Rente op laagste peil in de geschiedenis - FEB

het verhaal
20
DE STANDAARD
HET VERHAAL 21
DE STANDAARD
DINSDAG 18 FEBRUARI 2014
DINSDAG 18 FEBRUARI 2014
Engeland
duikt onder
drie procent
Holland bleek een
maatje te klein om het
centrum van de wereld
te blijven. Op het einde
van de zeventiende
eeuw moest het de
fakkel doorgeven aan
Engeland. Het eiland
had bij de oprichting
van de Bank of
England in 1694 (foto)
nauwelijks een
financieel systeem,
maar speelde
leentjebuur bij de
voormalige
wereldcentra. Uit
Venetië kopieerde
Engeland het
bankensysteem, de
manier van schulduitgifte leende Engeland uit Holland. Zodra de oorlog
met de Franse koning Lodewijk XIV voorbij was, kon Engeland zich
verzekeren van makkelijk geld. Het land leende toen aan ongezien lage
rentevoeten van minder dan drie procent.
20,00%
1440
Turken verslaan
Venetianen
1467
17,39%
Opeenvolging van
oorlogen tegen de Turken
verzwakken stelselmatig
het rijke Venetië
Detail uit het westelijk portaal
van de San Marco basiliek (1250)
in Venetië.
Oorlog van Chioggia
(tegen Genua)
Oorlog van de
Heilige Liga
(1508 - 1516)
1385
1509
13,16%
Rente
12,50%
Amsterdamse goudsmeden
geschilderd door Thomas de Keyser,
1596/97-1667.
op langlopende staatsschuld
Oorlogen tegen Lodewijk XIV
Oorlog
Venetië-Genua
Levenslange
lijfrentes
(Nederland)
1299
8,38%
Gemiddelde rente
sinds 1285:
1701
80-jarige oorlog
(1568- 1648)
Terugbetaling van
Oorlog
de Amerikaanse
van 1812
schuld in 1790
9,92%
Rampjaar
Invasie van Frankrijk
en Engeland
1572
8,13%
Amerikaanse
Revolutie
1672
6,50%
7,64%
+7%
Tweede
oliecrisis
1981
15,84%
Geen stabiliteit
Door de industriële revolutie, zette Engeland zich nog
nadrukkelijker op de kaart als wereldmacht. Maar sinds de
onafhankelijkheid van de VS in 1783 kreeg het wel een te duchten
concurrent. Na de Eerste Wereldoorlog nam New York definitief
de rol van Londen over. De financiële markten namen explosief
toe. Maar dat leidde opmerkelijk genoeg niet tot stabiele
interestvoeten, integendeel. Door de oliecrisis hadden de VS
tussen 1979 en 1981 af te rekenen met dubbelcijferige inflatie. De
overheid probeerde die compromisloos de kop in te drukken, en
liet daarvoor de rente tot meer dan 15 procent stijgen. Een
dergelijk renteniveau was toen in meer dan 500 jaar niet meer
vertoond.
Burgeroorlog
1861
8,45%
1784
Eerste Wereldoorlog
1920
Zevenjarige
oorlog
5,32%
6,63%
1285
1814
De oliecrisis
van 1973
in de VS.
Eerste
verhandelde
obligaties
4,88%
1344
VENETIË
1300
1350
1761
6,17%
5,97%
1570
1423
5,67%
4,51%
4,25%
Venetië: Een verplichte investering
Hollandse discipline
De handelsstad Venetië ontpopte zich in de middeleeuwen tot
het wereldse financiële centrum. De stad ontleende geld van
zijn burgers met prestiti, wat Italiaans is voor leningen. Echte
investeringen waren dat niet, want rijke burgers werden
verplicht om in de overheidspapieren te beleggen. Venetië
betaalde een vaste rente van 5 procent per jaar, de looptijd
van de prestiti was niet bepaald. In 1285 werden ze voor het
eerst op de markt verhandeld, en zo was het ook mogelijk om
de eerste rente te bepalen. Aangezien kopers slechts 75
procent van de verschuldige som moesten betalen, bedroeg
de werkelijke rente in 1285 6,83 procent.
Venetië raakte op het einde van de
vijftiende eeuw verstrikt in een reeks
oorlogen met de Turken. Brugge en
later Antwerpen werden de nieuwe
financiële centra, maar in de tweede
helft van de zestiende eeuw nam
Amsterdam hun plaats in.
Het Venetiaanse kredietsysteem
steunde vooral op commerciële
bankiers, zoals de Medici. In Holland
1400
1450
1500
HOLLAND
1550
1679
3%
gaven de provincies en steden zelf hun
schuldpapier uit. De Hollanders deden
dat erg gedisciplineerd. Ze vochten
geen dure buitenlandse oorlogen uit, en
profiteerden van de internationale
handel. Zo tekenden ze voor een van de
stabielste renteperiodes in de
geschiedenis, waarbij ze de
overheidsrente herhaaldelijk konden
laten zakken.
1600
1650
3,31%
2,81%
1791
1737
1824
2,13%
1889
Grote
Depressie
1,85%
1941
1,38%
2012
Tweede Wereldoorlog
ENGELAND
1700
1750
VS
1800
1850
1900
Financiële
Crisis
1950
2000
Rente op laagste peil in geschiedenis
Nooit was de rente zo
laag als vandaag in de
VS – ook als we
vergelijken met de
financiële centra uit het
(heel verre) verleden.
VAN ONZE REDACTEUR
DRIES DE SMET
BRUSSEL | Journalisten,
be­
leidsmaker en economen gooien
nogal snel met superlatieven. Zo
wordt beweerd dat de rente op
overheidspapier in 2012 zijn laag­
ste peil ooit bereikte. Dat klopt
voor de Verenigde Staten, maar
dat land is, in het licht van de ge­
schiedenis, een erg jong land. Wat
als we de rente niet op honderd of
tweehonderd jaar bekijken, maar
op zevenhonderd jaar?
Dat is de vraag die Bryan Taylor,
hoofdeconoom van Global Finan­
cial Data, zich stelde. Hij combi­
neerde in één grafiek de rente van
de opeenvolgende financiële cen­
tra in de wereld: Venetië, Holland,
Engeland en de VS. Dat levert niet
alleen een prachtige grafiek op,
maar leert ons heel wat over de
evolutie van de rente door de eeu­
wen heen.
1. Het zijn uitzonderlijke
tijden
In 2012 was de rente op tienjarig
Amerikaans overheidspapier tot
onder 1,4 procent gezakt, en dat is
echt historisch laag. Ondertussen
bedraagt de rente opnieuw het
dubbele, maar dat doet niets af
aan de bijzondere situatie. ‘Het is
een zeer uitzonderlijke toestand’,
stelt Erik Buyst, professor econo­
mische geschiedenis (KU Leuven).
‘De reden daarvoor is gekend. Er
zijn wereldwijd monetaire injec­
ties, waardoor de wereld zwemt in
de liquiditeiten. Dat drukt het
rendement op overheidspapier.’
Volgens Buyst wordt het tijd om
op te schuiven naar normalere
rentevoeten. ‘De komende jaren
moet de monetaire liquiditeit af­
gebouwd worden. Zoniet zullen
opnieuw zeepbellen ontstaan.’
2. Altijd maar lager
Stabiel was de rente op overheids­
obligaties de voorbije honderden
jaren allerminst. Maar duidelijk is
wel dat de trend neerwaarts is.
Sinds 1285, toen Venetiaans over­
heidspapier voor het eerst verhan­
deld werd en we dus de eerste
marktrente kenden, was de ge­
middelde rentevoet 6,5 procent.
Na 1600 daalde dat gemiddelde
naar 4 procent. Taylor ziet maar
één reden voor die dalende rentes:
‘dit is duidelijk toe te schrijven
aan het lagere risico op niet terug­
betalen.’ Buyst wijst op het inhe­
rente verschil tussen Venetië en
de VS. ‘We vergelijken hier een
stadstaat met een land met 300
miljoen inwoners. Venetië werd
autoritair geleid. Telkens als een
andere fractie aan de macht
kwam, was je niet meer zeker dat
je terugbetaald zou worden. Bo­
vendien zijn de markten steeds li­
quider geworden, wat ook voor la­
gere rentes zorgt.’
3. Oorlog doet pieken
In de loop van de geschiedenis
schoten rentevoeten vaak in en­
kele maanden tijd pijlsnel de
hoogte in, en het is geen toeval
dat dit telkens in tijden van oor­
log was. Oorlogen waren erg kos­
telijk, en dus moest er veel ge­
leend worden. Maar de sterke pie­
ken in het Venetiaanse tijdperk,
werden niet gevoeld door de stad.
De rente die Venetië betaalde,
bleef ongewijzigd op vijf procent.
Maar bij oorlog dumpten de in­
woners hun obligaties aan spot­
prijzen op de markt, uit vrees dat
ze helemaal niets meer waard
zouden zijn. Daardoor scheerde
de impliciete rente ongeziene
toppen.
4. Correctie: oorlog deed
pieken
5. Sterren komen, sterren
gaan
Ook de Napoleontische oorlogen,
de burgeroorlog in de VS en We­
reldoorlog I dreven de rente naar
piekniveaus. Maar sinds de Twee­
de Wereldoorlog beïnvloedt oor­
log de rente niet meer. ‘Oorlogen
kosten verschrikkelijk veel geld,
maar nu worden die min of meer
normaal gefinancierd’, stelt Buyst.
Toch is ook de enorme rentepiek
in 1981 terug te leiden tot een oor­
log. Door onrust in het Midden­
Oosten stegen de olieprijzen zo
sterk dat ze dubbelcijferige infla­
tie uitlokten. Om die inflatie dood
te knijpen, dreef toenmalig Fed­
voorzitter Paul Volcker de rente
op tot een peil dat in meer dan vijf­
honderd jaar niet meer gezien
was.
Na de Eerste Wereldoorlog nam
New York de fakkel van Londen
over als het financiële centrum
van de wereld. Door in dat cen­
trum te zitten, kunnen de Verenig­
de Staten goedkoper geld ontle­
nen. Maar hoe lang kunnen de VS
die positie nog vasthouden? ‘Het
is duidelijk dat het economisch
zwaartepunt verschuift, weg van
het westen. De grondstofprijzen
worden nu al bepaald door wat in
Zuidoost­Azië gebeurd. Als China
blijft evolueren zoals het dat de
laatste dertig jaar deed, wordt het
willens nillens het volgende finan­
cieel centrum’, stelt Buyst.
‘Als China blijft
evolueren zoals
het dat de laatste
dertig jaar deed,
wordt het willens
nillens het
volgende finan­
cieel centrum’