Nederland is toe aan ministerie van Digitale Zaken

25 maart 2014 © Het Financieele Dagblad
Nederland is toe aan ministerie van Digitale Zaken
Impact digitalisering overstijgt lands- en sectorgrenzen en vereist ministerie met specialistische deskundigheid
D
Bart van der Linden
e informatie- en communicatietechnologie, ooit
een middel om sneller
gegevens uit te wisselen,
heeft een complete parallelle wereld geschapen die nog steeds groeit. We winkelen
online, we onderhouden onze vriendschappen online en we communiceren
online met de overheid. Online ontstaan
nieuwe vormen van samenwerken
(crowdsourcing), van geld (bitcoins), van
misdaad (identiteitsdiefstal) en van oorlog (virusaanvallen op infrastructuur).
De overheid heeft moeite het tempo
van de veranderingen bij te benen. Ze
reageert dan ook traag en onzeker op
nieuwe ontwikkelingen. Dat zou veel
beter kunnen als er een gespecialiseerd
bestuursorgaan bestond voor de nieuwe parallelle wereld, die immers geen
binnenland is en geen buitenland, niet
alleen infrastructuur en niet alleen economie, defensie of onderwijs. Een ministerie van Digitale Zaken dus.
Neem het nog jonge verschijnsel
van ‘big data’. In de digitale wereld van
email, zoekmachines, GPS, wifi-tracking,
chipkaarten en nog veel meer laten we
voortdurend digitale sporen achter.
Naarmate onze auto’s verder digitaliseren, zullen ook die steeds meer over
ons doen en laten verraden. Vaak weten
we niet eens wie de data verzamelt of
wat ermee gedaan wordt. Winkelketens
blijken data te verzamelen over argeloze
passanten. En wat gaat er gebeuren nu
Facebook Whatsapp overneemt? Dat
leidt potentieel tot nóg bigger data.
Al die datastromen maken ons tot een
open boek voor bedrijven en geheime
diensten die er toegang toe hebben. Een
modernisering van het privacybeleid is
daarom hoogst urgent, zoals ook het Rathenau Instituut onlangs liet zien in zijn
rapport ‘Intieme technologie’. Zonder de
specialistische deskundigheid van een
DiZa gaat dat niet lukken.
Ook de samenleving als geheel loopt
risico’s. Met DDoS-aanvallen kunnen
kwaadwillende mogendheden of puberende kwajongens vitale infrastructuur
lamleggen, van sluizen tot kerncentrales.
Ook drones zijn niet immuun voor hackers. Een DiZa kan deze risico’s identificeren en de bestrijding coördineren.
Nieuwe digitale ontwikkelingen brengen ook kansen met zich mee. Landen
als India hebben daar al volop van gepro-
fiteerd, doordat westerse bedrijven ITactiviteiten uitbesteedden. Maar de uitbesteding lijkt haar grenzen te bereiken.
Bedrijfsprocessen worden steeds kennis-
Overheid laat kansen liggen
en creëert risico’s doordat
ze tempo digitalisering
niet kan bijbenen
intensiever, wat fysieke samenwerking
van medewerkers noodzakelijk maakt.
Verdere digitalisering van Nederlandse
bedrijfsprocessen kan daarom naar
verwachting juist werk in Nederland zelf
creëren. Maar dan moeten onderwijsinstellingen en bedrijven elkaar wel vinden
zodat de juiste bekwaamheden worden
aangeleerd. Dat dat kan, laat niet alleen
India zien, maar ook de ‘Brainport’-regio
Eindhoven, waar de lokale overheid
heeft geïnvesteerd in passende opleidingen. Om zoiets op landelijke schaal voor
elkaar te krijgen, is een DiZa onmisbaar.
De Rijksoverheid werkt natuurlijk al
aan haar eigen digitalisering. Zo is er de
‘rijkscloud’, waarin alle departementen
gebruik kunnen maken van gezamenlijke (generieke) ICT-voorzieningen. Met
een DiZa zullen departementen daartoe
eerder bereid zijn dan zonder. Op dit moment laten ze deze forse potentiële kostenbesparing voor een flink deel liggen.
In veel landen valt al wat ICT is in de
praktijk al onder één ministerie. India
heeft een ministerie voor ICT, China
een voor Industrie en Informatietechnologie. In Japan heeft het ministerie
van Binnenlandse Zaken twee directoraten-generaal voor ICT. Duitsland heeft al
sinds 1991(!) een Dienst voor Veiligheid
van Informatietechnologie, een 600 man
sterk deel van het ministerie voor Binnenlandse Zaken met een breder mandaat dan zijn naam doet vermoeden. Er
is een lobby gaande om die dienst tot
afzonderlijk ministerie te verheffen.
In al deze landen — en de lijst is nog
een stuk langer — zien de overheden de
digitale ontwikkelingen zowel als een
economische kans als als een veiligheidsrisico. In Nederland zou DiZa zich
in eerste instantie bezig moeten houden
met digitale privacy, de zorg voor digitale
veiligheid, met het opleiden van nieuwe
kenniswerkers en ICT-besparingen bij
de overheid zelf. Zoals op alle beleidsterreinen blijft samenwerking met andere
departementen nodig, maar er is op
dit gebied behoefte aan een duidelijke
trekker. Aan een ministerie dat focust op
het domein waar zich een steeds groter
deel van ons leven afspeelt, dat de snelle
ontwikkelingen op ICT-gebied wél kan
bijhouden en dat een eind maakt aan de
versnippering van ICT-gerelateerd beleid. Een ministerie van Digitale Zaken.
Bart van der Linden is consultant bij
ConQuaestor en promovendus aan
Nyenrode Business Universiteit.