Download pdf - Tynaarlo

D66 TYNAARLO
VERKIEZINGSPROGRAMMA
2014-2018
1
D66 Tynaarlo
[email protected]
http://d66tynaarlo.nl/
2
Voorwoord
“De gemeente speelt een steeds grotere rol in uw leven. Daarom moet u ook een veel
grotere rol in uw gemeente spelen. Dat begint met stemmen op 19 maart; stemmen op
D66.”
De gemeente wordt belangrijker, uw stem dus ook
Voorjaar 2014 en u mag wéér naar de stembus. Gaat u weer stemmen? Veel mensen
vragen zich af of gemeentepolitiek wel belangrijk is. Ik overtuig u er graag van dat u juist
bij deze gemeenteraadsverkiezingen uw stem moet laten horen.
Een ijzeren wet in de politiek is: alle politiek is lokaal. Als raadslid, wethouder en
burgemeester heb ik gezien hoe dat werkt: de belangrijkste vraag moet steeds zijn ‘Wat
betekent dit voorstel voor mensen in hun dagelijks leven, in hun directe omgeving?’. Voor
D66 is het essentieel dat iedereen meepraat en meebeslist over de plannen die ons
raken. Dat is een democratisch recht én, vinden wij, ook een democratische plicht. Het is
in ieder geval de beste garantie voor politiek waarin de mens centraal staat.
Dat is belangrijk, want er moeten indringende keuzes gemaakt worden. Hoe groot wordt
de klas van uw kind komend jaar? Werken beroepsonderwijs en het lokale bedrijfsleven
samen tegen jeugdwerkeloosheid? Worden zorg en ondersteuning van ouderen en
gehandicapten op maat geleverd? Pakt uw gemeente nu eindelijk de leegstand aan van
achterhaalde industrieterreinen en niet gebruikte beeldbepalende gebouwen? Geeft uw
gemeente ruimte aan bewoners die samen zonnepanelen op hun daken laten plaatsen?
Heeft u als bewoner zelf over dit alles iets te zeggen? De gemeente speelt een steeds
grotere rol in uw leven. Daarom moet u ook een veel grotere rol in uw gemeente spelen.
Dat begint met stemmen; stemmen op D66.
D66 werkt aan een samenleving die gebouwd is op vrije mensen die zich inspannen en
ontplooien. Hierdoor wordt de samenleving als geheel sterker en rijker. Wij mensen zetten
ons van nature niet alleen in voor onszelf, maar ook voor onze naasten, onze
leefomgeving, de maatschappij en onze gezamenlijke toekomst. Daarom komt D66 op
voor de kansen van iedereen, bijvoorbeeld via het onderwijs. Met een overheid die steunt,
randvoorwaarden schept en waar nodig stuurt. D66 weet zeker dat de kracht van mensen
onderling de belangrijkste maatschappelijke motor is. Wij vertrouwen op die kracht van
mensen, individueel en samen.
Dat alle politiek uiteindelijk lokale politiek is, wordt een steeds grotere waarheid nu de
Rijksoverheid in recordtempo bezig is om veel van haar taken bij uw gemeente neer te
leggen. Helaas zijn de motieven van het kabinet vooral financieel; zoveel mogelijk taken
‘over de gemeentelijke heg', maar wel voor veel minder geld dan er eerst voor
beschikbaar was. Daarmee lopen zij het risico de verhoudingen onnodig op scherp te
zetten. D66 streeft óók naar krachtiger gemeenten, maar niet primair omwille van
bezuinigingen. Wij hebben de overtuiging dat belangrijke besluiten over de directe
leefomgeving van mensen het beste lokaal genomen kunnen worden. Net zoals we de
toekomst van ons land op andere onderwerpen steeds meer binnen Europa bepalen. Den
Haag moet leren een flinke stap terug te doen. Dat leidt tot een onherroepelijke
verandering in de relatie tussen de burger en de lokale overheid. Dat biedt kansen, ook in
uw gemeente.
In veel gemeenten is D66 sinds de verkiezingen in 2010 weer sterk vertegenwoordigd. Er
is daar door goede en betrokken raadsleden en bestuurders veel bereikt. Wie kwaliteit
eist, moet ook kwaliteit leveren. In een aantal andere gemeenten kunnen we nu weer
terugkomen. Het is in uw belang dat D66 die sterke positie continueert en waar mogelijk
3
uitbouwt. D66 vindt dat iedere gemeente de brandende ambitie moet hebben om voor de
inwoners de best mogelijke leefomgeving te realiseren. Energie, geld en bemoeizucht
moeten niet gestoken worden in zaken die burgers best onderling kunnen regelen – en
dat is meer dan politici en zelfs u vaak denken. Dat wat de gemeente wel doet, moet dan
wel goed gebeuren; efficiënt, effectief en duurzaam.
D66-politici hebben een kenmerkende stijl: we zijn duidelijk over wat we willen, we
denken in mensen en niet in groepen, we beginnen bij u en niet bij de regels en houden
altijd het oog op de toekomst. Wij zijn optimistisch maar weten ook dat we hard moeten
werken om onze idealen te verwezenlijken.
Verschillende gemeenten maken de komende jaren verschillende keuzes. Hoeveel uur
thuiszorg is er beschikbaar voor uw buren die graag zo lang mogelijk zelfstandig willen
wonen? Hoe voortvarend is uw gemeente volgend jaar bij het begeleiden van die
WAJONG-er die echt gemotiveerd is om zijn eigen brood te verdienen?
Gaat u zitten afwachten of u in de beste of in de slechtste gemeente van Nederland
woont? Of gaat u er, samen met D66, voor zorgen dat uw gemeente de handschoen
oppakt? U kunt het verschil maken. Zeker hier in Tynaarlo, in uw eigen omgeving!
Wacht niet af. Stem op 19 maart. Beter nog; stem D66!
Alexander Pechtold
4
De ambities van D66 voor Tynaarlo in 2014-2018
Naast de in dit verkiezingsprogramma opgenomen voorstellen wil D66 wil in de komende
raadsperiode de volgende, algemene ambities voorop stellen.
1. Democratie
D66 wil verder investeren in de samenspraak met burgers, bedrijven en instellingen.
College en ambtenaren werken proactief en nemen de inbreng van de inwoners serieus.
De raad biedt burgers een platform voor medezeggenschap en agendeert zo nodig
maatschappelijke initiatieven.
2. Duurzaamheid
D66 is van nature gericht op duurzaamheid. Bij iedere beleidskeuze moeten de gevolgen
voor de langere termijn worden meegewogen. Ons natuurlijk en cultureel erfgoed
verdient voortdurende aandacht en bescherming.
3. Bestuurscultuur
D66 wil een verbetering van de politieke cultuur. Wij blijven inzetten op een positieve
relatie tussen raadsfracties onderling en een constructieve verhouding tussen raad en
college. Dit vraagt ook om een transparante en op samenwerking gerichte houding van
het college.
4. Doelmatigheid
D66 wil een solide financieel beleid, met een sluitende begroting en een gezonde
reservepositie. Daarnaast is een effectief en efficiënt werkende organisatie noodzakelijk.
5
6
Hoofdstuk 1
Burger en Bestuur
De gemeente is de lokale democratie. Een democratisch gemeentebestuur is
toegankelijk, transparant en controleerbaar. Een democratisch gemeentebestuur biedt de
inwoners directe invloed op het lokale bestuur. Dit betekent mensen tijdig en serieus
betrekken bij de besluitvorming. Dat kan bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van
burgerpanels, zoals de Klankbordgroep Centrumplan in Zuidlaren. D66 is nog steeds
voorstander van referenda die besluiten van de gemeenteraad kunnen corrigeren of
bevestigen, mits het initiatief afkomstig is van de inwoners. Een gemeentelijke
referendumverordening moet dit dan ook mogelijk maken. D66 wil daarnaast een
gemeentebestuur dat kwalitatief toegerust is op de bestaande en nieuwe taken. Dat
vraagt hoogwaardige en duurzame voorzieningen in dienstverlening, zorg en handhaving.
Dat betekent verder investeren in de kwaliteit van beleid, besluiten en de organisatie.
Hierbij denken wij bijvoorbeeld aan de introductie van periodieke evaluaties. D66 wil
inzetten op een professionele ambtelijke organisatie in een veilige cultuur.
Modern en proactief omgaan met burgers
D66 vertrouwt op de eigen kracht van mensen. Het gemeentebestuur moet zich niet met
alles willen bemoeien. Zeker in de lokale gemeenschappen is de betrokkenheid op elkaar
en de leefomgeving belangrijk. D66 wil burgers en bedrijven daarom ruimte bieden om
zich zelf te ontplooien, eigen keuzes te maken en daarmee verantwoordelijkheid te
nemen voor hun leven en hun omgeving. Initiatieven van inwoners die bijdragen aan het
gemeentebestuur moet de gemeente dan ook open tegemoet treden en zoveel mogelijk
faciliteren. Bijvoorbeeld initiatieven voor een betere straatverlichting, ondernemers die
willen investeren in een betere infrastructuur, een plan van omwonenden om een lege
plek in het dorp in te vullen, of het oprichten van een duurzaam energiecollectief.
Een democratisch gemeentebestuur betrekt burgers en belanghebbenden proactief en
vanaf het begin bij het beleid. Daarbij moeten zij door ambtenaren en bestuurders serieus
worden genomen en correct worden behandeld. Niet alleen maar formeel reageren of
eigen keuzes opleggen. De gemeente dient haar inwoners tijdig te informeren en
tegelijkertijd te luisteren naar hun zorgen, wensen en ideeën over leefbaarheid, veiligheid
en gezondheid.
Moderne communicatie tussen gemeentebestuur en burger
De communicatie met de burger kan ruimhartiger, proactiever en effectiever. Er kan al
veel via internet worden gecommuniceerd. Verdergaande maatregelen en instrumenten
voor een transparanter en beter te controleren bestuur zijn bijvoorbeeld het ontsluiten
van meer gemeentelijke gegevens voor digitale toepassingen (openingstijden,
criminaliteitscijfers, besteding publieke gelden) en het publiceren en toegankelijk maken
van notulen, nota’s, en andere relevante stukken. De gemeente kan deze gegevens vrij
verstrekken zodat de burgers en bedrijven er optimaal gebruik van kunnen maken. Het
zijn immers “onze” gegevens. D66 pleit er daarom voor als principe te hanteren alle
gegevens zijn openbaar tenzij”. Ook de nieuwste communicatietechnologie (mobiele
apps, sociale media) maakt een moderne relatie tussen de burger en de overheid
mogelijk. In plaats van vooral het verstrekken van informatie kunnen we hiermee ook de
burgers en bedrijven actief betrekken bij plannen en besluiten. Daarmee wordt niet alleen
de transparantie, maar vooral ook het vertrouwen in het lokaal bestuur bevorderd.
Interne organisatie
D66 wil weer terug naar een stelsel waarin raadsvergaderingen worden voorbereid in
raadscommissies. Dat biedt ruimte om vraagstukken inhoudelijk breder en diepgaander
te bespreken. Bovendien kan de raad meer eigen punten vanuit de bevolking agenderen.
Ook kunnen steunfractieleden een grotere rol spelen en krijgen met name burgers meer
mogelijkheden om met de raad van gedachten te wisselen. Daarnaast wil D66 dat het
college de raad regelmatig en volledig informeert over de ontwikkeling van de interne
organisatie. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de interne organisatie is een
wettelijke plicht voor het college. De secretaris is daarop aanspreekbaar, maar de raad is
eindverantwoordelijke.
7
Gemeentelijke herindeling
D66 is niet voor opschaling van gemeentelijke taken via structurele regionale
samenwerking. Die oplossingen zijn niet democratisch en ook niet effectief. De raad is
inhoudelijk nauwelijks betrokken en kan het college daarom moeilijk aansturen en
controleren. De burgers mogen van de door hen gekozen raad verwachten als
eindverantwoordelijk orgaan zelf de regie over het gehele gemeentebestuur te voeren.
D66 loopt niet bij voorbaat weg voor mogelijke herindelingsplannen. Wij pleiten ervoor
niet defensief in de loopgraaf te kruipen. Het gemeentebestuur moet, wanneer een
herindeling zich aandient, actief en met een open mind aan de discussie meedoen en de
bevolking daarbij betrekken.
Integriteit
Een gemeentebestuur moet kwaliteit bieden, transparant werken, maar ook betrouwbaar
zijn. Integriteit van bestuur is van vitaal belang voor de geloofwaardigheid van de lokale
democratie. Dit begint bij het eigen corrigerende vermogen van raadsleden, collegeleden
en ambtenaren. Maar om de risico’s op (de schijn van) belangenverstrengeling zo klein
mogelijk te houden ligt er een bijzondere rol bij de burgemeester, de griffier en de
secretaris. Vanuit hun posities kunnen zij het thema integriteit agenderen, toezicht
houden, in voorkomende gevallen optreden, als aanspreekpunt fungeren en sturing
geven aan scholing.
Hoofdstuk 2
Gemeentefinanciën
Een doelmatig gemeentebestuur
D66 is voor een doelmatig gemeentebestuur. Dat betekent inzetten op duurzame
gemeentefinanciën juist in moeilijke financiële tijden. Wij streven naar een evenwichtige
begroting, dat wil zeggen dat inkomsten en uitgaven in balans blijven, zonder daarvoor
onverantwoord in te teren op reserves of te leunen op incidentele opbrengsten.
Om de controlerende rol van de gemeenteraad naar behoren uit te voeren is het
noodzakelijk dat het college ervoor zorgt dat de financiële stukken transparant, tijdig
beschikbaar en volledig verantwoord zijn. Risicobeheersing wordt essentieel. Een actieve
en voldoende gefaciliteerde gemeentelijke rekenkamer is daarbij een noodzakelijk
instrument. D66 pleit daarnaast voor een periodieke financiële 'stress test', waarbij de
houdbaarheid van de begroting en de reserves wordt getoetst.
Meer rijkstaken, maar minder rijksmiddelen
De komende jaren verwacht D66 meer druk op de gemeentelijke begroting. Het kabinet
wil veel rijkstaken op het terrein van de langdurige zorg, de jeugdzorg en
verantwoordelijkheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt overdragen aan
gemeenten. Dit gaat gepaard met bezuinigingen op de bijbehorende budgetten, omdat
het kabinet verwacht dat gemeenten deze taken efficiënter kunnen uitvoeren. Een
belangrijke vraag is of er voldoende middelen beschikbaar blijven en of gemeenten de
vrijheid krijgen om het geld zelf zo efficiënt mogelijk in te zetten. Want ook door een
verlaging en herverdeling van de algemene rijksbijdrage uit het Gemeentefonds krijgen
gemeenten minder inkomsten.
Uitgangspunten bij bezuinigingen
Bij verdere bezuinigen kijkt D66 eerst naar een vermindering van uitgaven, en daarna
naar een verhoging van inkomsten via belastingen. Verder oplopende tekorten kunnen
niet uitsluitend op de burgers worden afgewenteld. Wij streven daarom naar een
evenwichtige verdeling van de financiële pijn over allereerst de eigen organisatie, daarna
de maatschappelijke voorzieningen, en als laatste een belastingverhoging voor de
burgers.
Wanneer bij een evenredige vermindering van de eigen gemeentelijke kosten moet
worden gesneden in de eigen organisatie wil D66 aandacht voor de kwaliteit van de
medewerkers. Voorkomen moet worden dat bezuinigingen vooral ten koste gaan van
(jong) talent. Externe inhuur dient tot een minimum beperkt te worden en onder strikte
8
en transparante condities te geschieden. Bij bezuinigingen op de uitgaven voor burgers
en bedrijven moet vooral worden gekeken naar de activiteiten die niet tot de
gemeentelijke kerntaken behoren. De negatieve effecten van rijksbeleid moeten in de
begroting niet automatisch met gemeentelijke middelen worden gecompenseerd.
Subsidies zijn wat D66 betreft altijd tijdelijk en worden periodiek geëvalueerd. Met het
oog op de beheersing van de lokale lastendruk gaat D66 als laatste over tot
belastingverhoging. D66 wil de tarieven in beginsel alleen trendmatig (het landelijke
inflatiecijfer) verhogen. De milieubelastingen (riool- en afvalstoffenheffing) mogen
bijvoorbeeld alleen kostendekkend worden verhoogd want indien meer dan
kostendekkende tarieven worden gehanteerd dan moeten deze worden teruggeven aan
de burgers.
Hoofdstuk 3
Economie en Ondernemerschap
Een ondernemende gemeente
D66 vertrouwt op de eigen kracht en verantwoordelijkheid van burgers, bedrijven en
instellingen. Wij vinden dat inspanningen en prestaties beloond mogen worden. De
gemeente moet stimuleren en faciliteren, niet frustreren. Een sterke lokale economie is
belangrijk voor de leefbaarheid van onze burgers. D66 staat om die reden voor een
gemeente die het ondernemerschap daadwerkelijk omarmt. Juist in tijden van
economische tegenwind verdienen diegenen die risico’s nemen om hun ideeën te
realiseren extra steun. D66 werkt daarom aan een open, proactieve en pragmatische
houding van de gemeente richting ondernemers.
De lokale kenniseconomie
Een goede samenwerking tussen gemeentebestuur, bedrijfsleven en
onderwijsinstellingen is nodig om de lokale economie te stimuleren. Wat is de vraag op de
arbeidsmarkt? Hoe kunnen we op een afgestemde manier werken aan stages, trainingen,
budgetlessen? Meer onderlinge aansluiting draagt bij aan meer werk en minder sociale
voorzieningen. De gemeente kan aan een verbinding van onderwijs en economie
bijdragen, bijvoorbeeld met ervaringsplaatsen op het gemeentehuis voor jong talent, of in
de gesubsidieerde sector.
Ruimte voor ondernemerschap
Het lokale ondernemersklimaat moet worden versterkt: de gemeente moet het voor
ondernemers aantrekkelijk maken om zich er te vestigen, met name zij die
maatschappelijk verantwoord en duurzaam opereren. Daarvoor is een meer op de
behoefte van de ondernemers zelf gerichte opstelling nodig. Voor de ondernemers heeft
de gemeente voor alle diensten één ingang: via de gemeentelijke website,
telefoonnummer en één ondernemersloket. Dit betekent dat men in de ambtelijke
organisatie(s) ook in de uitvoering en nazorg integraal handelt. De gemeente kan verder
meer gericht ondernemers bij elkaar brengen om zo op zoek te gaan naar
gemeenschappelijke belangen. Belangrijk is verder een structurele inzet op minder regels
en administratieve verplichtingen.
Ruimtelijk-economische investeringen
D66 wil investeren in goede en duurzame kantoren en bedrijventerreinen. Door
toenemende inkopen via internet neemt de behoefte aan winkeloppervlakte structureel
af, mogelijk met 30% binnen tien jaar. En als lokale winkels worden uitgekocht door
ketens ontstaat er in de winkelgebieden een andere dynamiek. De bewoners houden
immers hun behoefte aan bepaalde specifieke producten en diensten. Leegstand maakt
winkelgebieden onaantrekkelijk en kan leiden tot verpaupering. D66 vindt dat gemeenten
daarom een krimpstrategie moeten volgen: verbouw in plaats van nieuwbouw, tijdelijke
winkels toestaan, het dubbel gebruik van bepaalde ruimtes, het ombouwen van winkels
tot ruimtes voor ZZP’ers of woningen. Gerichte investeringen in een aantrekkelijke
inrichting en aankleding van winkelstraten, zoals straatverlichting, bestrating en groen,
kunnen in samenwerkingsprojecten worden gerealiseerd. Dat kan in de vorm van PPSprojecten (publiek-private samenwerking) of via een baatbelasting. Zo kunnen
winkelcentra aantrekkelijker, gezelliger en groener worden en daardoor economisch beter
9
floreren. Deze vorm van ‘winkelstraatmanagement’ draagt bij aan aantrekkelijke
winkelgebieden als visitekaartjes voor de dorpen.
Fonds Ondernemend Tynaarlo
Een innovatieve gedachte is de instelling van een Fonds Ondernemend Tynaarlo.
Ondernemers in de markt, de non-profitsector en de publieke sector worden uitsluitend
belastingplichtig in de categorie niet-woning. Zij dragen een percentage van het OZBtarief af aan het Fonds, en mogen vervolgens bepalen aan welk project zij het willen
uitgeven. Als de gemeente het project van toegevoegde waarde acht, dan financiert zij
ook een deel. Hiermee kunnen de relaties tussen bedrijven en nonprofit organisaties
gericht op bedrijvigheid, onderwijs, zorg, sport, cultuur of kennis worden versterkt. De
ondernemers zijn niet langer slechts de vragende partij, maar krijgen de ruimte én de
verantwoordelijkheid om zelf met ideeën te komen en deze samen uit te werken.
Meer flexibiliteit en dynamiek
Het lokale bedrijfsleven moet aantrekkelijk en toegankelijk blijven voor jonge
ondernemers. In de ontwikkeling naar een 24-uurs economie is een ruimere avond- en
zondagsopenstelling van winkels nodig. De gemeente moet voor de ondernemers die dat
willen maximaal van de toepasselijke wetgeving gebruik maken. Ondernemers en burgers
kunnen en mogen in de ogen van D66 zelf bepalen wanneer zij willen kopen en verkopen.
Landbouw
D66 ziet boeren als agrarische ondernemers, met een bedrijfsvoering gericht op
duurzaamheid, innovatie, samenwerking en internationaal denken en handelen.
Recreatie
Recreatie is niet alleen belangrijk voor ons welzijn, maar ook een belangrijke
economische factor. Dat geldt zeker voor onze gemeente met veel recreatiebedrijven.
Deze ondernemers verdienen de nodige aandacht, omdat zij bijdragen aan de
aantrekkelijkheid van de gemeente en aan de werkgelegenheid. Daarom pleit D66 voor
een hechte samenwerking in deze sector, met name bij beslissingen over de ruimtelijke
omgeving zoals het groen in de dorpen en de natuur en het landschap in het
buitengebied. Drenthe heeft als uniek verkooppunt een goed netwerk van fiets- en
wandelpaden. De gemeente moet wat D66 betreft in goede samenwerking met de
provincie blijven investeren in deze belangrijke infrastructuur.
Groningen Airport Eelde (GAE)
De luchthaven heeft de pretentie een zichtbare bijdrage te leveren aan de regionale
economie. Nu de baanverlenging uiteindelijk is gerealiseerd, houdt de gemeente als
aandeelhouder een belangrijke verantwoordelijkheid. Voor D66 betekent dat een
voortdurende aandacht voor de milieucondities. Een belangrijk ijkpunt is verder of de
structurele exploitatietekorten na de baanverlenging tot het verleden gaan behoren. Wij
vinden een voortzetting van het stelselmatig bijdragen aan structurele verliezen door
onze gemeente niet verantwoord. GAE moet nu op eigen benen staan en de geclaimde
resultaatverbetering waarmaken.
Hoofdstuk 4
Zorg en Welzijn
Passende zorg
‘Welzijn’ en ‘gezondheid’ zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mensen met een
goede lichamelijke en geestelijke gezondheid zijn veel beter in staat om voor zichzelf en
hun omgeving te zorgen dan mensen met gezondheidsproblemen. Het individu heeft een
grote verantwoordelijkheid als het gaat om zijn of haar eigen gezondheid en D66
vertrouwt er op dat de meeste mensen dit op eigen kracht kunnen. Het zorgstelsel moet
passende zorg bieden waar mensen ook echt behoefte aan hebben. Dit doet een beroep
op de eigen kracht en verbondenheid van mensen.
Transitie van taken: professionalisering, verantwoording en doelmatigheid
De gemeente zal verantwoordelijk worden voor de financiering en inkoop van te
decentraliseren zorgtaken (maatschappelijke ondersteuning, ouderenzorg en jeugdzorg).
Dit vraagt een gedegen gemeentelijke visie, gericht op integrale samenwerking,
transparantie en meetbaarheid. De verbinding van de decentralisaties is essentieel voor
10
een samenhangende en succesvolle uitvoering. Deze nieuwe taken vragen ook om een
professionaliseringsslag bij de ambtelijke dienst, het college en de gemeenteraadsleden.
Als de gemeente in een samenwerkingsverband met andere gemeenten gaat werken
moet wat D66 betreft altijd volstrekt duidelijk blijven wie waarvoor verantwoordelijk is. De
raad moet zijn controlerende rol kunnen blijven invullen: het college mag geen
verstoppertje spelen in samenwerkingsverbanden. Als financier en opdrachtgever moet
de gemeente de betrokken uitvoeringsinstellingen ertoe bewegen de vraag van de cliënt
centraal te stellen en daarop een passend aanbod te ontwikkelen, waarbij het verbeteren
van de zelfredzaamheid van de aanvrager van belang is. Door efficiënt te werken kunnen
de effecten van rijkskortingen en -bezuinigingen worden beperkt. Een accentverschuiving
van curatieve naar preventieve zorg kan forse voordelen opleveren voor alle betrokkenen.
Doelmatig is ook het organiseren van één intakegesprek met één
aanspreekpunt/regisseur in plaats van met meerdere hulpverleners. De positie van
cliënten en direct betrokkenen dient te zijn gewaarborgd. D66 hecht aan inspraak van
belanghebbenden, bijvoorbeeld via cliëntenraden. Ook wil D66 een onafhankelijk
(gemeentelijk) meldpunt voor zorgklachten (rolstoelvervoer, huishoudelijke hulp of
wijkverpleging). Bij aanbestedingen zullen klachtafhandeling en de beoordeling van
zorgaanbieders door de Wmo-adviesraad zwaar gewogen worden.
Wet maatschappelijke ondersteuning
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) beoogt de sociale samenhang te
bevorderen, zodat mensen een beroep op elkaar kunnen doen. Naast zorg vergt dat ook
vrijwilligerswerk, mantelzorg, buurthuizen, sportcentra en dienstverlening. Uitgangspunt
voor D66 is dat iedereen mee blijft doen: dat ouderen zo lang mogelijk in hun eigen huis
kunnen blijven wonen, dat gehandicapten de voorzieningen krijgen die ze nodig hebben
en dat jongeren zich bewust zijn van gezondheidsrisico´s. Zorg moet wat D66 betreft zo
dicht mogelijk in de omgeving van de zorgbehoevende georganiseerd zijn. De meest
comfortabele zorg komt van familie en vrienden. De gemeente dient deze mantelzorgers
goed te ondersteunen, bijvoorbeeld door de mogelijkheid van vervanging door
zorgverleners. D66 wil waar mogelijk dat hulpmiddelen, zoals rolstoelen en scootmobielen
worden hergebruikt.
Jeugd
D66 wil dat de gemeente investeert in een goede inbedding van jeugdzorg binnen
onderwijs, publieke gezondheidszorg en welzijn. D66 wil daarbij uitgaan van de eigen
kracht van gezinnen. Opvoeden is primair de verantwoordelijkheid van ouders, maar als
het nodig is moet er dichtbij een professionele en laagdrempelige eerstelijns- en
gezinszorg voorhanden zijn. Om dit te bewerkstelligen ziet D66 graag meer
samenwerking met kinderopvang, peuterspeelzalen, brede buurtscholen, voortgezet
onderwijs en sociale dienst. Hulpverleners praten mét, en niet over kinderen en ouders.
D66 wil inzetten op vroegsignalering, een eerdere aanpak van problemen en het
investeren in de zelfredzaamheid van jonge mensen. Bij melding van verwaarlozing en
misbruik handelt de gemeente als het aan D66 ligt snel, met oog voor de specifieke
situatie en zonder dat de kinderen onnodig lang in onzekerheid blijven verkeren. Als er
sprake is van crimineel gedrag dan moet er snel, zichtbaar en effectief gestraft worden.
Ook dan moet meteen gezinszorg worden opgestart, voor effectieve preventie. Ouders
moeten actief bij dit proces betrokken worden. Jeugdigen en hun ouders moeten door het
Centrum voor Jeugd en Gezin en de scholen actief geïnformeerd worden over de
negatieve gevolgen van overgewicht, alcohol- en drugsmisbruik, roken en depressie. De
juiste preventie kan zorgkosten elders voorkomen.
Zorg in de buurt
Mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid voor hun gezondheid. Dit ontslaat de
gemeente echter niet van de plicht om op gezondheidsrisico’s te wijzen en mensen op te
vangen die (tijdelijk) niet voor zichzelf kunnen zorgen. Een goed georganiseerde
eerstelijns gezondheidszorg is hierbij cruciaal, met een centrale rol voor huisartsen. De
gemeente moet tijdig inspelen op het dreigende tekort aan huisartsen. De gemeente
dient huisartsen en andere beroepsbeoefenaars in de eerstelijns gezondheidszorg de
mogelijkheid te bieden om (kleinschalige) gezondheidscentra op te zetten in de kernen
van Tynaarlo en ze daarbij te ondersteunen. Daarnaast wil D66 dat overleg tussen
11
huisartsen, psychologen, tandartsen, fysiotherapeuten, diëtisten en andere werkers in de
gezondheidszorg door de gemeente wordt gestimuleerd. Waar mogelijk wordt ketenzorg
voor chronisch zieken ingericht, waarbij huisartsen, wijkverpleging, specialistische zorg en
de patiënt nauw samenwerken en behandeling en financiering afstemmen.
Hoofdstuk 5
Onderwijs
De kwaliteit van het onderwijs is van groot belang. Met een goede opleiding kan iedereen
zich verder ontwikkelen en volwaardig meedoen in de samenleving. D66 is een
voorstander van brede scholen die naast goed onderwijs ook kinderopvang (een van 7.00
tot 19.00-voorziening), voorschoolse educatie, buitenschoolse opvang, sport en cultuur
bieden. Door dit brede aanbod kan beter worden ingespeeld op de individuele behoeften
van een kind en talenten stimuleren. Onderwijs omvat volgens D66 ook preventie,
vroegsignalering en ondersteuning op maat. In de praktijk vraagt dit om samenwerking
tussen leerkrachten, kinderopvang, peuterspeelzalen, ouders, welzijn, wijkagent, (jeugd)
gezondheidszorg en jeugdzorg.
Kwaliteit
Het bestuur van het basisonderwijs in Tynaarlo en Haren is overgedragen aan Stichting
Baasis. Het gemeentebestuur staat daarmee op afstand, maar heeft als subsidiegever
nog wel een rol. D66 wil geen zwakke scholen meer binnen de gemeente. Er moet
daarom aandacht blijven voor de deskundigheid en vaardigheden van de leerkrachten.
De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de scholen en de leerkrachten ligt in eerste
instantie bij Stichting Baasis. D66 wil dat de gemeente dit actief bewaakt en Stichting
Baasis zo nodig aanspreekt op zijn verantwoordelijkheid. Transparantie over de kwaliteit
die de scholen bieden is daarom belangrijk. Scholen moeten helder zijn over de visie die
zij willen uitdragen.
Ook de communicatie tussen onderwijs en ouders is voor D66 van groot belang. Ouders
moeten meer betrokken worden in het onderwijs. Het uitspreken van wederzijdse
verwachtingen is hierbij noodzakelijk, waarbij afstemming tussen het pedagogische
klimaat op school en thuis een van de onderwerpen moet zijn. Het hebben van een MR en
oudervereniging is hierbij wat ons betreft niet voldoende. Het vroegtijdig communiceren
over veranderingen, personeelswisselingen en groepsgrootte draagt bij aan een prettig
schoolklimaat en aan een goede samenwerking tussen de verschillende geledingen op
school.
Accommodaties
Er moet zo snel mogelijk een duurzame oplossing gevonden worden voor het zich
voortslepende IAB (Integraal Accommodatie Beleid) in onze gemeente. Door de
vertraging van de uitvoering van dit beleid zullen veel basisscholen het in de komende
jaren nog met slechte accommodaties moeten doen. D66 wil op een nieuwe manier kijken
naar de schoolgebouwen. Zo is een heroriëntatie op de bestaande locaties het overwegen
waard. Daarbij pleiten wij voor flexibel inzetbare houtbouw, met de nadruk op een gezond
leefklimaat, ruime en groene schoolpleinen en voldoende parkeergelegenheid. Gezien de
krimp kan gekeken worden of schoolaccommodaties, bijvoorbeeld in avonduren en
weekenden, ook andere functies kunnen herbergen.
Toekomst
De scholennorm is voor D66 een kwestie van maatwerk. Er is geen relatie tussen het
aantal kinderen en de kwaliteit van het onderwijs. Maar we moeten ons wel realiseren dat
volgens de Onderwijsraad een leerling op een kleine school meer kost. De samenwerking
tussen kleinere basisscholen moet daarom worden aangemoedigd. Zo nodig moeten ook
fusies tussen openbare en bijzondere scholen mogelijk zijn.
D66 wil dat Stichting Baasis stimuleert dat scholen meer individueel onderwijs via de
digitale weg aanbieden. De veelvoud aan materialen in een digitale leeromgeving doet
recht aan de verschillen tussen kinderen en maakt maatwerk gemakkelijker.
Door de nieuwe wetgeving in het kader van passend onderwijs zullen meer kinderen met
een beperking het reguliere onderwijs volgen. Dit vraagt veel van scholen en de
samenwerking met andere instanties. D66 vindt dat de gemeente er samen met
12
buurgemeenten voor moet zorgen dat de scholen voor alle leerlingen passend onderwijs
in de regio kunnen aanbieden. Voor D66 zijn het bestrijden van vroegtijdige schooluitval
en verzuim van primair belang.
Van en naar school
De gemeente kent een beperkt aanbod van voortgezet onderwijs. Hierdoor is er sprake
van veel fietskilometers na het 12e jaar. D66 wil dat de verkeersdeelname van en naar
school veilig is. Dit begint bij een goede verkeerseducatie waar ouders en school een
belangrijke rol vervullen. Daarnaast vergroten goed onderhouden en overzichtelijke
wegen de veiligheid. Het verzorgen van leerling ervoer willen wij alleen voor leerlingen
voor wie geen andere keuze is.
Hoofdstuk 6
Duurzaamheid en Milieu
De wereld om ons heen moet met respect tegemoet getreden worden. Dat geldt voor
zowel de mensen om ons heen als voor onze omgeving. D66 streeft daarom naar een
duurzame en harmonieuze samenleving. De aarde is niet van ons en is dus ook geen
gebruiksartikel. D66 vindt dat de gemeente bij alle besluiten rekening moet houden met
de gevolgen van haar handelen voor toekomstige generaties. D66 pleit om die reden voor
het opnemen van een duurzaamheidsparagraaf in elk gemeentelijk plan. Het uitputten en
vervuilen van onze leefomgeving moet worden teruggedrongen. Tynaarlo is een groene,
ruime en gezonde gemeente. Juist in onze gemeente moet niet het behoud van natuur en
milieu, maar de aantasting ervan beargumenteerd worden.
Een duurzame gemeente
Een duurzaam gemeentebeleid begint met het vaststellen van realistische en haalbare
ambities voor alle beleidsterreinen. Dit betreft het beleid voor de leefomgeving: milieu,
natuur, landschap en cultuurhistorie. Daarnaast moet duurzaamheid gekoppeld worden
aan economie, innovatie en onderwijs. Kennis die op het gebied van duurzaamheid wordt
opgedaan, moet in het onderwijs worden aangeboden, en duurzame innovatie moet
direct worden toegepast in de praktijk. D66 wil graag dat de gemeente de lokale
klimaatagenda verder ontwikkelt en zich inzet om de Europese Natura-2000
doelstellingen, het Europese netwerk van waardevolle natuurgebieden, te halen. Verder
kan de gemeente kantorenlocaties omvormen tot starterswoningen in plaats van deze te
slopen, of milieubelastende bedrijven uitplaatsen en daarvoor in de plaats een
multifunctioneel gebouw neerzetten.
Duurzaamheid moet losgekoppeld worden van subsidies, om te voorkomen dat projecten
stoppen zodra de subsidies worden beëindigd. Dat is niet duurzaam. De stimulerende rol
van de gemeente moet dus zo snel mogelijk door particuliere partijen worden
overgenomen om de continuïteit te waarborgen. Dit doet de gemeente door partijen bij
elkaar brengen. Duurzaamheidsprojecten moeten immers interactief tot stand komen
willen ze effectief en haalbaar zijn. Verder moet de gemeente uitstralen dat
duurzaamheid niet alleen een kostenpost is, maar vooral ook een economische drijfveer
kan zijn via besparingen, innovatie en nieuwe investeringen. De gemeente kan verder de
regeldruk voor duurzaamheidsinitiatieven verminderen. D66 wil geen gemeentelijke
cofinanciering of matching voor milieuvervuilende projecten.
Energiebesparing
Een gemeente kan veel zelf doen om duurzamer te worden: standaard duurzaam
inkopen, voorop lopen met zonnecellen of groene daken op gemeentelijke gebouwen. D66
wil dat de gemeente voorop loopt met innovatieve vormen van duurzame energie en
investeringen in groene projecten. Wij denken hierbij onder meer aan openbare
verlichting en het verduurzamen van gebouwen. Het gemeentelijke wagenpark kan op
groen gas en nieuwe straatverlichting kan op LED. In de bouw kan de gemeente de EUrichtlijn over woningbouwisolatie opnemen in de Bouwverordening en aanbestedingen.
Het gemeentebestuur moet wat D66 betreft deze ambities realiseren door de
verschillende partijen bij elkaar te brengen: investeerders, de woningbouwcorporatie,
projectontwikkelaars en ondernemers. De gemeente kan ook burgers en bedrijven
stimuleren tot duurzame energieopwekking via zonnecellen, windenergie, biomassa en
13
geothermie. D66 wil tegenover mogelijkheden voor “grootschalige” duurzame opwekking
juist ook “kleinschalige” of decentrale opwekking stimuleren. Zo kan de gemeente
inwoners helpen om het proces van zelf energie opwekken te vereenvoudigen. D66
streeft naar een verplicht aandeel van 25% duurzame materialen in elk bouwproject.
Afval en riolering
D66 gaat uit van het principe dat de vervuiler betaalt. Met behulp van (financiële) prikkels
moeten burgers en bedrijven ertoe worden overgehaald minder afval te produceren. De
uitvoering moet echter wel simpel en efficiënt zijn. Bij een onlogisch en ontoegankelijk
systeem voor grof vuil, zal er meer worden gedumpt in de natuur. D66 pleit daarom voor
een kostendekkend grof vuil tarief. De inzameling van plastic is een goede stap in de
richting van recycling en kostenbesparing. Wel dient hierbij aandacht te zijn voor het
voorkomen van zwerfvuil. D66 heeft daarom een voorkeur voor verzamelbakken in de
wijk.
De gemeente dient aanleg en resultaat van het regenwaterrioleringsproject nauwlettend
in de gaten te houden. Naast een goed monitoringsysteem moet gebruik gemaakt
worden van ervaringen elders, vooral m.b.t. “valse aansluitingen” die een aanzienlijke
vervuiling van oppervlaktewater kunnen betekenen. Daarnaast is goed onderhoud van
wezenlijk belang om lekkages en besmetting van drinkwater te voorkomen.
D66 ondersteunt de gedachte dat we niet meer spreken van afval, maar van
grondstoffen. In het zogenaamde cradle-to-cradle principe wordt afval gezien als basis
voor een nieuw product. Met behulp van diverse al bestaande conversietechnieken
kunnen industrieel en huishoudelijk restafval, maar ook rioolwater, afvalwater en
biologische restproducten worden omgezet in nuttige energievormen.
Hoofdstuk 7
Ruimtelijke ordening en natuur
Een ‘groen’ omgevingsbeleid
D66 streeft naar een duurzame en harmonieuze samenleving. Wij vinden het zorgvuldig
omgaan met natuur, landschap, water en cultuurhistorie belangrijk voor een duurzame
ruimtelijke ordening. Een groene leefomgeving is van belang voor het vestigingsklimaat
van bedrijven, recreatie en toerisme en het welbevinden van de inwoners. De
cultuurhistorische elementen in onze gemeenten bieden de inwoners houvast in het
bewaren van hun identiteit in een snel veranderende wereld.
Democratische planvorming
De gemeente heeft als wettelijke taak dat voor de inrichting en het gebruik van onze
leefomgeving actuele plannen met bindende afspraken beschikbaar zijn. De raad stelt
deze bindende ruimtelijke visies en plannen vast. Daarom moet de raad zich vanaf het
begin bij planprocessen inschakelen om de hoofdrichting van de besluiten aan te geven.
Als volksvertegenwoordiging ziet de raad er vooral op toe dat het college en de
ambtenaren niet alleen investeerders, maar ook belanghebbende burgers, bedrijven en
instellingen actief de mogelijkheid bieden vanaf de start inbreng te leveren.
Realistische en duurzame plannen
Planologisch beleid begint met het ontwikkelen van (bouw)plannen op grond van de reële
behoeften. Zo lang de woningmarkt op slot zit, moeten niet haalbare, aanbodgerichte
projecten worden bijgesteld en verliezen worden afgeboekt. Dat vraagt een meer
vraaggericht en op de marktontwikkeling aangepast woningbouwprogramma. Vasthouden
aan achterhaalde plannen betekent een onverantwoordelijke aanslag op de gemeentelijke
financiën. D66 wil dat alle omgevingsplannen jaarlijks worden geactualiseerd.
Er moet meer samenhang komen in het lokale omgevingsbeleid. Ruimtelijke plannen
omvatten een integraal vorm gegeven duurzaam beleid. Dat betekent een ecologisch
verantwoorde verbinding van bouwen, milieu, landschap en natuur. Het gemeentebestuur
vertaalt dit beleid door naar de Regiovisie Groningen-Assen 2030.
Ecologische plannen
Voor D66 zijn natuur en landschap, milieukwaliteit (water, lucht en grond) en de
cultuurhistorie zeer belangrijk elementen in het omgevingsbeleid. In de planvorming voor
woningbouw en infrastructuur moeten deze aspecten serieus en evenwichtig worden
14
meegewogen. Voor de handhaving en versterking van de nog bestaande ecologische
systemen in onze regio is onze gemeente een wezenlijke schakel. D66 pleit om die reden
aanhoudend voor de aaneensluiting van deze systemen, met name door het aanbrengen
van verbindingen. Dat betekent onder meer het aanleggen en herstellen van houtwallen
en poelen, ecologisch bermbeheer en een gericht groen- en bomenbeleid zowel in de
openbare ruimte binnen de bebouwde kom als in het buitengebied. Daarbij hoort een
strikte handhaving van alle toepasselijke plannen, vergunningen en voorschriften. Dit
alles kan een verdere aantasting van de biodiversiteit helpen voorkomen.
Kwaliteit van plannen
Een zo hoog mogelijke kwaliteit van de inrichting van de ruimte draagt bij aan
duurzaamheid. Dat betekent veel aandacht voor de architectuur en kavelinrichting van
nieuwe bebouwing. Ook bij renovatieprojecten kan meer naar de kwaliteit van de
vormgeving worden gekeken. De gemeente kan daarvoor in gebieden die niet zijn
aangewezen als beschermd dorpsgezicht de nodige individuele vrijheid laten aan burgers
en bedrijven. Welstandseisen zijn wel geboden in gebieden met een aangewezen
historische waarde en monumenten, bijvoorbeeld vanwege de aantrekkingskracht voor
toerisme en recreatie.
Flexibele plannen
Onder meer door het ‘nieuwe werken’ (flexplekken op kantoor en flexibeler werken naar
tijd en plaats)blijft de behoefte aan kantoorruimte structureel afnemen. Ook het
winkelbestand staat door Internet verkoop onder druk. D66 pleit er daarom voor om met
de eigenaren van leegstaande kantoren en winkels te bespreken of andere
bestemmingen, bijvoorbeeld verbouw tot woningen, een optie kunnen zijn. D66 wil de
taaktransformatie van leegstaande gebouwen gemakkelijker maken door
bestemmingsplannen en regelgeving flexibel te maken. Hergebruik en verbouw verdienen
de voorkeur boven nieuwbouw.
Hoofdstuk 8
Cultuur en Sport
Cultuur en sport bieden verstrooiing, verbeelding en verfraaiing. Ze geven kleur aan de
samenleving. Het brengt mensen samen en levert daarom een bijdrage aan de vitaliteit
en de leefbaarheid van de woonkernen in onze gemeente. D66 vertrouwt op de eigen
kracht van verenigingen en individuen. Dat kan alleen bij een goede infrastructuur. Het in
stand houden van een dergelijk infrastructuur is een taak van burgers, verenigingen,
raden, bedrijfsleven en de overheid. Op deze manier kunnen cultuur en sport vrijuit
zorgen voor een gevoel van identiteit en samenhang.
Ondersteuning vanuit de gemeente
Tynaarlo kent een levendige culturele sector op professioneel en amateurgebied. D66
vindt dit van groot belang en wil streven naar meer in verbinding met andere sectoren,
zoals toerisme, onderwijs, zorg en welzijn. Dit kan bijvoorbeeld door beter gebruik te
maken van bestaande accommodaties, zoals schoolgebouwen en bibliotheken voor
tijdelijke tentoonstellingen en concerten, en als oefenruimten. In het integraal
accommodatiebeleid is niet voorzien in een grotere theatervoorziening voor culturele
activiteiten. Hierdoor is Schouwburg De Kimme in Zuidlaren voor verschillende
verenigingen de enige locatie binnen de gemeente waar grotere producties kunnen
worden uitgevoerd in een professionele setting. D66 vindt het belangrijk dat het voor
verenigingen mogelijk blijft van deze faciliteit gebruik te maken.
D66 steunt de ambitie om onze gemeente in de komende jaren aan te melden als
culturele gemeente van de provincie Drenthe. Wij verwachten dat dit een enorme impuls
zal geven aan het culturele leven, maar ook aan de economische ontwikkeling binnen
onze gemeente. D66 juicht het toe dat de gemeente door middel van projectsubsidies
culturele initiatieven ondersteunt, zolang er ook sprake is van andere
financieringsbronnen. Ook valt te denken aan opstartpremies voor culturele instellingen
en begeleiding richting cultureel ondernemerschap. Een betere samenwerking tussen
kunst- en cultuurinstellingen kan financiële voordelen opleveren bijvoorbeeld door het
15
delen van ruimte. Om dit te stimuleren kan de gemeente eens per jaar de culturele
instellingen samenbrengen.
Cultuureducatie
D66 wil kinderen op jonge leeftijd bewust laten omgaan met kunst en cultuur. Op school
moeten zij kennis kunnen maken met bijvoorbeeld performance, theater, beeldende
kunst, dans en muziek. Het is van groot belang lokale verenigingen en kunstenaars een
rol te geven in de cultuureducatie tijdens schooltijd en in naschoolse opvang. Hierbij
willen wij kritisch blijven volgen wat de effecten zijn van het inzetten van de
combinatiefunctionaris voor cultuur. Daarnaast wil D66 de rol van musea in de
cultuureducatie verder laten ontwikkelen. Gesubsidieerde cultuurinstellingen dienen een
deel van het budget daarvoor in te zetten.
Cultureel erfgoed en kunst
Ons erfgoed vormt een brug tussen ons verleden en onze toekomst en is vaak een drager
van lokaal verleden en lokale cultuur. D66 vindt het belangrijk dat onze samenleving dit
historisch besef behoudt. De overheid heeft de verantwoordelijkheid om het behoud van
ons cultureel erfgoed te blijven beschermen tegen de economische en politieke waan van
de dag. Bij ontwikkeling van nieuwe woonwijken en winkelcentra moet er een gedeelte
van het budget aangewend worden voor kunst in de openbare ruimte. De Culturele
Adviescommissie Gemeente Tynaarlo zou daarbij een grotere rol kunnen spelen.
Sport
Sport is meer dan een plezierige vorm van vrijetijdsbesteding. Het is ook gezond en
vergroot de sociale verbondenheid. Daarom ondersteunt D66 de sport in haar volle
breedte. Er is veel verscheidenheid aan sport in de gemeente Tynaarlo. D66 wil graag aan
de sporters zelf de ruimte geven om het behoud en de versterking van de
sportbeoefening gezamenlijk te organiseren. D66 ondersteunt de rol van gemeentelijke
sportraden, omdat dit de betrokkenheid van en samenwerking tussen sportverenigingen
stimuleert. Samenwerking is raadzaam om te anticiperen op de te verwachten financiële
druk en demografische ontwikkelingen. Samen kunnen verenigingen een realistische visie
formuleren en uitvoeren. Een concentratie van sportvoorzieningen moet daarbij worden
overwogen.
Door historische ontwikkelingen zijn er grote verschillen tussen sportverenigingen in de
mate waarin de gemeente financieel bijdraagt. Wat D66 betreft worden deze verschillen
op korte termijn in kaart gebracht en waar mogelijk rechtgetrokken. Ondanks de
begrotingsdruk binnen de gemeente pleit D66 voor een redelijke aanpassing van de
accommodatietarieven, die tijdig wordt gecommuniceerd, zodat sportverenigingen hierop
kunnen inspelen ten aanzien van hun contributie, de interne organisatie en
samenwerking met andere verenigingen.
Omdat sport zich geweldig leent om een verbinding te maken met bijvoorbeeld school,
overblijven en kunst, is de combinatiefunctionaris een waardevol initiatief dat vervolg
verdient. In deze sector functioneert de combinatiefunctionaris aantoonbaar beter dan
binnen cultuur. Tynaarlo is rijkelijk bedeeld met drie zwembaden. Toch dient er gestreefd
te worden naar het open houden van alle drie, waarbij de lokale initiatieven zoveel
mogelijk gesteund worden.
Hoofdstuk 9
Sociaal beleid en arbeidsvoorziening
D66 vertrouwt op de eigen kracht van mensen. Wij vinden dat prestaties beloond moeten
worden. Maar D66 vindt ook dat de welvaart moet worden gedeeld. Wie niet (meer) kan
werken of niet (meer) voor zichzelf kan zorgen, verdient steun van de samenleving, maar
ook van de gemeente. D66 wil inwoners zonder baan niet gevangen houden in een
uitkering. Wij willen dat de gemeente deze mensen op weg helpt zelf actief een plaats te
verwerven op de arbeidsmarkt.
Ontplooien en activeren
Arbeidsplaatsen zijn het krachtigste instrument in het sociaal beleid. De D66-agenda voor
sociaal beleid begint dan ook bij een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven. De
16
gemeente kan bij projecten en aanbestedingen rekening houden met lokale ondernemers.
Ook kunnen faciliteiten worden geboden door locaties met flexibele huisvesting aan te
bieden en planologische en andere beperkingen voor het werken aan huis door ZZP-ers te
versoepelen. Maar ook investeringen in onderwijs, opleidingen, trainingen en andere
vormen van scholing zijn van groot belang. D66 wil dat de gemeente actief samenwerkt
met bedrijven en onderwijsinstellingen om de aansluiting tussen onderwijs en
arbeidsmarkt te verbeteren. Dat kan met stageplaatsen, werkervaringsplaatsen en bij
voorkeur reguliere banen. Opleidingen en banen zijn de beste instrumenten tegen
afhankelijkheid en armoede. Daardoor stellen we mensen in staat om weer zelf
verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven.
In de praktijk blijkt dat niet alle bijstandsgerechtigden met een arbeidsverplichting de
drang voelen om aan het werk te gaan. De gemeente moet hier strikt handhaven en
daarbij met name kijken naar de actualiteit van een uitkeringssituatie. De gemeente heeft
ook de bevoegdheid om mensen in de bijstand te vragen om een tegenprestatie. D66
vindt het goed dat deze optie wordt gebruikt als dit de uitstroom naar werk kan
stimuleren.
Participatiewet
In de komende Participatiewet worden de WWB, WSW en een gedeelte van de Wajong
samengevoegd. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering. Een van de
knelpunten is dat niet alle mensen die nu in een sociale werkplaats werken onder
begeleiding bij een reguliere werkgever kunnen werken. Daarom moet het
gemeentebestuur proberen daarvoor creatieve oplossingen te verzinnen. Bijvoorbeeld
door inschakeling bij zorgarbeid, door bij aanbestedingen afspraken te maken over de
inzet van deze mensen, of door bij subsidies voor culturele instellingen of
sportverenigingen aandacht te vragen voor mogelijkheden om activiteiten te combineren.
Armoedebeleid en minimaregelingen
Gemeenten mogen binnen de landelijke normen een beperkt armoedebeleid voeren. In
veel gevallenkiezen gemeenten voor inkomensondersteuning. Daardoor blijven
betrokkenen afhankelijk. D66 vindt dat vooral geïnvesteerd moet worden in het activeren
van deze inwoners via begeleiding naar werk of het volgen van een opleiding.
De gemeente voert een armoedebeleid via minimaregelingen en bijzondere vormen van
bijstand. Hiermee kunnen inwoners die minder dan 110% van het wettelijk minimumloon
(WML) verdienen goedkoop sporten of aan andere maatschappelijke activiteiten
meedoen. De wettelijk maximale grens voor de toepassing van minimaregelingen is
130% WML. Het hanteren van deze grens heeft echter als nadeel dat zij die vanuit een
uitkering gaan werken al snel te maken krijgen met een inkomensachteruitgang. Ze
verliezen het recht op de verschillende minimaregelingen en extra bijstandsvoordelen.
D66 vindt dat werken moet lonen. De gemeente moet dan ook voorkomen dat voordelen
direct wegvallen als iemand gaat werken. D66 is daarom voor beperkte
minimaregelingen, maar deze mogen langer doorlopen als een uitkeringsgerechtigde een
baan vindt. Dit houdt de armoedeval beperkt.
D66 is van mening dat kinderen zich volledig moeten kunnen ontplooien, ook als zij in
een minimumsituatie leven. Daarom is het belangrijk deze kinderen te stimuleren met
(gratis) toegang tot sportvoorzieningen en culturele instellingen. Dat vergroot de kans om
uit een achterstandssituatie te komen.
D66 vertrouwt op de eigen kracht van de inwoners. Maar het is ook belangrijk deel uit te
maken van een gemeenschap. Lokale initiatieven om de samenhang in buurten en wijken
te bevorderen moet de gemeente positief benaderen. In plaats van zelf allerlei
activiteiten uit te voeren kan in samenspraak met buurt- en speeltuinverenigingen via
bijvoorbeeld sponsoring of wijkbudgetten aan inwoners zelf verantwoordelijkheid worden
gegeven.
17
Schuldenbeleid
De Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening verplicht gemeenten een actief
schuldhulpverleningsbeleid te voeren. De wet geeft gemeenten relatief veel
beleidsvrijheid, mits zij aan een aantal voorwaarden voldoen. Eén van deze voorwaarden
is dat inwoners met schulden die zich bij de gemeente melden binnen vier weken
geholpen moeten worden. Een andere voorwaarde is dat gemeenten actief beleid voeren
op de preventie van schulden. D66 wil daaraan strikt vasthouden. Snel ingrijpen is goed
voor de schuldenaar, maar ook voor de maatschappij. Verder hecht D66 aan een integrale
aanpak van schuldenproblematiek. Vaak zijn schulden het gevolg van een slechte
arbeidsmarktpositie en langdurige werkloosheid. Als deze bredere problemen niet worden
aangepakt via gemeentelijk beleid, is het een kwestie van tijd voor er nieuwe schulden
worden gemaakt.
Voorlichting en klachtenregeling
D66 vindt goede voorlichting over de sociale voorzieningen belangrijk, zodat de mensen
die deze echt nodig hebben daadwerkelijk worden bereikt. Daarnaast is een goede
klachtenvoorziening nodig om agressief gedrag en een ongelijke toegang tot de
voorzieningen te voorkomen.
Hoofdstuk 10
Verkeer en vervoer
Verkeers- en vervoersvoorzieningen zijn belangrijk omdat we graag de vrijheid willen
hebben om te wonen, werken en recreëren op tijden en plaatsen die ons passen. Aan de
andere kant realiseren we ons ook dat ongelimiteerde mobiliteit leidt tot een minder
leefbare en niet duurzame toekomst. Omdat D66 ons gemeentelijk milieu niet verder wil
belasten zoekt D66 naar een balans tussen vervoer en duurzaamheid.
Forensen
De gemeente Tynaarlo kenmerkt zich door haar vele forensen die dagelijks voor hun werk
pendelen naar vooral Groningen en Assen, de zogeheten Koningsas. Een adequaat en
milieuvriendelijk openbaar vervoer kan daarom een bijdrage leveren aan duurzaamheid.
Dit is voor D66 reden om de plannen rondom een transferium te steunen, mits er een
geschikte locatie wordt gevonden, waarbij zorg voor de natuurlijke omgeving een
belangrijk criterium is. Tevens staat D66 voor een goede doorstroom van het verkeer
tussen de dorpen voor auto, fiets en openbaar vervoer. Om het combinatievervoer te
bevorderen hecht D66 waarde aan veilige en toegankelijke fietsstallingen bij de
bushaltes.
Verkeersveiligheid
Verkeer en vervoer hebben als keerzijde een verhoogd risico op ongelukken, ook in
Tynaarlo. Daarom staat D66 voor een permanente aandacht voor de veiligheid van het
verkeer en vervoer, zoals het toepassen van veilige constructies en door actuele
monitoring en analyse van vervoersbewegingen. Vooral de verkeersveiligheid rondom de
scholen verdient voortdurende aandacht en betrokkenheid van scholen en ouders. Het
beleid ten aanzien van de 30 kilometer zones verhoogt de veiligheidsbeleving en dient
daarom te worden gehandhaafd. De toegankelijkheid van het vervoer voor minder validen
behoort als vanzelfsprekend meegewogen te worden.
Digitaal netwerk
Naast het persoonlijk vervoer ziet D66 ook de digitale snelweg als een belangrijke
bijdrage om de gemeente aantrekkelijk te houden voor de forens en het fysieke
verkeersvervoer te beperken. De aanleg van internetvoorzieningen in onrendabele
gebieden is belangrijk, zo nodig met behulp van externe financiële ondersteuning of
samenwerking met bedrijven.
18
Hoofdstuk 11
Openbare orde, veiligheid en handhaving
De lokale rechtsstaat
De gemeente is de lokale rechtsstaat. Onze inwoners hebben recht op een adequate
handhaving van de openbare orde, een veilige omgeving en een scherp toezicht op de
naleving van regelgeving en vergunningen. Openbare orde, veiligheid en handhaving zijn
ook voor de gemeenteraad belangrijke onderwerpen. Veiligheid is een zaak van iedereen:
gemeentebestuur, politie, brandweer, ambulance, maatschappelijke instellingen, maar
ook de inwoners zelf.
Veiligheid
De oprichting van een Nationale Politie mag niet betekenen dat er minder aandacht is
voor specifieke lokale veiligheidsaspecten. Daarom wil D66 dat de gemeenteraad een
proactieve rol speelt in het vaststellen van lokale prioriteiten die ingebracht worden bij de
lokale driehoek (Burgemeester-Openbaar Ministerie-Politie). De raad moet voor de
burgemeester en de veiligheidsdiensten (politie, brandweer en GGD) heldere lokale
prioriteiten aangeven. Een belangrijk thema daarbij is preventie: het voorkomen van
onveilige situaties. Invulling daarvan kan via gerichte voorlichting aan burgers,
bijvoorbeeld via het Politie Keurmerk Veilig Wonen.
Handhaving
Voor een duurzame samenleving is de handhaving van vergunningen en de APV
belangrijker dan ooit. D66 wil dat er maximaal aandacht wordt gegeven aan de
handhaving van milieuvoorschriften, ook bij overdracht van bevoegdheden aan de
Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). Hetzelfde geldt voor de handhaving van de
verkeersregels. De gemeente heeft verder een grote verantwoordelijkheid voor het actief
opsporen van fraude met gemeentelijke uitkeringen. Dit moet wel binnen de wettelijke
privacy regels blijven. D66 pleit tot slot voor de aanpak van de verloedering van de
publieke ruimte en van onveilige plekken.
19
D66 Tynaarlo wil:
... behoud van onze groene leefomgeving door
het stimuleren van milieuvriendelijk gedrag.
... een proactieve, pragmatisch ingestelde
gemeente die ondernemers stimuleert en faciliteert,
... een solide en transparant gemeentebestuur,
dat werkt aan een sluitende begroting en gezonde
reserves,
... een integrale visie op zorg en welzijn, gericht
op samenwerking, transparantie en meetbaarheid en
... brede scholen die individuele talenten en
behoeften stimuleren.
20