juni 2014 - Metropoolregio Amsterdam

JAARGANG 3-NR. 2-JUNI 2014
Nieuws uit de Metropoolregio Amsterdam
Verhuisdynamiek neemt af, kleinere gemeenten vergrijzen
Investeren in aantrekken
Burgemeester Weterings:
Centrum Haarlem in
internationaal talent
“Metropoolsamenwerking
vogelvlucht
kan nóg krachtiger”
korte
berichten
>>
Havenbedrijf doet het goed
Havenbedrijf Amsterdam NV
heeft een financieel succesvol
eerste jaar achter de rug, na de
verzelfstandiging op 1 april 2013.
De omzet van Havenbedrijf
Amsterdam over 2013 bedraagt €
143,3 miljoen; een omzetstijging
van 3% ten opzichte van 2012.
Dit blijkt uit het Jaarverslag 2013.
De verwachting is dat de groei
aanhoudt en de resultaten over
heel 2014 positief zullen zijn.
Onderzoek Stedelijke
Bereikbaarheid
In de metropoolregio start een
MIRT-onderzoek Stedelijke
Bereikbaarheid Amsterdam.
Onderwerpen die in het onderzoek naar voren komen zijn de
kwaliteit van knooppunten en het
voor- en natransport in stedelijke
gebieden. Ook wordt gekeken
naar knelpunten in het gebruik
van de openbare ruimte. Bij het
zoeken naar oplossingen ligt
het accent meer op innovaties,
informatievoorziening en inrichtingsmogelijkheden dan op
infrastructurele investeringen.
Van Oer-IJ tot metropool
De Metropoolregio Amsterdam
komt grotendeels overeen met
het Oer-IJ gebied. In de bodem
bevinden zich nog veel sporen
van het verleden. Archeologische
opgravingen in Noord-Holland en
Flevoland hebben een grote schat
aan informatie opgeleverd over
het landschap en de bewoners
van het Noord-Hollandse kust­
gebied en achterland. Op de MRAwebsite staat een artikel dat in
vogelvlucht een kijkje biedt in de
geschiedenis van de
metropoolregio.
Talent voor de regio
In de Metropoolregio Amsterdam werken
we samen met bedrijven, kennisinstellingen
en overheden aan het verbeteren van onze
internationale concurrentiepositie. We zorgen
ervoor dat bedrijven zich hier willen vestigen
en hier willen blijven door een aantrekkelijk
vestigingsklimaat te creëren. Tijdens de Catch
Up sessie van de Amsterdam Economic Board
van 6 juni jl. hebben we de balans opgemaakt.
Hoogtepunt was de lancering van de
international talent portal op iamsterdam.com.
De portal moet ervoor zorgen dat carrière­
mogelijkheden binnen de MRA gemakkelijk
vindbaar worden voor internationale kennis­
werkers en studenten. Dit is broodnodig, omdat
we alleen op die manier de concurrentie met
buitenlandse regio’s aan kunnen gaan. De portal
is een goed voorbeeld van wat we kunnen
bereiken als bedrijfsleven, kennis­i nstellingen
en overheden samenwerken. Verderop in MRA
Podium kunt u hier meer over lezen.
Maar de Board is er niet alleen op gericht om
talent van buiten de MRA aan te trekken.
2 Podium 3 | 2
Betere OV-bewegwijzering
De provincie Noord-Holland,
Stadsregio Amsterdam en het
ministerie van IenM investeren
4,8 miljoen euro in betere bewegwijzering rondom openbaar
vervoerknooppunten in NoordHolland. Dit gebeurt via het
project Wayfinding. Zo komen
er onder meer elektronische informatiepanelen bij verschillende
busstations, wordt het de reiziger
gemakkelijker gemaakt om de
overstap te vinden van trein op
bus, tram, metro en/of fiets en
komen er omgevingskaarten op
alle OV-knooppunten uit het
project.
Ton Jonker,
directeur en secretaris
Amsterdam Economic Board
Minstens zo belangrijk is het beter met elkaar
verbinden van de vraag van het bedrijfsleven
en het aanbod van instromend personeel van­
uit het onderwijs en de zijkant van de arbeids­
markt. Daarom zijn er onder leiding van Boardlid Henriëtte Maassen van den Brink voor elk
van de Board-clusters Human Capital Agenda’s
(HCA’s) vastgesteld. Hierin staat wat voor het
betreffende cluster de grootste knelpunten op
de arbeidsmarkt zijn en hoe die met concrete
acties kunnen worden opgelost. Daarnaast is
het programma ‘Werk maken van Talent’ opge­
steld. Hierin zijn de overlappende thema’s uit
de HCA’s gehaald om projecten uit te voeren
die zoveel mogelijk clusters raken. De plannen
moeten veiligstellen dat de metropoolregio
op korte en langere termijn over voldoende
gekwalificeerd personeel kan beschikken.
Het thema Human Capital stelt ons voor de
uitdaging om de samenwerking nog strakker
vorm te geven. Een uitdaging die ik graag
samen met uw organisatie aanga.
Werken aan kwaliteit
in het landschap
Mysteryland
FOTO: KEES VAN DER VEER
De metropoolregio wordt steeds drukker, met als
gevolg dat de druk op het landschap toeneemt. Om
toch te komen tot een optimale kwaliteit, is het
van belang dat ieder landschappelijk project wordt
opgepakt vanuit het bredere MRA-perspectief.
Een nieuw instrument biedt initiatiefnemers van
ontwikkelingen de helpende hand.
De vijf thematische perspectieven voor het
MRA-Landschap zijn:
- Water;
- Natuur;
- Stedelijke functies en infrastructuur;
- Recreatie, toerisme en beleving;
- Landbouw en energie.
Het landschap van de MRA kent een grote dynamiek.
Verschillende partijen werken aan een groot aantal
ruimtelijke projecten, groot en klein. Vaak worden
deze projecten vanuit een bepaalde thematische of
geografische invalshoek opgepakt. Door te kijken
naar de grotere context waarin het project zich
afspeelt, ontstaat inzicht in hoe een individuele
ontwikkeling bijdraagt aan de kwaliteit van het
grotere geheel.
Spel als hulpmiddel
Kwaliteitsbeeld
Om het bredere belang voortaan in ieder landschappelijk MRA-project goed in te bedden, is de brochure
‘Kwaliteitsbeeld en nieuwe opgaven voor het MRAlandschap’ ontwikkeld. De uitgave biedt een set
principes en spelregels, met als doel het maximale
te halen uit een integrale, gebiedsoverstijgende aanpak. Hiertoe zijn op basis van een vijftal thema’s
perspectieven opgesteld. Deze geven inzicht in de
opgaven en kansen bij ruimtelijke ontwikkeling en
kunnen helpen bij het maken van keuzes.
Om het gesprek op gang te helpen, is aanvullend een
bouwdoos met speelkaarten en een speelbord ontwikkeld. Het spel is een hulpmiddel bij bestaande en
nieuwe initiatieven en plannen in het MRAlandschap. Het helpt om bestuurders, ambtenaren
en vertegenwoordigers van publieke en private
organisaties dezelfde taal te laten spreken. Dit vergroot de kans om grip te krijgen op de verschillende
belangen en doelen in een gebied.
Vervolg
Het is de bedoeling om met het Kwaliteitsbeeld in
de hand met een brede groep betrokkenen verder
te werken aan de verbetering en versterking van het
MRA-landschap. De bruikbaarheid wordt getest door
het daadwerkelijk in projecten in de MRA toe te
passen.
Contactpersoon: Jacqueline Bouwmans,
[email protected]
3 | 2 Podium 3
Appartementencomplex in Almere
FOTO’S: MICHIEL WIJNBERGH
Verhuisdynamiek
neemt af, kleinere
gemeenten vergrijzen
Gezinnen blijven langer in de stad
wonen, zo blijkt uit onderzoek
naar de woonwensen en verhuisbewegingen in de Metropoolregio
Amsterdam. Studenten weten in de
stad nog wel een plek te veroveren,
maar dat geldt in mindere mate
voor afgestudeerden rond de
dertig. Over de gehele linie zorgen
deze en andere ontwikkelingen
voor een toenemende vergrijzing
in kleinere gemeenten.
Op de woningmarkt in de
grotere steden ontstaat krapte.
Uit het woningmarktonderzoek1 blijkt dat bewoners
van de metropoolregio in het algemeen zeer tevreden
over het wonen zijn. Hun woning geven ze gemiddeld een 7,7 en hun buurt een 7,6. Dat betekent niet
dat ze niets meer te wensen over hebben:
ongeveer de helft van de huishoudens heeft in enige
mate interesse om te verhuizen. Een kwart van de
huishoudens wil zeker binnen twee jaar verhuizen.
In- en doorstroom
Amsterdam, Amstelveen, Diemen en Haarlem zijn de
belangrijkste instroomgemeenten van de regio en
trekken vooral jongere huishoudens, zowel van binnen als van buiten de regio. Bij gezinsvorming verlaat
een deel van de huishoudens de stad en verhuist
door naar een regiogemeente of daarbuiten. Hoger
opgeleide jongeren en bovenmodaal verdienende
gezinnen kiezen veelal voor Haarlem en Amstelveen/
1]
4 Podium 3 | 2
Aalsmeer, terwijl lager opgeleide jongeren en benedenmodale gezinnen eerder in Zaanstad
terechtkomen.
Haarlem trekt ook jonge huishoudens, maar er
komen evenveel gezinnen vanuit de regio de
gemeente in als er weggaan. Huishoudens verlaten
Haarlem vaak voor de buurgemeenten in overig
Zuid-Kennemerland en IJmond.
Afname verhuizingen
Verhuizingen tussen gemeenten namen af.
Verhuisde in 2008 nog 23%, in 2012 nam dit af tot
20%. De instroom van buiten de regio bleef vrijwel
gelijk en groeide zelfs licht in Amsterdam. Dit betreft
vooral studenten en jonge afgestudeerden; de
instroom van oudere afgestudeerden nam wel af.
Huishoudens verhuizen minder binnen gemeenten
Het onderzoek, getiteld ‘Wonen in de Regio Amsterdam’ (WiRA) is uitgevoerd in opdracht van de Stadsregio Amsterdam,
de regio Zuid-Kennemerland/IJmond en de gemeente Almere. De regio Gooi en Vechtstreek nam niet deel aan het onderzoek.
en vooral minder tussen gemeenten: het aantal verhuizingen tussen regiogemeenten daalde van 35.000
in 2008 naar 31.000 in 2012.
De verhuisstroom vanuit Amsterdam en Haarlem
naar de regiogemeenten nam eveneens af. Dit
merken vooral gemeenten die voor nieuwe aanwas
afhankelijk zijn van doorstroom in de regio, zoals
Almere, Purmerend, Haarlemmermeer en Zaanstad.
Ongeveer de helft van de jongeren in Zaanstad,
Purmerend en Almere wil in de eigen gemeente
blijven. Die gemeenten kunnen dus in enige mate
rekenen op eigen nieuwe aanwas. In Haarlemmer­meer
is dit aandeel veel kleiner, ongeveer eenderde deel.
Gevolgen crisis
Een deel van de huishoudens wil wel verhuizen om
hun woonsituatie te verbeteren, maar ervaart belemmeringen door de crisis. Voor ongeveer 30% van de
huishoudens met een laag inkomen is de eigen
financiële situatie een reden om niet te verhuizen.
Dit geldt bij hogere inkomens veel minder (15%).
Zij vinden de situatie op de woningmarkt vaker een
reden om niet te verhuizen, terwijl dit argument juist
bij lagere inkomens minder speelt.
Recent verhuisde gezinnen deden dit overwegend
vanwege omstandigheden in het huishouden; bijvoorbeeld gezinsuitbreiding. Voor gezinnen met een
verhuiswens is dit echter niet de dominante reden.
Vooral hoge inkomens willen verhuizen om mooier
te wonen en lage inkomens om groter te wonen.
Omstandigheden in het huishouden komen pas op
de derde plek.
Huren wint aan populariteit
Het beeld dat mensen alleen van een huurwoning
naar een koopwoning overstappen en niet vice versa
verschuift. Huren komt meer in beeld. Vooral huishoudens van buiten de regio huren (eerst) een
woning. Ook bij koopwoningbezitters in het middensegment met een verhuiswens is huren sterk in
beeld. Een kwart wil kopen, maar zegt ook een huurwoning te overwegen. De verwachting is dat deze
voorkeur voor huren weer wat afneemt als de koopmarkt weer aantrekt.
De vrije sector functioneert tot nog toe niet als
tussensegment tussen sociale huur en koop. Huishoudens
met een inkomen net onder modaal komen vaker
terecht in een koopwoning dan in een vrije sector
huurwoning. Die komt pas in beeld bij de inkomensgroep daarboven, tussen modaal en € 43.000,-.
Middeninkomens in de knel
Wanneer de woningmarkt weer aantrekt, zal de
groep met een hoog inkomen waarschijnlijk weer
gaan verhuizen. De groep met verhuiswensen is
groot en zij beschikken over de middelen. Voor de
groep net boven modaal is dit minder waarschijnlijk.
Hun mogelijkheden op de woningmarkt zijn beperkt;
hun toegang tot de sociale corporatiesector is minimaal en zij hebben bovendien last van de verscherpte hypotheekregels.
De huishoudens die wel toegang hebben tot de sociale corporatiesector zijn in gelijke mate blijven verhuizen. Hun ruimte op de woningmarkt is toegenomen door de ingestelde inkomensgrens.
Koopwoningbezit
Binnen de regio zijn grote verschillen in koopwoningbezit onder lagere inkomens. In Amsterdam hebben
benedenmodale huishoudens zelden een koopwoning (12%) en zijn sterker aangewezen op de sociale
corporatiesector. Buiten Amsterdam heeft ongeveer
eenderde deel van de benedenmodale huishoudens
een eigen woning. Tegelijkertijd wordt zowel in het
zuidelijke deel van de Stadsregio (19%) als de regio
Zuid-Kennemerland/IJmond (15%) de corporatievoorraad relatief vaak bewoond door hoge inkomens
(> € 43.000,-). Elders ligt dit ‘scheefwonen’ tussen
de 8%-12% van de sociale corporatievoorraad
Wonen aan het water in Purmerend
Trends op een rij
Over de gehele linie is sinds 2008 de verhuisdynamiek in de metropoolregio afgenomen. Weliswaar
vinden studenten nog altijd woonruimte in steden
als Amsterdam en Haarlem, maar de doorstroming
binnen de regio is sterk afgenomen. Studenten
komen de steden nog wel in - zij stellen weinig eisen
aan woonruimte - maar de uitstroom van huishoudens uit de stad stagneert. Ook voor hoogopgeleide
jongeren blijven de grote steden in de regio aantrekkelijk. Hun vestiging neemt nog steeds toe. Maar
sinds 2008 trekken er minder hoogopgeleiden tussen
30-34 jaar uit andere universiteitssteden naar
Amsterdam. Die nemen minder snel genoegen met
een bovenkamertje en de financiering van een eerste
woning is lastiger. Ook de teruggelopen arbeidsmarkt speelt een rol. Zo loopt de regio wel een voor
de regionale economie belangrijke groep mis.
Tegelijkertijd blijven gezinnen langer in de stad. Die
trend is langer gaande maar de stilgevallen koopwoningmarkt versterkt dit. Kozen gezinnen voorheen
voor een woning in de regio of daarbuiten, nu stellen
zij hun verhuizing uit. Gevolg is dat de bevolkingsgroei in Amsterdam en Haarlem een stijgende lijn
vertoont. Door de verminderde instroom van jonge
gezinnen is in regiogemeenten juist sprake van een
omgekeerde trend, waardoor hier de vergrijzing
eerder in beeld komt.
Woningen gebouwd op vrije kavels in
Amsterdam IJburg
Woontoren op de Zuidas
De Infographic op pag. 13 gaat eveneens over de
woonbewegingen in de MRA.
Contactpersoon: Annemieke Molenaar,
[email protected]
3 | 2 Podium 5
>>
korte
berichten
Solar City 2014
Amsterdam is samen met Nijmegen
uitgeroepen tot Solar City 2014. De
twee steden hebben de beste resultaten geboekt bij het stimuleren van
zonne-energie van alle Nederlandse
gemeenten. De gemeente
Amsterdam reageerde verheugd en
ziet de prijs als een erkenning dat de
stad de goede weg is ingeslagen.
Meest efficiënte cruisehaven
Port of Amsterdam heeft tijdens een
internationale beurs voor de cruiseindustrie ‘Cruise Shipping Miami’, een
Cruise Insight Award gewonnen in de
categorie ‘Most Efficient Port
Services’. De cruise-industrie draagt
met haar circa 650.000 bezoekende
passagiers bij aan de economische
ontwikkeling van de MRA.
Railverbinding AmsterdamMilaan
Tussen Amsterdam en Milaan is een
nieuwe treinverbinding voor goederenvervoer geopend. De trein
vervoert goederen in een recordtijd
van 21 uur van de Amsterdamse
havenregio rechtstreeks naar het
industriële hart van Italië. De shuttle
is daardoor ook interessant voor
bedrijven die verse goederen vervoeren
zoals bloemen, planten en vis. De
trein zal in eerste instantie drie keer
per week heen en weer gaan rijden
naar Milaan. Nieuwe N201 gereed
Minister Schultz van Haegen (IenM)
en gedeputeerde Post (provincie
Noord-Holland) hebben samen het
laatste stuk van de omgelegde N201
geopend. De N201 loopt tussen
Hilversum en Zandvoort en is de
drukste provinciale weg van
Nederland. Aan de vernieuwing is
jarenlang gewerkt. Resultaat van alle
inspanningen is een sterke verbetering van zowel de bereikbaarheid als
de leefomgeving.
FOTO: MINISTERIE IENM
Op weg naar een
duurzame metropool
Electric Freeway, ReLoadIT, Park 2020, Green Metropole, Amsterdam Smart City.
Een willekeurige greep uit de tientallen duurzame projecten die aan bod komen in
de online publicatie ‘Duurzaamheid in de Metropoolregio Amsterdam’.
De nieuwe publicatie geeft in een thematische benadering inzicht in de vele duurzame projecten binnen de MRA. Concrete en inspiratievolle cases illustreren op beeldende wijze waar samenwerking op dit gebied toe kan leiden.
‘Duurzaamheid in de Metropoolregio Amsterdam’ is niet alleen informatief, maar
tevens een bron van inspiratie voor toekomstige duurzame initiatieven. Dit gebeurt
aan de hand van vijf thema’s: Gebouwde omgeving, Warmtenetten, Biobased
economy, Smart Grids en Mobiliteit. Bert Gijsberts, gedeputeerde van de provincie
Flevoland, is trots op het eindproduct. “De publicatie laat de kracht van samenwerking zien van overheden, bedrijven, kennisinstellingen en inwoners van de MRA. De
inzet van alle betrokkenen zorgt ervoor dat we op weg zijn naar een duurzame
metropool. Daar mogen wij trots op zijn!”
Geïnteresseerden kunnen de publicatie bekijken op de MRA-website
Contactpersoon: Carina van Dijk, [email protected]
In Amsterdam Nieuw-West gaat een
pilot van start, waarbij bewoners de
batterij in hun elektrische auto kunnen gebruiken om lokaal opgewekte
energie op te slaan. De energie kan
worden teruggeleverd aan het net of
direct worden gebruikt. De pilot
brengt de grootschalige implemen­
tatie van elektrische auto’s, de inzet
van zonnepanelen en het zelfvoorzienend worden van huishoudens een
stap dichterbij.
6 Podium 3 | 2
FOTO: AMSTERDAM ARENA
Slim gebruik batterij
elektrische auto
Het opwekken van zonnestroom gaat een belangrijke bijdrage leveren aan het verduurzamen van
de metropoolregio. Er lopen op dit vlak vele projecten. Een van de grootste is onlangs opgeleverd:
de Amsterdam ArenA heeft een zonnedak gekregen. Het bestaat uit circa 4.200 zonnepanelen,
net zo groot als een voetbalveld. De plaatsing van de panelen brengt de ArenA in de top van Europese
‘zonnestadions’. “Het was een lange weg om dit voor elkaar te krijgen, maar het is gelukt”, aldus
Henk van Raan, project­directeur van het duurzaamheidsprogramma ‘Amsterdam ArenA’.
“Hiermee zijn we weer een stap dichter bij ons einddoel: per saldo klimaatneutraal in 2015.”
Krachten bundelen
rond stationslocaties
ILLUSTRATIE: PROVINCIE NOORD-HOLLAND EN VERENIGING DELTAMETROPOOL, ONTWERP ALFONS HOOIKAAS
Inzetten op knooppuntontwikkeling loont. Rondom de
stations liggen allerlei kansen voor wonen, werken en
recreëren. Zo bieden stationsomgevingen ruimte voor de
realisatie van maar liefst de helft van de vraag naar nieuwe
woningen in de metropoolregio. Samenwerking vormt de
sleutel om de kansen daadwerkelijk te verzilveren.
Er is fors geïnvesteerd in stations en in het spoornetwerk,
maar het maatschappelijk en ruimtelijk economisch rendement blijft achter. Die investeringen zouden veel beter benut
kunnen worden. Met name de stations die zowel per auto als
openbaar vervoer goed bereikbaar zijn, kunnen zich ontwikkelen tot aantrekkelijke locaties voor kantoren en regionale
voorzieningen.
Voor het benutten van de synergievoordelen is samenwerking
tussen (semi-)publieke partijen cruciaal. Daar staat of valt de
gebiedsontwikkeling rond stations mee. Een van de eerste
stappen is dan ook om de samenwerking op te zoeken met de
spoorse partijen NS en ProRail en met vertegenwoordigers
vanuit de verschillende regio’s van de MRA.
Pilot Zaancorridor
De Zaancorridor, de spoorlijn Heerhugowaard- Amsterdam
Centraal, is door Noord-Holland als pilot benoemd. Deze zone
is, naast Amsterdam en Almere, interessant om te voorzien in
de woningbehoefte van de MRA. De provincie wil hier samen
met andere betrokken partijen tot een uitvoeringsstrategie
komen. Ook verschillende gemeenten langs de corridor hebben al aangegeven met de stationsgebieden aan de slag te
willen gaan. Veel plannen bevatten echter dezelfde type
woningen. Ook de samenhang tussen de plannen verdient
verbetering, evenals de afstemming op de marktvraag.
Monitor
Om de voortgang van de ontwikkeling rond knooppunten te
bewaken gaat de provincie Noord-Holland een monitor ontwikkelen. Deze zal inzicht bieden in hoeveel woningen, kantoren en (keten)voorzieningen er jaarlijks rond de stations worden gerealiseerd. Deze zogenaamde ‘monitor ov-knooppunten’
bestaat uit bouwstenen op het gebied van vervoersstromen,
kantoren en woningbouw. Door de voortgang op deze deelterreinen te koppelen ontstaat een integraal beeld van wat is
bereikt.
Alliantiegesprekken
Tevens worden dit jaar over drie stationslocaties gesprekken
gevoerd om met de betrokken partijen te komen tot een
gedeelde ontwikkelingsstrategie. Hiermee krijgt de gebiedsontwikkeling rond stations een impuls. Ook leveren de opgedane ervaringen leerpunten op voor andere locaties.
Contactpersoon: Shirin Jaffri, [email protected]
3 | 2 Podium 7
Haarlem
in vogelvlucht
FOTO: VIA DRUPSTEEN
8 Podium 3 | 2
Haarlem Bruist
Haarlem is één van de stedelijke
visitekaartjes van de Metropool­
regio Amsterdam. Niet voor niets
afficheert de gemeente zich als
‘The most welcome city in
Holland’. De stad is in trek:
Haarlem Bruist. Het inwoners­
aantal stijgt gestaag en de
monumentale stad is ook onder
jongeren populair. Er is een veel­
zijdig cultuuraanbod en een grote
restaurantdichtheid.
De kracht van de gemeente vertaalt zich in economisch opzicht
terug. Samen met de Gooi en
Vechtstreek is het de enige MRAregio waar de werkeloosheid
daalt. Haarlem Winkelstad is
bovendien een begrip. De autoluwe binnenstad telt veel exclusieve winkels, trendy kledingzaken,
charmante antiek- en curiosawinkeltjes en talloze speciaalzaken.
Deze enorme verscheidenheid
leverde Haarlem een aantal keren
de titel ‘Beste winkelstad van
Nederland’ op. Bekijk de foto 360° in het rond
op de MRA-website!
3 | 2 Podium 9
FOTO’S: MICHIEL WIJNBERGH
Burgemeester Weterings van Haarlemmermeer:
“Metropoolsamenwerking
kan nóg krachtiger”
Als het aan burgemeester Theo
Weterings van de gemeente
Haarlemmermeer ligt, wordt de
MRA-samenwerking de komende
jaren geïntensiveerd. “Dat maakt
de Metropoolregio Amsterdam
nog krachtiger. Zeker als we de
samenwerking intensiveren op
het gebied van duurzaamheid
en uitbreiden naar het sociale
domein.” Ook pleit hij voor het
nadrukkelijker betrekken van
raadsleden bij de samenwerking.
Een andere wens betreft het
oprekken van de zuidgrens van
de metropoolregio.
Gemeenten, provincies en Stadsregio weten elkaar in
MRA-verband steeds beter te vinden. Een meer dan
goede ontwikkeling, vindt burgemeester Weterings.
“De metropoolregio kenmerkt zich door een grote
ruimtelijke samenhang en is het belangrijkste economische gebied van Nederland. Daarom is het heel
goed dat bestuurders steeds meer samen met het
bedrijfsleven en de wetenschap invulling weten te
geven aan de samenwerking.” Weterings wijst er op
dat de samenwerking inmiddels de nodige aantoonbare resultaten heeft opgeleverd, ook in minder in
het oog springende dossiers. “Neem het indammen
van het aanbod van bedrijventerreinen en kantoorvoorzieningen. Er zijn de afgelopen jaren uitstekende
afspraken gemaakt om te snoeien in nieuwe locaties.
Dit was economisch uiterst noodzakelijk. Helaas is
het niet gelukt om dit ook landelijk te doen.
Tegelijkertijd toont het feit dat wij hier wel toe in
staat zijn de kracht van de samenwerking. Zonder
MRA als overkoepelend orgaan zou dit nooit zijn
gelukt.”
Gezamenlijke acquisitie
Weterings benadrukt dat alle gemeenten profiteren
van de MRA-samenwerking. Niet alleen op het
gebied van de ruimtelijke ordening, maar op tal van
fronten. Als voorbeeld noemt hij de gezamenlijke
acquisitie. “Een buitenlands bedrijf dat een investering in ons land overweegt, gaat niet een studie
10 Podium 3 | 2
maken van de gemeentegrenzen. Die hebben het
over de Amsterdamse regio. Als MRA zijn we zover
dat iedere gemeentelijke delegatie in het buitenland
als vertegenwoordiger van de regio opereert, the
Metropolitan Region of Amsterdam. Dat is in ieders
belang, onafhankelijk van de uiteindelijke vestigingsplek in de metropool. Zo is Haarlemmermeer binnen
de MRA de logistieke motor, maar alleen in samenhang met wat Amsterdam biedt aan internationaal
vestigingsmilieu. Denk aan de cultuur en architectuur. Dat speelt zonder meer mee bij een besluit van
een bedrijf om zich in mijn gemeente te vestigen.
Hetzelfde geldt voor de andere gemeenten. Het
gezamenlijke beeld dat we kunnen presenteren
maakt ons als regio sterker.”
Zuidgrens oprekken
Als grootste zuidelijke MRA-bolwerk heeft
Haarlemmermeer een sterke relatie met de
Bollenstreek, Leiden en Zuidvleugel. Dat botst soms
met het feit dat de samenwerking zich tot het MRAgebied beperkt. “Neem een belangrijk handelsland
als China. De havens van Sjanghai liggen bijvoorbeeld
50 kilometer van de stad. Dan ga ik echt niet uitleggen
dat de havens van Rotterdam niet die van Amsterdam
zijn, dat zou pietepeuteren op z’n Hollands zijn. Dan
heb ik het gewoon over de havens ten noorden en
zuiden van Schiphol.” Iets soort­gelijks speelt met de
land- en tuinbouw. “De Bollenstreek Lisse-Hillegom
en de Greenport Aalsmeer zijn onlosmakelijk met
elkaar verbonden. Het vervoer tussen die twee
gebieden, samen een belangrijke economische motor
voor ons land, is niet goed geregeld. Daar zullen we
gezamenlijk aan moeten werken.”
De banden met zijn directe zuiderburen gaan overigens nog verder. “Mijn gemeente vervult al jarenlang
een bouwtaakstelling voor de inwonersgroei van de
Bollenstreek.” Weterings vindt het dan ook verre van
praktisch dat de Randstadsamenwerking is gesplitst
in een noordelijk en zuidelijk deel, met zijn gemeente
in het hart. “Het mooiste zou zijn om de zuidgrens van
de metropool op te rekken. Laat de bestuurders van
de Bollenstreek meedoen in de MRA-samenwerking.
Dan pak je de metropoolregio namelijk zoals die zich
op internationale schaal manifesteert. Ook de bezoekers van Amsterdam bezoeken de Keukenhof immers
als logisch onderdeel van hun verblijf.”
Lusten en lasten
Schiphol vormt voor de hele metropoolregio natuurlijk een enorm belangrijke banenmotor. Maar naast
alle lusten in de vorm van economische bedrijvigheid, ondervindt Haarlemmermeer lasten van het
vliegverkeer. Dit betreft met name de geluidshinder.
Om die te compenseren betaalt de luchthaven mee
aan de ontwikkeling van Park21. “Een ambitieus plan
van maar liefst 1000 hectare groen”, aldus
Weterings. Hiermee ontstaat een groene corridor,
groter dan het Amsterdamse bos, tussen de
Duinstreek en de Zuid-Hollandse plassen. Dat is niet
alleen belangrijk voor onze inwoners, maar ook voor
de uitstraling van de MRA als groene regio.” Sinds
kort wordt gefaseerd gewerkt aan de aanleg van het
park. Dit gebeurt in combinatie met sportvoorzieningen, waaronder een baseballstadion dat zelfs wedstrijden uit de Amerikaanse Major League kan
accommoderen.
Maar door de toenemende populariteit van het vliegverkeer is meer nodig om de regio leefbaar te houden.
“In het akkoord over de groei naar 510.000 vlieg­
bewegingen zijn duidelijke afspraken gemaakt voor
het verplaatsen van een deel van de vluchten naar
Eindhoven en Lelystad. Om de groeifunctie van
Lelystad mogelijk te maken, is baanverlenging noodzakelijk. Die investering moet gebeuren en hierover
zijn duidelijke afspraken gemaakt. Toch dreigt de
Tweede Kamer nu roet in het eten te gooien. Dat
mag beslist niet gebeuren.”
terreinen de kop in drukt.” Het succes van de realisatie
van het innovatieve en volledig duurzame bedrijventerrein Park 20|20 bewijst zijn gelijk. “Het was de
afgelopen jaren de enige bedrijvenlocatie in
Nederland waar, ondanks de crisis, grond is uitgegeven. Dit is gelukt zonder aan de grondprijs te tornen.”
‘Het mooiste zou zijn om de
zuidgrens van de metropool
op te rekken’
Meer aandacht verdient volgens de burgemeester de
samenwerking in het sociale domein. “De gemeenten krijgen er op het terrein van de zorg veel taken
bij. Kennisuitwisseling is heel belangrijk om die op
een goede manier in te vullen.” Maar er is ook een
economische reden, namelijk gezamenlijke inkoop.
“Hoe meer we dit als gemeenten samen doen, des
te meer financieel voordeel dit kan opleveren.”
Raden betrekken
Het mag duidelijk zijn: als het aan Weterings ligt,
wordt de MRA-samenwerking over de gehele linie
geïntensiveerd. “Dat is echt hoogst noodzakelijk. Wij
moeten er alles aan doen om zowel het economisch
klimaat als de inrichting van dit gebied voor onze
inwoners, werkgevers en bezoekers zo goed mogelijk
te laten functioneren.” Daarbij is het tevens van
belang om MRA-onderwerpen in de raden nadrukkelijker te bespreken. “Ook zij moeten zich realiseren
dat hun gemeente onderdeel is van een groter
geheel. Datgene wat bestuurders afspreken, moet op
draagvlak in de raden kunnen rekenen. Niet alleen
binnen een gemeente, ook over gemeentegrenzen
heen.”
Topprioriteit
Weterings wijst erop dat duurzaamheid snel aan
belang wint. “Niet voor niets is dit in ons nieuwe
collegeprogramma een topprioriteit.” Hij vindt het
jammer dat de gezamenlijke MRA-inzet op dit gebied
nog in de kinderschoenen staat. “Vanuit mijn
gemeente zal ik er alles aan doen om het belang van
duurzaamheid hoger op de MRA-agenda te plaatsen.
Meer aandacht is niet alleen om milieuredenen
belangrijk, maar ook uit economisch oogpunt.
Neem de herstructurering van bedrijventerreinen.
Duurzaamheid is hiervoor in mijn gemeente het
uitgangspunt. Dan doe je twee dingen goed. Je zorgt
ervoor dat bestaande bedrijventerreinen niet verpauperen, terwijl je tegelijkertijd de drang naar nieuwe
3 | 2 Podium 11
Woonbewegingen
PURMEREND
ZA ANSTAD
ALMERE
70 0
10 0 0
HA ARLEM
50 0
Figuur 1A
170 0
Saldo van bevolkingsmigratie;
AMSTERDAM
vestiging en vertrek, 2003 - 2007
130 0
430 0
60 0
OV
AMSTELVEEN
HA ARLEMMERMEER
ER
IG
NL
PURMEREND
ZA ANSTAD
30 0
ALMERE
80 0
HA ARLEM
50 0
Figuur 1B
40 0
Saldo van bevolkingsmigratie;
vestiging en vertrek, 2008 - 2012
AMSTERDAM
20 0
60 0 0
10 0 0
OV
ER I
AMSTELVEEN
HA ARLEMMERMEER
3.000
GN
L
Almere
Amstelveen
Haarlem
Haarlemmermeer
Purmerend
2.000
Zaanstad
De pijlen in figuur 1A en 1B illustreren de optelsom
(saldi) van in- en uitstroom tussen respectievelijk
Amsterdam en MRA-gemeenten en tussen
Amsterdam en overig Nederland. De zes hoogste
saldi zijn weergegeven. Figuur 2 toont de ontwikkeling van deze saldi in de periode 2000-2012.
Wat opvalt is dat de instroom vanuit Nederland
naar Amsterdam in de periode 2008-2012 is
gestegen ten opzichte van de periode daarvoor,
terwijl de uitstroom naar Almere, de Haarlemmer­­
meer en Purmerend afneemt. De saldi naar
Haarlem, Zaanstad en Amstelveen zijn stabiel
gebleven of licht gestegen. Deze ontwikkeling
zorgt in Amsterdam voor een stijging van de
gemiddelde woningbezetting. Ook de migratiestromen tussen Amsterdam en Hilversum en in
mindere mate Lelystad en Velsen, zijn relatief
groot, maar omdat de in- en uitstroom elkaar in
belangrijke mate opheffen, zijn de saldi in deze
gemeenten laag. Daarom zijn ze niet terug te
zien in deze figuur.
Tot 2010 zat de groei van het aantal huishoudens
grotendeels bij de groep 35-65 jaar met kinderen.
Recent is een trendbreuk opgetreden (figuur 3 en 4).
De groei zit nu vooral bij 65-plussers en jongeren.
Deze ontwikkeling heeft gevolgen voor het
potentiële bouwprogramma. Ouderen hebben al
een woning, blijven steeds langer thuis wonen en
verhuizen relatief weinig en over korte afstanden.
Bij stagnerende doorstroming, ook omdat het
aandeel van de groep van 35- tot 65-jarigen niet
sterk toeneemt, zal een significant deel van het
bouwprogramma zich op jongeren moeten richten.
BRON: CBS
Figuur 4 Ontwikkeling aantal huishoudens in de MRA (x 1.000)
1.000
258
628
0
2000
2002
2004
2006
2008
2010
253
2012
2014
Figuur 2 Migratiesaldo uit Amsterdam
282
635
22.500
304
15.000
2020
305
641
7.500
396
0
< 35
306
35 - 65
-7.500
2001
> 65
2005
2010
2015
2020
Figuur 3 Huishoudensgroei in de MRA
12 Podium 3 | 2
2025
2030
2035
2040
2030
< 35
35 - 65
> 65
657
467
2040
Groot onderhoud blauwe
levensader Zaanstad
FOTO: MIRANDE PHENAMBUCQ
Midden in het centrum van Zaandam ligt de Wilhelmina­
sluis. Vanaf het IJ en het Noordzeekanaal is de sluis de
‘toegangspoort’ tot de Zaan, de rivier die de stad doorsnijdt.
De provincie gaat de sluis vergroten en moderniseren.
En passant ontstaan er kansen om het stadshart op
verschillende fronten te versterken.
De Zaan is een belangrijke route voor de beroepsvaart tussen
het Noordzeekanaal, de Zaanstreek en de Kop van NoordHolland. Een aantal partijen werkt samen in het meerjaren­
programma ‘Vaart in de Zaan’ om de bevaarbaarheid voor
de grote beroepsvaart te verbeteren. De vernieuwing van de
Wilhelminasluis is één van de programmaonderdelen.
Complexe opgave
De Wilhelminasluis is toe aan groot onderhoud en wordt
meteen geschikt gemaakt voor de binnenvaartschepen van de
toekomst, die 110 meter lang en 11,4 meter breed zijn. De ligging
midden in stedelijk gebied maakt de opgave weliswaar complex,
maar biedt tegelijkertijd kansen. “Het programma Inverdan, de
centrumvernieuwing aan de westkant van de Zaan, is goeddeels af”, verklaart wethouder Dennis Straat. “De aantrekkingskracht van dat stuk stad is enorm vergroot. De vernieuwing van de sluis biedt de kans om de dynamiek over het
water door te trekken naar het oostelijk deel van het centrum.”
Kansen
De wethouder verwacht dat vooral kleinere initiatieven voor
een positieve dynamiek zorgen. Deze ontwikkeling wordt versterkt door het opknappen van de openbare ruimte nabij de
sluis, waardoor er bijvoorbeeld ruimte komt voor terrasjes aan
het water. Straat verwacht dat de pleziervaart eveneens van
de nieuwe sluis gaat profiteren. “Er is een toenemende belangstelling voor riviercruises op de Zaan. Verder komt er een toeristische bootverbinding tussen centrum en Zaanse Schans.”
ZaanIJ
De Wilhelminasluis en omgeving zijn onderdeel van het programma ZaanIJ. Straat: “Het is één van de parels aan het snoer
dat we in het kader van dit programma langs de rivier rijgen.
Een andere parel is het Hembrugterrein. Verder ligt er een
stedenbouwkundig plan voor een nieuw Zaans woongebied
op de Hemmes, een schiereiland verderop in de Zaan. Private
grondeigenaren zien daar kansen. Een groep bewoners heeft
zich verenigd en praat mee. Er is een zwaan-kleef-aan effect.
Ook de vernieuwing van de sluis draagt daaraan bij.”
Informatie: www.wilhelminasluiszaandam.nl
Contactpersoon: Marion van Baak, [email protected]
Kennismaken met regionale samenwerking
Veel nieuwe raads- en collegeleden van de 16 gemeenten in de
Stadsregio Amsterdam maakten eind mei tijdens de bijeenkomst
‘Kijk op de regio’ kennis met de samenwerking in de regio. De Stadsregio
is één van de partners binnen de MRA. Eberhard van der Laan, voorzitter
van de Stadsregio, benadrukte het belang om goed samen te werken.
“Voor de welvaart van onze inwoners moeten we de kansen grijpen.
Volgens economen worden de 20 sterkste economische regio’s in
Europa de komende jaren gereduceerd tot vier à vijf. Daar moeten
wij bij horen.”
FOTO: JUR ENGELCHOR
Op de website van de stadsregio (www.stadsregioamsterdam.nl) staat
een impressie en een film van de bijeenkomst, evenals de toespraak van
Van der Laan.
3 | 2 Podium 13
FOTO’S: AMSTERDAM ECONOMIC BOARD
Investeren in aantrekken
internationaal talent
De Amsterdam Economic Board heeft een
portal gelanceerd voor het aantrekken van
internationaal talent. Doel is om internationale kenniswerkers en studenten warm te
maken voor werk- en carrièremogelijkheden binnen de Metropoolregio Amsterdam.
Projectleider Karoline Moors, binnen de Amsterdam
Economic Board verantwoordelijk voor het
programma ‘Amsterdam works’, legt uit waarom
de regio investeert in deze portal: “De aanwezigheid
van voldoende en kwalitatief goed talent is een
absolute randvoorwaarde om zowel Nederlandse
als buitenlandse bedrijven aan te trekken en te
behouden. Anders dreigt vermindering van onze
internationale concurrentiepositie.”
Vraag en aanbod
Volgens Moors is het zorgelijk dat op de arbeidsmarkt vraag en aanbod niet op elkaar aansluiten.
Naast een relatief hoog werkloosheidscijfer is er
tegelijkertijd schaarste op de arbeidsmarkt. “In de
MRA staan bijvoorbeeld alleen al meer dan duizend
ICT-vacatures open. Wanneer geschikte werknemers
ontbreken, kunnen de consequenties daarvan enorm
zijn. Er is een moordende concurrentie gaande met
andere Europese regio’s om niet alleen voldoende
talent aan te trekken, maar ook om de best gekwalificeerde mensen binnen te halen. Op beide fronten
dient de MRA te scoren.”
14 Podium 3 | 2
Amsterdam works
Het ‘Amsterdam works’-programma van de Board is
gestoeld op een ‘triple helix’ samenwerking tussen
overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven. “Over
de stip op de horizon die we willen bereiken en het
waarom zijn we het eens. Maar op de weg daar naartoe verschillen de belangen van de verschillende
partijen soms. Door middel van het programma
‘Amsterdam works’ willen we de partijen nader tot
elkaar brengen.” Overigens ziet Moors het lanceren
van de portal als middel, niet als doel op zich. “De
rest van het programma draait om het aantrekken en
behouden van het juiste internationale talent en het
scheppen van de juiste voorwaarden. Denk bijvoorbeeld aan huisvesting of studieaanbod”.
Meer initiatieven
De Board richt zich met het werven van talent in
eerste instantie op de ICT-sector en vervolgens ook
op alle andere kansrijke sectoren van de MRA. Later
dit jaar wordt de portal verder ingericht, onder meer
met mogelijkheden om ook nieuwe internationale
studenten te werven. Moors: “Voor nu roep ik bedrijven en kennisinstellingen op om zich als internationaal georiënteerde werkgever op de portal aan te
melden en internationaal talent te omarmen.”
De portal staat op de website van de Board,
zie www.iamsterdam.com/work
Veel ideeën
voor nieuwe
natuur in
Flevoland
Hans Krieger,
Wethouder Purmerend
In oktober 2013 is het programma Nieuwe Natuur in
Flevoland opengesteld. Iedereen mocht met ideeën
komen.
Er is enthousiast gereageerd op de oproep: in totaal zijn
79 projectideeën ingediend. De ideeën zijn zeer gevarieerd: van combinaties van natuur en stadslandbouw tot
speel- en voedselbossen. Bijna alle ingediende voorstellen worden nu door de initiatiefnemers uitgewerkt en
waar mogelijk samengevoegd. De provincie ondersteunt
wel, maar het moeten bottom-up ideeën blijven. Eind
augustus is de deadline. De verwachting is dat uiteindelijk ca. 25 gecombineerde ideeën daadwerkelijk uitgewerkt worden. Vervolgens worden die langs een meetlat
met criteria gelegd.
FOTO: GEMEENTE PURMEREND
Mensen Willen Wonen
Het akkoord van de nieuwe coalitie in Purmerend (Stads­
partij, D66, VVD en CDA) kent twee leidende principes:
meer van buiten naar binnen werken en beter luisteren
naar de Purmerenders. Ik heb nog niet alle vierhonderd
coalitieakkoorden in het land erop nagelezen, maar het
zou me verbazen als Purmerend de enige gemeente is die
meer wil gaan doen wat de burger vraagt. Ongetwijfeld
zullen ook in al die andere akkoorden ingebakken
spanningen optreden als er goede voornemens zijn
die misschien iets meer doorzettingskracht van het
gemeentebestuur vragen.
Het ‘kapitaal’ dat beschikbaar is voor de realisatie van
de natuurideeën, waar dan ook in Flevoland, zit overigens nog ‘opgesloten’ in 800 hectare grond. Deze hectares had de provincie verworven ten behoeve van de
realisatie van de robuuste ecologische verbindingszone
Oostvaarderswold. Dit plan werd echter in maart 2013
losgelaten. De grond zal nu geruild of verkocht worden,
waarmee geld beschikbaar komt. Na de selectie van de
beste ideeën door Provinciale Staten in december 2014
kan de uitvoering starten.
In Purmerend zijn de wachtlijsten voor starters en
jongeren op de woningmarkt te lang. Daarnaast zal door
veranderingen bij instellingen een andere vraag ont­
staan naar ouderenhuisvesting. De nieuwe coalitie wil
de komende jaren oplossingen voor deze vraagstukken
aandragen. Niet door dit allemaal zelf te bedenken, maar
door in gesprek te gaan met Purmerenders, instellingen
en corporaties. De in 2012 vastgestelde woonvisie vormt
een belangrijk kader, waarbij de corporaties al aangege­
ven hebben wat er van ze verwacht mag worden. Het is
nu zaak de woonvisie concreet te maken en te vertalen
naar stappen, inclusief bouwplannen, om starters en
ouderen tegemoet te komen.
FOTO: PROVINCIE FLEVOLAND
Contactpersoon: Hillebrand Koning,
[email protected]
Binnen haar grondgebied is Purmerend vrijwel uitge­
groeid; bouwkansen zijn er vooral binnenstedelijk. Daar
ontstaat gelijk de spanning: de omgeving hoeft maar
lucht te krijgen van bouwpotentie op inbreilocaties of op
grond van voormalige schoolgebouwen en de weerstand
is geboren. Maar het zijn juist deze locaties die geschikt
zijn voor starterswoningen. Naar mijn overtuiging is de
sleutel nog steeds de vroegtijdige communicatie met de
omgeving: meenemen en meedenken zal uiteindelijk
begrip en meestal minder weerstand opleveren.
Mensen willen wonen. Als je daar werk van wilt maken,
kom je bij de kern van wat besturen leuk en interessant
maakt: balanceren tussen algemene en individuele
belangen.
Het Horsterwold is een prachtig voorbeeld van succesvol gecreëerde nieuwe natuur
in Flevoland
3 | 2 Podium 15
A G E N D A
September
11/09 MRA REGIODEBAT
Over de kansen van de MRA in Europa, met onder meer
Eberhard van der Laan
11/09 BESTUURLIJKE REGIE SCHIPHOL (BRS)*
12/09 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM REGIONALE ECONOMISCHE
STRUCTUURVERSTERKING (PRES)*
22/09 29e EUROPESE ZONNESTROOMCONFERENTIE
Van 22 tot 26 september vindt in het RAI Congrescentrum in
Amsterdam de 29e Europese Zonnestroomconferentie en -beurs
(EU PVSEC 2014) plaats, de grootste in zijn soort in de wereld.
Economie
Oktober
08/10 BESTUURSPLATFORM NOORDZEEKANAALGEBIED (NZKG)*
22/10 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM BEREIKBAARHEID (PBM)*
23/10 JAARCONGRES NOORDZEEKANAALGEBIED (NZKG)
COLOFON
MRA Podium is het kwartaalblad van
de Metropoolregio Amsterdam
December
04/12 BESTUURSPLATFORM NZKG*
04/12 BESTUURLIJKE REGIE SCHIPHOL (BRS)*
05/12 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM REGIONALE ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING (PRES)*
10/12 BESTUURLIJK OVERLEG PLATFORM BEREIKBAARHEID (PBM)*
12/12 CATCH UP BOARD
Verstedelijking
*Bestuurlijk overleg – op uitnodiging
Introductie voor
raadsleden en
wethouders
Bereikbaarheid
WEBSITE
www.metropoolregioamsterdam.nl
TWITTER
In het najaar vinden in diverse regio’s introductiebijeenkomsten
plaats over de samenwerking binnen de Metropoolregio Amsterdam.
Deze zijn bedoeld om nieuwe raadsleden en bestuurders kennis te
laten maken met de MRA en andersom.
De exacte invulling van het programma verschilt per regio. In elk
geval staat een introductie over het wie, wat, waarom en hoe van de
Metropoolregio Amsterdam op het programma, met speciale aandacht voor de rol van bestuurders en raadsleden. Ook is er aandacht
voor de specifieke regionale opgaven.
@MRA_online
REDACTIERAAD
Louisan Pot, Debbie Lieuw-On,
Jan de Graaf en Guus Knibbeler
Landschap
Informatie: www.metropoolregioamsterdam.nl
Contactpersoon: Louisan Pot, [email protected]
CORRESPONDENTEN
Germa Bakker, Martin Bekker,
Jacqueline Bouwmans, Jan Heijink, Steef
de Looze, Lotte Volz en Harry Zondag
EINDREDACTIE EN PRODUCTIE
DG Communicatie
HOOFDFOTO VOORPAGINA
Inhoudelijk sluiten de bijeenkomsten aan op de brochure
‘Doorbouwen op het fundament’ die vlak na de gemeenteraads­
verkiezingen is gestuurd aan alle fractievoorzitters in de 36 MRAgemeenten. De brochure schets de MRA-opgaven op het gebied
van economie, verstedelijking, bereikbaarheid, landschap en
duurzaamheid.
Op de website van de Metropoolregio Amsterdam vindt u binnenkort
de data van de introductiebijeenkomsten. Raadsleden en wethouders
ontvangen na de zomer een uitnodiging. Op de MRA-website staat
ook de brochure ‘Doorbouwen op het fundament’.
De Metropoolregio Amsterdam is het
samenwerkingsverband van lokale en
regionale overheden in het noordelijke
deel van de Randstad. Deelnemers
zijn de gemeenten Aalsmeer, Almere,
Amstelveen, Amsterdam, Beemster,
Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal,
Bussum, Diemen, Edam-Volendam,
Haarlem, HaarlemmerliedeSpaarnwoude, Haarlemmermeer,
Heemskerk, Heemstede, Hilversum,
Huizen, Landsmeer, Laren, Lelystad,
Muiden, Naarden, Oostzaan, OuderAmstel, Purmerend, Uitgeest, Uithoorn,
Velsen, Waterland, Weesp, Wijdemeren,
Wormerland, Zaanstad, Zandvoort,
Zeevang, de provincies Noord-Holland en
Flevoland en de Stadsregio Amsterdam.
Michiel Wijnbergh
ONTWERP
www.co3.org, Irma Bannenberg
DRUK
KDR Company
OPLAGE
Duurzaamheid
2650 exemplaren
REDACTIEADRES
Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam
t.a.v. Guus Knibbeler
Postbus 2758
1000 CT Amsterdam
020-2551582
[email protected]