Studiefiche Vanaf academiejaar 2014-2015 MASTERPROEF III: geïntegreerd klinisch probleem oplossen (D002242) Cursusomvang (nominale waarden; effectieve waarden kunnen verschillen per opleiding) Studiepunten 10.0 Studietijd 300.0 u Contacturen 65.0 u Aanbodsessies en werkvormen in academiejaar 2014-2015 A (semester 2) werkcollege Lesgevers in academiejaar 2014-2015 Joos, Guy Christiaens, Thierry Cocquyt, Veronique De Maeseneer, Jan Deveugele, Myriam Dhooge, Ingeborg Kerre, Tessa Pattyn, Piet Van Bortel, Lucas 65.0 u GE01 GE21 GE01 GE21 GE21 GE19 GE01 GE10 GE09 Aangeboden in onderstaande opleidingen in 2014-2015 Master of Medicine in de geneeskunde (afstudeerrichting huisarts) Gemeenschappelijk gedeelte Master in de geneeskunde Master of Medicine in de geneeskunde (afstudeerrichting maatschappelijke gezondheidszorg) Master of Medicine in de geneeskunde (afstudeerrichting ziekenhuisarts) Verantwoordelijk lesgever Medelesgever Medelesgever Medelesgever Medelesgever Medelesgever Medelesgever Medelesgever Medelesgever stptn 10 10 10 aanbodsessie A A A 10 A Onderwijstalen Nederlands Trefwoorden Klinische en communicatieve vaardigheden, Klinische kennis, Klinisch probleemoplossen, Kritische casusbespreking Situering Op het geïntegreerd eindexamen dient de student te bewijzen dat hij in staat is (schriftelijke of) computervragen over toegepaste klinische kennis te beantwoorden, klinische en communicatieve vaardigheden te demonstreren, een patiënt met een klinisch probleem uit de eindtermen te ondervragen en te onderzoeken, hierover een differentieel diagnose te formuleren en zijn aanpak te verantwoorden, in het kader van een consult en tegenover een jury. De student is in staat klinische casussen uit de stages samen te vatten en te analyseren, hierover een zoekvraag te formuleren, deze te beantwoorden via gericht literatuuronderzoek, en hieruit een voor de praktijk relevante conclusie te formuleren. Inhoud De student dient de nodige klinische, communicatieve en cognitieve vaardigheden te verwerven die noodzakelijk zijn om een probleem uit de verschillende klinische disciplines aan te pakken op het niveau basisarts. De klinische kennis, vaardigheden en attitudes die hiervoor nodig zijn staan beschreven in de documenten"Toetslijst vaardigheden" en "Eindtermen van de artsopleiding UGent". Begincompetenties Alle kennis uit de basiswetenwetenschappen en uit de klinische disciplines van de opleiding tot basisarts. (Goedgekeurd) 1 Eindcompetenties In staat zijn klinische problemen op te lossen gepresenteerd als (schriftelijke of) computervragen over toegepaste klinische kennis, klinische en communicatieve vaardigheden te demonstreren, een patiënt met een klinisch probleem uit de eindtermen te ondervragen en te onderzoeken, hierover een differentieel diagnose te formuleren en de aanpak te verantwoorden. In staat zijn klinische casussen uit de stages samen te vatten en te analyseren, hierover een zoekvraag te formuleren, deze te beantwoorden via gericht literatuuronderzoek, en hieruit een voor de praktijk relevante conclusie te formuleren. Creditcontractvoorwaarde Dit opleidingsonderdeel kan niet via creditcontract gevolgd worden Examencontractvoorwaarde Dit opleidingsonderdeel kan niet via examencontract gevolgd worden Didactische werkvormen Werkcollege Leermateriaal Alle cursussen, handboeken, medische vaktijdschriften, elektronische- en multi-media waarnaar de student verwezen werd tijdens zijn klinische opleiding. Kortom alle medische informatiebronnen van algemene aard die ter beschikking staan van de practicus. Al het materiaal ter beschikking gesteld voor zelfstudie door het skillslab en in de Biomedische bibliotheek Referenties Naast de hierboven beschreven informatiebronnen wordt ook verwezen naar de Handleiding i.v.m. het geïntegreerd klinisch eindexamen (http://www.ugent. be/ge/nl/onderwijs/opleidingen/gen/gke), de Eindtermen van de artsopleiding UGent (http://www.ugent.be/ge/nl/onderwijs/opleidingen/gen/gke en http://www.coo~ge.ugent. be/eindtermen), en de Toetslijst vaardigheden. Vakinhoudelijke studiebegeleiding Alle stagementoren van de klinische stages en de begeleiders van de terugkomdagen in het zesde jaar. Evaluatiemomenten periodegebonden evaluatie Evaluatievormen bij periodegebonden evaluatie in de eerste examenperiode Schriftelijk examen met meerkeuzevragen, mondeling examen, vaardigheidstest Evaluatievormen bij periodegebonden evaluatie in de tweede examenperiode Schriftelijk examen met meerkeuzevragen, mondeling examen, vaardigheidstest Evaluatievormen bij niet-periodegebonden evaluatie Tweede examenkans in geval van niet-periodegebonden evaluatie Examen in de tweede examenperiode is mogelijk Toelichtingen bij de evaluatievormen De (schriftelijke of computer-) proef bestaat uit multiple choice of juist/onjuist vragen. Het stationsexamen bestaat uit een eerste carrousel van 4 stations met een duur van 10 minuten en een tweede (de integratiecluster) van 4 stations met een duur van 12 of 24 minuten. Het long cases examen bestaat uit een ondervraging door twee jury’s (een eerste bestaande uit twee internisten of pediaters en een externe stagebegeleider, en een tweede uit twee artsen uit een heelkundige of andere discipline en een externe stagebegeleider): bij de ene jury over een live patiënt en bij de andere jury over één of meer casussen uit casusportfolio (Reflectie op de klinische praktijk). Eindscoreberekening Het GKE bestaat uit 4 clusters met elk weging 1: • schriftelijke proef • long cases • stationsproeven • integratiecluster: communicatie, farmacotherapie en consultvoering (Goedgekeurd) 2 De deliberatieregels per cluster en na het samenbrengen van de vier clusters zijn terug te vinden op Minerva. (Goedgekeurd) 3
© Copyright 2024 ExpyDoc