Verslag P9

Verslag inspiratiedag lokaal cultuureducatiebeleid P9 – Erfgoed uit de omgeving in de klas Kom meer te weten over twee lokale erfgoedprojecten waarbij klassen aan de slag gaan met erfgoed uit hun omgeving. Binnen Erfgoedradar begeleidt Erfgoedcel Mijnstreek basisscholen om het cultureel erfgoed in en rond de school te ontdekken. Aan de andere kant van het land in de Westhoek doet Erfgoedcel CO7 dit in Erfgoedkids met als hoogtepunt een eigen klastentoonstelling. Sprekers: Leen Gos en Leen Roels (Mijnstreek) en Hilde Cuyt (CO7) lichten toe hoe ze juist te werk gaan en waarom inzetten op erfgoededucatie vanuit het beleid en in de lokale omgeving zo belangrijk is. 1 CO7 1.1 Doel van het initiatief Het doel is om voor kinderen, binnen de CO7 regio (vrij landelijk gebied), grensverleggend werken. Er is een open aanbod, wie geïnteresseerd is kan instappen. Erfgoed kids is een project dat kinderen vertrouwd maakt met erfgoed, kinderen een definitie geeft van erfgoed. Benoemen van verschillende soorten erfgoed in hun omgeving: tastbaar (voorwerpen en gebouwen) en niet tastbaar (liedjes en natuur) zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Weten dat waarde geen intrinsieke kwaliteit is van het erfgoed zelf, maar is gebaseerd op subjectieve waarderingen wil dit initiatief kinderen onderwijzen dat de intrinsieke waarde van een voorwerp of een gebouw bepaald wordt door een samenspel van factoren zoals ouderdom, zeldzaamheid en esthetische factoren. Het achterliggende verhaal en de context zijn belangrijk. Het project maakt het mogelijk om te filosoferen over erfgoed met kinderen uit het 5e en 6e leerjaar. Zie http://www.erfgoedcelco7.be/ 1.2 Deelnemers/doelgroep Kinderen uit het 5de en 6de leerjaar, in klasverband 1.3 Verloop van het initiatief Het project wordt om de twee jaar georganiseerd. Per sessie doen er gemiddeld 8 klassen mee aan het project. Een nieuw project wordt opgestart in 2014‐2015. In mei wordt er naar de scholen gecommuniceerd om deel te nemen in het volgend schooljaar. Er wordt naar de erfgoeddag toe gewerkt. Tot begin oktober kunnen scholen zich inschrijven. Het project werkt ook met vrijwilligers die leerlingen iets over erfgoed willen bijleren. Zij die zich aanbieden komen liefst uit het dorp of gemeente zelf. Er zijn ook samenwerkingsverbanden mogelijk/wenselijk met het (lokaal)museum, archiefdienst of heemkundige kring voor voorwerpen die gebruikt worden ter ondersteuning van het project. Vaak werkt men samen met cultuurbeleidscoördinator om dit te bewerkstelligen. Bij de start van het project komt een deskundige op bezoek in de klas. De talenten van professionelen of vrijwilligers worden hierbij aangesproken. De deskundige brengt heel wat materiaal mee, in samenwerking met bv. een museum, de heemkundige kring, de cultuurbeleids‐
coördinator etc. Het kunnen voorwerpen of foto’s zijn. Dit is afhankelijk van waar de school zich bevindt. De deskundige gaat met de leerlingen in gesprek en filosofeert over een aantal vragen, zoals: 


Wat zijn goede redenen om iets te bewaren? Moet erfgoed altijd stokoud zijn? Kan een kapot voorwerp ook erfgoed zijn? Er wordt actief gewerkt met de leefwereld van de kinderen. De kinderen gaan nadien ook zelf aan de slag en krijgen huiswerk. Ze kinderen kijken wat er in hun thuisomgeving als erfgoed kan dienen. Hierbij kunnen ze hun ouders en grootouders bevragen (intergenerationeel). Vervolgens nemen ze iets wat erfgoed is mee naar de klas (materieel of immaterieel), maar eerst documenteren ze het erfgoed. Hiervoor krijgen ze een lesbrief mee en kunnen ze hun zelf gekozen stukje erfgoed beschrijven. De kinderen komen met een stuk erfgoed (materieel of immaterieel) naar de klas, ze beschrijven het in de klas en vervolgens wordt er gediscussieerd door middel van een rollenspel. Het rollenspel heeft als doel om tot een selectie te komen wat er getoond moet worden bij de tentoonstelling in klasverband. De rollen bestaan uit: ‐ de eeuwige verzamelaar: vindt alles bijzonder; ‐ de menigte: De mening van het grote publiek; ‐ de secretaris: De doorslaggevende mening; ‐ de museummedewerker: Heeft veel gewicht in de schaal, door zijn deskundigheid ‐ de erfgoedhater: Vindt erfgoed maar niets Vaak wordt de tentoonstelling op het einde van het project gehouden in een kader van een schoolfeest. Er is ook een website die kinderen toelaat een foto te nemen van iets dat zij als erfgoed beschouwen van hun gemeente en de communicatie/beschrijving daarrond op de website te plaatsen. 1.4 Sterke punten ‐ Kinderen (en leerkrachten) actief laten kennismaken met lokaal erfgoed in de buurt van de school. ‐ Hen laat zien wat erfgoed allemaal inhoudt. ‐ Er wordt bottom‐up gewerkt, vanuit de kinderen zelf. 1.5 Verbeterpunten Discussiëren en beargumenteren blijkt af en toe te moeilijk voor sommige kinderen. Bij het selecteren voor de voorwerpen van de tentoonstelling begrijpen ze niet allemaal waarom dat van hen niet en dat van hun vriendjes wel tentoon wordt gesteld. 1.6 Waardevol voor de lokale context, want: Lokaal erfgoed wordt door lokale deskundigen getoond. De kinderen gaan zelf in hun directe omgeving op zoek naar wat ze waardevol vinden. 2 Mijn erfgoed 2.1 Doel van het initiatief Mijn erfgoed concentreert zich op 6 voormalige mijngemeenten. De ambitie van de erfgoedcel is om de kinderen uit de streek hun eigen rijke geschiedenis te laten zien. De mijnstreek wordt door zijn geschiedenis gekenmerkt door een grote (culturele)diversiteit dat een rijkdom aan erfgoed met zich meebrengt (materieel en immaterieel). De erfgoedcel stampte de erfgoedradar uit de grond als instrument om kinderen kennis te laten maken met de rijkdom aan cultureel erfgoed van de streek. Hieruit is de idee van het omgevingsboek ontsproten. Ook hier gaat men zich actief focussen op het lokaal erfgoed in de schoolomgeving. Enkele geformuleerde doelstellingen zijn: ‐
‐
het sensibiliseren van leerkrachten; het lesgeven van de kinderen over cultureel erfgoed door de kinderen actief mee te laten participeren. De kinderen worden als het ware zelf speurders naar lokaal erfgoed in de omgeving van de school en stellen een inventaris op. De inventaris wordt gecontroleerd en aangevuld door de heemkundige kring. Het resultaat is een fysiek boek dat kan worden gegeven aan de bibliotheek. Zie http://www.erfgoedcelmijnerfgoed.be/ 2.2 Deelnemers/doelgroep Kinderen, de hogere jaren van het lager onderwijs en de eerste graad in het middelbaaronderwijs + leerkrachten. 2.3 Verloop van het initiatief De klas gaat samen met de erfgoedcel op speurtocht naar sporen uit het verleden van in en rond de school die onder begeleiding van erfgoedkenners. De geboden ondersteuning bestaat uit: voorbereidend overleg met leerkrachten, er worden actieve lessen gegeven over erfgoed door erfgoedkenners, er worden speurtips gegeven, er worden tips over het bezichtigen van lokale bezienswaardigheden geopperd, er wordt actief samengewerkt met de lokale heemkundige kring, het omgevingsboek (een leeg boek) wordt als cadeau meegegeven aan de school en zijn leerlingen). Er wordt ook ingespeeld op het feit dat ook verhalen en rituelen deel uitmaken van het (lokaal) erfgoed. Ter voorbereiding van het project nemen leerlingen zelf materialen mee naar de klas. Als slotstuk van het project kan men naast het omgevingsboek ook op een andere manier afsluiten, bijvoorbeeld door een ‘museum voor 1 dag’, georganiseerd door de leerlingen. Toekomstperspectief: In de nabije toekomst staat een samenwerking gepland met de Limburgse hogescholen om via de lerarenopleiding voor het lager onderwijs de erfgoedradar te introduceren in de scholen in en buiten de mijnstreek. Het is pilootproject gepland voor 2014. Ook zou het mogelijk zijn om een digitaal omgevingsboek te creëren voor eerste graad van het middelbaar onderwijs. Om leraren bij te staan over hun kennis van lokale geschiedenis kan men een vrijwilligerspool opstarten, zij introduceren de erfgoedradar. De vrijwilligerspool is laagdrempeliger dan de erfgoedcel zelf. 2.4 Sterke punten Bij het project van de erfgoedradar kan men vakoverschrijdend tewerk gaan. Een belangrijk punt dat hier gemaakt moet worden, is dat de erfgoedcel zelf naar de scholen toestapt en hen de erfgoedradar aanbiedt als instrument om leerlingen te laten kennismaken met lokaal erfgoed. De erfgoedcel zoekt actief, samen met de school, naar mogelijk lokaal erfgoed. Dit materiaal wordt verzameld in een boek. 2.5 Verbeterpunten ‐ De interessante methodiek geeft vrijheid, maar kan ook een valkuil zijn. ‐ Veel van het succes van de erfgoed radar hangt af van de leerkracht en diens interesse in lokale geschiedenis. ‐ Het kan een probleem zijn dat de leerkracht in kwestie niet van de mijnstreek komt, het onderzoekswerk dat er voor die leerkracht dan aan vooraf gaat brengt veel extra werk met zich mee. ‐ Voor de erfgoedcel zelf is het een grote opdracht om al de projecten op te volgen. 2.6 Waardevol voor de lokale context, want: De kinderen leren samen met experts het verleden van de plaatselijke gemeenschap doorgronden. 2.6 Vragen en bedenkingen van de deelnemers 1. Zijn er dingen die de organisaties van elkaar kunnen leren? De organisatie CO7 wil meer werken met vrijwilligers, Mijn Erfgoed doet dat al wel. De vrijwilligers kunnen onderling veel van elkaar leren, en zijn voor leerkrachten laagdrempeliger dan een medewerker van een organisatie. Mijn erfgoed wil praktische zaken zoals adressenbestanden een grotere prioriteit maken. 2. Wat zijn de succesfactoren? Redenen van bestaan? CO7: voor weinig geld kan er op interactieve wijze wat leeft er binnen de regio onder de aandacht brengen bij kinderen en jongeren. CO7 is tevens de enige aanbieder van zulk een project. Er is in de CO7 regio geen MOOS, geen veerman. Erfgoedradar: kunsteducatie is HET instrument van de erfgoedradar. Het biedt veel impact met heel weinig middelen."