bijlage downloaden

PROTECT 48
Bulletin
Onze ervaring, uw zekerheid
Trimestriële nieuwsbrief van Verzekeringsmaatschappij Protect
Jaargang 13 - nummer 48 - 2009
Nieuw: onze package ‘Protect®-garantie gevelrenovatie’
Een gevelrenovatie geeft een gebouw een nieuw
gezicht en extra meerwaarde. Maar net zoals
bij andere (ver)bouwwerken kan ook hier het
een en ander verkeerd lopen, ondanks optimale
aandacht voor conceptie en uitvoering.
Als blijkt dat de hele investering niet het
gewenste resultaat oplevert en er zich snel herstellingen opdringen om de uitstraling en soms
zelfs de functionaliteit van het gebouw niet in
het gedrang te brengen, biedt Protect®-garantie
gevelrenovatie soelaas. Met deze pakketpolis
kan de opdrachtgever, aannemer of plaatser
zich tegen dergelijke financiële tegenspoed verzekeren.
Wat is verzekerd?
De Protect®-garantie gevelrenovatie waarborgt
de beschadiging aan:
·gerenoveerd of nieuw geplaatst buitengevelparament;
·betonherstelling;
·gerenoveerde of nieuw geplaatste borstweringen;
·waterdichting van balkons en terrassen;
·dakbedekking.
Het loskomen, barsten, afpellen of het niet meer
waterdicht zijn van de aangebrachte producten
wordt verzekerd.
Omvang, verzekeringnemer, waarde werken
Terwijl bij een gevelrenovatie vroeger elk onderdeel apart verzekerd moest worden, wordt met
de pakketpolis Protect®-garantie gevelrenovatie
meteen de volledige gevelrenovatie gedekt. Dat
maakt deze formule zo interessant.
Het gaat bovendien om een zaakschade­
verzekering. Dit betekent dat we niet naar aansprakelijke zoeken en dat de schade sneller
geregeld kan worden. Met de garantieverzekering is de herstelkost gedekt, ook al is de
aannemer of plaatser ondertussen failliet. De
verplichte technische controle zorgt bovendien
voor een extra kwaliteitsgarantie. Deze controle
wordt uitgevoerd door een door Protect erkend
controlebureau.
Alle betrokken partijen kunnen de polis Protect®garantie gevelrenovatie onderschrijven: bouwheer, mede-eigenaars, aannemers, syndicus,...
De begunstigde van de polis is echter steeds de
eigenaar van het gebouw waaraan de werken
uitgevoerd werden.
Het verzekerde bedrag bepaalt de verzekeringnemer zelf op basis van de kostprijs van de
gebruikte producten en materialen, verhoogd
met het arbeidsloon voor de voorbehandeling en
uitvoering van de eigenlijke werken plus eventueel de bijkomende kosten om de werken te kunnen uitvoeren, zoals de huur van een stelling. We
raden bovendien aan om de niet-recupereerbare
btw op de werken mee te verzekeren. Zo kunnen
we bij schade ook de btw op de herstelkost in de
schadeloosstelling opnemen.
De polis kan afgesloten worden voor 5 of 10 jaar,
naargelang de keuze van de verzekeringnemer.
De te verwachten premievoet (excl. kostprijs voor
de controle) bedraagt:
·voor een waarborg van 5 jaar: 2,5% à 3% op
de waarde van de werken.
·voor een waarborg van 10 jaar: 3,5 % à 4%
op de waarde van de werken.
Voorbeelden van schadegevallen
De polis komt bijvoorbeeld tussen in de herstelkost als er 5 of 10 jaar na de gevelrenovatie
barsten ontstaan in de crepi, of wanneer nieuw
geplaatste balustrades na 2 jaar beginnen te
oxideren door de zoute zeelucht. Een ander
voorbeeld: jaren na een betonherstelling worden
de herstelde delen opnieuw los geduwd door
corrosie van de wapening.
Conclusie
Met deze nieuwe polis zet Protect zijn visie
opnieuw kracht bij. Wij willen ontwerpers in de
bouw- en aanverwante sectoren ondersteunen
en beschermen.
De garantie gevelrenovatie vormt een perfect alternatief voor de 10-jarige-aansprakelijkheidspolis (ook decenale polis genoemd).
Laatstgenoemde is vaak niet geschikt voor gevelrenovaties omdat er meestal geen stabiliteitstechnische werken aan te pas komen waarop
de decenale aansprakelijkheid van de architect
en de aannemer van toepassing is. Dit is een
aandachtspunt voor architecten, studiebureaus
en vastgoedmakelaars die hun opdrachtgever
hierover correct willen informeren. Ook zij hebben er immers belang bij dat deze polis onderschreven wordt.
De nieuwe pakketpolis is bovendien niet te
versmaden voor syndici die optreden voor medeeigenaars van appartementsgebouwen (vooral
aan de kust), overheden en andere bouwheren
die onderlinge discussies willen vermijden en
financiële zekerheid wensen.
Op het privaat klantenluik van www.protect.be
kunt u meer informatie en de aangepaste lastenboekclausules downloaden.
Rebecca Ramboer
Bestuurder-directeur
In dit nummer:
• Nieuw: onze package 'Protect® garantie gevelrenovatie'
• Betekening van levensbelang voor schadedossier
• De aangifte van erelonen bij tussenkomst van gespecialiseerde raadgevers
• Schadecase
• Terugblik thema-avond over DBFM overeenkomsten
• Bijlage: tevredenheidsenquete
1
2
4
5
6
Betekening van levensbelang voor schadedossier
1. Inleiding
Bij de behandeling van schadeaangiftes
is het voor uw belangenverdediging
essentieel dat zowel de verzekeraar als
de aangestelde advocaat en/of expert
alle stukken en informatie ontvangen.
Uiteraard laat de schadebeheerder u
zo veel mogelijk weten welke stukken
hij van u verwacht, maar u moet er ook
zelf op letten dat u gerechtsbrieven,
uitnodigingen voor gerechtsexpertises,
betekeningsakten, enz. op tijd aan uw
verzekeraar en uw advocaat bezorgt.
Meer bepaald de betekeningsakte is
bijzonder belangrijk voor de correcte
afhandeling van een schadegeval.
2. Medewerking in het algemeen
Artikel 7.1. van de algemene
polisvoorwaarden en de Wet op de
Landsverzekeringsovereenkomst in het
algemeen leggen de verzekeringnemer
en de verzekerde de verplichting
op om de verzekeraar onmiddellijk
medewerking te verlenen, de nodige
documenten te bezorgen en op alle
vragen te antwoorden om de omvang
van de schade te kunnen vaststellen
en de verdediging van verzekerde en
verzekeraar te kunnen waarnemen.
Als de verzekerde deze verplichting niet
nakomt en de verzekeraar daardoor
benadeeld wordt, kan laatstgenoemde,
conform artikel 7.2. van de algemene
polisvoorwaarden, de prestaties
verminderen ten belope van het
geleden nadeel.
verzekerde elke schade-eis, elk
bericht, elke ingebrekestelling en
in het algemeen elke gerechtelijke
of buitengerechtelijke akte zo snel
mogelijk aan de verzekeraar moet
bezorgen.
Deze verplichtingen dienen in de
eerste plaats om de belangen van de
verzekerde te verdedigen. nv Protect
kan echter als verzekeraar - al dan niet
via de aanstelling van een juridische en
technische bijstand - pas de leiding van
het geding nemen en de verdediging
van de gemeenschappelijke belangen
waarnemen, als de maatschappij
daartoe de middelen en informatie
krijgt van de verzekerde. Enkel
laatstgenoemde heeft immers het
project opgevolgd en kan bijgevolg
de concrete situatie toelichten of
documenteren. Met zijn informatie kan
de juridische of technische raadsman
aan de slag. Wij rekenen dan ook op
uw medewerking!
Deze informatie is cruciaal: als bepaalde
aktes (te) laat bij ons binnenkomen,
kan dit zeer nadelige gevolgen hebben
voor de afhandeling van het dossier.
3. Medewerking in het bijzonder:
betekening
Naast de gebruikelijke verplichtingen
inzake schadeaangifte en algemene
medewerking voorziet artikel 7.1.
van de algemene polisvoorwaarden
ook dat de verzekeringnemer of de
We denken hierbij aan de gewone
dagvaarding, maar meer nog aan andere
gerechtsbrieven of uitnodigingen
voor expertises. Gerechtsbrieven
bijvoorbeeld kunnen vervaltermijnen
bevatten voor de verdediging van uw
belangen.
Daarnaast vestigen we meer in
het bijzonder uw aandacht op de
betekeningsakte van een vonnis of
arrest. Een gerechtelijke uitspraak
is soms vatbaar voor kritiek en
kan eventueel door een hogere
rechtsinstantie herroepen worden.
Maar als we rechtsmiddelen willen
inschakelen om de uitspraak van een
rechtsinstantie aan te vechten, moeten
we strikte termijnen respecteren. Deze
termijnen beginnen te lopen met de
betekeningsakte.
En zelfs als het niet de bedoeling is
om de gerechtelijke beslissing aan te
vechten, mogen we de betekeningsakte
niet zomaar naast ons neerleggen. Ze
vormt immers de eerste stap naar
de uitvoering van de gerechtelijke
beslissing. Het is dan ook zeer belangrijk
om deze aktes onmiddellijk aan de
in het schadedossier aangestelde
advocaat en nv Protect door te spelen.
4. Begrippen
Een betekening is een formele
kennisgeving. Onder het begrip
betekening zoals voorzien in artikel
32 van het Gerechtelijk Wetboek
moet worden verstaan: “de afgifte
bij
gerechtsdeurwaardersexploot,
van een eensluidend afschrift van
- 2 - Protect
Bulletin
>>>
een akte die de gerechtsdeurwaarder
moet laten betekenen.” Wanneer aan
u ‘in persoon’ betekend werd, wil dit
zeggen dat de gerechtsdeurwaarder u
persoonlijk heeft aangetroffen bij het
overhandigen van het vonnis.
arrest in al zijn aspecten definitief
en onherroepelijk. Er resten ons dan
geen rechtsmiddelen meer, waardoor
we niets anders kunnen dan het vonnis
of het arrest te aanvaarden en uit te
voeren, hoe nadelig het ook mag zijn.
Is de persoon aan wie betekend
moet worden niet aanwezig op het
moment van de betekening, dan laat
de gerechtsdeurwaarder een afschrift
van het exploot achter en stuurt hij
op de eerste werkdag die volgt op
de aanbieding van het exploot een
aangetekende brief naar de woonplaats
van de persoon aan wie betekend moet
worden. Daarin vermeldt hij duidelijk
de datum van de aanbieding en biedt
hij de persoon in kwestie aan om een
exemplaar van de betekeningsakte op
het gerechtsdeurwaarderskantoor af te
halen (artikel 38 GWB ).
Daarnaast is de betekening meestal
een voorloper van een gedwongen
tenuitvoerlegging. Eens een vonnis
betekend wordt, bestaat meteen de
kans dat men de veroordeling ook
effectief uitvoert, inclusief kosten
en uitvoerend beslag op goederen.
Omdat een betekening persoonlijk is,
ondergaat enkel de verzekerde deze
onaangename maatregelen als hij
nv Protect niet tijdig op de hoogte
gebracht heeft. Een reden te meer
dus om een betekening onmiddellijk
aan onze maatschappij te melden.
Daarnaast kunnen wij eventueel
weigeren om de uitvoeringskosten te
dragen die uitsluitend veroorzaakt
zijn doordat betekenisakten niet op tijd
meegedeeld werden. U dreigt dus als
verzekerde zelf voor deze kosten op te
draaien.
Door de betekening van het vonnis
begint de termijn van verzet, beroep
of cassatie te lopen. De termijn om
verzet of hoger beroep aan te tekenen,
bedraagt één maand, te rekenen vanaf
de betekening van het vonnis (artikel
1051 GWB), terwijl de termijn om
cassatie aan te tekenen drie maanden
is, te rekenen vanaf de dag waarop
de bestreden beslissing is betekend
(artikel 1073 GWB).
Aangezien de betekening enkel gebeurt
aan de in het vonnis of arrest vermelde
partij - in 99% van de gevallen de
verzekeringnemer of verzekerde krijgt enkel deze partij kennis van de
betekening, en niet de verzekeraar,
noch de advocaat. Enkel wanneer zij
formeel bevestiging krijgen van de
verzekerde kunnen ze initiatieven
nemen voor beroep of cassatie, dan
wel voor de regeling van het dossier.
Deelt de verzekerde de ontvangst van
de betekeningsakte niet mee, dan
kan de beroeps- of cassatietermijn al
verstreken zijn op het moment dat
de advocaat of de verzekeraar kennis
krijgt van de datum van betekening.
Op dat moment is het vonnis of
5. Conclusie
Wij kunnen een schadedossier pas
goed beheren en afhandelen als
we van u de nodige medewerking
krijgen. Dit betekent niet alleen dat
u ons de technische informatie en
stukken bezorgt, maar ook dat wij
van u alle belangrijke gerechtelijke en
buitengerechtelijke akten ontvangen,
en in het bijzonder de betekeningsakte.
Onze
schadedienst
en
uw
dossierbeheerder staan altijd te
uwer beschikking om uw vragen
te beantwoorden in een specifiek
schadedossier of over een mogelijk
schadegeval.
Nathalie Heymans
Juriste Protect
“
Het is cruciaal voor de
afhandeling van een
schadedossier dat iedere
dagvaarding, gerechtsbrief
of zelfs uitnodiging voor
expertise onverwijld aan
uw verzekeraar wordt
bezorgd.
Bulletin
Protect
-3--5Protect Bulletin
De aangifte van erelonen bij tussenkomst
van gespecialiseerde raadgevers
Voor bepaalde onderdelen van zijn
opdracht doet een architect een beroep
op gespecialiseerde raadgevers of studiebureaus. Werken zij voor hem als subcontractant, dan is de architect voor hen
aansprakelijk en moet hij hun erelonen in
zijn jaarlijkse aangifte opnemen. Doet hij
dit niet, dan loert in zijn beroepsaansprakelijkheidspolis de evenredigheidsregel
om de hoek.
De tussenkomst van deze gespecialiseerde raadgevers kan contractueel op twee
manieren geregeld worden:
In een eerste mogelijkheid sluit de raadgevend ingenieur voor zijn tussenkomst
rechtstreeks een contract af met de
bouwheer. De aansprakelijkheid van de
architect beperkt zich dan tot de coördinatie van deze gespecialiseerde studies
en een algemene controle.
Contractuele mogelijkheden
De burgerlijke aansprakelijkheid van de
architect wordt grotendeels bepaald door
de inhoud van de opdracht die hij van
de bouwheer krijgt. Sommige onderdelen van deze opdracht liggen bij wet
vast omdat ze voorbehouden zijn aan
architecten die op de rol van de Orde
ingeschreven staan. Zo staat de architect, volgens artikel 4 van de wet van
20 februari 1939, in voor het ontwerp
van elk gebouw dat onderworpen is aan
een stedenbouwkundige vergunning en
moet hij ook controle uitoefenen op de
bouwwerken.
Voor bepaalde onderdelen van het ontwerp of de controle op de uitvoering
van de werken, doet de architect een
beroep op gespecialiseerde raadgevers,
zoals stabiliteitsingenieurs of studiebureaus voor technische uitrustingen van
gebouwen.
Een tweede mogelijkheid bestaat erin
dat de raadgevend ingenieur een contract afsluit met de architect en als diens
subcontractant zijn studies uitvoert. De
architect is dan ten aanzien van de
bouwheer niet alleen aansprakelijk voor
de coördinatie en de algemene controle,
maar ook voor de inhoudelijke gebreken
in de studies van de raadgevend ingenieur. Als de bouwheer schade lijdt door
een fout van de raadgevend ingenieur,
zal hij zijn schade-eis dan ook tot de
architect richten. De architect en/of zijn
verzekeraar hebben wel het recht om
verhaal uit te oefenen op de raadgevend
ingenieur.
Invloed op de aangifte van de erelonen
Als een architect voor gespecialiseerde studies met subcontractanten
werkt, is hij ervoor aansprakelijk en
dient hij bijgevolg in de jaarlijkse
aangifte ook de erelonen aan te
geven die aan de subcontractanten
betaald werden. Enkel wanneer een
verzekeringsattest aantoont dat de subcontractant voor zijn beroepsaansprakelijkheid op een gelijkwaardige manier
verzekerd is als de architect zelf, kan de
architect de erelonen afzonderlijk vermelden op de aangifte en zullen ze bij
de berekening van de definitieve premie
in mindering gebracht worden van zijn
eigen erelonen.
Een architect die met subcontractanten werkt, moet dus in eerste instantie
alle erelonen die hij aan de bouwheer
opvraagt in de aangifte vermelden. Ook
deze die aan de subcontractant doorbetaald worden.
Gevolgen van onvolledige aangifte
Geeft de architect voor een bepaald
project niet alle opgevraagde erelonen
aan en ontstaat er nadien schade waarvoor hij aansprakelijk is, dan voorzien de
algemene voorwaarden van de beroepsaansprakelijkheidspolis in de toepassing
van een evenredigheidsregel op de schadevergoeding. Met andere woorden: de
schade wordt vergoed in verhouding tot
de aangegeven erelonen en niet volgens
de erelonen die werkelijk aan de bouwheer opgevraagd werden.
Conclusie
Als u voor gespecialiseerde studies met
subcontractanten werkt, doet u er goed
aan om ook de erelonen van deze subcontractanten aan te geven en uitsluitend
een beroep te doen op subcontractanten
die voldoende verzekerd zijn voor hun
beroepsaansprakelijkheid.
In het kader van uw eigen aansprakelijkheid is het echter nog beter om de
gespecialiseerde raadgevers rechtstreeks
met de bouwheer te laten contracteren.
- 4 - Protect
Bulletin
Marcel Mertens
Directeur Productie
Schadecase: Waterinfiltratie in ondergrondse luchtkanalen
De oorzaak van infiltratieproblemen in
ondergrondse constructies dient op heden
nog te vaak te worden toegeschreven
aan het niet of onvoldoende nagaan van
de ligging van het grondwaterpeil en
de mogelijke schommelingen ervan ten
gevolge van de seizoensvloeden.
Dit geldt niet alleen voor de klassieke
ondergrondse constructies, zoals kelders,
maar evenzeer voor minder gebruikelijke
constructies die in de ondergrond worden geplaatst, zoals kanalen die deel
uitmaken van het verdeelsysteem van een
verwarmingsinstallatie.
Deze case behandelt een typevoorbeeld
van schadegevallen waarmee onze schadedienst al meer dan eens mee te maken
gehad heeft.
Feiten en omstandigheden
Een architect heeft een volledige opdracht
voor de oprichting van een nieuwbouwwoning. De woning is deels onderkelderd
en wordt voorzien van een verwarmingsinstallatie met verdeling van warme lucht.
Een deel van de warmelucht-kanalen
wordt aangebracht in volle grond onder
de plaat van het gelijkvloers.
De plannen en het bestek van de verwarmingsinstallatie werden opgemaakt door
een gespecialiseerd installateur die de
volledige installatie ook geplaatst heeft.
Kort na ingebruikname van de woning,
werd de aanwezigheid van water vastgesteld in de warmelucht-kanalen die zich
in volle grond bevinden en tegelijkertijd
ook infiltraties in de kelder ter hoogte van
de doorgang van de warmelucht-kanalen
doorheen de kelderwand.
De werking van de verwarmingsinstallatie
kwam hierdoor in het gedrang zodat,
naast een oplossing voor definitief herstel, ook tijdelijke maatregelen noodzakelijk waren.
Procedure
Er werd snel een minnelijke expertise
opgestart waarbij in de eerste plaats
overeengekomen werd om een tijdelijke
bronbemaling aan te brengen.
Na het akkoord rond de definitieve herstelwijze, bleef de omvang van de schadeeis van de bouwheer het enige struikelblok om tot een minnelijke regeling te
komen waardoor we betrokken werden in
een gerechtelijke procedure.
Om dezelfde reden als bij de minnelijke
onderhandelingen kon niet tot een schikking gekomen worden op basis van het
eindverslag van de gerechtsdeskundige
en diende het geschil verder te worden
behandeld voor de Rechtbank.
Aansprakelijkheid
Zowel de gerechtsdeskundige als de rechter hebben geoordeeld dat de aansprakelijkheid volledig diende toegewezen te
worden aan de architect.
De installateur die naast de plaatsing ook
alle uitvoeringsdocumenten had opgemaakt, ging in dit geval vrijuit.
De installateur had immers op de plannen
en in de bestekteksten duidelijk vermeld
dat bij uitvoering van de warmeluchtkanalen in volle grond de bouwheer en/of
de architect er steeds diende voor te zorgen dat de waterlijn (van zowel grond- als
oppervlaktewater) min. 20 cm lager zou
liggen dan de onderkant van de kanalen.
De gerechtsdeskundige en de rechter
waren dan de mening toegedaan dat
de architect de enige partij was die de
problematiek had moeten onderkennen
en bijgevolg de nodige voorzorgsmaatregelen had moeten treffen ofwel de
uitvoering met de kanalen in volle grond
had moeten weigeren.
Oorzaak van de gebreken
Besluit
De oorzaak van de infiltratieproblematiek was onmiskenbaar te wijten aan het
niet waterdicht zijn van de warmeluchtkanalen en aan het feit dat het niveau van
het grondwater kon stijgen tot boven de
onderkant van de kanalen.
Dit geval toont nog maar eens aan dat
de kennis i.v.m. de ligging van het grondwaterpeil van cruciaal belang is voor het
ontwerp en de uitvoering van alle ondergrondse constructies.
We herhalen daarbij dat de informatie i.v.m. de grondwaterstand verkregen
door de opmetingen bij de sondering niet
betrouwbaar zijn. Ook in dit behandelde
geval had de architect zich voor de ligging
van de grondwaterstand gebaseerd op
de resultaten van de grondsondering. In
werkelijkheid lag het grondwaterniveau
beduidend hoger of waren de schommelingen veel belangrijker dan werd aangenomen op basis van de sondeerresultaten.
ir. Christophe Roelandt
Directeur Schadedienst
Protect
Bulletin
-5-
Terugblik thema-avond over DBFM overeenkomsten
De belangstelling voor de publiekprivate samenwerkingsprojecten (PPS)
zit al een tijdje in de lift. De afgelopen
jaren werden er in de Europese
regio voor meer dan 200 miljard
euro aan PPS-contracten afgesloten
voor de realisatie van allerhande
projecten, zoals wegen, gebouwen,
sportinfrastructuur,...
Veel
PPSovereenkomsten nemen in de praktijk
de vorm aan van een D (Design)
B (Build) F (Finance) en M (Maintenance)
overeenkomst, kortweg de DBFMovereenkomst. Architectenkantoren en
studiebureaus krijgen meer en meer te
maken met deze vorm van contract en
samenwerking.
Protect nodigde op woensdag 3 juni ll.
een 50-tal architecten-ingenieurs uit
in het prestigieuze Empainhotel aan
het Brusselse Warandepark voor een
dinerconferentie over dit onderwerp.
Visie van de aannemer-promotor
Dhr. Lieven Verheye, directeur van ARTES
Projects, stak van wal met een overzicht
van het theoretische kader van DBFM-
- 6 - Protect
Bulletin
samenwerkingsvormen.
DBFM-contracten
vormen
als
geïntegreerde langetermijncontracten
voor aannemer-promotoren een nieuwe
markt met nieuwe opportuniteiten.
Deze projecten vragen evenwel een
aangepaste aanpak omwille van de vele
disciplines die samen moeten werken
om efficiënte langetermijnoplossingen
te vinden. Als de uitvoering van een
DBFM-contract een bedrijf op zich
is, dan is de opmaak van een offerte
reeds een project op zich. Transparante
communicatie en discipline zijn daarbij
cruciaal. De achterliggende filosofie van
DBFM-contracten is intrinsiek logisch
en interessant, maar vandaag vragen
private partners zich steeds meer af of
de hoge kost van de offerte nog langer
opweegt tegen de lage slaagkans dat
een opdrachtgever het contract effectief
en transparant gunt. De toekomst van
DBFM ligt dan ook in standaardisatie
van bestekken en contracten, alsook in
een gedragscode voor opdrachtgevers
met betalende offertes. In die zin
opperde Lieven Verheye dat de tijd
misschien rijp is om naar analogie met
de code-Lippens en de code-Buysse te
pleiten voor een DBFM-code Protect.
De voordelen bij samenwerking
met een Maintenance-partner
Daarna lichtte Dhr. Devolder, business
development manager van Cegelec
Building Solutions, de toegevoegde
waarde toe van de situatie waarbij
de Maintenance-partner reeds in de
startfase betrokken wordt.
Bij een vroege, actieve inbreng van
de M-partner wordt meteen aandacht
besteed aan duurzaamheid en lange
termijn. Het onderhoudsprogramma,
Service Level Agreement-overeenkomsten, de Key Performance Indicators,
de technische audit en energiebeheer
komen reeds bij de ontwerpfase aan
bod, wat meteen tot een geïntegreerde
aanpak leidt.
De verschillende partners zijn meer
betrokken in het M-gebeuren, waardoor
reeds van bij de startfase op een unieke
manier knowhow verzameld wordt.
Het resultaat is uiteindelijk een
duurzamer en energiezuiniger gebouw
en een installatie die de investeerder
op lange termijn meer optimalisatie
biedt en de gebruiker een betere
werkomgeving.
Belangrijk is wel dat het project geschikt
is voor DBFM, zowel op het vlak van
kritische massa (circa 20 miljoen euro),
als inzake langetermijncontract.
Argumenten van de overheid
Dhr. Werner Decrem, business unit manager PPS bij Participatiemaatschappij
Vlaanderen, gaf daarna zijn visie als opdrachtgever mee. De trigger om vanuit
de overheid private financiering toe te
laten, is uiteraard de ontlasting van de
overheidsbegroting. Daarnaast vormen
risicobeheersing en ruimte voor innovatie en optimalisatie ook voor de opdrachtgever een duidelijke meerwaarde
in DBFM-projecten.
Het feit dat de markt een blijvende
belangstelling voor deze projecten
toont, is dan ook heel welkom,
hoewel de overheid vandaag wel
beseft dat een aantal zaken in het
DBFM-gebeuren bijgeschaafd kunnen
worden. Zo is er vooral veel kritiek
op het aanbestedingstraject. Een
gefaseerd aanbestedingstraject met een
voorspelbaar procesverloop, aandacht
voor de studiekosten en standaardisatie
zijn volgens hem de boodschap.
Deontologische en juridische kijk
op DBFM
Meester Honoré van het advocaten­
kantoor Honoré en Gits rondde af met
zijn juridisch-deontologische visie op
samenwerkingsverbanden in DBFMvorm:
"Het monopolie van de architect met
de daaraan gekoppelde onverenigbaarheid met het beroep van aannemer is 70 jaar oud. Het beroep van
aannemer en van architect is sindsdien
sterk geëvolueerd. Aan beide zijden
zien we een sterke professionalisering
en schaalvergroting, waardoor beide
beroepen steeds meer op elkaars terrein komen. Ook de verwachtingen van
de bouwheren zijn gewijzigd. Zij zien
de actoren op een werf als één team
dat door onderlinge samenwerking
het beoogde resultaat moet afleveren
binnen de overeengekomen termijn
en met respect voor het afgesproken
budget. Bij de particuliere bouwheren
manifesteert deze tendens zich in sleutel-op-de-deur en promotiebouw. Bij
de overheid is de DBFM-opdracht een
voorbeeld van dezelfde bekommernis.
De wet van 20 februari 1939 staat een
horizontale teamvorming in de weg
waarbij aannemer en architect zich
(samen met anderen)via een projectvennootschap verenigen om het project voor de overheid te realiseren. Ook
bij een DBFM blijft de tussenkomst van
een architect uiteraard noodzakelijk en
essentieel, maar dan in de klassieke
relatie opdrachtgever(lees promotor)architect. Een partnership met de daaraan verbonden grotere inbreng in het
project en deling in winst of verlies kan
vandaag niet." Monopolies hebben
hun prijs.
Meester Honoré rondde af met
de vraag of het monopolie van de
architect vandaag nog maatschappelijk
relevant is én voor de architect niet
eerder een belemmering vormt bij de
uitoefening van zijn beroep, dan wel
(een bescherming)en een voordeel.
Rebecca Ramboer
Bestuurder-Directeur
Protect
Bulletin
-7-
Protect seminaries: Gratis voor Protect-verzekerden
Protect organiseert in het najaar 2009 opnieuw infoavonden.
Reeds gepland:
Uw beroepsaansprakelijkheid
in de praktijk
- donderdag 17 september:
Hasselt, Kamer van Koophandel Limburg
- dinsdag 22 september:
Antwerpen, Het Ingenieurshuis
- donderdag 24 september:
Gent - De Pinte, Viteux
- dinsdag 29 september:
Lichtervelde, kantoren nv Ides Ramboer
- donderdag 1 oktober:
Brussel, hoofdzetel Protect
Een avond over de praktische uitwerking van de overeenkomst tussen architect en opdrachtgever, gevolgd door een uiteenzetting over
veel voorkomende schades en hoe die kunnen voorkomen worden,
tips van aangifte tot regeling.
Meer informatie over het programma en de inschrijvingen:
www.protect.be/seminaries
Dergelijke seminarie kunnen op uw vraag ook in house
georganiseerd worden (vanaf een 10-tal deelnemende medewerkers) neem hiervoor contact op met Rebecca Ramboer via
[email protected]
Protect Pensioenfonds
Fonds: Accent Global Fund
30.06.2003: 188,820 (start)
31.12.2004: 213,580
31.12.2006: 243,320
31.12.2008: 192,06
30.03.2009: 183,10
10.06.2009: 202,22
De aangeslotenen bij het P.P.F. vinden hier de stand van
het fonds waardoor het rendement van hun pensioenkapitaal kan worden nagegaan. Het negatieve financiële klimaat van de laatste maanden heeft de stand volledig
teruggedrongen
naar
het
startniveau
eind
2003.
Protect Bulletin
Gratis trimestriële nieuwsbrief voor Protect-verzekerden
Protect nv - Jetsesteenweg 221, B-1080 Brussel
T 02 411 41 14 - F 02 411 19 29
[email protected] - www.protect.be
Redactie: Ides Ramboer, Rebecca Ramboer,
Marcel Mertens, Christophe Roelandt
Verantwoordelijke uitgever: Ir. Ides Ramboer
Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 1.009
- 8 - Protect
Bulletin