door Idealis. Twee overeenkomsten voor nieuwbouwprojecten zijn ondertekend; de Bellostraat/Nobelweg met 149 kamers wordt april 2015 opgeleverd en de Lawickse Hof met 162 eenheden in september 2015. Bij alle nieuwbouwprojecten worden tenminste de wettelijke vereisten m.b.t. duurzaamheid gehanteerd. Tevens wordt de CO2 uitstoot gecompenseerd waardoor Idealis een klimaat neutrale organisatie blijft. Ook is besloten om het complex Walstraat met ruim 100 eenheden niet te slopen in 2015, maar met een investering 10 jaar door te exploiteren om ook op deze wijze een bijdrage te leveren om toekomstige tekorten in huisvesting zoveel mogelijk te voorkomen. Voor wat betreft het realiseren van 400 studentenkamers op de Campus, is na de aanbesteding door Wageningen UR, het project helaas niet aan Idealis gegund. Overheidsbeleid In 2012 gebeurde er veel in het werkveld van de corporaties. Zo leidde de kabinetsformatie tot een nieuw regeerakkoord met forse bezuinigingen. Bezuinigingsplannen met een grote weerslag op de corporatiesector. Het Rijk vraagt in 2013 een bedrag van € 577.000 van Idealis voor de saneringsbijdrage en de verhuurdersheffing. Begin 2013 zijn de projecten Bellostraat/Nobelweg en de Lawickse Hof gedurende een aantal maanden ‘on hold’ gezet. Het WSW trok eind 2012 voor alle corporaties de borging voor financiering tijdelijk in om eerst de financiële impact van alle kabinetsplannen door te kunnen rekenen. Dit heeft behalve de vertraging in de uitvoering geen andere consequenties gehad. In 2013 is een woonakkoord bereikt waarbij de belangrijkste uitkomst voor studentenhuisvesters is dat over de onzelfstandige eenheden geen verhuurdersheffing hoeft te worden betaald. De contouren voor de vereenvoudiging van het woningwaarderingsstelsel zijn geschetst, maar verdere uitwerking zal later plaatsvinden. Ook is er nog onduidelijkheid over de datum van invoering van een sociaal leenstelsel en de afschaffing van de OV-jaarkaart. Financiële positie Ondanks de heffingen vanuit de overheid, is de financiële positie van Idealis onverminderd goed. Er is financieel ruimte om ook de komende jaren een substantiële bijdrage te leveren aan nieuwe verhuureenheden voor studenten, conform doelstellingen uit het ondernemingsplan. Ook zijn er, naast uitbreiding, voldoende middelen om het hoge kwaliteitsniveau van de bestaande complexen te blijven handhaven door middel van het planmatig onderhoud. 1.2 Maatschappelijke prestaties Als sociale huisvester heeft Idealis de zorg voor adequate huisvesting voor studenten in Ede in Wageningen. Idealis onderscheidt zich van veel andere aanbieders van woonruimte voor studenten op een aantal aspecten zoals de lagere huurprijzen, het sociale beheer, de (fysieke) leefomgeving en de hoge veiligheids- en onderhoudsnormen. De woningwaardering van een kamer of woning wordt bepaald door een maximaal aantal huurpunten wat wordt toegekend op basis van o.a. het aantal m2 en verschillende voorzieningen. In het huurbeleid hebben we er voor gekozen om niet in alle complexen de maximale prijs te vragen die hoort bij het aantal toegekende punten, maar een percentage daarvan. In 2013 was dat percentage 87,7%. Dat betekent dat er een huurbedrag van € 1.752.000 (12,3%) niet is doorberekend aan studenten, wat conform het woningwaarderingstelstel wel aan huur in rekening had mogen worden gebracht. Ook is de keuze gemaakt om 46 huurders jonger dan 23 jaar huurkorting te geven, zodat de huurder huurtoeslag kan aanvragen. Andere verhuurders vragen vrijwel altijd huurprijzen op basis van 100% woningwaarderingspunten (100% maximaal redelijk), zodat het prijsniveau van Idealis aanmerkelijk lager ligt. Ondanks lagere huurprijzen is de kwaliteit en de veiligheid van de kamers en de complexen van een hoog niveau. Huurders beoordelen de geboden kwaliteit in klantwaarderingsonderzoeken als goed. Bij het zoeken naar het evenwicht tussen vraag en aanbod van studentenkamers moeten we rekening houden met het feit dat eerstejaars studenten allemaal starten met hun nieuwe studie begin september, terwijl de afstudeerders gedurende het hele jaar afstuderen. In- en uitstroom 3 jaarverslag 2013 vinden dus niet op hetzelfde moment plaats. Onze doelstelling is om voor 1 mei in het betreffende studiejaar de laatste eerstejaars student te hebben gehuisvest. We hechten zeer veel waarde aan de veiligheid en leefbaarheid voor alle studenten in onze wooneenheden. Een invulling hiervan is de keuze om te werken met (zeven) beheerders in de studentencomplexen. Zij zijn verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van en het toezicht op de complexen en het eerste aanspreekpunt voor vragen en opmerkingen. Dit betreft naast praktische zaken ook aspecten als overlast, burenruzie of een (ernstige) persoonlijke problematiek. Daarbij wordt een inschatting gemaakt van de situatie; als het noodzakelijk is dat er wordt opgeschaald, wordt de sociaal beheerder van Idealis erbij betrokken. Deze heeft een netwerk en contacten met onder meer de gemeente, hulpverlenende instanties, politie e.d. om de veiligheid en leefbaarheid voor alle bewoners in de complexen op een hoog niveau te houden. Naast de sociale aspecten van leefbaarheid is ook geïnvesteerd in de fysieke leefomgeving van de studenten. In 2013 is € 186.000 uitgegeven aan onder meer (uitbreiding van) fietsenstallingen, terreininrichting en bewegwijzering. Kortom, een bedrag van zo’n € 2.175.000 (lagere huurprijzen, deel van de kosten van het beheer en de investeringen in de fysieke leefomgeving) is door Idealis als sociale huisvester in 2013 maatschappelijk geïnvesteerd. 1.3 Verklaring Bestuur De interne risicobeheersing en controle zijn naar mijn mening adequaat, effectief en passend bij de omvang van de organisatie van Idealis. De jaarrekening 2013 is vastgesteld op 24 april 2014 door het bestuur. Alle uitgaven over het boekjaar 2013 zijn conform artikel 26 lid 2g van het Besluit beheer sociale huursector, uitsluitend gedaan in het belang en ten dienste van de volkshuisvesting. In het verslagjaar hebben zich, evenals in voorgaande jaren, geen transacties met een tegenstrijdig belang voorgedaan. Wageningen, 24 april 2014 Sylvie Deenen directeur/bestuurder jaarverslag 2013 4 Op 2 april 2013 kregen de nieuwe bewoners van Rijnveste de sleutel van hun kamer of appartement. Veel nieuwe bewoners gingen direct aan de slag met het verven en inrichten van de kamers. 5 jaarverslag 2013 2 Onze koers Ons specialisme is het verhuren van woonruimte aan studenten en jonge promovendi. Jongeren die naar Wageningen of Ede komen voor hun studie en gezien hun beperkte inkomen veelal aangewezen zijn op sociale huisvesting. Wij zijn ingesteld op internationale klantencontacten, veel verhuizingen in korte tijd en bijzondere aandacht voor een prettig en veilig leefklimaat. 2.1 Uitbreiding studentenhuisvesting Idealis streeft naar evenwicht in vraag en aanbod naar studentenhuisvesting in Wageningen en Ede. In Wageningen is al enkele jaren een stijgende vraag waarneembaar. Uit lokaal en landelijk onderzoek blijkt dat de vraag naar studentenhuisvesting blijft toenemen. Om in de toenemende vraag tegemoet te komen heeft Idealis in 2013 de complexen Rijnveste (345 eenheden) en Hoefweg (260 eenheden) gerealiseerd en opdracht gegeven voor de bouw van de Bellostraat/Nobelweg (149 eenheden) en Lawickse Hof (169 eenheden). Uitbreiding van ons woningbezit stelt ons tegelijkertijd in staat meer variantie aan te brengen in ons woningaanbod. Ons huidige bezit kent veel grootschalige complexen met een beperkte differentiatie, zijn weinig flexibel en niet altijd afgestemd op de actuele woonwensen van studenten. Gezamenlijke lokale visie op studentenprognoses en huisvestingsvraag In april/mei 2013 hebben de gemeente Wageningen, Wageningen UR en Idealis de vraag en het aanbod naar studentenhuisvesting voor de komende jaren berekend. Afgesproken is om jaarlijks deze prognose te actualiseren. Verwacht wordt dat het aantal studenten in Wageningen tot 2018 fors zal toenemen. Om de toenemende vraag naar studentenhuisvesting de komende jaren zo goed mogelijk op te vangen adviseerden gemeente, Wageningen UR en Idealis gezamenlijk: Tot verlenging van alle tijdelijke huisvestingsprojecten met een tweede 5-jaarsperiode mogelijk te maken. Voorgenomen nieuwbouwplannen zoals Bellostraat/Nobelweg, Campus e.d. zo spoedig mogelijk te realiseren. Het besluit tot sloop/vervangende nieuwbouw van het complex Walstraat in te trekken en om te zetten in een besluit tot verlengde exploitatie. Gezamenlijk te onderzoeken welke locaties en gebouwen in Wageningen, in de komende 10 jaar, beschikbaar komen en deels tijdelijk en deels structureel, gefaseerd, ingezet kunnen worden voor studentenhuisvesting. Gezamenlijke locatiekeuze Naast een gedeelde visie op studentenprognoses en huisvestingsvraag is ook de gezamenlijke afstemming over het (toekomstig) aanbod van groot belang. Daarbij gaat het zowel om permanente als tijdelijke huisvesting. Idealis heeft samen met Wageningen UR en gemeente Wageningen haar input geleverd voor de notitie studentenhuisvesting 2013 aan de gemeenteraad van Wageningen. De gemeenteraad heeft begin 2014 besloten: Het tekort aan huisvesting voor studenten in Wageningen tot 2018 op te lossen door de ontwikkeling van ongeveer 400 tijdelijke en 1.200 permanente studentenkamers ruimtelijk mogelijk te maken, aansluitend bij de kaders van de structuurvisie en de criteria zoals opgenomen in de notitie studentenhuisvesting Wageningen 2013. Het tekort aan permanente studentenkamers tot 2018 op te lossen door minimaal 1 locatie in het centrum, minimaal 1 in het binnenstedelijk gebied tussen Stadsbrink en Nijenoord Allee (de notitie noemt dit het middengebied) en minimaal 1 aan de Kennisas te realiseren. De strategische locaties SNS-bank, Bornsesteeg en Kirpestein - die hoog scoren volgens de notitie studentenhuisvesting 2013 - daarbij als voorkeurslocaties aan te geven die minimaal onderzocht worden op haalbaarheid. jaarverslag 2013 6 Dinsdag 19 maart hebben de Stichting Flatoverleg (SFO) en Idealis een nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend. De samenwerkingsovereenkomst regelt de relatie tussen de huurdersvertegenwoordiging en Idealis. In de nieuwe overeenkomst is extra aandacht voor de contacten tussen Idealis en de vertegenwoordigers van kleinere complexen. Vastgelegd is dat de bewoners van de kleinere complexen een contactpersoon kiezen die aanspreekpunt is voor praktische zaken zoals het voordragen van een nieuwe huurder bij coöptatie. 7 jaarverslag 2013 3 Onze huurders Ons huurdersbestand bestaat voor 96% uit studenten, hiervan is maar liefst een kwart afkomstig uit het buitenland. 3.1 Huurdersbestand De overgrote meerderheid van deze studenten studeert aan Wageningen UR. 112 Huurders naar doelgroep 93 1.224 3.556 Nederlandse student Buitenlandse student Phd Overig Afbeelding 1; brongegevens Idealis Al enkele jaren zien we dat van onze huurders het aantal studenten van Wageningen UR in verhouding tot de andere opleidingsinstellingen toeneemt. In 2013 volgde 85% van onze Nederlandse studenten een opleiding aan Wageningen UR en 9% volgde een opleiding aan de Christelijke Hogeschool Ede. 3% Nederlandse studenten naar opleidingsinstelling 1% 2% 9% 85% Wageningen Universiteit v Hall Larenstein Overig in Wageningen en Ede Christelijke Hogeschool Ede Stoas Vilentum Afbeelding 2; brongegevens Idealis jaarverslag 2013 8 Onderzoek woonwensen PhD-ers Door de PhD council van Wageningen is aandacht gevraagd voor de huisvesting van Phd-ers. Deze groep, ruim 2.000, is zeer divers. Zo zijn er zeer veel buitenlandse PhD-ers, met of zonder partner, met diverse contractvormen en met uiteenlopende inkomensniveaus. Samen met de PhD council, Wageningen UR en gemeente Wageningen is in 2013 een woonwensenonderzoek uitgevoerd onder 1.700 PhD-ers in Wageningen. Met dit onderzoek willen we meer te weten komen over deze doelgroep en hun woonwensen. Ruim 400 personen hebben de enquête ingevuld. De resultaten worden in 2014 gepresenteerd en neemt Idealis mee in haar Ondernemingsplan en strategisch voorraadbeleid. 3.2 Communicatie met bewoners en woningzoekenden Veel communicatie met huidige en toekomstige klanten vindt digitaal plaats, per e-mail of via de website. In de vorm van een ‘Digipost’ krijgen huurders belangrijke informatie in hun mailbox. Via de website kunnen woningzoekenden zich inschrijven en reageren op het kameraanbod. In 2013 werd de website door 75.528 bezoekers bezocht, waarbij de pagina’s met ons actuele aanbod het meest werd geraadpleegd. De site kent ook een interactief gedeelte voor de huurders, waarin men o.a. persoonlijke informatie kan beheren en diverse informatie kan vinden. De site is nog steeds in ontwikkeling en wordt de komende jaren verder uitgebreid. Ondanks de digitalisering blijft persoonlijk contact belangrijk. De beheerders op de complexen zijn het eerste aanspreekpunt voor bewoners. Huurders kunnen ook langskomen op ons kantoor. Verder is Idealis aanwezig tijdens de verschillende voorlichtingsdagen voor aanstaande eerstejaars van Wageningen UR en de CHE. Omdat een aanmerkelijk aantal klanten uit het buitenland afkomstig is, vindt communicatie behalve in het Nederlands ook in het Engels plaats. 3.3 Bewonersparticipatie Onze medewerkers hebben regelmatig contact met bewoners over zaken die in en rondom het complex spelen. De afdelingsvertegenwoordiger is voor ons het aanspreekpunt voor de dagelijkse gang van zaken op een studentenafdeling. Alle grotere studentencomplexen worden vertegenwoordigd door een bewonersvertegenwoordiger. Minimaal twee maal per jaar heeft de beheerder en de medewerker van het team Woondiensten overleg met de bewonersvertegenwoordiger over zaken die betrekking hebben op het dagelijks beheer en onderhoud van het complex. De SFO De huurders van de studentencomplexen zijn vertegenwoordigd in de Stichting Flat Overleg (SFO). De SFO adviseert Idealis in zaken rond verhuurbeleid en beheer. Idealis ondersteunt de SFO met een financiële bijdrage en stelt een kantoorruimte ter beschikking. In maart 2013 hebben de SFO en Idealis een geactualiseerde samenwerkingsovereenkomst getekend. In deze samenwerkingsovereenkomst zijn wederzijdse rechten en plichten beschreven. In de overeenkomst is extra aandacht voor de contacten tussen Idealis en de vertegenwoordigers van kleinere complexen. Vastgelegd is dat de bewoners van de kleinere complexen een contactpersoon kiezen die aanspreekpunt is voor praktische zaken zoals het voordragen van een nieuwe huurder bij coöptatie. De belangrijkste onderwerpen die in 2013 met de SFO zijn besproken betroffen: - diverse (nieuwbouw) projecten; - actualisatie samenwerkingsovereenkomst; - afrekening en begroting servicekosten; - uitkomsten leefbaarheidsenquête; - huurtoeslag en inkomenstoets; - upgrading ICT netwerk in complexen; - huurbeleid 2013; - evaluatie samenwerking tussen Idealis en SFO; - toewijzingsbeleid; - verlenging benoeming leden RvC op huurderszetel ; - landelijke en lokale ontwikkelingen in de volkshuisvesting en in het bijzonder de studentenhuisvesting. 9 jaarverslag 2013 Niet-studentencomplexen Ook voor het seniorencomplex Bassecour hebben wij een samenwerkingsovereenkomst. Met de bewonerscommissie vindt enkele keren per jaar overleg plaats. 3.4 Klanttevredenheid Klantenwaardering Bewoners van Idealis vinden onze dienstverlening goed. Dit blijkt uit de enquête (Feeddex) die we ook in 2013 weer hebben uitgevoerd onder zowel nieuwe als vertrekkende huurders. De ruim 35 onderwerpen in de enquête zijn verdeeld over vijf aspecten. Een huurder kiest bij elk onderwerp uit 5 kwalificaties die in Feeddex worden omgerekend in scores: ‘uitstekend’ (+100), ‘zeer goed’ (+80), ‘goed’ (+40), ‘redelijk/matig’ (0) en ‘slecht’ (-100). In 2013 is de klantenwaardering ‘goed’ voor de Feeddex totaalscore (41), voor Product (44), Dienstverlening (41), Persoonlijke service (49) en Reputatie (44). De waardering voor Prijs/kwaliteit is ‘redelijk/matig’ en vertoont een geleidelijke groei van 13 in 2009 naar 27 in 2013. Voor vrijwel alle aspecten zijn de scores nog iets verbeterd ten opzichte van voorgaande jaren. Enquête leefbaarheid We willen dat onze huurders tijdens hun studietijd veilig en prettig kunnen wonen. Ieder jaar vragen we onze huurders naar hun mening hierover. Hieruit blijkt dat onze huurders zeer tevreden zijn over de kwaliteit, veiligheid en leefomgeving van hun woonruimte. Dat onze huurders de leefbaarheid niet alleen goed waarderen maar ook heel belangrijk vinden blijkt onder meer uit de grote respons, ruim 35% van de huurders heeft in 2013 de enquête ingevuld. Gemiddeld werd de leefbaarheid beoordeeld met een 7,5. Veiligheid scoort hoog; de bewoners voelen zich zeer veilig in en rondom hun woning (score 8,5 binnen de afdeling/woning en 7,9 in en rond het complex). Ook ervaren de bewoners vrijwel geen overlast op de afdelingen (score 7,6). We streven ernaar dat op alle aspecten van leefbaarheid gemiddeld het rapportcijfer 6,5 of hoger wordt gegeven. Aspecten die het laagst scoren zijn de aanpak van overlast (5.8), de fietsenstallingen (6.5) en de planning van onderhoudswerkzaamheden (6.6). Aan deze onderwerpen zullen we extra aandacht schenken. De complexen Rijnveste en Ben van Londenstraat, de nieuwbouw van Idealis, scoren beiden een dikke 8. Vooral de kwaliteit en veiligheid van de woningen wordt zeer goed gewaardeerd. Opvallend is ook de hoge waardering van de leefbaarheid door de bewoners van Droevendaal, waarbij er vooral hoge cijfers zijn voor de veiligheid en de gezelligheid. Het zelf kunnen kiezen van de medebewoners speelt hierbij een belangrijke rol. De uitbreiding en verbetering van de fietsenstallingen, die Idealis in 2011 en 2012 heeft uitgevoerd, wordt door de bewoners duidelijk gewaardeerd. De waardering is gestegen van een 5,8 (in 2010) naar een 6,5. Op enkele complexen gaat Idealis de toegankelijkheid verder verbeteren en nog extra stallingen toevoegen. Ook door bijvoorbeeld vaker fietswrakken te verwijderen verwacht Idealis deze waardering verder te kunnen verbeteren. 3.5 Geschillencommissie In 2013 heeft de commissie geadviseerd over één geschil (in 2012 was er eveneens één geschil). Het geschil betrof het verwijderen van een koffer met persoonlijke inhoud door Idealis, nadat de huurder zijn kamer had opgezegd en was vertrokken. Op advies van de geschillencommissie is aan de bewoner een schadevergoeding uitgekeerd en zijn de huurvoorwaarden aangepast. De geschillencommissie van Idealis bestaat uit Luc Steinbuch, voorgedragen door de bewonersorganisatie SFO en Wim van Alphen medewerker bij Idealis. Voorzitter van de commissie is de heer mr. P.H.N. van Spanje, werkzaam bij A&S Advocaten. De drie commissieleden zijn per 1 januari 2013 voor twee jaar herbenoemd. jaarverslag 2013 10 Aan de Hoefweg, naast de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), is een nieuw studentencomplex gebouwd door woningcorporatie Woonstede uit Ede. Idealis verzorgt de verhuur en het beheer van 260 kamers. Het complex is in de zomer van 2013 opgeleverd en wordt bewoond door zowel studenten van de CHE als van Wageningen UR. De 5 bewoners van een woning delen met elkaar de keuken, een bergruimte en het sanitair. 11 jaarverslag 2013 4 Verhuurprestaties Idealis verhuurt ruim 5.000 eenheden, waarvan 4.872 aan studenten en 117 aan PhD-ers die een arbeidsovereenkomst (voor 4 jaar) hebben met Wageningen UR. Daarnaast verhuren we 58 appartementen aan senioren, 13 vrije sectorwoningen, 14 overdekte parkeerplaatsen en 4 bedrijfsruimtes. 4.1 Woonruimteverdeling In 2013 zijn ruim 2600 nieuwe huurcontracten afgesloten. Dit betekent dat ongeveer de helft van ons bezit een nieuwe bewoner heeft gekregen. Aantal verhuringen Wageningen/Ede Nederlandse huurders Waarvan Wageningen Waarvan Ede Buitenlandse huurders Totaal 2013 2012 2011 1.636 1.234 402 996 2.632 1.016 831 185 867 1.883 970 780 190 884 1.854 Het aantal verhuringen is zeer sterk gestegen. Er zijn respectievelijk 336 en 260 nieuwbouwkamers in 2013 opgeleverd en er zijn meer mutaties geweest dan in andere jaren. In totaal 478 bewoners zijn verhuisd binnen het bezit van Idealis. Mutatiegraad studenteneenheden Wageningen totaal Kamers zonder inventaris Kamers met inventaris Ede totaal Totaal aantal Aantal mutaties Mutaties 2013 Mutaties 2012 Mutaties 2011 4.315 3.122 1.193 1.993 1.147 846 46% 37% 71% 42% 29% 74% 42% 29% 75% 557 289 52% 44% 44% Gemiddelde inschrijfduur In 2013 is de gemiddelde inschrijftijd voor nieuwe huurders verder gedaald. Tussen het moment van inschrijving en de ingangsdatum van het huurcontract voor een kamer in Wageningen zat in 2013 gemiddeld 9 maanden (in 2012 was dit nog 10,6 maanden en in 2011 11,2 maanden). In Ede is de inschrijftijd nog korter, daar was dit in 2013 een gemiddelde van 6 maanden. De inschrijfduur voor de complexen met de zelfstandige kamers is het hoogst, dit betreft de Marijkeweg en de Oude Eekmolenweg. Ook in Ede is de inschrijftijd voor de zelfstandige kamers Arnold Koningstraat (9 kamers) het langst. jaarverslag 2013 12 Gemiddeld aantal reacties In 2013 was het gemiddeld aantal reacties duidelijk lager dan de voorgaande jaren, een gemiddelde van 11 t.o.v. een gemiddelde van 29 in 2012 en 37 in 2011. De verklaring hiervoor ligt in het toevoegen van veel verhuureenheden in 2013 door Idealis maar ook door andere marktpartijen. Dit heeft ertoe geleid dat veel eerstejaars sneller aan een kamer zijn gekomen dan in andere jaren. Gemiddeld aantal reacties 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Jan Feb Mrt Apr Mei 2011 Juni Juli 2012 Aug Sept Okt Nov Dec 2013 Afbeelding 3; brongegevens Idealis Het aantal reacties in de maanden voorafgaand aan het studiejaar lag veel lager dan in 2012. In Ede was het aantal reacties in 2013 extreem laag, dit komt omdat er in Ede nu 122 kamers meer zijn dan in 2012 en er vanuit de CHE-studenten niet meer vraag is gekomen. Vanaf november ontstond de eerste leegstand omdat er nauwelijks meer kandidaten waren. Eerstejaars 2012/2013 De eerstejaars studiejaar 2012/2013 waren ruim voor 1 mei gehuisvest. Met name door de oplevering, begin april, van de 336 kamers van het nieuwbouwcomplex Rijnveste is dit, ondanks de sterke stijging in het aantal ingeschreven eerstejaars, gelukt. Door verhuizing van zittende huurders naar de nieuwbouw kwamen 120 kamers beschikbaar voor de eerstejaars. Er zijn in de periode januari t/m mei 2013 496 kamers beschikbaar gekomen, dat zijn ruim 250 kamers meer dan in de vergelijkbare periode in 2012. De kamers die wij in mei publiceerden kregen nauwelijks reacties, dat is voor ons een belangrijk signaal dat de eerstejaars gehuisvest zijn. Eerstejaars 2013/2014 In juni (na de uitslag van het eindexamen) starten de eerstejaars van het aankomende studiejaar (2013/2014) met reageren op het aanbod. Door de oplevering van het complex Hoefweg (260 kamers) in de periode juli-september zijn er veel extra kamers voor eerstejaars beschikbaar gekomen. Van de ruim 2.000 ingeschreven eerstejaars voor het studiejaar 2013/2014 hadden er eind 2013 al 582 woonruimte bij Idealis gehuurd. In 2013 gesloten huurovereenkomsten eerstejaars 2013/2014 In 2012 gesloten huurovereenkomsten eerstejaars 2012/2013 In 2011 gesloten huurovereenkomsten eerstejaars 2011/2012 582 304 270 In andere jaren hadden we nog zeker de opzeggingen in de maanden januari tot maart nodig om de eerstejaars te huisvesten. Nu zagen we dat het bij een aantal kamers in de nieuwbouw in Ede in het najaar al niet meer lukte deze aan eerstejaars te verhuren. De eerstejaars die dringend op zoek waren hadden blijkbaar al wat kunnen vinden; ook speelt hierin mee dat de locatie Ede voor veel Wageningse studenten geen eerste keus is. 13 jaarverslag 2013 Urgenties In 2013 zijn op basis van sociaal/medische gronden 20 urgenties toegekend. Hiervan hebben 17 urgent woningzoekenden gebruik gemaakt en daarmee sneller een kamer kunnen aanvaarden. In 2013 hebben 3 woningzoekenden gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot ‘kamer hoppen’. Huurders van één van de bij Kences aangesloten studentenhuisvesters kunnen voor urgentie in aanmerking komen als zij in een andere studentenstad gaan studeren. Leegstand De leegstand is in 2013 toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. In Wageningen wordt dit veroorzaakt door meer leegstand in het voorjaar. In Ede wordt de toegenomen leegstand veroorzaakt door de oplevering van de Hoefweg. Hiermee zijn kwalitatief goede eenheden op de campus in Ede aan het kamerbestand toegevoegd. Omdat de kamermarkt in Ede al jaren niet onder druk staat is besloten om een aantal flats die Idealis al jarenlang huurt van Woonstede weer terug te geven. Kamers met inventaris Kamers zonder inventaris Phd-eenheden Overige woningen Commerciële eenheden Wageningen 2013 2012 7,17% 4,62% 0,62% 0,21% 0,61% 0,89% 1,32% 0,70% 13,41% 13,90% 2011 1,46% 0,14% 1,33% 0,54% 0,35% 2013 Ede 2012 2011 8,85% 2,64% 1,85% Uitstroombeleid De huurovereenkomst met een huurder eindigt binnen een of twee jaar nadat de huurder de studie of PhD-overeenkomst heeft beëindigd. Huurcontracten tot 31 december 2010 gaan uit van een periode van maximaal 2 jaar en huurcontracten na deze datum gaan uit van maximaal 1 jaar. Met dit beleid wil Idealis haar bezit beschikbaar houden voor haar doelgroepen. Huurders worden, waar van toepassing, op basis van een periodieke bestandsvergelijking met de verschillende onderwijsinstellingen aangeschreven. Voor de PhD-appartementen geldt dat men uiterlijk een jaar na het beëindigen van het PhD contract de woonruimte moet verlaten. Eind 2013 heeft voor het eerst in twee jaar weer een bestandsvergelijking met de onderwijsinstellingen plaatsgevonden. In het eerste kwartaal van 2014 worden op basis hiervan huurders aangeschreven en opmerkzaam gemaakt op de uitstroomtermijn. Vanaf 2014 voert Idealis de bestandvergelijking meerdere malen per jaar uit. Toekomstige woonruimteverdeling Idealis wil overgaan naar een nieuw model van woonruimteverdeling met meer keuzevrijheid. Dit nieuwe model wordt door Idealis en Wageningen Universiteit gezamenlijk uitgewerkt. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn: - meer keuzevrijheid voor buitenlandse studenten; - kamergarantie voor door Wageningen UR aangewezen en met Idealis overeengekomen aantallen buitenlandse studenten; - zoveel mogelijk beperken van leegstand; - 1 mei als streefdatum voor huisvesting van Nederlandse eerstejaars studenten. Medio 2014 wordt besloten hoe de nieuwe woonruimteverdeling op hoofdlijnen wordt ingevuld. jaarverslag 2013 14 4.2 Huurbeleid In het huurbeleid maken we onderscheid tussen kamers in de ’oudere’ studentencomplexen en in de vanaf 2010 gerealiseerde nieuwbouw: - Voor ‘oudere’ studentenkamers (gebouwd voor 2010) hanteren we 80% van de maximaal redelijke huurprijs. Uitzondering vormen wooneenheden waarvoor huurtoeslag mogelijk is: daar wordt de maximaal redelijke huur als streefhuur gehanteerd. - Bij nieuwbouw passen we in principe de maximaal redelijke huur toe. Om bij kamers met gedeelde voorzieningen (waarvoor geen huurtoeslag mogelijk is) tot een evenwichtige prijs/kwaliteit en acceptabele woonlasten te komen matigen wij, waar nodig, de huur in een range van 80 tot 100%. Huurtoeslag wordt door het ministerie berekend op basis van de subsidiabele huur (kale huur plus een deel van de servicekosten) en geldt voor jongeren t/m 22 jaar een maximum huurgrens (€ 374). Vrijwel alle kamers van Idealis blijven onder deze grens. Bij 200 eenheden is de huur hoger en geeft Idealis huurkorting tot de 23-jarige leeftijd is bereikt, om zo het ontvangen van huurtoeslag ook voor deze huurders mogelijk te maken. Idealis heeft per 1 juli 2013 een inflatievolgende huurverhoging van 2,5% toegepast. Voor woonruimte met een kale huurprijs onder de streefhuur is een huurverhoging van maximaal 4% toegepast. 4.3 Incassobeleid Eind december moest er nog € 64.000 aan huur betaald worden. De opbouw van dit bedrag luidt als volgt: Actieve huurders Niet actieve huurders In 2014 gesloten overeenkomsten ingaande in 2013 (contract gesloten en betaald in 2014) Totaal Bedrag 14.000 16.000 34.000 Aantal 67 21 64.000 88 In % jaarhuur 0,07 Omdat onze huurders in een kwetsbare inkomenspositie verkeren hanteren wij een strikt huurincasso-beleid gericht op het voorkomen van grote achterstanden. Gezien de beperkte omvang van de achterstanden is dit beleid effectief. 4.4 Wonen en zorg Idealis heeft, verspreid over het bezit, enkele aangepaste woningen. Waar nodig worden specifieke voorzieningen aangebracht voor gehandicapten in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Is er geen kandidaat voor een aangepaste woning beschikbaar, dan wordt deze verhuurd aan een valide persoon met een clausule in het contract dat de woning opgezegd wordt als zich een kandidaat meldt. De betreffende huurder krijgt dan vervangende woonruimte aangeboden. Idealis verhuurt twee 5 kamer woningen in het complex Ben van Londenstraat aan Stumass. Deze stichting biedt individuele begeleiding in een beschermde woonvorm aan studenten met Autisme Spectrum Stoornis. Hiernaast besteedt Idealis veel aandacht aan zorg binnen het sociaal beheer. 15 jaarverslag 2013 5 Leefbaarheid Ons beleid is er op gericht om onze bewoners een prettig en veilig woon- en leefklimaat te bieden. Uit de leefbaarheid enquête, die we jaarlijks houden onder alle bewoners, bleek in 2013 wederom dat onze huurders tevreden zijn (gemiddeld een 7,5). De bewoners, maar ook onze beheerders en medewerker sociaal beheer, dragen daartoe bij. 5.1 Sociaal beheer Studentencomplexen vragen om een zorgvuldig beheer. Huurders (met veel verschillende nationaliteiten) wonen relatief dicht op elkaar in wooncomplexen. Om zorg te dragen voor een prettige en leefbare woonsituatie heeft ieder complex een beheerder die toeziet op het reilen en zeilen in en rond de complexen. Hij is een vraagbaak voor huurders en treedt indien nodig op. In geval van problemen tussen bewoners treedt Idealis bemiddelend op. De medewerker sociaal beheer ondersteunt de beheerders hierin. De meeste meldingen die de medewerker sociaal beheer in 2013 heeft ontvangen (in totaal 161; in 2012 in totaal 145) hadden betrekking op ernstige persoonlijke problematiek (32), klachten over geluidsoverlast van medebewoners (24) en relationele problematiek (20). Daarnaast waren er onder meer meldingen van vandalisme/diefstal (16), illegale bewoning (15) en klachten door derden van geluidsoverlast veroorzaakt door onze bewoners (13). 5.3 Kosten leefbaarheid De totale kosten voor leefbaarheid bedroegen in 2013 € 1.098.000 daarvan is: - via de servicekosten doorberekend aan de huurders : € 666.000 (60,7%); - bekostigd door Idealis : € 432.000 (39,3%). De kosten hebben nagenoeg geheel betrekking op het beheer/toezicht op de complexen en op het uitvoeren van fysieke maatregelen. Beheerkosten De beheerkosten betreffen de personeelslasten van de beheerders. Deze kosten worden voor 55% doorberekend aan de huurders via de servicekosten. Van het takenpakket van de medewerker sociaal beheer valt het overgrote deel (80%) onder de post leefbaarheid. Deze personeelslasten komen volledig voor rekening van Idealis. De totale personeelskosten Leefbaarheid voor rekening van Idealis bedragen € 239.000. Fysieke maatregelen In 2013 is door Idealis € 186.000 geïnvesteerd in fysieke maatregelen om de leefbaarheid te verbeteren. Dit betrof de laatste fase van de uitbreiding en verbetering van de fietsenstallingen en het verbeteren van communicatie-uitingen op de complexen (zoals betere bewegwijzering en extra publicatieborden). jaarverslag 2013 16 In april 2013 leverden we het nieuwbouwproject Rijnveste op, woonruimte voor 345 studenten en PhD-ers. Bij de bouw van dit project is veel aandacht besteed aan het gebruik van duurzame materialen en een laag energieverbruik. De woningen en appartementen hebben energielabel A++. Naast dat de woningen extra geïsoleerd zijn en zonwerend glas hebben heeft elke woning en appartement een eigen zonnecollector voor de opwarming van warmtapwater. Op Rijnveste is door Idealis de eerste windmolen van Wageningen geplaatst waarmee energie wordt opgewekt voor de verlichting van collectieve voorzieningen. 17 jaarverslag 2013 6 Duurzaamheid Idealis is een milieubewuste woningcorporatie. Milieubewust bouwen en beheren is dan ook een belangrijke doelstelling. Sinds 2013 heeft Idealis het certificaat Klimaatneutraal Gegarandeerd. Idealis zet zich krachtig in op het realiseren van zoveel mogelijk energiebesparing, zowel door technische maatregelen als door voorlichting om het gedrag van huurders te beïnvloeden. Ook wordt ingezet op toepassing van duurzame energie. We vinden het daarbij echter ook belangrijk om de investeringskosten zo laag mogelijk te houden in verband met het beheersen van het huurprijsniveau. Een aanzienlijk deel van de woonlasten wordt immers bepaald door het energieverbruik. Daarnaast is Idealis van mening dat het denken in termen als investering en lange termijn resultaat meer oplevert dan alleen kijken naar korte termijn uitgaven. Een integrale aanpak is dus essentieel. Ook in onze dienstverlening speelt duurzaamheid een belangrijke rol. Zo beperken we het papier verbruik door onze dienstverlening en communicatie met onze huurders zo veel mogelijk digitaal te laten verlopen. 6.1 Certificaat Klimaatneutraal Wij hebben in 2013 het certificaat Klimaatneutraal Gegarandeerd verkregen van de Climate Neutral Group. Hiervoor is de eigen organisatie in 2012 klimaatneutraal ingericht; er zijn maatregelen genomen om onze CO2-uitstoot zoveel mogelijk te beperken en de berekende CO2-uitstoot wordt gecompenseerd. Idealis heeft er voor gekozen om te compenseren door deel te nemen aan het klimaatproject 'Houtovens in Kenia'. Een klimaatproject waarmee we niet alleen bijdragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot, maar ook aan werkgelegenheid, kennisoverdracht, gezondheidsverbetering, stimulering van de eigen economie en lokale milieuverbeteringen in ontwikkelingslanden. 6.2 Landelijke en lokale convenanten Idealis conformeert zich aan het Koepelconvenant Energiebesparing Gebouwde Omgeving, van juni 2012 en de hieraan gekoppelde deelconvenanten: het Convenant Energiebesparing Corporatiesector en het Lenteakkoord Energiezuinige Nieuwbouw. Dit zijn convenanten tussen Aedes, de Woonbond, Vastgoedbelang en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In het convenant is onder andere aangegeven dat de 2,4 miljoen corporatiewoningen in 2021 gemiddeld een energielabel B bezitten. Dat komt neer op een energiebesparing tussen 2008 en 2021 van 33 procent. Deze ambitie betreft het gebouw- en installatiegebonden energiegebruik voor met name ruimteverwarming, warmtapwater en ventilatie. De gemiddelde energie-index van onze voorraad in 2013 is 1,44, gelijk aan label C. Dit was in 2009 nog label D met een energie index van 1,75. Toekomstige verbeteringen van de energie index zoeken we in optimalisatie van ventilatiesystemen inclusief warmte terugwinning en alternatieve warmtesystemen in plaats van gas. Besparing t.o.v. 2008 per vhe Elektra 2013 2012 2011 2010 2009 -16,2% -15,2% -9,4% -5,2% -4,9% Gas +1,4% +4,3% +7,5% +0,9% +0,9% Water -18,5% -13,6% -6,0% -4,6% -3,5% Door de diverse investeringen op het gebied van energiebesparende maatregelingen hebben we ten opzichte van 2008 16,2% op elektra bespaart en 18,5% op water. Het gasverbruik is iets toegenomen ten opzichte van 2013. Net voor 2008 zijn alle grote complexen voorzien van nieuwe installaties en toen hebben we een grote stap gemaakt in gasbesparing. Echter deze vervangingen en de daarmee behaalde gasbesparing ten opzichte van de jaren daarvoor waren voor het peilmoment van het convenant, 2008. Daarnaast committeert Idealis zich aan de klimaatdoelstellingen van de overheid (het kabinetsprogramma Schoon en Zuinig, 2007). Dit akkoord heeft de ambitie om voor 2020 30% jaarverslag 2013 18 CO2-reductie te realiseren ten opzichte van 1990. Ook sluiten we ons aan bij de ambitie ‘Wageningen klimaatneutraal in 2030’ en is Idealis ook op dit gebied partner van de gemeente. Idealis neemt actief deel aan experimenten en innovatieve projecten, waarbij waar mogelijk specifieke Wageningse kennis, kunde en bedrijvigheid wordt benut. 6.3 Duurzaam vastgoed Idealis koopt voor haar huurders uitsluitend groene stroom en gas CO2-neutraal in. Nieuwbouw Het convenant omschrijft: “Verlaging van het energieverbruik in de nieuwbouwproductie van 25% per 2011. Dit komt neer op een uitgangspunt van een EPC-norm voor nieuwbouw van 0,6 per 2011 en verlaging van het energieverbruik in de nieuwbouwproductie van 50 procent per 2015. Dit komt neer op een uitgangspunt van een EPC-norm voor nieuwbouw van 0,4 per 2015.” Idealis gaat bij nieuwbouw uit van de omschrijving in het convenant, waarbij gekozen wordt voor een gebouw en energieconcept dat op termijn klimaatneutraal kan worden gemaakt. Op de overige prestatievelden van GPR (een digitaal meet- en ontwikkelinstrument voor duurzaam bouwen) wordt een gemiddelde van 7,5 gerealiseerd, waar de wetgeving uitgaat van tenminste 6,5. Bij het nieuwbouwproject Rijnveste is gebruik gemaakt van duurzame materialen en zijn extra energiebesparende maatregelen toegepast. De EPC van de verschillende woningen ligt tussen 0,44 en 0,6, waarmee we voldoen aan de norm. Het complex is bovendien in de toekomst niet alleen geschikt voor studentenhuisvesting maar ook voor andere doelgroepen. Voor de Hoefweg zijn door Woonstede, de eigenaar van het complex, diverse duurzaamheidsmaatregelen getroffen. Zoals toepassing van kozijnen van gerecycled aluminium met een hoge RCwaarde, FSC- en verduurzaamd hout aan de gevels. Daarnaast heeft de Hoefweg een bouwstructuur, dat ombouwen tot reguliere appartementen mogelijk maakt. Bestaande voorraad Bij onderhoudswerkzaamheden zoekt Idealis naar duurzame oplossingen. Ook wordt, in lijn met het convenant bij het treffen van energiebesparende maatregelen, aansluiting gezocht bij natuurlijke momenten, zoals verhuizing, planmatig onderhoud en ingrijpende woningverbetering. In 2013 zijn bijvoorbeeld op de Haarweg waterbesparende sanitaire installaties geplaatst en volumestroombegrenzers geplaatst in waterleidingen. Bij renovatiewerkzaamheden aan liftinstallaties op de Bornsesteeg, Marijkeweg en Haarweg zijn de cabinedeuren vervangen met een lager energieverbruik en minder slijtage van onderdelen. Daarnaast is aan de installaties op de Marijkeweg de frequentieregeling van de liftmachines vervangen. Deze zorgen voor een lager energieverbruik en minder slijtage van de liftmachine en onderdelen. De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in energiebesparende maatregelen. Dit beleid resulteert in een daling van het energieverbruik in de afgelopen jaren. Experimenten en innovatie Idealis neemt actief deel aan experimenten en innovatieve projecten. Zo heeft Idealis in 2013 een project voor toepassing van biomassa op de Bornsesteeg doorgerekend en is de haalbaarheid voor toepassing van zonnepanelen op Droevendaal onderzocht. Verder is Idealis als partner verbonden aan Stichting Zonne-energie Wageningen. Deze Stichting is opgericht in 2011 met als doel verschillende organisatorische, juridische en fiscale modellen te verkennen en daarmee bestaande barrières te slechten en investeringen in zonne-energie zo aantrekkelijk mogelijk te maken. 6.3 Bewonersinformatie Ook door bewust woongedrag kan energie bespaard worden. We doen dit met eigen informatiemateriaal en sluiten aan bij landelijke acties zoals de ‘Warme Truiendag’ of de campagne ‘Het duurzaamste studentenhuis’ van Upact. In samenwerking met Green Office Wageningen startte op 15 april de Rijnveste Sustainability Challenge Accepted. De nieuwe bewoners van Rijnveste werden via deze challenge gestimuleerd om zo zuinig mogelijk om te gaan met gas en elektra. Maandelijks ontvingen de bewoners van het huis met het laagste energieverbruik een ‘huisprijs’. In januari 2014 werd de campagne afgesloten met de uitreiking van een eindprijs voor het huis met het laagste totaalverbruik in 2013. 19 jaarverslag 2013 7 Vastgoed Ons aanbod wordt zo goed mogelijk afgestemd op de woonwensen van studenten. Studenten vinden bij het kiezen van woonruimte de woonlasten het zwaarst wegen. Daarnaast willen de meeste studenten een woonkamer/keuken graag delen met andere studenten in niet te grote woongroepen. Een minderheid van de studenten vindt eigen voorzieningen zoals keuken en douche wèl belangrijk. Nieuwbouw zal daarom gedifferentieerd en flexibel zijn en vooral gericht op het huisvesten van kleinere woongroepen. Gelet op de woonwensen van studenten en ons huidige woningbezit richten we ons bij nieuwbouw vooral op kamers met gedeelde voorzieningen, maar ook op voldoende kamers met eigen voorzieningen en appartementen. 7.1 Nieuwbouw In 2013 heeft Idealis twee nieuwbouwprojecten opgeleverd; Rijnveste en de Hoefweg. Daarnaast heeft Idealis in dit verslagjaar diverse locaties van derden in Wageningen en Ede onderzocht op markttechnische en economische haalbaarheid. Daarbij is naast structurele nieuwbouw ook de mogelijkheid van tijdelijke studentenhuisvesting onderzocht. Dit heeft echter niet altijd tot concrete (nieuwbouw)locaties en/of projecten geleid. Voor een paar locaties zijn we nog in gesprek. Projecten gereed/in aanbouw Rijnveste Hoefweg Ede (Woonstede) Bellostraat/Nobelweg Lawickse Hof Totaal eenheden nieuwbouw Aantal vhe 345 260 149 162 916 Start bouw 2011 2012 2014 2014 Gereed 2013 2013 2015 2015 Rijnveste – 345 eenheden Sinds begin april wonen op Rijnveste 336 studenten en zijn er 9 appartementen bewoond door PhD-ers. Verdeeld over 7 gebouwen zijn er 64 zelfstandige eenheden en 9 appartementen. In 52 grondgebonden woningen bevinden zich 4 of 6 kamers van 14 tot 17 m2. Elke kamer is voorzien van een snelle internetverbinding en een wastafel. Binnen de 52 woningen zit veel diversiteit. Naast dat er verschillen raamopeningen en oppervlaktes zijn toegepast zijn er ook kamers met een eigen douche en toilet. Bij het ontwerp is veel aandacht besteed aan het gebruik van duurzame materialen en een laag energieverbruik. De woningen en appartementen hebben energielabel A++. De woningen zijn extra geïsoleerd, hebben zonwerend glas en elke woning en appartement heeft een eigen zonnecollector voor de opwarming van warmtapwater. Op Rijnveste is door Idealis de eerste windmolen van Wageningen geplaatst waarmee energie wordt opgewekt voor de verlichting van collectieve voorzieningen. Studenten konden zich voor de 52 woningen met 4 of 6 kamers als groep aanmelden. Huurders van Idealis, die een kamer achterlieten, hadden voorrang. De belangstelling was groot. Nieuw was dat ook internationale studenten zich konden inschrijven. Deze werkwijze sluit aan bij de keuze van Idealis om geleidelijk over te gaan naar een systeem voor woonruimteverdeling waarbij iedereen vrij kan kiezen, ongeacht studie of nationaliteit. In totaal 46 internationale studenten maakten bij de eerste verhuur van deze mogelijkheid gebruik. Hoefweg – 260 eenheden Aan de Hoefweg, naast de Christelijke Hogeschool Ede, is een nieuw studentencomplex gebouwd door woningcorporatie Woonstede uit Ede. Idealis verzorgt de verhuur en het beheer van 260 kamers. De 52 woningen hebben elk 5 kamers van 13 tot 17 m2 waarbij iedere kamer een eigen wastafel heeft. Elke woning heeft een gezamenlijke woonkeuken, douche en 2 toiletten. Daarnaast is er een grote berging en een aparte ruimte voor wasmachine en droger. Buiten zijn overdekte fietsenstallingen. jaarverslag 2013 20 Bellostraat – 149 eenheden In 2013 is een koop-aannemingsovereenkomst getekend met Klaassen Vastgoedontwikkeling voor de bouw van 149 eenheden voor studenten en promovendi langs de Nobelweg. Het plan omvat 69 zelfstandige kamers in een gebouw van 6 woonlagen en 80 onzelfstandige kamers in 16 grondgebonden woningen met elk 5 studentenkamers. Het binnengebied krijgt de naam Bellostraat, naar het treintje dat tot 1968 langs deze plek reed tussen Ede en Wageningen. Bellostraat wordt ook de naam van het studentencomplex. Oplevering is gepland medio april 2015. Lawickse Hof – 162 eenheden Langs de Lawickse Allee, in het centrum van Wageningen, start in 2014 de bouw van 162 studenteneenheden. De koop-aannemingsovereenkomst is hiervoor in 2013 getekend met de VOF Lawickse Hof. VOF Lawickse Hof is een samenwerking van Bouwfonds Ontwikkeling en Roelofs & Haase. Het complex bestaat uit 118 zelfstandige kamers, 28 onzelfstandige kamers (4 grondgebonden woningen met 6 studentenkamers en 4 onzelfstandige eenheden in het appartementenblok) en 16 appartementen met twee leefruimtes. De eerste studenten kunnen er naar verwachting in september 2015 gaan wonen. 7.2 Ons bezit Ons woningbezit op 31 december 2013: Studenten Kale huur in € <150 201250 1.119 7 1kmr onzelfst 1kmr zelfst 2kmr zelfst 3kmr zelfst Totaal 856 1033 1126 PhD-ers Kale huur in € <400 401450 2 3 1 451500 1 6 1 2 4 1kmr zelfst 2kmr zelfst 3kmr zelfst overige won Totaal 856 151200 1.030 3 Wooneenheden voor studenten: Wooneenheden voor PhD-ers Woningen Bedrijfsruimten Parkeerplaatsen 251300 978 356 1334 501550 301350 37 275 3 351400 5 27 41 401450 12 315 73 551600 4.872 117 71 4 14 451500 >500 38 34 19 50 53 10 21 1 32 601650 651700 701750 >750 9 13 1 23 6 30 4 4 8 3 3 3 9 4 2 6 22 3 27 2 32 201251 182 251301 346 301351 4 351401 401451 451501 >501 34 10 20 30 Eindtotaal 4.037 712 122 1 4872 Eindtotaal 1 35 68 13 117 Toevoegingen woningvoorraad Studenten Kale huur in € <151 151201 1kmr onzelfst 1kmr zelfst 2kmr zelfst Totaal PhD-ers Kale huur in € 2kmr zelfst 3kmr zelfst Totaal 21 <400 401450 182 346 451500 501550 4 551600 34 601650 651700 4 5 9 701750 >750 Eindtotaal 532 44 20 596 Eindtotaal 4 5 9 jaarverslag 2013 In totaal hebben we 605 nieuwe verhuureenheden aan onze woningvoorraad toegevoegd en geen verhuureenheden onttrokken aan de woningvoorraad. 7.3 Onderhoud van onze woningvoorraad Idealis heeft in 2013 € 2.524.000 geïnvesteerd om de verhuurbaarheid van zijn complexen op het voor Idealis gewenste niveau te behouden en/of te krijgen. Planmatig onderhoud De grootste uitgaven, € 2.030.000, hebben betrekking op planmatig onderhoud. Idealis voert planmatig onderhoud uit op basis van een meerjarenbegroting. De verschillen tussen het begrote onderhoud van € 2.256.000 en de realisatie van € 2.030.000 zijn als volgt te verklaren: Oorspronkelijk budget 2013 Internetswitches Definitief budget 2013 Verschuivingen / vervallen onderhoudsposten Internetswitches Overige posten Overige verschillen Btw-verlaging Extra onvoorzien onderhoud Inkoopvoordeel Totaal besteed 2013 1.754 502 2.256 223 82 50 150 21 2.030 + + - De hoofdprojecten in 2013 waren: - verbetering terreininrichting en fietsvoorzieningen op de Haarweg en Marijkeweg; - sanitair renovatie op de Haarweg (gebouw B); - buitenschilderwerk op de Vijzelstraat/Salverdaplein, Oude Bennekomseweg en Haarweg; - binnenschilderwerk op de Oude Bennekomseweg; - renovatiewerkzaamheden liftinstallaties op de Bornsesteeg, Marijkeweg, Haarweg en Dijkgraaf; - vervangen hang- en sluitwerk op Droevendaal. Niet planmatig onderhoud In totaal is € 488.000 geïnvesteerd in niet-planmatig onderhoud, dit betreft onderhoud dat voortkomt uit reparatieverzoeken en mutaties. De kosten voor niet-planmatig onderhoud zijn € 34.000 lager dan in 2012. Niet planmatig onderhoud kosten Idealis Niet planmatig onderhoud bedrijfsgebouwen Servicekosten Internet Totaal niet planmatig onderhoud Servicekosten Totaal niet planmatig onderhoud kosten Idealis Niet planmatig onderhoud doorbelast Budget 2013 301 Besteed 2013 283 249 41 591 162 43 488 Besteed 2012 270 3 209 39 521 - 249 342 -162 326 -209 312 21 115 De kosten voor niet planmatig onderhoud worden onderverdeeld in kosten Idealis, servicekosten en servicekosten labelkamers. € 326.000 van de kosten van planmatig onderhoud komt voor rekening van Idealis. Dit is € 14.000 meer dan in 2012, wat komt door een stijging in de kosten van internetreparaties (€ 4.000), een stijging in het verrekenbare bouwkundige onderhoud en een stijging in schilderwerkzaamheden op afdelingen en kamers. De servicekosten voor rekening van de huurder zijn aanzienlijk gedaald. Dit zijn de bijdragen voor bijkomende leveringen en diensten. De servicekosten labelkamers hebben betrekking op extra jaarverslag 2013 22 faciliteiten, zoals onder andere schilderwerk, onderhoud aan meubilair en vloerbedekking die alleen bij een label- of inventariskamer behoren. 7.4 Veiligheid Evenals in voorgaande jaren is door Idealis in 2013 ruime aandacht gegeven aan de veiligheid in en rondom de gebouwen. We doen dit onder meer door tweejaarlijkse legionella controles, controle van gasinstallaties en bijvoorbeeld controle van liftinstallaties. Alle keuringen en inspecties zijn cyclisch opgenomen in de meerjarenbegroting. Brandveiligheid Naast de jaarlijkse controles van de brandblusapparatuur en de controle van de zogenoemde droge stijgleidingen, zijn de complexen van Idealis wederom in nauwe samenwerking met de brandweer geïnspecteerd en waar nodig aangepast op het gebied van brandveiligheid. In februari 2013 is een controle uitgevoerd op brandveiligheid in het kader van een landelijk onderzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, op een afdeling aan de Haarweg 69. Hierbij zijn geen technische tekortkomingen geconstateerd. Sinds 1 november 2008 is een gebruiksbesluit van toepassing met landelijke regels voor het brandveilig gebruik van gebouwen. In 2013 zijn de laatste werkzaamheden in dit kader afgerond op complex Haarweg. Sinds 2012 zijn ook de controles op de brandwerende doorvoeringen die zijn aangebracht in het preventieve onderhoud opgenomen en wordt jaarlijks hiervan 20% gecontroleerd. Bij nieuwe controle op de gebruiksvergunning door de brandweer is een aantal tekortkomingen geconstateerd die niet eerder door de brandweer zijn aangemerkt. Het betreft hier het vervangen van de bovenlichten van de kamerdeuren op de Haarweg en het vervangen van het zogenaamde firetdoek boven de plafondafwerking in de trappenhallen op de Dijkgraaf. Alle genoemde werkzaamheden worden in 2014 uitgevoerd. Als gevolg van een zeer hoge mutatiegraad bij onze studentencomplexen, is het van groot belang dat de huurders voortdurend op een goede wijze geïnformeerd worden. Naast schriftelijke informatie die alle nieuwe huurders krijgen, hangen er op de afdeling brandinstructies. De beheerders hebben ook in 2013 controles uitgevoerd op de afdelingen en hebben huurders, indien nodig, gewezen op gevaarlijke situaties. Van één van de jaarlijkse oefeningen van de brandweer is een voorlichtingsvideo gemaakt. Asbestinventarisatie Tijdens werkzaamheden in de woningen wordt rekening gehouden met de eventuele aanwezigheid van asbest. In 2014 wordt bij alle complexen met een bouwjaar van voor 1994 een asbestinventarisatie uitgevoerd. Dit is in 2013 voorbereid. Met deze inventarisatie krijgen we meer zicht op de aanwezigheid van asbest. Als bij de inventarisaties asbest wordt aangetroffen waarbij een direct risico is op de leefomgeving dan wordt dit zo snel mogelijk professioneel gesaneerd. Inbraakpreventie Op de begane grondvloeren en de toegangen van afdelingen voldoet Idealis aan de eisen zoals het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW) die stelt met betrekking tot het hang- en sluitwerk. In het onderhoud controleren we jaarlijks het hang- en sluitwerk op het goed functioneren hiervan en zo nodig worden gebreken hersteld. De kamerdeuren binnen een woongroep, welke vaak openstaan, worden niet extra beveiligd. Op dit onderdeel wijken we af van de eisen om het certificaat PKVW te verkrijgen. 23 jaarverslag 2013 8 Belangrijkste relaties Idealis werkt actief aan een goede relatie met de huurdersorganisatie, de diverse onderwijsinstellingen, de gemeenten en de collega corporaties. In de stichting Kences, de brancheorganisatie van studentenhuisvesters werkt Idealis landelijk samen met andere woningcorporaties/ studentenhuisvesters. Daarnaast werken we samen met 11 andere woningcorporaties in de Foodvalley. 8.1 Bewonersorganisatie De Stichting Flat Overleg (SFO) is de bewonersvertegenwoordiging van de studenten. Elk complex is vertegenwoordigd in dit overleg door een van de bewoners. Samen met de SFO is een samenwerkingsovereenkomst opgesteld die begin 2013 is geëvalueerd en geactualiseerd. Daarin zijn de taken van zowel de SFO als Idealis beschreven, de wijze van samenwerking m.b.t. het informatierecht, het adviesrecht en het instemmingsrecht, de overlegvormen en de frequentie. Twee keer per jaar vindt een bestuurlijk overleg plaats met de SFO. In november was de evaluatie van de samenwerking tussen de SFO en Idealis een belangrijk agendapunt. Deze werd door beide partijen als positief ervaren, maar wel bleken een aantal zaken voor verbetering vatbaar. Met name de uitvoering van de WOHV (Wet op het Overleg Huurders Verhuurder) is een aandachtspunt. Naast het bestuurlijk overleg vindt vijf keer per jaar het bureau/SFO overleg plaats waarin het hoofd en de teamleider Wonen over tactische en operationele zaken spreken. 8.2 Onderwijsinstellingen Wageningen UR Een goede samenwerking met de Universiteit van Wageningen, onze belangrijkste belanghouder, is van essentieel belang om te kunnen voorzien in de toenemende vraag naar studentenhuisvesting. In 2013 is een start gemaakt met het herstel van de relatie met de bestuurders van Wageningen UR. Structureel is weer overleg gevoerd op bestuurlijk niveau. De gesprekken waren constructief en bieden perspectief voor die goede samenwerking in de toekomst. Gezamenlijk is in 2013 met de gemeente Wageningen de prognose voor vraag en aanbod van studentenhuisvesting voor een periode van 5 jaar vastgesteld, gebaseerd op de (groeiende) studentenaantallen. Met dezelfde drie partijen is eind 2013 een gezamenlijke notitie opgesteld waarin een ruimtelijk kader voor studentenhuisvesting in Wageningen is geschetst. Op basis hiervan heeft de gemeenteraad een aantal zaken besloten: het tekort aan huisvesting tot 2018 wordt opgelost door de ontwikkeling ruimtelijk mogelijk te maken voor 400 tijdelijke en 1.200 permanente studentenkamers. Samen met Wageningen UR wordt gewerkt aan een toekomstig woonruimteverdeelsysteem. Doelstelling is een open kamermarkt waarin alle (Nederlandse en buitenlandse) studenten en PhDers zelf kunnen kiezen waar ze willen wonen. Eind 2015 loopt het huidige contract met de universiteit af voor huisvesting van buitenlandse studenten. Christelijke Hogeschool Ede Ook de CHE is een belangrijke relatie. Een aanzienlijk deel van hun uitwonende studenten woont in door Idealis kamergewijs verhuurde appartementen van collega corporatie Woonstede. Daarnaast zijn in september 260 studentenkamers toegevoegd door oplevering van de nieuwbouw van Woonstede. De verhuur en het beheer van deze kamers is voor 20 jaar uitbesteed aan Idealis. In het bestuurlijk overleg hebben de bestuurders van de CHE aangegeven het aanbod van kamers in de nabijheid van de Hogeschool belangrijk te vinden. jaarverslag 2013 24 8.3 Gemeenten Gemeente Wageningen Idealis en de gemeente staan de komende jaren voor de opgave om voldoende studentenhuisvesting voor de groeiende studentenaantallen te realiseren. Hierbij is een gezamenlijke aanpak noodzakelijk waarbij elke partij zijn eigen verantwoordelijkheid neemt. In de prestatieafspraken zijn onder meer deze verantwoordelijkheden gedefinieerd. Idealis heeft het voornemen om de komende jaren complexen voor studenten te bouwen. Om structurele nieuwbouw mogelijk te maken zet de gemeente zich in om de planologische procedures voortvarend te doorlopen en rekent de gemeente met een sociale grondprijs. Beide partijen werken samen met Wageningen UR aan de prognoses van studentenaantallen. Tweemaandelijks vindt bestuurlijk overleg plaats waarin de voortgang van bovenstaande wordt besproken als ook het beleid m.b.t. studenten en studentenhuisvesting, ontwikkeling van (nieuwbouw) projecten en de stand van zaken van de gemaakte prestatieafspraken. Eind december zijn deze prestatieafspraken geëvalueerd, waarbij de conclusie is getrokken dat we op koers liggen voor wat betreft de uitvoering. Gemeente Ede Met de opening van het complex de Hoefweg op de KennisCampus Ede, is voor wat betreft de gemeente Ede een belangrijke stap gezet in de profilering van de onderwijsfunctie in de stad. Studenten en onderwijs dragen bij aan het versterken van de levendigheid, de cultuur en de economie van de stad. Burgemeester en wethouder zouden graag nog meer studentenhuisvesting toe willen voegen in Ede, waarbij zij een belangrijke rol voor Idealis zien weggelegd. Op basis van de huidige verhuurcijfers is echter geen directe noodzaak voor toevoeging van studentenkamers in Ede. In het op te stellen strategisch voorraadbeleid in 2014 wordt dit verder uitgewerkt. 8.4 Woningcorporaties Als categorale huisvester (met alleen studentenhuisvesting) is Idealis een nét wat andere corporatie in het werkgebied. De doelgroep (studenten), het type verhuureenheid (voornamelijk kamers), de mutatiegraad (hoog met 46%) zijn een aantal voorbeelden daarvan. Dat is ook merkbaar in het overleg met 11 collega-corporaties in de Food Valley (Wageningen, Ede, Veenendaal, Rhenen, Barneveld, Nijkerk, Scherpenzeel en Renswoude). Er wordt door Idealis met name thematisch samengewerkt en alleen daar waar relevant. Met Woonstede in Ede wordt al vele jaren naar tevredenheid samengewerkt op het gebied van studentenhuisvesting in Ede. Deze samenwerking is het afgelopen jaar versterkt door de oplevering van de Hoefweg; Woonstede heeft op de Kenniscampus Ede een appartementencomplex voor 260 studenten opgeleverd. Naast studentenkamers zijn er woningen voor het RIBW en Kamers met Kansen. Kences De branche-organisatie van studentenhuisvesters is Kences. Hierin wordt door Idealis landelijk samengewerkt met ander woningcorporaties/studentenhuisvesters. Samen beheren zij 72.000 wooneenheden voor studenten. De bestuurders van deze corporaties vormen gezamenlijk het bestuur van Kences. De doelstelling van Kences is met name belangenbehartiging, innovatie en synergie uit samenwerking. Het afgelopen jaar is de landelijke monitor studentenhuisvesting verder ontwikkeld en uitgevoerd, in opdracht van Kences en BZK. De belangenbehartiging heeft zich o.a. gericht op het beperken van de verhuurdersheffing studentenhuisvesting, de nieuwe woningwaardering voor zelfstandige studenteneenheden en de consequenties van de warmtewet. Andere resultaten: samen met BZK is de ‘Kences Handreiking Studentenhuisvesting en Bouwregelgeving’ ontwikkeld (om interpretatieverschillen in bouwregelgeving voorkomen), de inkomenstoets voor buitenlandse studenten is vervallen (verklaring van de HO-instelling volstaat), een onderzoek naar de consequenties van kabinetsmaatregelen op het Hoger onderwijs is afgerond en er is een uniforme verhuiskostenregeling studentenhuisvesting vastgesteld. 25 jaarverslag 2013 8.5 Sponsoring en donaties AID - Idealis Straattheater Al meerdere jaren is Idealis hoofdsponsor van het Idealis Straattheaterfestival. Dit festival vindt jaarlijks plaats in augustus en vormt inmiddels een vast onderdeel van de algemene introductie dagen (AID) voor nieuwe Wageningse studenten. De AID is een geweldige start van de studententijd, waarbij op ludieke wijze kennis wordt gemaakt met medestudenten, de stad Wageningen en het studentenleven. Het Straattheaterfestival is vrij toegankelijk voor iedereen. Wageningen 750 jaar De stad Wageningen vierde in 2013 haar 750-jarig bestaan. Hoogtepunt was het Spektakel 750, een vijf dagen durend verjaardagsfeest met onder meer een door Idealis gesponsorde Theatertent en interactieve fotoshoot. Daarnaast heeft Idealis haar medewerking gegeven aan de theatervoorstelling ‘Expeditie 750’ waarbij de sterflat Hoevestein als één van de decors diende. Overzicht sponsoring in 2013 Idealis heeft in 2013 de volgende activiteiten gesponsord: € 14.500 Idealis straattheaterfestival € 10.000 Wageningen 750 € 1.210 Stichting 4 en 5 mei Uitgangspunt voor een sponsorbijdrage is dat de betreffende activiteit vrij toegankelijk is voor studenten en een duidelijke samenhang heeft met studenten en/of huisvesting. Daarnaast zet het de gemeente als studentenstad positief op de kaart. jaarverslag 2013 26 In 2013 heeft Idealis een visitatie laten uitvoeren. De visitatiecommissie concludeerde dat Idealis gedurende de periode 2009 tot en met 2012 over de gehele linie tenminste voldoende heeft gepresteerd. Met name de betaalbaarheid van de woningen, de leefbaarheid rondom de complexen en de kwaliteit van nieuwbouw scoren goed. Onze stakeholders zijn eveneens te spreken over de primaire dienstverlening bij verhuur, klachtafhandeling en de onderhoudskwaliteit van de complexen. 27 jaarverslag 2013 9 9.1 De organisatie Structuur en kengetallen Het organogram van Idealis (peildatum 31 december 2013). Raad van Commissarissen Directeur/bestuurder 1 fte Ondersteuning 2,6 fte Wonen 15,3 fte Staf 1,7 fte Financiën 6 fte Vastgoed 5 fte Kengetallen personeel Aantal medewerkers Aantal fte’s Full time medewerkers Parttime medewerkers Ziekteverzuimpercentage Leeftijd 20 tot 35 jaar Leeftijd 35 tot 50 jaar Leeftijd 50 tot 65 jaar Opleidingskosten Opleidingskosten in % loonsom Instroom Uitstroom Gemiddelde leeftijd 9.2. 2013 34 31,6 26 8 3,3 1 18 15 € 32.000 1,9% 12,4% 11,9% 48,5 2012 35 32,3 26 9 6,7 2 17 16 € 31.000 1,6% 49,5 2011 35 32,3 26 9 6,1 4 16 15 € 39.000 2,3% 2,1% 3,1% 49 De organisatie Van 8 december 2012 tot 15 september 2013 was Ad Huijsmans interim-bestuurder bij Idealis. Zijn opdracht was met name het herstellen van het vertrouwen tussen bestuurder en management en het herstellen van de relatie met de belangrijkste stakeholder Wageningen UR. Op 15 september 2013 is Sylvie Deenen als nieuwe bestuurder in dienst getreden. De laatste maanden van 2013 zijn door de nieuwe bestuurder gebruikt om kennis te maken met de organisatie, de huurders en stakeholders. Medewerkers hebben in kennismakingsgesprekken aangegeven met heel veel plezier bij Idealis te werken. Uiteraard zijn er ook diverse zaken ter verbetering aangegeven; onder andere de samenwerking tussen de afdelingen onderling. De eerste stappen zijn gezet om daarmee aan de slag te gaan, met daarin ook een rol voor de OR. Voor een betere interne communicatie zijn onder meer tweemaandelijkse personeelsbijeenkomsten jaarverslag 2013 28 geïntroduceerd en wordt er door de directie na een MT vergadering naar het gehele personeel teruggekoppeld. De zaken genoemd in de kennismakingsgesprekken met de medewerkers vertoonden grote overeenkomsten met de uitkomsten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) uit 2010. Gezamenlijk met medewerkers en OR is besloten om het voor 2013 geplande MTO uit te stellen naar 2014. Voorbereidingen In 2013 zijn voorbereidingen getroffen om voor eind 2014 een nieuw Ondernemingsplan (20152018) en een nieuw strategisch voorraadbeleid (2015-2020) gereed te hebben. Vooruitlopend hierop gaat Idealis haar missie herijken en een visie vaststellen. De beslissing over een mogelijk andere locatie van het kantoor van Idealis is uitgesteld. De herijkte missie en een nieuwe visie zullen leidend zijn voor een dergelijk besluit. Ook de organisatiescan welke gepland stond voor 2013 is om deze reden op de agenda van begin 2015 geplaatst. OR Het overleg met de OR vindt elke twee maanden plaats. Hierin worden de drie OR-leden bijgepraat over de lopende zaken, worden ideeën getoetst en geeft de OR aan wat leeft en speelt in de organisatie. Het overleg is constructief en opbouwend. Op basis van de output van de kennismakingsgesprekken is in december een drietal werkgroepjes geformeerd met de onderwerpen: - verantwoordelijkheden laag in de organisatie; - proactief handelen en ideeën oppakken; - klantgerichtheid. Elk van de drie OR-leden is verantwoordelijk een van de werkgroepjes. Output wordt begin 2014 door de OR met het MT besproken. 9.3 Personele zaken In 2013 zijn drie medewerkers vertrokken; een opzichter bij de afdeling Vastgoed en twee beheerders bij de afdeling Wonen. De drie vacatures zijn na een externe wervingsprocedure ingevuld. Hiernaast is de interim-bestuurder in september vertrokken bij de aanstelling van de nieuwe directeur/bestuurder. Opleidingen/trainingen Naast de reguliere opleidingen en trainingen van medewerkers heeft in 2013 met extern bureau Kjenning een zogenaamde nul-meting automatisering plaatsgevonden. Gemeten is het kennisniveau van de medewerkers gerelateerd aan de automatiserings-toepassingen waar men mee werkt. In 2014 worden hier diverse verbetertrainingen aan gekoppeld. Integriteitsbeleid Het integriteitsbeleid bij Idealis is uitgewerkt in een integriteitscode, een klokkenluidersregeling en een fraude-risicobeleid. Alle medewerkers hebben de integriteitscode ondertekend. Dit onderwerp komt regelmatig aan de orde in de verschillende werkoverleggen en wordt periodiek met begeleiding van een extern deskundige opgefrist. 9.4 Visitatie Idealis heeft in 2013 een onafhankelijke visitatie laten uitvoeren door Raeflex. Bij een visitatie wordt gekeken naar de prestaties van de corporatie in de afgelopen vier jaar en naar de borging van de prestaties voor de toekomst. Idealis wordt gewaardeerd met het eindcijfer 7.1. Deze beoordeling is als volgt opgebouwd: - Presteren naar Ambities 7.4 - Presteren naar Opgaven 6.9 - Presteren naar Belanghebbenden 7.3 - Presteren naar Vermogen 7.0 - Governance 7.0 De commissie concludeert dat Idealis gedurende de periode 2009 tot en met 2012 over de gehele linie tenminste voldoende heeft gepresteerd. Met name de betaalbaarheid van de woningen, de 29 jaarverslag 2013 leefbaarheid rondom de complexen en de kwaliteit van nieuwbouw scoren goed. Belanghebbenden zijn eveneens te spreken over de primaire dienstverlening bij verhuur, klachtafhandeling en de onderhoudskwaliteit van de complexen. Voor een beperkt aantal, maar wel belangrijke, aspecten zijn lagere scores gegeven, zoals de invulling van de opgave van internationale studenten. Dit heeft te maken met de kwaliteit van de communicatie gedurende de afgelopen jaren op bestuurlijk niveau tussen Idealis en haar belangrijkste belanghebbende Wageningen UR. Hierdoor stagneerde het overleg en waren partijen niet in staat afdoende constructieve stappen te ondernemen voor de (gezamenlijke) invulling van de huisvestingsopgave ten gevolge van het groeiend aantal (internationale) studenten. Inmiddels zijn in 2013 de eerste stappen gezet om de relatie met de Wageningse UR te herstellen. 9.5 Verslag van de Ondernemingsraad (OR) Afgelopen jaar was voor deze OR het derde zittingsjaar. Volgens het Reglement van de OR van Idealis is de zittingsduur van de OR drie jaar. Dit betekent dat er in 2014 verkiezingen zijn. Aanstelling nieuwe directeur/bestuurder Het belangrijkste onderwerp van 2013, met in dit geval de RvC, was het aanstellen van de nieuwe directeur/bestuurder. De OR is direct betrokken geweest bij het aanstellen van de nieuwe directeur/bestuurder. Wij hebben met betrekking tot deze aanstelling meerdere gesprekken gehad met het wervingsbureau, de kandidaten, het MT en de RvC. Dit heeft geresulteerd in een advies aan de RvC over de aanstelling van Sylvie Deenen. Wat er verder ter sprake kwam Het derde kwartaal van 2013 stond in het teken van de kennismakingsgesprekken van Sylvie met het personeel. Hieruit zijn een aantal verbeterpunten naar voren gekomen die in 2014 door drie werkgroepen worden uitgewerkt, waarbij de coördinatie van de werkgroepen bij de OR ligt. De belangrijkste onderwerpen die we verder behandelden waren: traject Missie Visie en daarop volgend de bedrijfsscan; werkkostenregeling met o.a. bedrijfsfitness; diverse projecten tijdelijke huisvesting en nieuwbouw; begroting; personele bezetting bij uitbreiding vhe’s. Vergadermomenten 2013 Ondernemingsraad Ondernemingsraad + directie Ondernemingsraad + RvC 12x 2x 3x Overleg met de RvC Door de aanstellingsprocedure van de directeur/bestuurder is er in 2013 geen regulier overleg geweest met de RvC. Wel hebben wij met de RvC intensief overleg gehad over de aanstelling van de directeur/bestuurder. Naast drie vergadermomenten was er veel overleg per mail en telefoon. Uiteraard hebben wij, naast ons reguliere maandelijkse overleg, door de aanstellingsprocedure ook meer overleg gevoerd. Vooruitblik op 2014 In 2014 zullen wij ons met name richten op het uitwerken van de verbeterpunten in de werkgroepen; pro-actief handelen en ideeën oppakken, klantgerichtheid en verantwoordelijkheden laag in de organisatie. Verder zullen wij actief deelnemen in het MST (Mission Statement Team) met als doel het formuleren van een “herijkte” missie en visie van Idealis. Uiteraard zullen we de voortgang van de bedrijfsscan, het bezien van de secundaire arbeidsvoorwaarden en de invoering van de Werkkostenregeling nauwlettend volgen. Ondernemingsraad Idealis Barbara Heutink – Voorzitter, Maarten Straatman – Vicevoorzitter, Erik Vleeming – Secretaris jaarverslag 2013 30 Wij willen onze klanten goede en betaalbare huisvesting kunnen blijven bieden. Dit kan alleen bij een goede financiële positie. Gelukkig staan voor Idealis alle financiële seinen op groen. 31 jaarverslag 2013 10 FINANCIËN 10.1 Financiële continuïteit In artikel 21 van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) is geregeld op welke wijze een woningcorporatie invulling dient te geven aan het verantwoordingsveld financieel beleid. Enerzijds is in lid 1 van het artikel bepaald dat een zodanig financieel beleid gevoerd dient te worden dat de financiële continuïteit gewaarborgd is, anderzijds is aangegeven dat middelen die niet benodigd zijn voor de waarborging van de continuïteit ingezet dienen te worden ten behoeve van de volkshuisvesting. Jaarlijks wordt de financiële positie van de woningcorporaties in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) beoordeeld door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Het advies van het CFV vormt de basis van het oordeel van het ministerie over het gevoerde financiële beleid en beheer van de corporaties. 10.1.1 Beoordeling van Idealis door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) Op grond van het BBSH beoordeelt het CFV jaarlijks de financiële positie van de woningcorporaties en brengt daar advies over uit aan de minister van BZK. Op basis van de door Idealis ingediende verantwoordingsinformatie over 2012, prognosegegevens 2013-2017 en andere informatie heeft het CFV risicogericht onderzoek gedaan op zes toezichtterreinen die van invloed kunnen zijn op de financiële continuïteit van een corporatie. Die terreinen zijn: kwaliteit financiële informatie, behoud maatschappelijk gebonden vermogen, financieel risicobeheer, liquiditeit, solvabiliteit en draagkracht vermogen. Het uitgevoerde bureauonderzoek heeft het CFV geen aanleiding gegeven tot opmerkingen of nader onderzoek. 10.1.2 Beoordeling Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) Op basis van de door Idealis ingediende prognosegegevens voor 2013 tot en met 2017 heeft het WSW verklaard dat wij onveranderd kredietwaardig zijn en een faciliteringsvolume afgegeven van € 26.300.000 voor 2013-2015. 10.1.3 Beoordeling Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Jaarlijks beoordeelt het ministerie de werkzaamheden van de corporaties en brengt daarover de oordeelsbrief uit. De onderwerpen in deze brief waren: A. de mate waarin wetten en relevante regels zijn nageleefd, met hierin speciale aandacht voor activiteiten in het buitenland, sponsoring, leningen en toewijzingen; B. de financiële positie. A Rechtmatigheid De beoordeling op dit onderdeel is gebaseerd op de Verantwoordingsinformatie (dVI), het jaarverslag inclusief volkshuisvestingsverslag, de jaarrekening en de stukken van de accountant. De beoordeling heeft niet geleid tot het maken van opmerkingen over in het verleden geconstateerde onrechtmatigheden. Ten aanzien van de naleving van de wet- en regelgeving door Idealis heeft de minister opgemerkt dat uit de verantwoordingsstukken is gebleken dat de accountant de juistheid en volledigheid van onze opgave inzake de toewijzingsgegevens heeft kunnen vaststellen en dat onze toewijzingen van woongelegenheden met een maandhuur tot € 664,66 voor 90% of meer zijn gedaan aan huishoudens met een inkomen beneden de inkomensgrens van € 34.085. Hiermee heeft Idealis aan de staatssteunregeling voldaan. B Financiële positie Voor het oordeel over de financiële positie wordt verwezen naar de toezichtsbrief van het CFV. jaarverslag 2013 32 10.1.4 Corporatie in perspectief Naast de jaarlijkse beoordeling heeft het CFV in 2013 de rapportage Corporatie in Perspectief uitgebracht op basis van cijfers uit 2012 waarin een analyse is gemaakt van de gegevens van Idealis. Daarin vindt vergelijking plaats met de referentiegroep (andere studentenhuisvesters) en het landelijk beeld van alle corporaties. Hieronder volgt de weergave van een aantal relevante aspecten: Volkshuisvestelijke gegevens 2012 Verhuurgegevens en toewijzingen Idealis Referentie Landelijk Mutatiegraad 40,2 * 46,3 7,9 Huurachterstand in % jaarhuur 0,2 * 0,7 1,3 Huurderving in % jaarhuur a.g.v. marktomstandigheden 0,2 * 0,4 1,3 Gemiddelde huurprijs per vhe 201 261 445 Gemiddelde huurprijs huurwoningen 299 355 447 Gemiddelde huurprijs oz eenheden 172 211 422 Huur in % van maximaal toegestane huur (daeb) 79,0 * 75,1 67,2 Huurprijs ontwikkeling (2009=100) 114 116 109 Toewijzingen binnen inkomensgrenzen uit Wht in % 99,6 98,1 73,4 *Alleen de cijfers voor huurwoningen zijn weergegeven. Omdat Idealis overwegend overige wooneenheden verhuurt zijn de cijfers aangepast. Kwaliteit van de voorraad (uitgaven in € per woongelegenheid) Onderhoud Idealis Klachten en mutatieonderhoud 62 Planmatig onderhoud 591 Uitgaven leefbaarheid Sociale activiteiten 51 Fysieke activiteiten 103 Bedrijfsvoering Netto bedrijfslasten (in € per woongelegenheid) Personeelslasten Overige bedrijfslasten excl kosten leefbaarheid Vergoedingen en overige bedrijfsopbrengsten Saldo Personeelskosten per fte (in €) Aantal VHE per fte *Hiervan is € 5.581 incidenteel Waarde vastgoed en leningen (in € per woongelegenheid) Volkshuisvestelijke exploitatiewaarde WOZ-waarde Huurwoningen Onzelfstandige overige eenheden Leningen en schulden Leningen per vhe (nominaal) Rentabiliteitswaarde leningen Kortlopende schulden per vhe Rentelasten per vhe Waarde vastgoed en leningen kengetallen Volkshuisvestelijke exploitatiewaarde/ rentabiliteitswaarde leningen Loan to value (langlopende schulden/volkshuisvestelijke exploitatiewaarde) Loan to value (langlopende schulden/WOZ waarde) Rentedekkingsgraad Rente lasten op leningenportefeuille Aflossingsratio Volkshuisvestelijk vermogen als % balanstotaal 33 Referentie 159 445 Landelijk 509 800 48 49 64 42 575 1.512 -1.526 561 71.320 124 742 1.051 -497 1.296 66.128 89 Idealis 17.174 Referentie Landelijk 40.171 54.815 18.115 99.441 35.061 148.523 62.085 4.988 4.921 1.111 212 20.834 19.898 462 885 34.298 32.054 2.095 1.513 Idealis 3,5 Referentie 1,6 Landelijk 1,4 0,3 0,6 0,8 0,2 7,0 4,18 14,4 67,2 0,4 2,3 4,32 5,1 40,8 0,2 1,8 4,19 3,7 25,0 615 1.575 -1.302 888 79.063 129 * jaarverslag 2013 10.1.5 Meerjaren perspectief Idealis Kengetallen Voor de beoordeling van de financiële continuïteit baseren wij ons op de volgende kengetallen en daaraan gekoppelde normen: Kasstroom gerelateerd: Vermogen: Rendement: Interest dekkingsratio (ICR) Solvabiliteit en Loan to value Direct rendement Deze kengetallen zijn berekend op basis van het in de begroting 2014-2018 vastgestelde beleid waarbij de parameters gelijk zijn gesteld aan de bij het jaarverslag gehanteerde uitgangspunten met de volgende uitzonderingen: - de huurharmonisatie is niet beperkt tot maximaal 5 jaar; - de waardering is zowel voor sociaal- als voor commercieel vastgoed gebaseerd op bedrijfswaarde. Daarnaast is rekening gehouden met de effecten van het kabinetsbeleid met betrekking tot de verhuurdersheffing en is de heffing voor de saneringssteun voor de jaren 2014 t/m 2018 meegenomen. In de prognoses is geen rekening gehouden met de boven inflatoire huurverhoging zoals het kabinet dat voor ogen heeft. Vervolgens hebben wij scenarioanalyse toegepast voor de kengetallen die bepalend zijn voor het oordeel van de toezichthouders, de rentedekking (Waarborgfonds Sociale Woningbouw, ofwel WSW) en de solvabiliteit (CFV). Hierbij is een groot aantal scenario’s doorberekend bij wisselende economische omstandigheden. Indien 95% van de doorgerekende scenario’s (‘95% Var’) voldoet aan de gestelde norm gaan wij ervan uit dat het economische risico acceptabel is, en dat daarmee de financiële continuïteit gewaarborgd is. 8,00 Rentedekking (ICR) (Operationele kasstroom/rentelasten) 6,00 4,00 2,00 0,00 2014 2015 95% Var (6,5) 2016 2017 icr 2018 2019 2020 norm icr WSW (1,4) Afbeelding 4; brongegevens Idealis jaarverslag 2013 34 Ontwikkeling solvabiliteit (eigen vermogen/totale vermogen 90 80 70 60 % 50 40 30 20 10 0 2014 2015 2016 95% Var (73%) 2017 2018 Solvabiliteit (%) 2019 2020 solvabiliteitsnorm WSW/CFV Afbeelding 5; brongegevens Idealis Ontwikkeling loan to value 40 % 30 20 10 0 2014 2015 2016 2017 2018 Loan to Value (%) (leningen/bedrijfswaarde) 2019 2020 Loan to Value (%) (leningen/WOZ-waarde) Afbeelding 6; brongegevens Idealis Ontwikkeling direct rendement 8 (exploitatiekasstroom/bedrijfswaarde vastgoed) 7 6 % 5 4 3 2 1 0 2015 2016 2017 2018 Direct rendement 2019 WACC 2020 (Weighted Average Cost of Capital) Afbeelding 7; brongegevens Idealis 35 jaarverslag 2013 10.2 Resultaat 2013 Het resultaat over 2013 bedraagt € -10.071.000 en is als volgt opgebouwd: Resultaat uit kasstromen (x € 1.000) Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten Opbrengst servicecontracten Overige bedrijfsopbrengsten Realisatie 2013 11.802 5.477 208 Begroting 2013 11.737 6.015 278 Realisatie 2012 10.052 5.076 285 Som bedrijfsopbrengsten 17.487 18.030 15.413 2.093 2.356 5.024 2.702 2.184 2.598 5.588 2.500 2.267 3.118 4.643 1.931 12.175 12.870 11.959 Bedrijfsresultaat 5.312 5.160 3.454 Financiële baten en lasten -845 -951 -491 4.467 4.209 2.963 -4.375 -2.051 -3.783 -9.209 71 -8.822 491 3.701 -202 -9.046 -6.173 2.679 -1.025 -10.071 -1.002 -7.175 -406 2.273 Bedrijfslasten Personeelslasten Externe onderhoudskosten Lasten servicecontracten Overige bedrijfskosten Som bedrijfslasten Totaal Mutaties waardering vaste activa Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeverminderingen vaste activa Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Belastingen Resultaat na belastingen De voornaamste verschillen tussen de begroting en de realisatie over 2013 met betrekking tot de kasstromen hebben betrekking op: Huren (x € 1.000) De opbrengsten waren € 90.000 hoger als gevolg van: - hogere verhoging per 1 juli - hogere huur nieuwbouw - wijziging fiscale wetgeving - hogere harmonisatie. Daarnaast was de derving door leegstand € 25.000 hoger. Opbrengst servicecontracten Het verschil van € 538.000 bestaat volledig uit aan huurders doorberekende servicekosten. De lagere kosten worden vooral veroorzaakt door lager energieverbruik en zijn verantwoord onder de overige bedrijfskosten en de afschrijvingen. Overige bedrijfsopbrengsten (x € 1.000) Beheeractiviteiten Ede Contractkosten GSM-masten/diversen jaarverslag 2013 Begroot 217 40 21 278 Realisatie 129 53 26 208 Verschil -88 13 5 70 36 Het verschil in de opbrengsten uit beheeractiviteiten wordt veroorzaakt door leegstand in de woningen in Ede. Personeelslasten (x € 1.000) Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Overige personeelslasten Doorberekend naar servicekosten Totaal Begroot 1.793 274 366 205 -454 2.184 Realisatie 1.672 280 330 240 -429 2.093 Verschil 121 -6 36 -35 -25 91 Het verschil op de personeelslasten wordt veroorzaakt door: - mutaties en vacatures - terug ontvangen ziektegelden - hogere kosten tijdelijk personeel - lagere administratiekosten in de servicecontracten. Onderhoud (x € 1.000) Het verschil tussen de begroting en de besteding van € 242.000 is als volgt te specificeren: Planmatig onderhoud Niet planmatig onderhoud Totaal Begroot 2.256 342 2.598 Realisatie 2.030 326 2.356 Verschil 226 16 242 In hoofdstuk 7 wordt dit verschil nader geanalyseerd. Lasten servicecontracten De lagere kosten worden vooral veroorzaakt door lager energieverbruik. Overige bedrijfskosten (x € 1.000) Huisvestingskosten Heffingen CFV saneringssteun verhuurdersheffing Algemene kosten Belastingen Verzekeringen Kosten buitenlandse studenten Totaal Begroot 200 Realisatie 193 Verschil 7 166 29 1.602 352 54 97 2.500 574 3 1.478 318 46 90 2.702 -408 26 124 34 8 7 -202 De heffing voor de saneringssteun is veel hoger uitgepakt dan in 2012 werd voorzien. Het verschil in de algemene kosten wordt vooral veroorzaakt door de terugontvangst van btw in het kader van de pro-rata regeling. Financiële baten en lasten (x € 1.000) Rentelasten Rentebaten Totaal Begroot 1.369 418 -951 Realisatie 1.002 157 -845 Verschil 367 -261 106 Het verschil wordt grotendeels veroorzaakt door verschuiving van investeringen. 37 jaarverslag 2013 10.3 Financiële positie (x € 1.000) Eigen vermogen Voorzieningen Weerstandsvermogen Schulden op lange termijn Lang en permanent vermogen Vaste activa Immateriële activa Materiële vaste activa Vastgoedbeleggingen Financiële vaste activa Totaal vaste activa 2013 57.609 11.109 68.718 26.254 94.972 2012 59.036 59.036 20.528 79.564 317 89.100 7.863 620 97.900 414 80.351 6.141 1.645 88.551 Samenstelling werkkapitaal Voorraden Vorderingen Liquide middelen 13 19 476 329 457 11 946 359 Schulden op korte termijn -3.874 -9.346 Werkkapitaal -2.928 * -8.987 * Idealis heeft voor in totaal € 20.000.000 financiering met variabele hoofdsom aangetrokken. Zodra de liquiditeitssituatie dat toelaat kan tot € 17.000.000 teruggeplaatst worden . Begin 2009 heeft Idealis een kredietfaciliteit verkregen van € 5.000.000, hiervan was ultimo 2013 niets opgenomen. Kengetallen Solvabiliteit (eigen vermogen/totale vermogen) Liquiditeit (verhouding vlottende activa/vlottende passiva) Rentabiliteit eigen vermogen (jaarresultaat/eigen vermogen) Rentabiliteit totale vermogen (jaarresultaat + betaalde rente/totale vermogen) Rentedekking (operationele kasstroom/rente betalingen) Loan to value (verhouding netto schuld/waarde vastgoed) Direct rendement (uitgedrukt in gemiddelde waarde vastgoed) * voor belastingen * * 2013 58,30% 0,24 -15,70% -8,14% 2012 66,40% 0,04 4,54% 3,99% 5,40 27,78 6,35% 4,07 30,35 5,07% 10.4 Ontwikkeling huursom De ontwikkeling van de totale huursom voor woningen en woongebouwen in 2013 is als volgt (x € 1.000): Huuropbrengsten 2012 Huurverhoging 1 juli 2012 Huurverhoging 1 juli 2013 Toename door harmonisatie Nieuw in exploitatie Wijziging fiscaal regime Huuropbrengsten 2013 2,30% 3,22% 10.026 277 394 1.108 14 11.819 10.5 Treasury Algemeen Het treasurybeleid is vastgelegd in het treasurystatuut dat begin 2014 is geactualiseerd. Hierin zijn de Beleidsregels derivaten opgenomen. Jaarlijks wordt een treasuryjaarplan opgesteld waarin de operationele taken met betrekking tot de treasury worden beschreven. Het vormt de leidraad voor de uitvoering en aansturing van de treasurywerkzaamheden. In 2013 is daarnaast voor de investering in het complex Bellostraat een afzonderlijk financieringsbesluit door de RvC goedgekeurd. jaarverslag 2013 38 De treasurycommissie, bestaande uit de directeur, hoofd Wonen, hoofd Financiën en een externe treasuryadviseur, heeft in 2013 één maal vergaderd. In 2013 zijn twee leningen aangetrokken, te weten: Type Hoofdsom Storting Aflossing Rente Herziening opslag Vaste roll-over € 2.900.000 1 april 2013 2 december 2019 3 maand Euribor + 0,32% 1 december 2015 Type Hoofdsom Storting Aflossing Rente Fixe € 3.000.000 1 november 2013 2 november 2020 2,19% Financieringsbehoefte 2014-2023 Op basis van de meerjarenbegroting is de liquiditeitsprognose opgesteld voor de periode 20142023 om de financieringsbehoefte te bepalen. De vreemd vermogen positie zal zich naar verwachting als volgt ontwikkelen: Afbeelding 8; brongegevens Idealis/Thésor Renterisico Renterisico uit contracten Het WSW beoordeelt het renterisico op basis van de bestaande leningen en, indien van toepassing, de derivatenportefeuille. Aflossingen, opslagherzieningen op basisrenteleningen en renteconversies veroorzaken renterisico, terwijl stortingen van leningen en afgesloten rente-instrumenten het risico verlagen. Door het WSW wordt een jaarlijks risico van 15% van de portefeuille als maximum gehanteerd. Idealis blijft in 2016 tot en met 2019 niet binnen de WSW-norm voor het (portefeuille)renterisico door de lage leningportefeuille. Het WSW heeft aangegeven het risico in deze jaren niet verder te willen zien toenemen en in overige jaren binnen de norm te willen houden. Idealis zal bij het afsluiten van nieuwe financiering, de modaliteiten zo kiezen dat er geen (verdere) overschrijding ontstaat van de renterisiconorm van het WSW. Leningen met lage hoofdsommen en goed gespreide looptijden hebben hierbij de voorkeur. 39 jaarverslag 2013 Afbeelding 9; brongegevens Idealis/Thésor Bedrijfseconomisch renterisico In de bedrijfseconomische methode voor bepaling van renterisico, wordt niet alleen gekeken naar de risico’s uit de bestaande portefeuille, maar ook naar alle overige kasstromen. Hiermee wordt een vollediger beeld van het renterisico verkregen. De exploitatie- en investeringskasstromen, alsmede rentebetalingen en reguliere aflossingen zijn in dit overzicht opgenomen onder de post Totale cashflow: Afbeelding 10; brongegevens Idealis/Thésor Relatieve renterisico Door de absolute bedragen van het bedrijfseconomische renterisico af te zetten tegen de omvang van het materieel vast actief (MVA), wordt het relatieve (bedrijfseconomische) renterisico verkregen. Idealis heeft hiervoor een norm van 15% in haar Treasurystatuut opgenomen (oranje lijn). jaarverslag 2013 40 Afbeelding 11; brongegevens Idealis/Thésor Idealis overschrijdt in 2014 (in lichte mate) de norm met 15,4 %. WSW en CFV Met ingang van 2014 heeft het WSW een nieuw Risico Score Model geïntroduceerd waarbij de financiële risico’s worden beoordeeld op basis van de volgende ratio’s: - ICR, dit is de verhouding tussen de operationele kasstroom en de betaalde rente; - DSCR, dit is de verhouding tussen de operationele kasstroom en de rente + aflossing op leningen; - LTV (loan to value), leningen in verhouding tot de bedrijfswaarde van het vastgoed; - Solvabiliteit op basis van bedrijfswaarde - Dekkingsratio, dit is verhouding tussen de lening portefeuille en de WOZ-waarde. Deze ratio’s worden op genormeerde wijze berekend op basis van specifieke WSW-uitgangspunten. Op basis van de meest recente dVI en dPI zien deze ratio’s er voor Idealis als volgt uit: Score Idealis Norm WSW ICR 3,32 1,4 DSCR 4,21 1 LTV 29% 75% Solvabiliteit 58% 20% 19% Dekkingsratio 50% Uit deze scores blijkt dat Idealis ruimschoots voldoet aan de gestelde normen. CFV Ultimo 2013 heeft het Centraal Fonds Volkshuisvesting een stresstest uitgevoerd voor de derivatenportefeuille van corporaties. Voor Idealis leverde dit de volgende uitkomsten op: Overzicht portefeuille zonder tussentijdse marktwaardeverrekening Omschrijving Renteswaps payer Wijziging marktwaarde 41 Totaal onderliggende waarde 15.000 Bij rentedaling 1% Bij rentedaling 2% * € 1.000 Totaal marktwaarde -2.257 -2.879 -3.477 jaarverslag 2013 10.6 Onrendabele investeringen Het duurzaam onrendabele gedeelte van de in 2014 en 2015 te ontwikkelen nieuwbouwcomplexen Bellostraat/Nobelweg en Lawickse Hof bedraagt in totaal € 11.109.000 en is ten laste van het resultaat over 2013 gebracht. 10.7 Verbindingen Eind 2013 kende Idealis geen verbindingen met andere rechtspersonen en vennootschappen. jaarverslag 2013 42 Voor onze strategie zijn meerjaren studentenprognoses zeer belangrijk. Zij vormen de basis voor het berekenen van de vraag naar studentenhuisvesting. Studentenprognoses zijn op lange termijn vaak onzeker. Ook de invoering van het sociaal leenstelsel en afschaffing van de OV-kaart kan de vraag naar studentenkamers beïnvloeden. 43 jaarverslag 2013 11 Risicobeheersing en monitoring 11.1 Vraag en aanbod studentenhuisvesting Voor de strategie van Idealis zijn studentenprognoses van groot belang. Daarbij gaat het om landelijke trends, maar nog veel belangrijker, om de prognoses van de lokale onderwijsinstellingen zelf. Ook bijvoorbeeld strategische besluiten over de plaats van vestiging kunnen sterk van invloed zijn, zoals in het verleden het vertrek van Hogeschool Diedenoort en later de komst van Van Hall Larenstein en Stoas Vilentum. Jaarlijkse monitoring vraag en aanbod Jaarlijks wordt in april/mei, samen met Wageningen UR en gemeente Wageningen, een update van de prognose van vraag en aanbod van studentenhuisvesting gemaakt. Op grond van de verwachte sterke groei van het aantal studenten en de vraag naar studentenhuisvesting in Wageningen is vervolgens gezamenlijk bezien hoe de te verwachten tekorten de komende jaren kunnen worden opgelost. Dat onderzoek heeft januari 2014 geresulteerd in een notitie en een raadsbesluit waarin is aangegeven welke locaties het meest geschikt worden geacht voor studentenhuisvesting. Dit betreft zowel permanente als tijdelijke huisvesting. Gedifferentieerde en flexibele nieuwbouw De verwachte groei van het aantal studenten maakt het voor Idealis mogelijk om door middel van nieuwbouw kwalitatief hoogwaardige woonruimte toe te voegen die nog beter aansluit bij de actuele en toekomstige woonwensen van studenten. Waar mogelijk wordt deze nieuwbouw zodanig gebouwd dat op lange termijn de mogelijkheid blijft bestaan om de woningen te verhuren of te verkopen aan andere doelgroepen dan studenten. 11.2 Overheidsbeleid Wijzigingen in het rijksbeleid vormen voor Idealis een groot risico. Voor Idealis zijn daarbij met name de beleidsthema’s Wonen, Onderwijs en Energie van belang. Huurbeleid, studiefinanciering, huurtoeslag e.d. kunnen grote financiële consequenties hebben voor Idealis en van invloed zijn op het aantal studenten en de vraag naar studentenhuisvesting. Ook Europese regelgeving kan indirect van invloed zijn. Regelgeving met betrekking tot woningbouw en gebruiksbesluit kan leiden tot verplichte grote investeringen. Bij totstandkoming van rijksbeleid wordt meestal geen rekening gehouden met studentenhuisvesting, met name waar het kamers met gedeelde voorzieningen betreft. Via Kences wordt getracht de politiek en de ambtelijke beleidsvoorbereiding waar mogelijk te beïnvloeden. Woonakkoord en huurprijsbeleid Eind 2013 heeft het kabinet met D66, Christen Unie en SGP in de Eerste Kamer overeenstemming bereikt over de aanpak van de woningmarkt. In het nu vastgestelde Woonakkoord wordt uitgegaan van: - huurverhoging voor de laagste inkomensgroep van 1,5% boven inflatie en (inkomensafhankelijke stijgingspercentages van resp. 2 en 4% boven inflatie voor hogere inkomens); - een jaarlijkse verhuurdersheffing oplopend tot 1,7 miljard in 2017, die mogelijk gemaakt wordt door bovengenoemde huurverhogingen; - geen bijdrage voor de verhuurdersheffing voor onzelfstandige eenheden; - een indexatie van de maximale huurprijsgrens overeenkomstig het inflatiepercentage; - vereenvoudiging van het woningwaarderingsstelsel (WWS) dat gebruik maakt van een combinatie van WOZ en WWS. Randvoorwaarde daarbij is ‘dat dit niet mag leiden tot een beperking van de verdiencapaciteit op macroniveau of andere schokeffecten.’ Woningwaardering Inmiddels heeft minister Blok zijn voorgenomen vereenvoudiging van het WWS op hoofdlijnen geschetst. Uit het huidige WWS verdwijnen de onderdelen ‘woonomgeving’, ‘woontype’ en ‘schaarste’. Deze elementen worden vervangen door WOZ-punten (een punt per € 90 WOZ-waarde per m2). De maximale huurprijs zal daarmee, anders dan voorheen, (mede) bepaald worden door jaarverslag 2013 44 de WOZ-waarde. De voorgenomen aanpassing van de WWS heeft alleen betrekking op zelfstandige woonruimte. De consequenties voor Idealis zijn vooral afhankelijk van de mate waarin rekening wordt gehouden met de bijzondere positie van studentenhuisvesting en de lage WOZ-waarde van veel studentencomplexen. Voor Idealis (en andere studentenhuisvesters) is met name een bodem voor de WOZ-waarde en de hoogte daarvan van groot belang. Invoering van het nieuwe WWS zal in elk geval niet eerder plaatsvinden dan per 1 januari 2015. Zodra het WWS is vastgesteld kan Idealis haar totale huurbeleid, inclusief het huurbeleid voor kamers met gedeelde voorzieningen, herijken. Sociaal leenstelsel en OV-jaarkaart Invoering van het sociaal leenstelsel blijft onzeker. Om instemming van de Eerste Kamer te krijgen kunnen oppositiepartijen nog e.e.a. bijschaven. Dit geldt mogelijk voor het behoud van OVjaarkaart en aanvullende beurs. Het leenstelsel kan ertoe leiden dat mensen sneller studeren, maar ook dat ze er meer bij gaan werken en langer over de studie doen. Minister Bussemaker heeft de plannen om de basisbeurs voor MSc-ers af te schaffen een jaar uitgesteld. Er komt één wetsvoorstel voor zowel BSc- als MSc-studenten. Het sociaal leenstelsel wordt niet eerder dan studiejaar 2015/2016 ingevoerd. Voor studiejaar 2014/2015 wordt daarom opnieuw verwacht dat minder a.s. studenten nog een tussenjaar nemen. Voor Wageningen UR is de verwachting dat de BSc- instroom gemiddeld opnieuw met 20% toeneemt in 2014/2015. Afschaffing van de OV-jaarkaart kan er toe leiden dat men meer kiest voor een onderwijsinstelling in de regio, maar dit zal waarschijnlijk meer gelden voor hbo dan universiteit. De consequenties voor Wageningen UR zullen waarschijnlijk niet groot zijn vanwege de veelal unieke studies, de landelijke herkomst van studenten en de hoge waardering van studenten voor de kwaliteit van het onderwijs. De in opdracht van Idealis gehouden enquête onder a.s. studenten van Wageningen UR en CHE bevestigt dat invoering van een leenstelsel en afschaffing van de OV-jaarkaart weinig invloed heeft op de studiekeuze, maar wel op financieringskeuzes (meer lenen, ouderbijdrage, bijbanen en bezuinigen). Voor wat betreft de huisvestingskeuze geldt voor WU-studenten dat de vraag naar kamers (met lagere woonlasten) naar verwachting zal toenemen. Voor CHE-studenten wordt verwacht dat zij er wat meer voor zullen kiezen thuis te blijven wonen. Ook het ABF-onderzoek naar de landelijke effecten van de maatregelen op studentenhuisvesting geeft aan dat een leenstelsel kan leiden tot een verminderde vraag naar kamers, maar dat het afschaffen van een OV-jaarkaart juist kan leiden tot een toename van de vraag. Verhuurdersheffing De verhuurdersheffing is alleen van toepassing voor zelfstandige eenheden. De tarieven voor de jaren t/m 2017 zijn bekend, niet duidelijk is hoe de situatie daarna zal zijn, maar wij zijn ervan uitgegaan dat de heffing een definitief karakter krijgt. Bijdrageheffing saneringssteun Gezien de gewijzigde financiële omstandigheden van de woningcorporatiesector heeft het Centraal Fonds Volkshuisvesting in 2011 een bijdrageheffing ingevoerd ten behoeve van het behoud van een adequate omvang van het saneringsfonds. Vanaf 2013 bedraagt de heffing € 220 per zelfstandige kamer/woning en € 110 per onzelfstandige kamer in de jaren tot 2019 zal de heffing naar verwachting afgebouwd worden. 11.3 Samenwerking Het waarborgen van voldoende studentenhuisvesting in de toekomst vraagt om een goede samenwerking met onderwijs en gemeente. Wageningen UR is voor Idealis daarbij verreweg de belangrijkste relatie. In 2013 is door de interim bestuurder en vervolgens de nieuwe directeur/bestuurder een start gemaakt met het herstel van de bestuurlijke relatie en van het structureel overleg op dit niveau. De gesprekken waren constructief en bieden perspectief voor goede samenwerking in de toekomst. 45 jaarverslag 2013 Het eerste resultaat van verbeterde samenwerking in 2013 was de met Wageningen UR en gemeente Wageningen gezamenlijk afgestemde update van de prognose van vraag en aanbod van studentenhuisvesting. 11.4 Financiële risico’s Monitoring van ingrijpende wijzigingen in de financiële omstandigheden vindt zowel structureel jaarlijks plaats (bij het vaststellen van de begroting en de meerjarenbegroting) als incidenteel (bij financieel ingrijpende wijzigingen in parameters, nieuwe investeringskansen, wet- en regelgeving e.d.). Financieel prognosemodel Om te beoordelen of de uit het ondernemingsplan en het strategisch voorraadbeleid voortvloeiende investeringsopgave financieel realiseerbaar is wordt de toekomstige ontwikkeling van de kasstromen en van het eigen vermogen bij verschillende beleidsvarianten in beeld gebracht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het financiële prognosemodel Wals (van ORTEC). Om het economisch risico per variant te bepalen wordt een aantal scenario’s berekend. Bij de scenario’s worden meerjarige prognoses voor verschillende economische parameters toegepast. Het gaat hierbij om prijsinflatie, looninflatie, korte rente, lange rente, bouwindex, onderhoudsindex en marktindex. Vervolgens wordt bepaald boven welke grens 95% van de waarnemingen ligt. Als dit niveau hoger is dan de gestelde normen voor rentedekkingsgraad en solvabiliteit kan gesteld worden dat de financiële continuïteit gewaarborgd is. Renterisico Renteontwikkelingen zijn van invloed op het resultaat, het rendement en de waarde van het onroerend goed. Het treasury beleid ligt vast in het door de directie vastgestelde en de Raad van Commissarissen goedgekeurde treasurystatuut. Jaarlijks wordt een treasury jaarplan opgesteld en periodiek wordt het renterisico, de effecten van renteschommelingen (scenario’s) en de financieringsbehoefte in kaart gebracht. Bij de uitvoering, binnen het beleid en het statuut, laat Idealis zich adviseren door een onafhankelijke adviseur (Thesor). Beschikbaarheidsrisico Hieronder wordt verstaan het risico dat financiering niet of slechts tegen ongunstige voorwaarden kan worden aangetrokken dan wel verlengd. Het risico wordt beperkt door het hanteren van solide vermogensverhoudingen, beschikbare borgingsruimte (WSW) en het onderhouden van relaties met banken. Kostenontwikkelingen De huuropbrengsten worden aangepast op basis van de algemene inflatie (de consumentenprijsindex). De lasten voor een corporatie als Idealis kennen echter een gemiddeld hogere prijsontwikkeling, bepaald door de stijging van personeelslasten, onderhouds- en bouwkosten. Eventuele verkoop van woningen Verkoop van niet aan de missie gerelateerde complexen ziet Idealis als een mogelijke maatregel. Daartoe zal pas worden overgegaan als gewenste investeringen in studentenhuisvesting en het op lange termijn kunnen waarborgen van de financiële continuïteit dat vereisen. 11.5 Overige bedrijfsrisico’s Hieronder verstaan we de risico’s die Idealis ziet als haar normale ondernemersrisico. Het betreft de waarde en technische staat van het vastgoed en nakomingsrisico’s veroorzaakt door derden. Daarnaast betreft het ook de operationele risico’s die voortvloeien uit het feit dat een bedrijf een samenwerkingsverband van mensen is. Feilbaarheid en kwetsbaarheid van mensen zijn in processen niet uit te sluiten. Waardeontwikkeling vastgoed Een dalende waarde van het vastgoed heeft een negatieve invloed op de vermogenspositie van Idealis. De waardering van de portefeuille wordt jaarlijks uitgevoerd op basis van de bedrijfswaarde bij de begroting. Daarnaast wordt het bezit jaarlijks getaxeerd in het kader van de Wet Onroerende Zaakbelasting hetgeen voor met name de niet-studenten woningen een goede indicatie oplevert. jaarverslag 2013 46 Technische staat van de gebouwen Hieronder vallen de risico’s als het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van gebouwen en het risico van verborgen gebreken. Al het onroerende goed is verzekerd via de opstalverzekering. Terrorisme is door verzekeraars uitgesloten. Er vinden regelmatig inspecties van de staat van onderhoud plaats van het totale bezit met jaarlijkse actualisatie. De technische installaties worden jaarlijks geïnspecteerd op basis van NEN 2767. Door regelmatig planmatig onderhoud worden alle gebouwen in een technische goede staat gehouden en wordt de verhuurbaarheid bevorderd. Nakomingsrisico huurders Het risico bestaat voornamelijk uit huurbetalingsrisico. Risico voor schade aan het gehuurde is gezien de aard van huisvesting beperkt. De achterstanden worden maandelijks door middel van voortgangscontrole geëvalueerd. Gezien de kwetsbare inkomenspositie van onze huurders hanteren wij een strikt huurincasso-beleid gericht op het voorkomen van grote achterstanden. Gezien de beperkte omvang van de achterstanden is dit beleid effectief. Nakomingsrisico leveranciers Wanneer werkzaamheden worden uitbesteed, vormt de nakoming van de afspraken door de wederpartij een risico. Het risico is vooral van belang bij grote onderhouds- en nieuwbouwopdrachten. Opdrachtverstrekking gebeurt volgens modelovereenkomsten die regelmatig worden geactualiseerd. In de overeenkomsten zijn uitgebreide garantie- en nakomingsbepalingen opgenomen. Idealis streeft naar bestendige relaties met leveranciers waardoor het risico op niet deugdelijke nakoming verkleind wordt. Continuïteit personele bezetting Het risico van tijdelijke niet beschikbaarheid is door de jaren heen beperkt gebleken. Idealis kent een actief ziekteverzuimbeleid. Ziekteverzuim kon tot op heden vrijwel altijd zonder problemen opgelost worden door tijdelijke vervanging. Vaak ging het hierbij door de (extra) inzet van eigen personeel of het inhuren van uitzendkrachten. Voor vervanging van personeel op sleutelposities wordt eventueel een beroep gedaan op externe specialisten. Er is een overeenkomst gesloten met een externe partij waarbij de vervanging van het hoofd Financiën is geregeld in het geval van ontstentenis. Vertrekkende medewerkers konden tot op heden op redelijke termijn vervangen worden. Informatiesysteem Het risico bestaat uit ontoereikende beschikbaarheid van het informatiesysteem. Het (primaire) informatiesysteem draait op een andere locatie dan de kantoren van Idealis, de verbindingen zijn daarbij kritisch. Er is geen back-upverbinding, tot op heden heeft dit echter geen problemen opgeleverd. Van de databestanden wordt dagelijks een back-up gemaakt. De applicaties die door Cegeka worden verzorgd draaien op locatie, voorzien van adequate beveiliging. Intern risicobeheersings- en controlesysteem Idealis heeft een administratieve organisatie die recht doet aan de omvang van de organisatie en waarin de interne controle is verankerd. De processen zijn beschreven en door de directeur/bestuurder vastgesteld en worden regelmatig geactualiseerd. Er is sprake van scheiding van uitvoering, registratie en betaling. Betalingen worden te allen tijde door twee bevoegde functionarissen ondertekend, de finale ondertekening kan alleen door de directeur/bestuurder of de adjunct-directeur plaatsvinden. Integriteitscode Idealis kent een integriteitscode die door alle medewerkers is ondertekend en is gepubliceerd op onze website. In de code is inhoud gegeven aan de uitgangspunten voor het zakendoen en de gedragsregels voor directie en medewerkers. 47 jaarverslag 2013 Managementinformatie Managementinformatie wordt periodiek opgesteld en bestaat uit maand- en kwartaalrapportages. De periodieke samenstelling van tussentijdse en jaarcijfers geschiedt op basis van vastgestelde grondslagen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van informatie uit het centraal geautomatiseerd informatiesysteem. Dit systeem heeft ook in het verslagjaar overeenkomstig de opzet gefunctioneerd. Kwaliteitszorg Idealis laat zich met betrekking tot de kwaliteitszorg vooral leiden door de waardering van haar klanten. Feedback van bewoners vormt een belangrijke basis voor verbetervoorstellen en om te meten of genomen maatregelen succesvol zijn. Medewerkerstevredenheid Idealis hecht veel waarde aan tevredenheid van medewerkers, verbetering van onderlinge samenwerking, meer eigen verantwoordelijkheid, meer ontplooiingskansen en ruimte voor eigen initiatieven. Deze zaken meten wij eenmaal per 3 jaar door een tevredenheidsonderzoek onder medewerkers. Een nieuw onderzoek naar de tevredenheid van medewerkers zal plaatsvinden in 2014. Externe visitatie Door een onafhankelijke externe visitatie wordt verantwoording afgelegd over de maatschappelijke prestaties, de beleidskeuzes die we maken en de wijze waarop onze belangrijkste strategische relaties betrokken zijn in dat afwegingsproces. jaarverslag 2013 48 Idealis streeft naar een vraag/aanbodsituatie waarbij alle eerstejaars die in Wageningen of Ede willen wonen voor 1 mei een kamer hebben. Met de oplevering van Rijnveste in april 2013 is deze doelstelling gehaald. 49 jaarverslag 2013 12 Kengetallen Peildatum 31 december 2013 2013 2012 2011 2010 2009 4.503 557 5.060 4.176 422 4.598 4.059 421 4.480 4.056 416 4.472 4.015 438 4.453 - 345 440 36 150 0,07 0,07 0,12 0,14 0,18 0,47 9,0 11 0,24 10,6 29 0,17 11,2 37 0,46 * * 1,13 * * 85,0 96 86,4 154 86,4 233 79,0 113 77,5 72 Financiële continuïteit # Liquiditeit (current ratio) Solvabiliteit Rentabiliteit eigen vermogen Rentabiliteit totale vermogen Rentedekking Loan to value Direct rendement 0,24 58,30 -15,70 -8,14 5,46 27,78 6,35 0,04 66,40 4,54 6,01 4,07 30,35 5,07 0,09 72,92 -6,24 -3,37 2,21 21,64 2,93 0,60 64,05 8,56 9,93 1,01 25,66 0,01 0,95 34,84 11,48 6,44 1,59 26,25 1,68 Balans en winst- en verliesrekening # (bedragen per verhuureenheid) Eigen vermogen Voorzieningen Personeelskosten Kosten onderhoud Lasten servicecontracten # Overige bedrijfskosten Bedrijfsresultaat Financiële baten/lasten Mutatie actuele waarde materiële vaste activa # Belastingen Jaarresultaat 12.793 2.467 465 523 1.116 600 -1.821 -188 -228 -2.237 14.137 543 747 1.010 462 759 -118 -97 544 12.209 194 527 1.109 1.009 454 -609 -152 51 -710 8.256 17 519 1.570 1.670 -289 222 774 226 933 7.399 583 1.192 1.852 18 299 533 -57 792 Personeel (aantal fte gemiddeld) Gemiddelde personeelskosten Gemiddelde leeftijd 32,5 77.600 48,5 32,3 82.985 49,5 32,3 78.967 48,5 31,6 77.025 * 33.6 81.100 * Aantal verhuureenheden Woningen/woongebouwen Woningen in beheer Totaal Nieuwbouw Verhuureenheden in ontwikkeling Verhuur en incasso Huurachterstand huidige huurders in % jaarhuur (2009 herrekend) Huurderving in % jaarhuur Gemiddelde wachttijd studenteneenheden in mnd. Gemiddeld aantal reacties per advertentie Leefbaarheid % huurders met waardering 7 of hoger Kosten leefbaarheid per verhuureenheid # * De cijfers vanaf 2011 zijn op basis van de RJ-richtlijn 645. Berekening kengetal heeft in dat jaar nog niet of niet op vergelijkbare wijze plaatsgevonden. jaarverslag 2013 50 RAAD VAN COMMISSARISSEN EN GOVERNANCE STRUCTUUR 1 Governance structuur Algemeen In deze paragraaf vindt u algemene informatie over de Raad van Commissarissen, waarna wij in paragraaf 2 verslag zullen doen van ons functioneren in 2013. Idealis onderschrijft de Governance Code Woningcorporaties en past deze toe. Op de site van Idealis (www.idealis.nl) is de volgende informatie over de governance structuur beschikbaar, (waarbij de toevoeging * betekent dat in 2013 aanpassing heeft plaatsgevonden): - Governance structuur en organigram - Statuten* - Reglement RvC* - Rooster van aftreden RvC* - Profielschets RvC* - Integriteitscode RvC - Integriteitsverklaring directeur/bestuurder en personeel - Klokkenluidersregeling - Bestuursreglement* - Visitatierapport*. Algemene samenstelling en benoemingstermijn De Raad van Commissarissen (RvC) van Idealis bestaat uit 7 leden, waarvan 2 personen op zogeheten huurderzetels. Eén van beide huurderzetels wordt bezet door een huurder, de ander is ingevuld (mede) op voordracht van de huurdersorganisatie. Getalsmatig is er een zodanige meerderheid van strikt onafhankelijke leden dat de onafhankelijkheid van de RvC als geheel gewaarborgd is. Bij een vacature van een huurderzetel wordt gewerkt met een selectiecommissie, waarin 2 leden van de RvC en 2 leden van de huurdersorganisatie SFO zitting hebben. De RvC stelt de profielschets vast, de commissie voert gesprekken met kandidaten en draagt uiteindelijk unaniem een kandidaat voor benoeming door de RvC voor. Bij de werving van kandidaten voor de Raad wordt altijd geworven via een advertentie. Gedragscode RvC Alle leden van de RvC hebben een op de RvC toegespitste integriteitsverklaring in de vorm van een gedragscode getekend. Dit is een nadere aanscherping van hetgeen reeds inzake integriteit was opgenomen in het reglement voor de RvC. De verklaring omtrent de integriteit geeft duidelijk aan hoe de RvC en zijn leden dienen te handelen ter voorkoming van belangenverstrengeling. Maatschappelijke verantwoording Idealis beseft dat voor het realiseren van haar missie een goede samenwerking met o.a. bewonersvertegenwoordigers, onderwijsinstellingen, collega-corporaties en gemeenten noodzakelijk is. In elke RvC-vergadering wordt verslag gedaan van de samenwerking met de diverse belanghouders. Daarnaast laat de RvC zich middels diverse rapportages op de hoogte brengen van de mate van tevredenheid van de belanghouders en de reputatie van Idealis. Tevens onderhoudt de RvC rechtstreekse contacten met bijv. de huurdersorganisatie SFO en de Ondernemingsraad. 2 Verslag Wijzigingen samenstelling Raad van Commissarissen In 2013 is tot de volgende herbenoemingen besloten: - Dhr. J.F. Houterman tot 13 september 2017. - Dhr. W. de Jager tot 13 september 2014. - Mw. G.W. Wolters tot 1 januari 2018. - Mw. H. Berends tot 1 januari 2015. De RvC heeft tevens besloten in 2014 een externe wervingsprocedure te starten voor de opvolging van de heer P.A. van Weezel Errens. 51 jaarverslag 2013 Benoeming directeur/bestuurder De RvC heeft mw. S.M.E. Deenen als directeur/bestuurder benoemd per 15 september 2013. De benoeming van de interim-bestuurder, dhr. H.F.A.M. Huijsmans, werd per dezelfde datum beëindigd. Vergaderingen RvC Tijdens de 5 RvC-vergaderingen in 2013 kwamen onder meer de volgende onderwerpen met betrekking tot vastgoed aan de orde: - investeringsbesluit nieuwbouw Lawickse Hof; investeringsbesluit nieuwbouw Bellostraat/Nobelweg; meedingen naar studentenhuisvesting op Campus; oplevering nieuwbouw Rijnveste in Wageningen; oplevering nieuwbouw de Hoefweg in Ede; verlenging exploitatie Walstraat tot 2024; verkenning (tijdelijke) huisvesting terrein Diedenoort; planindiening tijdelijke huisvesting Computechnion. Deskundigheidsbevordering Alle RvC-leden zijn lid van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW). De RvC stimuleert deelname van leden aan specifieke bijscholingen voor commissarissen. In 2013 hebben vier RvC-leden deelgenomen aan VTW-bijeenkomsten: de workshops Toezicht in de toekomst, Toezicht op financiën en Toetsings- en toezichtskader. Daarnaast is het door SBO georganiseerde Nationaal symposium Woningcorporaties bijgewoond en zijn de cursussen Transitiemanagement van de NVTZ en Gespreksmodellen voor commissarissen en toezichthouders van het Nationaal Register gevolgd. Ook heeft de voorzitter een reflectiebijeenkomst van de Vereniging Hogescholen bijgewoond met leden van de Commissie Halsema (Commissie Maatschappelijk verantwoord bestuur en toezicht in de semipublieke sector) naar aanleiding van het rapport ‘Een lastig gesprek’. Geschillencommissie In 2013 heeft zich 1 geschil voorgedaan (zie Hoofdstuk Huurders par. Geschillencommissie). De RvC wordt bij geschillen achteraf geïnformeerd. Integriteitsbeleid De RvC heeft kennisgenomen van de constatering van de accountant dat integriteit passende aandacht krijgt binnen de organisatie. Evenals in voorgaande jaren waren er in 2013 geen meldingen van (mogelijke) integriteitsschendingen. In 2013 zijn er, evenals in voorgaande jaren, geen meldingen met betrekking tot dit onderwerp geweest. In de RvC wordt dit onderwerp jaarlijks geagendeerd. Dit zowel voor wat betreft hoe hiermee wordt omgegaan in de werkorganisatie, als ook bij het eigen functioneren van de RvC in deze. Interne risicobeheersing- en controlesystemen De Raad van Commissarissen is van mening dat de interne risicobeheersing en controle adequaat en effectief is en passend bij de omvang van de organisatie van Idealis. Onafhankelijkheid accountant In overeenstemming met de statuten wordt de accountant benoemd door de RvC. De externe accountant krijgt een jaarlijkse opdracht binnen een totale contractperiode van 4 jaar. De Raad van Commissarissen heeft besloten de opdracht voor de controle over de jaren 2012-2015 opnieuw te verlenen aan PricewaterhouseCoopers. Bewust is daarbij gekozen voor een wisseling van de accountant binnen PWC die eindverantwoordelijkheid draagt voor de controle. Commissies In 2013 is er sprake geweest van twee commissies uit het midden van de RvC. - Een commissie werd gevormd door de voorzitter en de vice-voorzitter van de RvC, de heren Houterman en Van Weezel Errens, die als Remuneratiecommissie voor de directeur/bestuurder hebben opgetreden. - Een benoemingscommissie voor de benoeming van de nieuwe bestuurder/directeur. De benoemingscommissie bestond uit heren Houterman, Van Weezel en mw. Wolters. De RvC heeft als geheel als Auditcommissie gefunctioneerd. jaarverslag 2013 52 Remuneratierapport inzake beoordeling en beloning directeur/bestuurder De voorzitter en de vice-voorzitter traden namens de RvC op als werkgever voor de directeur/ bestuurder (hierna: bestuurder). Persoonlijke gegevens bestuurder 2013 Naam Geboortedatum Drs. H.F.A.M. Huijsmans 22.03.1948 * 10.12. 2012 a.i. tot 15-09-2013 Drs. mw. S.M.E. Deenen 03.09.1970 * 15-09-2013 * Relevante Nevenfuncties Werkzaam in huidige functie bij Idealis sinds Bruto salariskosten € 43.000 **€ 36.000 Relevante nevenfuncties bestuurder: Drs. Mw. S.M.E. Deenen: penningmeester voetbalclub, penningmeester oudervereniging basisschool de Muze. Drs. H.F.A.M. Huijsmans: voorzitter RvC Rentree Deventer, voorzitter RvT Van Gogh Instituut, Voorzitter RvT Holding Punt Special, Lid bestuur Gelredome, Lid Industrial Advisory Board van Industri Kapital Limited (in London) ** Deze post bestaat uit onderstaande bedragen: Periodiek betaalde beloning Sociale verzekeringspremies Beloningen betaalbaar op termijn Uitkering beëindiging dienstverband € € € € € 2013 27.000 3.000 6.000 36.000 De beloning 2013 van de bestuurder (en van de overige medewerkers) is onder de WNT grens gebleven. Wet Normering Topinkomens (WNT) De honorering van zowel de bestuurder/directeur als de leden van de RvC zijn gebaseerd op de Wet Normering Topinkomens (WNT). Op het moment dat de nieuwe staffel bekend was heeft de RvC besloten dat de remuneratiecommissie met de bestuurder nieuwe beloningsafspraken zou maken voor 2013 (met terugwerkende kracht) en 2014. De overeengekomen honorering valt binnen de WNT-staffel zoals die vanaf 1 januari 2014 zal gelden. Ook is besloten dat voor de 3 leden die in 2013 zijn benoemd met terugwerkende kracht de beloning op basis 2012 wordt uitgekeerd. 53 jaarverslag 2013 Samenstelling Raad van Commissarissen in 2013 Dhr. ir. J.F. Houterman Functie Relevante nevenfuncties Datum 1e benoeming Einddatum benoeming Honorering* (08.07.1962) - voorzitter sinds 15.09.2010 (lid sinds 13.09.2009) Bestuurder Stichting Aeres Groep Voorzitter RvT Stichting Heifer Nederland 13.09.2009 13.09.2017, op deze datum is herbenoeming niet mogelijk € 9.812 Dhr. drs. ir. P.A. van Weezel Errens (21.03.1958) – vice voorzitter Functie Zelfstandig gevestigd adviseur VWE advies Stafmedewerker strategie en communicatie bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) Relevante nevenfuncties geen Datum 1e benoeming 21.09.2005 Einddatum benoeming 21.09.2014, op deze datum is herbenoeming niet mogelijk Honorering* € 8.161 Mw. ir. H. Berends Functie Relevante nevenfuncties Datum 1e benoeming Einddatum benoeming Honorering* (06.07.1986) – huurderslid Ruminant Researcher bij Nutreco geen 01.01.2011 01.01.2015 € 6.549 Mw. drs. J.M. Ester Functie Relevante nevenfuncties (29.04.1965) - lid Bestuurder bij Stichting Geonovum Lid RvT ROC Graafschap College Doetinchem Lid RvT Vincent van Gogh voor geestelijke gezondheidszorg 08.12.2008 08.12.2016, op deze datum is herbenoeming niet mogelijk € 6.814 Datum 1e benoeming Einddatum benoeming Honorering* Dhr. drs. W. de Jager Functie Relevante nevenfuncties Datum 1e benoeming Einddatum benoeming Honorering* (09.03.1957) - lid Directeur WDJ Nimmerdor bv Proj. dir. RWZI Utrecht RvT hospice Dome bestuur St. Vrienden 13.09.2010 13.09.2014 € 6.750 Mw. ir. G.W. Wolters-Van Keulen (10.05.1978) - huurderslid Functie Manager Beleid en Informatie Woonstichting De Key Amsterdam Relevante nevenfuncties Voorzitter kerkenraad Protestantse Gemeente Heemstede Datum 1e benoeming 01.01.2010 Einddatum benoeming 01.01.2018 Honorering* € 6.986 Dhr. ir. drs. A.N. Fraaij Functie Relevante nevenfuncties Datum 1e benoeming Einddatum benoeming Honorering* (11.09.1956) - lid Directeur Cluster Facilitair Radboud Universiteit Nijmegen Bestuurslid Netherlands Facility Costs Index Coöperatie 01.12.2012 01.12.2016 € 6.663 * De honorering is inclusief belaste onkostenvergoeding jaarverslag 2013 54 3 Verklaring Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen van Idealis heeft geconstateerd dat Idealis ook in 2013 actief heeft ingespeeld op de veranderingen in de sector, maar daarbij wel bij zichzelf is gebleven: dienend aan de doelgroep, zonder branchevreemde nevenactiviteiten op te starten. De RvC heeft in 2013 veel aandacht besteed aan de besturing van de organisatie en het proces rond het ontslag van de bestuurder. De RvC heeft vast kunnen stellen dat de operationele processen van Idealis hieronder niet hebben geleden. Bij Idealis is de Governance Code Woningcorporaties, opgesteld door Aedes en de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW), nageleefd. Het is voor de Raad, maar vooral ook voor onze belanghouders belangrijk om te weten dat Idealis een integere, stabiele en op samenwerking gerichte partner is. Dit is van belang omdat veel aandacht nodig is voor de mogelijkheden voor extra studentenhuisvesting in de regio Wageningen/Ede, rekenschap gevend van de beperkende randvoorwaarden van het aangekondigde kabinetsbeleid. De Raad van Commissarissen heeft kennis genomen van het jaarresultaat. Overeenkomstig artikel 18, lid 4 van de statuten, heeft de Raad van Commissarissen de jaarrekening en het jaarverslag onderzocht en kennis genomen van de door PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. afgegeven verklaring, die in dit jaarverslag is opgenomen. Op grond hiervan heeft de Raad van Commissarissen in zijn vergadering van 24 april 2014 de jaarrekening en het jaarverslag, conform artikel 8, lid 4a van de statuten, goedgekeurd. Wageningen, 24 april 2014 Namens de Raad van Commissarissen, ___________________ de heer ir. J.F. Houterman voorzitter 55 jaarverslag 2013 JAARREKENING jaarverslag 2013 56 Balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming) (€ x 1.000) Referentie toelichting 31-12-2013 31-12-2012 VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa 7.1 Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling voor eigen exploitatie (On)roerende zaken ten dienste van bewoners (On)roerende zaken ten dienste van exploitatie Totaal materiële vaste activa 7.2 Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Financiële vaste activa Deelnemingen Latente belastingvordering VLOTTENDE ACTIVA Voorraden 7.3 7.5 7.6 Liquide middelen 7.7 57 414 87.289 1.729 82 89.100 65.991 12.630 1.619 111 80.351 7.863 6.141 1 619 620 1 1.644 1.645 13 19 64 263 149 476 49 117 163 329 457 11 98.846 88.910 7.4 Vorderingen Huurdebiteuren Overige vorderingen Overlopende activa Totaal vorderingen Totaal 317 jaarverslag 2013 Referentie toelichting 31-12-2013 31-12-2012 Eigen vermogen Overige reserves 7.8 7.8.1 57.609 59.036 Voorzieningen Voorziening onrendabele investeringen 7.8.2 11.109 - 26.254 20.528 175 1.372 79 1.419 829 3.874 2.920 2.333 1.213 104 1.548 1.228 9.346 98.846 88.910 Langlopende schulden Leningen kredietinstellingen Kortlopende schulden Schulden overheid Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva Totaal kortlopende schulden Totaal jaarverslag 2013 7.9 7.10 58 Winst- en verliesrekening over 2013 (x € 1.000) Bedrijfsopbrengsten 1. Huuropbrengsten 2. Opbrengst servicecontracten 3. Overige bedrijfsopbrengsten Referentie toelichting 2013 2012 11.802 5.477 208 10.052 5.076 285 17.487 15.413 8.4 8.5 4.375 9.209 3.783 -3.701 8.6 8.7 8.8 8.9 2.093 2.356 5.024 2.702 2.267 3.118 4.643 1.931 25.759 12.041 71 -202 157 -1.002 -845 381 -872 -491 -9.046 2.679 -1.025 -406 -10.071 2.273 8.1 8.2 8.3 Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten 4. Afschrijving (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 5. Overige waardeverminderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 6. Personeelslasten 7. Onderhoudslasten 8. Lasten servicecontracten 9. Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten 10. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 8.10 11. Financiële baten en lasten Rente baten en soortgelijke opbrengsten Rente lasten en soortgelijke kosten Saldo financiële baten en lasten 8.11 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen 12. Belastingen resultaat gewone bedrijfsuitoefening Resultaat na belastingen 59 8.12 jaarverslag 2013 Kasstroomoverzicht 2013 (indirecte methode) (x € 1.000) 2013 2012 -8.201 3.170 4.375 11.109 -1.900 3.782 -727 -2.974 -71 43 202 - 6 -147 -321 -5 119 175 4.893 3.742 -976 97 -872 3.917 2.967 -62 -4.057 -4.119 -125 -13.881 8 -13.998 Ontvangen langlopende schulden Aflossing langlopende schulden 5.900 -3.080 10.000 -197 Kasstroom uit financieringsactiviteiten 2.820 9.803 Mutaties geldmiddelen 2.618 -1.228 Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen Voorzieningen Overige waarde mutatie Niet gerealiseerde waardeverandering vastgoedportefeuille Overige bedrijfslasten Veranderingen werkkapitaal: Voorraden Vorderingen Kortlopende schulden(excl. Bankkrediet) Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in immateriële vaste activa Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten jaarverslag 2013 60 Toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening 1 Algemene toelichting 1.1 Algemeen Idealis is een stichting met de status van “toegelaten instelling volkshuisvesting”. Zij heeft specifieke toelating in Wageningen en Ede en is werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woonwet en het Besluit Beheer Sociale Huursector. De statutaire vestigingsplaats is Wageningen, de feitelijke vestigingsplaats is Duivendaal 1 te Wageningen. De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woningen. 1.2 Schattingswijzigingen Bedrijfswaarde In het kader van de bepaling van de bedrijfswaarde van de materiële vaste activa in exploitatie zijn schattingswijzigingen doorgevoerd die nader uiteengezet zijn in de toelichting (toelichting mutatie bedrijfswaarde). 1.3 Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de directie van Idealis zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen, inclusief de bijbehorende veronderstellingen, opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. 2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva 2.1 Regelgeving De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het Besluit beheer sociale huursector, Titel 9 Boek 2 BW, en Hoofdstuk 645 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Toelichtingen op posten in de balans, winst- en verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd. 2.2 Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. 2.3 Verwerking verplichtingen Bij de bepaling van voorzieningen wordt uitgegaan van in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan. Tot de feitelijke verplichtingen worden ook gerekend verplichtingen die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitief ontwerp fase en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden. 61 jaarverslag 2013 2.4 Immateriële vaste activa Computersoftware Uitgaven die worden gemaakt voor de aanschaf en ontwikkeling van software worden geactiveerd tegen verkrijgingsprijs en afgeschreven over de geschatte economische levensduur. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen; dit is het geval als de boekwaarde van het actief (of van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort) hoger is dan de realiseerbare waarde ervan. 2.5 Materiële vaste activa Algemene uitgangspunten: Tenzij bij de afzonderlijke balansposten iets anders wordt vermeld, gelden voor alle materiele vaste activa de volgende uitgangspunten. Verkrijgings- of vervaardigingsprijs De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven onder aftrek van afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op grond wordt niet afgeschreven. Voor zover verkregen subsidies zich kwalificeren als investeringssubsidie dan worden deze in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Tevens worden hierbij de rente tijdens de bouw op vreemd vermogen en direct toerekenbare interne kosten alsmede transactiekosten geactiveerd. Rente wordt uitsluitend toegerekend indien voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken, en vangt aan bij start van de bouw. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Sociaal vastgoed in exploitatie Typering Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Ultimo 2013 bedroeg deze grens € 681,02 (2012: € 664,66). Kwalificatie Het beleid van Idealis is er primair op gericht de sociale vastgoedportefeuille aan te houden voor de doelgroep van beleid. Slechts voor een deel van het sociale vastgoed vindt optimalisatie van het financiële rendement plaats. Daarmee kwalificeert Idealis zich als vastgoedbeheerder en vindt waardering plaats op basis van de bedrijfswaarde. Waarderingsgrondslag Sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen de actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen van de kasstroom genererende eenheid uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De indeling naar kasstroom genererende eenheid is gedefinieerd op complexniveau. Onderhoud De lasten van regelmatig voorkomend onderhoud waaronder renovatie onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waarde verhoging van het actief. De lasten van onderhoud worden direct in het resultaat verantwoord. Componenten Binnen het vastgoed worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden installaties en inventaris onderkend. Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10% uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de jaarverslag 2013 62 component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend. Bij Idealis doet deze situatie zich niet voor. Complexindeling De indeling naar kasstroom genererende eenheid is gedefinieerd op complexniveau. Idealis kiest voor deze indeling van de kasstroom genererende eenheden aangezien deze aansluit bij haar interne bedrijfsvoering en hierbij de basis vormt voor haar vastgoedsturing. Bepaling bedrijfswaarde Onder de bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de aan een actief of samenstel van activa toe te rekenen toekomstige kasstromen die kunnen worden verkregen met de uitoefening van het bedrijf. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen, die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op het intern geformaliseerde ondernemingsplan en de daarop gebaseerde meerjarenbegroting. Daarbij zijn de kosten van planmatig onderhoud gebaseerd op de in de meerjarenonderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente, alsmede genormeerde lastenniveaus. Bij de bedrijfswaardeberekeningen gelden de volgende algemene uitgangspunten (ter vergelijk zijn de parameters weergegeven zoals die vorig jaar zijn gehanteerd): huurverhogingen: 2014 2015 2016 2017 2018 2019 en verder % 2,75 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00 % vorig jaar 2,75 2,53 2,37 2,26 2,18 2,00 % 0,65 2,73 % vorig jaar 0,50 1,50 jaarlijkse huurderving: 2013-2015 Vanaf 2016 huurharmonisatie(gemiddeld): mutatiegraad : 41,6% tot: 86,8% van maximaal redelijke huur prijsstijging van de overige opbrengsten, de kosten van huisvesting buitenlandse studenten en de restwaarde: 2014 2015 2016 2017 2018 en verder % 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00 % vorig jaar 2,53 2,37 2,26 2,18 2,00 prijsstijging van de onderhoudskosten en sloopkosten: 2014 2015 2016 2017 2018 en verder 63 % 1,50 1,95 2,27 2,49 3,00 % vorig jaar 2,30 2,51 2,66 2,76 3,00 jaarverslag 2013 prijsstijging van de personeelskosten: 2014 2015 2016 2017 2018 en verder % 1,50 1,95 2,27 2,49 3,00 % vorig jaar 2,30 2,51 2,66 2,76 3,00 prijsstijging van de overige kosten: 2014 2015 2016 2017 2018 en verder % 1,50 1,95 2,27 2,49 3,00 % vorig jaar 2,30 2,51 2,66 2,76 3,00 genormeerde beheerskosten van (in €): 2014 2015 2016 en verder 849 810 789 Vorig jaar gehanteerde normen 856 856 879 Ten aanzien van het onderhoud: Voor de kosten voor 2014 is uitgegaan van de onderhoudsbegroting 2014. Voor de jaren 2015 en verder zijn wij uitgegaan van de gegevens uit de meerjarenonderhoudsbegroting. - Klachten- en mutatieonderhoud op basis van een norm per eenheid van € 68,90 (2012: € 69,79), en € 206,71 voor een woning (2012: € 209,37). - Een rekenrente van 5,25% (2012: 5,25). - De periode waarover contant gemaakt wordt is gelijk aan de resterende geschatte economische levensduur op basis van het strategisch voorraadbeheer. Voor flexibel gebouwde studentencomplexen en niet studentencomplexen geldt een levensduur van 50 jaar. - Uitgegaan is van een minimale levensduur van 15 jaar, tenzij er een beleidsvoornemen is tot sloop. - Restwaarde/sloopkosten: Uitgegaan is van een restwaarde van de grond van € 13.929 per verhuureenheid, zijnde de in 2013 geactualiseerde sociale grondprijs. Voor een studenteneenheid geldt een grondprijs van € 4.179 per eenheid (30%). Tevens is rekening gehouden met een bedrag voor sloopkosten en verhuiskostenvergoeding van € 2.441 per studenteneenheid en van € 11.946 voor woningen. - De saneringsheffing van het Centraal Fonds Volkshuisvesting en de te betalen vennootschapsbelasting maken geen onderdeel uit van de bedrijfswaarde. - Met ingang van 2014 is de wet maatregelen woningmarkt met daarin opgenomen de verhuurdersheffing van kracht De tarieven voor 2014 t/m 2017 bedragen respectievelijk 0,381%, 0,449%, 0,491% en 0,536% van de WOZ-waarde voor alle zelfstandige woongelegenheden met een huurprijs onder de liberalisatiegrens. De verhuurdersheffing is voor de gehele levensduur van de woningen ingerekend. Bij de bepaling van de bedrijfswaarde wordt geen rekening gehouden met de rentabiliteitswaardecorrectie van de bestaande leningenportefeuille en beleggingen. De rentabiliteitswaardecorrectie betreft het tijdelijke verschil tussen de contante waarde van de verwachte kasstromen uit hoofde van leningen en beleggingen en de waardering van deze posten op de balans. Idealis gaat er van uit dat alle kosten gerelateerd zijn aan de exploitatie van het vastgoed. De kosten voor leefbaarheid vormen een onderdeel van de personeelslasten en de onderhoudskosten en zijn toegerekend aan de exploitatie van het vastgoed. Herwaardering Het per saldo positieve verschil tussen de bedrijfswaarde van een complex enerzijds en de boekwaarde die dat complex zou hebben gehad bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen anderzijds, wordt als ongerealiseerde herwaardering (hierna aangeduid als ‘herwaarderingsreserve’) toegevoegd aan het eigen vermogen. Een per saldo negatief verschil komt ten laste van het resultaat. jaarverslag 2013 64 Positieve en negatieve verschillen op verschillende complexen worden hierbij niet gesaldeerd. Bij de bepaling van de herwaarderingsreserve is geen rekening gehouden met belastingverplichtingen. Mutaties in bedrijfswaarde Mutaties in de bedrijfswaarde van een complex worden als volgt verwerkt: - Bij een waardestijging: als een ongerealiseerde waardestijging ten gunste van het eigen vermogen (herwaardering) indien en voor zover de bedrijfswaarde hoger is dan de boekwaarde op dat moment zou zijn geweest bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen, en voor een eventueel resterende overige waardestijging als terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies. - Bij een waardedaling: als een negatieve herwaardering indien en voor zover er voor het betreffende complex op dat moment nog sprake is van een ongerealiseerde waardestijging, en voor het overige als een bijzonder waardeverminderingsverlies. Het hiervoor genoemde bijzondere waardeverminderingsverlies (respectievelijk de terugname daarvan) wordt ten laste (respectievelijk ten gunste) van de winst- en verliesrekening verantwoord onder de bedrijfslasten als ‘Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille’. Afschrijvingen Per component wordt lineair over de geschatte resterende levensduur afgeschreven over het verschil tussen de boekwaarde per 1 januari 2013 en de geschatte restwaarde van (de component van) het actief. Na verwerking van een mutatie in de bedrijfswaarde geldt de nieuwe bedrijfswaarde vanaf dat moment als basis voor de afschrijvingen in de toekomst. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Typering Dit betreffen complexen in aanbouw die zijn bestemd om te worden ingezet als vastgoed in exploitatie niet zijnde een vastgoedbelegging. Waarderingsgrondslag Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend vanaf het moment dat daadwerkelijk met ontwikkeling is gestart. Rente wordt uitsluitend toegerekend indien voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Bijzondere waardevermindering Idealis beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien de verwachte realiseerbare waarde lager is dan de verwachte totale geactiveerde kosten bij oplevering is sprake van een onrendabele top. Bij de bepaling of de onrendabele top leidt tot een bijzondere waardevermindering worden de boekwaarde en de bedrijfswaarde van de kasstroom genererende eenheid waartoe de onroerende zaken gaan behoren betrokken. Indien en voor zover de onrendabele top groter is dan het verschil tussen de bedrijfswaarde en de boekwaarde van de betreffende kasstroomgenererende eenheid, is sprake van een bijzondere waardevermindering van het vastgoed in ontwikkeling. Indien en voor zover de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van het vastgoed in ontwikkeling, dan wordt het vastgoed in ontwikkeling op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Afschrijvingen Op vastgoed in ontwikkeling wordt niet afgeschreven. Afschrijving vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in exploitatie zijn genomen. 65 jaarverslag 2013 (On-)roerende zaken ten dienste van bewoners De (on-)roerende en roerende zaken ten dienste van bewoners worden gewaardeerd op basis van aanschafwaarde onder aftrek van annuïtaire afschrijvingen. (On-)roerende zaken ten dienste van de exploitatie Waardering van deze activa vindt plaats op basis van aanschafwaarde onder aftrek van lineaire afschrijvingen. 2.6 Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen zijn onroerende zaken die worden aangehouden om huuropbrengsten, waardestijgingen of beide te realiseren. Vastgoedbeleggingen worden geclassificeerd als ‘vastgoedbeleggingen in exploitatie’ indien ze beschikbaar zijn voor verhuur. Typering Het commercieel vastgoed in exploitatie omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed. Waarderingsgrondslag Idealis waardeert haar commercieel vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en daarna tegen actuele waarde. Overige uitgangspunten De overige uitgangspunten van Sociaal vastgoed in exploitatie uit paragraaf 2.5 zijn ook van toepassing op commercieel vastgoed in exploitatie, met uitzondering van het volgende: als invulling van de actuele waarde geldt niet de bedrijfswaarde maar de reële waarde. Reële waarde De reële waarde is gebaseerd op de actuele marktsituatie en omstandigheden per balansdatum en geeft de meest waarschijnlijke prijs weer die redelijkerwijs op balansdatum had kunnen worden verkregen. De reële waarde wordt als volgt vastgesteld: 1. recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed; of (indien deze niet beschikbaar zijn): 2. recente verkoopopbrengsten van vergelijkbaar vastgoed met correcties voor verschillen in waardebepalende factoren van het te waarderen vastgoed en het vergelijkbare vastgoed; of (indien deze niet beschikbaar zijn): 3. minder recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed met aanpassingen die de veranderingen in de economische omstandigheden weergeven sinds de laatste transactiedata; of (indien deze niet beschikbaar zijn): 4. contante waarde van verwachte toekomstige kasstromen. Herwaardering Het per saldo positieve verschil tussen de reële waarde van een complex enerzijds en de boekwaarde die dat complex zou hebben gehad bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen anderzijds, wordt als ongerealiseerde herwaardering (hierna aangeduid als ‘herwaarderingsreserve’) toegevoegd aan het eigen vermogen. Bij de bepaling van de herwaarderingsreserve is geen rekening gehouden met belastingverplichtingen. In alle gevallen wordt tevens rekening gehouden met de contractuele verplichtingen van Idealis, zoals lopende huurcontracten. Jaarlijks wordt een gedeelte van het bezit getaxeerd op basis van referentietaxaties. Tussen de taxaties en de WOZ-taxatie is een duidelijke relatie te onderkennen die als basis is gebruikt voor de reële waarde van de totale commerciële portefeuille. Mutatie reële waarde Mutaties in de reële waarde van Commercieel vastgoed in exploitatie worden in de winst- en verliesrekening verantwoord onder ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. Voor zover het positieve mutaties ten opzichte ven de boekwaarde op basis van historische kostprijs betreffen worden mutaties in de reële waarde binnen het eigen vermogen afzonderlijk als ‘niet-gerealiseerde herwaardering’ bijgehouden en in de toelichting op het eigen vermogen vermeld. jaarverslag 2013 66 2.7 Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen waar geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een bijzondere waardevermindering vindt waardering plaats tegen de realiseerbare waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de winst- en verliesrekening. Latente belastingvorderingen en -verplichtingen Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens de fiscale voorschriften enerzijds en de boekwaarden, die in deze jaarrekening gevolgd worden, anderzijds. De berekening van de latente belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen de op het einde van het verslagjaar geldende belastingtarieven of tegen de in komende jaren geldende tarieven, voor zover reeds bij wet vastgesteld. Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse verliescompensatie worden opgenomen, voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut. Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vaste activa, latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen. Belastinglatenties worden gewaardeerd op basis van contante waarde. 2.8 Voorraden De voorraden grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd op verkrijgingsprijzen onder toepassing van de FIFO-methode (first in, first out) of lagere opbrengstwaarde. 2.9 Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, veelal gelijk aan de nominale waarde. Een voorziening voor oninbaarheid gebaseerd op een statische beoordeling per balansdatum wordt in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. 2.10 Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder de schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. 2.11 Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Voorziening onrendabele investeringen Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten. 67 jaarverslag 2013 Voorziening pensioenen Pensioenregeling van het bedrijfstakpensioenfonds voor de Woningcorporaties. Idealis heeft voor al haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. De hiervoor in aanmerking komende werknemers bouwen jaarlijks een pensioenrecht op over het loon van dat jaar (middelloonregeling). De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). Idealis betaalt hiervoor premies waarvan de werkgever iets meer en de werknemer iets minder dan de helft betaald. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2013 was de dekkingsgraad van het pensioenfonds 114%. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 105% te hebben. Het pensioenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten. Idealis heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij SPW, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Op de Nederlandse pensioenregelingen zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen betaald door Idealis. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. 2.12 Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de winst- en verliesrekening als interestlast verwerkt. De aflossingsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden. In leningen besloten derivaten worden niet afgesplitst en niet separaat verantwoord. Het effect van de dergelijke contractuele bepalingen wordt meegenomen in de effectieve rentevoet en de reële waarde ervan wordt toegelicht in paragraaf 6.10.1. 2.13 Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) Idealis maakt gebruik van rentederivaten. Deze worden tegen geamortiseerde kostprijs opgenomen. De wijze van verwerking van waardeveranderingen van het afgeleide financiële instrument is afhankelijk van of er met het afgeleide financiële instrument hedge accounting wordt toegepast. Indien er geen kostprijs hedge accounting wordt toegepast, wordt er door Idealis een voorziening getroffen voor een eventuele reële waarde van het derivaat die lager is dan de kostprijs. Idealis past waar mogelijk kostprijs hedge accounting toe. Op het moment van aangaan van een hedge relatie, wordt dit door Idealis gedocumenteerd. Idealis stelt middels een test periodiek de effectiviteit van de hedge relatie vast. Dit gebeurt door het vergelijken van de kritische kenmerken van het hedge instrument met die van de afgedekte positie, of door het vergelijken van de verandering in reële waarde van het hedge-instrument en de afgedekte positie indien de kritische kenmerken van het hedge instrument en die van de afgedekte positie niet aan elkaar gelijk zijn. Bij het toepassen van kostprijshedge-accounting is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de balans en de resultaatbepaling van het hedge-instrument afhankelijk van de afgedekte post. Dit betekent dat Idealis derivaten tegen kostprijs waardeert omdat de afgedekte leningen ook tegen kostprijs in de balans worden verwerkt. Het ineffectieve deel van de hedgerelatie wordt direct in de winst- en verliesrekening verwerkt indien het hedge instrument een negatieve reële waarde heeft. jaarverslag 2013 68 3 Grondslagen voor waardering van het resultaat 3.1 Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op de transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen reeds zodra zij voorzienbaar zijn. Het resultaat wordt tevens bepaald met inachtneming van de verwerking van ongerealiseerde waardeveranderingen van de op actuele waarde gewaardeerde (on)roerende zaken in exploitatie en afgeleide financiële instrumenten. 3.1.1 Opbrengstverantwoording algemeen Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. 3.1.2 Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die behoren tot de gewone bedrijfsuitoefening, maar op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter afzonderlijk worden toegelicht, teneinde een goed inzicht te geven in het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening van de corporatie en met name de ontwikkeling daarin. Bijzondere posten worden met het oog op de analyse en de vergelijkbaarheid van de resultaten zoveel als mogelijk naar aard en omvang afzonderlijk en ongesaldeerd toegelicht. 3.2 Bedrijfsopbrengsten 3.2.1 Huuropbrengsten De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Zelfstandige woningen Voor 2013 was dit maximumpercentage afhankelijk van het inkomen van de huurders. - Bij een huishoudinkomen < € 33.614 was de maximale huurverhoging 4,0% (inflatie + 1,5%). - Bij inkomens tussen € 33.614 en € 43.000 bedroeg de maximale verhoging 4,5% . - Bij inkomens boven de € 43.000 bedroeg het maximum 6,5%. Onzelfstandige woningen De maximale huurverhoging voor deze categorie woningen bedroeg 4%. Voor zowel de zelfstandige als de onzelfstandige woningen is bij de aanpassing van de maximaal redelijke huren uitgegaan van een verhoging van 2,5%. 3.2.2 Opbrengsten servicecontracten Dit betreffen ontvangen bedragen van huurders en bewoners ter dekking van te maken en gemaakte servicekosten. Jaarlijks vindt verrekening plaats op basis van de daadwerkelijke bestedingen. De kosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten. 3.3 Bedrijfslasten 3.3.1 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op basis van de actuele waarde. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte gebruiksduur. Met een mogelijke restwaarde wordt rekening gehouden. Over terreinen en op reële waarde gewaardeerde vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. De afschrijvingen op materiële vaste activa ten dienste van bewoners en ten dienste van de exploitatie worden gebaseerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire of annuïtaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Met eventuele restwaarde is geen rekening gehouden. 3.3.2 Overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op afboekingen uit hoofde van bijzondere waardevermindering dan wel een terugneming daarvan. (Mutaties in) bijzondere waardeverminderingen ontstaan door een jaarlijkse toets van de bedrijfswaarde ten opzichte van de waarde gebaseerd op historische kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen. 69 jaarverslag 2013 3.3.3 Lonen en salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de geldende arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening, voor zover ze verschuldigd zijn aan de werknemers. 3.3.4 Pensioenen Idealis heeft alle pensioenregelingen verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord. 3.3.5 Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord, onderhoudskosten die een stijging van de huuropbrengsten tot gevolg hebben worden geactiveerd. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen, waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum, worden verwerkt onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen. Idealis kent geen eigen onderhoudsdienst zodat er alleen sprake is van kosten van derden. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. 3.3.6 Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 3.3.7 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille De niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille hebben betrekking op waardemutaties van op reële waarde geactiveerde activa. 3.3.8 Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten en disagio op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. 3.3.9 Activeren van rentelasten Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Geactiveerde rente wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen onder de post rentebaten en soortgelijke opbrengsten. 3.3.10 Belastingen Vanaf 1 januari 2008 is Idealis integraal belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. Idealis heeft de vaststellingsovereenkomst niet ondertekend wegens verschil van inzicht over de waardering van de studenteneenheden op de openingsbalans. Eind december 2012 hebben Idealis en de Belastinginspectie overeenstemming bereikt over de waardering, in januari 2013 is een vatstellingsovereenkomst door beide partijen ondertekend. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. jaarverslag 2013 70 4 Financiële instrumenten en risicobeheersing Het treasurybeleid is vastgelegd in het treasurystatuut dat begin 2014 is geactualiseerd. Daar in zijn de Beleidsregels derivaten opgenomen. In het treasurystatuut wordt het gebruik van niet complexe derivaten onder voorwaarden toegestaan. Binnen het treasurybeleid van Idealis dient het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) ter beperking van inherente financiële risico's. Op grond van het vigerende treasurystatuut is het gebruik van derivaten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met de financieringspositie of het belegde vermogen kan worden gelegd. Derivaten mogen niet worden gebruikt voor het innemen van een speculatieve positie. Valutarisico Idealis is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valuta risico. Prijsrisico Idealis loopt geen risico’s ten aanzien van de waardering van effecten, opgenomen onder financiële vaste activa en effecten. Renterisico Idealis kan renterisico lopen met betrekking tot de reële waarde van de rentedragende vorderingen en effecten met name onder financiële vaste activa Leningen u/g en Overige effecten als gevolg van wijzingen in de marktrente. Deze situatie doet zich op balansdatum niet voor. Idealis maakt in voorkomende gevallen geen gebruik van derivaten om dit risico af te dekken. Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt Idealis risico ten aanzien van toekomstige kasstromen als gevolg van wijzigingen in de rentestanden. Met betrekking tot bepaalde variabel rentende schulden (schulden aan kredietinstellingen) heeft Idealis renteswaps gecontracteerd, zodat zij per saldo een vaste rente betaalt. Per financieringsbesluit maakt Idealis een bewuste keuze over het aantrekken van een lening tegen vaste rente of van een lening tegen variabele rente onder gelijktijdige afsluiting van een rente-instrument waarmee de variabele rente effectief in een vaste rente wordt omgezet. Daarbij zullen nieuwe derivatentransacties slechts worden afgesloten na voorafgaande toestemming van de Raad van Commissarissen waarbij beoordeling van de toegevoegde waarde plaatsvindt. De financiële instrumenten dienen tot een volledige effectieve hedge te leiden, dat wil zeggen dat betaaldata en hoofdsom van variabel rentende leningen gelijk zijn aan betaaldata van de onderliggende waarde (notional value) van de derivaten, en de ingangs- en einddatum van het derivaat gelijk zijn aan de ingangs- en einddatum van de variabel rentende lening, of volledig daarbinnen vallen. Bij een stijging van de marktrente met 1% neemt de te betalen rente onder gelijk blijvende omstandigheden in 2014 met € 29.000 toe. Kredietrisico Idealis heeft geen significante concentraties van kredietrisico met betrekking tot haar derivaten en effecten. Idealis maakt gebruik van meerdere banken als tegenpartij teneinde kredietrisico te spreiden. Liquiditeitsrisico Relevante indicatoren voor het liquiditeitsrisico dat Idealis loopt per balansdatum zijn als volgt: (x € 1.000): In 2014 af te lossen op leningen Lopende investeringsverplichtingen 2014-2015 Kredietlimiet Resterende Borgingsruimte WSW Verwachte operationele kasstroom 175 22.862 5.000 20.400 2.327 Investeringsverplichtingen worden uitsluitend aangegaan indien Idealis zeker heeft gesteld dat hiervoor financiering beschikbaar is of is toegezegd. De vervalkalender van de bestaande leningportefeuille wordt constant gemonitord. 71 jaarverslag 2013 Stresstest Ultimo 2013 heeft het Centraal Fonds Volkshuisvesting een stresstest uitgevoerd voor de derivatenportefeuille van corporaties. Voor Idealis leverde dit de volgende uitkomsten op: Overzicht portefeuille zonder tussentijdse marktwaardeverrekening Omschrijving Renteswaps payer Wijziging marktwaarde Totaal onderliggende waarde 15.000 Bij rentedaling 1% Bij rentedaling 2% x € 1.000 Totaal marktwaarde -2.257 -2.879 -3.477 Omdat er geen sprake is van tussentijdse verrekening van marktwaarde wordt er geen liquiditeitscrisis gelopen op dit aspect. Beschikbaarheidsrisico Voor de beschikbaarheid van financiering is de organisatie sterk afhankelijk van het blijvend functioneren van het borgingsstelsel via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Reële waarde van financiële instrumenten De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn. Indien niet direct een betrouwbare reële waarde is aan te wijzen, wordt de reële waarde benaderd door deze af te leiden uit de reële waarde van bestanddelen of van een soortgelijk financieel instrument, of met behulp van waarderingsmodellen en waarderingstechnieken. Hierbij wordt gebruikgemaakt van recente gelijksoortige ‘at arm’s length’transacties, en van netto contante waardemethodes waarbij rekening wordt gehouden met specifieke omstandigheden. 5 Belangrijke inschattingen t.a.v. waardering en resultaatbepaling Het management dient daartoe bepaalde veronderstellingen en schattingen te maken die van invloed zijn op de waardering van activa en verplichtingen, op de resultaatbepaling en de rapportage van voorwaardelijke activa en verplichtingen. 5.1 Waardering vaste activa 5.1.1 Materiële vaste activa, actuele waarde Idealis waardeert haar sociaal vastgoed in exploitatie op actuele waarde, zijnde de laagste van de bedrijfswaarde en de vervangingswaarde. Veelal is dit de bedrijfswaarde. Hierdoor hebben schattingen waarop de bedrijfswaarde is gebaseerd een belangrijke invloed op de waardering van het sociaal vastgoed in exploitatie en het resultaat over het boekjaar. De kasstromen waarop de bedrijfswaarden zijn gebaseerd hebben in het algemeen een redelijk voorspelbaar trendmatig karakter. De volgende aspecten kennen ten tijde van het opmaken van deze jaarrekening een grotere onzekerheid. Verhuurdersheffing De sector is geconfronteerd met de verhuurdersheffing voor zelfstandige woningen. De basis voor deze heffing, en precieze hoogte ervan in de periode 2014-2017 is inmiddels bekend. Het aantal jaren dat deze heffing zal blijven bestaan is nog onzeker. Idealis heeft hiervoor de beste schattingen gehanteerd en de heffing ingerekend gedurende de gehele levensduur van de woningen. 5.1.2 Vastgoed beleggingen Jaarlijks wordt een gedeelte van het bezit getaxeerd op basis van referentietaxaties. Tussen de taxaties en de WOZ-taxatie is een duidelijke relatie te onderkennen die als basis is gebruikt voor de reële waarde van de totale commerciële portefeuille. 5.2 Timing en verwerking onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering In de jaarrekening worden, naast juridisch afdwingbare verplichtingen, tevens feitelijke verplichtingen verwerkt, die kunnen worden gekwalificeerd als ‘intern geformaliseerd en extern jaarverslag 2013 72 gecommuniceerd’. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitief ontwerp fase en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden. 5.3 Verwerking fiscaliteit Ten aanzien van de acute belastinglast en belastinglatenties in de jaarrekening heeft Idealis een aantal standpunten ingenomen, die inmiddels bij de aanslagen over de verslagjaren 2006 tot en met 2011 door de fiscus zijn getoetst. De belangrijkste standpunten betroffen: - Het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen. - De waardering van de openingsbalans en daarmee de omvang van de afschrijvingslasten. De door Idealis gehanteerde waardering van de openingsbalans is door de belastingdienst akkoord bevonden en de aanslagen over de jaren t/m 2011 zijn op grond daarvan vastgesteld. 6 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt voor de bepaling van de kasstromen uit operationele activiteiten het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar en voor mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met een looptijd langer dan drie maanden. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen rekening houdend met de onder overige schulden opgenomen verplichtingen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. 73 jaarverslag 2013 7 Toelichting op de afzonderlijke posten van de balans (alle bedragen x € 1.000) 7.1 Immateriële vaste activa In deze post zijn de kosten die zijn gemaakt in verband met: - de implementatie van het Woonmatchingsysteem van het NCCW verantwoord. De investering zal in 6 jaar worden afgeschreven, deze termijn komt overeen met de looptijd van het contract met het NCCW; - de aanschaf van programmatuur ten behoeve van het maken van financiële prognoses (WALS), deze investering wordt in 5 jaar afgeschreven; - de aanloopkosten voor de in 2012 gerealiseerde nieuwe website. Deze investering wordt in 5 jaar afgeschreven; - de aanloopkosten voor de in 2012 in gebruik genomen programmatuur voor werkbonnen. Deze investering wordt in 5 jaar afgeschreven. 2013 2012 761 347 414 636 -204 432 Mutaties: Investeringen Afschrijvingen 62 -159 125 -143 31 december Verkrijgingsprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 823 -506 317 761 -347 414 1 januari Verkrijgingsprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 7.2 Materiële vaste activa De mutaties in het sociaal vastgoed in exploitatie zijn in het navolgende schema samengevat: Stand per 31 december 2012 Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen Boekwaarden per 31 december 2012 Mutaties 2013 Investeringen Herwaardering Afschrijvingen Terugname van waardeverminderingen Overboekingen Totaal mutaties Stand per 31 december 2013 Verkrijgingsprijzen Herwaardering Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen Boekwaarden per 31 december 2013 84.209 35.840 -54.058 65.991 16.136 8.643 -3.730 1.968 -1.719 21.298 98.324 41.935 -52.970 87.289 Idealis onderscheidt in het sociaal vastgoed in exploitatie de volgende componenten en afschrijvingstermijnen: – Grond geen afschrijvingen – Opstal op basis van verwachte restantlevensduur variërend 3-50 jaar – Internet-bekabeling 12 jaar In de post sociaal vastgoed in exploitatie zijn 4.449 woningen opgenomen. De geschatte waarde gebaseerd op de meest recente WOZ beschikkingen van deze eenheden bedraagt ca € 115,8 miljoen. jaarverslag 2013 74 De mutaties in de overige materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat: Vastgoed in ontwikkeling voor eigen exploitatie 31 december 2012 Verkrijgingsprijzen Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 31 december 2012 Mutaties 2013 Investeringen Overboeking investeringen Desinvesteringen (cumulatieve aanschafwaarde) Afschrijvingen Desinvesteringen (cumulatieve afschrijvingen) Waardeverminderingen Overboeking waardeverminderingen Boekwaarde 31 december 2013 Specificatie: Verkrijgingsprijzen Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen (On)roerende zaken t.d.v. bewoners (On)roerende zaken t.d.v. exploitatie 12.630 4.520 334 12.630 -2.901 1.619 -223 111 3.547 -16.177 - 563 5 -91 -30 - -453 91 -34 30 - - - - 1.729 82 - 4.992 309 -3.263 1.729 -227 82 (On)roerende zaken ten dienste van bewoners Deze post bestaat uit inventaris ten behoeve van bewoners, afschrijving vindt plaats volgens de annuïtaire methode in 2-15 jaar. (On)roerende zaken ten dienste van de exploitatie Deze activa zijn gewaardeerd tegen aanschafwaarde verminderd met de daarop toegepaste afschrijvingen op basis van het lineaire afschrijvingssysteem. De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn 10 jaar voor meubilair en 3 of 5 jaar voor apparatuur en programmatuur. Verzekering De activa zijn verzekerd tegen aanschaf- c.q. voortbrengingskosten waarbij een vaste premie per eenheid geldt. Financiering Het onroerend goed is nagenoeg in zijn geheel gefinancierd met kapitaalmarktleningen onder garantie van de overheid of het WSW. Er zijn geen hypothecaire zekerheden afgegeven. 75 jaarverslag 2013 7.3 Vastgoedbeleggingen De mutaties in het commercieel vastgoed in exploitatie betreffen: Boekwaarden per 31 december 2012 Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen Boekwaarden per 1 januari 2012 Mutaties 2013 Herwaarderingen Waardeverminderingen Overboekingen Totaal mutaties Stand per 31 december 2013 Verkrijgingsprijzen Herwaardering Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen Boekwaarden per 31 december 2013 6.978 1.671 -2.508 6.141 71 -68 1.719 1.722 9.045 1.950 -3.132 7.863 In de post commercieel vastgoed in exploitatie zijn 54 woningen, 14 parkeerplaatsen, 3 winkels en 1 horecagelegenheid opgenomen. De geschatte waarde gebaseerd op de meest recente WOZbeschikkingen van deze eenheden bedraagt ca € 12,1 miljoen. De actuele waarde gebaseerd op de bedrijfswaarde van het Commercieel vastgoed in exploitatie bedraagt € 7,5 miljoen. 7.4 Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden gevormd door een deelneming in het aandelenkapitaal van Woningnet. Deelnemingen In 2007 heeft Idealis 100 aandelen in Woningnet NV verworven. De mutaties in de financiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat Financiële vaste activa 31 december 2012 Mutatie 31 december 2013 Deelnemingen Latente belasting vordering Totaal 1 1 1.644 -1.025 619 1.645 -1.025 620 Compensabele verliezen 1.621 7 -1.025 603 Totaal De samenstelling van de latente belastingvordering luidt als volgt: Verrekenbare tijdelijke verschillen 31 december 2012 Mutatie Over resultaat 2013 31 december 2013 Niet opgenomen 1 januari 2013 23 -7 16 1.644 -1.025 619 17.150 Naar verwachting zullen de opgenomen compensabele verliezen binnen de verliesverrekeningstermijn van 9 jaar verrekend worden. Van de niet opgenomen verrekenbare tijdelijke verschillen en compensabele verliezen is het (nog) niet waarschijnlijk dat toekomstige fiscale winst beschikbaar komt ter compensatie of dat verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut. Indien de latentie zou worden gewaardeerd tegen nominale waarde dan bedraagt deze circa € 17,1 miljoen, dit betreft met name het vastgoed. Door doorexploitatie van het vastgoed zal de afwikkeling hiervan oneindig doorgeschoven worden naar de toekomst. jaarverslag 2013 76 31-12-2013 31-12-2012 13 19 7.6.1 Debiteuren Huurdebiteuren * 64 49 Totaal debiteuren 64 49 36 26 10 235 18 263 105 12 117 82 57 10 149 64 55 20 24 163 457 11 59.036 49.065 493 49.558 2.273 7.205 59.036 7.5 Voorraden Inventarisartikelen 7.6 Vorderingen * terugwerkende kracht mutaties 7.6.2 Overige vorderingen* Te vorderen BTW Wageningen UR i.v.m. huisvesting internationale studenten Overige debiteuren Totaal overige vorderingen *deze vorderingen worden naar verwachting binnen een jaar Afgewikkeld 7.6.3 Overlopende activa Vooruitbetaalde kosten: gas, water, elektra en rioolrecht Cegeka Verzekering Diversen Totaal overlopende activa 7.7 Liquide middelen Kas/bank Deze middelen zijn vrij beschikbaar. 7.8 Eigen vermogen 7.8.1 Overige reserves Het verloop van de algemene bedrijfsreserve is als volgt: Stand per 31 december Effecten stelselwijziging Stand per 1 januari Uit resultaatbestemming Overige mutaties Stand per 31 december 59.036 -10.070 8.643 57.609 Overeenkomstig artikel 12 van de statuten van Idealis moet het hele vermogen binnen de kaders van de woonwet en het BBSH besteed te worden. De overige mutaties hebben betrekking op mutaties in de herwaarderingsreserve van het sociale vastgoed. Ultimo 2013 is in totaal € 43.885.000 aan ongerealiseerde herwaarderingen in de overige reserves begrepen (ultimo 2012 € 37.511.000). In 2013 is € 1.126.000 aan de ongerealiseerde herwaardering onttrokken wegens terugname van eerdere toevoegingen, € 2.294.000 via het resultaat onttrokken wegens realisatie door afschrijvingen en € 9.794.000 toegevoegd wegens herwaardering ten gunste van het eigen vermogen. 7.8.2 Voorzieningen Stand per 1 januari Dotatie Stand per 31 december 77 Onrendabele investeringen -11.109 -11.109 jaarverslag 2013 De voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw betreft het per saldo verlieslatende deel van contracten afgesloten ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwbouw huurwoningen waarvoor nog onvoldoende kosten zijn gemaakt om het bedrag daarop in mindering te brengen. Bij de bepaling van de voorziening is uitgegaan van een disconteringsvoet van 5,25%, de voorziening kent een kortlopend karakter. 7.9 Langlopende schulden 2013 looptijd < 5 jaar Leningen kredietinstellingen: Annuïtair Fixe Variabele roll-over Totaal langlopende schulden Looptijd >5jaar 354 15.000 15.354 8.000 2.900 10.900 rentevoet 2012 Totaal rentevoet 4,68% 528 4,68% var 20.000 20.528 var Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het jaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. De aflossingsverplichting over 2013 bedraagt € 175.000. Leningen overheid en kredietinstellingen De mutaties in 2013 kunnen als volgt worden toegelicht: Saldo per 1 januari Bij: nieuw aangetrokken leningen Af: aflossingen Saldo per 31 december Leningen overheid 2.920 2.920 - Leningen kredietinstellingen 20.689 5.900 160 26.429 Totaal 23.609 5.900 3.080 26.429 Van de leningen overheid en kredietinstellingen is een totaalbedrag van € 26.429.000 opgenomen waarvoor WSW borging is verkregen. De marktwaarde van de leningen op 31 december bedroeg € 27.860.000. Onder de leningen is een 50-jarige zogenaamde basisrentelening van € 5 mln opgenomen. Op deze lening wordt met ingang van 2 april 2013 een vaste basisrente betaald van 3,62%, tot die tijd was 1 maand Euribor + 0,30 % verschuldigd. De credit spread die op deze lening wordt betaald wordt periodiek herzien, tot 2 april 2018 is de credit spread 0,37% en bedraagt de totale rente 3,99%. Als op het moment van credit spread herziening geen akkoord met de kredietinstelling wordt bereikt over de hoogte ervan is de lening opeisbaar en dient er een break cost te worden betaald gelijk aan de netto contante waarde van het verschil tussen de dan geldende marktrente en de in de lening overeengekomen basisrente. Daarnaast is er een lening van € 2.9 mln gesloten met als basisrente 3 maands Euribor + een opslag van 0,32%. De opslag zal met ingang van 1 december 2015 herzien worden. De duration van de gehele portefeuille (inclusief het effect van de renteswaps) bedraagt 5,6 jaar (2012: 6,158 jaar). 7.10 Kortlopende schulden Kortlopende schulden Schulden overheid Schulden kredietinstellingen Bankkrediet* Schulden aan leveranciers Af te dragen loonheffing Af te dragen btw Overige schulden Af te dragen pensioenpremie Verplichting vakantiedagen Rekening courant inventaris* Rekening courant servicekosten Rekening courant vervanging vloerbedekking* Rekening courant huurdersonderhoud Waarborgsommen* jaarverslag 2013 31-12-2013 31-12-2012 175 1.372 79 - 2.920 161 2.172 1.213 101 3 24 71 63 291 74 891 5 58 93 104 469 74 746 4 78 31-12-2013 31-12-2012 335 285 209 3.874 273 776 179 9.346 Overlopende passiva: Nog te betalen rente op leningen Nog te betalen kosten Vooruit ontvangen huur Totaal kortlopende schulden *deze schulden hebben een looptijd > 1 jaar 7.11 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Investeringsverplichtingen In het kader van de ontwikkeling van de nieuwe complexen Lawickse Hof en Bellostraat zijn er in totaal voor € 22.862.000 koop-aannemingsovereenkomsten gesloten. Onderhoudsverplichtingen Van de onderhoudskosten die zijn ingerekend voor 2013 in de bedrijfswaarde is reeds voor € 662.000 verplichtingen aangegaan. Huurverplichtingen Het jaarlijks bedrag van de met de Wageningen UR aangegane huurverplichting van het kantoorpand Duivendaal 1 bedraagt in totaal € 134.000. Deze huurverplichtingen zijn met ingang van 2 september 1992 aangegaan voor 10 jaar, met optie tot verlenging van twee maal vijf jaar. Idealis heeft van deze optie gebruik gemaakt en vervolgens het contract verlengd tot 1 januari 2015. ICT In het kader van de ICT was per 31 december voor in totaal € 439.000 aan verplichtingen aangegaan in de vorm van contracten met NCCW (€ 211.000) en Cegeka (€ 228.000). Deze contracten hebben een looptijd van respectievelijk 7 en 5 jaar en lopen tot 2016 en 2015. Heffing saneringsfonds Idealis zal de komende 5 jaar naar verwachting € 1.573.000 moeten afdragen aan door het Centraal Fonds Volkshuisvesting opgelegde saneringsheffingen. Dit bedrag is op basis van de volgende tarieven 2014 2015 2016 2017 2018 Zelfstandige eenheden 204 120 120 60 60 Onzelfstandige eenheden 102 60 60 30 30 Obligo WSW Uit hoofde van het borgingsstelsel heeft Idealis een obligo verplichting jegens het WSW van 3,85% van de restschuld van de door Idealis opgenomen, door het WSW geborgde leningen. Ultimo 2013 bedraagt dit obligo € 877.000. Indien het WSW dit obligo zou opeisen dient Idealis het bedrag binnen 30 dagen aan het WSW over te maken. Idealis verwacht indien noodzakelijk aan deze verplichting te kunnen voldoen door het nog niet benutte deel van het bestaande financieringskrediet aan te spreken, en zo nodig een aanvullende lening aan te trekken binnen het aanwezige faciliteringsvolume. Het bedrag van € 877.000 is als volgt bepaald: Schuldrestant geborgde lening Leningen met variabele hoofdsom Overige leningen totaal schuldrestant € 15.000.000 € 11.529.000 € 26.529.000 berekenen over 75% 3,85% € 433.125 € 443.866 € 876.991 Financiële instrumenten Het treasurybeleid is begin 2014 aangepast aan de nieuwe voorschriften van de rijksoverheid. In het treasurystatuut wordt het gebruik van niet complexe derivaten onder voorwaarden toegestaan. Deze instrumenten worden uitsluitend toegepast in het kader van beperking van renterisico's/looptijdrisico's. 79 jaarverslag 2013 Op 5 januari 2007 is een per 1 december 2009 ingaande payers-swap afgesloten met de volgende modaliteiten: Hoofdsom Startdatum Einddatum Idealis betaalt Idealis ontvangt € 5.000.000 1 december 2009 2 december 2019 4.349% per jaar op basis van 30/360 3-maands Euribor op basis van werkelijk/360 Op 14 december 2007 is een per 1 januari 2008 ingaande payers-swap afgesloten met de volgende modaliteiten: Hoofdsom Startdatum Einddatum Idealis betaalt Idealis ontvangt € 5.000.000 1 januari 2008 1 juli 2016 4.6825% per jaar op basis van 30/360 3-maands Euribor op basis van werkelijk/360 Op 3 maart 2008 is een per 1 november 2010 ingaande payers-swap afgesloten met de volgende modaliteiten: Hoofdsom Startdatum Einddatum Idealis betaalt Idealis ontvangt € 5.000.000 1 november 2010 1 november 2017 4.55% per jaar op basis van 30/360 3-maands Euribor op basis van werkelijk/360 Onderstaande tabel geeft een overzicht van de marktwaarde en boekwaarde van de verschillende financiële instrumenten per 31 december 2013. (x € 1.000): 2013 reële waarde 457 27.860 boekwaarde Liquide middelen Schulden aan kredietinstellingen en overheid Rente swaps* * bij deze producten is er geen sprake van bijstortverplichtingen 457 26.429 -2.257 2012 reële waarde 11 23.599 -2.976 boekwaarde 16 23.609 Kredietfaciliteit Idealis heeft een kredietfaciliteit bij de Bank Nederlandse Gemeenten van € 5.000.000. Op 31 december werd hiervan geen gebruik gemaakt. Energiebelasting/belasting op leidingwater In 2011 heeft Idealis om teruggave verzocht van energiebelasting en Belasting op Leidingwater over de jaren vanaf 2006 in verband met een gewijzigde objectafbakening voor de WOZ. Daarnaast is een beroep gedaan op de 50%-regeling die geldt voor organisaties met maatschappelijke doelstellingen voor de jaren 2006 en 2007. Inmiddels is het verzoek in het kader van de 50%-regeling afgewezen. Op het verzoek om teruggave in verband met de objectafbakening is door de belastingdienst nog geen officieel standpunt ingenomen. Toezicht belemmerende maatregelen Idealis heeft het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting een opgave verstrekt van mogelijke toezichtbelemmerende maatregelen in haar lening- en derivatencontracten. Uitgaande van nadere definities van het CFV is gebleken dat in de contracten van Idealis inderdaad sprake is van enkele toezichtbelemmerende bepalingen en wij hebben actie ondernomen om deze bepalingen te elimineren. Omdat op 31 december dit niet gerealiseerd was heeft het CFV bepaald dat Idealis voor 1 maart 2014 een Plan van Aanpak in moest dienen. Wij hebben dit plan opgesteld en in februari naar het CFV gezonden. Vooralsnog gaan wij er van uit dat de contracten niet afgekocht hoeven te worden. jaarverslag 2013 80 8 Toelichting op de afzonderlijke posten van de winst- en verliesrekening (x € 1.000) Specificaties 8.1 Huuropbrengsten Woningen en woongebouwen Overige onroerende zaken Huurderving wegens leegstand Totaal 2013 2012 11.819 60 -77 11.802 10.026 59 -33 10.052 De mutatie in de huuropbrengsten van woningen en woongebouwen bestaat uit: Huuropbrengsten 2012 10.026 verhoging van de huren wegens algemene huurverhoging 277 verhoging als gevolg van harmonisatie 394 wijziging fiscaal regime 14 het in exploitatie komen van nieuwe woningen 1.108 Huuropbrengst 2013 11.819 8.2 Opbrengsten servicecontracten De te ontvangen vergoedingen zijn gewijzigd als gevolg van: verhoging/verlaging van de vergoedingen het in exploitatie komen van nieuwe woningen 8.3 Overige bedrijfsopbrengsten Beheeractiviteiten Contractkosten Huur GSM-masten Diversen Totaal 5.477 5.076 32 369 129 53 21 5 208 218 38 21 8 285 158 3.730 453 34 4.375 143 3.164 434 42 3.783 -1.968 68 6.336 4.773 9.209 -1.502 172 -2.576 205 -3.701 Af: doorberekende personeelskosten Totaal 1.672 280 330 240 2.522 -429 2.093 1.919 264 347 153 2.683 -416 2.267 8.7 Lasten onderhoud Totaal onderhoudsuitgaven Doorberekend naar levering en diensten Overig doorberekend/geactiveerd Totaal 2.524 -162 -6 2.356 3.652 -321 -213 3.118 8.4 Afschrijving (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Afschrijving immateriële vaste activa Afschrijving sociaal vastgoed zaken in exploitatie Afschrijving (on)roerende zaken ten dienste van de bewoners Afschrijving (on)roerende zaken ten dienste van de exploitatie Totaal 8.5 Overige waardeverminderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Sociaal vastgoed in exploitatie Vastgoedbeleggingen Rijnveste Ben van Londenstraat Lawickse Hof Bellostraat Totaal 8.6 Personeelslasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Overige personeelslasten 81 jaarverslag 2013 2013 2012 De onderhoudsuitgaven zijn te verdelen in: Planmatig onderhoud Klachten- en mutatieonderhoud Geactiveerde kosten/door te berekenen kosten Totaal 2.030 488 6 2.524 2.808 518 326 3.652 8.8 5.024 4.643 193 1.478 1.671 198 1.415 1.613 318 577 46 90 2.702 115 43 45 115 1.931 131 62 193 128 70 198 543 73 15 44 37 53 35 527 31 24 71 25 1.478 446 75 10 52 44 50 34 460 31 23 78 112 1.415 44 9 53 43 7 50 71 -202 33 912 131 698 57 1.002 43 872 58 99 157 284 97 381 -845 -491 Lasten servicecontracten 8.9 Overige bedrijfskosten Huisvestingskosten Algemene kosten Belastingen Heffingen CFV Verzekeringen Kosten huisvesting buitenlandse studenten Totaal De huisvestingskosten bestaan uit: Huur kantoor Servicekosten en diversen Totaal De algemene kosten bestaan uit: Kosten automatisering Kosten marketing en communicatie Kosten kopiëren en kantoorbenodigdheden Porti en telefoon Brand-/WA-/reconstructie- /CAR- en computerverzekering Accountantskosten* Bewonersparticipatie Externe adviseurs Bijdrage KENCES Contributie landelijke federatie Kosten Raad van Commissarissen Overige algemene kosten Totaal * Kosten PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.: Controle van de jaarrekening Andere controle werkzaamheden Totaal 8.10 Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Waardeveranderingen Commercieel vastgoed in exploitatie 8.11 Financiële baten en lasten Rente lasten en soortgelijke kosten Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Rente kortlopende schulden Overige schulden Totaal rentelasten en soortgelijke kosten Rente baten en soortgelijke opbrengsten (On)roerende zaken in ontwikkeling (On)roerende zaken ten dienste van de bewoners Totaal rentebaten en soortgelijke opbrengsten Totaal financiële baten en lasten jaarverslag 2013 82 2013 8.12 Belastingen Acute belastingen Latente belastingen per 1 januari Latente belastingen per 31 december Mutatie latente belastingen Jaarlast De acute belastinglast is als volgt bepaald: Resultaat voor belastingen volgens de jaarrekening Overige waardeverminderingen vaste activa Afschrijvingen Heffing saneringssteun/bijzondere projectsteun Tijdelijke verschillen voorzieningen Vrijval latentie ten gunste van boekjaar Resultaat betreffende de jaren voor vpb-plicht Verschillen aangiften 2008-2011 a.g.v. definitieve aanslagen Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Afschrijving geactiveerd onderhoud Belastbaar bedrag Verschuldigde winstbelasting 2012 -1.018 23 16 -399 30 23 -7 -1.025 -7 -406 -9.046 9.209 3.268 574 103 -28 2.679 -3.701 2.537 43 -50 -28 -170 85 202 1.597 -399 121 -71 -60 4.070 1.018 Uitgegaan is van een gemiddeld wettelijk belastingtarief van 25%. De hogere effectieve belastingdruk wordt veroorzaakt door verschillen in fiscale en commerciële resultaatbepaling en het benutten van fiscale verliescompensatie en fiscaal vrijgestelde winstbestanddelen. Dit betreft onder meer verschillen in de verwerking van resultaten uit bijzondere waardeverminderingen, afschrijvingen op het vastgoed , activa ten dienste van de exploitatie en geactiveerd onderhoud, de verwerking van huurderonderhoud en de fiscaal niet aftrekbare heffing van het Centraal Fonds Volkshuisvesting. Het toepasselijke belastingtarief is overeenkomstig voorgaand jaar. 83 jaarverslag 2013 8.13 Overige informatie 8.13.1 Werknemers Gedurende het jaar 2012 had Idealis gemiddeld 32,51 (2012: 32,33) werknemers in dienst. Dit aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten. Geen van de werknemers is buiten Nederland werkzaam (evenals in 2012). 8.13.2 Bezoldiging Raad van Commissarissen en bestuurder Lasten ter zake van bezoldiging en ter zake van pensioenen van: - bestuurders en voormalige bestuurders € 79.982 (voorgaand jaar € 353.456) - commissarissen en voormalige commissarissen € 50.613 (voorgaand jaar € 50.373) De bezoldiging van bestuurders omvat: - periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, doorbetaling bij vakantie en ziekte); - beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten, VUT); - uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband. Periodiek betaalde beloningen S.M.E. Deenen H. van Medenbach H.F.A.M. Huijsmans Totaal 2013 30.194 43.493 73.687 Beloningen betaalbaar op termijn 2012 2013 6.295 143.041 5.082 148.123 6.295 2012 Uitkering bij beëindiging van het dienstverband 2013 2012 30.333 175.000 30.333 175.000 De bezoldiging van de Raad van Commissarissen kan als volgt worden gespecificeerd: J.F. Houterman, voorzitter P.A. van Weezel Errens, vice voorzitter P. Booman J.M. Ester W. de Jager G.W. Wolters-van Keulen H. Berends A.N. Fraaij Als lid van de Raad van Commissarissen 2013 2012 9.812 11.292 8.161 9.161 3.264 6.528 6.528 6.528 6.528 6.528 6.528 6.528 6.528 6.528 544 Totaal 50.613 50.373 Overige kosten vergoedingen 2013 2012 71 148 533 414 885 70 252 719 836 351 2.154 3.125 8.13.3 Wet Normering Topinkomens Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 27 februari 2014 inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. Bezoldiging topfunctionarissen met dienstbetrekking Naam Functie S.M.E. Deenen Directeur/ bestuurder jaarverslag 2013 beloning € 27.591 Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen € 71 Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn € 6.295 Duur van het dienstverband 15-09 t/m 31-12 Omvang van het dienstverband in het jaar 100% 84 Bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen zonder dienstbetrekking Naam Functie H.F.A.M. Huijsmans Directeur/bestuurder Totale bezoldiging € 43.493 Duur van het dienstverband 01-01 tot 15-09 Omvang van het dienstverband 34% Bezoldiging Raad van Commissarissen Naam Functie J.F. Houterman P.A. van Weezel Errens J.M. Ester W. de Jager G.W. Wolters-van Keulen H. Berends A.N. Fraaij Voorzitter Vice–voorzitter Lid Lid Lid € € € € € Lid Lid € 6.528 € 6.528 85 beloning 9.812 8.161 6.528 6.528 6.528 Belastbare onkostenvergoedingen Duur van het dienstverband € 286 € 222 € 458 1-12 1-12 1-12 1-12 1-12 € € 1-12 t/m 31-12 1-12 t/m 31-12 21 35 t/m t/m t/m t/m t/m 31-12 31-12 31-12 31-12 31-12 Omvang van het dienstverband in het jaar 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% jaarverslag 2013 Wageningen, 24 april 2014 Stichting Idealis, Directie, De Raad van Commissarissen mw. S.M.E. Deenen J.F. Houterman Voorzitter P.A, van Weezel Errens Vice-voorzitter H. Berends J.M. Ester W. de Jager G.W. Wolters-van Keulen A.N. Fraaij jaarverslag 2013 86 9 Overige gegevens 9.1 Statutaire resultaatbestemming De stichting bestemt haar batige saldi uitsluitend ten behoeve van haar werkzaamheden in het belang van de volkshuisvesting in de gemeente Wageningen. 9.2 Voorstel resultaatbestemming De resultaatbestemming is vooruitlopend op de goedkeuring door de Raad van Commissarissen reeds in de jaarrekening verwerkt. Het gehele resultaat is ten gunste van de overige reserves gebracht. 87 jaarverslag 2013 88 Zwolle, 24 april 2014 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door G.A.N. Turkenburg RA 89 Naam: Adres: Datum van oprichting: Idealis Duivendaal 1 6701 AP WAGENINGEN 11 april 1957 Toegelaten door het Ministerie van VROM op: 1 mei 1990 Datum en nummer van inschrijving in het Stichtingenregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Arnhem: 3 januari 1977 nummer S46137 Datum en nummer van inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Arnhem: 4 december 1990 nummer 70389 Lidmaatschap: Aedes, Vereniging van woningcorporaties Kences, Kenniscentrum Studentenhuisvesting Deelnemer van: Food Valley woningcorporaties jaarverslag 2013 90 Idealis Duivendaal 1, 6701 AP Wageningen Postbus 18, 6700 AA Wageningen E-mail: Internet: Telefoon: [email protected] www.idealis.nl (0317) 42 61 61 Twitter: Facebook: @Idealis Idealis.Wageningen 91 jaarverslag 2013
© Copyright 2024 ExpyDoc