René Appel - Stichting Nederlands

René Appel: “Voorstanders tweetalig onderwijs gaan
nooit in op argumenten”
auteur: Arno Schrauwers
Wat is er tegen tweetalig onderwijs?
RA: Die vraag is moeilijk te beantwoorden. Soms is het een goede oplossing, vooral
als de thuistaal een andere is dan de voertaal. Als de omgangstaal niet de taal van
de school is, dan valt er wat voor te zeggen om te beginnen met de taal van de
kinderen en later over te schakelen op de nationale taal.Maar OET (onderwijs eigen
taal;as) is in Nederland juist gestopt.
Het argument van de voorstanders is dat tweetalig onderwijs nodig is de leerlingen goed voor te bereiden
op een zich steeds meer globaliserende wereld, om ze zo goede kansen te geven op de internationale
arbeidsmarkt. Wat vindt U van dat argument?
RA: Daar geloof ik niet in. Dan gaat het toch om een selecte groep en van die groep is het Engels toch al
ruim voldoende. Er blijven altijd anglisten die beweren dat Nederlanders minder goed Engels spreken dan
ze denken, maar dat lijkt meer op het verdedigen van hun eigen terrein. Ik vind dit een loos argument.
Er wordt met grote verbetenheid door mensen als Sander Dekker en Jan Paternotte gestreefd naar de
verengelsing van het Nederlandse onderwijs. Waar komt die verbetenheid vandaan, denkt U?
RA: Ik weet niet waar die vandaan komt. Iemand heeft iets nieuws bedacht dat op de een of andere
manier aantrekkelijk is voor anderen en dan zie je vaak dat allerlei mensen op die trein springen.
Denkt U dat die tweetaligheid in het onderwijs schadelijk is?
RA: Schadelijk voor wie?
Schadelijk voor het Nederlands en schadelijk voor de leerling.
RA: Ik denk dat dat voor veel leerlingen niet erg negatief is. Het is natuurlijk wel de vraag of ze allerlei
termen die ze nu in het Nederlands leren of ze die dan ook nog zullen leren. Wordt de 80-jarige oorlog dan
niet de 80 years war? De vraag is of er nog voldoende tijd is om de kinderen de Nederlandse terminologie
te leren. Daar komt bij dat er voor het experiment erg weinig geld is. Ik sprak met een directeur van een
Amsterdamse basisschool. Die kreeg € 10 000 extra. Het bestuur van de scholengroep is dan wel bereid
daar extra geld bij te leggen, maar dat is dan niet beschikbaar voor andere, belangrijker zaken, zoals de
opleiding en bijscholing van leerkrachten, waarvan men nu vindt dat die te kort schieten. Er zal een hele
markt van opleidingen en cursussen ontstaat. Het lijkt een beetje op het verhaal van de rattenvanger van
Hamelen.
Al met al denk ik, we hebben het nog steeds over het experiment van de twaalf scholen, dat de nadelen
tegen de voordelen wegvallen. Het feit dat de kinderen Engels leren. Ik vraag me alleen af of de
leerkrachten het aankunnen en zo niet of er dan leerkrachten uit Engelstalige landen moeten worden
aangetrokken. Ook vraag ik me af of er wel goed geëvalueerd zal worden. Je hebt nu mensen als De Bot
en De Graaff die zich er mee bemoeien, maar dat zijn voorstanders. Ik houd mijn hart vast als zij ook de
effecten van dit experiment moeten gaan onderzoeken.
De 12 scholen die meedoen met het experiment behoren niet tot de hoogste sociaal-culturele klasse, maar
zitten wel hoog. Daar is, voor zover ik weet, één uitzondering op. De school in Amsterdam die meedoet
heeft veel allochtone leerlingen. Wat je ziet is enthousiaste leerkrachten,een enthousiaste school, maar ik
vind dat dat enthousiasme op het verkeerde wordt gericht. Als de 1ste taal bij een leerling niet stabiel is,
dan wordt het aanleren van een tweede taal lastig, laat staan van een derde taal en dat is bij veel van de
leerlingen op die school het geval.
Ik zat laatst in een discussie op Radio 1 onder leiding van Rob Oudkerk. De voorstanders hebben het er
over dat ze er zin in hebben, dat ze enthousiast zijn. Die gaan helemaal niet in op argumenten. Straks
krijgen leerlingen het Engels gelijk met het Nederlands. Dat Engels kent nogal wat problemen met de
spelling. Er zijn in Engelstalige landen verhoudingsgewijs veel dyslectici. Hebben ze daar wel eens aan
gedacht? Ze gaan er gewoon niet op in.
Het lijkt een beetje op een massale gekte?
RA: Nou ja gekte, het lijkt meer op een soort hype (en helaas hebben we daar nog geen oorspronkelijk
Nederlands woord voor).
Verwacht U nog wat van de Tweede Kamer?
RA: De Tweede Kamer? Die denken waarschijnlijk alleen maar dat zo'n vernieuwing weinig geld kost. Het
zal, denk ik, budgetneutraal moeten gebeuren. Het kan zijn dat het budget omhoog gaat. Ik weet het
niet.
Voor dat er een besluit genomen gaat worden over tweetalig basisonderwijs zijn we een paar jaar verder.
De proef zal, dacht ik, tot 2019 lopen. Ik weet ook niet wat de uitslag zal worden. Lang niet alle
onderwijsvernieuwingen worden ook doorgevoerd en ik durf ook hier niet van te zeggen of die ook
daadwerkelijk wordt doorgevoerd.
Maar stel, er wordt door de Kamer besloten om vanaf 2019 tweetalig onderwijs in te voeren. Is dat
fnuikend voor het Nederlands?
Er zijn natuurlijk mensen die het Nederlands minder belangrijk vinden, zoals Jan Paternotte, de leider van
D66 in Amsterdam, maar daar komen twee andere trends bij. De eerste is de grote invloed van het Engels
op het Nederlands. Steeds meer begrippen en uitdrukkingen in het Nederlands komen uit het Engels en dat
zal alleen maar versterkt worden. De tweede trend is dat steeds meer taaldomeinen in Nederland op het
Engels zullen overschakelen. Op een gegeven moment sta je voor de vraag waarom je iets nog in het
Nederlands zal doen.
Het lijkt er op of Nederland in Europa sterk voorop loopt bij het marginaliseren van de eigen taal. Hoe
komt dat toch?
RA: Nederlanders hebben weinig taalchauvinisme. Ik wil niet zo ver gaan als het Franse taalchauvinisme,
maar in Nederland lijkt het de andere kant op te zijn doorgeslagen. Daar heerst bijna een negatief
taalchauvinisme. Ik heb ook geen idee waar dat vandaan komt. Je kunt natuurlijk zeggen dat het aan de
opvoeding ligt, maar dat is het verschuiven van de vraag. Ik zou graag wat meer loyaliteit met de eigen
taal willen zien.
René Appel is succesvol schrijver en voormalig hoogleraar Nederlands als tweede taal